De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
(9) Flessenhouder
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
2* afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaatklasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betreffende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstemperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse
SN10 °C t/m 32 °C
N16 °C t/m 32 °C
ST16 °C t/m 38 °C
T16 °C t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet in de inbouwtoestand aan de desbetreffende
veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU,
2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak
conform DIN EN 62552.
1.4 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af.
Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik.
Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen.
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden.
Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen.
Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-
Algemene veiligheidsvoorschriften
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.*
Bij langere vakantietijden koelgedeelte leegmaken en
-
uitschakelen.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder alsmede door personen met
verminderde psychische, sensorische of
mentale bekwaamheden of een gebrek aan
ervaring en kennis worden gebruikt onder
toezicht van een derde of met betrekking tot
het veilige gebruik van het apparaat zijn
onderwezen en de gevaren kennen en
begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar
mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding inbouwen, aansluiten en
afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand
in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn
bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieuvriendelijk maar brandbaar. Uitstromend koelmiddel kan ontbranden.
•
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
•
Gebruik binnen in het apparaat nooit open
vuur of ontstekingsbronnen.
* afhankelijk van model en uitvoering3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
•
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers,
verwarmingen, ijsmakers, enz.).
•
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwijderen. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
(9) Toets SuperFrost
(10) Symbool SuperFrost
(14) Symbool Kinderbeveili-
ging
(15) Symbool Stroomuitval
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
4* afhankelijk van model en uitvoering
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
de warmste vriestemperatuur
-
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De temperatuurweergave van het vriesgedeelte knippert:
Page 5
In gebruik nemen
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
In de weergave knipperen strepen:
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 4 uur vóór de eerste lading inschakelen.
4.1.1 Volledig apparaat via het vriesgedeelte
inschakelen
Open de deur.
u
Druk op de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
Koel- en vriesgedeelte zijn ingeschakeld.
w
temperatuurweergaven branden.
w
Bij het openen van de deur van het koelgedeelte gaat de
w
binnenverlichting aan.
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
4.1.2 Koelgedeelte inschakelen
Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koelgedeelte kan afzonderlijk van het vriesgedeelte in-
u
of uitgeschakeld worden.
Open de deur.
u
Druk op de toets On/Off van het koelgedeelte
u
temperatuurweergaven branden.
w
Bij het openen van de deur van het koelgedeelte gaat de
w
binnenverlichting aan.
Het koelgedeelte is ingeschakeld.
w
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (1)
.
.
5 Bediening
Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in.
Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c.
Met de toets SuperFrost
u
w
Op het display verschijnt c0 .
Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w
w
Op de display knippert c.
De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd:
Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
kort bevestigen.
op de
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
gaat uit.
Fig. 2 (6)
kort in.
Fig. 2 (9)
weerge-
kort in.
5.2 Deuralarm*
Voor koel- en vriesgedeelte
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.2.1 Deuralarm deactiveren*
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgeschakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.
5.3 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 2 (12)
.
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Moet de functie worden ingeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in.
Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c.
Met de toets SuperFrost
u
w
Op het display verschijnt c1.
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
Fig. 2 (9)
weerge-
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (12)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
* afhankelijk van model en uitvoering5
Page 6
Bediening
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levensmiddelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De temperatuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afscheiding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling 3 °C bereikt, wordt weer bij 9 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk de instel-
u
toets van het koelgedeelte
Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
Temperatuur in 1 °C -stappen wijzigen: Druk de
u
insteltoets koelgedeelte
totdat de gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay oplicht.
Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets
u
ingedrukt houden.
Tijdens het instellen wordt de waarde knippe-
w
rend weergegeven.
Fig. 2 (3)
Fig. 2 (3)
in.
net zo vaak in,
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden
levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
w
SuperCool is ingeschakeld.
SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
w
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.
5.4.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Fig. 3
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
u
uitsparingen langs de geleiders.
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
Plateaus op gewenste hoogte terugschuiven. De uittrek-
u
stops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste
steunrib liggen.
Draagplateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.4.5 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 4
6* afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
5.4.6 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 5
Opbergvakken demonteren
Bediening
5.5 BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot
drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en
blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
5.5.1 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.2 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit
die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade
ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot
maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het
vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het
vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.5.3 De vochtigheid instellen in de HydroSafe
Fig. 6
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
5.4.7 Flessenhouder gebruiken
Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet
de flessenhouder worden
verschoven.
