Lenovo ThinkStation P330 Tiny User Guide [nl]

P330 Tiny Gebruikershandleiding
Computertypen: 30CE, 30CF, 30CG, 30D5, 30D6 en 30D7
Opmerking: Lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het
ondersteunt, gebruikt: 'Lees dit eerst: belangrijke veiligheidsinformatie' op pagina iii en Bijlage G 'Kennisgevingen' op pagina 107.
Achtste uitgave (Januari 2021)
© Copyright Lenovo 2019, 2021.
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . iii
Voordat u deze handleiding gaat gebruiken . . . . . iii
Service en upgrades . . . . . . . . . . . . . . iii
Voorkomen van statische elektriciteit . . . . . . . iv
Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . . . . iv
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . . . . v
Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . . . . v
Externe apparatuur . . . . . . . . . . . . . . v
Warmte en ventilatie . . . . . . . . . . . . . . vi
Kennisgevingen over de plaatsing van computers . . vi
Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . vii
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen. . . . vii
Verklaring over gevaarlijke spanning . . . . . . . viii
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij . . . . . . viii
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . ix
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . ix
Hoofdstuk 1. Productoverzicht . . . . . 1
Hardwarelocaties . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant. . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Onderdelen op de systeemplaat . . . . . . . 4
Machinetype en modelnummer . . . . . . . . 6
Computerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . 6
Computerspecificaties . . . . . . . . . . . . . 9
Programma´s . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een programma op uw computer openen . . . 10
Kennismaking met Lenovo-programma's . . . 10
Hoofdstuk 2. De computer
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 13
De computer registreren . . . . . . . . . . . 13
Het computervolume instellen . . . . . . . . . 13
Een schijf gebruiken . . . . . . . . . . . . . 13
Richtlijnen voor het gebruik van het optische
station . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Behandeling en opslag van een schijf . . . . 13
Een schijf afspelen of verwijderen . . . . . . 14
Een schijf opnemen . . . . . . . . . . . 14
Verbinding maken met het netwerk . . . . . . . 15
Hoofdstuk 3. U en uw computer . . . 17
De werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . 17
Reflectie en verlichting . . . . . . . . . . 17
Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . 17
Plaats van stopcontacten en kabellengte . . . 17
Comfort . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Informatie voor gehandicapten . . . . . . . . . 18
De computer schoonmaken . . . . . . . . . . 21
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Basisonderhoudstips . . . . . . . . . . . 21
Goede onderhoudsprocedures . . . . . . . 21
Uw computer up-to-date houden . . . . . . 22
De computer vervoeren. . . . . . . . . . . . 22
Hoofdstuk 4. Beveiliging . . . . . . . 25
Tips voor het gebruik van de computer. . . . . . 25
Kensington-kabelslot bevestigen . . . . . . 25
Een Tiny-In-One-beeldscherm aansluiten . . . 25 De beveiligingsinstellingen in het programma
Setup Utility bekijken en wijzigen . . . . . . . . 26
Wachtwoorden en Windows-accounts
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De aanwezigheidsschakelaar voor de kap
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Firewalls gebruiken . . . . . . . . . . . . . 27
Gegevens beschermen tegen virussen . . . . . . 27
De functie Smart USB Protection gebruiken. . . . 28
In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-
software. . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Trusted Platform Module (TPM). . . . . . . . . 28
Hoofdstuk 5. Geavanceerde
configuratie . . . . . . . . . . . . . . 29
Het programma Setup Utility gebruiken . . . . . 29
Het programma Setup Utility starten . . . . . 29
De weergavetaal van het programma Setup
Utility wijzigen. . . . . . . . . . . . . . 29
Een apparaat in- of uitschakelen . . . . . . 29
De Automatic Power On-functies van de
computer in- of uitschakelen . . . . . . . . 30
De ErP LPS-compliantiemodus in- of
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . 30
Schakelen tussen betere akoestische en
betere thermische prestaties . . . . . . . . 31
De functie voor het vastleggen van thermische
waarschuwingslogboeken in- of
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . 31
De functie Configuration Change Detection in-
of uitschakelen . . . . . . . . . . . . . 31
De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een
nieuw besturingssysteem installeert . . . . . 32
BIOS-wachtwoorden gebruiken. . . . . . . 32
Een opstartapparaat kiezen . . . . . . . . 34
Setup Utility afsluiten . . . . . . . . . . . 35
Het BIOS bijwerken en herstellen . . . . . . . . 35
© Copyright Lenovo 2019, 2021 i
Hoofdstuk 6. Diagnose,
probleemoplossing en herstel . . . . . 37
Basisprocedure voor verhelpen van
computerproblemen . . . . . . . . . . . . . 37
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . 37
Problemen met het opstarten. . . . . . . . 37
Audioproblemen. . . . . . . . . . . . . 38
Problemen met de cd of dvd . . . . . . . . 39
Incidentele problemen . . . . . . . . . . 40
Problemen met opslagstations . . . . . . . 40
Ethernet LAN-problemen . . . . . . . . . 41
Problemen met draadloos LAN . . . . . . . 42
Problemen met Bluetooth . . . . . . . . . 42
Problemen met de prestaties . . . . . . . . 43
Probleem met de seriële aansluiting . . . . . 44
Problemen met USB-apparaten. . . . . . . 44
Software- en stuurprogrammaproblemen . . . 44
Lenovo diagnoseprogramma‘s . . . . . . . . . 45
Informatie over systeemherstel . . . . . . . . . 45
Hoofdstuk 7. Het verwijderen en
installeren van hardware. . . . . . . . 47
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor
statische elektriciteit . . . . . . . . . . . . . 47
Customer Replaceable Units. . . . . . . . . . 47
Hardware verwijderen en installeren . . . . . . . 48
Toetsenbord of draadloos toetsenbord . . . . 48
Muis of draadloze muis . . . . . . . . . . 50
Voedingsadapter . . . . . . . . . . . . 54
Verticale standaard . . . . . . . . . . . 56
VESA-montagebeugel . . . . . . . . . . 58
Extern optisch station . . . . . . . . . . 58
Beugel voor voedingsadapter . . . . . . . 60
Computerkap . . . . . . . . . . . . . . 61
Opslagstation . . . . . . . . . . . . . . 62
Interne luidspreker . . . . . . . . . . . . 66
Grafische kaart . . . . . . . . . . . . . 67
Systeemventilator . . . . . . . . . . . . 71
Knoopcelbatterij. . . . . . . . . . . . . 72
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 74
Bodemafdekplaat . . . . . . . . . . . . 79
Geheugenmodule . . . . . . . . . . . . 79
M.2-opslagstation . . . . . . . . . . . . 81
Vervangen van de onderdelen voltooien . . . . . 83
Hoofdstuk 8. Informatie, hulp en
service . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Informatiebronnen . . . . . . . . . . . . . . 87
De gebruikershandleiding in verschillende
talen openen . . . . . . . . . . . . . . 87
Help-systeem van Windows . . . . . . . . 87
Veiligheid en garantie. . . . . . . . . . . 87
Lenovo-website . . . . . . . . . . . . . 87
Ondersteuningswebsite van Lenovo . . . . . 88
Hulp en service . . . . . . . . . . . . . . . 88
Service aanvragen . . . . . . . . . . . . 88
Andere services gebruiken. . . . . . . . . 89
Aanvullende services aanschaffen. . . . . . 89
Bijlage A. Snelheid van
systeemgeheugen . . . . . . . . . . . 91
Bijlage B. Aanvullende informatie over het Ubuntu-
besturingssysteem. . . . . . . . . . . 93
Bijlage C. Regelgeving en informatie over TCO-certificering van landen en
regio's . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Bijlage D. Informatie over WEEE en
recycling voor landen en regio's. . . . 99
Bijlage E. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) voor
landen en regio's. . . . . . . . . . . . 103
Bijlage F. Informatie over ENERGY
STAR-modellen . . . . . . . . . . . . 105
Bijlage G. Kennisgevingen . . . . . . 107
Bijlage H. Handelsmerken. . . . . . . 109
ii P330 Tiny Gebruikershandleiding

