LIEBHERR ICBN 3386 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie met BioFresh-gedeelte, integreerbaar, Deur-op-deur
240117
7086538 - 00
ICBP/ (S)ICBN ... LP
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 5
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 5
5 Bediening................................................................ 5
5.1 Kinderbeveiliging...................................................... 5
5.2 Deuralarm................................................................. 6
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 6
5.4 Koelgedeelte ........................................................... 6
5.5 BioFresh-gedeelte.................................................... 9
5.6 Vriesgedeelte........................................................... 10
6 Onderhoud.............................................................. 13
6.1 handmatig ontdooien................................................ 13
6.2 Ontdooien met NoFrost............................................ 14
6.3 Apparaat reinigen..................................................... 14
6.4 IceMaker reinigen..................................................... 14
6.5 Technische Dienst.................................................... 14
7 Storingen................................................................ 15
8 Uitzetten.................................................................. 16
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 16
8.2 Buiten werking stellen............................................... 16
9 Apparaat afdanken................................................ 16

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Ventilator (14) Vochtreguleringsplaat (3) Plateau, gedeeld (15) HydroSafe (4) Plateau (16) Afvoeropening (5) VarioSafe* (17) LED-verlichting vriesge-
(6) Geïntegreerd flessen-
plateau
(7) LED-lichtzuil, aan beide
kanten
(8) VarioBox (20) IceMaker*
(9) Conservenrek* (21) Info-systeem* (10) Flessenrek (22) Koudeaccu's (11) Flessenhouder (23) Typeplaatje (12) LED-verlichting
BioFresh-gedeelte
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
(13) DrySafe
deelte
(18) Sluitdemper
(19) Diepvrieslade
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaat­klasse
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen van

1.3 Conformiteit

Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet in de inbouwtoestand aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak conform DIN EN 62552.

1.4 Energie sparen

Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen.

Algemene veiligheidsvoorschriften

Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Levensmiddelen gesorteerd plaatsen (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen. Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden. Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen. Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.* Bij langere vakantieperioden de vakantiefunctie gebruiken
-
(zie 5.4.4) .
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en het vervangen van de netaansluiting mag alleen worden uitgevoerd door de klantenser­vice of ander vakpersoneel dat hiervoor is opgeleid.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding inbouwen, aansluiten en afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
Alle reparaties resp. aanpassingen aan de IceMaker alleen laten uitvoeren door de Tech-
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 4
Algemene veiligheidsvoorschriften
nische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.*
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door een verkeerde aansluiting aan de watervoorziening is ontstaan.*
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei­lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieu­vriendelijk maar brandbaar. Uitstromend koel­middel kan ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij­deren. Vertrek goed ventileren. Informeer de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 5

Bedienings- en controle-elementen

3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 2
(1) Toets On/Off koelge-
deelte
(2) Temperatuurdisplay
koelgedeelte
(3) Insteltoets Up koelge-
deelte
(4) Insteltoets Down koel-
gedeelte
(5) Toets Holiday (15) Symbool Alarm (6) Toets SuperCool (16) Symbool Menu (7) Symbool SuperCool (17) Symbool Kinderbeveili-
(8) Toets On/Off vriesge-
deelte
(9) Temperatuurdisplay
vriesgedeelte
(10) Insteltoets Up vriesge-
deelte

3.2 Temperatuurweergave

In de normale modus worden:
de warmste vriestemperatuur
-
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De temperatuurweergave van het vriesgedeelte knippert:
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
In de weergave knipperen strepen:
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
FE*
-
Het symbool stroomuitval
(11) Insteltoets Down vriesge-
deelte
(12) Toets SuperFrost
(13) Symbool SuperFrost
(14) Toets Alarm
ging
(18) Symbool IceMaker*
(19) Symbool Watertank*
(20) Symbool Stroomuitval
knippert.

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat inschakelen

Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading inschakelen.

