Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 138 260
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................3
Technische Dienst van Miele / typeplaatje ............................45
2
CS 1112
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met 2 kringen
(C 100 mm / 180 mm,
Vermogen: 700 W / 1800 W)
b Kookzone met 1 kring
(C 145 mm, vermogen: 1200 W)
c Symbolen voor de rangschikking van
de kookzones
d Weergave-elementen
Bedieningsknoppen voor het kookvlak:
f Vooraan
g Achteraan
Weergave-elementen
k Werkingsindicator
l Symbool voor de inschakeling van
de tweede verwarmingskring van
een kookzone met 2 kringen
m Restwarmte-indicator
3
Beschrijving van het toestel
CS 1122
a Kook-/braadzone
(C 180 mm / 180 mm x 265 mm, vermogen: 1500 W / 2400 W)
b Kookzone met 1 kring
(C 145 mm, vermogen: 1200 W)
c Symbolen voor de rangschikking van
de kookzones
d Weergave-elementen
4
Bedieningsknoppen voor het kookvlak:
f Vooraan
g Achteraan
Weergave-elementen
k Werkingsindicator
l Symbool voor de inschakeling van
de tweede verwarmingskring van
een kook-/braadzone
m Restwarmte-indicator
CS 1134
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met 2 kringen
(C 100 mm / 180 mm, vermogen:
700 / 1800 W)
b Kookzone met 1 kring
(C 145 mm, vermogen: 1200 W)
c Kookzone met 2 kringen
(C 100 mm / 180 mm, vermogen:
700 W / 1800 W)
d Kookzone met 1 kring
(C 145 mm, vermogen: 1200 W)
e Symbolen voor de rangschikking van
de kookzones
f Weergave-elementen
Bedieningsknoppen voor het kookvlak:
g Links vooraan
h Links achteraan
i Rechts achteraan
j Rechts vooraan
Weergave-elementen
k Werkingsindicator
l Symbool voor de inschakeling van
de tweede verwarmingskring van
een kookzone met 2 kringen
m Restwarmte-indicator
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Lees deze gebruiks- en montage
aanwijzing daarom eerst aandachtig
door voordat u het kookvlak in ge
bruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
Gebruik het kookvlak enkel voor de
~
huishoudelijke toepassingen die in
deze gebruiksaanwijzing vermeld
staan.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
meld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het kookvlak
veilig te bedienen, mogen dit toestel alleen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Hou kinderen die in de buurt van het
~
kookvlak komen in het oog. Laat kin
deren nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het kookvlak alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe
ten de eventuele risico's van een foutie
ve bediening kunnen beseffen.
Het kookvlak wordt heet als het in
~
gebruik is en dat blijft het ook nog
enige tijd na het uitschakelen. Hou kin
deren van het toestel weg totdat het is
afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn, boven of achter het kookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Ze kunnen zich verbranden!
-
Zorg ervoor dat kinderen geen hete
~
kookpotten en -pannen omlaag kunnen
trekken. Draai de handvaten van de
kookpotten en -pannen over het werk
blad. Hierdoor voorkomt u dat iemand
zich verbrandt.
-
-
-
-
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen
gevaar inhouden. Kinderen kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en doe
deze ook zo vlug mogelijk weg.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
Controleer vóórdat het kookvlak
~
wordt geïnstalleerd of het toestel zicht
baar beschadigd is. Is dat het geval,
neem het toestel dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigd toestel kan
uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
kookvlak is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan.
Laat de elektrische installatie in uw wo
ning bij twijfel door een elektricien con
troleren. De fabrikant is niet aansprake
lijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn elek
trische schokken mogelijk.
Vergelijk eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het type
plaatje met die van uw huisinstallatie.
Sluit daarna pas uw kookvlak aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
-
-
-
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken om het
kookvlak aan te sluiten. Die bieden niet
voldoende veiligheidsgaranties. Er be
staat onder meer gevaar voor overver
hitting.
Gebruik uw kookvlak enkel in inge
~
-
bouwde toestand. Enkel dan is een vei
lige werking gewaarborgd.
Wordt de stekker van het aansluit
~
snoer verwijderd, laat het toestel dan
uitsluitend door een vakman inbouwen
en aansluiten. Doe een beroep op een
vakman die de nationale normen en de
voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij grondig kent en
zorgvuldig in acht neemt. Wanneer er
bij het inbouwen en aansluiten van het
toestel fouten worden gemaakt, kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel
het gevolg van is.
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
moet het snoer worden vervangen door
-
een speciaal aansluitsnoer van het type
-
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Dit snoer is
-
verkrijgbaar bij de fabrikant of de Tech
nische Dienst van Miele.
