Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
voor integreerbare koel-vriescombinatie,
met elektronische besturing
Pagina
32 - 41
! Kringlooppapier !
7081 116-01
KIK 30/31 2000
Het apparaat in vogelvlucht
A1
A4
Bedienings- en controlepaneel
Afb. A1
Voor vriesgedeelte:
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
O
4
1
2
3
-15 -18 -21 -25 -32
°C
SUPER FROSTONALARM
O
4
1
2
3
2 Superfrost-toets met controlelampje voor ingescha-
kelde functie
3 Temperatuurdisplay voor temperatuur ingevroren levens-
middelen
4 Toets voor uitschakelen geluidssignaal bij alarm, met
waarschuwingslampje voor te hoge temperatuur in
vriesgedeelte
Voor koelgedeelte:
5 Controlelampje voor ingeschakeld koelgedeelte
6 Aan/Uit en temperatuurregelaar
7 Ventilator Aan/Uit-toets*
Overzicht van apparaat en uitrusting
Afb. A
Koelgedeelte, ca. 5 °C
Bedienings- en controlepaneel
Boter- en kaasvak
Ventilator*
Binnenverlichting
Deel- en onderschuifbaar plateau*
In hoogte verstelbaar conservenblikkenvak*
Verplaats- en uittrekbare* draagplateaus
ON
OFF
ON
O
1
4
2
3
-15-18-21-25-32
O
SUPER FROSTALARM
1
4
°C
2
3
Instelling temperatuurregelaar
1 = warm
4 = koud
W Adviesstand:
- Koelgedeelte, regelaar
6
stand "2,5"
- Vriesgedeelte, regelaar
1
stand "1,5"
Superfrost
Voor het snel invriezen van verse levensmiddelen:
W Druk kort op de Superfrost-toets
2 zodat het
lampje oplicht.
W 6-24 uur voorvriezen, afhankelijk van de hoeveel-
heid in te vriezen levensmiddelen.
W Leg de verse levensmiddelen vervolgens bij
voorkeur in de bovenste laden.
- Na in totaal ca. 50 uur wordt Superfrost auto-matisch uitgeschakeld.
Koelen met ventilator* 7
voor een gelijkmatige temperatuurverdeling in de
koelruimte - alle levensmiddelen zijn even koel.
W Altijd aan te bevelen:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C) of
- een hoge luchtvochtigheid.
Meer informatie in de paragraaf "Ingebruikneming
en controlepaneel".
A2
Eierrekje*
Dooiwaterafvoer
Typeplaatje
Laden voor groente, sla, fruit
Verschuifbare flessenhouder*
Opbergvak voor grote flessen
Vriesgedeelte, ca. -18 °C
Invriesplateau*, koudeaccu*
Laden met info-systeem* voor overzicht levensmid-
delen, uiterste houdbaarheid en maand voor consumptie
IJsblokjeshouder/-fles*
AA3
De symbolen van het info-systeem hebben de
volgende betekenis:
Symboolproducthoudbaar-
heid in
maanden
soep, kant-en-klare
maaltijden2 tot 3
ijs2 tot 3
kaas2 tot 6
brood2 tot 6
groente6 tot 12
fruit6 tot 12
worstjes2 tot 4
vis2 tot 6
gevogelte6 tot 12
varkensvlees2 tot 6
wild4 tot 8
rund-/kalfsvlees6 tot 12
paddestoelen6 tot 8
Stel op de lade de diepvriesproducten en maand
voor consumptie in.
