KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . iii
Voordat u deze handleiding gaat gebruiken . . . . . iii
Service en upgrades . . . . . . . . . . . . . . iii
Voorkomen van statische elektriciteit . . . . . . . iv
Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . . . . iv
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . . . . v
Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . . . . v
Externe apparatuur . . . . . . . . . . . . . . v
Warmte en ventilatie . . . . . . . . . . . . . . vi
Kennisgevingen over de plaatsing van computers . . vi
Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . vii
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen. . . . vii
Verklaring over gevaarlijke spanning . . . . . . . viii
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij . . . . . . viii
Bijlage C. Informatie over
regelgeving van landen en regio's. . . 111
Bijlage D. Informatie over WEEE en
recycling voor landen en regio's. . . . 115
Bijlage E. Kennisgeving beperking
van schadelijke stoffen (Restriction of
Hazardous Substances, RoHS) voor
landen en regio's. . . . . . . . . . . . 119
Bijlage F. Informatie over ENERGY
STAR-modellen . . . . . . . . . . . . 121
Bijlage G. Kennisgevingen . . . . . . 123
Bijlage H. Handelsmerken. . . . . . . 125
Lees dit eerst: belangrijke veiligheidsinformatie
Dit hoofdstuk bevat de veiligheidsvoorschriften die u moet kennen.
Voordat u deze handleiding gaat gebruiken
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van de
veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de informatie in deze sectie en de bij dit product
geleverde veiligheidsvoorschriften uit de Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie. Door de
veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade
aan het product.
Als u geen exemplaar meer hebt van de handleiding Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie, kunt u
een Portable Document Format (PDF)-versie downloaden van de Lenovo Support-website op:
support.lenovo.com
en deze Gebruikershandleiding ook in andere talen.
. De Lenovo Support-website biedt de Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het
Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft
voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of
vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om
door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's
zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de
klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uitlampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is.
Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het
apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Lees voor meer informatie
over CRU's Hoofdstuk 7 'Het verwijderen en installeren van hardware' op pagina 57. Bij vragen neemt u
contact op met het Klantsupportcentrum.
https://
Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is
gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
WAARSCHUWING:
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van gevaarlijke, bewegende onderdelen. Stel uzelf
direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
WAARSCHUWING:
Vermijd contact met hete componenten in de computer. Tijdens het gebruik worden sommige
componenten zo heet dat ze brandwonden aan de huid kunnen veroorzaken. Zet de computer uit,
ontkoppel de voedingskabels en laat de componenten ongeveer tien minuten afkoelen voordat u de
computerkap opent.
Plaats, nadat u een CRU hebt vervangen, alle beschermende kappen, inclusief de computerkap, terug
voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Dat is belangrijk om een elektrische schok te
helpen voorkomen en om te zorgen dat als onverwacht brand uitbreekt, wat in zeer zeldzame
omstandigheden kan gebeuren, het effect hiervan wordt beperkt.
WAARSCHUWING:
Wees wanneer u CRU's vervangt voorzichtig met scherpe randen of hoekpunten die verwonding
kunnen veroorzaken. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
Voorkomen van statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar
beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot
schade aan die onderdelen. Als u een optie of CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas
wanneer u instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende
voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de
antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een
uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de
statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische
verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de
verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Netsnoeren en voedingsadapters
Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm
beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische
spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen
op kunnen worden gezet.
Voorkom dat snoeren en voedingsadapters in aanraking komen met vloeistof. Laat een netsnoer of
voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt
met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer
of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie
van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
iv
P320 Gebruikershandleiding
2
of
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van
oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting
vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u
gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u
stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos.
Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op
met een elektricien.
Stekkers en stopcontacten
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn,
gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij
de fabrikant.
Gebruik niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische of commerciële apparaten die veel stroom
trekken. Als u dat wel doet, kunnen uw computer, gegevens of aangesloten apparaten door onstabiele
spanning beschadigd raken.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een
stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard
stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor
een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze
beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger
zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of
specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de
apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat
dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Externe apparatuur
Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders
kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het
uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten
ontkoppelt.
Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als er een batterij
wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
• Laat de computer, voedingsadapter of toebehoren niet te lang op uw schoot als deze aan staan of als de
batterij wordt opgeladen. De computer, voedingsadapter en veel toebehoren produceren warmte tijdens
normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden
veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met de computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van
ontbrandbare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelribben maken deel uit van het product omwille van de veiligheid,
het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als
u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze
voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer uw desktopcomputer eens per drie maanden op ophopingen van stof. Schakel de stroom uit en
haal de stekker uit het stopcontact voordat u de controle start; verwijder alle stof dat zich in openingen in de
frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich ergens binnenin de computer stof heeft verzameld,
verwijder ook dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en
de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u
de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel
wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet
vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de
volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige
of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats de computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer
oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
• Installeer geen apparaten voor het fileteren van lucht. Deze kunnen een goed koeling in de weg staan.