Open in geen geval de behuizing
~
van het kookvlak.
Wanneer u aansluitingen onder span
ning aanraakt of de elektrische en me
chanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van het
kookvlak leiden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Laat u het kookvlak tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op waarborg.
Tijdens installatie- en
~
reparatiewerken moet het kookvlak van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos als aan
een van deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen op uw elektrische in
–
stallatie zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekeringen op uw elek-
trische installatie zijn helemaal uitgedraaid.
– De stekker is uit het stopcontact ge-
trokken.
Trek bij toestellen met een stekker
niet aan het snoer maar aan de stekker om het toestel los te koppelen
van het elektriciteitsnet.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele
-vervangstukken. Enkel dan bent u ze
ker dat ze ten volle voldoen aan de ei
sen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de glaskeramische plaat barsten
~
of spleten vertoont, mag u het kookvlak
niet gebruiken of schakelt u het onmid
dellijk uit. Ontkoppel het van het elektri
citeitsnet. Anders bestaat het risico dat
u elektrische schokken oploopt.
-
-
Efficiënt gebruik
Het kookvlak is tijdens de werking
~
heet en dat blijft het ook nog enige tijd
na het uitschakelen. Pas zodra de
restwarmte-indicator is uitgegaan, is er
geen gevaar meer dat u zich er aan
kunt verbranden.
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete kookvlak omgaat. Maak
gebruik van ovenwanten, pannenlap
pen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat
dit textiel niet nat of vochtig is. Anders
wordt de warmte sterker overgedragen
en kunt u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten recipiënten,
~
bijv. conservenblikjes, op de kookzones. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. U kunt zich verbranden en ander lichamelijk letsel oplopen!
Gebruik het kookvlak niet om het
~
vertrek te verwarmen. Door de hoge
temperaturen kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving vlam vat
ten. Dat zou bovendien de levensduur
van uw toestel verminderen.
Het toestel mag niet in de open
~
lucht worden opgesteld en gebruikt.
-
-
-
-
Het aansluitsnoer mag na de inbouw
~
niet in aanraking komen met onderde
len van het toestel die bij gebruik warm
worden. Anders kan het aansluitsnoer
beschadigd raken.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik het kookvlak niet om er
~
voorwerpen op neer te leggen.
Als u het toestel per ongeluk inschakelt
of als het nog warm is van een berei
ding, bestaat het risico dat metalen
voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan
verbranden.
Afhankelijk van het materiaal, kunnen
voorwerpen die u op het toestel plaatst
ook smelten of vlam vatten.
Natte pandeksels kunnen zich
vastzuigen.
Vergeet de kookzones na gebruik niet
uit te schakelen!
Dek het kookvlak nooit met een
~
doek of folie af. Wanneer u het toestel
per ongeluk inschakelt, bestaat er
brandgevaar.
Verwijder vetspatten en andere
~
brandbare etensresten zo snel mogelijk
van het toesteloppervlak. Anders bestaat er brandgevaar.
Laat het kookvlak tijdens de werking
~
niet zonder toezicht achter.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor de schade die door het verwar
men van leeg kookgerei kan optreden
aan de glaskeramiek.
Door oververhitting kunnen olie en vet
in brand vliegen en kan het toestel vlam
vatten.
-
-
Gebruik geen kookgerei van kunst
~
stof of aluminiumfolie. Dat smelt bij ho
gere temperaturen. Er is dan ook
brandgevaar!
Gebruik alleen potten en pannen
~
met een effen bodem. Als u potten en
pannen met een ruwe bodem gebruikt,
kunnen er krassen op het glazen op
pervlak optreden.
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij
~
de fabrikant van het kookgerei deze
toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u
hiermee geen rekening houdt, kan het
kookvlak schade oplopen.
Vermijd dat er voorwerpen als kook-
~
pannen bv. op het keramische oppervlak vallen. Zelfs zogezegd lichte voorwerpen als zoutvaatjes kunnen in een
minder gunstig geval scheuren of spleten veroorzaken.
Om te vermijden dat resten gaan in-
~
branden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is, droog
en vrij van vet.
Hou het kookvlak schoon. Zout, sui
~
ker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens
het schoonmaken van groenten, kun
nen krassen veroorzaken.
-
-
-
-
-
Als heet vet of hete olie toch eens
~
ontvlamt, probeer het dan niet met wa
ter te blussen! Laat het vuur stikken,
bijv. met een deken, een vochtige vaat
doek of iets in die aard.
