Raadpleeg dit document als u vragen hebt over de Lexmark
Optra™ T printer of als u problemen ondervindt bij het gebruik van
de printer. Dit document bevat informatie over het laden van
afdrukmateriaal, het verwijderen van vastgelopen papier en het
gebruik van de printer.
Klik op de naam van het document
dat u wilt openen:
Beheerdershandleiding
Roadmap
Installatiehandleiding
Gebruikershandleiding bij de ladekast
voor 2000 vel
Installatie-instructies bij de
hoge-capaciteitsuitvoerlader
De online
deze
rechtstreeks vanaf de cd opent, is de
mogelijk niet beschikbaar. Neem contact op met de beheerder als u
Beheerdershandleiding
de
Beheerdershandleiding
Gebruikershandleiding
nodig hebt.
op deze cd is een aanvulling op
. Als u deze documenten niet
Beheerdershandleiding
voor u
TIPS
•
U kunt met behulp van de pictogrammen en de
inhoudsopgave van Adobe Acrobat (3.x of hoger)
op het scherm door dit document navigeren.
•
Klik op de blauwe tekst om naar een ander
gedeelte van dit document of naar een ander
document te gaan.
•
U kunt alle pagina’s van het document of alleen
bepaalde pagina’s afdrukken.
Terug
1Gebruikershandleiding
Extra informatie
Cd met stuurprogramma’s,
MarkVision en hulpprogramma’s
Lexmark weblocatie
Naast printerstuurprogramma’s en hulpprogramma’s bevat de Cd
stuurprogramma’s, MarkVision en hulpprogramma’s
met
over Lexmark printers. Klik nadat u de cd hebt gestart
achtereenvolgens op View Documentation en:
•
Printer Commands om de
openen voor gedetailleerde informatie over printertalen
en -opdrachten, interfacespecificaties en geheugenbeheer.
•
Special Media om de
voor informatie over het kiezen van het juiste afdrukmateriaal.
•
MarkVision™ Printer Utility voor informatie over het
printerbeheerprogramma MarkVision.
•
MarkNet™ Print Servers voor informatie over de configuratie
van MarkNet printerservers.
Bezoek onze weblocatie voor de recentste versies van
stuurprogramma’s, hulpprogramma’s en documentatie.
www .lexmark.com.
Technical Reference
Card Stock & Label Guide
informatie
te
te openen
2Gebruikershandleiding
Handelsmerken
Lexmark, Lexmark met het diamant-ontwerp, MarkNet, MarkVision en Optra zijn
als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Operation ReSource is een onderhoudsmerk van Lexmark International, Inc.
®
PCL
PCL 6 is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling
printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar producten. Deze printer is
compatibel met de PCL 6-taal. De printer herkent PCL 6-opdrachten die in
diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die met deze
opdrachten corresponderen.
PostScript
PostScript 3 is een aanduiding van Adobe Systems voor een verzameling
printeropdrachten (printertaal) en -functies in softwareproducten van Adobe
Systems. Deze printer is compatibel met de PostScript 3-taal. De printer herkent
PostScript 3-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert
de functies die met deze opdrachten corresponderen.
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Raadpleeg de
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Technical Reference
3Handelsmerken
voor meer informatie over compatibiliteit.
Kennismaking met de printer
Op de volgende afbeeldingen ziet u een printer in een standaardconfiguratie en een printer in een
volledige configuratie. Als u opties voor papierverwerking hebt geïnstalleerd, lijkt uw printer meer
op het volledig geconfigureerde model. Raadpleeg de
andere mogelijke configuraties.
Installatiehandleiding
voor informatie over
Lade 1
(geïntegreerde lade)
Standaardconfiguratie
Standaarduitvoerlade
Bedieningspaneel
Universeellader
Lade 2
Lade 1
(geïntegreerde lade)
4Kennismaking met de printer
Volledige configuratie
5-vaks postbus
Uitbreidingseenheid voor
papieruitvoer
Enveloppenlader
Lade voor dubbelzijdig
afdrukken
Lade 2
Lade 3
Lade 4
Lade 5
(ladekast voor 2000 vel)
Printerstuurprogrammas
De cd
bij de printer is geleverd, bevat een aantal printerstuurprogramma’s
waarmee u de printerfuncties vanuit de meeste toepassingen kunt
beheren. U kunt onder meer de volgende taken uitvoeren:
U kunt het printerstuurprogramma vanuit de meeste
toepassingen openen. Dit doet u als volgt:
met stuurprogramma’s, MarkVision en hulpprogramma’s
•papierbronnen kiezen;
•de afdrukstand wijzigen;
•verschillende mediaformaten en -soorten kiezen;
•de kwaliteit van afdruktaken aanpassen;
•
standaardinstellingen van de printer herstellen;
•meerdere pagina’s op één vel afdrukken;
•instellingen voor dubbelzijdig afdrukken wijzigen;
•functies van
Open het menu Bestand van de toepassing.