Kennisgevingen over de plaatsing van computers
Onjuiste plaatsing van de computer kan leiden tot verwonding van kinderen.
• Plaats de computer op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd.
• Zet de computer niet aan de rand van het meubel.
• Houd de computerkabels buiten bereik van kinderen.
• Bepaalde voorwerpen, zoals speelgoed, kunnen kinderen aantrekken. Houd dergelijke voorwerpen weg
van de computer.
vi
P320 Gebruikershandleiding
Houd kinderen in de gaten in ruimten waar de bovenstaande veiligheidsinstructies niet geheel in acht kunnen
worden genomen.
Gebruiksomgeving
De optimale omgeving om uw computer te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10 °C tot 35
°C en een relatieve vochtigheid van 35% tot 80%. Als uw computer is opgeslagen of vervoerd bij
temperaturen onder de 10 °C, gun de koude computer dan de tijd om langzaam op te warmen tot de
optimale gebruikstemperatuur van 10 °C tot 35 °C voordat u de computer weer in gebruik neemt. Onder
bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen,
dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade.
Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, airconditioners en magnetrons uit
de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt
veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
Plaats nooit vloeistoffen op of naast de computer of de aangesloten apparatuur. Als er vloeistof op de
computer of een aangesloten apparaat wordt gemorst, kan er kortsluiting ontstaan, met alle desastreuze
gevolgen van dien.
Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door
kruimels die op het toetsenbord vallen.
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen
WAARSCHUWING:
Als u laserproducten (bijvoorbeeld cd-rom-stations, dvd-stations, glasvezelapparatuur of speciale
zenders) installeert, let dan op het volgende:
• Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan
gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden
vervangen.
• Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan
leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
GEVAAR
Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3A of 3B. Let op het
volgende:
Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
Haal alle netsnoeren uit het stopcontact voordat u de computerkap verwijdert of enig onderdeel
verwijdert waaraan het bovenstaande label is bevestigd.
Haal componenten waaraan het bovenstaande label is bevestigd, NIET uit elkaar. Deze componenten
bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden.
Uw product is ontworpen voor veilig gebruik. Componenten met dit label bevatten echter gevaarlijke
spannings-, stroom- en energieniveaus. Uit elkaar halen van deze componenten kan leiden tot brand en zelfs
de dood. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een
onderhoudstechnicus.
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, gebruik dan uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type
dat is aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen.
Inslikken van de lithiumknoopcelbatterij leidt binnen slechts twee uur tot verstikking of interne brandwonden
en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als de lithiumknoopcelbatterij wordt ingeslikt of in een
lichaamsdeel terechtkomt, zorg dan onmiddellijk voor medische behandeling.
Houd u aan het volgende:
• Gooi de batterij niet in het water en dompel de batterij niet onder
• Verhit de batterij niet tot een temperatuur van meer dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer lage luchtdruk
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer hoge luchtdruk
• Verbrijzel, doorboor, snijd en verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Californië: Informatie over perchloraat:
viii
P320 Gebruikershandleiding
Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten.
Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
https://www.dtsc.ca.gov/
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken
• Als uw computer is uitgerust met zowel een hoofdtelefoonaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de hoofdtelefoonaansluiting. De
hoofdtelefoonaansluiting biedt echter geen ondersteuning voor de microfoon van de headset.
• Als uw computer is uitgerust met zowel een headsetaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de headsetaansluiting.
WAARSCHUWING:
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor.
Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume
van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een
gepast niveau.
Langdurig gebruik van een hoofd- of oortelefoon bij hoge geluidsvolumes kan schadelijk zijn voor het gehoor
indien de uitvoer die op de aansluiting van de hoofd- of oortelefoon staat, niet voldoet aan de specificaties
van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7.
Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Om schade aan het gehoor
te voorkomen dient u te controleren of de hoofd- of oortelefoons die u gebruikt, eveneens voldoen aan EN
50332-2 (Artikel 7 Limieten) of aan een spanning van 75 mV die typisch is voor breedband. Gebruik van een
hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau,
schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon, voldoen de computer met
hoofdtelefoon of oortelefoon als set aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere hoofd- of
oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of
oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk
zijn voor het gehoor.
Reiniging en onderhoud
Houd uw computer en uw werkplek schoon. Als u de computer wilt schoonmaken, sluit de computer dan
eerst af en haal de stekker uit het stopcontact. Spuit reinigingsmiddelen of andere vloeistoffen nooit
rechtstreeks op de computer en maak de computer nooit schoon met reinigingsmiddelen die brandbare
stoffen bevatten. Doe het reinigingsmiddel op een zachte doek en maak daarmee de buitenkant van de
computer schoon.
Dit lampje geeft de status van de interne opslagstations (bijvoorbeeld vaste-schijfstations of SSD-stations)
aan.
