voor integreerbaare koelkasten met biofresh-gedeelte
NL
7080 181-02
KIB IKB EN / SN 706
Page 2
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde
afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich
niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het
afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het type
plaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig ge
beuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften
en wetten.
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperaturen
SN + 10° tot + 32 °C
N + 16° tot + 32 °C
ST + 18° tot + 38 °C
T + 18° tot + 43 °C
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedienings- en
controlepaneel
Boter- en kaasvak
Vriesvak
Verplaatsbare plateaus
Verplaatsbaar
opbergvak
Flessenrooster
Groenteladen
Typeplaatje
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd
met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór
het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaan
wijzing op en houdt u aan de aansluitvoorschriften om zeker te
zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek
de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar
pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door
de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien
anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat
goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het
-
koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het apparaat
dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in
-
het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om
ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door
een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het
gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk
toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht ach
terblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct
op nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage
temperaturen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond
veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor
een voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren
van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat
werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel
gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de be
treffende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden
opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare
drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat.
Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten
ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het
waarschuwingssymbool bestaande uit enkele vlammen met
eronder de tekst "Licht ontvlambaar" dan wel aan de tekst op
de spuitbus.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
-
-
-
14
Lade voor droge of verpakte levensmiddelen
Lade met regelbare
luchtvochtigheid
Opstellen
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van
het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid ko
elmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
-
Page 3
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten.
Tips om energie te besparen
• Plaats het apparaat niet naast een radiator of fornuis en bescherm het apparaat tegen direct zonlicht aangezien door hoge
omgevingstemperaturen het energieverbruik onnodig stijgt.
• Zorg voor een goede ventilatie van het aggregaat.
• Laat de deur niet onnodig lang open staan.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in in het apparaat plaatst.
• Ontdooi het apparaat zodra zich een laag ijs gevormd heeft. Het
apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u hem in
gebruik neemt (zie verder onder "
• Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoets ➊; het temperatuurdisplay licht op/knippert. De binnenverlichting brandt wanneer
de deur geopend is.
• Uitschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoets; het verlichte temperatuurdisplay en de binnenverlichting gaan uit.
Reinigen").
Temperatuur in het biofresh-gedeelte
instellen
• Schakel het apparaat uit: Druk op de Aan/Uit-toets ➊, het temperatuurdisplay gaat uit.
• Druk op de beide tiptoetsen
vendien op de Aan/Uit-toets
ingedrukt worden).
- Op het temperatuurdisplay
en een getalswaarde (5 = voorgeprogrammeerd). U kunt een
getalswaarde van 0 tot 9 instellen.
• Als u een hogere temperatuur wenst, kiest u een grotere getals
waarde door op de bovenste programmeertoets
Als u een lagere temperatuur verkiest, drukt u op de onderste
programmeertoets
Opmerking: b5 = instelling vooraf. Bij wijziging in richting kouder,
b4 tot b1, kunnen temperaturen onder nul worden bereikt en de
levensmiddelen makkelijk invriezen.
• Door het apparaat uit en in te schakelen beëindigt u de instel
modus onmiddellijk. Na ca. 2 min. wordt de modus automatisch
uitgeschakeld. De biofresh-temperatuur wordt op de nieuwe
waarde ingesteld.
➋.
➋, houd ze ingedrukt en druk bo-
➊ (alle 3 toetsen moeten even kort
➌ verschijnt er afwisselend een "b"
➋ te drukken.
Temperatuurdisplay ➌
In de normale stand wordt de gemiddelde temperatuur in de
koelruimte weergegeven. Direct nadat het apparaat in bedrijf werd
gesteld en wanneer het apparaat warm is, staat er een streepje op
het temperatuurdisplay totdat de temperatuur ver genoeg gedaald
is (tussen 9 °C - 0 °C). Het temperatuurdisplay knippert wanneer
u de ingestelde temperatuur verandert.
Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding "
"F 5" dan is sprake van een storing. Neem in dit geval contact op
met de technische dienst van de leverancier van het apparaat.
Wanneer u het nummer van de foutmelding (bijv. "F2") noemt, kan
men u snel van dienst zijn.
F 0" tot
NL
-
-
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor
het koelgedeelte adviseren wij +5 °C.
• Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de onderste tiptoets
• Temperatuur verhogen/warmer:
Druk op de bovenste tiptoets
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het
temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont
het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur van
het koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt
u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur
doorlopend.