1
Kies Afdrukken of Printerinstelling.
2
afdruk- en wachtstandtaken
instellen.
die
Klik in het dialoogvenster Afdrukken of Printerinstelling op de
3
knop Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van de
toepassing).
5Printerstuurprogramma’s
Het bedieningspaneel en de menus
Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het
bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de
menu’s van het bedieningspaneel.
U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing
waarmee u werkt of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u
wijzigt in de toepassing of in het printerstuurprogramma zijn alleen
van toepassing op de afdruktaak die u voorbereidt.
PMERKING
O
Als u een bepaalde instelling niet in een toepassing kunt wijzigen,
kunt u hiervoor het bedieningspaneel van de printer of het
bedieningspaneel op afstand van het hulpprogramma MarkVision
gebruiken. Printerinstellingen die u met het bedieningspaneel van
de printer of in MarkVision wijzigt, worden automatisch de
standaardinstellingen van de gebruiker.
: Als u in een toepassing printerinstellingen wijzigt,
vervangt u daarmee de wijzigingen die u met het
bedieningspaneel van de printer hebt aangebracht.
6Het bedieningspaneel en de menu’s
Het
bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel links aan de voorzijde van de printer
bevindt zich een LCD-display (liquid crystal display) waarop twee
regels tekst van maximaal 16 tekens kunnen worden weergegeven.
Daarnaast bevinden zich op het bedieningspaneel vijf knoppen en
een indicatorlampje.
LCD
Lampje
1
Menu
2
Selecteren
5
Start
3
Stop
Return
6
4
7Het bedieningspaneel en de menu’s
Indicatorlampje
Het indicatorlampje geeft informatie over de status van de printer.
Status van het lampje:
Knoppen op het
bedieningspaneel
Start
•
•
•
Met de vijf knoppen op het bedieningspaneel kunt u menu’s openen,
door een lijst met waarden schuiven, printerinstellingen wijzigen en
reageren op printerberichten.
Naast de knoppen ziet u de getallen 1 tot en met 6. Hiermee kunt u
PIN-codes invoeren voor
“Afdruk- en wachtstandtaken” op pagina 113 voor meer informatie.
Hieronder wordt de functie van elke knop beschreven.
PMERKING
O
Met de knop Start voert u de volgende opdrachten uit:
•Terugkeren naar de status Gereed als de printer offline is
- de printer staat uit
Uit
- de printer staat aan, maar is niet actief
Aan
Knippert
- de printer staat aan en is bezig met een afdruktaak
Afdruk- en wachtstandtaken
De knoppen zijn van invloed op de informatie die wordt
:
weergegeven op de tweede regel van de display.
(het bericht
Gereed wordt niet weergegeven op de display).
. Raadpleeg
•Printermenu’s afsluiten en terugkeren naar de status Gereed.
•Foutberichten op het bedieningspaneel wissen.
8Het bedieningspaneel en de menu’s
Als u printerinstellingen hebt gewijzigd met de menu’s van het
bedieningspaneel, drukt u op
Start voordat u een afdruktaak
verzendt. Afdruktaken kunnen alleen worden uitgevoerd als op de
printer het bericht
Gereed
wordt weergegeven.
<Menu>
De beide delen van de knop hebben elk een functie. Met Menu> of
<Menu voert u de volgende opdrachten uit:
•De printer offline zetten als het bericht Gereed wordt
weergegeven (de status
gaan.
Met Menu> gaat u naar het eerste menu. Met <Menu
Gereed opheffen) en naar de menu’s
gaat u naar het laatste menu.
•Naar het JOB-MENU gaan als het bericht Bezig wordt
weergegeven.
•Als de printer offline is:
Druk op
–
Menu> om naar het volgende menu-item te gaan,
of
Druk op
–
•Vo or menu-items met numerieke waarden, zoals Exemplaren,
houdt u
selecteren of
<Menu om naar het vorige menu-item te gaan.
Menu> ingedrukt om een hogere waarde te
<Menu om een lagere waarde te selecteren.
