KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . iii
Voordat u deze handleiding gaat gebruiken . . . . . iii
Service en upgrades . . . . . . . . . . . . . . iii
Voorkomen van statische elektriciteit . . . . . . . iv
Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . . . . iv
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . . . . v
Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . . . . v
Externe apparatuur . . . . . . . . . . . . . . v
Warmte en ventilatie . . . . . . . . . . . . . . vi
Kennisgevingen over de plaatsing van computers . . vi
Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . vii
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen. . . . vii
Verklaring over gevaarlijke spanning . . . . . . . viii
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij . . . . . . viii
Vervangen van de onderdelen voltooien . . . . . 83
Hoofdstuk 8. Informatie, hulp en
service . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Informatiebronnen . . . . . . . . . . . . . . 87
De gebruikershandleiding in verschillende
talen openen . . . . . . . . . . . . . . 87
Help-systeem van Windows . . . . . . . . 87
Veiligheid en garantie. . . . . . . . . . . 87
Lenovo-website . . . . . . . . . . . . . 87
Ondersteuningswebsite van Lenovo . . . . . 88
Hulp en service . . . . . . . . . . . . . . . 88
Service aanvragen . . . . . . . . . . . . 88
Andere services gebruiken. . . . . . . . . 89
Aanvullende services aanschaffen. . . . . . 89
Bijlage A. Snelheid van
systeemgeheugen . . . . . . . . . . . 91
Bijlage B. Aanvullende informatie
over het Ubuntu-
besturingssysteem. . . . . . . . . . . 93
Bijlage C. Regelgeving en informatie
over TCO-certificering van landen en
regio's . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Bijlage D. Informatie over WEEE en
recycling voor landen en regio's. . . . 99
Bijlage E. Kennisgeving beperking
van schadelijke stoffen (Restriction of
Hazardous Substances, RoHS) voor
landen en regio's. . . . . . . . . . . . 103
Bijlage F. Informatie over ENERGY
STAR-modellen . . . . . . . . . . . . 105
Bijlage G. Kennisgevingen . . . . . . 107
Bijlage H. Handelsmerken. . . . . . . 109
iiP330 Tiny Gebruikershandleiding
Lees dit eerst: belangrijke veiligheidsinformatie
Dit hoofdstuk bevat de veiligheidsvoorschriften die u moet kennen.
Voordat u deze handleiding gaat gebruiken
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van de
veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de informatie in deze sectie en de bij dit product
geleverde handleiding Veiligheid en garantie. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen
verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de handleiding Veiligheid en garantie, kunt u een Portable Document
Format (PDF)-versie downloaden van de Lenovo Support-website op
Support-website biedt de handleiding Veiligheid en garantie en deze Gebruikershandleiding ook in andere
talen.
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het
Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft
voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of
vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om
door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's
zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de
klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uitlampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is.
Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het
apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Lees voor meer informatie
over CRU's Hoofdstuk 7 'Het verwijderen en installeren van hardware' op pagina 47. Bij vragen neemt u
contact op met het Klantsupportcentrum.
https://support.lenovo.com. De Lenovo
Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is
gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
WAARSCHUWING:
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van gevaarlijke, bewegende onderdelen. Stel uzelf
direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
WAARSCHUWING:
Vermijd contact met hete onderdelen in de computer. Tijdens het gebruik worden sommige
componenten zo heet dat ze brandwonden aan de huid kunnen veroorzaken. Zet de computer uit,
ontkoppel de voedingskabels en laat de componenten ongeveer tien minuten afkoelen voordat u de
computerkap opent.
Plaats, nadat u een CRU hebt vervangen, alle beschermende kappen, inclusief de computerkap, terug
voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Dat is belangrijk om een elektrische schok te
helpen voorkomen en om te zorgen dat als onverwacht brand uitbreekt, wat in zeer zeldzame
omstandigheden kan gebeuren, het effect hiervan wordt beperkt.
WAARSCHUWING:
Wanneer u CRU's vervangt, moet u goed op de scherpe randen en hoeken letten waaraan u zich kunt
verwonden. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
Voorkomen van statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar
beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot
schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan
pas wanneer u de instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende
voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de
antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een
uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de
statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische
verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de
verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Netsnoeren en voedingsadapters
Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm
beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische
spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen
op kunnen worden gezet.