Lees dit eerst: belangrijke veiligheidsinformatie

Dit hoofdstuk bevat de veiligheidsvoorschriften die u moet kennen.

Voordat u deze handleiding gaat gebruiken

WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de informatie in deze sectie en de bij dit product geleverde handleiding Veiligheid en garantie. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de handleiding Veiligheid en garantie, kunt u een Portable Document Format (PDF)-versie downloaden van de Lenovo Support-website op Support-website biedt de handleiding Veiligheid en garantie en deze Gebruikershandleiding ook in andere talen.

Service en upgrades

Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uit­lampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is. Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Lees voor meer informatie over CRU's Hoofdstuk 7 'Het verwijderen en installeren van hardware' op pagina 47. Bij vragen neemt u contact op met het Klantsupportcentrum.
https://support.lenovo.com. De Lenovo
Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
WAARSCHUWING:
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van gevaarlijke, bewegende onderdelen. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
WAARSCHUWING:
Vermijd contact met hete onderdelen in de computer. Tijdens het gebruik worden sommige componenten zo heet dat ze brandwonden aan de huid kunnen veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en laat de componenten ongeveer tien minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
WAARSCHUWING:
© Copyright Lenovo 2019, 2021 iii
Plaats, nadat u een CRU hebt vervangen, alle beschermende kappen, inclusief de computerkap, terug voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Dat is belangrijk om een elektrische schok te helpen voorkomen en om te zorgen dat als onverwacht brand uitbreekt, wat in zeer zeldzame omstandigheden kan gebeuren, het effect hiervan wordt beperkt.
WAARSCHUWING:
Wanneer u CRU's vervangt, moet u goed op de scherpe randen en hoeken letten waaraan u zich kunt verwonden. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.

Voorkomen van statische elektriciteit

Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u de instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand
beet. Raak nooit onbeschermde elektronische circuits aan.
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de
antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische
verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.