* afhankelijk van model en uitvoering
32
Info-Systeem*
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van
de modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge
bedrijfszekerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u
en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Overige pluspunten
VVrij van cfk's en hfk's
VTwee optimale koelsystemen
VKoel- en vriesgedeelte onafhankelijk van elkaar
regelbaar
VEnergie-efficiënte isolatie
VLaag energieverbruik
VComfortabele bediening door de plaatsing van
het bedieningspaneel in het front
VElektronische besturing
VTemperatuurregeling binnen klimaatklasse
onafhankelijk van kamertemperatuur
VTemperatuurdisplay voor ingevroren levens-
middelen
VHeldere binnenverlichting
VGeoptimaliseerde netto-inhoud
VDiepe koelruimte, geschikt voor taarten
VDiepe vriesruimte, geschikt voor in de handel
gebruikelijke pizzaformaten
VVariabel en praktisch interieur, bijv. 2 laden
voor het gescheiden bewaren van fruit en
groente
VDeel- en onderschuifbare glasplaat* voor hoge
verpakkingen
VOp de praktijk georiënteerde deurindeling en
ruimte voor grote flessen drank
VAutomatische ontdooiing in de koelruimte
VTemperatuuralarm bij te hoge temperatuur in
het vriesgedeelte
VSnel invriezen van verse levensmiddelen
VAlle laden geschikt voor invriezen
VEenvoudige reiniging door gemakkelijk schoon
te maken gladde en afgeronde inwendige
oppervlakken
VGekoppelde deuren - eenvoudige inbouw in
ombouwmeubel
VVerwisselbare deurscharnieren
Vouw a.u.b. voordat u met lezen
begint de dubbelgevouwen pagina
met afbeeldingen aan het begin
van deze gebruiksaanwijzing open.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef hem eventueel
aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene
modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoudpag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ..............................32
Befestiging en montage ....................................41
32
1Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking als transportbescherming van het
apparaat en afzonderlijke onderdelen is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij
polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het
dichtstbijzijnde officiële inzamelpunt zodat de
verschillende materialen hergebruikt resp.
verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen; niet gewoon met
het huis- of grofvuil meegeven.
W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar
maken, stekker uit het stopcontact trekken en
aansluitkabel doorsnijden.
Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat
spelende kinderen zich niet zelf kunnen
insluiten - ze stikken.
W Let erop dat het afgedankte apparaat totdat het
wordt weggevoerd naar een recycle- resp.
inzamelpunt aan het koelmiddelcircuit niet
beschadigd wordt. Op deze wijze is gewaarborgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet
ongecontroleerd vrijkomt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel
vindt u op het typeplaatje. De warmte-isolatiestof
is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten
verkrijgt u bij de plaatselijke stadsreiniging of het
gemeentelijke informatiekantoor.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te
voorkomen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvrien-
delijk, maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel
veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of
ontstekingsbronnen in de nabijheid van het
lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact
trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor
het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het appa-
raat alleen volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net
loskoppelen: stekker uit het stopcontact trekken
(hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of
zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de
gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het
vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel
vrijkomende gassen zouden door elektrische
componenten kunnen ontbranden. U herkent
dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of
om te leunen misbruiken.
W Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv.
door ze in laden te laten zitten of aan de deur
laten hangen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes,
na het eruit nemen niet onmiddellijk en niet te
koud consumeren. Door de lage temperaturen
bestaat "Gevaar voor verbranding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de
datum zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging
veroorzaken.
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen
leidingen van het koelsysteem beschadigd
raken.
W De ventilatieopeningen mogen niet afgedekt
worden. Altijd op een goede be- en ontluchting letten!
Neem de aanwijzingen uit de appendix van de
inbouwhandleiding in acht.
W Verwijder de transportbescherming van de
draagplateaus en breng deze volgens afb. B en
de paragraaf "Indeling aanpassen" op de juiste
hoogte aan.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstellingsplaats moeten met de informatie
op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant, afb. A.
W Het apparaat alleen via een correct geïn-
stalleerd randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van
10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed
toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebruiken - de elektronica kan beschadigd
worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een
verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achter-
zijde van het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorkomen!
33
2Ingebruikneming en controlepaneel
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat
u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen").
Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste
levensmiddelen erin plaatst in. Leg de in te vriezen
levensmiddelen er pas in als het temperatuurdisplay ten minste -18 °C aangeeft.
Koelonafhankelijk van elkaar gebruikt worden.
en vriesgedeelte
kunnen
In- en uitschakelen
Afb. A1W Inschakelen: Draai de temperatuurregelaar met
een muntstuk in de stand "2",
deelte en
- Koelgedeelte: het controlelampje
de binnenverlichting brandt.
- Vriesgedeelte: het alarm wordt altijd geactiveerd
wanneer het apparaat voor de eerste maal wordt
ingeschakeld en wanneer de binnentemperatuur
te hoog is. Druk op de Alarm-toets
alarm uit te schakelen.
