LIEBHERR KIKB3146 User Manual [fr]

Návod k použití a montáži
pro kombinovanou chladničku s mrazničkou s částí Cool&Fresh elektronickým řízením, vestavné provedení
Инструкция по эксплуатации
для холодильника-морозильника с отделением Cool&Fresh Инструкция по установке и использованиюкция по установке и использованию
Instrukcja obsługi i wskazówki dot.zabudowy
CZ
RUS
PL
D
GB
F
NL
E
KGL CF 178
7082368-00 KIKB..6 13/05
Gebrauchs- und Einbauanweisung
für Kühl-Gefrier-Kombination mit Cool&Fresh-Teil und elektronischer Steuerung, integrierbar
Installation and operating instructions
for combined refrigerator-freezers with Cool&Fresh compartment and electronic controls, for integrated use
Consignes d'utilisation et de montage
Combinés réfrigérateur-congélateur intégrables à régulation électronique et avec compartiment Cool&Fresh
Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
voor integreerbare koel-vriescombinatie, met Cool&Fresh-gedeelte en elektronische besturing
Instrucciones de manejo y de montaje
Combinado frigorífico-congelador integrable con compartimento Cool&Fresh y sistema de control electrónico
cool& freshbox
cool& freshbox
A1
cool & fresh box
A3
cool& fresh box
cool& fresh box
A4
A2
A
38
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
Bedienings- en controlepaneel, afb. A1
Koelgedeelte
Kinderbeveiliging 6
tegen ongewenst uitschakelen:
W Druk eerst op de Alarm-toets en vervolgens ook
op de SuperFrost-toets. Houd beide toetsen
ca. 3 sec. ingedrukt - korte dubbele pieptoon, de
indicator 6 licht op = beveiliging ingeschakeld.
- Uitschakelen: druk nogmaals op deze toetsen­combinatie - de indicator gaat uit.
SuperCool
Voor het snel afkoelen van levensmiddelen in het koelgedeelte: W Druk kort op de SuperCool-toets bl zodat het
lampje oplicht = functie ingeschakeld.
- Automatische uitschakeling na ca. 6 uur.
SuperFrost
Voor het snel invriezen van verse levensmiddelen: W Druk kort op de SuperFrost-toets 4 zodat het
lampje oplicht.
W 6 - 24 uur voorvriezen, afhankelijk van de hoe-
veelheid in te vriezen levensmiddelen.
W Leg de verse levensmiddelen vervolgens bij voor-
keur in de bovenste laden.
- SuperFrost wordt afhankelijk van de behoefte uitgeschakeld - het apparaat schakelt automa­tisch op normaal vriezen over.
op display/FrostControl-melding
betekent: de temperatuur in het vriesgedeelte is door stroomuitval in de afgelopen uren/dagen te sterk opgelopen - controleer de kwaliteit van de levensmiddelen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Afb. A
1 Temperatuur- en insteldisplay
3 Aan/Uit-toets 4 SuperFrost-toets
controlelampje (LED) Aan = functie ingeschakeld
5 Toets voor uitschakelen geluidssignaal bij alarm
2 Tiptoetsen voor temperatuur: bovenste toets = warmer,
onderste = kouder
6 Kinderbeveiliging (indicator voor koel- en vriesgedeelte) 7 Temperatuur- en insteldisplay 8 Tiptoetsen voor temperatuur: bovenste toets = warmer,
onderste = kouder
9 Aan/Uit-toets voor koel- en Cool&Fresh-gedeelte
Het apparaat in vogelvlucht - korte handleiding
Vriesgedeelte
bl SuperCool-toets
controlelampje (LED) Aan = functie ingeschakeld
Boter- en kaasvak
Bedienings- en controlepaneel
Eierrekje*
Verplaatsbare draagplateaus*
Binnenverlichting Laden voor groente, sla, fruit
Verschuifbare flessenhouder* Opbergvak voor hoge flessen en drank
Invriesplateau*, koudeaccu*
Typeplaatje
IJsblokjeshouder*
Laden met info-systeem*
Vriesgedeelte, ca. -18 °C
Lade met regelbare luchtvochtigheid voor vochtige sla, groente, fruit
Lade voor droge of verpakte levensmiddelen
Dooiwaterafvoer koelgedeelte
Cool&Fresh-gedeelte, iets boven 0 °C
Koelgedeelte, ca. 5 °C
ALARM
SUPER FROST
1.
2.
3 sec
Cool&Fresh-gedeelte
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en snel bederfelijke levensmiddelen.