Laat de knop los als het gewenste getal op de display wordt
weergegeven.
9Het bedieningspaneel en de menu’s
SelecterenMet de knop
•
Het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede
regel van de display. Afhankelijk van het type menu heeft
deze actie een van de volgende resultaten:
Het menu wordt geopend en het eerste menu-item wordt
–
weergegeven.
Het menu-item wordt geopend en de standaardinstelling
–
wordt weergegeven.
•
Het weergegeven menu-item opslaan als standaardinstelling.
Op de display van de printer wordt kort het bericht
Opgeslagen
opnieuw weergegeven.
•
Bepaalde berichten wissen van de display op het
bedieningspaneel.
Selecteren
voert u de volgende opdrachten uit:
weergegeven. Vervolgens wordt het menu-item
Return
Met de knop
menu-item.
StopAls u op
wordt weergegeven, onderbreekt u tijdelijk alle activiteiten en zet u
de printer offline. Het statusbericht op het bedieningspaneel wijzigt
in
Druk op
Wachten
Stop
Niet gereed
Start
.
10Het bedieningspaneel en de menu’s
Return
drukt terwijl het bericht
keert u terug naar het vorige menuniveau of
Gereed, Bezig
.
om terug te keren naar de status
Wachten
of
Gereed, Bezig
of
Printerberichten
Op het bedieningspaneel worden drie soorten berichten
weergegeven:
Statusberichten
GereedPCL
Toner bijna op
PMERKING
O
: In de
Beheerdershandleiding
vindt u een volledig
overzicht van alle printerberichten.
•
Statusberichten
verschaffen informatie over de huidige status
van de printer.
•
Interventieberichten
geven aan dat er printerfouten zijn
opgetreden die u zelf kunt oplossen.
•
Onderhoudsberichten
geven aan dat er storingen zijn
opgetreden waarvoor u waarschijnlijk een
onderhoudsmonteur moet inschakelen.
Als het statusbericht
Gereed
wordt weergegeven, is de printer
gereed om een afdruktaak te ontvangen.
Terwijl een afdruktaak wordt verwerkt of afgedrukt, wordt het
Bezig
statusbericht
weergegeven op de eerste regel van de display.
Het scherm links is een voorbeeld van een bericht. De printerstatus
wordt weergegeven op de eerste regel van de display. Op de
tweede regel worden waarschuwingsberichten weergegeven die
informatie verschaffen over de printerstatus en eventuele
omstandigheden waarin u moet ingrijpen.
Bezig
Naast het bericht
wordt aangegeven welke printertaal wordt
gebruikt voor de afdruktaak (PCL-emulatie). Het bericht
op
waarschuwt u dat de cartridge bijna leeg is.
11Het bedieningspaneel en de menu’s
Toner bijna
InterventieberichtenInterventieberichten helpen u bij het oplossen van printerproblemen.
201 Papier vast
Cartr. verwijd.
Onderhoudsberichten
917 Onderhoud
Overdrachtrol
Als het afdrukmateriaal bijvoorbeeld in de printer is vastgelopen,
wordt op de display het bericht
Een onderhoudsbericht geeft aan dat er een printerstoring is
opgetreden waarvoor u waarschijnlijk een onderhoudsmonteur
moet inschakelen.
201 Papier vast
weergegeven.
12Het bedieningspaneel en de menu’s
Printerinstellingen wijzigen
met het bedieningspaneel
Met het bedieningspaneel kunt u menu-items en bijbehorende
waarden selecteren voor afdruktaken die u wilt uitvoeren. U kunt
ook de instellingen en de omgeving van de printer wijzigen.
Raadpleeg “Menu’s op het bedieningspaneel” op pagina 17 voor
een beschrijving van alle menu-items.
U wijzigt printerinstellingen als volgt:
•Een instelling selecteren in een lijst met waarden.
•
Een aan/uit-instelling wijzigen.
•Een numerieke instelling wijzigen.
U selecteert als volgt een nieuwe waarde als instelling:
Terwijl het statusbericht
1
Menu> of <Menu. De menunamen worden weergegeven.
op
Druk nog enkele malen op Menu> of <Menu, totdat het
2
gewenste menu wordt weergegeven. Raadpleeg de
Beheerdershandleiding
menu-items en waarden.
13Het bedieningspaneel en de menu’s
Gereed
voor meer informatie over specifieke
wordt weergegeven, drukt u
3 Druk op
dat op de tweede regel van de display wordt weergegeven.