Aan: de opslagstations zijn actief en er worden gegevens overgedragen.
Uit (als de computer aan staat): er worden geen gegevens overgebracht of de opslagstations zijn niet in
gebruik.
4 Netvoedingslampje
Wanneer het aan/uit-lampje brandt, is de computer ingeschakeld.
5 Aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. Als de computer niet reageert, kunt u de computer
uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt te houden.
6 Aansluiting voor microfoon
Door deze aansluiting kunt u een microfoon met de computer verbinden voor het opnemen van geluid of het
gebruik van spraakherkenningssoftware.
7 Headsetaansluiting
Gebruik deze aansluiting om een headset aan de computer te koppelen.
8 Kaartlezer (beschikbaar in bepaalde modellen)
Dit is een 9-in-1 kaartlezer. Hierop kunt u een ondersteund kaartvormig opslagmedium aansluiten om de
gegevens op het medium te lezen.
Achterkant
Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien van een kleurcode. Dit
vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels.
Opmerking: Mogelijk ziet uw computerhardware er enigszins anders uit dan in deze afbeelding.
2
P320 Gebruikershandleiding
Figuur 2. Achterkant
1 Aansluiting voor netsnoer
3 VGA-aansluiting
5 USB 3.0-aansluitingen (4)6 USB 2.0-aansluitingen (2)
7 Aansluiting voor microfoon
2 Seriële poort
4 DisplayPort
8 Gedeelte voor PCIe-kaart* (verschillende kaarten
®
-aansluitingen
beschikken over verschillende aansluitingen)
9 Audio lijningang
11 Uitsparingen voor kabelslot
13 Audio lijnuitgang14 Ethernet-poort
15 PS/2-toetsenbordaansluiting (in bepaalde modellen)16 Sleuf voor het veiligheidsslot
10 Optionele seriële aansluiting
12 Oog voor hangslot
Opmerkingen: * Er kan een afzonderlijke grafische kaart of netwerkadapter in de juiste PCIe-kaartsleuf
(Peripheral Component Interconnect) worden geïnstalleerd. Als u een dergelijke kaart installeert, moet u voor
optimale prestaties de aansluitingen op de kaart gebruiken in plaats van de desbetreffende aansluitingen op
de computer. Afhankelijk van het computermodel kunnen verschillende kaarten voorgeïnstalleerd zijn. Een of
meer grafische kaarten kunnen zijn geïnstalleerd voor de volgende aansluitingen:
• DVI-aansluiting (Digital Visual Interface)
®
• DisplayPort
• Mini DisplayPort
-aansluiting
®
-aansluiting
DisplayPort-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere
compatibele apparaten te koppelen.
Aansluiting voor DVI-beeldscherm
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een DVI-beeldscherm of andere compatibele apparaten.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht3
Mini DisplayPort-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of andere
compatibele apparaten te koppelen. De Mini DisplayPort-aansluiting is een verkleinde versie van een
DisplayPort-aansluiting.
1 Aansluiting voor netsnoer
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
2 10 Seriële aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een externe modem, een seriële printer of andere apparaten
met een 9-pens seriële aansluiting.
3 VGA-aansluiting
Voor het aansluiten van een VGA-beeldscherm (Video Graphics Array) of andere apparaten die
gebruikmaken van een VGA-aansluiting.
4 DisplayPort-aansluiting
Wordt gebruikt om een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of een ander apparaat
aan te sluiten dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
5 USB 3.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
6 USB 2.0-aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het koppelen van een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord,
-muis, -opslagapparaat of -printer.
7 Aansluiting voor microfoon
Door deze aansluiting kunt u een microfoon met de computer verbinden voor het opnemen van geluid of het
gebruik van spraakherkenningssoftware.
8 Gedeelte voor PCIe-kaart (verschillende kaarten beschikken over verschillende aansluitingen)
Als u de snelheid van uw computer wilt verhogen, kunt u PCIe-kaarten in dit gedeelte plaatsen. Afhankelijk
van het computermodel kunnen de kaarten die in deze sleuf zijn geïnstalleerd variëren.
9 Audio lijn-ingang
Hier komen de audiosignalen binnen van een extern audioapparaat, zoals een stereo-installatie. Als u een
extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audio lijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audio
lijningang van de computer.
11 Uitsparingen voor kabelsloten (2)
Hierop kunt u een kabelslot bevestigen. Meer informatie vindt u in 'Een kabelslot bevestigen' op pagina 30.
12 Oog voor hangslot
4
P320 Gebruikershandleiding
Plaats een hangslot om uw computer te beveiligen. Meer informatie vindt u in 'Een hangslot bevestigen' op
pagina 29.
13 Audio lijn-uitgang
De audio-lijnuitgang wordt gebruikt voor het verzenden van audiosignalen van de computer naar externe
apparaten, zoals een hoofdtelefoon.
14 Ethernetpoort
Sluit een Ethernet-kabel aan voor een LAN (local area network).
