Machinetypen (MT's): 30C1 (Energy Star), 30C2 (Energy Star) en
30C3 (Energy Star)
Opmerking: Zorg dat u de Handleiding met belangrijke productinformatie hebt gelezen en begrepen,
voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt.
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer.
Voorkant
Opmerking: Mogelijk ziet uw computermodel er enigszins anders uit dan op de afbeelding.
1 Netvoedingslampje
3 Activiteitslampje voor opslagstation
5 Headsetaansluiting
7 Always On USB 3.0-aansluiting
2 Aan/uit-knop
4 Aansluiting voor microfoon
6 USB 3.0-aansluiting
8 Verlichte rode punt
• Always On USB 3.0-aansluiting
Hiermee kunt u een USB 2.0- of 3.0-apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een toetsenbord, een muis, een
scanner, een printer of een organizer (personal digital assistant) (PDA). Als de voedingsadapter
aangesloten is, kunt u het automatisch gedetecteerde apparaat laden, zelfs als de computer in de
sluimerstand staat of uitgeschakeld is.
• Headsetaansluiting
Wordt gebruikt om een headset of hoofdtelefoon op de computer aan te sluiten.
• Verlichte rode punt
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.
• Aansluiting voor microfoon
Wordt gebruikt om een microfoon op de computer aan te sluiten. Met de microfoon kunt u geluiden
opnemen of met de computer werken met behulp van spraakherkenningssoftware.
Wordt gebruikt om de computer in te schakelen. Wanneer u de computer niet kunt afsluiten vanuit het
besturingssysteem, houdt u de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen.
• Netvoedingslampje
Dit lampje brandt wanneer de computer is ingeschakeld.
• Activiteitslampje voor opslagstation
Dit lampje brandt wanneer het opslagstation in gebruik is.
• USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat met een USB-aansluiting aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, scanner,
printer of PDA (Personal Digital Assistant). Voor optimale gegevensoverdracht sluit u een USB 3.0apparaat aan op een USB 3.0-aansluiting in plaats van een USB 2.0-aansluiting.
Achterkant
Opmerking: Mogelijk ziet uw computermodel er enigszins anders uit dan op de afbeelding.
Figuur 1. Achterkant
9 Mini DisplayPort
11 Wi-Fi-antennesleuf
13 USB 3.0-aansluitingen (2)14 USB 3.0-aansluiting
15 DisplayPort-aansluiting
17 DisplayPort-aansluiting18 Aansluiting voor voedingsadapter
®
-aansluitingen (4) (optioneel)10 Sleuf voor het veiligheidsslot
12 Ethernet-poort
16 USB 3.0-aansluiting
• DisplayPort-aansluiting
Wordt gebruikt voor het ontvangen of verzenden van audio- en videosignalen. U kunt een compatibel
audio- of videoapparaat op deze computer aansluiten, zoals een high-performance beeldscherm.
Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor netwerktoegang aansluiten.
• Mini DisplayPort-aansluiting
Wordt gebruikt voor het ontvangen of verzenden van audio- en videosignalen. U kunt een compatibel
audio- of videoapparaat op deze computer aansluiten, zoals een high-performance beeldscherm. De
aansluiting kan verschillen per computermodel.
• Aansluiting voor voedingsadapter
Wordt gebruikt om de voedingsadapter op uw computer aan te sluiten, zodat de computer van stroom
wordt voorzien.
• Kabelslot
Wordt gebruikt om een Kensington-kabelslot te bevestigen.
• USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een apparaat aansluiten waarvoor een USB 2.0- of USB 3.0-aansluiting is vereist.
• Wi-Fi-antennesleuf
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen
beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fiantennekabelaansluiting.
Systeemplaat
Opmerking: Zie 'Voorkant' op pagina 1 of 'Achterkant' op pagina 2 voor meer beschrijvingen van
onderdelen.
Figuur 2. Onderdelen op de systeemplaat
1 Seriële aansluiting 12 Seriële aansluiting 2
3 USB 3.0-aansluiting
5 Microprocessoraansluiting6 Knoopcelbatterij
7 Aansluiting met verlichte rode punt8 Aansluiting voor interne luidspreker
4 Ventilatoraansluiting voor opslagstations
Hoofdstuk 1. Productoverzicht3
9 Aansluiting voor systeemventilator
10 Geavanceerde luidsprekeraansluiting
11 SATA-aansluiting voor opslagstations
13 Sleuf voor PCI Express grafische kaart14 Geheugencompartiment (DIMM1)
15 Geheugencompartiment (DIMM2)16 Sleuf 2 voor M.2-opslagstation
17 Sleuf 1 voor M.2-opslagstation
12 M.2 Wi-Fi-kaartsleuf
Machinetype en modelnummer
Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de
ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies
vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Het machinetype en modelnummer zijn te vinden aan de zijkant van uw computer, zoals afgebeeld.
Opmerking: Afhankelijk van uw computermodel kan de I/O-box optioneel zijn.
Figuur 4. Overzicht van de I/O-box
1 USB 2.0-aansluitingen (2)2 Seriële aansluiting (optioneel)
3 USB 2.0-aansluitingen (2)4 USB 3.0-aansluitingen (2)
5 USB 3.0-aansluiting (voor aansluiting op de computer)
De I/O-box gebruiken
Als u de I/O-box met de ThinkStation®-minicomputer gebruikt, let dan op het volgende:
• De I/O-box ondersteunt een maximaal voltage van 5 A. We raden u aan apparaten met een laag
stroomverbruik aan te sluiten op de I/O-box en apparaten met een hoog stroomverbruik direct aan te
sluiten op de ThinkStation-minicomputer om te zorgen dat de apparaten optimaal werken.