- Ca. 5 s na de laatste druk op een toets schakelt de elektronica
automatisch om en wordt de gemiddelde koeltemperatuur (=
actuele waarde) weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar in het koelgedeelte tussen 9 °C en
4 °C.
In het BioFresh-gedeelte wordt de temperatuur automatisch
geregeld, tussen 0 en 3°C.
Als u een hogere of lagere temperatuur wenst, bijv. voor het be
waren van vis, kunt u deze zelf instellen.
➋.
➋.
Supercool
Met Supercool, schakelt u de koelruimte op de maximale afkoelcapaciteit. Supercool verdient met name aanbeveling wanneer u
grote hoeveelheden net erin gelegde levensmiddelen of dranken, zo
snel mogelijk wilt afkoelen. De koeltemperatuur daalt hierbij tot de
waarde van de koudste instelling van de temperatuurregelaar.
In-/uitschakelen: Druk de Supercool-toets ➍ kort in zodat het
bijbehorende controlelampje oplicht (donker = uit).
Opmerking: Supercool heeft een hoger energieverbruik. Na ca.
6 uur echter schakelt de elektronica automatisch naar de ener
giebesparende normale stand terug.
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer
dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet
automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het tem
peratuurdisplay wel verlicht, dan is het gloeilampje misschien
defect.
Vervangen van de gloeilamp:
• Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje, E14-fit
ting.
• Schakel het apparaat uit. Trek de stek
ker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
• Druk de boven- en onderkant van het
afdekkapje, in
de achterkant los 2.
• Vervang de gloeilamp, gebruik bij het
draaien iets meer kracht - i.v.m. wrijving
van afdichting. Let er bij het indraaien op
dat de afdichting correct in de lampfit
ting zit.
• Zet het afdekkapje achter terug en druk
de boven- en onderkant vast.
1 en wip het kapje aan
-
-
-
-
-
15
Page 4
Koelen
Door de luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan gebieden
met verschillende temperaturen. Zo heerst direct boven de
groenteladen en tegen de achterwand de laagste temperatuur.
Het verdient daarom aanbeveling om levensmiddelen volgens het
indelingsvoorbeeld in het apparaat te leggen.
Indelingsvoorbeeld
➊ boter, kaas
➋ eieren
➌ fless en, conserv enb lik ken ,
➑ vlees, worst, vis,
zuivelproducten
➒ sla, fruit, groente;
meer informatie vindt u in de pa
ragraaf "Biofresh-gedeelte".
Opmerkingen
• Bewaar vloeistoffen en levensmiddelen die snel geur of smaak
afgeven of aannemen altijd in
een gesloten koelkastdoos of
afgedekt. Bewaar sterke alcoholica uitsluitend in een
goed gesloten, rechtop staande fles.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: koelkastdozen van kunst
stof, metaal (bijv. aluminium), glas en voor hergebruik geschikte
kunststof folie en zakken.
-
Biofresh-gedeelte
In het biofresh-gedeelte kunt u diverse verse levensmiddelen
tot drie keer zo lang bewaren met een constante kwaliteit als bij
traditionele koeling. Zo kunt u een grotere voorraad verse levens
middelen bewaren. Smaak, versheid, genot- en voedingswaarde
(gehalte aan vitamine C en B) blijven in hoge mate behouden. Er
ontstaat minder afval en gewichtsverlies bij het panklaar maken
van groente en fruit. De voeding kan verser en natuurlijker zijn.
De automatisch geregelde bewaartemperatuur constant net bo
ven 0 °C en de zich instellende luchtvochtigheid bieden optimale
bewaaromstandigheden voor de verschillende levensmiddelen.
De bovenste lade ➑
is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (vb. zuivelproducten, vlees, vis, worst). Hier ontstaat een
relatief droog bewaarklimaat.
De regelbare lade ➒
is in de stand "vochtig" geschikt voor het bewaren van sla, groente,
fruit. Bij een goed gevulde lade ontstaat een heerlijk fris klimaat
met een luchtvochtigheid tot max. 90%.
Indien nodig kunt u deze lade naar keuze gebruiken met een
droog of vochtig klimaat.
Vochtigheid regelen:
• "droog
• "
-
": klein vochtigheidssymbool - schuif naar links duwen.
Voor levensmiddelen die geschikt zijn voor droge bewaring.
vochtig": hoge relatieve luchtvochtigheid van ca. 90%, groot
vochtigheidssymbool - schuif helemaal naar rechts duwen.
Geschikt voor onverpakt bewaarde levensmiddelen met een
hoge vochtigheidsgraad, vb. verse bladsalades.