Als u een menu selecteert, wordt dit menu geopend en
–
wordt de eerste printerinstelling van het menu
weergegeven.
Als u een menu-item selecteert, wordt de
–
standaardinstelling voor dit menu-item weergegeven.
(Naast de huidige standaardinstelling van de gebruiker
wordt een sterretje (*) weergegeven.)
Bij elk menu-item hoort een lijst met waarden. De volgende
waarden zijn mogelijk:
een woord of woordgroep waarmee een instelling wordt
–
beschreven;
een numerieke waarde die kan worden gewijzigd;
–
de instelling Aan of Uit.
–
Selecteren
om het menu of menu-item te selecteren
4 Druk op
te geven.
14Het bedieningspaneel en de menu’s
Menu>
of
<Menu
om de gewenste waarde weer
5 Druk op
display te selecteren. Naast de waarde wordt een sterretje
weergegeven om aan te geven dat dit nu de
standaardinstelling van de gebruiker is. De nieuwe instelling
wordt één seconde lang weergegeven en verdwijnt
vervolgens. Het bericht
en vervolgens wordt de vorige lijst met menu-items
weergegeven.
Selecteren
om de waarde op de tweede regel van de
Opgeslagen
wordt kort weergegeven
6 Druk op
Selecteer de overige menu’s waarvoor u nieuwe
standaardinstellingen wilt opgeven. Druk op
laatste printerinstelling hebt gewijzigd.
De standaardinstellingen van de gebruiker zijn geldig totdat u
nieuwe instellingen opslaat of de fabriekswaarden herstelt.
De standaardinstellingen die u hebt geselecteerd met het
bedieningspaneel kunt u ook vervangen door instellingen te kiezen
in de toepassing waarmee u afdrukt.
Return
om terug te gaan naar de vorige menu’s.
Start
nadat u de
15Het bedieningspaneel en de menu’s
Voorbeeld van het
afdrukken van menu-
instellingen
Voer de volgende stappen uit om een lijst af te drukken met de
huidige standaardinstellingen van de gebruiker en geïnstalleerde
printeropties:
1
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het
statusbericht
Gereed
op de display wordt weergegeven.
2 Druk op
Menu>
3 Druk nog enkele malen op
weergegeven.
4 Druk op
EXTRA
Selecteren
weer te geven.
5 Druk nog enkele malen op
weergegeven.
6 Druk op
Het bericht
display weergegeven, totdat het overzicht met de huidige
menu-instellingen en de lijst met geïnstalleerde opties is
afgedrukt.
Raadpleeg de
foutbericht wordt weergegeven.
De printer keert terug naar de status
van de pagina(’s) is voltooid.
Selecteren
Menu-instellingen worden afgedrukt
Beheerdershandleiding
<Menu
of
om de lijst met menu-items van het
om
om de menu’s te activeren.
Menu>
Menu>
Printmenu’s
, totdat
, totdat
voor meer informatie als een
Gereed
MENUEXTRA
Print menu’s
te selecteren.
wordt op de
zodra het afdrukken
wordt
MENU
wordt
16Het bedieningspaneel en de menu’s
Menu’s op het
bedieningspaneel
Standaardmenu’sU kunt de printer configureren met een aantal standaardmenu’s:
•Papier
•Afwerking
•Extra
•Job
•Kwaliteit
•Instelling
•PCL Emul
•PostScript
17Het bedieningspaneel en de menu’s
Overige menu’sDe overige menu’s worden weergegeven als een taal beschikbaar is
of voor het model is geactiveerd, als er opties, netwerkadapters en
toevoegingen zijn geïnstalleerd of als er een taak in de wachtstand
staat. Het gaat hierbij om de volgende menu’s:
•Std parallel, Parallel opt 1 en Parallel opt 2
•Stndrd serieel, Ser. optie 1 en Ser. optie 2
•Stndrd Netwerk, Netwerkopt. 1, Netwerkopt. 2
•USB optie 1, USB optie 2
•Infrarood
•LocalTalk
•Fax
•Opdr. vertrouwel.
•Bewaarde opdr.
In het diagram op pagina 21 worden de menu-items van elk menu
weergegeven.
Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit de
fabriekswaarde is. Fabriekswaarden kunnen per land verschillen.