Flambeer nooit gerechten onder een
~
wasemkap. De ventilator zuigt de vlam
men aan zodat de wasemkap in brand
kan vliegen.
10
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als er suiker, suikerhoudende
~
eetwaren, kunststof of aluminiumfolie
op een warm kookvlak terechtkomt,
moet u het toestel uitschakelen. Verwij
der deze stoffen onmiddellijk en volle
dig met behulp van een glaskrabber,
terwijl de kookzone nog warm is. Als u
zou wachten tot het toestel is afge
koeld, zou u het oppervlak bescha
digen. Let op dat u zich niet verbrandt!
Maak de kookzones verder schoon zo
dra ze afgekoeld zijn.
Wees voorzichtig als u een stopcon
~
tact gebruikt dichtbij het toestel. Het
snoer van een ander toestel mag niet
met het hete toestel in aanraking
komen. De isolatie van de leiding kan
beschadigd raken. Er bestaat gevaar
voor elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
~
voldoende worden verwarmd. Kiemen
die eventueel in de gerechten aanwezig zijn, worden alleen gedood als de
temperatuur waaraan ze worden blootgesteld, hoog genoeg is en die lang
genoeg wordt aangehouden.
-
-
-
Dit toestel is uitsluitend bestemd
~
voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het
niet voor andere doeleinden.
-
-
-
Gebruik dit toestel enkel om voe
~
dingsmiddelen te bereiden. Gebruik
voor andere doeleinden is niet toegela
ten en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant
is niet verantwoordelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door een ander ge
bruik dan wat hier wordt vermeld of
door foutieve bediening.
Schakel, wanneer u een defect
~
vaststelt, eerst het toestel uit en vervol
gens ook de zekering. Smeltveilig
heden moeten helemaal zijn uitgedraaid. Als het toestel niet vast ingebouwd is en geen vaste aansluiting
heeft, trek dan ook de stekker uit het
stopcontact. Trek daartoe niet aan het
snoer, maar wel, indien aanwezig, aan
de stekker. Doe een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Zorg ervoor dat het toestel niet op het
elektriciteitsnet wordt aangesloten alvorens het is gerepareerd.
-
-
-
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
11
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd voor milieu
vriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han
delaar neemt de verpakking terug.
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
12
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de docu
mentatie bijgevoegd is op de daarvoor
bestemde plaats in de rubriek "Type
plaatje".
-
-
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies
^
en stickers.
Voor het eerste gebruik dient u het
^
toestel met een vochtig doekje af te
wissen en daarna droog te wrijven.
Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen handafwasmiddel, omdat daardoor blijvende
blauwe vlekken kunnen ontstaan.
De metalen delen van het toestel zijn
voorzien van een speciaal bescherm
laagje. Daarom is er een tijdelijke
geurvorming als het toestel voor het
eerst gebruikt.
Die geurtjes en de eventuele damp
trekken gauw weg. Deze verschijnse
len wijzen niet op een verkeerde aan
sluiting noch op een defect aan het
toestel.
-
-
-
13
Werking van de kookzones
Kookzones met 1 kring zijn met 1
verwarmingsband uitgerust, kookzones
met 2 kringen en braadzones met 2
verwarmingsbanden. Afhankelijk van
het model zijn de verwarmingsbanden
mogelijk door een kring van elkaar ge
scheiden zijn. Zie afbeeldingen.
Elke kookzone is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Deze voor
komt dat de glaskeramiek oververhit
geraakt (zie rubriek "Oververhittingsbe
veiliging").
Als een vermogensstand wordt inge
steld, wordt de verwarming ingescha
keld en is de verwarmingsband door de
glaskeramiek heen zichtbaar.
Het verwarmingsvermogen van de
kookzones is afhankelijk van de ingestelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. Hiertoe schakelt de
verwarming van een kookzone automatisch "in en uit".
-
-
-
-
Kookzone met 1 kring
a Oververhittingsbeveiliging
-
b Verwarmingsband
Kookzone met 2 kringen
14
a Techniekgebonden, geen defect
b Oververhittingsbeveiliging
c Buitenste verwarmingsband
d Isoleerkring
e Binnenste verwarmingsband
Bediening
In- en uitschakelen
Een kookzone met 1 kring wordt in- en
uitgeschakeld door de bedieningsknop
naar rechts of links te draaien.
Een kookzone met 2 kringen (braadzo
ne) wordt ingeschakeld door de bedie
ningsknop naar rechts a te draaien,
en uitgeschakeld door de bedienings
knop naar links b op "0" te draaien.
De bedieningsknop mag niet over n
heen op "0" worden gedraaid.