-
-
Indeling aanpassen
Desgewenst kunt u de plateaus verplaatsen. Trek het draagplateau naar
voren, til het op en zwenk het weg. Bij
het terugzetten moet de opstaande rand
achter omhoog wijzen aangezien er anders
levens-middelen aan de achterwand kun
nen vastvriezen.
Opbergvakken in de deur verplaatsen
- Druk het opbergvak omhoog en neem
het naar voren weg. Zet het in de omge
keerde volgorde op de gewenste hoogte
terug.
- Desgewenst kunt u de flessenhouder
verschuiven om te voorkomen dat de
flessen bij het openen/sluiten van de
deur kantelen.
Hebt u ruimte voor grote flessen nodig
dan schuif de halve glasplaat gewoon naar
achteren indien nodig.
Flessenvakrooster
Met het flessenvakrooster creëert
u extra ruimte voor het koelen van
dranken.
-
Opmerkingen
• De luchtvochtigheid in het vak is afhankelijk van het vochtig
heidsgehalte van de opgeslagen levensmiddelen en van hoe
vaak de deur wordt geopend.
• Let erop dat u uitsluitend verse etenswaar koopt. Versheid en
-
kwaliteit van de levensmiddelen bepalen de duur van de be
waartijd.
• Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen apart be
waren en gesorteerd in de laden leggen. Als dit uit plaatsgebrek
niet mogelijk is, moeten zulke levensmiddelen worden verpakt.
Houd verschillende soorten vlees van elkaar gescheiden. Indien u
het vlees afzonderlijk verpakt, kunnen ziektekiemen zich minder
snel uitbreiden en voorkomt u vroegtijdig bederf.
• Houd er rekening mee dat eiwitrijkere levensmiddelen sneller
bederven. Dit betekent dat schaaldieren en kreeftachtigen sneller
bederven dan vis, vis sneller dan vlees.
• Levensmiddelen ongeveer 30 tot 60 minuten voor het nuttigen
uit de laden halen. Aroma en smaak komen pas bij kamertem
peratuur weer naar voren, de genotwaarde stijgt.
• Niet in het biofresh-gedeelte horen harde kaas, aardappels,
kougevoelige groente zoals komkommers, paprika, aubergines,
avocado's, halfrijpe tomaten, bonen, courgettes en kougevoelige
zuidvruchten zoals ananas, bananen, grapefruits, meloenen,
manga's, papaya's, enz.
-
-
-
-
16
Page 5
Invriezen, bewaren
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C en
lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen verschei
dene maanden bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse
levensmiddelen invriezen.
Tip m.b.t. de temperatuur in het vriesvak:
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen. Dit heeft echter bij
een gevuld vak weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen.
De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen bedraagt
hierbij dan het gemiddelde van deze schommelingen.
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door in
gevroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiterlijk en smaak
van de levensmiddelen blijven dan het beste bewaard. Daarom
doet u er goed aan bij het invriezen van verse levensmiddelen als
volgt te werk te gaan:
• Er kan max.
• De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op de
bodem van het vak leggen en niet met reeds opgeslagen diep
vriesproducten in contact brengen; ontdooien wordt hierdoor
vermeden.
• Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levensmiddelen
bevroren.
2 kg/24 uur worden ingevroren.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Verpak de in te vriezen producten in diepvrieszakjes, -folie of
geschikte dozen. Het materiaal moet stevig, lucht- en waterdicht
zijn en mag geen smaak afgeven. Zo voorkomt u kwaliteitsver
lies.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houdt u aan de
maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies te voorkomen.
• Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen. Haal flessen die u snel
wilt koelen uiterlijk na één uur al weer uit het apparaat!
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
- in de hete-luchtoven
- in de magnetron
- bij kamertemperatuur
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het ontdooien nodig is,
wordt aan de overige producten in de koelkast onttrokken.
Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden.
Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit (in de
helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te worden).
IJsblokjes maken
• IJsblokjeshouder met water vullen.
• IJsblokjeshouder in het apparaat zet
ten en laten bevriezen.
• Vervorm de lade enigszins om de ijs
blokjes eruit te laten springen of houd
hem even onder stromend water.
-
-
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel
het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekeringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de deur
van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
Ontdooien
Het koelgedeelte en het biofresh-gedeelte
-
ontdooien automatisch. Het vrijkomende vocht op de achterwand
van de koelruimte wordt via de dooiwaterafvoer naar een ver
dampingsschaal buiten de koelruimte afgevoerd. Het dooiwater
verdampt door de warmte van de compressor - waterdruppels
tegen de achterwand zijn een gevolg van het ontdooiproces en
heel normaal. U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater
door de afvoeropening in de achterwand achter de bovenste
biofresh-lade ongehinderd weg kan stromen.