4.1.1 Volledig apparaat via het vriesgedeelte inschakelen

Open de deur.
u
Toets On/Off vriesgedeelte
u
Het temperatuurdisplay koelgedeelte geeft de huidige
w
temperatuur in de binnenruimte aan. Het temperatuurdisplay vriesgedeelte en het symbool Alarm
w
knipperen tot de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuur boven 0 °C is knipperen streepjes, is de tempe­ratuur lager dan knippert de huidige temperatuur.

4.1.2 Koel- en BioFresh-gedeelte inschakelen

Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koelgedeelte kan afzonderlijk van het vriesgedeelte in-
u
of uitgeschakeld worden.
Open de deur.
u
Toets On/Off koelgedeelte
u
Koel- en BioFresh-gedeelte zijn ingeschakeld: temperatuur-
w
weergave koelgedeelte de deur van het koelgedeelte gaat de binnenverlichting aan.
Fig. 2 (8)
Fig. 2 (1)
Fig. 2 (2)
indrukken.
indrukken.
brandt. Bij het openen van

5 Bediening

5.1 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.

5.1.1 Kinderbeveiliging instellen

Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken.
w
Op de display knippert c. Het symbool Menu
w
Druk kort op de toets SuperFrost
u
tigen. Als in de display om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt u
u
kort op de toets SuperFrost
Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c. Als in de display c0 wordt aangegeven:
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
u
toets SuperFrost Het symbool Kinderbeveiliging
w
display knippert c. Instelmodus deactiveren: toets On/Off vriesgedeelte
u
Fig. 2 (8)
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
w
weergegeven.
indrukken.
Fig. 2 (16)
is verlicht.
c1 wordt aangegeven:
Fig. 2 (12)
Fig. 2 (17)
Fig. 2 (12)
.
Fig. 2 (12)
Fig. 2 (12)
.
Fig. 2 (17)
ca. 5 s
om te beves-
brandt. Op de
dooft. Op de
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 6
Bediening

5.2 Deuralarm

Voor koel- / BioFresh-gedeelte en vriesgedeelte Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.

5.2.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w

5.3 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd. de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (15)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is. Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.

5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w

5.4 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei­ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.4.1 Levensmiddelen koelen

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Fig. 2 (14)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
Fig. 2 (14)
indrukken.
Fig. 2 (15)
indrukken.
.
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.

5.4.2 Temperatuur instellen

De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C, aanbevolen wordt 5 °C.
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur lager dan 3 °C moet zijn:
Koeltemperatuur op 3 °C instellen.
u u
BioFresh-temperatuur op een waarde tussen b4 (iets kouder) en b1 (het koudst) instellen (zie 5.5)
Temperatuur hoger instellen: Insteltoets Up koelgedeelte
u
Fig. 2 (3)
Temperatuur lager instellen: Insteltoets Down koelgedeelte
u
Fig. 2 (4)
Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay
w
van het koelgedeelte de tot dusver ingestelde waarde knip­perend aan. Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
u
indrukken. Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
u
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend
w
aangegeven. Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerke-
w
lijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.

5.4.3 SuperCool

Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver­mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera­turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
w
SuperCool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
w
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
indrukken.
indrukken.
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (6)
kort indrukken.
Fig. 2 (7)
Fig. 2 (7)
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren.

5.4.4 Vakantieschakelaar

De vakantieschakelaar spaart energie en voorkomt dat er een geur ontstaat, wanneer de deur van het koelgedeelte langere tijd dicht blijft.
Het vriesgedeelte blijft in werking tijdens de vakantie­functie.
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
Vakantie-schakelaar aanzetten
Alle levensmiddelen uit het koel- en
u
BioFreshgedeelte nemen, daar ze anders bederven.. De toets Holiday
u
De vakantieschakelaar staat aan. In de display verschijnt
w
Fig. 2 (5)
3 sec. indrukken.
Ho.
Vakantie-schakelaar afzetten
Druk kort op de toets Holiday
u
De vakantie-schakelaar staat uit.
w
De display geeft de huidige temperatuur weer.
w
Fig. 2 (5)
.

