Liebherr ICBN 3324-22 User manual

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Inbouwkoel-vriescombinatie met BioFresh
20181031
7086534 - 01
ICBS/ ICBN
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 5
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 6
5.4 Koelgedeelte ........................................................... 6
6 Onderhoud.............................................................. 11
6.2 Ontdooien met NoFrost*........................................... 11
7 Storingen................................................................ 12
8.2 Buiten werking stellen............................................... 14
9 Apparaat afdanken................................................ 14
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Ventilator (10) DrySafe (3) LED-binnenverlichting (11) Deksel Fruit & Vegetable-
(4) Plateau (12) Fruit & Vegetable-Safe (5) Plateau, deelbaar (13) Afvoeropening (6) Koudste zone (14) Diepvrieslade (7) Conservenrek (15) Typeplaatje (8) Flessenrek
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
(9) Flessenhouder
Safe
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv. het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet in de inbouwtoestand aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak conform DIN EN 62552.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU) 2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productge­gevensblad kunt op de website van Liebherr in het download­bereik downloaden.
1.5 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Levensmiddelen gesorteerd plaatsen (zie 1) .
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden. Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen. Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.* Bij langere vakantietijden koelgedeelte leegmaken en
-
uitschakelen.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en het vervangen van de netaansluiting mag alleen worden uitgevoerd door de klantenser­vice of ander vakpersoneel dat hiervoor is opgeleid.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding inbouwen, aansluiten en afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het apparaat dienen voor de verlichting van de binnenruimte van het apparaat en zijn niet geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieu­vriendelijk maar brandbaar. Uitstromend koel­middel kan ontbranden.
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Pijpleidingen van het koelcircuit niet beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij­deren. Vertrek goed ventileren. Informeer de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de achterkant van het apparaat zijn aange­bracht. Deze heeft betrekking op de schuim­panelen in de deur en/of de behuizing. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. De sticker niet verwijderen.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 2
(1) Toets On/Off koelge-
deelte
(2) Temperatuurdisplay
koelgedeelte
(3) Insteltoets koelgedeelte (11)Toets Alarm (4) Toets SuperCool (12) Symbool Alarm (5) Symbool SuperCool (13) Symbool Menu
(9) Toets SuperFrost
(10) Symbool SuperFrost
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 5
In gebruik nemen
(6) Toets On/Off vriesge-
deelte
(7) Temperatuurdisplay
vriesgedeelte
(8) Insteltoets vriesge-
deelte
(14) Symbool Kinderbeveili-
ging
(15) Symbool Stroomuitval
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
de warmste vriestemperatuur
-
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De temperatuurweergave van het vriesgedeelte knippert:
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
In de weergave knipperen strepen:
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie 7) .
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 4 uur vóór de eerste lading inschakelen.
4.1.1 Volledig apparaat via het vriesgedeelte inschakelen
Open de deur.
u
Druk op de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
Koel- en vriesgedeelte zijn ingeschakeld.
w
temperatuurweergaven branden.
w
Bij het openen van de deur van het koelgedeelte gaat de
w
binnenverlichting aan. Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
4.1.2 Koelgedeelte inschakelen
Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koelgedeelte kan afzonderlijk van het vriesgedeelte in-
u
of uitgeschakeld worden.
Fig. 2 (6)
.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Moet de functie worden ingeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c1. Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c0 . Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w w
Op de display knippert c. De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
gaat uit.
5.2 Deuralarm*
Voor koel- / BioFresh-gedeelte en vriesgedeelte Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Fig. 2 (9)
op de
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (6)
weerge-
kort in.
weerge-
kort in.
Open de deur.
u
Druk op de toets On/Off van het koelgedeelte
u
temperatuurweergaven branden.
w
Bij het openen van de deur van het koelgedeelte gaat de
w
binnenverlichting aan. Het koelgedeelte is ingeschakeld.
w
Fig. 2 (1)
.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 6
Bediening
5.3 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd. de stroom is langer uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (12)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is. Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie 7) .
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
Fig. 2 (12)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
.
