KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een
'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan
beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Uw Lenovo-notebook ontdekken . . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
USB-specificaties . . . . . . . . . . . . . 8
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Toegang tot netwerken . . . . . . . . . . . . 11
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken . . . 11
Verbinding maken met een bekabeld
Fouten waarbij er een geluidssignaal klinkt . . . . 69
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 70
Windows-label . . . . . . . . . . . . . . . 70
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 71
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 71
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 72
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 73
Bijlage A. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 75
Bijlage B. Informatie over naleving . . 79
Bijlage C. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 83
iiT14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Uw Lenovo-notebook ontdekken
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een Lenovo-notebook! We streven ernaar u de beste oplossing
te bieden.
Lees de volgende informatie door voordat u begint met de rondleiding:
• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model zijn bepaalde optionele accessoires, voorzieningen, softwareprogramma's en
instructies voor de gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Verkrijg de nieuwste
documentatie op
ivT14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1.Leer uw computer kennen
De ThinkPad T14 Gen 2 en de ThinkPad P14s Gen 2 kunnen met verschillende microprocessors worden
geleverd, namelijk Intel
®
en Advanced Micro Devices (AMD). De ThinkPad T15 Gen 2 en de ThinkPad P15s
Gen 2 worden geleverd met Intel-microprocessors. Intel-modellen en AMD-modellen worden gebruikt om
computermodellen met verschillende microprocessors te onderscheiden.
2T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Microfoon*IR-camera*/Camera*
Privacyschuif voor webcam*
Aan/uit-knop
Vingerafdruklezer*Trackpad
NFC-label*
Luidspreker
Aanraakscherm*
TrackPoint-aanwijsknopje
TrackPoint-knoppen
* voor bepaalde modellen
Privacyschuif voor webcam
Verschuif het privacyschuifje van de webcam om de cameralens te openen of te sluiten. Deze voorziening is
bedoeld om uw privacy te beschermen.
Aan/uit-knop
Druk om de computer in te schakelen of om de computer in de slaapstand te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het
Aan/uit en klikt u vervolgens op
Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
• Knippert drie keer: de computer wordt voor de eerste keer aangesloten op voeding.
• Aan: de computer staat aan.
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
• Snel knipperend (voor Intel-modellen): de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Snel knipperend (voor AMD-modellen): de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
• Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Verwante onderwerpen
• 'Aanmelden met uw gezichts-ID (voor bepaalde modellen)' op pagina 35
• 'Slimme functies (voor bepaalde modellen)' op pagina 22
• 'Het aanraakscherm gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 17
• 'Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 14
• 'De functie RFID gebruiken (voor bepaalde Intel-modellen)' op pagina 29
• 'Aanmelden met uw vingerafdruk (voor bepaalde modellen)' op pagina 35
• 'De trackpad gebruiken' op pagina 15
• 'Een NFC-verbinding instellen (voor bepaalde modellen)' op pagina 28
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen3
4T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Zijkant
Intel-modellen
USB-C®-voedingsaansluiting
(Thunderbolt™ 4)
USB 3.2 Gen 1-aansluiting
Audioaansluiting
Sleuf voor smartcard*
Ethernet-aansluiting
* voor bepaalde modellen
USB-C-aansluiting (Thunderbolt 4)
HDMI™-aansluiting
microSD-kaartsleuf
Always On USB 3.2 Gen 1-aansluiting
Sleuf voor veiligheidsslot
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen5
AMD-modellen
USB-C-voedingsaansluiting (3.2 Gen 2)USB-C-aansluiting (3.2 Gen 2)
USB 3.2 Gen 1-aansluiting
Audioaansluiting
Sleuf voor smartcard*
Ethernet-aansluiting
HDMI-aansluiting
microSD-kaartsleuf
Always On USB 3.2 Gen 1-aansluiting
Sleuf voor veiligheidsslot
* voor bepaalde modellen
Verwante onderwerpen
• 'USB-specificaties' op pagina 8
• 'De computer opladen' op pagina 26
• 'Een extern beeldscherm aansluiten' op pagina 18
• 'Een microSD-kaart of smartcard gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 28
• 'Verbinding maken met een bekabeld Ethernet' op pagina 11
• 'De computer vergrendelen' op pagina 35
6
T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Onderkant
T14 Gen 2 en P14s Gen 2
T15 Gen 2 en P15s Gen 2
Noodresetgaatje
Afvoergat toetsenbord
Noodresetgaatje
Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, reset u de
computer:
1. Koppel de computer los van de netvoeding.
2. Steek het uiteinde van een uitgebogen paperclip in het gaatje om de stroomvoorziening tijdelijk uit te
schakelen.