Voorkom dat snoeren en voedingsadapters in aanraking komen met vloeistof. Laat een netsnoer of
voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt
met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer
of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie
van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
iv
P330 Tiny Gebruikershandleiding
2
of
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van
oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting
vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u
gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u
stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos.
Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op
met een elektricien.
Stekkers en stopcontacten
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn,
gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij
de fabrikant.
Gebruik niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische of commerciële apparaten die veel stroom
trekken. Als u dat wel doet, kunnen uw computer, gegevens of aangesloten apparaten door onstabiele
spanning beschadigd raken.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een
stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard
stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor
een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze
beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger
zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of
specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de
apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat
dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Externe apparatuur
Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders
kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het
uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten
ontkoppelt.
Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij
wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
• Laat uw computer, voedingsadapter of accessoires niet te lang op uw schoot liggen als deze aan staan of
als de batterij wordt opgeladen. Uw computer, voedingsadapter en veel accessoires produceren warmte
tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs
brandwonden veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met uw computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van
ontvlambare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelvinblokken maken deel uit van het product omwille van de
veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd
raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor
dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer minstens eens per drie maanden of er zich geen stof ophoopt in of op uw desktopcomputer.
Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met de controle van uw computer
begint; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich stof
heeft opgehoopt in de computer, verwijder dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de
sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de
stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt
binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn,
controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de
volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige
of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats uw computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer
oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
• Installeer geen apparaten voor het filteren van lucht. Deze kunnen een goede koeling in de weg staan.
Kennisgevingen over de plaatsing van computers
Onjuiste plaatsing van de computer kan leiden tot verwonding van kinderen.
• Plaats de computer op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd.
• Zet de computer niet aan de rand van het meubel.
• Houd de computerkabels buiten bereik van kinderen.
• Bepaalde voorwerpen, zoals speelgoed, kunnen kinderen aantrekken. Houd dergelijke voorwerpen weg
van de computer.
vi
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Houd kinderen in de gaten in ruimten waar de bovenstaande veiligheidsinstructies niet geheel in acht kunnen
worden genomen.
Gebruiksomgeving
De optimale omgeving om uw computer te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10 °C tot
35 °C en een relatieve vochtigheid van 35% tot 80%. Als uw computer is opgeslagen of vervoerd bij
temperaturen onder de 10 °C, gun de koude computer dan de tijd om langzaam op te warmen tot de
optimale gebruikstemperatuur van 10 °C tot 35 °C voordat u de computer weer in gebruik neemt. Onder
bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen,
dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade.
Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, airconditioners en magnetrons uit
de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt
veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
Plaats nooit vloeistoffen op of naast de computer of de aangesloten apparatuur. Als er vloeistof op de
computer of een aangesloten apparaat wordt gemorst, kan er kortsluiting ontstaan, met alle desastreuze
gevolgen van dien.
Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door
kruimels die op het toetsenbord vallen.
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen
WAARSCHUWING:
Als u laserproducten (bijvoorbeeld cd-rom-stations, dvd-stations, glasvezelapparatuur of speciale
zenders) installeert, let dan op het volgende:
• Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan
gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden
vervangen.
• Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan
leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
GEVAAR
Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3A of 3B. Let op het
volgende:
Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
Haal alle netsnoeren uit het stopcontact voordat u de computerkap verwijdert of enig onderdeel
verwijdert waaraan het bovenstaande label is bevestigd.
Haal componenten waaraan het bovenstaande label is bevestigd, NIET uit elkaar. Deze componenten
bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden.
Uw product is ontworpen voor veilig gebruik. Componenten met dit label bevatten echter gevaarlijke
spannings-, stroom- en energieniveaus. Uit elkaar halen van deze componenten kan leiden tot brand en zelfs
de dood. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een
onderhoudstechnicus.
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type
gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik
exploderen. Inslikken van de lithiumknoopcelbatterij leidt binnen slechts twee uur tot verstikking of interne
brandwonden en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als de lithiumknoopcelbatterij wordt ingeslikt of in een
lichaamsdeel terechtkomt, zorg dan onmiddellijk voor medische behandeling.