18Het bedieningspaneel en de menu’s
Fabriekswaarden
zijn de functie-instellingen die geldig zijn als u de
printer voor de eerste keer aanzet. Deze instellingen blijven geldig
totdat u ze wijzigt. De fabriekswaarden worden hersteld als u de
waarde
in het
MENU EXTRA. Raadpleeg de
Herstellen
selecteert voor het menu-item
Beheerdershandleiding
Fabriekswaarden
voor
meer informatie.
Als u een nieuwe instelling selecteert op het bedieningspaneel,
wordt het sterretje verplaatst naar deze nieuwe instelling om aan te
geven dat dit nu de huidige standaardinstelling van de gebruiker is.
Standaardinstellingen van de gebruiker
zijn de instellingen die u
selecteert voor verschillende printerfuncties en die u opslaat in
het printergeheugen. Nadat ze zijn opgeslagen, blijven deze
instellingen actief totdat nieuwe instellingen worden opgeslagen of
de fabriekswaarden worden hersteld.
PMERKING
O
Houd er rekening mee dat de instellingen die u
:
selecteert met het bedieningspaneel kunnen worden
vervangen door instellingen die u kiest in de
toepassing waarmee u afdrukt.
19Het bedieningspaneel en de menu’s
Menu’s uitgeschakeldAls de printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die voor een
aantal gebruikers beschikbaar is, wordt mogelijk het bericht
uitgeschakeld
weergegeven als u op
de printer in de status
Gereed
staat. Als de menu’s zijn
Menu>
of
<Menu
drukt terwijl
uitgeschakeld, kunnen gebruikers niet per ongeluk met het
bedieningspaneel een standaardinstelling wijzigen die is ingesteld
door degene die de printer beheert. U kunt wel berichten wissen en
items selecteren in het
Job-menu
als u een afdruktaak uitvoert,
maar u kunt geen andere printerinstellingen wijzigen. U kunt echter
wel met een printerstuurprogramma standaardinstellingen wijzigen
en instellingen selecteren voor afzonderlijke afdruktaken.
Menu’s
20Het bedieningspaneel en de menu’s
Overzicht van printermenu’sMenu’s of menu-items die
display weergegeven als u de corresponderende optie hebt
geïnstalleerd. Menu-items in hoofdletters (bijvoorbeeld
BEWAARDE
OPDR.
Alle opdr.afdr.
Opdr.afdrukken
Alle opdr.verw.
Opdracht verw.
Aantal afdrukken
De afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer bij
gebruik van de printer en de opties zijn deels afhankelijk van het
soort afdrukmateriaal en het formaat ervan. In dit gedeelte van de
handleiding vindt u richtlijnen voor elke soort afdrukmateriaal.
Informatie over karton en etiketten vindt u in de
Guide
hulpprogramma’s
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote
hoeveelheden van een bepaalde papiersoort aanschaft.
De volgende tabellen bevatten informatie over
standaardpapierbronnen, optionele papierbronnen en uitvoeropties
voor uw printermodel. Daarbij wordt aangegeven welke
papierformaten u kunt selecteren in het menu
welke gewichten worden ondersteund.
O
op de cd
PMERKING
met stuurprogramma’s, MarkVision en
.
Als u een papierformaat gebruikt dat niet in de lijst
:
voorkomt, selecteert u een groter formaat dat het
dichtst in de buurt komt.
Card Stock & Label
PAPIERFORMAAT en
22Afdrukmateriaal kiezen
Papierformaten en papiersoorten
Papierformaten
A4 210 x 297 mm
A5 148 x 210 mm
JIS B5 182 x 257 mm
Letter 215,9 x 279,4 mm
Legal 215,9 x 355,6 mm
Executive 184,2 x 266,7 mm
Universal
139,7 x 210 mm tot 215,9 x 355,6 mm
69,85 x 127 mm tot 229 x 355,6 mm
148 x 182 mm tot 215,9 x 355,6 mm
7 ¾-envelop 98,4 x 190,5 mm
9-envelop 98,4 x 225,4 mm
10-envelop 104,8 x 241,3 mm
DL-envelop 110 x 220 mm
C5-envelop 162 x 229 mm
B5-envelop 176 x 250 mm
Gewicht van invoermedia voor papierbronnen (vervolg)
MateriaalSoort
Geïntegreerde
formulieren
Drukgevoelig
gebied
Papierbasis
2
• Geïntegreerde lade5
• Optionele lade voor 500 vel
140 tot 175 g/m
75 tot 135 g/m
(vezel in
lengterichting)
Enveloppen
Sulfiet, houtvrij
n.v.t.60 tot 105 g/m
of tot 100%
katoen bankpost
Opmerkingen:
1
Voor papier van 60 tot 176 g/m2 zijn vezels in de
lengterichting het beste. Voor zwaardere papiersoorten
verdient de breedterichting de voorkeur.