Netsnoeren en voedingsadapters

Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen op kunnen worden gezet.
Voorkom dat snoeren en voedingsadapters in aanraking komen met vloeistof. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
iv
P330 Tiny Gebruikershandleiding
2
of
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.

Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires

Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos. Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien.

Stekkers en stopcontacten

Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant.
Gebruik niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische of commerciële apparaten die veel stroom trekken. Als u dat wel doet, kunnen uw computer, gegevens of aangesloten apparaten door onstabiele spanning beschadigd raken.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.

Externe apparatuur

Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
© Copyright Lenovo 2019, 2021 v

Warmte en ventilatie

Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
• Laat uw computer, voedingsadapter of accessoires niet te lang op uw schoot liggen als deze aan staan of
als de batterij wordt opgeladen. Uw computer, voedingsadapter en veel accessoires produceren warmte tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met uw computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van
ontvlambare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelvinblokken maken deel uit van het product omwille van de
veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer minstens eens per drie maanden of er zich geen stof ophoopt in of op uw desktopcomputer. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met de controle van uw computer begint; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich stof heeft opgehoopt in de computer, verwijder dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige
of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats uw computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer
oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
• Installeer geen apparaten voor het filteren van lucht. Deze kunnen een goede koeling in de weg staan.

Kennisgevingen over de plaatsing van computers

Onjuiste plaatsing van de computer kan leiden tot verwonding van kinderen.
• Plaats de computer op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd.
• Zet de computer niet aan de rand van het meubel.
• Houd de computerkabels buiten bereik van kinderen.
• Bepaalde voorwerpen, zoals speelgoed, kunnen kinderen aantrekken. Houd dergelijke voorwerpen weg
van de computer.
vi
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Houd kinderen in de gaten in ruimten waar de bovenstaande veiligheidsinstructies niet geheel in acht kunnen worden genomen.

Gebruiksomgeving

De optimale omgeving om uw computer te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10 °C tot 35 °C en een relatieve vochtigheid van 35% tot 80%. Als uw computer is opgeslagen of vervoerd bij temperaturen onder de 10 °C, gun de koude computer dan de tijd om langzaam op te warmen tot de optimale gebruikstemperatuur van 10 °C tot 35 °C voordat u de computer weer in gebruik neemt. Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade.
Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, airconditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
Plaats nooit vloeistoffen op of naast de computer of de aangesloten apparatuur. Als er vloeistof op de computer of een aangesloten apparaat wordt gemorst, kan er kortsluiting ontstaan, met alle desastreuze gevolgen van dien.
Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door kruimels die op het toetsenbord vallen.

Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen

WAARSCHUWING:
Als u laserproducten (bijvoorbeeld cd-rom-stations, dvd-stations, glasvezelapparatuur of speciale zenders) installeert, let dan op het volgende:
• Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen.
• Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
GEVAAR
Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3A of 3B. Let op het volgende: Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
© Copyright Lenovo 2019, 2021 vii

Verklaring over gevaarlijke spanning

GEVAAR
Haal alle netsnoeren uit het stopcontact voordat u de computerkap verwijdert of enig onderdeel verwijdert waaraan het bovenstaande label is bevestigd.
Haal componenten waaraan het bovenstaande label is bevestigd, NIET uit elkaar. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden.
Uw product is ontworpen voor veilig gebruik. Componenten met dit label bevatten echter gevaarlijke spannings-, stroom- en energieniveaus. Uit elkaar halen van deze componenten kan leiden tot brand en zelfs de dood. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus.

Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij

GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Inslikken van de lithiumknoopcelbatterij leidt binnen slechts twee uur tot verstikking of interne brandwonden en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als de lithiumknoopcelbatterij wordt ingeslikt of in een lichaamsdeel terechtkomt, zorg dan onmiddellijk voor medische behandeling.
Houd u aan het volgende:
• Gooi de batterij niet in het water en dompel de batterij niet onder
• Verhit de batterij niet tot een temperatuur van meer dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer lage luchtdruk
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer hoge luchtdruk
• Verbrijzel, doorboor, snijd en verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Californië: Informatie over perchloraat:
viii
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat bevatten.
Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
https://www.dtsc.ca.gov/

Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken

• Als uw computer is uitgerust met zowel een hoofdtelefoonaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de hoofdtelefoonaansluiting. De hoofdtelefoonaansluiting biedt echter geen ondersteuning voor de microfoon van de headset.
• Als uw computer is uitgerust met zowel een headsetaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de headsetaansluiting.
WAARSCHUWING:
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor. Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een gepast niveau.
Langdurig gebruik van een hoofd- of oortelefoon bij hoge geluidsvolumes kan schadelijk zijn voor het gehoor indien de uitvoer die op de aansluiting van de hoofd- of oortelefoon staat, niet voldoet aan de specificaties van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7. Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Om schade aan het gehoor te voorkomen dient u te controleren of de hoofd- of oortelefoons die u gebruikt, eveneens voldoen aan EN 50332-2 (Artikel 7 Limieten) of aan een spanning van 75 mV die typisch is voor breedband. Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon, voldoen de computer met hoofdtelefoon of oortelefoon als set aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere hoofd- of oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.