- Het waarschuwingslampje brandt totdat de
levensmiddelen voldoende koud zijn en gaat dan
uit. Meer informatie vindt u in de paragraaf
"Alarm - geluidssignaal, rood waarschuwingslampje".
- Eén controlelampje van het temperatuurdisplay
brandt.
W Uitschakelen: Draai de temperatuurregelaar in
de stand "0".
- Koelgedeelte: het controlelampje
binnenverlichting zijn uit.
- Vriesgedeelte: het temperatuurdisplay en het
waarschuwingslampje zijn uit.
6voor koelgedeelte.
1 voor vriesge-
5licht op en
4 om het
5 en de
Temperatuur instellen
Afb. A1W Verdraai de pijl van de temperatuurregelaar met
een muntstuk. De standen van de pijl betekenen:
Stand "0,5" =hoogste temperatuur,
geringste koeling
Stand "4" =laagste temperatuur,
W Voor het koelgedeelte adviseren wij de tempe-
ratuurregelaar
temperatuur in de koelruimte gemiddeld ca. 5 °C
bedraagt.
W Voor het vriesgedeelte adviseren wij de tempe-
ratuurregelaar
temperatuur in de vriesruimte gemiddeld ca.
-18 °C bedraagt.
grootste koeling
6op ca. "2,5" te zetten zodat de
1op ca. "1,5" te zetten zodat de
Koelen met ventilator**
Afb. A/7
Hiermee bereikt u over alle plateaus een relatief
gelijkmatige temperatuurverdeling; alle levensmiddelen zijn even koel, met een instelbare temperatuur. Door de geforceerde luchtcirculatie worden
de verschillende temperatuurzones van de normale
stand opgeheven.
Deze instelling verdient altijd aanbeveling:
- bij een hoge kamertemperatuur (vanaf ca. 30 °C),
- een hoge luchtvochtigheid, zoals op zomerdagen,
- wanneer u snel grotere hoeveelheden levensmiddelen wilt koelen.
W In-/uitschakelen: Druk op de ventilatortoets Opmerking: Bij een ingeschakelde "ventilator" stijgt
het energieverbruik.
7.
T emperatuur display
Afb. A1/3
De afzonderlijke lampjes zijn aan temperatuurberei-
ken toegewezen.
De oplichtende lampjes -18 °C en -21 °C geven bij
normaal vriezen de minimumtemperatuur respectievelijk de hoogste temperatuur van de levensmiddelen aan.
- Wanneer u een nieuwe temperatuur instelt,
controleer dan het display bij een weinig gevulde
vriesruimte na 6 uur en bij een volledig gevulde
vriesruimte na ca. 24 uur. Corrigeer pas daarna
indien nodig de instelling van de temperatuurregelaar.
- Bij het erin leggen, eruit nemen en overpakken
van levensmiddelen kan door de binnenstromende warme lucht de temperatuur kortstondig
stijgen. Deze temperatuurschommeling heeft
geen invloed op de ingevroren levensmiddelen.
Alarm - geluidssignaal,
rood waarschuwingslampje
Afb. A1
Het geluidssignaal en het rode waarschuwingslampje helpen u, ingevroren levensmiddelen te
beschermen en energie te besparen.
W Het alarm stopt wanneer u op de Alarm-toets
4drukt en
- automatisch wanneer de temperatuur weer
voldoende ver gedaald is.
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen niet koud genoeg zijn (afhankelijk van
de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert het rode waarschuwings-lampje.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het
apparaat gelegd;
- bij het overpakken/eruit halen van levensmiddelen is te veel warme lucht in het apparaat gestroomd.
- Wanneer u op de Alarm-toets drukt, stopt het
waarschuwingslampje met knipperen en brandt
continu. Het lampje gaat pas uit wanneer de
alarmtoestand beëindigd is en de temperatuur
voldoende gedaald is. Hierdoor is het temperatuuralarm automatisch weer gereed voor bedrijf.
W Pas wanneer het rode waarschuwingslampje
tegelijk met het -15 °C- of -18 °C-lampje knippert
betekent dit: er is een storing opgetreden. Neem
in dit geval contact op met de technische dienst
van uw leverancier en deel mee welke lampjes
knipperen. Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service mogelijk.
Door de natuurlijke luchtcirculatie bij normaal gebruik
ontstaan verschillende temperatuurzones, die voor het
bewaren van de verschillende levensmiddelen gunstig zijn.