Typeplaatje, Afb. A3
1 Typeaanduiding 2 Servicenummer 3 Apparaatnummer 4 Invriescapaciteit in kg/24h
39
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfszekerheid garandeert. De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort. Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu. Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze ge­bruiksaanwijzing aandachtig door. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Overige pluspunten
V Vrij van cfk's en hfk's V Twee optimale koelsystemen V Koel- en vriesgedeelte onafhankelijk van elkaar
regelbaar
V Energie-efficiënte isolatie V Laag energieverbruik V Comfortabele bediening door de plaatsing van
het bedieningspaneel in het front
V Elektronische besturing V Temperatuurregeling binnen klimaatklasse on-
afhankelijk van kamertemperatuur
V Temperatuurdisplay voor ingevroren levensmid-
delen
V Heldere binnenverlichting V Geoptimaliseerde netto-inhoud V Professionele 0 °C-koeling in Cool&Fresh-ge-
deelte
V Cool&Fresh-laden op geleiders uittrekbar V Regelbare luchtvochtigheid, naar keuze voor
droog of vochtig gebruik
V Variabel en praktisch interieur V Deel- en onderschuifbare glasplaat* voor hoge
verpakkingen
V Op de praktijk georiënteerde deurindeling en
ruimte voor grote flessen drank
V Temperatuuralarm bij te hoge temperatuur in
het vriesgedeelte
V Indicatie bij stroomuitval/FrostControl-melding V Snel invriezen van verse levensmiddelen V Eenvoudige reiniging door gemakkelijk schoon
te maken gladde en afgeronde inwendige op­pervlakken
V Gekoppelde deuren - eenvoudige inbouw in
ombouwmeubel
V Verwisselbare deurscharnieren
Vouw a.u.b. voordat u met lezen begint de dubbelgevouwen pagina met afbeeldingen aan het begin van deze gebruiksaanwij­zing open.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene model­len geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht -
korte handleiding ............................................... 38
Pluspunten, inhoud ............................................ 39
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ......... 40
Aanwijzing m.b.t. afdanken ................................ 40
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing ........................ 40
Aansluiten .......................................................... 40
2 Ingebruikneming en controlepaneel ................... 41
In- en uitschakelen ............................................. 41
Temperatuur instellen ......................................... 41
Kinderbeveiliging ................................................ 41
Temperatuurdisplays .......................................... 41
Alarm - geluidssignaal ........................................ 42
Indicatie bij stroomuitval/FrostControl-melding ....... 42
SuperCool .......................................................... 42
3 Koelgedeelte ...................................................... 43
Verdelen van de levensmiddelen ....................... 43
Indeling aanpassen ............................................ 43
Binnenverlichting ............................................... 43
4 Cool&Fresh-gedeelte ......................................... 44
5 Vriesgedeelte ..................................................... 45
SuperFrost ......................................................... 45
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren ..... 45
Info-systeem ...................................................... 46
Invriesplateau ..................................................... 46
Koudeaccu's ...................................................... 46
IJsblokjes maken ............................................... 46
6 Ontdooien .......................................................... 47
Reinigen ............................................................. 47
Energiebesparing ............................................... 47
7 Storingen ............................................................ 48
Technische dienst en typeplaatje ....................... 48
Inbouwhandleiding
Bepalingen ......................................................... 48
Draairichting deur veranderen ....................... 48-49
Inbouwaanwijzingen ......................................48-49
Bevestiging en montage ...............................48-49
40
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking als transportbescherming van het apparaat en afzonderlijke onderdelen is van recy­clebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het
dichtstbijzijnde officiële inzamelpunt zodat de verschillende materialen hergebruikt resp. ver­werkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen en moet geschei­den van het ongesorteerde afval worden afgevoerd. W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar
maken, stekker uit het stopcontact trekken en aansluitkabel doorknippen.
Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat
spelende kinderen zich niet zelf kunnen op­sluiten - ze stikken.
W Let erop dat het koelmiddelcircuit van het
afgedankte apparaat voor afhaling of afgifte bij de door de gemeenten ingerichte depots niet beschadigd wordt. Op deze wijze is gewaar­borgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet ongecontroleerd ontsnapt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje. De warmte-isolatiestof is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten is de plaatselijke stadsreiniging of bij de gemeente verkrijgbaar.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te
voorkomen, het apparaat alleen verpakt trans­porteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvrien-
delijk, maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur
of ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor
het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het appa-
raat alleen volgens de informatie in de gebruiks­aanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net
loskoppelen: stekker uit het stopcontact trek­ken (hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de technische dienst laten uitvoe­ren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het
vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, pro­paan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol al-
leen goed afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open
vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat
gebruiken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, ver­warmingsapparatuur, ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of
om te leunen misbruiken.
W Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv.
door ze in laden te laten zitten of aan de deur laten hangen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes,
na het eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de
datum zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen
leidingen van het koelsysteem beschadigd raken.
W De ventilatieopeningen mogen niet afgedekt
worden. Altijd op een goede be- en ontluch­ting letten!
Neem de aanwijzingen uit de appendix van de
inbouwhandleiding in acht.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet vol-
gens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ont­vlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsings­ruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
W
Verwijder de transportbescherming van de draag­plateaus en breng deze volgens afb. B en de para- graaf "Indeling aanpassen" op de juiste hoogte aan.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaat­je bevindt zich aan de linker binnenkant, afb. A.
W Het apparaat alleen via een correct geïn-
stalleerd randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A
of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebruiken - de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achter-
zijde van het apparaat de kabelhouder verwijde­ren, om rammelen te voorkomen!
41
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen"). Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in. Leg de in te vriezen levensmiddelen er pas in als het temperatuurdis­play ten minste -18 °C aangeeft. Koel-/Cool&Fresh-
en vriesgedeelte
kunnen onafhankelijk van elkaar gebruikt worden.
In- en uitschakelen
Afb. A1 W Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoetsen (9
links voor koel-/Cool&Fresh-gedeelte, 3 rechts voor vriesgedeelte); de temperatuurdisplays lich­ten op/knipperen.
- Koelgedeelte: de binnenverlichting brandt wan­neer de deur geopend is.
- Vriesgedeelte: het alarm wordt altijd geactiveerd wanneer het apparaat voor de eerste maal wordt ingeschakeld en de binnentemperatuur te hoog is.