5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei­ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de instelling 3 °C bereikt, wordt weer bij 9 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk de instel-
u
toets van het koelgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven. Temperatuur in 1 °C -stappen wijzigen: Druk de
u
insteltoets koelgedeelte totdat de gewenste temperatuur op het tempera­tuurdisplay oplicht. Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets
u
ingedrukt houden. Tijdens het instellen wordt de waarde knippe-
w
rend weergegeven. Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera­tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 2 (3)
Fig. 2 (3)
in.
net zo vaak in,
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver­mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera­turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator* draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
w
SuperCool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
w
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie 1) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
5.4.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 3
Draagplateau omhoog tillen en een beetje naar voren
u
trekken. Draagplateau qua hoogte instellen. Schuif hiervoor de
u
uitsparingen langs de steunen. Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken. Plateaus op gewenste hoogte terugschuiven. De uittrek-
u
stops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste steunrib liggen.
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
Bediening
Draagplateaus demonteren
De draagplateaus kunnen
u
voor het reinigen gedemon­teerd worden.
5.4.5 Deelbare draagplateau gebruiken
Deelbaar draagplateau
u
volgens de afbeelding onderschuiven.
Fig. 4
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
5.4.7 Flessenhouder gebruiken
Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet de flessenhouder worden verschoven.
5.4.8 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar. De beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te geven.
5.4.6 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 5
Opbergvakken demonteren
Fig. 6
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
Gebruik de bovenste zijde voor de opslag van kippeneieren.
u
Gebruik de onderste zijde voor de opslag van kwarteleieren.
u
5.5 BioFresh-gedeelte
Het BioFresh-gedeelte zorgt ervoor dat sommige verse levens­middelen langer bewaard kunnen worden dan bij traditioneel koelen.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum vermeld op de verpakking.
Zakken de temperaturen onder de 0 °C, kunnen levensmid­delen vastvriezen.
5.5.1 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.2 Fruit & Vegetable-Safe
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe is afhankelijk van het in het vak geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie van het openen en sluiten van het vak. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
De Fruit & Vegetable-Safe is geschikt voor het instellen van de hoge luchtvochtigheid voor het opslaan van niet verpakte salade, groenten en fruit met een hoog vochtgehalte. Bij een goed gevulde schuiflade wordt een dauwvers klimaat ingesteld.
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Page 8
Bediening
5.5.3 Vochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe instellen
Fig. 7
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe kan traploos worden ingesteld.
u
Lage luchtvochtigheid: De schuifregelaars naar achter plaatsen. De openingen in de deksel zijn deels of volledig geopend.
w
De luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe neemt af.
u
Hoge luchtvochtigheid: De schuifregelaar naar voren trekken. De openingen in de deksel zijn deels of volledig dicht. De
w
luchtvochtigheid in Fruit & Vegetable-Safe neemt toe.
5.5.4 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
In het BioFresh-gedeelte horen geen groenten zoals
u
augurken, aubergines, tomaten, zucchini en zeevruchten die gevoelig zijn voor kou.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar­dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat geldt ook voor verschillende soorten vlees. Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet bewaren: de levensmiddelen verpakken.
u
Zeer vochtige levensmiddelen bewaren: Vooraf laten
u
uitdruppelen. Als er te veel vocht in het vak zit: Instelling te lage luchtvochtigheid kiezen.
u
-of-
Vocht met een doek verwijderen.