3. Sluit de computer aan op de netvoeding en zet vervolgens de computer aan.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen7
Afvoergat toetsenbord
Laat vloeistof uit uw computer lopen als u per ongeluk vloeistof op het toetsenbord morst.
WAARSCHUWING:
Wanneer de computer wordt gebruikt, moet deze worden geplaatst op een hard en vlak oppervlak
waarbij de onderkant niet in contact komt met de huid van de gebruiker. Onder normale
gebruiksomstandigheden zal de temperatuur van de onderkant binnen een aanvaardbaar bereik
blijven zoals bepaald in IEC 62368-1, maar dergelijke temperaturen kunnen nog steeds hoog genoeg
zijn om de gebruiker ongemak of letsel te bezorgen bij rechtstreeks contact gedurende meer dan één
minuut per keer. Daarom wordt het aanbevolen dat gebruikers langdurig rechtstreeks contact met de
onderkant van de computer vermijden.
Achterkant
Nano-SIM-kaartlade*
* voor bepaalde modellen
Verwant onderwerp
'Verbinding maken met een mobiel netwerk (voor bepaalde modellen)' op pagina 11
Specificaties
Ga voor gedetailleerde specificaties van uw computer naar https://psref.lenovo.com.
USB-specificaties
Opmerking: Afhankelijk van uw model zijn sommige USB-aansluitingen mogelijk niet beschikbaar op uw
computer.
8
T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Naam van aansluitingBeschrijving
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord,
USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
USB 3.2-aansluiting Gen 1
• USB-C-apparaten opladen met de uitvoerspanning en stroom van
5 V en 1,5 A.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– Intel-modellen:
– USB-C naar VGA: maximaal 1920 x 1200 pixels, 60 Hz
– USB-C naar DP: maximaal 5120 x 3200 pixels, 60 Hz
– AMD-modellen:
– USB-C naar VGA: maximaal 1920 x 1200 pixels, 60 Hz
• USB-C-aansluiting (3.2 Gen 2)
•
USB-C-aansluiting (Thunderbolt 4)
– USB-C naar DP: maximaal 5120 x 2880 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw
computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat
u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
Verklaring op USB overdrachtssnelheid
Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten,
bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en
gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USBaansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk
onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaatGegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
Thunderbolt 340
Thunderbolt 440
5
10
20
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen9
10T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2.Aan de slag met uw computer
Toegang tot netwerken
In dit gedeelte vindt u hulp om een verbinding tot stand te brengen met een draadloos of bekabeld netwerk.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Klik op het netwerkpictogram in het Windows®-systeemvak en selecteer een netwerk om verbinding te
maken. Verstrek, indien nodig, de vereiste informatie.
Verbinding maken met een bekabeld Ethernet
Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernetaansluiting op uw computer.
Verbinding maken met een mobiel netwerk (voor bepaalde modellen)
Als uw computer is uitgerust met een draadloos-WAN-kaart (wide area network) en een nano-SIM-kaart,
kunt u overal verbinding maken met een mobiel datanetwerk en online gaan.
Opmerking: De mobiele service wordt in sommige landen of regio's aangeboden door geautoriseerde
serviceproviders. U moet een mobiel abonnement van een serviceprovider hebben om verbinding met het
mobiele netwerk te kunnen maken.
2. Steek een uitgevouwen paperclip in het gaatje in de lade 1 . De lade werpt de SIM-kaart uit. Schuif
vervolgens de lade voorzichtig uit de computer. Plaats een nieuwe nano-SIM-kaart in de lade
2 , met de
metalen contactpunten naar beneden. Duw de kaart in de sleuf voor de nano-SIM-kaart totdat u hoort
dat hij vastklikt
3 .
3. Zet de computer aan.
4. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak van Windows en selecteer vervolgens het pictogram
van het mobiele netwerk
in de lijst.
5. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
De vliegtuigstand inschakelen
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
1. Klik op het pictogram van het Actiecentrum
in het systeemvak van Windows.