Druk op de Alarm-toets 5 om het alarm uit te
schakelen.
Nadere informatie vindt u onder "Alarm - ge-
luidssignaal".
W Uitschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoets; de
verlichte temperatuurdisplays gaan uit.
Temperatuur instellen
Afb. A1 Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor het koelgedeelte adviseren wij +5 °C, voor het vriesgedeelte -18 °C.
W Temperatuur verlagen/kouder: Druk op de onderste tiptoets, voor het koel-ge-
deelte: 8, voor het vriesgedeelte: 2.
W Temperatuur verhogen/warmer: Druk in beide gevallen op de bovenste tiptoets.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt tonen de temperatuurdisplays de laatst inge- stelde temperatuur van het vries- of koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt u de tiptoets langer inge­drukt dan verandert de temperatuur doorlopend.
- Ongeveer 5 seconden nadat u de tiptoetsen hebt losgelaten schakelt het temperatuurdisplay auto­matisch over op de werkelijke vries- of koeltem­peratuur.
De temperatuur is instelbaar:
W in het koelgedeelte tussen 9 °C en 4 °C, W in het vriesgedeelte tussen -14 °C en -28 °C.
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste
temperatuur ook daadwerkelijk bereikt of niet (staat het apparaat op een warme plaats dan wordt de laagste temperatuur niet altijd bereikt).
W In het Cool&Fresh-gedeelte wordt de tempera-
tuur automatisch geregeld zodat deze constant net boven 0 °C blijft.
Wilt u een hogere of een lagere temperatuur
instellen, bijv. voor het bewaren van vis, dan kunt u de insteltemperatuur van het Cool&Fresh- gedeelte wijzigen:
- Houd de alarmtoets 5 ca. 7 s ingedrukt - op het temperatuurdisplay 7verschijnt een " ", op het
display 1 een "".
2 Ingebruikneming en controlepaneel
- Druk nu op de insteltoetsen 2: bovenste toets
warmer, onderste toets kouder. De temperatuur is in ca. 5 stappen instelbaar, zichtbaar in het display­veld 1 (één stap komt overeen met een wijziging van ca. 0,5 tot 1 °C, voorteken '-' voor kouder).
- Door nogmaals kort op de alarmtoets te drukken sluit u de instelprocedure onmiddellijk af. Na ca. 5
min. wordt de procedure automatisch afgesloten.
Kinderbeveiliging
Afb. A1 Met de kinderbeveiliging beschermt u het apparaat tegen ongewenst uitschakelen. W Kinderbeveiliging inschakelen: Druk op de
Alarm-toets 5, houd de toets ingedrukt en druk op de SuperFrost-toets 4. Houd beide tiptoet­sen ca. 3 sec. ingedrukt.
- Een dubbele pieptoon geeft aan dat de kinder­beveiliging is ingeschakeld.
- De indicator 6 licht op.
W Uitschakelen: Druk de toetsencombinatie nog-
maals in; de indicator 6 gaat uit.
Temperatuurdisplays
Afb. A1 In normaal bedrijf toont
- temperatuurdisplay 7 de gemiddelde tempera- tuur in het koelgedeelte en
- temperatuurdisplay 1 de hoogste temperatuur van de ingevroren levensmiddelen.
Direct nadat het apparaat in bedrijf werd gesteld en wanneer het apparaat warm is, staan er streepjes op het temperatuurdisplay totdat de temperatuur ver genoeg gedaald is (tussen 19 °C - 0 °C in het koelgedeelte, onder de 0 °C in het vriesgedeelte). Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
- de temperatuur enkele graden gestegen is. Hier­door wordt u erop geattendeerd dat de tempera­tuur is opgelopen. Dit kan gebeuren wanneer u verse levensmiddelen op kamertemperatuur in het apparaat gelegd hebt of wanneer u het ap­paraat lang open liet staan en er warme lucht in kon stromen. In dit geval zorgt de ingebouwde elektronica er automatisch voor dat de inge­stelde temperatuur weer bereikt wordt. De korte temperatuurstijging heeft geen gevolgen voor de levensmiddelen
W Verschijnt op het temperatuurdisplay een fout-
melding "F0" tot "F 5" dan is sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met de technische dienst van de leverancier van het ap­paraat. Wanneer u het nummer van de foutmel-
ding noemt, kan men u snel van dienst zijn.
De helderheid van de displays
is bij aflevering op een lage waarde ingesteld. Wordt een deur geopend of een instelling gewijzigd, dan worden de displays gedurende 1 minuut au­tomatisch met maximale helderheid verlicht. Het­zelfde gebeurt bij een alarmtoestand. Desgewenst kunt u de helderheid van de displays aanpassen, afb. A1: W lichter: houd de Alarm-toets ingedrukt en druk
tegelijkertijd de bovenste tiptoets 2 (vriesge­deelte "temperatuur vriesgedeelte hoger") in.
W donkerder: houd de Alarm-toets ingedrukt en
druk tegelijkertijd de tiptoets 2 (vriesgedeelte "temperatuur vriesgedeelte lager") in.
ON / OFF
42
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
2 Ingebruikneming en controlepaneel
Alarm - geluidssignaal
Afb. A1 Het alarm helpt u om de temperatuur van inge­vroren levensmiddelen te bewaken en energie te besparen.
W Het alarm stopt wanneer u op de Alarm-toets 5
drukt en
- automatisch wanneer de temperatuur weer vol­doende ver gedaald is.