Reiniging en onderhoud

Houd uw computer en uw werkplek schoon. Als u de computer wilt schoonmaken, sluit de computer dan eerst af en haal de stekker uit het stopcontact. Spuit reinigingsmiddelen of andere vloeistoffen nooit rechtstreeks op de computer en maak de computer nooit schoon met reinigingsmiddelen die brandbare stoffen bevatten. Spuit het reinigingsmiddel op een zachte doek en maak daarmee de buitenkant van de computer schoon.
© Copyright Lenovo 2019, 2021 ix
x P330 Tiny Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Productoverzicht

Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer.

Hardwarelocaties

In dit gedeelte vindt u informatie over de locaties van de computerhardware.

Voorkant

Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
Figuur 1. Aansluitingen, knoppen en lampjes voorzijde
1 Netvoedingslampje
3 Statuslampje opslagstation
5 Headsetaansluiting
7 Always On USB 3.0-aansluiting
© Copyright Lenovo 2019, 2021 1
2 Aan/uit-knop
4 Aansluiting voor microfoon
6 Type-C USB 3.0-aansluiting
8 Verlichte rode punt
1 Netvoedingslampje
Wanneer het aan/uit-lampje brandt, is de computer ingeschakeld.
2 Aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. Als de computer niet reageert, kunt u de computer uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt te houden.
3 Statuslampje opslagstation
Dit lampje geeft de status van de interne opslagstations (bijvoorbeeld vaste-schijfstations of SSD-stations) aan.
Aan: de opslagstations zijn actief en er worden gegevens overgedragen.
Uit (wanneer de computer aan staat): er worden geen gegevens verzonden of de opslagstations worden niet
gebruikt.
4 Aansluiting voor microfoon
Door deze aansluiting kunt u een microfoon met de computer verbinden voor het opnemen van geluid of het gebruik van spraakherkenningssoftware.
5 Headsetaansluiting
Gebruik deze aansluiting om een headset aan de computer te koppelen.
6 Type-C USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat met een USB-aansluiting aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, scanner, printer of PDA (Personal Digital Assistant). Voor optimale gegevensoverdracht sluit u een USB 3.0-apparaat aan op een USB 3.0-aansluiting in plaats van een USB 2.0-aansluiting.
7 Always On USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer. Als de netvoedingsadapter is aangesloten, kunt u het aangesloten USB­apparaat laden, zelfs als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
8 Verlichte rode punt
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.

Achterkant

Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
2
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Figuur 2. Achterkant
1 Mini DisplayPort
3 Wi-Fi-antennesleuf
5 USB 3.1-aansluitingen Gen 2 (2) 6 USB 3.0-aansluiting
7 HDMI-uit-aansluiting
9 DisplayPort
1 Mini DisplayPort-aansluitingen (4)
®
-aansluitingen (4) 2 Sleuf voor veiligheidsslot
4 Ethernet-poort
8 USB 3.0-aansluiting
®
-aansluiting 10 Aansluiting voor netsnoer
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere compatibele apparaten te koppelen. De Mini DisplayPort-aansluiting is een verkleinde versie van een DisplayPort-aansluiting.
2 Sleuf voor veiligheidsslot
Bevestig een Kensington-kabelslot aan de beveiligingsslotsleuf om uw computer te beveiligen. Meer informatie vind je in 'Kensington-kabelslot bevestigen' op pagina 25.
3 Wi-Fi-antennesleuf
Hoofdstuk 1. Productoverzicht 3
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fi­antennekabelaansluiting.
4 Ethernetpoort
Sluit een Ethernet-kabel aan voor een LAN (local area network).
Opmerking: Gebruik een Ethernetkabel van categorie 5 om de computer binnen de Klasse B-limieten van de FCC (Federale Commissie voor Communicatie) te gebruiken.
5 USB 3.1-aansluitingen Gen 2 (2)
De USB 3.1-aansluiting Gen 2 heeft een hogere gegevensoverdrachtssnelheid en een hogere laadsnelheid en wordt gebruikt voor het aansluiten van USB-apparaten, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB­opslagapparaat of USB-printer.
6 USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
Opmerking: De USB 3.0-aansluiting ondersteunt de Smart Power On-functie waarmee u de computer met de toetscombinatie Alt+P op het toetsenbord kunt inschakelen of kunt laten ontwaken uit de sluimerstand. U kunt de Smart Power On-functie in het programma Setup Utility in- of uitschakelen.
7 HDMI uit-aansluiting
Wordt gebruikt om video- en audiosignalen te versturen van uw computer naar een ander video- of audioapparaat, zoals een high-performance beeldscherm.
8 USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
9 DisplayPort-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere compatibele apparaten te koppelen.
10 Aansluiting voor netsnoer
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt voorzien.

