Machinetypen (MT's): 30C1 (Energy Star), 30C2 (Energy Star) en
30C3 (Energy Star)
Opmerking: Zorg dat u de Handleiding met belangrijke productinformatie hebt gelezen en begrepen,
voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt.
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer.
Voorkant
Opmerking: Mogelijk ziet uw computermodel er enigszins anders uit dan op de afbeelding.
1 Netvoedingslampje
3 Activiteitslampje voor opslagstation
5 Headsetaansluiting
7 Always On USB 3.0-aansluiting
2 Aan/uit-knop
4 Aansluiting voor microfoon
6 USB 3.0-aansluiting
8 Verlichte rode punt
• Always On USB 3.0-aansluiting
Hiermee kunt u een USB 2.0- of 3.0-apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een toetsenbord, een muis, een
scanner, een printer of een organizer (personal digital assistant) (PDA). Als de voedingsadapter
aangesloten is, kunt u het automatisch gedetecteerde apparaat laden, zelfs als de computer in de
sluimerstand staat of uitgeschakeld is.
• Headsetaansluiting
Wordt gebruikt om een headset of hoofdtelefoon op de computer aan te sluiten.
• Verlichte rode punt
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.
• Aansluiting voor microfoon
Wordt gebruikt om een microfoon op de computer aan te sluiten. Met de microfoon kunt u geluiden
opnemen of met de computer werken met behulp van spraakherkenningssoftware.
Wordt gebruikt om de computer in te schakelen. Wanneer u de computer niet kunt afsluiten vanuit het
besturingssysteem, houdt u de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen.
• Netvoedingslampje
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.
• Activiteitslampje voor opslagstation
Dit lampje brandt wanneer het opslagstation in gebruik is.
• USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat met een USB-aansluiting aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, scanner,
printer of PDA (Personal Digital Assistant). Voor optimale gegevensoverdracht sluit u een USB 3.0apparaat aan op een USB 3.0-aansluiting in plaats van een USB 2.0-aansluiting.
Achterkant
Opmerking: Mogelijk ziet uw computermodel er enigszins anders uit dan op de afbeelding.
Figuur 1. Achterkant
9 Mini DisplayPort
11 Wi-Fi-antennesleuf
13 USB 3.0-aansluitingen (2)14 USB 3.0-aansluiting
15 DisplayPort-aansluiting
17 DisplayPort-aansluiting18 Aansluiting voor voedingsadapter
®
-aansluitingen (4) (optioneel)10 Sleuf voor het veiligheidsslot
12 Ethernet-poort
16 USB 3.0-aansluiting
• DisplayPort-aansluiting
Wordt gebruikt voor het ontvangen of verzenden van audio- en videosignalen. U kunt een compatibel
audio- of videoapparaat op deze computer aansluiten, zoals een high-performance beeldscherm.
Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor netwerktoegang aansluiten.
• Mini DisplayPort-aansluiting
Wordt gebruikt voor het ontvangen of verzenden van audio- en videosignalen. U kunt een compatibel
audio- of videoapparaat op deze computer aansluiten, zoals een high-performance beeldscherm. De
aansluiting kan verschillen per computermodel.
• Aansluiting voor voedingsadapter
Wordt gebruikt om de voedingsadapter op uw computer aan te sluiten, zodat de computer van stroom
wordt voorzien.
• Kabelslot
Wordt gebruikt om een Kensington-kabelslot te bevestigen.
• USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat aansluiten waarvoor een USB 2.0- of USB 3.0-aansluiting is vereist.
• Wi-Fi-antennesleuf
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen
beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fiantennekabelaansluiting.
Systeemplaat
Opmerking: Zie 'Voorkant' op pagina 1 of 'Achterkant' op pagina 2 voor meer beschrijvingen van
onderdelen.
