LIEBHERR ICBN 3314-20 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie met BioFresh-gedeelte, integreerbaar
011012
7085458 - 00
ICBS/ ICBN ... LC
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.4 Energie sparen......................................................... 3
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 4
5.2 Deuralarm................................................................ 5
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 5
5.5 BioFresh-gedeelte.................................................... 7
5.6 Vriesgedeelte........................................................... 8
6.2 handmatig ontdooien................................................ 10
6.3 Apparaat reinigen..................................................... 10
8 Uitzetten.................................................................. 12
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 12
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 12
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Ventilator (9) Flessenhouder (3) LED-binnenverlichting (10) DrySafe (4) Plateau (11) Vochtreguleringsplaat (5) Plateau, deelbaar (12) HydroSafe (6) Koudste zone (13) Afvoeropening (7) Conservenrek (14) Diepvrieslade
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
(8) Flessenrek

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soort­gelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onderkomens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en derge­lijke stoffen en producten als genoemd in de
2
Page 3
Algemene veiligheidsvoorschriften
richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplof­fingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings­temperaturen. De klimaatklasse van uw appa­raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstempe-
u
raturen, zoniet vermindert de koelprestatie.
Klimaat­klasse
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koellade volgens EN ISO 15502.

1.4 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden. Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur. Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.* Bij langere afwezigheid het koeldeel leegmaken en uitscha-
-
kelen.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder, evenals door personen met beperkte fysische, sensorische of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht staan of m.b.t. het veilige gebruik van het apparaat instructies hebben gekregen en de daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding inbouwen, aansluiten en afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei­lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu­vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levens­middelen vermijden of veiligheidsmaatre­gelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 2
(1) Toets On/Off koelge-
deelte
(2) Temperatuurdisplay
koelgedeelte
(3) Insteltoets koelgedeelte (11) Toets Alarm (4) Toets SuperCool (12) Symbool Alarm (5) Symbool SuperCool (13) Symbool Menu (6) Toets On/Off vriesge-
deelte
(7) Temperatuurdisplay
vriesgedeelte
(8) Insteltoets vriesge-
deelte

3.2 Temperatuurdisplay

Bij normale werking wordt aangegeven:
de warmste vriestemperatuur
-
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De temperatuurdisplay vriesgedeelte knippert:
de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet voldoende
-
koud de temperatuur is verschillende graden gestegen
-
Op de display knipperen streepjes:
de vriestemperatuur is hoger dan 0 °C.
-
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
Het symbool voor stroomuitval
(9) Toets SuperFrost
(10) Symbool SuperFrost
(14) Symbool Kinderbeveili-
ging
(15) Symbool Stroomuitval
licht op.

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat inschakelen

Aanwijzing
Als het koelgedeelte wordt ingeschakeld, wordt automatisch
u
ook het vriesgedeelte ingeschakeld.
4
Page 5

4.1.1 Vriesgedeelte inschakelen

Neem het apparaat ca. 4 uur vóór de eerste vulling met diepvriesproducten in gebruik. Plaats de diep­vriesproducten pas nadat het vriesgedeelte koud is.
Bediening
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.

5.2 Deuralarm*

Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
De temperatuurdisplays lichten op. Bij het openen van de
w
deur van het koelgedeelte gaat de binnenverlichting aan. Koelgedeelte en vriesgedeelte zijn ingeschakeld. Wanneer op het display "DEMO" wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 2 (6)
in.

4.1.2 Koelgedeelte inschakelen

Wanneer het koelgedeelte uitgeschakeld was (bijv. tijdens langere afwezigheid zoals vakantie), kan het weer afzonderlijk worden ingeschakeld.
Druk de toets On/Off van het koelgedeelte
u
De temperatuurdisplays lichten op. Bij het openen van de
w
deur van het koelgedeelte gaat de binnenverlichting aan. Het koelgedeelte is weer ingeschakeld.
Fig. 2 (1)
in.

5 Bediening

5.1 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.

5.1.1 Kinderbeveiliging instellen

Moet de functie worden ingeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c1. Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c0 . Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w w
Op de display knippert c. De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off van het vriesgedeelte
u
-of-
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (14)
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
Fig. 2 (13)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
gaat uit.
Fig. 2 (9)
op de
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (9)
Fig. 2 (6)
weerge-
kort in.
weerge-
kort in.
Voor koel- en diepvriesgedeelte Wanneer de deur langer dan 60 seconden geopend is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten wordt.

5.2.1 Deuralarm deactiveren*

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.