Onderdelen op de systeemplaat

Opmerking: Zie 'Voorkant' of 'Achterkant' voor meer beschrijvingen van onderdelen.
4
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Figuur 3. Locatie van onderdelen op de systeemplaat
1 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
3 Plaat-naar-plaat-aansluiting
5 Microprocessor 6 Knoopcelbatterij
7 Interne luidspreker of aansluiting voor geavanceerde
2 Thunderbolt-aansluiting
4 DC-aansluiting
8 Aansluiting voor systeemventilator
luidspreker
Hoofdstuk 1. Productoverzicht 5
9 Sleuf voor opslagstation
11 PCI-Express-kaartsleuf 12 Seriële poort
13 Geheugensleuf 1 (DIMM 1) 14 Geheugensleuf 2 (DIMM 2)
15 Sleuf 2 voor M.2-opslagstation 16 Sleuf 1 voor M.2-opslagstation
10 M.2 Wi-Fi-kaartsleuf

Machinetype en modelnummer

Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Het machinetype en modelnummer zijn te vinden aan de bovenkant van uw computer, zoals afgebeeld.
Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
Figuur 4. Machinetype en modelnummer

Computerfuncties

Afhankelijk van uw specifieke computermodel zijn sommige functies anders of niet van toepassing.
Informatie over uw computer
• Ga als volgt te werk om de basisinformatie (bijv. informatie over microprocessor en geheugen) over uw computer te bekijken:
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
2. Klik op Instellingen Systeem Info.
• Ga als volgt te werk om gedetailleerde informatie over de apparaten (bijv. optische station en netwerkadapters) op uw computer te bekijken:
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer.
3. Zoek en dubbelklik op het apparaat in Apparaatbeheer om apparaateigenschappen te bekijken. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
6
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Geheugen
Maximaal twee Double Data Rate 4 (DDR4) Error Correction Code (ECC) Small Outline Dual Inline Memory Modules (SODIMM's).
Opslagstations
De computer ondersteunt één of twee M.2 SSD-opslagstations.
Ga als volgt te werk om de hoeveelheid ruimte op de opslagstations te bekijken:
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer en volg de instructies op het scherm.
Videovoorzieningen
Sleuf voor PCIe-kaart op de systeemplaat voor een afzonderlijke grafische kaart
Audiovoorzieningen
De geïntegreerde audiokaart ondersteunt de volgende aansluitingen en apparaten op uw computer:
• Geavanceerde luidspreker (beschikbaar in bepaalde modellen)
• Headsetaansluiting
• Interne luidspreker (beschikbaar in bepaalde modellen)
• Microfoonaansluitingen
Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O)
• Audioaansluitingen (microfoonaansluiting en headsetaansluiting)
• Beeldschermaansluitingen (DisplayPort-aansluiting en Mini DisplayPort-aansluiting)
• Ethernet-aansluiting
• HDMI uit-aansluiting
• Seriële aansluiting
• USB Type-C-aansluiting
• USB-aansluiting (inclusief één Always On USB-aansluiting)
Uitbreidingsmogelijkheden
• Vak voor extern optisch station (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Sleuven voor M.2 SSD-stations
• Geheugencompartimenten
• PCIe grafische-kaartsleuf
Voedingseenheid
Uw computer wordt geleverd met de volgende voedingseenheden:
• Voedingseenheid van 135 W met automatische voltagedetectie
Draadloze voorzieningen
Afhankelijk van uw computermodel, zijn de volgende functies voor draadloze communicatie ondersteund:
• Draadloos LAN (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Bluetooth (beschikbaar op bepaalde modellen)
Hoofdstuk 1. Productoverzicht 7
Voorzieningen voor systeembeheer
• Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de power-on zelftest (POST) bij opstarten
• Desktop Management Interface (DMI) Desktop Management Interface biedt gebruikers een algemeen pad voor toegang tot informatie over alle
aspecten van een computer. De informatie omvat het processortype, de installatiedatum, aangesloten printers en andere randapparatuur, energiebronnen en de onderhoudsgeschiedenis.
• ErP LPS-compliantiemodus De ErP LPS-compliantiemodus (Energy-related Products Directive en Lowest Power State) verlaagt het
elektriciteitsverbruik wanneer de computer in de slaapstand of uit staat. Meer informatie vind je in 'De ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen' op pagina 30.
• Intel
®
Standard Manageability (ISM)
Intel Standard Manageability bouwt bepaalde functionaliteiten in computerhardware en -firmware in. Daardoor zijn computers minder kostbaar voor bedrijven en gemakkelijker te bewaken, onderhouden, bijwerken, upgraden en repareren.
• Intel Active Management Technology (Intel AMT) Met specifieke Intel-platformmogelijkheden en beheer- en beveiligingstoepassingen van derden, stelt Intel
Active Management Technology IT-beheerders of providers van beheerde services in staat gemakkelijk op afstand hun in een netwerk opgenomen computermiddelen te detecteren, repareren en beschermen.
• Preboot Execution Environment (PXE) Met Preboot Execution Environment kunt u computers opstarten via een netwerkinterface. Deze aanpak is
onafhankelijk van het opstarten van computers vanaf gegevensopslagapparaten (zoals het vaste­schijfstation) of geïnstalleerde besturingssystemen.
• System Management (SM) basisinvoer-/uitvoersysteem (BIOS) en SM-software De SM BIOS-specificatie definieert gegevensstructuren en toegangsmethoden in een BIOS. Daarom kan
een gebruiker of een toepassing specifieke informatie over de computer in kwestie opslaan en ophalen.
• Wake on LAN (WOL) Wake on LAN is een ethernet computernetwerkstandaard waarmee een computer kan worden
ingeschakeld of uit de slaapmodus kan worden gehaald via netwerkbericht. Het bericht wordt doorgaans verzonden door een programma dat op een andere computer op hetzelfde local area network draait.
• Windows Management Instrumentation (WMI) Windows Management Instrumentation is een set uitbreidingen voor het Windows-
stuurprogrammamodel. Deze bieden een interface voor een besturingssysteem via welke instrumentale componenten informatie en meldingen geven.
Beveiligingsvoorzieningen
• Mogelijkheid om een apparaat in en uit te schakelen
• Mogelijkheid om afzonderlijke USB-aansluitingen in en uit te schakelen
• Antivirusprogramma
• BIOS-wachtwoorden en Microsoft
®
Windows®-accounts om onbevoegd gebruik van uw computer te
voorkomen
• In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software
• Firewalls
• De functie Smart USB Protection
• Instelbare opstartvolgorde
• Opstarten zonder een toetsenbord of muis
8
P330 Tiny Gebruikershandleiding
• Mogelijkheid om een Kensington-kabelslot aan te sluiten
• Trusted Platform Module (TPM)
Vooraf geïnstalleerd besturingssysteem
Bij levering is het besturingssysteem Windows 10 al op de computer geïnstalleerd. Ook kan Lenovo concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Om vast te stellen of een besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website van de leverancier van het besturingssysteem.