Houd u aan het volgende:
• Gooi de batterij niet in het water en dompel de batterij niet onder
• Verhit de batterij niet tot een temperatuur van meer dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer lage luchtdruk
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer hoge luchtdruk
• Verbrijzel, doorboor, snijd en verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Californië: Informatie over perchloraat:
viii
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten.
Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
https://www.dtsc.ca.gov/
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken
• Als uw computer is uitgerust met zowel een hoofdtelefoonaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de hoofdtelefoonaansluiting. De
hoofdtelefoonaansluiting biedt echter geen ondersteuning voor de microfoon van de headset.
• Als uw computer is uitgerust met zowel een headsetaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de headsetaansluiting.
WAARSCHUWING:
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor.
Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume
van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een
gepast niveau.
Langdurig gebruik van een hoofd- of oortelefoon bij hoge geluidsvolumes kan schadelijk zijn voor het gehoor
indien de uitvoer die op de aansluiting van de hoofd- of oortelefoon staat, niet voldoet aan de specificaties
van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7.
Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Om schade aan het gehoor
te voorkomen dient u te controleren of de hoofd- of oortelefoons die u gebruikt, eveneens voldoen aan EN
50332-2 (Artikel 7 Limieten) of aan een spanning van 75 mV die typisch is voor breedband. Gebruik van een
hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau,
schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon, voldoen de computer met
hoofdtelefoon of oortelefoon als set aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere hoofd- of
oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of
oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk
zijn voor het gehoor.
Reiniging en onderhoud
Houd uw computer en uw werkplek schoon. Als u de computer wilt schoonmaken, sluit de computer dan
eerst af en haal de stekker uit het stopcontact. Spuit reinigingsmiddelen of andere vloeistoffen nooit
rechtstreeks op de computer en maak de computer nooit schoon met reinigingsmiddelen die brandbare
stoffen bevatten. Spuit het reinigingsmiddel op een zachte doek en maak daarmee de buitenkant van de
computer schoon.
Wanneer het aan/uit-lampje brandt, is de computer ingeschakeld.
2 Aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. Als de computer niet reageert, kunt u de computer
uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt te houden.
3 Statuslampje opslagstation
Dit lampje geeft de status van de interne opslagstations (bijvoorbeeld vaste-schijfstations of SSD-stations)
aan.
Aan: de opslagstations zijn actief en er worden gegevens overgedragen.
Uit (wanneer de computer aan staat): er worden geen gegevens verzonden of de opslagstations worden niet
gebruikt.
4 Aansluiting voor microfoon
Door deze aansluiting kunt u een microfoon met de computer verbinden voor het opnemen van geluid of het
gebruik van spraakherkenningssoftware.
5 Headsetaansluiting
Gebruik deze aansluiting om een headset aan de computer te koppelen.
6 Type-C USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat met een USB-aansluiting aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, scanner,
printer of PDA (Personal Digital Assistant). Voor optimale gegevensoverdracht sluit u een USB 3.0-apparaat
aan op een USB 3.0-aansluiting in plaats van een USB 2.0-aansluiting.
7 Always On USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer. Als de netvoedingsadapter is aangesloten, kunt u het aangesloten USBapparaat laden, zelfs als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
8 Verlichte rode punt
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.
Achterkant
Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
2
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Figuur 2. Achterkant
1 Mini DisplayPort
3 Wi-Fi-antennesleuf
5 USB 3.1-aansluitingen Gen 2 (2)6 USB 3.0-aansluiting
7 HDMI-uit-aansluiting
9 DisplayPort
1 Mini DisplayPort-aansluitingen (4)
®
-aansluitingen (4)2 Sleuf voor veiligheidsslot
4 Ethernet-poort
8 USB 3.0-aansluiting
®
-aansluiting10 Aansluiting voor netsnoer
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere
compatibele apparaten te koppelen. De Mini DisplayPort-aansluiting is een verkleinde versie van een
DisplayPort-aansluiting.