2
Het drukgevoelige gebied moet het eerst in de printer
worden ingevoerd.
3
Voor 100% katoen is het maximumgewicht 90 g/m2.
4
Enveloppen van 105 g/m2 mogen slechts voor 25% uit
katoen bestaan.
5
De lade voor dubbelzijdig afdrukken ondersteunt dezelfde
gewichten en soorten als de printer, behalve voor
transparanten en enveloppen.
• Universeellader
• Optionele lade voor 250 vel
2
2
6
Voor het afdrukken van etiketten is een speciale reiniger
140 tot 175 g/m
75 tot 135 g/m
3, 4, 9
2
2
2
Enveloppenlader
n.v.t.
n.v.t.
75 tot 90 g/m
voor het verhittingsstation vereist, waardoor dubbelzijdig
afdrukken niet mogelijk is.
7
De Optra T616(n) onderteunt geen vinyletiketten.
8
Als u wilt weten of uw converter voor vinyletiketten voldoet
aan de criteria van Lexmark, bezoek dan de Lexmark
weblocatie (www.lexmark.com) en zoek naar “converter
listing”. U kunt ook gebruikmaken van LEXFAX, het
geautomatiseerde faxsysteem van Lexmark.
Als u wilt weten of uw converter voor vinyletiketten voldoet
aan de criteria van Lexmark, bezoek dan de Lexmark
weblocatie (www.lexmark.com) en zoek naar “converter
listing”. U kunt ook gebruikmaken van LEXFAX, het
geautomatiseerde faxsysteem van Lexmark.
27Afdrukmateriaal kiezen
Kenmerken van
afdrukmaterialen
Meer informatie vindt u in de
met stuurprogramma’s, MarkVision en hulpprogramma’s
Card Stock & Label Guide
op de cd
.
De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit
en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Het is verstandig om
rekening te houden met deze richtlijnen wanneer u een nieuwe
papiervoorraad evalueert.
GewichtPapier met een gewicht van 60 tot 131 g/m
2
(vezels in
lengterichting) kan automatisch in de printer worden ingevoerd.
2
Papier dat lichter is dan 60 g/m
is mogelijk niet stijf genoeg om
goed te worden ingevoerd en kan daardoor vastlopen. Het beste
2
resultaat bereikt u met papier van 75 g/m
met de vezels in de
lengterichting. Als u wilt afdrukken op afdrukmaterialen die smaller
zijn dan 182 x 257 mm, moet het basisgewicht ten minste
2
90 g/m
zijn.
KrullenKrullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen.
Als papier te veel krult, kan dat problemen opleveren bij het
invoeren. Papier krult meestal nadat het door de printer is gevoerd
en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Wanneer papier
nadat het is uitgepakt in een vochtige omgeving wordt bewaard, kan
dat krullen veroorzaken, zelfs als het papier zich in de
papierlade bevindt.
28Afdrukmateriaal kiezen
GladheidDe gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de
afdrukkwaliteit. Toner wordt niet goed op ruw papier gefixeerd,
hetgeen leidt tot een slechte afdrukkwaliteit. Te glad papier kan
problemen veroorzaken bij het invoeren.
VochtigheidsgraadDe hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit
en bepaalt tevens of het papier goed door de printer kan worden
gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking totdat u het
daadwerkelijk gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet
blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de
luchtvochtigheid.
VezelrichtingDeze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel
papier. Vezels lopen ofwel in de
breedterichting
de
.
Voor papier van 60 tot 176 g/m
beste. Voor papier dat zwaarder is dan 176 g/m
breedterichting de voorkeur . Voor papier van 60 tot 135 g/m
de universeellader wordt ingevoerd, zijn vezels in de lengterichting
het beste. Voor papier dat zwaarder is dan 135 g/m
universeellader wordt ingevoerd, verdient de breedterichting de
voorkeur.
lengterichting
2
zijn vezels in de lengterichting het
van het papier of in
2
verdient de
2
dat via
2
en dat via de
29Afdrukmateriaal kiezen
VezelgehalteKwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor
100% uit chemische houtpulp. Papier met deze samenstelling is
zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de
afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld
van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
30Afdrukmateriaal kiezen
Loading...
+ 102 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.