u
5.5.5 Bewaartijden
Richtwaarden voor de opslagduur bij een lage lucht­vochtigheid bij 0 °C
boter tot 90 dagen
harde kaas tot 110 dagen
melk tot 12 dagen
worst, beleg tot 9 dagen
gevogelte tot 6 dagen
varkensvlees tot 7 dagen
rundvlees tot 7 dagen
wild tot 7 dagen
Richtwaarden voor de opslagduur bij een hoge lucht­vochtigheid bij 0 °C
groenten, salade
artisjokken tot 14 dagen
selderij tot 28 dagen
bloemkool tot 21 dagen
broccoli tot 13 dagen
chicorée tot 27 dagen
veldsla tot 19 dagen
erwten tot 14 dagen
boerenkool tot 14 dagen
wortels tot 80 dagen
knoflook tot 160 dagen
koolrabi tot 55 dagen
kropsla tot 13 dagen
kruiden tot 13 dagen
prei tot 29 dagen
champignons tot 7 dagen
radijsjes tot 10 dagen
spruitjes tot 20 dagen
asperge tot 18 dagen
spinazie tot 13 dagen
savooiekool tot 20 dagen
Fruit
abrikozen tot 13 dagen
appels tot 80 dagen
peren tot 55 dagen
braambessen tot 3 dagen
dadels tot 180 dagen
aardbeien tot 7 dagen
vijgen tot 7 dagen
blauwe bosbessen tot 9 dagen
frambozen tot 3 dagen
rode bessen tot 7 dagen
kersen, zoet tot 14 dagen
kiwi tot 80 dagen
perziken tot 13 dagen
pruimen tot 20 dagen
vossenbessen tot 60 dagen
rabarber tot 13 dagen
kruisbessen tot 13 dagen
druiven tot 29 dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis sneller dan vlees.
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
Bediening
5.5.6 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte instellen
Aanbevolen instelling koelgedeelte: 5 °C. De BioFresh-tempe­ratuur wordt automatisch geregeld en ligt tussen het bereik van 0 °C en 3 °C.
U kunt de temperatuur een beetje kouder of warmer instellen. De temperatuur is instelbaar van b1 (laagste temperatuur) tot
b9 (hoogste temperatuur). Standaard is de waarde b5 inge-
steld. Bij de waarden b1 t/m b4 kan de temperatuur onder de 0 °C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
De waarde kan doorlopend worden veranderd. Wanneer de instelling b9 is bereikt, wordt weer begonnen met b1.
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Hetsymbool Menu
w
tuurdisplay wordt c aangegeven. Druk net zo vaak op de insteltoets van het
u
vriesgedeelte
Fig. 2 (13)
Fig. 2 (8)
is verlicht. Op het tempera-
totdat op het display
Fig. 2 (9)
b knippert.
Bevestigen: Druk kort op de toets Super-
u
Frost
Fig. 2 (9)
Druk net zo vaak op de insteltoets vriesge-
u
deelte
Fig. 2 (8)
op het display wordt aangegeven. Bevestigen: Druk op de toets SuperFrost
u
Fig. 2 (9)
w
Op het temperatuurdisplay knipppert b. Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off van het
u
vriesgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de temperatuur van het
w
koelgedeelte weer aangegeven. De temperatuur in het BioFresh-gedeelte past zich lang-
w
zaam aan de nieuwe instelling aan.
.
totdat de gewenste waarde
.
Fig. 2 (6)
.
5.5.7 Schuifladen
5.5.8 Deksel Fruit & Vegetable-Safe
Fig. 10
Deksel Fruit & Vegetable-Safe eruit halen: De deksel bij eruit
u
gehaalde schuifladen voorzichtig naar voren trekken en vanaf de onderkant eruit halen. Deksel Fruit & Vegetable-Safe aanbrengen: Dekselranden
u
van onder in de achterste houder voren in de houder
Fig. 10 (2)
Fig. 10 (1)
klikken.
plaatsen en van
5.6 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens­middelen invriezen.
5.6.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1) onder „Invriesca­paciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker te openen.
Fig. 8
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten. Geleiders weer erin schuiven.
u
Fig. 9
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.
5.6.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
VOORZICHTIG
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Page 10
Bediening
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.6.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.6.4 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling -26 °C bereikt, wordt weer bij -15 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk eenmaal de
u
insteltoets van het vriesgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven. Temperatuur in 1 °C -stappen wijzigen: Druk de
u
insteltoets vriesgedeelte totdat de gewenste temperatuur op het tempera­tuurdisplay oplicht. Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
u
houden. Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
w
geven. Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera­tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 2 (8)
Fig. 2 (8)
net zo vaak in
in.
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Apparaten zonder NoFrost:*
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.*
u
Apparaten met NoFrost:*
Verpakte levensmiddelen in de bovenste laden leggen.*
u
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 24 u wachten.
u
Apparaten zonder NoFrost:*
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
u
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben.*
Apparaten met NoFrost:*
Bovenste laden uitschuiven en de levensmiddelen direct op
u
de bovenste plateaus leggen.* SuperFrost schakelt na 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten.