Computerspecificaties

In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
• Breedte: 37 mm
• Hoogte: 179 mm
• Diepte: 183 mm
Dikte
Maximumconfiguratie bij levering: 1,3 kg
Omgeving
• Luchttemperatuur:
In bedrijf: Van 10 °C tot 35 °C Opslag in originele verzendverpakking: Van -40 °C tot 60 °C Opslag zonder verpakking: Van -10 °C tot 60 °C
• Luchtvochtigheid:
In bedrijf: 10% tot 80% (geen condensatie) Opslag: 10% tot 90% (geen condensatie)
• Hoogte:
In bedrijf: Van -15,2 m tot 3048 m In bedrijf: Van -15,2 m tot 10.668 m
Elektrische invoer
• Ingangsspanning: Van 100 tot 240 VAC
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht 9
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1
3.1 Gen 2
3.2 20
5
10

Programma´s

In dit gedeelte vindt u informatie over de programma's op de computer.

Een programma op uw computer openen

Ga als volgt te werk om een programma op uw computer te openen:
• Windows Search:
1. Typ de naam van het programma in het zoekveld naast de knop Start.
2. Klik in de zoekresultaten op de naam van het gewenste programma om het programma te openen.
• Menu Start of Configuratiescherm:
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen. Klik vervolgens op de naam van het gewenste programma om het programma te openen.
2. Als de naam van het programma niet in het menu Start wordt weergegeven, opent u het programma via Configuratiescherm.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen. b. Klik op Windows-systeem Configuratiescherm. c. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik vervolgens op de naam van
het gewenste programma om het programma te openen.

Kennismaking met Lenovo-programma's

In dit gedeelte vindt u informatie over de belangrijkste Lenovo-programma's in uw besturingssysteem.
Opmerking: Afhankelijk van uw computermodel zijn sommige van de volgende programma's mogelijk niet beschikbaar.
10
P330 Tiny Gebruikershandleiding
De Vantage-app De vooraf geïnstalleerde Vantage-app is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Om de Vantage-app te openen, typt u in het zoekvak de tekst Vantage. Met de Vantage-app kunt u:
– Eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen; – UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to-
date te houden; – De status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen. – De hardware van uw computer scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen. – De garantiestatus van de computer opzoeken (online). – Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
– De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel. – De Vantage-app werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht 11
12 P330 Tiny Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. De computer gebruiken

Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer.

De computer registreren

Als u uw computer bij Lenovo registreert, voert u vereiste gegevens in een Lenovo-database in. Aan de hand van deze informatie kan Lenovo contact met u opnemen als een product wordt teruggenomen of als er zich andere ernstige problemen hebben voorgedaan en kan Lenovo sneller service verlenen als u Lenovo belt voor hulp. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
Ga naar computer bij Lenovo te registreren.
https://support.lenovo.com/productregistration en volg de aanwijzingen op het scherm om uw

Het computervolume instellen

Ga als volgt te werk om het computervolume in te stellen:
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
Opmerking: Als het volumepictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het volumepictogram aan het berichtengebied toe. Zie het Help-systeem van Windows.
2. Volg de instructies op het scherm en de weergegeven tekst om het volume te regelen, de luidspreker uit te schakelen of de luidspreker in te schakelen.