Figuur 2. Onderdelen op de systeemplaat
1 Seriële aansluiting 12 Seriële aansluiting 2
3 USB 3.0-aansluiting
5 Microprocessoraansluiting6 Knoopcelbatterij
7 Aansluiting met verlichte rode punt8 Aansluiting voor interne luidspreker
4 Ventilatoraansluiting voor opslagstations
Hoofdstuk 1. Productoverzicht3
9 Aansluiting voor systeemventilator
10 Geavanceerde luidsprekeraansluiting
11 SATA-aansluiting voor opslagstations
13 Sleuf voor PCI Express grafische kaart14 Geheugencompartiment (DIMM1)
15 Geheugencompartiment (DIMM2)16 Sleuf 2 voor M.2-opslagstation
17 Sleuf 1 voor M.2-opslagstation
12 M.2 Wi-Fi-kaartsleuf
Machinetype en modelnummer
Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de
ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies
vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Het machinetype en modelnummer zijn te vinden aan de zijkant van uw computer, zoals afgebeeld.
Opmerking: Afhankelijk van uw computermodel kan de I/O-box optioneel zijn.
Figuur 4. Overzicht van de I/O-box
1 USB 2.0-aansluitingen (2)2 Seriële aansluiting (optioneel)
3 USB 2.0-aansluitingen (2)4 USB 3.0-aansluitingen (2)
5 USB 3.0-aansluiting (voor aansluiting op de computer)
De I/O-box gebruiken
Als u de I/O-box met de ThinkStation®-minicomputer gebruikt, let dan op het volgende:
• De I/O-box ondersteunt een maximaal voltage van 5 A. We raden u aan apparaten met een laag
stroomverbruik aan te sluiten op de I/O-box en apparaten met een hoog stroomverbruik direct aan te
sluiten op de ThinkStation-minicomputer om te zorgen dat de apparaten optimaal werken.
• De USB 2.0- en USB 3.0-aansluitingen op de I/O-box leveren respectievelijk 500 mA en 900 mA stroom.
Als u een opslagstation met een hoog stroomverbruik aansluit op slechts één USB-aansluiting, herkent
het systeem het apparaat mogelijk niet. U kunt het opslagstation aansluiten op twee USB-aansluitingen
op de I/O-box.
• De seriële aansluiting ondersteunt direct verwisselen niet. Sluit geen apparaten aan op de aansluiting en
verwijder geen apparaten van de aansluiting terwijl het systeem actief is.
• De aansluitingen op de I/O-box kunnen niet afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. Om de aansluitingen
op de I/O-box in of uit te schakelen, schakelt u de USB-aansluitingen op de achterkant van de computer
in of uit.
• Met de I/O-box kunt u de computer uit de spaarstand Standby halen met behulp van bewerkingen op
apparaten die op de I/O-boxaansluitingen zijn aangesloten.
Met een Kensington-kabelslot kunt u de computer vastmaken aan bijvoorbeeld een bureau of een tafel. Het
kabelslot kan aan de beveiligingsslotsleuf op de achterkant van de computer worden bevestigd. Afhankelijk
van het geselecteerde type kan het kabelslot met een toets of een combinatie worden bediend. Met het
kabelslot vergrendelt u ook de knoppen waarmee de kap van de computer wordt geopend. Dit is hetzelfde
type slot dat ook voor veel notebookcomputers wordt gebruikt. Een geïntegreerd kabelslot kunt u
rechtstreeks bij Lenovo bestellen. Zoek daartoe met het trefwoord Kensington op:
https://support.lenovo.com
Figuur 5. Kensington-kabelslot
Een Tiny-In-One-beeldscherm aansluiten
Opmerking: Bij het aansluiten van de P320 Tiny-computer op het Tiny-In-One (TIO)-beeldscherm moet u de
voedingsadapter van 135 W gebruiken die bij de computer is geleverd.
De P320 Tiny-computer werkt standaard met de geïntegreerde grafische kaart wanneer deze is aangesloten
op het TIO-beeldscherm. U kunt de computer in- of uitschakelen door op de aan/uitknop op het TIObeeldscherm te drukken. Andere apparaten die zijn aangesloten op het TIO-beeldscherm functioneren
hetzelfde als wanneer ze zijn aangesloten op de computer.