Opmerking: Gebruik een Ethernetkabel van categorie 5 om de computer binnen de Klasse B-limieten van
de FCC (Federale Commissie voor Communicatie) te gebruiken.
15 PS/2-toetsenbordaansluiting (in bepaalde modellen)
Gebruik deze aansluiting om een PS/2-toetsenbord (Personal System/2) aan te sluiten.
16 Sleuf voor veiligheidsslot
Bevestig een Kensington-kabelslot aan de beveiligingsslotsleuf om uw computer te beveiligen. Meer
informatie vindt u in 'Kensington-kabelslot bevestigen' op pagina 29.
Componenten van de computer
Opmerkingen:
• Afhankelijk van het model zijn sommige van de volgende componenten mogelijk niet beschikbaar.
• Hoe u de computerkap verwijdert, leest u in 'Uw computer voorbereiden en de computerkap verwijderen'
op pagina 57.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht5
Figuur 3. Componenten van de computer
1 Module met koelelement en ventilator
3 Optisch station (beschikbaar op bepaalde modellen)4 Kaartlezer (beschikbaar in bepaalde modellen)
5 Audio- en USB-module aan de voorzijde
7 Ventilatoreenheid voor (alleen op bepaalde modellen)
9 Grafische kaart (beschikbaar in bepaalde modellen)10 Aanwezigheidsschakelaar voor kap (ook wel
2 Geheugenmodule
6 Frontplaat
8 Vaste-schijfstations
inbraakverklikker genoemd, beschikbaar op bepaalde
modellen)
11 Achterste ventilatoreenheid 12 Voedingseenheid
Onderdelen op de systeemplaat
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat.
31 Aansluiting voor systeemventilator32 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
Hoofdstuk 1. Productoverzicht7
Interne opslagstations
Interne opslagstations zijn apparaten waarop de computer gegevens opslaat en leest. U kunt extra stations
in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor
het lezen van andere typen media. Interne stations worden geïnstalleerd in compartimenten.
Als u een intern opslagstation installeert of vervangt, let dan op het type en de afmeting van het station dat
door elk compartiment wordt ondersteund en sluit de vereiste kabels op de goede manier aan. In Hoofdstuk
7 'Het verwijderen en installeren van hardware' op pagina 57 vindt u instructies voor het installeren en
vervangen van interne opslagstations in uw computer.
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de stationscompartimenten.
Opmerking: Mogelijk ziet de computerhardware er enigszins anders uit dan de computerhardware die in
deze afbeeldingen wordt getoond.
Figuur 5. Plaats van stationscompartimenten
1 Compartiment voor primair optisch station
Afhankelijk van uw computermodel zijn in het compartiment mogelijk de volgende apparaten geïnstalleerd:
• Optisch station
• Flex-module
• Opslagbehuizing met toegang aan de voorzijde
• Conversiekit voor meerdere stations
• Adapter voor plat optische station
2 Compartiment voor secundair optisch station
Afhankelijk van uw computermodel zijn in het compartiment mogelijk de volgende apparaten geïnstalleerd:
• Optisch station
8
P320 Gebruikershandleiding
• Flex-module
• Opslagbehuizing met toegang aan de voorzijde
• Conversiekit voor meerdere stations
• Adapter voor plat optische station
3 Kaartlezer (9-in-1 kaartlezer, beschikbaar in bepaalde modellen)
4 Compartiment voor secundair vaste-schijfstation (met een vaste-schijfstation, SSD-station of hybride
vaste-schijfstation in bepaalde modellen)
5 Compartiment voor primair vaste-schijfstation(met een vaste-schijfstation, SSD-station of hybride
vaste-schijfstation in bepaalde modellen)
6 PCIe-kaartsleuven (met PCIe SSD-stations of andere PCIe-kaarten geïnstalleerd in bepaalde modellen)
Machinetype en modelnummer
Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de
ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies
vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Hier volgt een voorbeeld van een machinetype en modelnummer.
Figuur 6. Machinetype en modelnummer
Hoofdstuk 1. Productoverzicht9
Computerfuncties
Afhankelijk van uw specifieke computermodel zijn sommige functies anders of niet van toepassing.
Informatie over uw computer
• Ga als volgt te werk om de basisinformatie (bijv. informatie over microprocessor en geheugen) over uw
computer te bekijken:
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
2. Afhankelijk van de versie van uw Microsoft
volgende dingen doen:
– Windows 7: klik met de rechtermuisknop op Computer en vervolgens op Eigenschappen.
– Windows 10: klik op Instellingen ➙ Systeem ➙ Info over.
• Ga als volgt te werk om gedetailleerde informatie over de apparaten (bijv. optische station en
netwerkadapters) op uw computer te bekijken:
1. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
– Windows 7: klik op knop Start om het menu Start te openen. Klik met de rechtermuisknop op
Computer en vervolgens op Eigenschappen.