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levens­middelen niet koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het apparaat gelegd;
- bij het overpakken/eruit halen van levensmid­delen is te veel warme lucht in het apparaat gestroomd.
Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie beëindigd is. Vervolgens schakelt het display automatisch op continu branden over en is het alarm weer gereed.
Indicatie bij stroomuitval/ FrostControl-melding
Afb. A1 Staat op het display dan betekent dit: De tem­peratuur van de ingevroren levensmiddelen is door een stroomuitval, door een netspanningsonderbre­king in de afgelopen uren of dagen te ver opgelo- pen.
W Wanneer u tijdens de melding op de Alarm-
toets 5 drukt, ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedurende de stroomonderbreking is opgelopen.
Controleer, afhankelijk van de temperatuurstij-
ging of zelfs ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor consumptie!
- De hoogste temperatuur tijdens de stroomonder­breking is ca. 1 min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de temperatuur die de levensmid­delen op dat moment hebben. Druk nogmaals op de Alarm-toets om de weergave van de hoogste temperatuur voortijdig af te breken.
Zodra het apparaat weer stroom krijgt zal de inge­stelde temperatuur weer worden aangehouden. De melding verdwijnt echter pas na een druk op de toets Alarm Uit.
SuperCool
Afb. A1 Met de functie SuperCool schakelt u het koelge­deelte over op maximale koeling. Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoe­veelheden levensmiddelen, dranken, vers gebak of vers bereide levensmiddelen zo snel mogelijk af te koelen. W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets bl;
het controlelampje licht op, de koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Opmerking:
SuperCool verbruikt iets meer stroom. Na ca. 6
uur schakelt de elektronica echter weer automa- tisch naar de energiebesparende stand terug.
Desgewenst kunt u de SuperCool-functie ook
van tevoren uitschakelen.
W Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de Super-
Cool-toets; het controlelampje gaat uit.
SUPER COOL
ALARM
43
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
3 Koelgedeelte
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan gebieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse soorten levensmiddelen kan deze tempera­tuurverdeling voordelig zijn. Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de achterwand de laagste tempera­tuur. Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de deur heerst de hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en smeerbare boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens het indelingsvoorbeeld, afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de lucht er goed tussen circuleren kan.
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koelkastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
Desgewenst kunt u de plateaus en opbergvakken verplaat­sen.
W Opbergvakken in deur verplaatsen, afb. C: schuif het
opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het in de omgekeerde volgorde terug.
W Door de flessenhouder te verschuiven, voorkomt u dat
flessen omvallen bij het openen en sluiten van de deur, neem de flessenhouder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof.
W Draagplateaus verplaatsen, afb. D:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand ach-
ter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
- De glasplaten zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u
- de voorste halve glasplaat* zacht omhoog heffen en voorzichtig onder de achterste plaat schuiven tot de uit­trekstops in de openingen klikken, afb. E.
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenver­lichting niet automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het temperatuurdisplay wel verlicht, dan is het gloeilampje misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning
moeten overeenkomen met de gegevens op het type­plaatje. Gebruik enkel gloeilampen met dezelfde afme­ting. E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-
contact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje, afb. F1, in 1 en wip het kapje aan de achterkant los 2. W Vervang de gloeilamp, afb. F2, gebruik bij het draaien iets
meer kracht - i.v.m. wrijving van afdichting. Let er bij het indraaien op dat de afdichting correct in de lampfitting zit.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en
onderkant vast.
Afb. B: Koelgedeelte: 1 boter, kaas 2 eieren 3 dranken, pakken melk/sap, flessen 4 blikken 5 bakproducten 6 zuivelproducten 7 zuidvruchten, koudegevoelige groentes Cool&Fresh-gedeelte: 8 vlees, worst, vis, kant-en-klare maaltijden 9 sla, fruit, groenten; meer informatie vindt u in de
paragraaf "Cool&Fresh-gedeelte".
* afhankelijk van model en uitvoering
cool
&fresh
box
cool
&fresh
box
B
4
5
6
D
1
2
3
E
1
2
1
1
2
2
F2F1
C
1
1
2
44
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
4 Cool&Fresh-gedeelte
Wenken voor het bewaren
van bepaalde levensmiddelen in het Cool&Fresh­gedeelte:
Bij drooge instelling:
Boter tot 30 dagen Kaas, zacht tot 30 dagen Melk, vers tot 7 dagen
Worst, beleg tot 7 dagen Vis tot 4 dagen Schaaldieren tot 3 dagen Gevogelte tot 5 dagen Varkensvlees in grote porties tot 7 dagen klein gesneden tot 5 dagen Rundvlees, wild tot 7 dagen
Bij vochtige instelling:
Groente en sla
Artisjokken tot 21 dagen Asperges tot 14 dagen Bieslook tot 7 dagen Bleekselderij tot 30 dagen Bloemkool tot 21 dagen Boerenkool tot 14 dagen Broccoli tot 14 dagen Chinese kool tot 14 dagen Erwten tot 10 dagen lJsbergsla, andijvie, veldsla tot 21 dagen Keukenkruiden tot 30 dagen Knoflook tot 180 dagen Kool (krop) tot 180 dagen Koolraap tot 14 dagen Paddestoelen tot 7 dagen Prei tot 60 dagen Radicchio tot 21 dagen Radijsjes tot 14 dagen Savooiekool tot 60 dagen Sla (krop) tot 10 dagen Spinazie tot 7 dagen Spruitjes tot 30 dagen Venkel tot 21 dagen Witlof tot 30 dagen Wortels tot 150 dagen
Fruit
Aardbeien tot 5 dagen Abrikozen tot 14 dagen Appels tot 180 dagen Rode bessen tot 21 dagen Bosbessen tot 14 dagen Bramen tot 8 dagen Dadels (vers) tot 60 dagen Druiven tot 90 dagen Frambozen tot 5 dagen Kersen tot 14 dagen Kiwi tot 120 dagen Kruisbessen tot 21 dagen Kweeperen tot 90 dagen Peren tot 120 dagen Perziken tot 30 dagen Pruimen tot 21 dagen Rabarber tot 21 dagen Vijgen (vers) tot 7 dagen
In het Cool&Fresh-gedeelte kunt u diverse verse levens- middelen tot drie keer zo lang bewaren met een constante kwaliteit als bij traditionele koeling. Zo kunt u een grotere voorraad verse levensmiddelen bewaren. Smaak, versheid, genot- en voedingswaarde (gehalte aan vitamine C en B) blijven in hoge mate behouden. Er ontstaat minder afval en gewichtsverlies bij het panklaar maken van groente en fruit. De voeding kan verser en natuurlijker zijn. De automatisch geregelde bewaartemperatuur constant net boven 0 °C en de zich instellende luchtvochtigheid bieden optimale bewaaromstandigheden voor de verschil­lende levensmiddelen.