Om de primaire video-output over te schakelen van de geïntegreerde grafische kaart naar de afzonderlijke
grafische kaart, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
2. Voordat Windows opstart, drukt u herhaaldelijk op de toets F1 of Fn+F1 (afhankelijk van de
toetsenbordinstelling) totdat het programma Setup Utility wordt weergegeven. Als een BIOSwachtwoord is ingesteld, voert u het juiste wachtwoord in wanneer dat wordt gevraagd.
3. Zoek het submenu Select Active Video en selecteer PEG. Druk vervolgens op F10 om de wijzigingen
op te slaan en af te sluiten.
4. Verbind de afzonderlijke grafische kaart-aansluiting van de computer met de DisplayPort- of HDMIaansluiting van het TIO-beeldscherm met behulp van een geschikte dongle.
5. Druk op de knop voor modus wisselen op het TIO-beeldscherm om de TIO-Modus te wijzigen naar de
DP-modus of HDMI-modus.
Als de computer met de afzonderlijke grafische kaart werkt, zal het indrukken van de aan/uitknop op het TIObeeldscherm alleen het TIO-beeldscherm aan of uit zetten. Andere apparaten die zijn aangesloten op het
TIO-beeldscherm functioneren niet hetzelfde als wanneer ze zijn aangesloten op de computer.
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van hardware in uw computer.
Voordat u hardware vervangt
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke
productinformatie hebt gelezen.
Lees deze opmerkingen voordat u hardware vervangt:
• Enkele hardwarecomponenten die in dit gedeelte worden beschreven, zijn optioneel.
• Gebruik uitsluitend computercomponenten die door Lenovo zijn verstrekt.
• Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel de desbetreffende instructies in deze
handleiding als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
• In de meeste landen verlangt Lenovo dat defecte CRU's (Customer Replaceable Units) worden
geretourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen nadat de CRU is
afgeleverd.
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Open de antistatische verpakking met het nieuwe component pas als het beschadigde component is
verwijderd en u klaar bent om het nieuwe component te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor
uzelf, maar kan leiden tot ernstige schade aan de componenten van de computer.
Neem bij het omgaan met onderdelen en andere computercomponenten de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak PCI/PCI-Expresskaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessoren bij de rand beet. Raak nooit
onbeschermde elektronische componenten aan.
• Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aanraken.
• Houd de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen
afdekplaatje van een uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de
computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam voordat u een
nieuw onderdeel installeert of vervangt.
• Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het eerst neer te leggen. Als u
het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de
antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Onderdelen die kunnen worden vervangen
Customer Replaceable Units (CRU's)
CRU's zijn computeronderdelen die door een gebruiker zelf kunnen worden bijgewerkt of vervangen. Er zijn
twee typen CRU's: self-service en optional-service.
U kunt self-service CRU's eenvoudig installeren. Deze CRU's kunnen zelfstandig zijn, vergrendeld worden
of worden bevestigd met maximaal twee schroeven.
Voorbeelden van self-service CRU's zijn het toetsenbord, de muis, USB-apparaten en het netsnoer.
Andere voorbeelden van self-service CRU's zijn geheugenmodules, adapterkaarten, vaste-schijfstations
en optische stations.
Opmerking: Gebruikers zijn verantwoordelijk voor het vervangen van alle self-service CRU's.
• Optional-service CRU's:
Voor het werken met optional-service CRU's is, naast enige technische vaardigheid, eenvoudig
gereedschap (zoals een schroevendraaier) nodig.
Deze CRU's zijn afzonderlijke onderdelen in de computer. Ze worden meestal aan het oog onttrokken
door een afdekplaatje dat is vastgezet met meer dan twee schroeven. U moet de schroeven en het
afdekplaatje verwijderen om bij de CRU te kunnen.
Optional-service CRU's kunnen worden vervangen door gebruikers of, tijdens de garantieperiode, door
een servicemonteur van Lenovo.
Field Replaceable Units (FRU's)
FRU's zijn computeronderdelen die een hiervoor opgeleide technicus kan bijwerken of vervangen.
Gedetailleerde FRU-informatie, zoals FRU-artikelnummers en ondersteunde computermodellen, vindt u op:
https://support.lenovo.com/partslookup
Locatie van CRU's en FRU's
Bekijk de volgende illustraties voor de locatie van CRU's en FRU's in de computer.