5.4.5 Draagplateaus

Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
Bediening
Flessenrek gebruiken: de
u
glasplaat ruimtebesparend onder het flessenrek plaatsen. Flessen met de onderkant
u
naar achter tegen de achter­wand leggen. Indien de flessen uit het fles­senrek steken: De onderste opbergvakken
u
in de deur een positie hoger zetten.

5.4.8 VarioSafe*

De VarioSafe biedt ruimte voor kleine levensmiddelen en verpakkingen, tubes en glazen potten.
VarioSafe gebruiken*
Fig. 3
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
u
uitsparingen langs de geleiders. Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken. Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
u
achterzijde en naar boven toe wijzend. De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
w
Draagplateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden gereinigd.

5.4.6 Deelbare draagplateau gebruiken

Deelbaar draagplateau
u
volgens de afbeelding onderschuiven.
Fig. 5
De schuiflade van de VarioSafe kan er worden uitgenomen
u
en er op twee verschillende hoogtes worden ingeschoven. De VarioSafe kan bovendien
u
als geheel in hoogte worden versteld. Voor volledig verwijderen
u
schuin plaatsen en naar voren trekken.
VarioSafe demonteren*
Fig. 6
De VarioSafe kan worden gedemonteerd om te worden
u
gereinigd.

5.4.9 Opbergvakken

Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 4
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.

5.4.7 Geïntegreerd flessenrek gebruiken

Op de bodem van het koelgedeelte kan naar keuze het geïnte­greerde flessenrek of de glasplaat worden gebruikt:
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Fig. 7
Page 8
Bediening
Fig. 8
U kunt gebruikmaken van een bakje of van beide bakjes. Als zeer hoge flessen geplaatst moeten worden, moet u slechts één bakje boven het flessenrek aanbrengen. Plaats het andere bakje in het rek.
Boxen omzetten: naar
u
boven uitnemen en op de gewenste plaats terugzetten.
Opbergvakken demonteren

5.4.10 Flessenhouder gebruiken

Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet de flessenhouder worden verschoven.

5.4.11 Botervloot

Botervloot openen / sluiten
Fig. 9
Fig. 10
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
Fig. 11
Botervloot uit elkaar halen
Fig. 12
De botervloot kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.

5.4.12 Eierhouder

De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar. De beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te geven.
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Wild tot 7 dagen
Gebruik de bovenste zijde voor de opslag van kippeneieren.
u
Gebruik de onderste zijde voor de opslag van kwarteleieren.
u

5.5 BioFresh-gedeelte

In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum vermeld op de verpakking.

5.5.1 DrySafe

De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.

5.5.2 HydroSafe

De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.

5.5.3 De vochtigheid instellen in de HydroSafe

u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifre-
gelaar naar rechts schuiven.

5.5.4 Levensmiddelen bewaren

Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar­dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat geldt ook voor verschillende soorten vlees. Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet bewaren: de levensmiddelen verpakken.
u

5.5.5 Bewaartijden

Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Boter tot 90 dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
Savooikool tot 20 dagen
Fruit
Abrikozen tot 13 dagen
Appels tot 80 dagen
Peren tot 55 dagen
Braambessen tot 3 dagen
Dadels tot 180 dagen
Aardbeien tot 7 dagen
Vijgen tot 7 dagen
Bosbessen tot 9 dagen
Frambozen tot 3 dagen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Page 10
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Aalbessen tot 7 dagen
Kersen, zoet tot 14 dagen
Kiwi's tot 80 dagen
Perziken tot 13 dagen
Pruimen tot 20 dagen
Vossenbessen tot 60 dagen
Rabarber tot 13 dagen
Kruisbessen tot 13 dagen
Druiven tot 29 dagen