Een schijf gebruiken

In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van een schijf en van het optische-schijfstation.

Richtlijnen voor het gebruik van het optische station

Neem de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van het optische station:
• Zet de computer niet op een plaats waar het station wordt blootgesteld aan een van de volgende omstandigheden:
– Een hoge temperatuur – Hoge luchtvochtigheid – Een overmatige hoeveelheid stof – Sterke trillingen of plotselinge schokken – Een hellend oppervlak – Direct zonlicht
• Plaats nooit andere voorwerpen dan schijven in het station.
• Plaats geen beschadigde schijven in het station. Door kromgetrokken, bekraste of vuile schijven kan het station ernstig beschadigd raken.
• Verwijder de schijf uit het station als u de computer gaat verplaatsen.

Behandeling en opslag van een schijf

Houd u bij het omgaan met schijven aan de volgende richtlijnen:
© Copyright Lenovo 2019, 2021 13
• Houd de schijf aan de randen vast. Raak het oppervlak van de kant zonder opdruk niet aan.
• Voor het verwijderen van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een schone zachte doek vanuit het midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er gegevens verloren gaan.
• Schrijf niet op de schijf en plak er niets op.
• Maak geen krassen op de schijf en breng er geen markeringen op aan.
• Bewaar de schijf niet op een plek waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Gebruik geen wasbenzine, verdunners of andere reinigingsmiddelen om de schijf schoon te maken.
• Laat de schijf niet vallen en buig hem niet.

Een schijf afspelen of verwijderen

Om een schijf af te spelen, doet u het volgende:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade schuift uit het station.
2. Plaats een schijf in de lade. Sommige optische stations hebben een opstaande as in het midden van de lade. Als uw station een dergelijke as heeft, ondersteunt u met één hand de lade, terwijl u met de andere hand op het midden van de schijf drukt om deze op zijn plaats vast te klikken.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te schuiven. Het afspeelprogramma van de schijf wordt automatisch gestart. Meer informatie vindt u in het Help-systeem van het afspeelprogramma van de schijf.
Ga als volgt te werk om een schijf uit het optische station te verwijderen:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade schuift uit het station.
2. Haal de schijf voorzichtig uit de lade.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te schuiven.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u uw computer uit. Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.

Een schijf opnemen

Als het optische station opnemen ondersteunt, kunt u een schijf opnemen.
Een schijf opnemen met Windows-hulpmiddelen
Ga als volgt te werk om een schijf met Windows-hulpmiddelen op te nemen:
• Brand een schijf via het venster Automatisch afspelen.
1. Controleer of de schijf automatisch wordt afgespeeld.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen. b. Klik op Instellingen Apparaten Automatisch afspelen. c. Selecteer Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze
functie in.
2. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt. Het venster
Automatisch afspelen wordt geopend.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
14
P330 Tiny Gebruikershandleiding
• Brand een schijf met Windows Media® Player.
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Open Windows Media Player. Zie 'Een programma op uw computer openen' op pagina 10.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Brand een schijf van een ISO-bestand.
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Een schijf opnemen met vooraf geïnstalleerde programma's
U neemt als volgt een schijf op met vooraf geïnstalleerde programma's:
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Open het programma PowerDVD Create, PowerProducer of Power2Go. Zie 'Een programma op uw computer openen' op pagina 10.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

Verbinding maken met het netwerk

In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van een netwerkverbinding.
Verbinding maken met een Ethernet LAN
U kunt uw computer met een Ethernet LAN verbinden door een Ethernet-kabel op de Ethernet-poort aan te sluiten.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de ethernetpoort.
Verbinding maken met een draadloos LAN
U kunt uw computer aansluiten op een draadloos LAN-netwerk zonder gebruik te maken van een Ethernet­kabel, maar alleen via radiogolven.
Opmerking: De voorziening voor een draadloos LAN-netwerk is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen:
1. Controleer of er een draadloos LAN-netwerk beschikbaar is en of de draadloos LAN-functie op uw computer werkt.
2. Klik op het statuspictogram voor de draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows om de beschikbare draadloze netwerken weer te geven.
Opmerking: Als het statuspictogram niet in het systeemvak van Windows weergegeven wordt, voegt u het pictogram toe aan het systeemvak. Zie het Help-systeem van Windows.
3. Klik op een draadloos LAN-netwerk en vervolgens op Verbinden om uw computer op dit netwerk aan te sluiten. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 15
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met kort bereik. Gebruik Bluetooth om een draadloze verbinding tussen uw computer en andere Bluetooth-apparaten binnen een straal van ongeveer 10 meter tot stand te brengen.
Opmerking: De Bluetooth-voorziening is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
U kunt als volgt verbinding maken met een Bluetooth-apparaat:
1. Schakel de Bluetooth-functie van uw computer in. Controleer of het Bluetooth-apparaat zich binnen een afstand van circa 10 m van uw computer bevindt.
2. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het Bluetooth-pictogram. Klik vervolgens op Een apparaat toevoegen en volg de instructies op het scherm.
Opmerking: Als het Bluetooth-pictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het Bluetooth-pictogram aan het berichtengebied toe. Zie het Help-systeem van Windows.
16
P330 Tiny Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. U en uw computer

In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud.