- Direct boven de groenteladen en tegen de achterwand
is het het koudste - gunstig voor bijv. worst- en vlees-
3
2
waren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het
warmste - gunstig voor bijv. smeerbare boter en kaas.
Bewaar daarom de levensmiddelen volgens het "indelingsvoorbeeld", afb. B.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
W Plaats levensmiddelen zodanig dat de lucht goed kan
circuleren, dus niet te dicht bij elkaar.
W Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen; bewaar
producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande.
W Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof,
metalen, aluminium, glazen verpakkingen en vershoudfolie geschikt.
W Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of
verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv.
tomaten niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Afb. C1/2: De plateaus*, glasplaten of draadroosters,
kunt u afhankelijk van de hoogte van het te koelen
product verplaatsen. Trek het plateau naar voren, til het
op en zwenk het weg. Schuif de plateaus altijd met de
aanslagrand achter naar boven wijzend erin, anders
kunnen levensmiddelen aan de achterwand vastvriezen.
- De glasplaten* kunt u tot aan de aanslag naar voren
trekken. Levensmiddelen die achter in het apparaat staan
kunt u hierdoor gemakkelijker bereiken en eruit nemen,
afb. D1.
W Hebt u ruimte nodig voor hoge flessen of andere verpak-
kingen, dan de halve glasplaat* gewoon naar achteren
schuiven, afb. D2.
W Het conservenblikkenvak kunt u verplaatsen en alle
opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar. Afb.
E1/2: plateau omhoog schuiven en naar voren eruit tillen.
W Afb. E2: Door het verschuiven van de flessen- en conser-
venhouder* kunt u flessen en conservenblikken tegen
omvallen bij het openen en sluiten van de deur beveiligen.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen
door de onderste rand van de houder naar voren te
trekken en los te maken.
E1
F1
E2
F2
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat
langer dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet automatisch aan wanneer u het apparaat opent
maar is het temperatuurdisplay wel verlicht, dan is het
gloeilampje misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning
moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje, E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-
contact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje, afb. F1,
in 1 en wip het kapje aan de achterkant los 2.
W Vervang de gloeilamp, afb. F2, gebruik bij het draaien iets
meer kracht om de wrijving van de afdichting te compenseren. Let er bij het indraaien op dat de afdichting correct
in de lampfitting zit.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en
onderkant vast.
* afhankelijk van model en uitvoering
35
4 Vriesgedeelte
Superfrost
Met de Superfrost-functie zorgt u ervoor dat verse
levensmiddelen zo snel mogelijk door en door
bevriezen, terwijl reeds ingevroren levensmiddelen
een "koudereserve" krijgen. Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren
levensmiddelen het beste bewaard.
W Op het typeplaatje (zie afb. A2,
"Invriescapaciteit ... kg/24h") vindt u hoeveel kilo
verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal
kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk
van het model en de klimaatklasse van het
apparaat.
4, onder
Invriezen met Superfrost
Afb. A1/2W Druk kort op de Superfrost-toets 2; het contro-
lelampje licht op.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met
maximale koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levens-
middelen ca. 6 uur voorvriezen - gewoonlijk is dit
lang genoeg. Wacht bij de maximale hoeveelheid
levensmiddelen, zie het typeplaatje onder "Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij
voorkeur in de bovenste laden.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte
levensmiddelen zonder laden in. Leg ze direct op
de koudeplaten en na het invriezen in de laden!
- Na in totaal ca. 50 uur wordt Superfrost automa-
tisch uitgeschakeld. Na het invriezen gaat het
Superfrost-lampje uit - het apparaat werkt weer
in de normale energiebesparende stand.
Opmerking: Om stroom te besparen kunt u Super-
frost al uitschakelen voordat de 50 uur volledig
verstreken zijn. Controleer echter of het display
-18 °C aangeeft en de temperatuur door de verse
levensmiddelen niet meer kan oplopen.
Schakel Superfrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten
in het apparaat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse
levensmiddelen per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen
en bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen:
vlees, wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit,
zuivelproducten, brood, bakkerijproducten, kanten-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven,
hele appels en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diep-
vrieszakjes, voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in
contact met ingevroren levensmiddelen. Leg
uitsluitend droge verpakkingen in het apparaat
zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de
verpakkingen. Houd u aan de maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies te voorkomen.