Apparaten zonder NoFrost:*
Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer
u
inschuiven.*
Apparaten met NoFrost:*
Levensmiddelen in de laden legen en deze weer
u
inschuiven.* Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (10)
eenmaal kort indrukken.
is verlicht.
Fig. 2 (10)
gaat uit, wanneer het
5.6.6 Laden
5.6.5 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een „koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapa­citeit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.6.7 Plateaus
Plateaus verplaatsen
Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
Plateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden gereinigd.
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 11
Onderhoud
5.6.8 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de draagplateaus eruit halen. Zo maakt u plaats voor grotere levensmiddelen zoals gevogelte, vlees, groter wild en kunnen hoge producten van de bakkerij volledig worden inge­vroren en verder worden klaar­gemaakt.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
u
worden belast.
5.6.9 IJsblokjeshouder
Fig. 11
Als het water is bevroren: IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
u
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Ontdooiprocedure:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
u
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om het ontdooien te versnellen. Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
u
in. De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
w
Schakel het apparaat uit.
u
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe-
w
veiliging (zie 5.1) geactiveerd. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
-of-
De twee onderste lades half met
u
handwarm water vullen en in het apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
u
raat terecht komt. Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
u
opnemen. Het apparaat reinigen (zie 6.3) en afdrogen.
u
6.2 Ontdooien met NoFrost*
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Fig. 12
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.
6 Onderhoud
6.1 handmatig ontdooien*
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
u
kan lopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.3 Apparaat reinigen
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Page 12
Storingen
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Apparaataanduiding
u
Fig. 13 (1) Fig. 13 (2) Fig. 13 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 13 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
, service-nr. en serie-nr.
van het
en serie-nr.
Fig. 13 (3)
Fig. 13 (1)
mededelen.
, service-nr.
Fig. 13
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen. Deksel Fruit & Vegetable-Safe met lauw water en een
u
beetje spoelmiddel met de hand reinigen. De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd. Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.5) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie 7) . Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan­sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie 6) , uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal. SuperCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
u
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 13
Uitzetten
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende koelaggregaat trillen.
De inbouw controleren en eventueel het apparaat opnieuw
u
uitlijnen. Flessen en bakken uit elkaar drukken.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
u
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 2 (11)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid­delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
u
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie 6) . U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.6.5)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron. Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
indrukken.
. Op
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
In de display worden streepjes („- -”) aangegeven.
De vriestemperatuur is door stroomuitval of een stroomon-
derbreking boven nul gestegen.
u
Zie ook “Stroomuitval” en “
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit. De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa­reren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risi­cogroep RG 2. Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Om het hele apparaat uit te schakelen, moet alleen het
u
vriesgedeelte worden uitgeschakeld. Daarbij wordt tevens het koelgedeelte automatisch uitgeschakeld. Het koelgedeelte kan afzonderlijk worden uitgeschakeld
u
(bijv. tijdens langere afwezigheid zoals vakantie), het vries­gedeelte blijft daarbij in gebruik. Als het apparaat resp. het koelgedeelte niet uitgeschakeld
u
kan worden, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
8.1.1 Volledige apparaat via het vriesgedeelte uitschakelen
Toets On/Off van het vriesgedeelte
u
indrukken. Er klinkt een lange pieptoon.
w
De temperatuurweergaven zijn donker.
w
Het apparaat (koelgedeelte en vriesgedeelte) is uitgescha-
w
keld.
8.1.2 Koelgedeelte uitschakelen
Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koelgedeelte kan afzonderlijk van het vriesgedeelte in-
u
of uitgeschakeld worden.
Toets On/Off van het koelgedeelte
u
indrukken. De temperatuurweergave van het koelgedeelte
w
donker. Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
w
Het vriesgedeelte blijft in bedrijf.
w
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden
ca. 2 seconden
Fig. 2 (2)
is
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Page 14
Apparaat afdanken
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie 8) .
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 15
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Page 16
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Loading...