Inschakelen van de tweede
verwarmingskring
Als u groot kookgerei gebruikt, kunt u
de tweede verwarmingskring van een
kookzone met 2 kringen of een braad
zone inschakelen.
-
Draai de bedieningsknop naar
^
-
rechts over "12" heen op het symbool
n.
Draai de bedieningsknop naar links
^
op de gewenste vermogensstand.
U schakelt de tweede
verwarmingskring uit door de bedieningsknop naar links op "0" te draaien.
Wanneer u de kookzone weer inschakelt, wordt alleen de binnenste
verwarmingskring ingeschakeld.
-
Zorg ervoor dat het streepje op de
bedieningsknop exact op de stand
"12" staat.
15
Bediening
Restwarmte-indicator
Wanneer de kookzone is ingeschakeld,
gaat de werkingsindicator aan en na
enige tijd ook de
restwarmte-indicator. Wanneer de
kookzone wordt uitgeschakeld, dooft
eerst de werkingsindicator. De
restwarmte-indicator dooft pas zodra u
de kookzone zonder enig risico kunt
aanraken.
Raak de kookzones niet aan zolang
de streepjes van de
restwarmte-indicator verlicht zijn.
Leg op de kookzones ook geen
voorwerpen die geen hitte kunnen
verdragen. Gevaar voor brandwonden en brand!
saus aanmaken met enkel eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare gerechten opwarmen
gerechten warmhouden die gemakkelijk aanbranden
rijst gaar koken
vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bijv.
Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvriesproducten ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
granen gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken9 - 11
1-2
1-3
3-5
4-6
7
8-9
grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Aankoken
Aanduiding voor de inschakeling van de tweede
verwarmingskring
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por
ties voor 4 personen. Als de kookpan groter is, u zonder deksel kookt of grote
hoeveelheden klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar,
stel dan een lagere stand in.
11-12
n
-
17
Bediening
Oververhittingsbeveiliging
Elke kookzone is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Dat is een
onderdeel dat de interne temperatuur
beperkt. Het schakelt de verwarming
van de kookzone automatisch uit voor
dat de glaskeramiek oververhit geraakt.
Zodra de glaskeramiek afgekoeld is,
wordt de verwarming weer automatisch
ingeschakeld.
Het kan tot oververhitting komen als
de kookzone is ingeschakeld zonder
–
kookgerei erop,
– er leeg kookgerei wordt verwarmd,
– de bodem van het kookgerei niet
keurig effen op de kookzone ligt,
– het kookgerei de warmte slecht ge-
leidt.
Dat de beveiliging gereageerd heeft,
merkt u aan het feit dat de verwarming,
zelfs in de hoogst mogelijke vermogensstand, in- en uitgeschakeld wordt.
-
18
Kookgerei
Voor het keramische kookvlak is elk
–
type pot- en panmateriaal geschikt.
Het best geschikt zijn potten en pan
–
nen met een dikke bodem, die in
koude toestand lichtjes naar binnen
welven. Als de bodem heet wordt,
ligt die dan mooi effen op de kookzo
ne. Zo wordt de warmte optimaal ge
leid.
koudwarm
– Kookgerei uit glas, keramiek of aar-
dewerk is minder geschikt. Deze materialen geleiden de warmte niet
goed verder.
– Gebruik alleen potten en pannen met
een effen bodem. Als u potten en
pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op het gla
zen oppervlak optreden.
Hef het kookgerei op wanneer u het
–
verplaatst. Zo voorkomt u strepen en
krassen.
Let erop dat de pot- of panbodem
–
met het formaat van de kookzone
overeenstemt of iets groter is. Zo
wordt er geen warmte verspild.
Merk op dat bij potten en pannen
vaak de maximale of bovenste dia
meter wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter
van de bodem.
te kleingepast
-
-
19
Kookgerei
Tips om stroom te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op
–
de pan. Zo vermijdt u dat er node
loos warmte ontsnapt.
zonder dekselgesloten
Kies voor kleine hoeveelheden een
–
kleine pan. Een kleine pan op een
kleine kookzone gebruikt minder
energie dan een grote, slechts gedeeltelijk gevulde pan op een grote
kookzone.
Kook met weinig water en kies na het
–
begin van het kook- of braadproces
-
een lagere vermogensstand.
Schakel de kookzone bij lange kook
–
tijden reeds5à10minuten voor het
einde van die kooktijd uit. Zo benut u
de resterende warmte.
-
20
Gebruik nooit een hogedrukreini
,
ger om het toestel schoon te maken.
De stoom kan op stroomvoerende
onderdelen terechtkomen en een
kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik.
Laat het toestel eerst afkoelen.