– Windows 10: klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer.
3. Zoek en dubbelklik op het apparaat in Apparaatbeheer om apparaateigenschappen te bekijken. Typ
het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
®
Windows®-besturingssysteem kunt u een van de
Geheugen
Uw computer ondersteunt maximaal vier DDR4 (Double Data Rate 4) ECC (Error Correction Code), UDIMM's
(Unbuffered Dual Inline Memory Modules) en niet-ECC UDIMM's.
Meer informatie vindt u in 'Geheugenmodule' op pagina 64.
Opslagstations
De computer ondersteunt de volgende opslagstations:
• Kaartlezer (9-in-1 kaartlezer, beschikbaar in bepaalde modellen)
• Optisch station (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Serial Advanced Technology Attachment (SATA) vaste-schijfstation
• SATA hybride vaste-schijfstation (beschikbaar in bepaalde modellen)
• SATA SSD-station (beschikbaar in bepaalde modellen)
• PCIe SSD-station (M.2 SSD-station) (beschikbaar in bepaalde modellen)
• Intel
®
Optane™-geheugen (beschikbaar op bepaalde modellen)
Ga als volgt te werk om de hoeveelheid ruimte op de opslagstations te bekijken:
1. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
• Windows 7: klik op knop Start om het menu Start te openen. Klik met de rechtermuisknop op
Computer en vervolgens op Beheren.
• Windows 10: klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer en volg de instructies op het scherm.
10
P320 Gebruikershandleiding
Videovoorzieningen
• Geïntegreerde grafische functies ondersteunen de volgende aansluitingen op uw computer:
• Een afzonderlijke grafische kaart die in een van de sleuven voor PCIe x16 grafische kaarten is
geïnstalleerd (beschikbaar in bepaalde modellen) (de aansluitingen verschillen per grafische kaart)
Audiovoorzieningen
De geïntegreerde audiocontroller ondersteunt de volgende aansluitingen en apparaten op uw computer:
• Audio lijningang
• Audio lijnuitgang
• Headsetaansluiting
• Interne luidspreker
• Microfoonaansluitingen
Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O)
• 100/1000 Mbps Ethernet-poort
• Seriële aansluiting
• Audioaansluitingen (audio-lijningang, audio-lijnuitgang, microfoonaansluiting en headsetaansluiting)
• Beeldschermaansluitingen (DisplayPort-aansluiting, DVI-aansluiting en Mini DisplayPort
®
-aansluiting)
(verschillen per grafische kaart)
• eSATA-aansluiting (beschikbaar op bepaalde modellen)
• IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) 1394-aansluiting (beschikbare op bepaalde
modellen)
• PS/2 (Personal System/2)-aansluiting voor toetsenbord en muis (beschikbaar op bepaalde modellen)
• PS/2-muisaansluiting (bepaalde modellen)
• USB 2.0-poorten
• USB 3.0-poorten
Raadpleeg voor meer informatie 'Voorkant' op pagina 1 en 'Achterkant' op pagina 2.
Uitbreidingsmogelijkheden
• Kaartlezer (9-in-1 kaartlezer, beschikbaar in bepaalde modellen)
• Compartimenten voor vaste-schijfstations
• Geheugencompartimenten
• Compartimenten voor optische stations
• PCIe x1 kaartsleuven
• PCIe x4-kaartsleuf
• PCIe x16 grafische-kaartsleuf (grafische kaart beschikbaar op bepaalde modellen)
Raadpleeg voor meer informatie 'Interne opslagstations' op pagina 8 en 'Onderdelen op de systeemplaat' op
pagina 6.
Voedingseenheid
Uw computer heeft een van de volgende voedingseenheden:
Hoofdstuk 1. Productoverzicht11
• 250 watt voedingseenheid met automatische 85%-voltagedetectie
• 250 watt voedingseenheid met automatische 92%-voltagedetectie
• 400 watt voedingseenheid met automatische 92%-voltagedetectie
Draadloze voorzieningen
Afhankelijk van uw computermodel, zijn de volgende functies voor draadloze communicatie ondersteund:
• Draadloos LAN
• Bluetooth
Voorzieningen voor systeembeheer
• Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de power-on zelftest (POST) bij opstarten
• Desktop Management Interface (DMI)
Desktop Management Interface biedt gebruikers een algemeen pad voor toegang tot informatie over alle
aspecten van een computer. De informatie omvat het processortype, de installatiedatum, aangesloten
printers en andere randapparatuur, energiebronnen en de onderhoudsgeschiedenis.
• ErP LPS-compliantiemodus
De ErP LPS-compliantiemodus (Energy-related Products Directive en Lowest Power State) verlaagt het
elektriciteitsverbruik wanneer de computer in de slaapstand of uit staat. Meer informatie vindt u in 'De ErP
LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen' op pagina 36.