Opmerkingen:
• Sommige van de volgende onderdelen kunnen er anders uitzien dan in de afbeelding.
• Enkele van de volgende onderdelen zijn optioneel op sommige modellen.
NummerBeschrijving van FRUSelf-service CRUOptional-service CRU
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
7
8
9
KnoopcelbatterijNeeNee
Interne luidsprekerNeeJa
Kabel met verlichte rode puntNeeNee
Geavanceerde luidsprekerNeeNee
AntennebeugelNeeNee
Systeemventilator
Systeemplaat
Chassis
NeeNee
NeeNee
NeeNee
BodemafdekplaatJaNee
GeheugenmoduleJaNee
M.2-opslagstationJaNee
Kabel van opslagstationNeeNee
Opslagstation
NeeJa
Beugel voor opslagstationNeeJa
Plaatje van Wi-Fi-kaartNeeNee
Wi-Fi-kaartNeeNee
PCI Express-kaart
NeeNee
24
25
26
27
28
29
30
31
32
PCI Express-kaartadapter
Wi-Fi-antennesNeeNee
KoelvinblokNeeNee
VESA®-montagebeugel
Extern optisch stationJaNee
Kast van extern optisch stationJaNee
Externe I/O-box
Toetsenbord of draadloos toetsenbordJaNee
Muis of draadloze muisJaNee
NeeNee
JaNee
JaNee
CRU's vervangen
Alvorens CRU's te vervangen
Customer Replaceable Units (CRU's) zijn computeronderdelen die door een gebruiker kunnen worden vervangen. Er
zijn twee typen CRU's: self-service en optional-service.
Zie 'Onderdelen die kunnen worden vervangen' op pagina 11 voor de locaties van de CRU's.
Opmerking: Als u andere onderdelen wilt vervangen dan de CRU's die in de volgende gedeelten worden genoemd,
neem dan contact op met een servicemonteur van Lenovo. De telefoonnummers voor ondersteuning zijn beschikbaar
op
Opmerking: Het draadloze toetsenbord is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
Het toetsenbord vervangen
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Ontkoppel de kabel van het oude toetsenbord van de computer.
3. Sluit het nieuwe toetsenbord aan op de juiste aansluiting op de computer.
Figuur 7. Het toetsenbord vervangen
Het draadloze toetsenbord vervangen
1. Verwijder het oude draadloze toetsenbord.
2. Haal het nieuwe draadloze toetsenbord uit de verpakking.
3. Open de batterijhouder en plaats twee AAA-batterijen met de plus- en minpolen aan de juiste kant.
Figuur 8. Het draadloze toetsenbord vervangen
Hoofdstuk 5. Hardware vervangen15
4. Haal de USB-dongle uit het compartiment van het toetsenbord of van de draadloze muis en sluit de
dongle aan op een vrije USB-aansluiting op de computer.
5. Sluit de kap van het compartiment. Het toetsenbord is klaar voor gebruik.
De (draadloze) muis vervangen
Opmerking: De draadloze muis is alleen beschikbaar in bepaalde modellen.
De muis vervangen
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Ontkoppel de oude muiskabel van de computer.
3. Sluit de nieuwe muis aan op de juiste aansluiting op de computer.
Figuur 9. De muis vervangen
De draadloze muis vervangen
1. Haal de stekker van de USB-dongle uit de computer. Verwijder vervolgens de oude draadloze muis.
2. Haal de nieuwe draadloze muis uit de verpakking.
3. Open de batterijhouder en plaats twee AAA-batterijen met de plus- en minpolen aan de juiste kant.
Figuur 14. Het afdekplaatje van de batterijhouder sluiten
f. Zet de aan/uit-knop in de stand Aan.
Figuur 15. De aan/uit-knop in de stand Aan zetten
Opmerkingen:
• De groene LED geeft aan dat de muis klaar is voor gebruik.
• Een geel knipperend lampje betekent dat de batterijen bijna leeg zijn.
• Voor een langere werkingsduur van de batterij zet u de aan/uit-knop in de stand Uit wanneer u de
muis niet gebruikt.