Wrijf het toestel na elke vochtige reini
ging droog. Zo voorkomt u kalkafzet
ting.
Reiniging en onderhoud
Om schade aan de oppervlakken te
-
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de op
pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, alkali,
–
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
vlek- en roestverwijderaars,
–
-
-
schurende reinigingsproducten, zo
–
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– grill- of ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en
sponsen (bijv. schuursponsen) of gebruikte sponsen die nog resten van
schuurmiddel bevatten,
-
-
-
–
scherpe voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen het
frame en het werkblad niet bescha
digd raken).
-
21
Reiniging en onderhoud
Glaskeramiek
Verwijder al het grove vuil met een
vochtige doek. Vastklevend vuil
schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met speciaal reinigingsmiddel
voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie
rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebe
horen"). Gebruik daartoe wat
keukenrolpapier of een propere doek.
Breng het reinigingsmiddel niet op een
warm kookveld aan. Hierdoor kunnen er
vlekken ontstaan. Hou rekening met de
gegevens van de fabrikant van het rei
nigingsmiddel.
Ga ten slotte met een natte doek over
het kookvlak en wrijf het droog. Zorg ervoor dat u alle reinigingsmiddelresten
verwijdert. Bij volgende bereidingen
zouden eventuele resten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen.
Vlekken door kalkresten, water en
aluminiumresten (metaalachtig
glinsterende vlekken) kunt u met het
reinigingsmiddel voor glaskeramiek en
roestvrij staal verwijderen.
-
Roestvrij staal
Hiervoor gebruikt u een niet-schurend
reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het roestvrij staal
snel weer vuil wordt, raden we een on
derhoudsmiddel voor roestvrij staal aan
(zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren").
Breng dit middel met een zachte doek
gelijkmatig en spaarzaam aan.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal voor het deel met de
bedrukking. U zou de bedrukking
afschuren. Reinig het blad met een
sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water.
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel het toestel uit. Verwijder
deze stoffen onmiddellijk en volledig
met een glaskrabber, terwijl de zone
nog heet is. Let op dat u zich niet ver
brandt!
Maak de kookzones verder schoon zo
dra ze afgekoeld zijn, zoals eerder be
schreven.
22
-
-
-
-
-
Reparaties aan elektrische toe
,
stellen mogen alleen door vakmen
sen worden uitgevoerd. Door ondes
kundig uitgevoerde herstellingen
kunnen er niet te onderschatten risi
co's voor de gebruiker ontstaan.
Wat gedaan als ...
Wat gedaan als ...
-
-
... het toestel na het inschakelen niet
-
heet wordt?
Controleer of de zekering van uw elek
trische installatie niet gesprongen is.
Neem contact op met een elektricien of
de Technische Dienst van Miele.
... de verwarming van een kookzone
op de hoogste vermogensstand inen uitgeschakeld wordt?
-
De oververhittingsbeveiliging heeft ge
reageerd. Zie rubriek "Oververhittings
beveiliging".
... u de indruk hebt dat het te lang
duurt voordat de inhoud van het
kookgerei begint te koken?
Controleer of het streepje op de bedieningsknop voorbij de stand "12" staat.
Tussen stand "12" en "0" verwarmt het
toestel op een lager vermogen.
U kunt het kookvermogen van een
kookzone controleren (zie rubriek
"Kookvermogen controleren").
-
-
23
Kookvermogen controleren
U kunt het kookvermogen van een
kookzone controleren. Breng hiertoe
een pan met een bepaalde hoeveelheid
water aan de kook en meet de tijd die
hiervoor nodig is.
De gebruikte pan (met deksel) moet
van roestvrij staal of geëmailleerd zijn.
De bodemdiameter moet overeenstem
men met de kookzone en de bodem
van de pan moet lichtjes naar binnen
welven.
Bepaal de diameter en het vermogen
^
van te controleren kookzone (zie ru
briek "Beschrijving van het toestel").
Vul de pan met de hoeveelheid water
^
die in de tabel is opgegeven. Het wa
ter moet een temperatuur van ca. 20
°C hebben.
Doe het deksel erop en plaats de
^
pan op de kookzone.
Stel de hoogste vermogensstand in.
^
Meet de tijd die nodig is om het water
^
aan de kook te brengen.
Het vermogen van de kookzone is in
orde wanneer het water binnen de in de
tabel opgegeven tijd kookt.
De tijd kan aanzienlijk afwijken als
- er onder- of bovenspanning is.
- als erg koud water wordt gebruikt,
- een ongeschikte pan wordt
gebruikt,
- zonder deksel wordt gemeten.