De bovenste lade,
afb. A, is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (vb. zuivelproducten, vlees, vis, worst). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
De grote regelbare lade,
afb. A/A3, is in de stand "vochtig" geschikt voor het bewaren van sla, groente, fruit. Bij een goed gevulde lade ontstaat een heerlijk fris klimaat met een luchtvochtigheid tot max. 90%. Indien nodig kunt u deze lade naar keuze gebruiken met een droog of vochtig klimaat.
Vochtigheid regelen (afb. A3):
W "droog": klein vochtigheidssymbool - schuif naar
links duwen. Voor levensmiddelen die geschikt zijn voor droge bewaring.
W "vochtig": hoge relatieve luchtvochtigheid van ca. 90%,
groot vochtigheidssymbool - schuif helemaal naar
rechts duwen. Geschikt voor onverpakt bewaarde levensmiddelen met een hoge vochtigheidsgraad, vb. verse bladsalades.
Opmerkingen
W De luchtvochtigheid in de lade is afhankelijk van het
vochtigheidsgehalte van de opgeslagen levensmiddelen en van hoe vaak de deur wordt geopend.
W Let erop dat u uitsluitend verse etenswaar koopt. Vers-
heid en kwaliteit van de levensmiddelen bepalen de duur van de bewaartijd.
W Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen
apart bewaren en gesorteerd in de laden leggen. Als dit uit plaatsgebrek niet mogelijk is, moeten zulke levens­middelen worden verpakt. Houd verschillende soorten vlees van elkaar gescheiden. Indien u het vlees afzon­derlijk verpakt, kunnen ziektekiemen zich minder snel uitbreiden en voorkomt u vroegtijdig bederf.
W Houd er rekening mee dat eiwitrijkere levensmiddelen
sneller bederven. Dit betekent dat schaaldieren en kreeft­achtigen sneller bederven dan vis, vis sneller dan vlees.
W Levensmiddelen ongeveer 30 tot 60 minuten voor het nut-
tigen uit de laden halen. Aroma en smaak komen pas bij kamertemperatuur weer naar voren, de genotwaarde stijgt.
W Niet in het Cool&Fresh-gedeelte horen harde kaas, aard-
appels, kougevoelige groente zoals komkommers, pa­prika, aubergines, avocado's, halfrijpe tomaten, bonen, courgettes en kougevoelige zuidvruchten zoals ananas, bananen, grapefruits, meloenen, manga's, papaya's, enz.
45
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in
afgemeten porties. Houd bij voorkeur de volgen­de hoeveelheden per portie aan, om de porties meteen door en door te laten bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg. W Blancheer groenten na het wassen en afmeten
van de porties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen en vervolgens snel onder koud water af te spoelen. Gebruikt u een stoompan of magnetron, lees dan de bijbeho­rende gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse
levensmiddelen en te blancheren groente. Voeg aan overige levensmiddelen slechts weinig zout en specerijen toe: verschillende specerijen ver­anderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhou-
dende dranken in aangezien deze kunnen explo­deren. Haal flessen die u snel wilt koelen uiterlijk na één uur al weer uit het apparaat!
W Bewaren: De afzonderlijke laden en koudeplaten
kunnen max. 25 kg levensmiddelen dragen.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u
de laden eruit nemen en de vriesproducten direct op de koudeplaten bewaren - het energiever­bruik stijgt minimaal. Daardoor staat de volledige inhoud als gebruiksinhoud ter beschikking.
W Laden eruit halen: trek de
lade tot aan de aanslag naar voren en til hem eruit.
W De luchtspleet tussen de bo-
venkant van de vriesruimte en de bovenste vriesplaat moet altijd vrij zijn! Leg er in geen geval inge­vroren levensmiddelen in, ook geen platte verpakkingen. De vrije ruimte is belangrijk voor een goede luchtcirculatie en werking van het apparaat.
W Bewaar dezelfde soort levensmiddelen altijd bij
elkaar. Zo voorkomt u dat de deur te lang open staat en bespaart u energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaartijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levens-
middelen uit het apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ont-
dooien:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt aan de overige levens­middelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te worden).