2 Sleuf voor veiligheidsslot
Bevestig een Kensington-kabelslot aan de beveiligingsslotsleuf om uw computer te beveiligen. Meer
informatie vind je in 'Kensington-kabelslot bevestigen' op pagina 25.
3 Wi-Fi-antennesleuf
Hoofdstuk 1. Productoverzicht3
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen
beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fiantennekabelaansluiting.
4 Ethernetpoort
Sluit een Ethernet-kabel aan voor een LAN (local area network).
Opmerking: Gebruik een Ethernetkabel van categorie 5 om de computer binnen de Klasse B-limieten van
de FCC (Federale Commissie voor Communicatie) te gebruiken.
5 USB 3.1-aansluitingen Gen 2 (2)
De USB 3.1-aansluiting Gen 2 heeft een hogere gegevensoverdrachtssnelheid en een hogere laadsnelheid
en wordt gebruikt voor het aansluiten van USB-apparaten, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USBopslagapparaat of USB-printer.
6 USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
Opmerking: De USB 3.0-aansluiting ondersteunt de Smart Power On-functie waarmee u de computer met
de toetscombinatie Alt+P op het toetsenbord kunt inschakelen of kunt laten ontwaken uit de sluimerstand. U
kunt de Smart Power On-functie in het programma Setup Utility in- of uitschakelen.
7 HDMI uit-aansluiting
Wordt gebruikt om video- en audiosignalen te versturen van uw computer naar een ander video- of
audioapparaat, zoals een high-performance beeldscherm.
8 USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
9 DisplayPort-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere
compatibele apparaten te koppelen.
10 Aansluiting voor netsnoer
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
Onderdelen op de systeemplaat
Opmerking: Zie 'Voorkant' of 'Achterkant' voor meer beschrijvingen van onderdelen.
4
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Figuur 3. Locatie van onderdelen op de systeemplaat
1 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
3 Plaat-naar-plaat-aansluiting
5 Microprocessor6 Knoopcelbatterij
7 Interne luidspreker of aansluiting voor geavanceerde
15 Sleuf 2 voor M.2-opslagstation16 Sleuf 1 voor M.2-opslagstation
10 M.2 Wi-Fi-kaartsleuf
Machinetype en modelnummer
Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de
ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies
vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Het machinetype en modelnummer zijn te vinden aan de bovenkant van uw computer, zoals afgebeeld.
Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
Figuur 4. Machinetype en modelnummer
Computerfuncties
Afhankelijk van uw specifieke computermodel zijn sommige functies anders of niet van toepassing.
Informatie over uw computer
• Ga als volgt te werk om de basisinformatie (bijv. informatie over microprocessor en geheugen) over uw
computer te bekijken:
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
2. Klik op Instellingen ➙ Systeem ➙ Info.
• Ga als volgt te werk om gedetailleerde informatie over de apparaten (bijv. optische station en
netwerkadapters) op uw computer te bekijken:
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer.
3. Zoek en dubbelklik op het apparaat in Apparaatbeheer om apparaateigenschappen te bekijken. Typ
het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
6
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Geheugen
Maximaal twee Double Data Rate 4 (DDR4) Error Correction Code (ECC) Small Outline Dual Inline Memory
Modules (SODIMM's).
Opslagstations
De computer ondersteunt één of twee M.2 SSD-opslagstations.
Ga als volgt te werk om de hoeveelheid ruimte op de opslagstations te bekijken:
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer en volg de instructies op het scherm.