Het vriesvak
moet regelmatig met de hand worden ontdooid. Dikkere lagen ijs
en rijp verhogen het energieverbruik!
• Schakel het apparaat uit om hem te ontdooien: Trek de stekker
uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar naar "0".
• Wikkel de levensmiddelen in oude kranten of een deken en
bewaar ze op een koele plaats.
• Plaats een pan met heet - niet: kokend - water op een vriesplaat,
om het apparaat sneller te laten ontdooien.
-
• Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien open staan.
Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak
het apparaat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulpmiddelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcon-
-
tact. Is dit niet mogelijk, schakel dan in de meterkast de zeke
ring uit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Reinig de binnenkant van het apparaat, de accessoires en de
buitenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is
toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of
producten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• De boterdoos kunt u in de vaatwasautomaat plaatsen. De glas
platen en de overige uitrusting moet u met de hand reinigen: ze
zijn niet vaatwasautomaat-bestendig.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Reinig de ventilatieroosters regelmatig. Stof verhoogt het ener
gieverbruik.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
• Trek de biofresh-laden er voor het reinigen helemaal uit, pak ze
achter vast en til ze naar boven
weg.
- Erin zetten: Alle laden dicht naar
de greepzijde toe op de geheel
eruit getrokken geleiders zetten
- geleiders moeten tot aan de
voorkant van de lade komen - en
schuif de laden erin.
- Trek het deksel van de lade er
eenvoudig naar voren uit. Bij het
erin zetten dicht naar de greep
zijde toe alle 4 lagertappen in de
geleidegroeven laten vastklikken.
Laden en deksel moeten boven
elkaar in één lijn staan.
-
NL
-
-
-
-
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd .
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en
voldoet zodoende aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor
dat wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
17
Page 6
Storingen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg uitgesloten zijn en een lange levensduur
gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga
dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde
bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas ook tijdens de
garantietermijn de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
• Het apparaat werkt niet. Controleer:
- of het apparaat is ingeschakeld;
- of de stekker goed in het stopcontact zit;
- of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
- of het apparaat stabiel staat;
- of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Houdt u er rekening
mee dat het rondstromende koelmiddel in het koelcircuit in ge
ringe mate ruisende en borrelende geluiden kan voortbrengen.
Dit is volkomen normaal.
• De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
- of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder "Temperatuur
instellen");
- of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
- of de ventilatie in orde is;
- of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toe
passing zijn en u de storing niet
zelf verhelpen kunt, contact op
met de technische dienst van
de leverancier van het apparaat.
Zorg dat u tijdens het gesprek de
typeaanduiding
en apparaatnummer
hebt. U vindt het typeplaatje aan de
linker binnenkant van het apparaat,
naast de groenteladen.
➊, het index- ➋
➌ bij de hand
Inbouwmaten
Lijn de ombouwkast met een waterpas en winkelhaak uit.
Leg - indien nodig - opvulblokjes onder het apparaat. De door
snede van de ventilatieopeningen in de plint en bovenkant van
de ombouwkast moet minimaal 200 cm² bedragen.
Draairichting deur veranderen
• Wip de afdekdelen ➌
los.
• Draai de bevestigings
schroeven
van het apparaat slechts
los.
• Til de deur eruit.
• Zet alle bevestigings
schroeven
de andere kant en draai
ze er een stukje in.
• Draai de bevestigings
schroeven voor de deur
➋ eruit en zet de scharnieren kruiselings verwisseld
over.
-
• Bio f r e sh-laden ver-plaatsen, afb. A1, 2, 3:
- Afb.
er helemaal uit, pak hem
achter vast en til hem naar
boven weg.
- Afb.
de lade
en schuif hem aan de andere
greepzijde in de geleidegroe
ven terug totdat de lagertap
pen vastklikken.
- Afb.
terug, plaats elke lade op de
geheel eruit getrokken gelei
ders - geleiders moeten tot
aan de voorkant van de lade
komen - en schuif de lade erin.
Lade en deksel moeten boven
elkaar in één lijn staan.
• Hang de deur in de voorge
monteerde schroeven
draai deze vast.
• Sluit met de afdekdelen
vrije bevestigingsgaten af.