SuperFrost
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmiddelen zo snel mogelijk door en door be­vriezen, terwijl reeds ingevroren levensmiddelen een "koudereserve" krijgen. Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren levensmiddelen het beste bewaard. W Op het typeplaatje (zie afb. A2, 4, onder "In-
vriescapaciteit ... kg/24h") vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van uw ap­paraat.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 4; het contro-
lelampje licht op.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met
maximale koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levens-
middelen ca. 6 uur voorvriezen - gewoonlijk is dit lang genoeg. Wacht bij de maximale hoeveel- heid levensmiddelen, zie het typeplaatje onder "Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij
voorkeur in de bovenste laden*.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte
levensmiddelen zonder laden in. Leg ze direct op de koudeplaten en na het invriezen in de laden!
- SuperFrost wordt automatisch uitgeschakeld, afhankelijk van de ingevroren hoeveelheid (vari­erend van 30 tot 65 uur). Na het invriezen gaat het SuperFrost-lampje uit - het apparaat werkt weer in de normale energiebesparende stand.
Opmerking:
Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse le­vensmiddelen per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen:
vlees, wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten, brood, bakkerijproducten, kant­en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven,
hele appels en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diep-
vrieszakjes, voor hergebruik geschikte koelkast­dozen van kunststof of metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in con-
tact met ingevroren levensmiddelen. Leg uitslui­tend droge verpakkingen in het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de
verpakkingen. Houd u aan de maximale houd­baarheid om kwaliteitsverlies te voorkomen.
5 Vriesgedeelte
SUPER FROST
46
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
* afhankelijk van model en uitvoering
Het info-systeem*
De ingevroren levensmiddelen moeten binnen de aanbevo­len bewaartijd worden gebruikt. De getallen tussen de symbolen staan voor de bewaarduur in maanden voor meerdere soorten diepvriesproducten. De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te vriezen levensmiddelen. Of de minimale of maximale be­waartijd geldig is, hangt van de kwaliteit van de levensmid­delen en de voorbehandeling af. Houd voor de wat vettere levensmiddelen altijd de minimale bewaartijd aan.
Het invriesplateau*
Hiermee vriest u bessen, kruiden, groenten en andere kleine diepvriesproducten in. De levensmiddelen behouden hun vorm en zijn later eenvoudiger in porties te verdelen. W Verdeel de diepvriesproducten losjes over het invriespla-
teau, afb. H.
W Schuif het invriesplateau in een van de bovenste laden.
Laat de levensmiddelen 10 à 12 uur invriezen, stop ze ver­volgens in een diepvriesdoos of -zak en leg ze in een lade.
W Ontdooien: Spreid de ingevroren levensmiddelen losjes
naast elkaar uit.
De koudeaccu's*
voorkomen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel oploopt - de kwaliteit van de levensmiddelen blijft beter bewaard. W De koudeaccu's kunt u ruimtebesparend in het invries-
plateau invriezen en bewaren, afb. J.
- Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele storing zo lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de bevroren accu's in de bovenste lade direct op de levens­middelen.
IJsblokjes maken
W Aanzetbout naar beneden drukken. W IJsblokjeshouder met water vullen. Overtollig water
vloeit via de afvoeropening weg.
W Aanzetbout naar boven drukken. W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten en laten bevriezen. W Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te
laten springen of houd hem even onder stromend water.
5 Vriesgedeelte
maaltijden
ijs
vis
groente
fruit
varkensvlees
wild
worstjes
paddestoelen
brood
gevogelte
kant-en-klare
rund/kalfsvlees
K
H
J
47
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
6 Ontdooien, reinigen, energiebesparing
Ontdooien
Het koelgedeelte en het Cool&Fresh-gedeelte
ontdooien automatisch. Het vrijkomende water verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor. W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooi-
water door de afvoeropening in de achterwand achter de bovenste Cool&Fresh-lade ongehin­derd weg kan stromen (pijl in afb. A).
In het vriesgedeelte
Op de aluminiumplaten en fronten van de laden wordt na langere tijd een laag rijp resp. ijs gevormd, afhankelijk van de veelvuldigheid waarmee de deuren worden geopend en de "warmte" van de levensmiddelen die erin werden gelegd. Dat is heel normaal. Een dikkere ijslaag zorgt echter wel voor een hoger energieverbruik. Daarom moet u het apparaat regel­matig ontdooien: W Schakel één dag voor het ontdooien de Super-
Frost-functie in. De ingevroren levensmiddelen krijgen een "koudereserve".
W Ontdooien: trek de stekker uit het stopcontact of
druk op de Aan/Uit-toets voor het vriesgedeelte; het temperatuurdisplay gaat uit. Gaat het tempe­ratuurdisplay niet uit, dan is de kinderbeveiliging ingeschakeld.
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een
diepvrieslade, met de koudeaccu's* erop gelegd en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan heet (niet: kokend) water op een
van de middelste platen om het apparaat sneller te laten ontdooien, afb. A4.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische
verwarmings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays, open vuur of metalen voor­werpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het apparaat tijdens het ont-
dooien open staan.
Wis het dooiwater met een spons of doek op.
Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit, voor­dat u het apparaat schoonmaakt.
W Binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmid­del met de hand reinigen. Gebruik geen stoom­reinigingsapparaat teneinde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes
of geconcentreerde schoonmaakmiddelen en gebruik geen producten die zand, zuren of che­mische oplosmiddelen bevatten.
- Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale allesreiniger.
- Let erop dat er geen water in de afvoergoot, ven­tilatieroosters of elektrische delen dringt. Maak het apparat goed droog met een doek.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat nooit: het is belang­rijk voor de technische dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine
plaatsen. De plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de hand reinigen: ze zijn niet vaatwasmachinebestendig.
W Trek de beschermfolie van de sierlijsten. W Trek de Cool&Fresh-laden er voor het reinigen
helemaal uit, pak ze achter vast en til ze naar boven weg (afb. L).
Afb. L Afb. M
- Erin zetten: Alle laden dicht naar de greepzijde toe op de geheel eruit getrokken geleiders zetten
- geleiders moeten tot aan de voorkant van de lade komen - en schuif de laden erin (afb. M).
- Trek het deksel van de lade er eenvoudig naar voren uit. Bij het erin zetten dicht naar de greep­zijde toe alle 4 lagertappen in de geleidegroeven laten vastklikken.
Laden en deksel moeten boven elkaar in één lijn
staan.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de ach-
terwand achter de bovenste Cool&Fresh-lade regelmatig, afb. A, pijl. Gebruik indien nodig
een spits hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stop-
contact (of schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel het apparaat in. Leg de le­vensmiddelen weer terug in het apparaat zodra de temperatuur begint te dalen.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij. W Laat de deur nooit onnodig lang open staan. W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het
apparaat; houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt; rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertempe-
ratuur afkoelen voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte
ontdooien.
W Ontdooi het vriesgedeelte zodra zich een dikkere
laag ijs gevormd heeft. Het apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
W Houd de deur van het apparaat bij een storing
gesloten. Zo voorkomt u dat de temperatuur snel oploopt en blijft de kwaliteit van de levensmidde­len langer bewaard.
48
KGL CF 178
* afhankelijk van model en uitvoering
7 Storingen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens­duur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen. De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing Het apparaat werkt niet, het display blijft donker.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder "Binnenverlichting" beschreven.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen ge­bracht? Zet de flessen en verpakkingen eventu­eel van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of rui­sen) veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor
(de motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even
iets harder als het aggregaat wordt ingeschakeld.
Het apparaat geeft een alarmsignaal, de temperatuur is niet laag genoeg.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levens­middelen ingelegt zonder SuperFrost? (zie pas­sage "SuperFrost")
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Werd het apparaat juist ingebouwd?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie pas­sage "Bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste tempera­tuur vanzelf weer wordt bereikt.
- De stroom was uitgevallen. Handel als onder "Indicatie bij stroomuitval/FrostControl-mel­ding" beschreven.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorza­ken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen of verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmel-
ding "F 0" tot " F 5" dan is sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met de dichtstbijzijnde tech­nische dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef het nummer van de foutmelding (F1 enz.) door evenals de volgende gegevens op het typeplaatje, afb. A2: de typeaandui­ding 1, het servicenummer 2, het apparaatnummer
3. Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service moge-
lijk. Het typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat.
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koe-
len, invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevings­temperatuur waaronder en een maximale omge­vingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij wor-
den de volgende afkortingen gebruikt: Klimaatklasse ontworpen voor omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +18 °C tot +38 °C T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecon-
troleerd.
- Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de
van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen
evenals de EG-richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/
EEG.
Draairichting deur veranderen
Afb. A: Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen. Zie anders de kolom hiernaast "Bevestiging en montage".
W Wip het afdekdeel 1 en 2 er naar voren af. W Klap bevestigingshoek bq omhoog en schroef
hem eraf. Monteer hem later bij het bevestigen
in de ombouwkast aan de andere kant weer met
dezelfde schroeven bp. W Druk de lagerafdekkingen 3 zijdelings met een
spits gereedschap in, neem ze eruit. W Draai in het scharnier de buitenste schroef 5
voor de helft, de binnenste schroef volledig eruit
- eenvoudigere demontage.
W Open de bovenste deur een stukje, schuif hem met
het scharnier 4 naar buiten en neem beide weg. W Neem de scharnierpen 7 eruit, zwenk de onder-
ste deur eruit en neem hem eraf.
W Cool&Fresh-laden verplaatsen, afb. A1, 2, 3:
- Afb. A1: Trek elke lade er helemaal uit, pak hem
achter vast en til hem naar boven weg.
- Afb. A2: Trek het deksel van de lade br er naar
voren uit en schuif hem aan de andere greepzijde
in de geleidegroeven terug totdat alle 4 lagertap-
pen vastklikken.
- Afb. A3: Zet de laden weer terug, plaats elke
lade op de geheel eruit getrokken geleiders - ge-
leiders moeten tot aan de voorkant van de lade
komen - en schuif de lade erin. Laden en deksel moeten boven elkaar in één lijn
staan.
Vouw vóór het lezen de dubbelge­vouwen pagina met afbeeldingen aan het einde van deze gebruiks­aanwijzing open.
Inbouwhandleiding
§
Op het display staat .
49
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwik­keling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
W Wip het afdekstopje 9 er met een mes uit. W Zet de scharnierpen 8 naar de andere kant over. W Demonteer de bevestigingshoek bl en het afdekkapje bo.
Druk hiervoor het afdekkapje samen en kantel het om­laag. Monteer de bevestigingshoek later bij het beves­tigen in de ombouwkast aan de andere kant weer met dezelfde schroeven bp.