Videovoorzieningen
Sleuf voor PCIe-kaart op de systeemplaat voor een afzonderlijke grafische kaart
Audiovoorzieningen
De geïntegreerde audiokaart ondersteunt de volgende aansluitingen en apparaten op uw computer:
• Geavanceerde luidspreker (beschikbaar in bepaalde modellen)
• Headsetaansluiting
• Interne luidspreker (beschikbaar in bepaalde modellen)
• Microfoonaansluitingen
Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O)
• Audioaansluitingen (microfoonaansluiting en headsetaansluiting)
• Beeldschermaansluitingen (DisplayPort-aansluiting en Mini DisplayPort-aansluiting)
• Ethernet-aansluiting
• HDMI uit-aansluiting
• Seriële aansluiting
• USB Type-C-aansluiting
• USB-aansluiting (inclusief één Always On USB-aansluiting)
Uitbreidingsmogelijkheden
• Vak voor extern optisch station (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Sleuven voor M.2 SSD-stations
• Geheugencompartimenten
• PCIe grafische-kaartsleuf
Voedingseenheid
Uw computer wordt geleverd met de volgende voedingseenheden:
• Voedingseenheid van 135 W met automatische voltagedetectie
Draadloze voorzieningen
Afhankelijk van uw computermodel, zijn de volgende functies voor draadloze communicatie ondersteund:
• Draadloos LAN (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Bluetooth (beschikbaar op bepaalde modellen)
Hoofdstuk 1. Productoverzicht7
Voorzieningen voor systeembeheer
• Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de power-on zelftest (POST) bij opstarten
• Desktop Management Interface (DMI)
Desktop Management Interface biedt gebruikers een algemeen pad voor toegang tot informatie over alle
aspecten van een computer. De informatie omvat het processortype, de installatiedatum, aangesloten
printers en andere randapparatuur, energiebronnen en de onderhoudsgeschiedenis.
• ErP LPS-compliantiemodus
De ErP LPS-compliantiemodus (Energy-related Products Directive en Lowest Power State) verlaagt het
elektriciteitsverbruik wanneer de computer in de slaapstand of uit staat. Meer informatie vind je in 'De ErP
LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen' op pagina 30.
• Intel
®
Standard Manageability (ISM)
Intel Standard Manageability bouwt bepaalde functionaliteiten in computerhardware en -firmware in.
Daardoor zijn computers minder kostbaar voor bedrijven en gemakkelijker te bewaken, onderhouden,
bijwerken, upgraden en repareren.
• Intel Active Management Technology (Intel AMT)
Met specifieke Intel-platformmogelijkheden en beheer- en beveiligingstoepassingen van derden, stelt Intel
Active Management Technology IT-beheerders of providers van beheerde services in staat gemakkelijk op
afstand hun in een netwerk opgenomen computermiddelen te detecteren, repareren en beschermen.
• Preboot Execution Environment (PXE)
Met Preboot Execution Environment kunt u computers opstarten via een netwerkinterface. Deze aanpak is
onafhankelijk van het opstarten van computers vanaf gegevensopslagapparaten (zoals het vasteschijfstation) of geïnstalleerde besturingssystemen.
• System Management (SM) basisinvoer-/uitvoersysteem (BIOS) en SM-software
De SM BIOS-specificatie definieert gegevensstructuren en toegangsmethoden in een BIOS. Daarom kan
een gebruiker of een toepassing specifieke informatie over de computer in kwestie opslaan en ophalen.
• Wake on LAN (WOL)
Wake on LAN is een ethernet computernetwerkstandaard waarmee een computer kan worden
ingeschakeld of uit de slaapmodus kan worden gehaald via netwerkbericht. Het bericht wordt doorgaans
verzonden door een programma dat op een andere computer op hetzelfde local area network draait.
• Windows Management Instrumentation (WMI)
Windows Management Instrumentation is een set uitbreidingen voor het Windows-
stuurprogrammamodel. Deze bieden een interface voor een besturingssysteem via welke instrumentale
componenten informatie en meldingen geven.
Beveiligingsvoorzieningen
• Mogelijkheid om een apparaat in en uit te schakelen
• Mogelijkheid om afzonderlijke USB-aansluitingen in en uit te schakelen
• Antivirusprogramma
• BIOS-wachtwoorden en Microsoft
®
Windows®-accounts om onbevoegd gebruik van uw computer te
voorkomen
• In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software
• Firewalls
• De functie Smart USB Protection
• Instelbare opstartvolgorde
• Opstarten zonder een toetsenbord of muis
8
P330 Tiny Gebruikershandleiding
• Mogelijkheid om een Kensington-kabelslot aan te sluiten
• Trusted Platform Module (TPM)
Vooraf geïnstalleerd besturingssysteem
Bij levering is het besturingssysteem Windows 10 al op de computer geïnstalleerd. Ook kan Lenovo
concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Om vast te stellen of
een besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website van de leverancier
van het besturingssysteem.
Computerspecificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
• Breedte: 37 mm
• Hoogte: 179 mm
• Diepte: 183 mm
Dikte
Maximumconfiguratie bij levering: 1,3 kg
Omgeving
• Luchttemperatuur:
In bedrijf: Van 10 °C tot 35 °C
Opslag in originele verzendverpakking: Van -40 °C tot 60 °C
Opslag zonder verpakking: Van -10 °C tot 60 °C
• Luchtvochtigheid:
In bedrijf: 10% tot 80% (geen condensatie)
Opslag: 10% tot 90% (geen condensatie)
• Hoogte:
In bedrijf: Van -15,2 m tot 3048 m
In bedrijf: Van -15,2 m tot 10.668 m
Elektrische invoer
• Ingangsspanning: Van 100 tot 240 VAC
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht9
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1
3.1 Gen 2
3.220
5
10
Programma´s
In dit gedeelte vindt u informatie over de programma's op de computer.
Een programma op uw computer openen
Ga als volgt te werk om een programma op uw computer te openen:
• Windows Search:
1. Typ de naam van het programma in het zoekveld naast de knop Start.
2. Klik in de zoekresultaten op de naam van het gewenste programma om het programma te openen.
• Menu Start of Configuratiescherm:
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen. Klik vervolgens op de naam van het gewenste
programma om het programma te openen.
2. Als de naam van het programma niet in het menu Start wordt weergegeven, opent u het programma
via Configuratiescherm.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
b. Klik op Windows-systeem ➙ Configuratiescherm.
c. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik vervolgens op de naam van
het gewenste programma om het programma te openen.
Kennismaking met Lenovo-programma's
In dit gedeelte vindt u informatie over de belangrijkste Lenovo-programma's in uw besturingssysteem.
Opmerking: Afhankelijk van uw computermodel zijn sommige van de volgende programma's mogelijk niet
beschikbaar.
10
P330 Tiny Gebruikershandleiding
• De Vantage-app
De vooraf geïnstalleerde Vantage-app is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Om de Vantage-app te openen, typt u in het zoekvak de tekst Vantage.
Met de Vantage-app kunt u:
– Eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen;
– UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to-
date te houden;
– De status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen.
– De hardware van uw computer scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
– De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
– Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
– De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
– De Vantage-app werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht11
12P330 Tiny Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.De computer gebruiken
Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer.
De computer registreren
Als u uw computer bij Lenovo registreert, voert u vereiste gegevens in een Lenovo-database in. Aan de hand
van deze informatie kan Lenovo contact met u opnemen als een product wordt teruggenomen of als er zich
andere ernstige problemen hebben voorgedaan en kan Lenovo sneller service verlenen als u Lenovo belt
voor hulp. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
Ga naar
computer bij Lenovo te registreren.
https://support.lenovo.com/productregistration en volg de aanwijzingen op het scherm om uw
Het computervolume instellen
Ga als volgt te werk om het computervolume in te stellen:
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
Opmerking: Als het volumepictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het
volumepictogram aan het berichtengebied toe. Zie het Help-systeem van Windows.
2. Volg de instructies op het scherm en de weergegeven tekst om het volume te regelen, de luidspreker uit
te schakelen of de luidspreker in te schakelen.
Een schijf gebruiken
In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van een schijf en van het optische-schijfstation.
Richtlijnen voor het gebruik van het optische station
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van het optische station:
• Zet de computer niet op een plaats waar het station wordt blootgesteld aan een van de volgende
omstandigheden:
– Een hoge temperatuur
– Hoge luchtvochtigheid
– Een overmatige hoeveelheid stof
– Sterke trillingen of plotselinge schokken
– Een hellend oppervlak
– Direct zonlicht
• Plaats nooit andere voorwerpen dan schijven in het station.
• Plaats geen beschadigde schijven in het station. Door kromgetrokken, bekraste of vuile schijven kan het
station ernstig beschadigd raken.
• Verwijder de schijf uit het station als u de computer gaat verplaatsen.
Behandeling en opslag van een schijf
Houd u bij het omgaan met schijven aan de volgende richtlijnen:
• Houd de schijf aan de randen vast. Raak het oppervlak van de kant zonder opdruk niet aan.