-
-
24
Kookvermogen controleren
C Kookzone
in cm
10,0600 / 7000,511,0
12,0700 / 7501,013,0
14,51000 / 11001,09,0
14,512001,08,5
14,513501,08,0
17,015001,59,5
18,012501,511,0
18,01700 / 18001,59,0
21,020002,010,5
21,02200 / 23002,09,5
23,025002,09,0
* Maximale tijd in ongunstige omstandigheden.
Vermogen bij 230 V
in watt
Waterhoeveelheid
in liter
Tijd* in
minuten
25
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Het Miele-assortiment omvat reinigings- en onderhoudsmid
delen die op uw toestel zijn afgestemd.
U kunt deze producten via het internet bestellen.
U kunt ze ook verkrijgen via de Technische Dienst van Miele
(zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (250 ml)
Verwijdert sterke vervuiling, kalkvlekken en lichte verkleu
ringen
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (250 ml)
Hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en
vingerafdrukken.
Voorkomt dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt.
-
-
Multifunctionele microvezeldoek
Verwijdert vingerafdrukken en lichte vervuiling
26
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Algemeen
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de wasem
kap zijn gemonteerd.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hitte
bestendig zijn.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Inbouw boven een Miele-oven is al-
~
leen mogelijk als de werkbladhoogte
minstens 40 mm bedraagt.
-
-
-
Neem de veiligheidsafstanden op
~
de volgende bladzijden strikt in acht.
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer
~
van het toestel na de inbouw niet me
chanisch wordt belast, bijv. door een
lade.
Dit toestel mag u niet boven afwas-,
~
was- en droogautomaten of koelkasten
en diepvrieskasten inbouwen. Het toe
stel straalt voor een deel hoge tempera
-
turen af, waardoor die toestellen be
schadigd zouden kunnen raken.
Is er onder het toestel een lade aan
~
gebracht? Bewaar daarin dan geen
licht ontvlambare vloeistoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen. Is
die lade met een bestekinzet uitgerust,
dan dient die vervaardigd te zijn van
materiaal dat tegen hitte bestand is.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
-
-
-
-
27
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een wasem
kap erboven de veiligheidsafstand aan
die door de fabrikant van de wasemkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de wasemkap geen afstand vermeld of zijn er
licht ontvlambare materialen (bijv. een
rekje) boven het toestel geïnstalleerd,
dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
-
Bij inbouw van verschillende toestellen,
bijv. een wokbrander en een elektrisch
kookvlak, naast elkaar onder een wa
semkap, neemt u de grootste afstand
die vermeld is in de montagehandlei
ding of gebruiksaanwijzing.
-
-
28
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand opzij
Bij inbouw van een kookvlak mogen er
zich aan een van de zijkanten en aan
de achterzijde kasten of wanden van
gelijk welke hoogte bevinden. Aan de
andere zijkant mag er evenwel geen
toestel of meubel hoger zijn dan het in
gebouwde toestel. Zie afbeeldingen.
Een kookvlak straalt hoge temperaturen
af. Daarom is tussen de uitsparing in
het werkblad en de achterwand een
veiligheidsafstand van minstens
50 mm nodig.
Tussen de uitsparing in het werkblad
en de meubels errond (bijv. een kolomkast rechts of links) is de veiligheidsafstand a
40 mmbij CS 1212
CS 1221
CS 1234
CS 1223
-
Zeker aan te bevelen!
50 mmbijCS 1112
CS 1122
CS 1134
CS 1326
CS 1411
100 mm bijCS 1012
150 mm bijCS 1421
CS 1312
CS 1322
200 mm bijCS 1034
250 mm bijCS 1011
CS 1021
in acht te nemen.
Niet aan te bevelen!
Niet toegestaan!
29
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand bij nisbekleding
Tussen de nisbekleding en de uitsparing in het werkblad dient u minstens een af
stand van 50 mm aan te houden.
Deze afstand is enkel noodzakelijk indien het materiaal van de nisbekleding van
hout of een andere brandbare stof is gemaakt. Bij onbrandbaar materiaal (metaal,
keramische tegels e.d.) kan van deze 50 mm de diktemaat van de nisbekleding
worden afgetrokken. Door hoge temperaturen kan het materiaal vernietigd worden
of wijzigingen ondergaan.