• Koppel de USB-dongle los van uw computer en bewaar deze in het compartiment van de
draadloze muis of van het draadloze toetsenbord.
De voedingsadapter vervangen
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke
productinformatie hebt gelezen.
Hoofdstuk 5. Hardware vervangen19
Opmerking: De P320 Tiny-computer ondersteunt de volgende Tiny-in-One-beeldschermmodellen (TIO):
Tiny-in-One 23-beeldscherm (MT: 10DQ), Tiny-in-One 22-beeldscherm (MT: 10LK), Tiny-in-One 24beeldscherm (MT: 10LL), TIO22Gen3-beeldscherm (MT: 10R1), TIO22Gen3Touch-beeldscherm (MT: 10R0),
TIO24Gen3-beeldscherm (MT: 10QY) en TIO24Gen3Touch-beeldscherm (MT: 10QX). Bij gebruik van de
P320 Tiny-computer met het TIO-beeldscherm moet u de voedingsadapter van 135 W gebruiken die bij P320
Tiny is geleverd.
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Vervang de voedingsadapter.
Opmerking: Mogelijk ziet het netsnoer er enigszins anders uit dan in de afbeelding wordt getoond.
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke
productinformatie hebt gelezen.
Als uw computer een geheugenmodule ondersteunt, plaatst u de module in de DIMM 1-sleuf. Als uw
computer twee geheugenmodules ondersteunt, plaatst u eerst een geheugenmodule in de DIMM 1-sleuf en
de andere vervolgens in de DIMM 2-sleuf. Zie 'Systeemplaat' op pagina 3 voor de locaties van de sleuven.
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 29 voor meer
informatie.
4. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'De bodemafdekplaat vervangen' op pagina 33 voor meer informatie.
6. Plaats de kap van de computer terug en sluit de kabels weer aan. Zie 'Vervangen van de onderdelen
voltooien' op pagina 39 voor meer informatie.
Het M.2-opslagstation vervangen
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke
productinformatie hebt gelezen.
De instructies voor het installeren of vervangen van een M.2 SSD-station gelden ook voor het Intel Optanegeheugen. Voordat u het Intel Optane-geheugen vervangt, moet u het Intel Optane-geheugen van de Intel
Rapid Storage Technology (Intel RST) uitschakelen. Als u dat niet doet, gaan alle gegevens op het
opslagstation verloren.
Opmerking: De instructies voor het vervangen van een M.2-opslagstation gelden ook voor het Intel
®
Optane™-geheugen.
Als uw computer één M.2-opslagstation ondersteunt, installeert u het station in sleuf 1 voor het M.2opslagstation. Als uw computer twee M.2-opslagstations ondersteunt, installeert u eerst een station in sleuf
1 voor het M.2-opslagstation en daarna het andere in sleuf 2. Zie 'Systeemplaat' op pagina 3 voor de locaties
van de sleuven.
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 29 voor meer
informatie.
4. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'De bodemafdekplaat vervangen' op pagina 33 voor meer informatie.
5. Vervang het M.2-opslagstation.
a. Ontgrendel de klem van het M.2-opslagstation.
Hoofdstuk 5. Hardware vervangen37
Figuur 45. De klem van het M.2-opslagstation ontgrendelen
Figuur 48. De klem van het M.2-opslagstation vergrendelen
6. Plaats de kap van de computer terug en sluit de kabels weer aan. Zie 'Vervangen van de onderdelen
voltooien' op pagina 39 voor meer informatie.
Vervangen van de onderdelen voltooien
Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u de
losgekoppelde kabels weer aan.
U kunt als volgt de kap van de computer vervangen en de kabels weer aansluiten:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn vervangen en of alle losse
schroeven en stukken gereedschap zijn verwijderd. Zie 'Systeemplaat' op pagina 3 voor de plaats van
de verschillende componenten in uw computer.
Hoofdstuk 5. Hardware vervangen39
2. Controleer voordat u de computerkap weer aanbrengt of de kabels goed liggen en nergens klem komen
te zitten. Houd de kabels uit de buurt van de scharnieren en de zijkanten van het computerchassis
wanneer u de computerkap terugplaatst.