De werkplek inrichten

Richt uw werkplek zo in dat deze aan uw behoeften voldoet en bij het type werk dat u uitvoert, past. In dit gedeelte vindt u informatie over de factoren die van invloed zijn op de manier waarop u uw werkplek inricht.

Reflectie en verlichting

Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en weerkaatsing van lampen, ramen en andere lichtbronnen. Licht dat wordt weerkaatst door glimmende oppervlakken kan hinderlijke reflecties op uw scherm veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting door lampen uit te doen of door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm het zonlicht dan af met gordijnen of een zonnescherm. Wellicht moet u de helderheid en het contrast van het beeldscherm in de loop van de dag enkele malen anders instellen. De verlichting is immers niet de hele dag constant.
Wanneer het niet mogelijk is om reflecties te vermijden of de verlichting aan te passen, kan een anti­reflectiescherm uitkomst bieden. Een dergelijk scherm kan de duidelijkheid van het beeld echter verminderen. Het is daarom beter om er pas een te gebruiken wanneer geen van de andere mogelijkheden soelaas biedt.

Luchtcirculatie

Uw computer produceert warmte. In de computer zit een ventilator die via ventilatiegaten frisse lucht naar binnen zuigt en warme lucht naar buiten blaast. Wanneer de ventilatiespleten geblokkeerd zijn, kan er oververhitting ontstaan. Dit kan storingen of beschadigingen tot gevolg hebben. Plaats de computer zodanig dat de ventilatiespleten niet worden geblokkeerd; 5,1 cm is meestal voldoende. Zorg er voor dat de lucht niet naar anderen wordt geblazen.

Plaats van stopcontacten en kabellengte

De volgende factoren kunnen van invloed zijn op uiteindelijke plek voor uw computer:
• Plaats van stopcontacten
• Lengte van netsnoeren en voedingsadapters
• Lengte van de kabels die op andere apparaten zijn aangesloten
Meer informatie over netsnoeren of voedingsadapters vindt u onder 'Netsnoeren en voedingsadapters' op pagina iv.

Comfort

Hoewel er niet één werkhouding bestaat die ideaal is voor iedereen, kunt u met behulp van de volgende richtlijnen een houding vinden die voor u geschikt is. De volgende afbeelding geeft een voorbeeld ter referentie.
© Copyright Lenovo 2019, 2021 17
• Schermpositie: plaats het beeldscherm op een prettige afstand; gewoonlijk is 51–61 cm. Pas het beeldscherm vervolgens zo aan dat de bovenkant van het beeldscherm op of onder ooghoogte is en u naar het beeldscherm kunt kijken zonder uw lichaam te moeten draaien.
• Stand van de stoel: gebruik een stoel met verstelbare hoogte die voldoende steun voor uw rug geeft. Stel de stoel in op de door u gewenste houding.
• Stand van het hoofd: houd uw hoofd en nek in een comfortabele en neutrale (verticaal of rechtop) stand.
• De plaats van armen en handen: houd uw onderarmen, polsen en handen in een ontspannen, neutrale (horizontale) positie. Typ met een zachte aanslag.
• Bovenbenen: houd uw bovenbenen horizontaal en zet uw voeten plat op de grond of op een voetensteun.
Geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben.

Informatie voor gehandicapten

Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop Lenovo deze gebruikers kan helpen optimaal van hun computerervaring te profiteren. De meest recente informatie over toegankelijkheid vindt u op de volgende internetpagina:
https://www.lenovo.com/accessibility
Sneltoetsen van het toetsenbord
In de volgende lijst staan sneltoetsen waarmee u uw computer gemakkelijker kunt gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van het toetsenbord zijn sommige van de volgende sneltoetsen mogelijk niet beschikbaar.
Toets met Windows-logo+U: Toegankelijkheidscentrum openen
Acht seconden op rechter Shift-toets drukken: Filtertoetsen in- of uitschakelen
Shift vijf keer indrukken: Plaknotitietoetsen in- of uitschakelen
Num Lock vijf seconden indrukken: Wisseltoetsen in- of uitschakelen
Linker Alt+Linker Shift+Num Lock: Muistoetsen in- of uitschakelen
Linker Alt+Linker Shift+PrtScn (of PrtSc): Hoog contrast in- of uitschakelen
Ga voor meer informatie naar volgende trefwoorden: toegangstoetsen, toetsencombinaties, sneltoetsen.
18
P330 Tiny Gebruikershandleiding
https://windows.microsoft.com/ en voer een zoekopdracht uit met een van de
Loading...
+ 94 hidden pages