5.5.6 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte instellen

U kunt de temperatuur een beetje kouder of warmer instellen. De temperatuur is instelbaar van b1 (koudste temperatuur) tot
b9 (warmste temperatuur). Standaard is de waarde b5 inge-
steld. Bij de waarden b1 t/m b4 kan de temperatuur onder de 0 °C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
5 sec. indrukken. Het menusymbool
w w
Op de display knippert c. Insteltoets Up vriesgedeelte
u
indrukken, tot op het display b knippert. Bevestigen: toets SuperFrost kort indrukken.
u
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up vriesgedeelte
u
Fig. 2 (10)
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down vriesgedeelte
u
Fig. 2 (11)
Bevestigen: toets SuperFrost indrukken.
u
De temperatuur past zich langzaam aan de
w
nieuwe instelling aan.
Instelmodus deactiveren: Toets On/Off vriesgedeelte
u
Fig. 2 (8)
-of-
Wacht 5 minuten.
u
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
indrukken.
indrukken.
indrukken.
Fig. 2 (16)
licht op.
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (12)
net zo vaak
ca.
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.

5.5.8 Vochtreguleringsplaat

Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden eruit lichten.

5.5.9 FlexSystem gebruiken

Het FlexSystem ondersteunt de overzichtelijke, flexibele opslag en sortering van levensmiddelen. Het systeem biedt een duide­lijke onderverdeling in bijvoorbeeld fruit, groente of houdbaar­heid.
Fig. 15
Het FlexSystem kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.

5.6 Vriesgedeelte

In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens­middelen invriezen.

5.5.7 Schuifladen met demper

Fig. 13
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten. Rails weer inschuiven!
u

5.6.1 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Fig. 14
Rails inschuiven.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 11
Bediening
- vlees max. 2,5 kg Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.

5.6.2 Levensmiddelen ontdooien

- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.6.3 Temperatuur instellen in het vriesge-
deelte
Het apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking. De temperatuur is instelbaar van -15 °C tot -26 °C, aanbevolen
wordt -18 °C.
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up vriesgedeelte
u
Fig. 2 (10)
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down vriesgedeelte
u
Fig. 2 (11)
De eerste keer dat u drukt toont het temperatuurdisplay
w
vriesgedeelte de huidige waarde. Temperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toets kort
u
indrukken.
-of-
Temperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt
u
houden.
Tijdens het instellen knippert de waarde.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aange­geven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
indrukken.
indrukken.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Apparaten met NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
bovenste laden leggen. Apparaten zonder NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
onderste laden leggen. Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 24 u wachten.
u
Apparaten met NoFrost: bovenste laden uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct op de bovenste plateaus leggen. Apparaten zonder NoFrost: onderste lade uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct in het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben. SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
w
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk na 65 h. Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten. Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 2 (13)
gaat uit, wanneer het

5.6.5 Laden

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie. Bij apparaten met NoFrost:
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u

5.6.4 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een „koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapa­citeit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling.
Fig. 2 (12)
eenmaal kort indrukken.
Fig. 2 (13)
is verlicht.
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.6.6 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
*
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Page 12
Bediening
Plateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden gereinigd.

5.6.7 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levens­middelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriespro­ducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.

5.6.9 IJsblokjeshouder*

*
Fig. 18
Als het water is bevroren: IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
u
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen

5.6.8 Info-systeem

Fig. 16
(1) Brood (4) Groente (2) IJs (5) Vlees (3) Vis (6) Fruit
Fig. 17
*
(1) IJsblokjes
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
Fig. 19
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.

5.6.10 Koudeaccu's

De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera­tuur te snel stijgt.
Koudeaccu's gebruiken*
De bevroren koudeaccu's boven
u
in het voorste vriesgedeelte op de ingevroren levensmiddelen leggen.
Koudeaccu's gebruiken*
De koudeaccu's in het plafond van het
u
vriesgedeelte laten bevriezen en daar bewaren.
wanneer de bovenste lade uitgenomen is: Koudeaccu´s plaatsen:
u
koudeaccu´s in het plafond van de vriesruimte boven aan de achterkant inschuiven en van voren in laten klikken.
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 13
Onderhoud
wanneer de bovenste lade uitgenomen is: Koudeaccu´s uitnemen:
u
koudeaccu´s aan de zijkant vastpakken en naar onder uitdrukken.