• Intelligent Cooling Engine (ICE)
De Intelligent Cooling Engine is een oplossing voor thermisch beheer van het systeem waarmee u uw
computer kunt laten werken met betere thermische en akoestische prestaties. De ICE-functie bewaakt
bovendien de thermische prestaties van uw computer om thermische problemen te identificeren.
Raadpleeg voor meer informatie 'Schakelen tussen betere akoestische en betere thermische prestaties'
op pagina 36 en 'De functie voor het vastleggen van thermische waarschuwingslogboeken in- of
uitschakelen' op pagina 37.
• Intel
®
Standard Manageability (ISM)
Intel Standard Manageability bouwt bepaalde functionaliteiten in computerhardware en -firmware in.
Daardoor zijn computers minder kostbaar voor bedrijven en gemakkelijker te bewaken, onderhouden,
bijwerken, upgraden en repareren.
• Intel Active Management Technology (Intel AMT)
Met specifieke Intel-platformmogelijkheden en beheer- en beveiligingstoepassingen van derden, stelt Intel
Active Management Technology IT-beheerders of providers van beheerde services in staat gemakkelijk op
afstand hun in een netwerk opgenomen computermiddelen te detecteren, repareren en beschermen.
• Intel Matrix Storage Manager
Intel Matrix Storage Manager is een stuurprogramma voor een machine dat ondersteuning biedt voor
Serial Advanced Technology Attachment (SATA) Redundant Array of Independent Disks (RAID) 5 arrays en
SATA RAID 10 arrays op bepaalde systeemborden met Intel chipset om de vaste-schijfprestaties te
verbeteren.
• Preboot Execution Environment (PXE)
Met Preboot Execution Environment kunt u computers opstarten via een netwerkinterface. Deze aanpak is
onafhankelijk van het opstarten van computers vanaf gegevensopslagapparaten (zoals het vasteschijfstation) of geïnstalleerde besturingssystemen.
• System Management (SM) basisinvoer-/uitvoersysteem (BIOS) en SM-software
De SM BIOS-specificatie definieert gegevensstructuren en toegangsmethoden in een BIOS. Daarom kan
een gebruiker of een toepassing specifieke informatie over de computer in kwestie opslaan en ophalen.
• Wake on LAN (WOL)
12
P320 Gebruikershandleiding
Wake on LAN is een ethernet computernetwerkstandaard waarmee een computer kan worden
ingeschakeld of uit de slaapmodus kan worden gehaald via netwerkbericht. Het bericht wordt doorgaans
verzonden door een programma dat op een andere computer op hetzelfde local area network draait.
• Wake on Ring
Wake on Ring, ook wel Wake on Modem genoemd, is een specificatie waarmee ondersteunde computers
en machines uit de slaap- of winterslaapmodus, kunnen worden gewekt.
• Windows Management Instrumentation (WMI)
Windows Management Instrumentation is een set uitbreidingen voor het Windows-
stuurprogrammamodel. Deze bieden een interface voor een besturingssysteem via welke instrumentale
componenten informatie en meldingen geven.
Beveiligingsvoorzieningen
• Mogelijkheid om een apparaat in en uit te schakelen
• Mogelijkheid om afzonderlijke USB-aansluitingen in en uit te schakelen
• Antivirusprogramma
• In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software
• Aanwezigheidsschakelaar voor de kap (ook wel inbraakverklikker genoemd)
• BIOS-wachtwoorden en Windows-accounts om onbevoegd gebruik van uw computer te voorkomen
• Vingerafdrukauthenticatie (beschikbaar op bepaalde modellen)
• Firewalls
• Instelbare opstartvolgorde
• Opstarten zonder toetsenbord of muis
• Ondersteuning voor een slot voor de computerkap
• Mogelijkheid om een Kensington-kabelslot aan te sluiten
• Mogelijkheid om een hangslot aan te brengen
• Trusted Platform Module (TPM)
Meer informatie vindt u in Hoofdstuk 4 'Beveiliging' op pagina 29.
Vooraf geïnstalleerd besturingssysteem
Bij levering is het besturingssysteem Windows 7 of Windows 10 al op uw computer geïnstalleerd. Ook kan
Lenovo concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Om vast te
stellen of een besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website van de
leverancier van het besturingssysteem.
Computerspecificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
• Breedte: 175 mm
• Hoogte: 376 mm
• Diepte: 426 mm
Gewicht
Maximumconfiguratie bij levering: 13 kg
Hoofdstuk 1. Productoverzicht13
Omgeving
• Luchttemperatuur:
– In bedrijf: van 10 °C tot 35 °C
– Opslag in originele verzendverpakking: van -40 °C tot 60 °C
– Opslag zonder verpakking: van -10 °C tot 60 °C
• Luchtvochtigheid:
– In bedrijf: 20% tot 80% (geen condensatie)
– Opslag: 20% tot 90% (geen condensatie)
• Hoogte:
– In bedrijf: van -15,2 m tot 3.048 m
– Opslag: van -15,2 m tot 10.668 m
Elektrische invoer
• Ingangsspanning: 100 tot 240 V ac
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Programma´s
In dit gedeelte vindt u informatie over de programma's op de computer.