-
a Metselwerk
b Nisbekleding
c Wandafsluitstrip
d Werkblad
e Uitsparing in het werkblad
f 50 mm minimale afstand
30
CS 1112
Toestel- en inbouwafmetingen
15
50
272
288
+
-
520
57
c
1
500
b
a
R
ß
4
+
1
-
25-30
25-30
c
0 40
d
72
230
175
59
95
103
a Klemveren
b Vooraan
c Inbouwhoogte
d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm
31
Toestel- en inbouwafmetingen
CS 1122
15
50
364
380
1
+
-
500
+
-
1
b
a
230
520
c
72
ß
25-30
d
57
c
R
4
25-30
95
149
0 40
175
a Klemveren
b Vooraan
c Inbouwhoogte
d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm
32
62
32
CS 1134
15
576
Toestel- en inbouwafmetingen
520
57
c
R
ß
a
4
0 40
50
500
+
1
-
b
217
154
82
a Klemveren
b Vooraan
c Inbouwhoogte
d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm
560
+
-
1
c
72
d
25-30
25-30
76
63
63
33
Het werkblad voorbereiden
Maak in overeenstemming met de
^
maatschets een uitsparing in het
werkblad voor een of meer toestellen.
Hou rekening met de minimumaf
stand tot de achterwand en tot een
zijwand rechts of links.
Zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid bij inbouw".
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
zwellen door vocht te verhinderen.
De gebruikte materialen moeten hitte
bestendig zijn.
Mocht bij het inbouwen vastgesteld
worden dat de omranding in de
hoeken niet precies op het werkblad
ligt, dan kan de hoek ß R4 met de
decoupeerzaag voorzichtig
bijgewerkt worden.
-
-
-
34
Inbouw van meerdere toestellen
Wanneer meer dan een toestel wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke
toestellen telkens een tussenlijst b worden gemonteerd.
Zie rubriek "Klemveren en tussenlijsten bevestigen".
Uitsparing in het werkblad
- twee toestellen
D
500
b
C
A
Bij het inbouwen van twee toestellen is
de breedte van de uitsparing in het
werkblad D af te leiden uit afmetingen
AenC.
A = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm
B = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm)
C = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm
Uitsparing in het werkblad
- drie toestellen
D
b
Bij het inbouwen van drie toestellen is
de breedte van de uitsparing in het
werkblad D af te leiden uit afmetingen
A,BenC.
500
C
B
A
D = breedte van de uitsparing in het werkblad
Bij het inbouwen van meer dan drietoestellen moet voor elk nieuw toe
stel bij de afmetingen A en B en C de
correcte toestelbreedte B (288 mm of
380 mm of 576 mm) worden opge
teld.
-
-
35
Inbouw van meerdere toestellen
Voorbeeldberekeningen voor een uitsparing bij het inbouwen van drie toe
stellen
A
Toestelbreedte min 8BToestelbreed
te
280288280848
2803803721032
2805765681424
372288280940
3723803721124
3725765681516
5682882801136
5683803721320
568-5681136
Alle afmetingen in mm.
Toestelbreedte min
C
Uitsparing in het
8
D
werkblad
-
36
Inbouw van meerdere toestellen
D
50
50
50
25-30
50
a
a
b
a
280/372/568
a Klemveren
b Tussenlijsten
c Tussenruimte tussen lijst en werkblad
c
A
25-30
a
a
500
c
a
B
288/380/576
C
280/372/568
De bevestiging van de klemveren a en de tussenlijsten b wordt op de afbeel
ding voor 3 toestellen weergegeven.
Voor elk extra toestel is een extra tussenlijst nodig. De positie voor de bevestiging
van een extra tussenlijst is afhankelijk van de toestelbreedte B (288 mm / 380 mm
/ 576 mm).
-
37
Klemveren en tussenlijsten bevestigen
Houten werkblad
25-30
a
Natuurstenen werkblad
De schroeven hebt u voor natuurste
nen werkbladen niet nodig.
25-30
c
a
-
b
^
Leg de bijgeleverde klemveren a en
de tussenlijsten b op de aangeduide
plaatsen op de bovenste rand van
het uitgespaarde gedeelte.
^
Bevestigen de klemveren en tussen
lijsten met de bijgeleverde schroeven
3,5 x 25 mm.
38
c
b
^
Positioneer en bevestig de klemveren
-
a en tussenlijsten b met sterke,
dubbelzijdige kleefband c.
Klemveren en tussenlijsten bevestigen
Kleef de zijranden en onderrand van
^
de klemveren vast met silicone.
d
a
b
^
Vul de tussenruimte d tussen de
lijsten en het werkblad met silicone
(tube bijgeleverd).
39
Het toestel monteren
Voer het aansluitsnoer van het toestel
^
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
Leg eerst de voorkant van het toestel
^
in de uitsparing in het werkblad.