5.6.11 IceMaker*

De IceMaker zit in de bovenste schuiflade van het vriesge­deelte. Op de schuiflade staat het opschrift „IceMaker”.
Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan:
het apparaat staat waterpas.
-
het apparaat is ingeschakeld.
-
het vriesgedeelte is ingeschakeld.
-
de IceMaker is aangesloten op de waterleiding.
-
IceMaker inschakelen*
Fig. 20
Schuiflade uittrekken.
u
Druk op de toets On/Off
u
Fig. 20 (2)
Schuiflade weer inschuiven.
u
Het symbool IceMaker
w
Aanwijzing
De IceMaker maakt alleen ijsblokjes als de schuiflade hele-
u
maal dicht is.
IJsblokjes maken*
De productiecapaciteit hangt af van de vriestemperatuur. Hoe lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er in een bepaalde tijd worden gemaakt.
De ijsblokjes vallen uit de IceMaker in de schuiflade. Bij het bereiken van een bepaalde vulhoogte, worden geen ijsblokjes meer gemaakt. De IceMaker vult de lade niet tot de rand.
Ijsblokjes gelijkmatig in de schuiflade verdelen om de vulhoe­veelheid te verhogen.
Als u een grote hoeveelheid ijsblokjes nodig heeft, kunt u de volledige IceMaker schuiflade verwisselen voor de schuiflade ernaast. Als u de schuiflade sluit, schakelt de IceMaker vanzelf opnieuw in.
Wanneer u de IceMaker voor het eerst inschakelt, kan het tot 24 u duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt of lang niet gebruikt is, kunnen zich in de IceMaker resp. de waterleiding deeltjes verzamelen.
IJsblokjes die 24 uur na de eerste productie van ijsblokjes
u
zijn gemaakt, niet gebruiken of consumeren.
Duur watertoevoer instellen*
De openingstijd van het ventiel aan de IceMaker kan ingesteld worden, wanneer b.v. de waterdruk in de leiding te laag of te hoog is.
De watertoevoertijd kan in trappen van E1 (korte toevoertijd) tot
branden.
Fig. 20 (1)
Fig. 2 (18)
, zodat de LEDs
brandt.
E8 (lange toevoertijd) worden ingesteld. Vooraf ingesteld is de
waarde E3.
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool menu
w
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: druk kort op de toets SuperFrost
u
Toevoertijd water verlengen: druk op de insteltoets
u
Up vriesgedeelte Toevoertijd water verkorten: druk op de insteltoets
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off vriesge-
u
deelte
Fig. 2 (8)
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
IceMaker uitschakelen*
Als u geen ijsblokjes nodig heeft, kunt u de IceMaker onafhan­kelijk van het vriesgedeelte uitschakelen.
Wanneer de IceMaker uitgeschakeld is, kan de schuiflade van de IceMaker worden gebruikt om levensmiddelen in te vriezen of te bewaren.
Druk gedurende ca. 1 seconde op de toets On/Off, tot de
u
LED brandt. Het symbool IceMaker
w
De IceMaker reinigen.
u
Zo zorgt u ervoor, dat er geen water of ijs in de IceMaker
w
achterblijft.
Fig. 2 (12)
Fig. 2 (16)
Fig. 2 (11)
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (11)
.
Fig. 2 (18)
.
brandt.
E kiezen.
.
.
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (12)
gaat uit.
en insteltoets
Fig. 2 (12)
.
.

6 Onderhoud

6.1 handmatig ontdooien*

Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
u
kan lopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
u
u u
u
w u w w
u
WAARSCHUWING
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om het ontdooien te versnellen. Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei­nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen. De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha­digen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie in. De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”. Schakel het apparaat uit. De temperatuurdisplay gaat uit. Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe­veiliging (zie 5.1) geactiveerd. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Page 14
Onderhoud
Koudeaccu´s boven op de ingevroren levensmiddelen
u
plaatsen. Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
-of-
De twee onderste lades half met
u
handwarm water vullen en in het apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
u
raat terecht komt. Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
u
opnemen. Het apparaat reinigen (zie 6.3) en afdrogen.
u