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in
afgemeten porties. Houd bij voorkeur de volgende hoeveelheden per portie aan, om de porties
meteen door en door te laten bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten
van de porties door ze 2-3 minuten in kokend
water onder te dompelen en vervolgens snel
onder koud water af te spoelen. Gebruikt u een
stoompan of magnetron, lees dan de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse
levensmiddelen en te blancheren groente. Voeg
aan overige levensmiddelen slechts weinig zout
en specerijen toe: verschillende specerijen
veranderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhou-
dende dranken in aangezien deze kunnen
exploderen. Haal flessen die u snel wilt koelen
uiterlijk na één uur al weer uit het apparaat!
W Bewaren: De afzonderlijke
laden en koudeplaten
kunnen max. 25 kg levensmiddelen dragen.
W Laden eruit halen: Trek de
lade tot aan de aanslag naar
voren en til hem eruit.
Ruim levensmiddelen bij
uitgenomen laden hooguit
in tot aan de pijlmarkering
in de zijwand, zie afbeelding punt
W De luchtspleet tussen de bovenkant van de
vriesruimte en de bovenste vriesplaat moet altijd
vrij zijn! Leg er in geen geval ingevroren levensmiddelen in, ook geen platte verpakkingen. De
vrije ruimte is belangrijk voor een goede luchtcirculatie en werking van het apparaat.
W Bewaar dezelfde soort levensmiddelen altijd bij
elkaar. Zo voorkomt u dat de deur te lang open
staat en bespaart u energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaartijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levens-
middelen uit het apparaat als u direct nodig hebt.
Verwerk eenmaal ontdooide levensmiddelen zo
snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt
ontdooien:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het
ontdooien nodig is, wordt aan de overige levensmiddelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees
en vis kunnen heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze
ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig
is om gaar te worden).
W Raadpleeg voor de precieze ontdooi- en bewaar-
tijden een speciaal diepvriesboek.
1.
36
4Vriesgedeelte
G
H
Het info-systeem*
vereenvoudigt het voorraadbeheer. U ziet in één oogopslag,
wanneer welke producten geconsumeerd moeten worden.
Het systeem toont de inhoud van de laden
in maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te
vriezen levensmiddelen. Of de minimale of maximale bewaartijd geldig is, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen
en de voorbehandeling. Houd voor de wat vettere levensmiddelen altijd de minimale bewaartijd aan. De maand voor
consumptie is de "invriesmaand + bewaartijd". Bij diepvriesproducten vindt u de maand voor consumptie op de verpakking.
Afb. G:
W Schuif links een ruitertje over het juiste symbool en
rechts een ruitertje met dezelfde kleur over de maand
waarin het product uiterlijk geconsumeerd moet worden.
- Voorbeeld: Vis heeft een bewaartijd tot maart. U schuift
links een ruitertje over het symbool voor vis en rechts
een ruitertje met dezelfde kleur over de (maand) 3.
2 en de maand voor consumptie 3.
1, de bewaartijd
Het invriesplateau*
Hiermee vriest u bessen, kruiden, groenten en andere
kleine diepvriesproducten in. De levensmiddelen behouden
hun vorm en zijn later eenvoudiger in porties te verdelen.
W Verdeel de diepvriesproducten losjes over het invriespla-
teau, afb. H.
W Schuif het invriesplateau in de bovenste lade. Laat de
levensmiddelen 10 à 12 uur invriezen, stop ze vervolgens
in een diepvriesdoos of -zak en leg ze in een lade.
W Ontdooien: Spreid de ingevroren levensmiddelen losjes
naast elkaar uit.
J
K1
De koudeaccu' s*
voorkomen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel
oploopt - de kwaliteit van de levensmiddelen blijft beter
bewaard.
W De koudeaccu's kunt u ruimtebesparend in het invries-
plateau invriezen en bewaren, afb. J.
- Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele
storing zo lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de
bevroren accu's in de bovenste lade direct op de levensmiddelen.
m
a
x
.
K2
IJsblokjes maken
Vul de ijsblokjesfles* max. tot aan het merkteken met water. Zet het deksel
voorzichtig heen en weer om het water gelijkmatig over de
ijsvakjes te verdelen en leg de fles in het vriesgedeelte.