• De USB 2.0- en USB 3.0-aansluitingen op de I/O-box leveren respectievelijk 500 mA en 900 mA stroom.
Als u een opslagstation met een hoog stroomverbruik aansluit op slechts één USB-aansluiting, herkent
het systeem het apparaat mogelijk niet. U kunt het opslagstation aansluiten op twee USB-aansluitingen
op de I/O-box.
• De seriële aansluiting ondersteunt direct verwisselen niet. Sluit geen apparaten aan op de aansluiting en
verwijder geen apparaten van de aansluiting terwijl het systeem actief is.
• De aansluitingen op de I/O-box kunnen niet afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. Om de aansluitingen
op de I/O-box in of uit te schakelen, schakelt u de USB-aansluitingen op de achterkant van de computer
in of uit.
• Met de I/O-box kunt u de computer uit de spaarstand Standby halen met behulp van bewerkingen op
apparaten die op de I/O-boxaansluitingen zijn aangesloten.
Met een Kensington-kabelslot kunt u de computer vastmaken aan bijvoorbeeld een bureau of een tafel. Het
kabelslot kan aan de beveiligingsslotsleuf op de achterkant van de computer worden bevestigd. Afhankelijk
van het geselecteerde type kan het kabelslot met een toets of een combinatie worden bediend. Met het
kabelslot vergrendelt u ook de knoppen waarmee de kap van de computer wordt geopend. Dit is hetzelfde
type slot dat ook voor veel notebookcomputers wordt gebruikt. Een geïntegreerd kabelslot kunt u
rechtstreeks bij Lenovo bestellen. Zoek daartoe met het trefwoord Kensington op:
https://support.lenovo.com
Figuur 5. Kensington-kabelslot
Een Tiny-In-One-beeldscherm aansluiten
Opmerking: Bij het aansluiten van de P320 Tiny-computer op het Tiny-In-One (TIO)-beeldscherm moet u de
voedingsadapter van 135 W gebruiken die bij de computer is geleverd.
De P320 Tiny-computer werkt standaard met de geïntegreerde grafische kaart wanneer deze is aangesloten
op het TIO-beeldscherm. U kunt de computer in- of uitschakelen door op de aan/uitknop op het TIObeeldscherm te drukken. Andere apparaten die zijn aangesloten op het TIO-beeldscherm functioneren
hetzelfde als wanneer ze zijn aangesloten op de computer.
Om de primaire video-output over te schakelen van de geïntegreerde grafische kaart naar de afzonderlijke
grafische kaart, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
2. Voordat Windows opstart, drukt u herhaaldelijk op de toets F1 of Fn+F1 (afhankelijk van de
toetsenbordinstelling) totdat het programma Setup Utility wordt weergegeven. Als een BIOSwachtwoord is ingesteld, voert u het juiste wachtwoord in wanneer dat wordt gevraagd.
3. Zoek het submenu Select Active Video en selecteer PEG. Druk vervolgens op F10 om de wijzigingen
op te slaan en af te sluiten.
4. Verbind de afzonderlijke grafische kaart-aansluiting van de computer met de DisplayPort- of HDMIaansluiting van het TIO-beeldscherm met behulp van een geschikte dongle.
5. Druk op de knop voor modus wisselen op het TIO-beeldscherm om de TIO-Modus te wijzigen naar de
DP-modus of HDMI-modus.
Als de computer met de afzonderlijke grafische kaart werkt, zal het indrukken van de aan/uitknop op het TIObeeldscherm alleen het TIO-beeldscherm aan of uit zetten. Andere apparaten die zijn aangesloten op het
TIO-beeldscherm functioneren niet hetzelfde als wanneer ze zijn aangesloten op de computer.
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van hardware in uw computer.
Voordat u hardware vervangt
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke
productinformatie hebt gelezen.
Lees deze opmerkingen voordat u hardware vervangt:
• Enkele hardwarecomponenten die in dit gedeelte worden beschreven, zijn optioneel.
• Gebruik uitsluitend computercomponenten die door Lenovo zijn verstrekt.
• Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel de desbetreffende instructies in deze
handleiding als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
• In de meeste landen verlangt Lenovo dat defecte CRU's (Customer Replaceable Units) worden
geretourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen nadat de CRU is
afgeleverd.
Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Open de antistatische verpakking met het nieuwe component pas als het beschadigde component is
verwijderd en u klaar bent om het nieuwe component te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor
uzelf, maar kan leiden tot ernstige schade aan de componenten van de computer.
Neem bij het omgaan met onderdelen en andere computercomponenten de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak PCI/PCI-Expresskaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessoren bij de rand beet. Raak nooit
onbeschermde elektronische componenten aan.
• Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aanraken.
• Houd de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen
afdekplaatje van een uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de
computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam voordat u een
nieuw onderdeel installeert of vervangt.
• Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het eerst neer te leggen. Als u
het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de
antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Onderdelen die kunnen worden vervangen
Customer Replaceable Units (CRU's)
CRU's zijn computeronderdelen die door een gebruiker zelf kunnen worden bijgewerkt of vervangen. Er zijn
twee typen CRU's: self-service en optional-service.