3. Plaats de computerkap.
Figuur 49. De kap van de computer aanbrengen
4. Zet de kap van de computer vast met de schroef.
5. Plaats de computer rechtop.
6. Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen. Zie Hoofdstuk 3
'Verbinding maken met andere apparaten' op pagina 7.
7. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer op de bijbehorende aansluitingen op de computer aan. Zie
'Voorkant' op pagina 1 of 'Achterkant' op pagina 2 voor de plaats van de verschillende componenten in
uw computer.
Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle
landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten
en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van
Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden. Functioneel
gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten of
diensten geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten of andere rechten van Lenovo. De gebruiker
is verantwoordelijk voor de samenwerking van Lenovo-producten of -diensten met producten of diensten
van anderen.
Mogelijk heeft Lenovo octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in deze publicatie
genoemde producten. De levering van dit document geeft u geen recht op een licentie voor deze octrooien.
Vragen over licenties kunt u richten aan:
Lenovo (United States), Inc.
1009 Think Place - Building One
Morrisville, NC 27560
U.S.A.
Attention: Lenovo Director of Licensing
LENOVO LEVERT DEZE PUBLICATIE OP 'AS IS'-BASIS, ZONDER ENIGE GARANTIE, UITDRUKKELIJK
NOCH STILZWIJGEND, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DE GARANTIES OF
VOORWAARDEN VAN HET GEEN INBREUK MAKEN OP RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID
OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Onder sommige jurisdicties is het uitsluiten van
stilzwijgende garanties niet toegestaan, zodat bovenstaande uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing is.
Deze informatie kan technische onnauwkeurigheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze
publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze publicatie worden
opgenomen. Lenovo kan de producten en/of programma's die in deze publicatie worden beschreven zonder
aankondiging wijzigen en/of verbeteren.
De producten die in dit document worden beschreven, zijn niet bedoeld voor gebruik bij implantaties of
andere levensondersteunende toepassingen waarbij storingen kunnen leiden tot letsel of overlijden. De
informatie in dit document heeft geen invloed op Lenovo-productspecificatie of garantie. Niets in dit
document zal worden opgevat als een uitdrukkelijke of stilzwijgende licentie of vrijwaring onder de
intellectuele-eigendomsrechten van Lenovo of derden. Alle informatie in dit document is afkomstig van
specifieke omgevingen en wordt hier uitsluitend ter illustratie afgebeeld. In andere gebruiksomgevingen kan
het resultaat anders zijn.
Lenovo behoudt zich het recht voor om door u verstrekte informatie te gebruiken of te distribueren op iedere
manier die zij relevant acht, zonder dat dit enige verplichting jegens u schept.
Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan Lenovo-websites zijn uitsluitend opgenomen ter volledigheid
en gelden op geen enkele wijze als aanbeveling voor die websites. Het materiaal op dergelijke websites
maakt geen deel uit van het materiaal voor dit Lenovo-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel
voor eigen risico.
Alle snelheids- en prestatiegegevens in dit document zijn verkregen in een gecontroleerde omgeving. De
resultaten dat in andere gebruiksomgevingen wordt verkregen, kunnen hiervan derhalve afwijken. Bepaalde
metingen zijn mogelijkerwijs uitgevoerd op systemen die nog in ontwikkeling waren en er wordt geen
garantie gegeven dat deze metingen op algemeen verkrijgbare machines gelijk zouden zijn. Bovendien zijn
bepaalde meetresultaten verkregen door middel van extrapolatie. Werkelijke resultaten kunnen afwijken.
Gebruikers van dit document dienen de gegevens voor hun omgeving te verifiëren.
Handelsmerken
De volgende termen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen:
Lenovo
Het Lenovo-logo
ThinkStation
Het ThinkStation-logo
Intel en Optane zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
DisplayPort en VESA zijn handelsmerken van de Video Electronics Standards Association.
Andere benamingen van bedrijven, producten of diensten kunnen handelsmerken zijn van andere
ondernemingen.