W Schroef het scharnier midden bm eraf en schroef het
180° gedraaid met dezelfde schroeven 5aan de andere kant erop. Voor een eenvoudigere montage: draai de buitenste schroef er voor de helft in, zet het scharnier met het sleutelgat erop en schuif het naar binnen, schroef het met een tweede schroef vast.
W Zet de onderste deur op de scharnierpen 8, sluit de
deur, zet de middelste scharnierpen 7erin.
- Let op de onderlegringen! W Boven: draai de buitenste schroef 5 geheel eruit en
voor de helft aan de andere kant erin.
W Plaats de bovenste deur op de pen 7 en sluit de deur. W Zet het bovenste scharnier 4 samen met de pen 6 in het
deurlager, hang het op de voorgemonteerde schroef 5, schuif het naar binnen en zet het met een tweede schroef vast.
W Controleer of de deuren goed uitgelijnd zijn, corrigeer evt.
- Draai alle schroeven vast.
Inbouwaanwijzingen
W Afb. B: Lijn het keukenkastje met een waterpas en een
winkelhaak uit. Gebruik indien nodig onderlegblokjes. De draagplateaus en zijwanden van het kastje moeten haaks op elkaar staan.
W Het koel-/vriesapparaat enkel in stabiele meubelstukken
inbouwen.
W Houd de ventilatieopeningen beslist vrij:
- De diepte van de ontluchtingsschacht aan de achterkant van het kastje moet min. 38 mm bedragen.
- Voor de be- en ontluchtingsopeningen in de plint van het keukenkastje en het ombouwmeubel boven is min. 200 cm2 vereist.
W Controleer de inbouwmaten volgens afb. B en de vol-
gende tabel:
De positie van de naad van de keukendeurtjes moet
zich ter plaatse van de naad van de deuren van het ap­paraat bevinden!
Deurmaten [mm] Vriesgedeelte: a b Koelgedeelte:c
549 532 1144
Bevestiging en montage
W Afb. C-E: Alle bevestigingsdelen zijn bij het apparaat
gevoegd.
W Afb. D: Schuif de opvulstrook cl in de opname zodat hij
aan de kant van de deurgreep uitgelijnd is, schroef hem met kraagschroeven cm op het apparaat.
W Schroef bevestigingshoek bq met dezelfde schroeven
weer erop (indien nog niet gemonteerd).
W Let er bij het leggen van de kabel van de elektrische
leiding op dat het apparaat na de inbouw gemakkelijk kan worden aangesloten, afb. B.
W Schuif het apparaat in de nis
- dicht tegen de kant met de deurgreep.
- Onder: Lijn de voorkant van de scharnieren met het ombouwmeubel uit.
- Boven: Breng de voorkant van de omhoog geklapte bevestigingshoek in één lijn met het ombouwmeubel. De afstand tussen de voorkant van het meubel en de behuizing van het apparaat moet 43 mm bedragen, zie afb. D1.
W Schroef het apparaat in het ombouwmeubel vast:
- aan de scharnierkant door de scharnieren en afstands­hulzen met lange schroeven. Verwijder, om gemakke­lijker te kunnen schroeven het afdekdeel 2 (indien dit nog niet gebeurd is):
Bij een 19 mm dikke meubelwand:
Gebruik schroef cp 5 x 75 en een kleine afstandshuls co.
Bij een 16 mm dikke meubelwand:
Gebruik schroef cs 5 x 80 en een grote afstandshuls cr.
- Aan de bodem door de scharnieren bn.
- Demonteer, indien dit nog niet gebeurd is, het afdek­kapje bo en bevestigingshoek bl voor de montage van het profiel, afb. D2/A.
- Snij het profiel cq op de hoogte van de nis af en dek hiermee de spleet aan de kant van de deurgreep tussen apparaat en wand van het keukenkastje af: Druk het profiel in de spleet.
- Aan de kant van de deurgreep: Schroef het apparaat vast. Zet de bevestigingshoek bq tegen de wand van het keukenkastje en schroef hem met schroeven cn vast, klap het afdekkapje weer naar binnen.
- Schroef de bevestigingshoek bl weer eraan: Zet de hoek tegen de wand van het keukenkastje en schroef hem met schroef cn vast, afb. D2. Druk het afdekkapje bo erop.
- Boven: Lijn de opvulstrook cl parallel onder de bovenkant van het meubel uit (hij mag er niet uitsteken), afb. D1.
W Monteer alle afdekdelen en stopjes weer.
Keukendeurtje monteren
W Afb. E: Schroef de deurkoppeldelen ct, afhankelijk van
de hoogte van de deurgreep en bij een meerdelige deur, op de voorgestanste gaten met schroeven cu vast.
- Open de deur volledig en schuif de koppelrails dl erin, schroef ze met schroeven cn aan de meubeldeur vast. Houd de afstand d ten opzichte van de buitenkant van de meubeldeur aan:
d = wanddikte van ombouwmeubel + 3 mm.
- Stel het deurkoppeldeel ct zodanig af dat de meubel­deur indien gesloten aan de kant van de deurgreep niet tegen het ombouwmeubel aan ligt, houd min. 1 mm afstand aan!
- Monteer indien nodig een extra deurkoppeling!
W Sluit de ongebruikte gaten in de apparaatdeur met stop-
jes dm af.
Inbouwhandleiding
A1
2
1
A2
A3
20
1
3
2
2-62 - 6
4-84 - 8
1
1
2
2
13
539
3
24
Loading...