2. Klik op Vliegtuigstand om de Vliegtuigstand in of uit te schakelen.
Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
De sneltoetsen gebruiken
Met de speciale toetsen op het toetsenbord kunt u effectiever werken.
Activeer de speciale functie die als pictogram op elke toets is afgebeeld, of
activeer de standaardfunctie van de functietoetsen F1-F12.
+
FnLock-lampje aan: standaardfunctie
FnLock-indicator uit: speciale functie
Luidsprekers in-/uitschakelen
Volume verlagen
Volume verhogen
Microfoon in-/uitschakelen
Beeldscherm donkerder maken
Beeldscherm lichter maken
12T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Externe beeldschermen beheren
Draadloos in-/uitschakelen
Meldingscentrum openen/samenvouwen
Binnenkomende gesprekken beantwoorden
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en
Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de
standaardinstellingen wijzigen met de Vantage-app.
Binnenkomende gesprekken afwijzen
Deze functie werkt alleen met sommige apps, zoals Skype voor Bedrijven 2016 en
Microsoft Teams 1.0.
Standaard werkt de functie met Skype voor Bedrijven 2016. U kunt de
standaardinstellingen wijzigen met de Vantage-app.
Opmerking: U kunt ook F11 indrukken om uitgaande gesprekken voor Skype
voor Bedrijven 2016 op te hangen.
De app Vantage openen. U kunt de functie van deze toets aanpassen in de app
Vantage.
Open de rekenmachine (alleen voor T15 Gen 2 en P15s Gen 2)
+
De computer in de slaapstand zetten (geldt alleen voor T15 Gen 2 en P15s Gen 2)
Druk op de Fn of de aan/uit-knop om de computer uit de slaapstand te halen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer13
Als uw computer is geleverd met een ePrivacy-scherm, drukt u op Fn+D om de
privacybeschermingsfunctie in of uit te schakelen. Meer informatie vind je in
+
+
+
'Bescherm uw privacy (voor bepaalde modellen)' op pagina 36.
Ga naar begin
Ga naar einde
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het
aanwijzen, klikken en bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken
TrackPoint-aanwijsknopje
Gebruik uw vinger om parallel aan het toetsenbord druk uit te oefenen op het antislipdopje van het
aanwijsknopje. De aanwijzer op het scherm wordt dienovereenkomstig verplaatst. Hoe meer druk u uitoefent,
hoe sneller de aanwijzer beweegt.
TrackPoint-knoppen
De linker- en rechterklikknop corresponderen met de linker- en rechterknoppen van een traditionele muis.
Houd de gestippelde middelste knop ingedrukt terwijl u met uw vinger in de verticale of horizontale richting
druk uitoefent op het aanwijsknopje. Vervolgens kunt u door het document, de website of apps bladeren.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat uitschakelen
Het TrackPoint-aanwijsapparaat is standaard ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik dan op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Muis.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om TrackPoint uit te schakelen.
14
T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Het dopje van het aanwijsknopje vervangen
Opmerking: Zorg ervoor dat het nieuwe dopje groeven heeft
a .
De trackpad gebruiken
U kunt de trackpad gebruiken om alle aanwijs-, klik- en bladerfuncties van een traditionele muis uit te voeren.
De trackpad gebruiken
LinkerklikgebiedRechterklikgebied
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer15
De aanraakbewegingen gebruiken
Tik één keer om een item te selecteren of te openen.
Zoom in of uit met twee vingers.Blader door items.
Open de taakweergave om alle geopende vensters te
bekijken.
Tik twee keer snel om een snelmenu weer te geven.
Geef het bureaublad weer.
Opmerkingen:
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan.
• Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is
uitgevoerd.
• Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
• Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Raadpleeg voor meer bewegingen de Help-informatie van het aanwijsapparaat.
De trackpad uitschakelen
Standaard is de trackpad ingeschakeld. Het apparaat uitschakelen:
1. Open het menu Start en klik Instellingen ➙ Apparaten ➙ Touchpad.
2. In de sectie Touchpad de Touchpad uitschakelen.
16
T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Het aanraakscherm gebruiken (voor bepaalde modellen)
Als het beeldscherm van uw computer de multitouch-functie ondersteunt, kunt u met eenvoudige
aanraakbewegingen op het scherm navigeren.