Een programma op uw computer openen
Opmerking: Windows 7: afhankelijk van uw computermodel zijn sommige Lenovo-programma's gereed om
te worden geïnstalleerd. U moet deze dan alleen nog handmatig installeren. Vervolgens kunt u deze
programma's openen en gebruiken.
Ga als volgt te werk om een programma op uw computer te openen:
• Windows Search:
1. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
– Windows 7: klik op de knop Start om het menu Start te openen en typ vervolgens de naam van het
programma in het zoekveld.
– Windows 10: typ de naam van het programma in het zoekveld naast de knop Start.
2. Klik in de zoekresultaten op de naam van het gewenste programma om het programma te openen.
• Menu Start of Configuratiescherm:
1. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
– Windows 7: klik op knop Start om het menu Start te openen. Als de programmanaam niet wordt
weergegeven, klikt u op Alle programma's om de lijst met programma's weer te geven. Klik
vervolgens op de naam van het gewenste programma om het programma te openen.
– Windows 10: klik op knop Start om het menu Start te openen. Klik vervolgens op de naam van het
gewenste programma om het programma te openen.
2. Als de naam van het programma niet in het menu Start wordt weergegeven, opent u het programma
via Configuratiescherm.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
b. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
– Windows 7: klik op Configuratiescherm.
14
P320 Gebruikershandleiding
– Windows 10: klik op Windows-systeem ➙ Configuratiescherm.
c. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik vervolgens op de naam van
het gewenste programma om het programma te openen.
Een programma installeren dat gereed om geïnstalleerd te worden
(alleen voor Windows 7)
In het besturingssysteem Windows 7 kunt u als volgt een programma installeren dat gereed is om te worden
geïnstalleerd:
®
1. Open het programma Lenovo ThinkVantage
Tools. Zie 'Een programma op uw computer openen' op
pagina 14.
2. Klik op Weergeven ➙ Tegels op om de programmapictogrammen te bekijken.
3. Volg de instructies onder de uitgegrijsde pictogrammen om het pictogram voor het gewenste
programma te vinden. Dubbelklik vervolgens op het pictogram om het programma te installeren.
Kennismaking met Lenovo-programma's
In dit gedeelte vindt u informatie over de belangrijkste Lenovo-programma's in uw besturingssysteem.
Opmerking: Afhankelijk van uw computermodel zijn sommige van de volgende programma's mogelijk niet
beschikbaar.
Fingerprint Manager Pro of
ThinkVantage Fingerprint Software
(Windows 7)
Lenovo Vantage
(Windows 10)
Met het programma Fingerprint Manager Pro of het programma
ThinkVantage Fingerprint Software kunt u een vingerafdruklezer gebruiken.
Met een vingerafdruklezer die op bepaalde modellen aanwezig is, kunt u een
vingerafdruk registreren en koppelen aan een systeemwachtwoord, een
vaste-schijfwachtwoord en een Windows-wachtwoord. Hierdoor kan
wachtwoordverificatie worden vervangen door verificatie op basis van
vingerafdrukken, voor vereenvoudigde en veilige toegang voor de gebruiker.
De beste functies en mogelijkheden van uw computer moeten eenvoudig
toegankelijk en makkelijk te begrijpen zijn. Met Lenovo Companion zijn ze
dat.
Gebruik Lenovo Companion voor het volgende:
• Updates beheren, de meest recente stuurprogramma's ophalen en de
software op uw computer up-to-date houden.
• Uzelf beschermen tegen schadelijke Wi-Fi-netwerken.
• Optimaliseer de prestaties van uw computer, houd de status van uw
computer in de gaten en beheer updates.
• Open de gebruikershandleiding, controleer de garantiestatus en bekijk
accessoires die speciaal voor uw computer geschikt zijn.
• Lees instructieartikelen, verken Lenovo-forums en blijf op de hoogte van
technologienieuws via artikelen en blogs van betrouwbare bronnen.
• Configureer hardware-instellingen.
• Maak en beheer uw Lenovo ID.
Deze app is gevuld met exclusieve Lenovo-content die u helpt meer te weten
te komen over wat u kunt doen met uw Lenovo-computer.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht15
Lenovo PC Experience
(Windows 7)
Het programma helpt u om gemakkelijker en veiliger met uw computer te
werken door eenvoudig toegang te bieden tot diverse programma's.
Opmerking: U kunt dit programma niet vinden in de lijst met alle programma
´s en niet met het zoekvak. Ga naar het Configuratiescherm om toegang te
krijgen tot dit programma. Geef het Configuratiescherm weer op categorie,
klik op Hardware en geluiden ➙ Apparaten en printers en dubbelklik op
het apparaat met uw computernaam.