5.3 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd. de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (12)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is. Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
Fig. 2 (12)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
.

5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 2 (11)
indrukken.

5.4 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei­ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.4.1 Levensmiddelen koelen

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
5
Page 6
Bediening
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.

5.4.2 Temperatuur instellen

De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling 3 °C bereikt, wordt weer bij 9 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk de instel-
u
toets van het koelgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de tot dan toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven. Temperatuur wijzigen in stappen van 1 °C: Druk
u
de insteltoets van het koelgedeelte zo vaak in totdat de gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay oplicht. Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets
u
ingedrukt houden. Tijdens het instellen wordt de waarde knippe-
w
rend weergegeven. Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera­tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 2 (3)
in.
Fig. 2 (3)
net
Til het draagplateau op en
u
trek het naar voren uit. Plateaus op gewenste
u
hoogte terugschuiven. De uittrekstops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste steunrib liggen.
Draagplateaus demonteren
De draagplateaus kunnen
u
worden gedemonteerd om te worden gereinigd

5.4.5 Deelbare draagplateau gebruiken

Fig. 3
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.

5.4.6 Opbergvakken

Opbergvakken in de deur verplaatsen

5.4.3 SuperCool

Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver­mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera­turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Super-
w
Cool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
w
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (5)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.

5.4.4 Draagplateaus

Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
Fig. 4
Opbergvakken demonteren
Fig. 5
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
6
Page 7
Bediening

5.4.7 Flessenhouder gebruiken

Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet de flessenhouder worden verschoven.

5.5 BioFresh-gedeelte

In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum vermeld op de verpakking.

5.5.1 DrySafe

De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.

5.5.2 HydroSafe

De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuif­lade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.

5.5.3 De vochtigheid instellen in de HydroSafe

u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifre-
gelaar naar rechts schuiven.

5.5.4 Levensmiddelen bewaren

Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar­dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat geldt ook voor verschillende soorten vlees. Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet bewaren: de levensmiddelen verpakken.
u

5.5.5 Bewaartijden

Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig­heid
Boter tot 90 dagen
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig­heid
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Wild tot 7 dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
Savooikool tot 20 dagen
Fruit
Abrikozen tot 13 dagen
Appels tot 80 dagen
Peren tot 55 dagen
Braambessen tot 3 dagen
Dadels tot 180 dagen
Aardbeien tot 7 dagen
Vijgen tot 7 dagen
Bosbessen tot 9 dagen
Frambozen tot 3 dagen
Aalbessen tot 7 dagen
Kersen, zoet tot 14 dagen
Kiwi's tot 80 dagen
Perziken tot 13 dagen
7
Page 8
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Pruimen tot 20 dagen
Vossenbessen tot 60 dagen
Rabarber tot 13 dagen
Kruisbessen tot 13 dagen
Druiven tot 29 dagen

5.5.6 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte instellen

De temperatuur wordt automatisch geregeld. Bij een tempera­tuur in het koelgedeelte van 5 °C ligt de temperatuur in het BioFresh-gedeelte tussen 0 °C en 3 °C.
U kunt de temperatuur iets lager of hoger instellen. De tempe­ratuur is instelbaar van b1 (laagste temperatuur) tot b9
(hoogste temperatuur). Vooraf ingesteld is de waarde b5. Bij de waarden b1 t/m b4 kan de temperatuur dalen onder 0 °C,
zodat de levensmiddelen licht kunnen bevriezen. De waarde kan doorlopend worden veranderd. Wanneer de
instelling b9 is bereikt, wordt weer begonnen met b1.
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Hetsymbool Menu
w
tuurdisplay wordt c aangegeven. Druk net zo vaak op de insteltoets van het
u
vriesgedeelte
Fig. 2 (13)
Fig. 2 (8)
is verlicht. Op het tempera-
totdat op het display
Fig. 2 (9)
b knippert.
Bevestigen: Druk kort op de toets Super-
u
Frost
Fig. 2 (9)
Druk net zo vaak op de insteltoets vriesge-
u
deelte
Fig. 2 (8)
op het display wordt aangegeven. Bevestigen: Druk op de toets SuperFrost
u
Fig. 2 (9)
w
Op het temperatuurdisplay knipppert b. Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off van het
u
vriesgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de temperatuur van het
w
koelgedeelte weer aangegeven. De temperatuur in het BioFresh-gedeelte past zich lang-
w
zaam aan de nieuwe instelling aan.
.
totdat de gewenste waarde
.
Fig. 2 (6)
.