IJsblokjes eruit halen: houd de kant met de ijsblokjes even
onder stromend water. Schud de ijsblokjes er door de hals
van de fles uit. Om de fles schoon te maken kunt u het
bovenste
Vul de ijsblokjeshouder* voor drie kwart met water en
plaats hem in het vriesgedeelte, afb. K2. Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te laten springen of
houd hem even onder stromend water.
2 en het onderste 3 deel van elkaar loshalen.
1 er weer op, afb. K1. Beweeg de fles
* afhankelijk van model en uitvoering
37
5Ontdooien, reinigen, energiebesparing
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels op de achterwand zijn
normaal en wijzen niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwa-
ter ongehinderd door de afvoeropening (pijl in
afb. A) in de achterwand kan wegstromen.
In het vriesgedeelte
ontstaat na langere tijd een laag rijp of ijs op de
platen, waardoor het energieverbruik toeneemt.
Ontdooi de platen daarom regelmatig:
W Schakel één dag voor het ontdooien de Super-
frost-functie in. De ingevroren levensmiddelen
krijgen een "koudereserve".
W Schakel het apparaat uit om het te laten ont-
dooien:
- trek de stekker uit het stopcontact of
- draai de temperatuurregelaar
gedeelte in de stand "0".
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in
een diepvrieslade, met de koudeaccu's erop
gelegd en in kranten of dekens gewikkeld, op
een koele plaats.
W Plaats een pan heet (niet: kokend) water op een
vriesplaat om het apparaat sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische
verwarmings- of stoomreinigingsapparaten,
ontdooisprays, open vuur of metalen voorwerpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor
verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het apparaat tijdens het ont-
dooien open staan.
Neem het dooiwater met een spons of doek op.
Maak het apparaat vervolgens schoon.
1 van het vries-
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit,
voordat u het apparaat schoonmaakt.
W Binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen. Gebruik geen
stoomreinigingsapparaat teneinde verwondingen
en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes of
geconcentreerde schoonmaakmiddelen en
gebruik geen producten die zand, zuren of
chemische oplosmiddelen bevatten.
- Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een
pH-neutrale allesreiniger.
- Let erop dat er geen water in de afvoergoot,
ventilatieroosters of elektrische delen dringt.
Maak het apparat goed droog met een doek.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
W De boterdoos kunt u in de vaatwasmachine
plaatsen. De plateaus, glasplaten en de overige
uitrusting moet u met de hand reinigen: ze zijn
niet vaatwasmachinebestendig.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de
achterwand boven de groenteladen regelmatig,
afb. A, pijl. Gebruik indien nodig een spits
hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
W Reinig de ventilatieroosters regelmatig, bijv. met
een kwast of stofzuiger. Stof verhoogt het
energieverbruik.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stop-
contact (of schakel de zekering in de meterkast
weer in) en schakel het apparaat in. Leg de
levensmiddelen weer terug in het apparaat zodra
de temperatuur begint te dalen.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld
worden, maak het dan leeg, trek de stekker uit het
stopcontact, maak het op de hierboven beschreven
manier schoon en laat de deur van het apparaat
open staan om geurvorming te voorkomen.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het
apparaat; houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt; rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatu-
ur afkoelen voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte
ontdooien.
W Ontdooi het vriesgedeelte zodra zich een dikkere
laag ijs gevormd heeft. Het apparaat vriest dan
beter èn zuiniger.
W Houd de deur van het apparaat bij een storing
gesloten. Zo voorkomt u dat de temperatuur snel
oploopt en blijft de kwaliteit van de levensmiddelen langer bewaard.
38
6Storingen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening.
Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de
garantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storingmogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat
werkt niet, het
display blijft
donker.
De binnenverlichting brandt
niet.
Het apparaat
maakt te veel
lawaai.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in
orde?
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min.
open?
- Is het gloeilampje defect? Vervang
het lampje als onder "Binnenverlichting" beschreven.
- Staat het apparaat op een stevige
ondergrond? Worden meubels/
voorwerpen naast het apparaat door
het draaiende aggregaat aan het
trillen gebracht?