Duw het toestel gelijkmatig met beide
^
handen omlaag. U dient een klik te
horen. Let erop dat de dichting van
het toestel op het werkblad rust. En
kel dan bent u zeker dat de inbouw
langs alle zijden goed dicht is. Ge
bruik geen voegdichtingsmiddel.
Sluit het toestel aan op het elektrici
^
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^ Ga na of het toestel correct werkt.
Het toestel kan met speciaal gereedschap uit de uitsparing worden
getild.
U kunt de toestellen ook langs onderen eruit drukken. Let op! Het toestel
moet eerst langs achteren eruit worden gedrukt.
-
-
-
40
Algemene inbouwaanwijzingen
Betegeld werkblad
Er mag in geen geval dichtingskit terecht komen tussen enerzijds de
omranding van het bovenste deel
van het toestel en anderzijds het
werkblad!
Anders wordt het moeilijker om het
toestel bij onderhouds- en
reparatiewerken te demonteren. De
omranding en het werkblad kunnen
dan schade oplopen.
De dichtingsstrook onder de rand van
het bovenste deel van het toestel zorgt
reeds voor voldoende afdichting met
het werkblad.
De voegen a en het aangeduide deel
onder het draagvlak van het toestel
moeten vlak en effen zijn, zodat het
frame er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel voldoende
afdichting ten opzichte van het werkblad garandeert.
41
Elektrische aansluiting
We raden aan de toestellen CS 1112 en
CS 1122 via een stopcontact op het
elektriciteitsnet aan te sluiten. Daardoor
worden onderhouds- en herstelwerken
eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stop
contact na de inbouw van uw toestel
nog vlot toegankelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon
tact gebeurt, dient u de aansluiting te
laten uitvoeren door een elektricien, die
goed op de hoogte is van de nationale
voorschriften en aanvullende voor
schriften van de plaatselijke elektrici
teitsmaatschappij, en die deze voor
schriften nauwkeurig opvolgt.
Voor het aansluiten van het toestel
CS 1134 op het elektriciteitsnet doet u
een beroep op een vakman, die de nationale normen en de voorschriften van
de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij grondig kent en zorgvuldig in acht
neemt.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vasteaansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonder
breker uitgerust zijn. Als stroomonder
brekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automa
tische uitschakelaars, zekeringen en
contactsluiters.
Als het aansluitsnoer beschadigd is
moet het snoer worden vervangen door
een speciaal aansluitsnoer van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Dit snoer is
verkrijgbaar bij de fabrikant of via de
Service After Sales.
-
-
-
-
-
-
-
De fabrikant wijst erop dat hij geen
aansprakelijkheid aanvaart voor
(on)rechtstreekse schade die
voortvloeit uit een ondeskundige in
bouw of verkeerde aansluiting.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn elek
trische schokken mogelijk.
Na inbouw moet worden gewaar
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. Deze gegevens
moeten overeenstemmen met de gege
vens van het elektriciteitsnet.
AC230V/50Hz
Zekering: 16 A
Onderbrekingskarakteristiek: type B of
C
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande
ren, wordt in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verlies
stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorkomen dat de verliesstroomscha
kelaar reageert als het toestel wordt in
geschakeld, nadat het enige tijd niet
gebruikt is.
-
-
-
-
-
-
-
-
42
Elektrische aansluiting
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient losgekoppeld
te worden, gaat u afhankelijk van de in
stallatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
–
Neem de inzetstukken helemaal uit
de schroefkappen.
of:
Automaat met schroefzekeringen
–
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.
of:
– Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit).of:
– Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit) of druk op de testtoets.
Aansluitsnoer vervangen
Bij het vervangen van het aansluitsnoer
mag alleen een speciaal aansluitsnoer
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
-
worden gebruikt. Dit snoer is verkrijg
baar bij de fabrikant of via de Service
After Sales.
Het snoer mag enkel worden
vervangen door de fabrikant van het
toestel, de door hem erkende dienst
Herstellingen aan huis of een elektri
cien. De vereiste aansluitgegevens
vindt u op het typeplaatje.
-
-
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
-
43
Elektrische aansluiting
200-240 V~
200 - 240 V~
200 - 240 V~
200 - 240 V~
200 - 240 V~
200 - 240 V~
Aansluitschema
CS 1134
a
a
a
b
c
L
1
L
b
L
1
L
b
L
3
2
L
c
2
c
1
d
d
d
N
N
(L3)
N
(L2)
-
-
-
44
Technische Dienst van Miele / typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
de Miele-vakhandel of
–
de Technische Dienst van Miele
–
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
-
45
46
47
Wijzigingen voorbehouden / 5008
M.-Nr. 07 138 260 / 01
M.-Nr. 07 138 260 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.