• Voor het verwijderen van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een schone zachte doek vanuit het
midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er
gegevens verloren gaan.
• Schrijf niet op de schijf en plak er niets op.
• Maak geen krassen op de schijf en breng er geen markeringen op aan.
• Bewaar de schijf niet op een plek waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Gebruik geen wasbenzine, verdunners of andere reinigingsmiddelen om de schijf schoon te maken.
• Laat de schijf niet vallen en buig hem niet.
Een schijf afspelen of verwijderen
Om een schijf af te spelen, doet u het volgende:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade
schuift uit het station.
2. Plaats een schijf in de lade. Sommige optische stations hebben een opstaande as in het midden van de
lade. Als uw station een dergelijke as heeft, ondersteunt u met één hand de lade, terwijl u met de andere
hand op het midden van de schijf drukt om deze op zijn plaats vast te klikken.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te
schuiven. Het afspeelprogramma van de schijf wordt automatisch gestart. Meer informatie vindt u in het
Help-systeem van het afspeelprogramma van de schijf.
Ga als volgt te werk om een schijf uit het optische station te verwijderen:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade
schuift uit het station.
2. Haal de schijf voorzichtig uit de lade.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te
schuiven.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u uw computer uit.
Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de
uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
Als het optische station opnemen ondersteunt, kunt u een schijf opnemen.
Een schijf opnemen met Windows-hulpmiddelen
Ga als volgt te werk om een schijf met Windows-hulpmiddelen op te nemen:
• Brand een schijf via het venster Automatisch afspelen.
1. Controleer of de schijf automatisch wordt afgespeeld.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
b. Klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Automatisch afspelen.
c. Selecteer Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze
functie in.
2. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt. Het venster
Automatisch afspelen wordt geopend.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
14
P330 Tiny Gebruikershandleiding
• Brand een schijf met Windows Media® Player.
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Open Windows Media Player. Zie 'Een programma op uw computer openen' op pagina 10.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Brand een schijf van een ISO-bestand.
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Een schijf opnemen met vooraf geïnstalleerde programma's
U neemt als volgt een schijf op met vooraf geïnstalleerde programma's:
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Open het programma PowerDVD Create, PowerProducer of Power2Go. Zie 'Een programma op uw
computer openen' op pagina 10.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Verbinding maken met het netwerk
In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van een netwerkverbinding.
Verbinding maken met een Ethernet LAN
U kunt uw computer met een Ethernet LAN verbinden door een Ethernet-kabel op de Ethernet-poort aan te
sluiten.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de ethernetpoort.
Verbinding maken met een draadloos LAN
U kunt uw computer aansluiten op een draadloos LAN-netwerk zonder gebruik te maken van een Ethernetkabel, maar alleen via radiogolven.
Opmerking: De voorziening voor een draadloos LAN-netwerk is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen:
1. Controleer of er een draadloos LAN-netwerk beschikbaar is en of de draadloos LAN-functie op uw
computer werkt.
2. Klik op het statuspictogram voor de draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows om
de beschikbare draadloze netwerken weer te geven.
Opmerking: Als het statuspictogram niet in het systeemvak van Windows weergegeven wordt, voegt u
het pictogram toe aan het systeemvak. Zie het Help-systeem van Windows.
3. Klik op een draadloos LAN-netwerk en vervolgens op Verbinden om uw computer op dit netwerk aan te
sluiten. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken15
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met kort bereik. Gebruik Bluetooth om een draadloze
verbinding tussen uw computer en andere Bluetooth-apparaten binnen een straal van ongeveer 10 meter tot
stand te brengen.
Opmerking: De Bluetooth-voorziening is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
U kunt als volgt verbinding maken met een Bluetooth-apparaat:
1. Schakel de Bluetooth-functie van uw computer in. Controleer of het Bluetooth-apparaat zich binnen een
afstand van circa 10 m van uw computer bevindt.
2. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het Bluetooth-pictogram. Klik vervolgens
op Een apparaat toevoegen en volg de instructies op het scherm.
Opmerking: Als het Bluetooth-pictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het
Bluetooth-pictogram aan het berichtengebied toe. Zie het Help-systeem van Windows.
16
P330 Tiny Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.U en uw computer
In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud.