Lenovo PowerENGAGE
(Windows 7)
Lenovo Solution Center
(Windows 7)
Lenovo ThinkVantage Tools
(Windows 7)
Recovery Media
(Windows 7)
System Update
(Windows 7)
Het programma Lenovo PowerENGAGE biedt functies voor energiebeheer.
U gebruikt het programma Lenovo Solution Center voor het opsporen en
oplossen van problemen met uw computer. Met het programma kunt u
diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de
beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken. Het
bevat ook tips en adviezen voor maximale systeemprestaties.
Het programma Lenovo ThinkVantage Tools biedt toegang tot verschillende
tools, zodat u gemakkelijker en veiliger kunt werken.
Met het Recovery Media-programma kunt u de inhoud van het vasteschijfstation herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Het programma System Update biedt regelmatige toegang tot
systeemupdates voor uw computer (bijv. stuurprogramma-updates,
softwareupdates en BIOS-updates). Het programma verzamelt op het
Lenovo Help Center informatie over nieuwe updates voor uw computer en
beeldt een gerangschikte lijst af van updates die u kunt downloaden en
installeren. U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en
installeren.
16P320 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.De computer gebruiken
Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer.
De computer registreren
Als u uw computer bij Lenovo registreert, voert u vereiste gegevens in een Lenovo-database in. Aan de hand
van deze informatie kan Lenovo contact met u opnemen als een product wordt teruggenomen of als er zich
andere ernstige problemen hebben voorgedaan en kan Lenovo sneller service verlenen als u Lenovo belt
voor hulp. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
Ga naar
computer bij Lenovo te registreren.
https://support.lenovo.com/productregistration en volg de aanwijzingen op het scherm om uw
Het computervolume instellen
Ga als volgt te werk om het computervolume in te stellen:
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
Opmerking: Als het volumepictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het
volumepictogram aan het berichtengebied toe. Zie het Help-systeem van Windows.
2. Volg de instructies op het scherm en de weergegeven tekst om het volume te regelen, de luidspreker uit
te schakelen of de luidspreker in te schakelen.
Een schijf gebruiken
In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van een schijf en van het optische-schijfstation.
Richtlijnen voor het gebruik van het optische station
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van het optische station:
• Zet de computer niet op een plaats waar het station wordt blootgesteld aan een van de volgende
omstandigheden:
– Een hoge temperatuur
– Hoge luchtvochtigheid
– Een overmatige hoeveelheid stof
– Sterke trillingen of plotselinge schokken
– Een hellend oppervlak
– Direct zonlicht
• Plaats nooit andere voorwerpen dan schijven in het station.
• Plaats geen beschadigde schijven in het station. Door kromgetrokken, gebroken, bekraste of vuile
schijven kan het station ernstig beschadigd raken.
• Verwijder de schijf uit het station als u de computer gaat verplaatsen.
Behandeling en opslag van een schijf
Houd u bij het omgaan met schijven aan de volgende richtlijnen:
• Houd de schijf aan de rand vast. Raak het oppervlak van de kant zonder opdruk niet aan.
• Voor het verwijderen van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een schone zachte doek vanuit het
midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er
gegevens verloren gaan.
• Schrijf niet op de schijf en plak er niets op.
• Maak geen krassen op de schijf en breng er geen markeringen op aan.
• Bewaar de schijf niet op een plek waar hij wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Gebruik geen wasbenzine, verdunners of andere schoonmaakmiddelen om de schijf schoon te maken.
• Laat de schijf niet vallen en buig hem niet.
Een schijf afspelen of verwijderen
Om een schijf af te spelen, doet u het volgende:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade
schuift uit het station.
2. Plaats een schijf in de lade. Sommige optische stations hebben een opstaande as in het midden van de
lade. Als uw station een dergelijke as heeft, ondersteunt u met één hand de lade, terwijl u met de andere
hand op het midden van de schijf drukt om deze op zijn plaats vast te klikken.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te
schuiven. Het afspeelprogramma van de schijf wordt automatisch gestart. Meer informatie vindt u in het
Help-systeem van het afspeelprogramma van de schijf.
Ga als volgt te werk om een schijf uit het optische station te verwijderen:
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade
schuift uit het station.
2. Haal de schijf voorzichtig uit de lade.
3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te
schuiven.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u uw computer uit.
Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de
uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
Als het optische station opnemen ondersteunt, kunt u een schijf opnemen.
Een schijf opnemen met Windows-hulpmiddelen
Ga als volgt te werk om een schijf met Windows-hulpmiddelen op te nemen:
• Brand een schijf via het venster Automatisch afspelen.
1. Controleer of de schijf automatisch wordt afgespeeld.
a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
b. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:
– Windows 7: klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine
pictogrammen en klik vervolgens op Automatisch afspelen.
– Windows 10: klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Automatisch afspelen.
c. Selecteer Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze
functie in.
18
P320 Gebruikershandleiding
Loading...
+ 110 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.