Opmerking: Sommige gebaren zijn mogelijk niet beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt.
Tik één keer om één keer te klikken
Tik en houd vast om met de rechtermuisknop te klikken
UitzoomenInzoomen
Tik twee keer snel om te dubbelklikken
Schuif om door voorwerpen te bladeren
Veeg vanaf links: alle geopende vensters weergevenVeeg vanaf rechts: het actiecentrum openen
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer17
Kort met uw vinger omlaag vegen: de titelbalk weergeven
Omlaag vegen: de huidige app sluiten
Slepen
Onderhoudstips:
• Zet de computer uit voordat u het aanraakscherm schoonmaakt.
• Verwijder met een droge, zachte en pluisvrije doek of met een stuk absorberend katoen vingerafdrukken
of stof van het aanraakscherm. Gebruik geen oplosmiddelen.
• Het aanraakscherm is gemaakt van glas met daaroverheen een plastic folie. Oefen nooit druk uit op of
plaats geen metalen voorwerp op het scherm omdat het multitouch-scherm beschadigd of defect kan
raken.
• Voer geen handelingen op het scherm uit met nagels of vingers in handschoenen of dode voorwerpen.
• Kalibreer de nauwkeurigheid van de vinger regelmatig om discrepanties te voorkomen.
Een extern beeldscherm aansluiten
Sluit uw computer aan op een projector of een beeldscherm om presentaties te geven of om uw werkruimte
uit te breiden.
Aansluiten op een bekabeld beeldscherm
Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een leeg
gedeelte op het bureaublad en klikt u vervolgens op Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
In de volgende tabel staat de ondersteunde maximale resolutie van het externe beeldscherm.
18
T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Het externe beeldscherm aansluiten op
de USB-C-aansluiting (Thunderbolt 4) (alleen voor Intel-modellen)Maximaal 5120 x 3200 pixels/60 Hz
de USB-C-aansluiting (3.2 Gen 2) (voor AMD-modellen)Maximaal 5120 x 2880 pixels/60 Hz
de HDMI-aansluitingMaximaal 3840 x 2160 pixels/60 Hz
Ondersteunde resolutie
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe beeldscherm de
functie Miracast
®
ondersteunen.
Druk op de
+ en selecteer vervolgens een draadloos beeldscherm om verbinding mee te maken.
De weergavemodus van het beeldscherm instellen
Druk op
of op en selecteer vervolgens de gewenste weergavemodus.
Beeldscherminstellingen wijzigen
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer
Beeldscherminstellingen.
2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren.
3. Wijzig de gewenste weergave-instellingen.
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer19
20T14 Gen 2, T15 Gen 2, P14s Gen 2 en P15s Gen 2 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3.Uw computer verkennen
Lenovo-apps
Dit gedeelte bevat een inleiding over de Vantage- en Lenovo Quick Clean-apps.
De Vantage-app
De vooraf geïnstalleerde Vantage-app is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt
onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en
gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Om de Vantage-app te openen, typt u in het zoekvak de tekst Vantage.
Belangrijke functies
Met de Vantage-app kunt u:
• Eenvoudig de status van het apparaat te weten komen en pas apparaat-instellingen aan.
• Download en installeer updates voor UEFI BIOS, firmware en stuurprogramma's om uw computer up-todate te houden.
• Controleer de status van uw computer en beveilig uw computer tegen externe bedreigingen.
• De computerhardware scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de Gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• De Vantage-app werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De
beschrijving van voorzieningen kan verschillen van die op uw daadwerkelijke gebruikersinterface.
Lenovo Quick Clean
Afhankelijk van het model biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie Lenovo Quick Clean.
De voorgeïnstalleerde Lenovo Quick Clean stelt u in staat om het toetsenbord, scherm, trackpad en
TrackPoint-aanwijsapparaat tijdelijk uit te schakelen voor reiniging.
U kunt Lenovo Quick Clean als volgt openen:
• Open het menu Start en klik op Lenovo Quick Clean.
• Typ Lenovo Quick Clean in het zoekvak.
• Druk tegelijkertijd op Fn en de rechter Shift-toets.
Om de laatste versie van Lenovo Quick Clean te downloaden gaat u naar https://pcsupport.lenovo.com.