De werkplek inrichten
Richt uw werkplek zo in dat deze aan uw behoeften voldoet en bij het type werk dat u uitvoert, past. In dit
gedeelte vindt u informatie over de factoren die van invloed zijn op de manier waarop u uw werkplek inricht.
Reflectie en verlichting
Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en weerkaatsing van lampen,
ramen en andere lichtbronnen. Licht dat wordt weerkaatst door glimmende oppervlakken kan hinderlijke
reflecties op uw scherm veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de
ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting door lampen uit te doen of
door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm
het zonlicht dan af met gordijnen of een zonnescherm. Wellicht moet u de helderheid en het contrast van het
beeldscherm in de loop van de dag enkele malen anders instellen. De verlichting is immers niet de hele dag
constant.
Wanneer het niet mogelijk is om reflecties te vermijden of de verlichting aan te passen, kan een antireflectiescherm uitkomst bieden. Een dergelijk scherm kan de duidelijkheid van het beeld echter
verminderen. Het is daarom beter om er pas een te gebruiken wanneer geen van de andere mogelijkheden
soelaas biedt.
Luchtcirculatie
Uw computer produceert warmte. In de computer zit een ventilator die via ventilatiegaten frisse lucht naar
binnen zuigt en warme lucht naar buiten blaast. Wanneer de ventilatiespleten geblokkeerd zijn, kan er
oververhitting ontstaan. Dit kan storingen of beschadigingen tot gevolg hebben. Plaats de computer zodanig
dat de ventilatiespleten niet worden geblokkeerd; 5,1 cm is meestal voldoende. Zorg er voor dat de lucht niet
naar anderen wordt geblazen.
Plaats van stopcontacten en kabellengte
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op uiteindelijke plek voor uw computer:
• Plaats van stopcontacten
• Lengte van netsnoeren en voedingsadapters
• Lengte van de kabels die op andere apparaten zijn aangesloten
Meer informatie over netsnoeren of voedingsadapters vindt u onder 'Netsnoeren en voedingsadapters' op
pagina iv.
Comfort
Hoewel er niet één werkhouding bestaat die ideaal is voor iedereen, kunt u met behulp van de volgende
richtlijnen een houding vinden die voor u geschikt is. De volgende afbeelding geeft een voorbeeld ter
referentie.
• Schermpositie: plaats het beeldscherm op een prettige afstand; gewoonlijk is 51–61 cm. Pas het
beeldscherm vervolgens zo aan dat de bovenkant van het beeldscherm op of onder ooghoogte is en u
naar het beeldscherm kunt kijken zonder uw lichaam te moeten draaien.
• Stand van de stoel: gebruik een stoel met verstelbare hoogte die voldoende steun voor uw rug geeft. Stel
de stoel in op de door u gewenste houding.
• Stand van het hoofd: houd uw hoofd en nek in een comfortabele en neutrale (verticaal of rechtop) stand.
• De plaats van armen en handen: houd uw onderarmen, polsen en handen in een ontspannen, neutrale
(horizontale) positie. Typ met een zachte aanslag.
• Bovenbenen: houd uw bovenbenen horizontaal en zet uw voeten plat op de grond of op een voetensteun.
Geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken
wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw
werkhouding te maken hebben.
Informatie voor gehandicapten
Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang
bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop Lenovo deze
gebruikers kan helpen optimaal van hun computerervaring te profiteren. De meest recente informatie over
toegankelijkheid vindt u op de volgende internetpagina:
https://www.lenovo.com/accessibility
Sneltoetsen van het toetsenbord
In de volgende lijst staan sneltoetsen waarmee u uw computer gemakkelijker kunt gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van het toetsenbord zijn sommige van de volgende sneltoetsen mogelijk niet
beschikbaar.
• Toets met Windows-logo+U: Toegankelijkheidscentrum openen
• Acht seconden op rechter Shift-toets drukken: Filtertoetsen in- of uitschakelen
• Shift vijf keer indrukken: Plaknotitietoetsen in- of uitschakelen
• Num Lock vijf seconden indrukken: Wisseltoetsen in- of uitschakelen
• Linker Alt+Linker Shift+Num Lock: Muistoetsen in- of uitschakelen