5.4.8 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar. De
beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld worden
gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te geven.
u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifre-
gelaar naar rechts schuiven.
5.5.4 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten,
courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
de levensmiddelen verpakken.
u
5.5.5 Bewaartijden
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Botertot90dagen
Harde kazentot 110dagen
Melktot12dagen
Vleeswaren, belegtot9dagen
Gevogeltetot6dagen
Varkensvleestot7dagen
Rundsvleestot7dagen
Wildtot7dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
Gebruik de bovenste zijde voor de opslag van kippeneieren.
u
Gebruik de onderste zijde voor de opslag van kwarteleieren.
u
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
* afhankelijk van model en uitvoering7
Page 8
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokkentot14dagen
Selderijtot28dagen
Bloemkooltot21dagen
Broccolitot13dagen
Witloftot27dagen
Veldslatot19dagen
Erwtentot14dagen
Groene kooltot14dagen
Wortelentot80dagen
Knoflooktot 160dagen
Koolrabitot55dagen
Kropslatot13dagen
Kruidentot13dagen
Preitot29dagen
Champignonstot7dagen
Radijsjestot10dagen
Spruitjestot20dagen
Aspergestot18dagen
Spinazietot13dagen
Savooikooltot20dagen
Fruit
Abrikozentot13dagen
Appelstot80dagen
Perentot55dagen
Braambessentot3dagen
Dadelstot 180dagen
Aardbeientot7dagen
Vijgentot7dagen
Bosbessentot9dagen
Frambozentot3dagen
Aalbessentot7dagen
Kersen, zoettot14dagen
Kiwi'stot80dagen
Perzikentot13dagen
Pruimentot20dagen
Vossenbessentot60dagen
Rabarbertot13dagen
Kruisbessentot13dagen
Druiventot29dagen
5.5.6 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte
instellen
De BioFresh-temperatuur ligt in de zone tussen de 0 °C en
3 °C. De temperatuur wordt automatisch geregeld.
U kunt de temperatuur een beetje kouder of warmer instellen.
De temperatuur is instelbaar van b1 (laagste temperatuur) tot
b9 (hoogste temperatuur). Standaard is de waarde b5 inge-
steld. Bij de waarden b1 t/m b4 kan de temperatuur onder de
0 °C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
De waarde kan doorlopend worden veranderd. Wanneer de
instelling b9 is bereikt, wordt weer begonnen met b1.
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in.
Hetsymbool Menu
w
tuurdisplay wordt c aangegeven.
Druk net zo vaak op de insteltoets van het
u
vriesgedeelte
Fig. 2 (13)
Fig. 2 (8)
is verlicht. Op het tempera-
totdat op het display
Fig. 2 (9)
b knippert.
Bevestigen: Druk kort op de toets Super-
u
Frost
Fig. 2 (9)
Druk net zo vaak op de insteltoets vriesge-
u
deelte
Fig. 2 (8)
op het display wordt aangegeven.
Bevestigen: Druk op de toets SuperFrost
u
Fig. 2 (9)
w
Op het temperatuurdisplay knipppert b.
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off van het
u
vriesgedeelte
Op het temperatuurdisplay wordt de temperatuur van het
w
koelgedeelte weer aangegeven.
De temperatuur in het BioFresh-gedeelte past zich lang-
w
zaam aan de nieuwe instelling aan.
.
totdat de gewenste waarde
.
Fig. 2 (6)
.
5.5.7 Schuifladen
Fig. 7
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten.
Geleiders weer erin schuiven.
u
Fig. 8
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.
5.5.8 Vochtreguleringsplaat
Fig. 9
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden
eruit lichten.
Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de
u
plaat van onder in de achterste houder
aan de voorkant in de houder
Fig. 9 (2)
Fig. 9 (1)
vastklikken.
plaatsen en
8* afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
Bediening
5.6 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
5.6.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker
te openen.
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
5.6.2 Bewaartijden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.6.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
u
5.6.4 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
-
-
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvrieszakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs2 tot 6 maanden
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood en banket2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vis, vet2 tot 6 maanden
Vis, mager6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
hoe vaak de deur wordt geopend
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling -26 °C bereikt, wordt weer bij -15 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk eenmaal de
u
insteltoets van het vriesgedeelte
Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
Temperatuur in 1 °C -stappen wijzigen: Druk de
u
insteltoets vriesgedeelte
totdat de gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay oplicht.
Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
u
houden.
Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
w
geven.
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De temperatuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
Fig. 2 (8)
Fig. 2 (8)
net zo vaak in
in.
5.6.5 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
„koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voorkomen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
Ca. 6 u wachten.
u
Apparaten met NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
bovenste laden leggen.
Apparaten zonder NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
onderste laden leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
Ca. 24 u wachten.
u
Apparaten met NoFrost: bovenste laden uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct op de bovenste plateaus leggen.
Apparaten zonder NoFrost: onderste lade uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct in het apparaat leggen, zodat ze
contact met de bodem of de zijwanden hebben.
SuperFrost schakelt na 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten.
Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 2 (9)
eenmaal kort indrukken.
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (10)
is verlicht.
gaat uit, wanneer het
* afhankelijk van model en uitvoering9
Page 10
Onderhoud
5.6.6 Laden
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
Fig. 11
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.
6 Onderhoud
5.6.7 Plateaus
Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken.
Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
5.6.8 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u
tevens de plateaus verwijderen.
Zo creëert u plaats voor levensmiddelen van groot formaat.
Gevogelte, vlees, groot wild en
hoog gebak kunnen geheel en
al worden ingevroren en later
verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met
max. 35 kg worden belast.
5.6.9 IJsblokjeshouder
6.1 Ontdooien met NoFrost*
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.2 handmatig ontdooien*
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op
een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
u
kan lopen (zie 6.3) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energieverbruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Gevaar voor verwonding en beschadiging
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
u
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om
het ontdooien te versnellen.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
u
in.
De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
w
Schakel het apparaat uit.
Fig. 10
Als het water is bevroren:
IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
u
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
u
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe-
w
veiliging (zie 5.1) geactiveerd.
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
10* afhankelijk van model en uitvoering
WAARSCHUWING
Page 11
Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
-of-
De twee onderste lades half met
u
handwarm water vullen en in het
apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan.
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
u
raat terecht komt.
Het apparaat reinigen (zie 6.3) en afdrogen.
u
6.3 Apparaat reinigen
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de oppervlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Storingen
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 12 (1)
Fig. 12 (2)
Fig. 12 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen.
De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd.
Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden
verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.5) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
de levensmiddelen er weer in leggen.
u
Fig. 12
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 12 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 12 (3)
Fig. 12 (1)
mededelen.
, service-nr.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
→
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
* afhankelijk van model en uitvoering11
Page 12
Uitzetten
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
→
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
→
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
→
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
u
nodig.
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
→
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
→
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 2 (11)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmiddelen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
→
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
→
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
indrukken.
. Op
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
→
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.6.5)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
→
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
→
verwarming enz.).
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
→
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
→
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Om het hele apparaat uit te schakelen, moet alleen het
u
vriesgedeelte worden uitgeschakeld. Daarbij wordt tevens
het koelgedeelte automatisch uitgeschakeld.
Het koelgedeelte kan afzonderlijk worden uitgeschakeld
u
(bijv. tijdens langere afwezigheid zoals vakantie), het vriesgedeelte blijft daarbij in gebruik.
Als het apparaat resp. het koelgedeelte niet uitgeschakeld
u
kan worden, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
8.1.1 Volledige apparaat via het vriesgedeelte
uitschakelen
Toets On/Off van het vriesgedeelte
u
indrukken.
Er klinkt een lange pieptoon.
w
De temperatuurweergaven zijn donker.
w
Het apparaat (koelgedeelte en vriesgedeelte) is uitgescha-
w
keld.
Fig. 2 (6)
ca. 2 seconden
12* afhankelijk van model en uitvoering
Page 13
8.1.2 Koelgedeelte uitschakelen
Aanwijzing
Langere afwezigheid zoals vakantie
Het koelgedeelte kan afzonderlijk van het vriesgedeelte in-
u
of uitgeschakeld worden.
Apparaat afdanken
Toets On/Off van het koelgedeelte
u
indrukken.
De temperatuurweergave van het koelgedeelte
w
donker.
Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
w
Het vriesgedeelte blijft in bedrijf.
w
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden
Fig. 2 (2)
is
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
* afhankelijk van model en uitvoering13
Page 14
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
home.liebherr.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.