Zet de flessen en verpakkingen
eventueel van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden
(borrelen of ruisen) veroorzaakt door
het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als
de compressor (de motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor
bromt even iets harder als het
aggregaat wordt ingeschakeld.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen of
knipperen verscheidene lampjes tegelijkertijd dan is
er sprake van een storing. Neem in dit geval contact
op met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie
bijgevoegd overzicht). Geef de volgende gegevens
op het typeplaatje, afb. A2, door:
de typeaanduiding
het servicenummer
het apparaatnummer*
en deel bovendien mee welke lampjes knipperen.
Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service
mogelijk. Het typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat.
1,
2,
3
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen,
invriezen en bewaren van levensmiddelen
evenals het maken van ijs. Het is bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale
omgevingstemperatuur waarboven het apparaat
niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje.
Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasseontworpen voor omgevings-
temperaturen van
SN+10 °C tot +32 °C
N+16 °C tot +32 °C
ST+18 °C tot +38 °C
T+18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de
van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen
evenals de EG-richtlijnen 73/23/EEG en
89/336/EEG.
Het apparaat geeft
een alarmsignaal,
het rode waarschuwingslampje
brandt, de temperatuur is niet laag
genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld?
Stel indien nodig een lagere temperatuur in en lees het display na 24
uur nog eens af.
- Controleer het apparaat volgens de
paragraaf "Alarm - geluidssignaal,
rood waarschuwingslampje".
- Is het apparaat goed gesloten; werd
het te vaak geopend?
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute temperatuur
weer.
- Is de luchttoevoer en -afvoer in
orde? Maak de openingen vrij.
39
Inbouwhandleiding
Vouw vóór het lezen de dubbelgevouwen pagina met afbeeldingen
aan het einde van deze gebruiksaanwijzing open.
Draairichting deur veranderen
Afb. A: Indien nodig kunt u de draairichting van de deur
veranderen. Zie anders de kolom hiernaast "Bevestiging en
montage".
W Wip het afdekdeel
W Klap bevestigingshoek
Monteer hem later bij het bevestigen in de ombouwkast
aan de andere kant weer met dezelfde schroeven
W Druk de lagerafdekkingen
gereedschap in, neem ze eruit.
Draai in het scharnier de buitenste schroef 5 voor de helft, de
W Open de bovenste deur een stukje, schuif hem met het
scharnier
W Neem de scharnierpen
eruit en neem hem eraf.
W Wip het afdekstopje
W Zet de scharnierpen
W Demonteer de bevestigingshoek
4 naar buiten en neem beide weg.
1 en 2 er naar voren af.
bqomhoog en schroef hem eraf.
bp.
3 zijdelings met een spits
7 eruit, zwenk de onderste deur
9 er met een mes uit.
8 naar de andere kant over.
bl en het afdekkapje
bo. Druk hiervoor het afdekkapje samen en kantel het
omlaag. Monteer de bevestigingshoek later bij het
bevestigen in de ombouwkast aan de andere kant weer
met dezelfde schroeven
W Schroef het scharnier midden
180° gedraaid met dezelfde schroeven
andere kant erop. Voor een eenvoudigere montage:
draai de buitenste schroef er voor de helft in, zet het
scharnier met het sleutelgat erop en schuif het naar
binnen, schroef het met een tweede schroef vast.
W Zet de onderste deur op de scharnierpen
deur, zet de middelste scharnierpen
- Let op de onderlegringen!
W Boven: Draai de buitenste schroef
voor de helft aan de andere kant erin.
W Plaats de bovenste deur op de pen
W
Zet het bovenste scharnier 4 samen met de pen 6 in het
deurlager, hang het op de voorgemonteerde schroef
schuif het naar binnen en zet het met een tweede schroef vast.
W
Controleer of de deuren goed uitgelijnd zijn, corrigeer evt.
- Draai alle schroeven vast.
Inbouwaanwijzingen
W Afb. B: Lijn het keukenkastje met een waterpas en een
winkelhaak uit. Gebruik indien nodig onderlegblokjes.
De draagplateaus en zijwanden van het kastje moeten
haaks op elkaar staan.
W Houd de ventilatieopeningen beslist vrij:
- De diepte van de ontluchtingsschacht aan de achterkant van het kastje moet min. 38 mm bedragen.