➊ in de romp
➊ over naar
A1: Trek elke lade
A2: Trek het deksel van
➎ er naar voren uit
A3: Zet de laden weer
-
-
-
-
-
-
-
➊ en
➌ alle
Inbouwmaten EURO (mm)
KIB 3044
A 1580-1583
B 560-570
C 560
D 1571
E 557
Inbouwmaten SMS (mm)
KIB 3074 IKB 2154
A 1524 1270
B 550 550
C 605 605
D 1517 1263
E 545 545
Vakdeur ombouwen
• Verwijder de stopjes ➊.
• Schroef de sluitnok
scharnieren af en zet alles, 180° gedraaid, naar de andere kant
over.
• Sluit met de stopjes
➋ eraf. Schroef het deurtje ➌ er met de
➊ de vrijgekomen gaten weer af.
18
Page 7
Inbouwen in de ombouwkast
Euronorm:
• Schuif de opvulstrook BN
in de opname, schroef hem
met borstbouten op het ap
paraat.
• Lijm de afdekstrip
zijkant met de deurgrep: trek
de beschermfolie eraf en druk
de rand vast. Snij de afdekstrip
indien nodig op nishoogte
af.
• Let op de dikte van de meubelwand:
Bij 16 mm dikke meubelwan-
den = 568 mm brede nis:
- Druk de afstandsdelen
BP
-
op de
BQ en
BR op de scharnieren.
- Schuif het apparaat zo ver in
de nis dat de afstandsdelen
tegen de zijwand van het
keukenkastje rusten.
SMS:
• Schuif de opvulstrook BN in de opname, schroef hem met borstbouten op het apparaat.
• Beve stigi ngsdeeltje
greep, links of rechts aan de kant van de greep in de bodemrails
schuiven. Met de platkopschroef 3.5 x 11 vastschroeven.
Vastzetten in de ombouwkast
➒, a l naa rgelang de kant van de
Meubeldeur
monteren
1. Trek de montagehulpmiddelen naar boven eruit en schuif
ze gedraaid in de ernaast
gelegen opnameopeningen.
2. Schuif de montagehulpmiddelen ➍ tot aan de hoogte van
de keukendeurtje omhoog.
Onderste aanslagkant van de
montagehulpmiddel = boven
kant van het te monteren
keukendeurtje.
3. Schroef de borgmoeren ➌
eraf.
4. Hang de strip
Afhankelijk van de nisbreedte
moet de middellijn van de strip
in de richting van het scharnier
worden verplaatst!
5. Schroef strip
van spaanplaat met minimaal
6 schroeven (4x14). Bij deuren
met panelen met 4 schroeven
aan de rand.
6. Trek de montagehulpmiddelen
➍ naar boven eruit en schuif
ze gedraaid in de ernaast gelegen opnameopeningen.
➊ op het keukendeurtje.
➊ vast: Bij deuren
-
NL
Apparaat in de nis
bevestigen
Euronorm:
• vanboven met bevestigingspro-
BM
fiel
, afb. B1,
• aan de zijkanten met scharnie
ren, afb.
• vanonder met bevestigingsdeeltje
afb. B3.
B2,
SMS:
• vanboven met bevestigingsprofiel BM,
afb. B1,
• aan de zijkanten met scharnieren,
afb. B2,
• vanonder met bevestigingsdeeltje
-
➓,
➒, afb. B4.
7. Hang het keukendeurtje op de deur van het apparaat/de
stelschroeven
borgmoeren
stelschroeven.
8. Breng het keukendeurtje in de
horizontale en verticale richting
in één lijn met de voorkanten
van de aangrenzende keuken
kastjes zijdelingse verstelling X
door verschuiven, hoogtever
stelling
Y en zuijdelingse hoek
m.b.v. de stelschroeven
een normale schroevendraaier.
Draai de borgmoeren
9. Lijn het keukendeurtje in de
diepte
Z uit: Draai de kruiskopschroeven ➑ los.
10. Schroef de bevestigings-hoek
(4 x 14)
ombouwkast vast.
11. Draai de kruiskopschroeven
➏ los.
12. Lijn de deur van de ombouw
kast parallel aan de deur van
het apparaat uit. Draai de
M6-schroeven
13. Sluit de deur en controleer de
afstand tussen de deur en de
deuren van de aangrenzende
keukenkasten.
14. Duw het afdekprofiel
bevestigingshoeken totdat
het vastklikt.
15. Afdekdeel
➋. Draai de
➌ losjes op de
➋ met
➌ vast.
➐ op de deur van de
➏ vast.
BO
op de
BS vastduwen.
-
-
➎ met spaanplaat-schroeven
-
19
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.