6.2 Ontdooien met NoFrost*

Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u

6.3 Apparaat reinigen

Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u u u
u u
u
u
u
u
u u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen. Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie­roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens­middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen. Trek de stekker uit.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen. De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd. Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.4) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u

6.4 IceMaker reinigen*

De schuiflade van de IceMaker moet leeg en dicht zijn.
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool menu
w
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
insteltoets Down vriesgedeelte kiezen.
Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Fig. 2 (12)
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off vriesge-
u
deelte
Fig. 2 (8)
-of-
2 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven. Neem de schuiflade uit.
u
Ijsblokjeshouder en schuiflade met warm water reinigen.
u
Gebruik indien nodig een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen. Schuiflade opnieuw inschuiven.
u
De IceMaker in deze stand uitgeschakeld laten.
u
-of-
.
Fig. 2 (12)
Fig. 2 (16)
Fig. 2 (11)
.
.
brandt.
I kiezen.
Fig. 2 (11)
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (12)
Fig. 2 (10)
/ insteltoets
.
/
Ic
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade. Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
IceMaker inschakelen (zie 5.6.11) .
u

6.5 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 15
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 21 (1) Fig. 21 (2) Fig. 21 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr. en serie-nr.
van het
Fig. 21
WAARSCHUWING
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 21 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 21 (3)
Fig. 21 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal. SuperCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Storingen
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende koelaggregaat trillen.
De inbouw controleren en eventueel het apparaat opnieuw
u
uitlijnen. Flessen en bakken uit elkaar drukken.
u
Een stromingsgeluid aan de sluitdemper.
Het geluid ontstaat bij het openen en sluiten van de deur.
Het geluid is normaal.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op de temperatuurdisplay wordt aangegeven: FE*
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 2 (14)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid­delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
U kunt de IceMaker niet aanzetten.*
Het apparaat en dus ook de IceMaker zijn niet aangesloten.
Apparaat aansluiten (zie In gebruik nemen).
u
indrukken.
. Op
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Page 16
Uitzetten
De IceMaker maakt geen ijsblokjes.*
De IceMaker is niet ingeschakeld.
IceMaker inschakelen.
u
De schuiflade van de IceMaker is niet goed dicht.
Schuiflade correct inschuiven.
u
De watertoevoer is niet open.
Watertoevoer openen.
u
De watertoevoer naar de IceMaker is onderbroken.
Controleer de wateraansluiting (zie montagehandleiding
u
hoofdstuk Wateraansluiting).* Controleer de slangen (zie montagehandleiding hoofd-
u
stuk Wateraansluiting).*
De zeef in het eindstuk van de watertoevoerslang of de zeef
in het aansluitstuk op het apparaat zijn verstopt. Maak de zeven schoon.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.6.4)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron. Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit. De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa­reren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met laserklasse 1/1M. Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
De deurafdichting is defect of moet om andere redenen worden vervangen.*
De deurafdichting is bij enkele apparaten verwisselbaar.
Het kan zonder overig gereedschap worden verwisseld.
Neem contact op met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.*
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
u
sleuf.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Aanwijzing
Als het apparaat niet uitgeschakeld kan worden, is de
u
kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .

8.1.1 Volledige apparaat via het vriesgedeelte uitschakelen

Toets On/Off van het vriesgedeelte
u
indrukken. Er klinkt een lange pieptoon.
w
De temperatuurweergaven zijn donker.
w
Het apparaat is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (8)
ca. 2 seconden
8.1.2 Koel- met BioFresh-gedeelte uitscha­kelen
Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koel- met BioFresh-gedeelte kan afzonderlijk uit- en
u
ingeschakeld worden.
Toets On/Off van het koelgedeelte
u
indrukken. De temperatuurweergave van het koelgedeelte
w
donker. Koel- en BioFresh-gedeelte zijn uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden
Fig. 2 (2)
is

8.2 Buiten werking stellen*

Apparaat leegmaken.
u
IceMaker in reinigingsstand zetten (zie Onderhoud).
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 17
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Page 18
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Loading...