- Voor de be- en ontluchtingsopeningen in de plint van
het keukenkastje en het ombouwmeubel boven is min.
200 cm
W Controleer de inbouwmaten volgens afb. B en de
volgende tabel:
De positie van de naad van de keukendeurtjes moet
zich ter plaatse van de naad van de deuren van het
apparaat bevinden!
Apparaat,Deurmaten van de apparaten [mm]
aantal vakken inVriesgedeelteKoelgedeelte
vriesgedeelteabc
40
2
vereist.
25465261138
36786581006
bp.
bm eraf en schroef het
7 erin.
5 geheel eruit en
7 en sluit de deur.
5 aan de
8, sluit de
5
,
Bevestiging in het keukenkastje
W Afb. C-E: Alle bevestigingsdelen zijn bij het apparaat
gevoegd.
W Afb. D: Schuif de opvulstrook
hij aan de kant van de deurgreep uitgelijnd is, schroef
hem met kraagschroeven
W Leg het netsnoer zodanig neer dat deze na het inbou-
wen gemakkelijk kan worden aangesloten.
W Schroef bevestigingshoek
weer erop (indien nog niet gemonteerd).
W Schuif het apparaat in de nis
- dicht tegen de kant met de deurgreep.
- Onder: Lijn de voorkant van de scharnieren met het
ombouwmeubel uit.
- Boven: Breng de voorkant van de omhoog geklapte
bevestigingshoek
De afstand tussen de voorkant van het meubel en de
behuizing van het apparaat moet 43 mm bedragen, zie
afb. D3.
W Schroef het apparaat in het ombouwmeubel vast:
- aan de scharnierkant door de scharnieren en afstandshulzen met lange schroeven. Verwijder, om gemakkelijker te kunnen schroeven het afdekdeel
nog niet gebeurd is):
Bij een 19 mm dikke meubelwand:
Gebruik schroef
een kleine afstandshuls
Bij een 16 mm dikke meubelwand:
Gebruik schroef
een grote afstandshuls
- Aan de bodem door de scharnieren
- Demonteer, indien dit nog niet gebeurd is, het afdek-
bo en bevestigingshoek bl voor de montage van
kapje
het profiel, afb. D2/A.
- Snij het profiel
de spleet aan de kant van de deurgreep tussen apparaat en
wand van het keukenkastje af: Druk het profiel in de spleet.
- Aan de kant van de deurgreep: Schroef het apparaat
vast. Zet de bevestigingshoek
keukenkastje en schroef hem met schroeven
klap het afdekkapje weer naar binnen.
- Schroef de bevestigingshoek
tegen de wand van het keukenkastje en schroef hem met
schroef
- Boven: Lijn de opvulstrook
kant van het meubel uit (hij mag er niet uitsteken) en
schroef hem handvast, afb. D1.
W Monteer alle afdekdelen en stopjes weer.
cnvast, afb. D2. Druk het afdekkapje bo erop.
bqin één lijn met het ombouwmeubel.
cp 5 x 75 en
cs5 x 80 en
cq op de hoogte van de nis af en dek hiermee
clin de opname zodat
cm op het apparaat.
bq met dezelfde schroeven
2 (indien dit
co.
cr.
bn.
bq tegen de wand van het
cnvast,
bl weer eraan: Zet de hoek
cl parallel onder de boven-
Keukendeurtje monteren
W Afb. E: Schroef de deurkoppeldelen ct, afhankelijk van de
hoogte van de deurgreep en bij een meerdelige deur, op
de voorgestanste gaten met schroeven
- Open de deur volledig en schuif de koppelrails
schroef ze met schroeven
Houd de afstand d ten opzichte van de buitenkant van
de meubeldeur aan:
d = wanddikte van ombouwmeubel + 3 mm.
- Stel het deurkoppeldeel
deur indien gesloten aan de kant van de deurgreep niet
tegen het ombouwmeubel aan ligt, houd min. 1 mm
afstand aan!
- Monteer indien nodig een extra deurkoppeling!
W Sluit de ongebruikte gaten in de apparaatdeur met
stopjes
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom
a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering
en techniek moeten voorbehouden.
dm af.
cnaan de meubeldeur vast.
ct zodanig af dat de meubel-
cuvast.
dl erin,
D3
43
539
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.