5.5.8 Vochtreguleringsplaat

Fig. 8
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden eruit lichten. Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de
u
plaat van onder in de achterste houder aan de voorkant in de houder
Fig. 8 (2)
Fig. 8 (1)
vastklikken.
plaatsen en

5.6 Vriesgedeelte

In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens­middelen invriezen.

5.6.1 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder "Invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.

5.5.7 Schuifladen

Fig. 6
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten. Rails weer inschuiven!
u
Fig. 7
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.
8

5.6.2 Bewaartijden

Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.

5.6.3 Levensmiddelen ontdooien

- in het koelgedeelte
Page 9
Onderhoud
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.

5.6.4 Temperatuur instellen

De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling -26 °C bereikt, wordt weer bij -15 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Druk eenmaal de
u
insteltoets van het vriesgedeelte Op het temperatuurdisplay wordt de tot dan toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven. Temperatuur wijzigen in stappen van 1 °C: Druk
u
de insteltoets van het vriesgedeelte net zo vaak in totdat de gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay oplicht. Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
u
houden. Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
w
geven. Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera­tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 2 (8)
Fig. 2 (8)
in.

5.6.5 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een "koudereserve op". Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/ 24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha­kelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt met maxi-
w
maal koelvermogen. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Fig. 2 (9)
eenmaal kort indrukken.
Fig. 2 (10)
is verlicht.
Apparaten met NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
bovenste laden leggen. Apparaten zonder NoFrost: verpakte levensmiddelen in de
u
onderste laden leggen. Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 24 u wachten.
u
Apparaten met NoFrost: bovenste laden uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct op de bovenste plateaus leggen. Apparaten zonder NoFrost: onderste lade uitschuiven en de
u
levensmiddelen direct in het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben. SuperFrost schakelt na 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten. Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 2 (10)
gaat uit, wanneer het

5.6.6 Laden

Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.6.7 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.

5.6.8 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwij­deren. Zo creëert u plaats voor levensmiddelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriespro­ducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.

6 Onderhoud

6.1 Ontdooien met NoFrost*

Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.3) .
9
Page 10
Onderhoud
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u

6.2 handmatig ontdooien*

Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
u
kan lopen (zie 6.3) .
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
u
u
w u w w
u u
u
-of-
u
w w u
u u
u
VOORZICHTIG
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei­nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie in. De diepvriesproducten krijgen een "koudereserve". Schakel het apparaat uit. De temperatuurdisplay gaat uit. Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe­veiliging (zie 5.1) geactiveerd. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit. Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries­lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend water op een plateau in het midden.
De twee onderste lades half met handwarm water vullen en in het apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld. Dooiwater wordt in de lades opgevangen. Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen. Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa­raat terecht komt. Het apparaat reinigen (zie 6.3) en afdrogen.

6.3 Apparaat reinigen

VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
u
tende schoonmaakproducten gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.5) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u

6.4 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 9 (1) Fig. 9 (2) Fig. 9 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
10
Fig. 9
Page 11
Storingen
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 9 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal. SuperCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen.
Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
u
nodig. Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt stroomonderbreking
. De temperatuurdisplay toont de hoogste tempera-
tuur die tijdens de stroomonderbreking werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 2 (11)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid­delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
De buitenkant van het apparaat voelt warm aan.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.6.5)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron. Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. De led-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
indrukken.
11
Page 12
Uitzetten
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
WAARSCHUWING
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
WAARSCHUWING
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Aanwijzing
Om het hele apparaat uit te schakelen, moet alleen het
u
vriesgedeelte worden uitgeschakeld. Daarbij wordt tevens het koelgedeelte automatisch uitgeschakeld. Het koelgedeelte kan afzonderlijk worden uitgeschakeld
u
(bijv. tijdens langere afwezigheid zoals vakantie), het vries­gedeelte blijft daarbij in gebruik. Wanneer het apparaat resp. het koelgedeelte niet kan
u
worden uitgeschakeld, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .

8.1.1 Vriesgedeelte uitschakelen

Toets On/Off van het vriesgedeelte
u
ca. 2 seconden indrukken. Er klinkt een lange pieptoon. De temperatuurdis-
w
plays zijn donker. Het apparaat (koelgedeelte en vriesgedeelte) is uitgeschakeld.
Fig. 2 (6)

8.1.2 Koelgedeelte uitschakelen

Toets On/Off van het koelgedeelte
u
indrukken. Het temperatuurdisplay van het koelgedeelte is donker. Het
w
koelgedeelte is uitgeschakeld. Het vriesgedeelte blijft in gebruik.
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
12
Loading...