Lenovo ThinkCentre M75s-1 User Guide [nl]

M75s-1 Gebruikershandleiding
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Eerste uitgave (Oktober 2019)
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Informatie over deze documentatie . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Systeemplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Voorzieningen en specificaties . . . . . . . . . . 7
Verklaring op USB overdrachtssnelheid. . . . . 8
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Aan de slag met Windows 10 . . . . . . . . . . 9
Windows-account . . . . . . . . . . . . . 9
Gebruikersinterface van Windows . . . . . . 10
Verbinding maken met netwerken. . . . . . . . 11
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . 11
Lenovo Vantage gebruiken . . . . . . . . . . 11
Multimedia gebruiken . . . . . . . . . . . . 12
Audio gebruiken . . . . . . . . . . . . . 12
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 13
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen . . . 13
Het energiebeheerschema instellen . . . . . 13
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 13
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat (voor bepaalde modellen) . . . . . 13
Het optisch station gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een mediakaart gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een slimme kabelklem gebruiken . . . . . . . . 15
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . . . 15
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 17
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 17
Meld u op een veilige manier aan op uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . . 18
De vingerafdruklezer gebruiken . . . . . . . 19
Software beveiligingsoplossingen gebruiken . . . 19
Firewalls gebruiken . . . . . . . . . . . 20
Antivirusprogramma‘s gebruiken . . . . . . 20
Gebruik in de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software (voor geselecteerde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 20
BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken . . . . . 20
Verwijder alle gegevens op een
opslagstation . . . . . . . . . . . . . . 20
De aanwezigheidsschakelaar voor de kap
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 21
Smart USB Protection gebruiken . . . . . . 21
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS . . . . . . . . 23
Wat is UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . 23
Het BIOS-menu openen . . . . . . . . . . . 23
Navigeren in de BIOS-interface. . . . . . . . . 23
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . . . 23
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . . . 24
Schakel de configuration change detection-functie
in- of uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Schakel de automatic power on-functie in- of uit . . 25 De functie Smart Power On in- of uitschakelen. . . 25 De ErP LPS-compliantiemodus in- of
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De ICE-functie voor thermische waarschuwingen
in- of uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . 26
De ICE-prestatiemodus wijzigen . . . . . . . . 26
Het ventilatorsnelheidsniveau wijzigen . . . . . . 26
De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een nieuw
besturingssysteem installeert . . . . . . . . . 27
UEFI BIOS bijwerken. . . . . . . . . . . . . 27
Herstellen van een BIOS-bijwerkfout. . . . . . . 27
CMOS wissen . . . . . . . . . . . . . . . 28
Hoofdstuk 6. Diagnose,
probleemoplossing en herstel . . . . . 29
Basisprocedure voor verhelpen van
computerproblemen . . . . . . . . . . . . . 29
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . 29
Problemen met het opstarten. . . . . . . . 30
Audioproblemen. . . . . . . . . . . . . 31
Netwerkproblemen. . . . . . . . . . . . 32
Problemen met de prestaties . . . . . . . . 34
Problemen met opslagstations . . . . . . . 35
Problemen met de cd of dvd . . . . . . . . 35
Problemen met de seriële aansluiting . . . . 36
Problemen met USB-apparaten. . . . . . . 36
Softwareproblemen . . . . . . . . . . . 37
Diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Lenovo diagnoseprogramma‘s . . . . . . . 37
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
© Copyright Lenovo 2019 i
Systeembestanden en -instellingen herstellen naar
een eerder punt . . . . . . . . . . . . . 37
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 38
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 38
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 38
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 38
Werk het stuurprogramma bij. . . . . . . . 39
Hoofdstuk 7. CRU vervangen . . . . . 41
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 41
Een CRU vervangen . . . . . . . . . . . . . 42
Verticale standaard . . . . . . . . . . . 42
Stofrooster . . . . . . . . . . . . . . . 44
Computerkap . . . . . . . . . . . . . . 46
Frontplaat . . . . . . . . . . . . . . . 47
Optisch station . . . . . . . . . . . . . 49
Draai het schijfcompartiment omhoog en
omlaag . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Primair opslagstation (een 2,5-inch of 3,5-inch
opslagstation). . . . . . . . . . . . . . 52
secundair 2,5-inch opslagstation . . . . . . 56
M.2 SSD-station. . . . . . . . . . . . . 59
Knoopcelbatterij. . . . . . . . . . . . . 63
Geheugenmodule . . . . . . . . . . . . 64
PCI Express-kaart . . . . . . . . . . . . 66
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 68
Voedingseenheid . . . . . . . . . . . . 69
Hoofdstuk 8. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 73
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 73
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 74
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 74
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 74
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 75
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 77
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 93
Bijlage C. Informatie over naleving . . 97
Bijlage D. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 109
ii M75s-1 Gebruikershandleiding

Informatie over deze documentatie

• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van besturingssystemen en programma's, zijn sommige instructies in de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Als u de nieuwste documenten wilt downloaden, gaat u naar:
https://support.lenovo.com
• Microsoft® brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoft­bronnen voor de meest recente informatie.
© Copyright Lenovo 2019 iii
iv M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Voorkant

1. Uitwerpknop optisch station* Open de lade van het optische station.
2. Activiteitslampje voor optisch station*
3. Aan/uit-knop
4. Activiteitslampje voor opslagstation
© Copyright Lenovo 2019 1
Dit lampje brandt wanneer het optische station in gebruik is.
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand.
Dit lampje brandt wanneer het opslagstation in gebruik is.
Aan/
5. SD-kaartlezersleuf*
Ondersteunde kaarten:
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDXC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
• SDHC (Secure Digital eXtended-Capacity) USH-1-kaart
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor de SD-kaart niet.
Zie 'Een mediakaart gebruiken (voor bepaalde modellen)' op pagina 14.
6. Microfoonaansluiting
Een microfoon aansluiten.
7. Hoofdtelefoonaansluiting Een hoofdtelefoon op uw computer aansluiten.
8. USB 3.1 Gen 2-aansluitingen (2)
9. USB 3.1 Gen 1-aansluitingen (2)
10. ThinkCentre
®
LED
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Dit lampje brandt als de computer aan staat.
11. Interne luidspreker* Ervaar kwaliteitsgeluid.
* voor bepaalde modellen
2
M75s-1 Gebruikershandleiding

Achterkant

1. Audio lijningang
2. Audio lijnuitgang
3. Microfoonaansluiting
4. Seriële aansluiting
5. VGA uit-aansluiting
Audiosignalen ontvangen van een extern audioapparaat, zoals een stereo­installatie. Als u een extern audioapparaat wilt aansluiten, sluit u een kabel aan tussen de audiolijnuitgang van het apparaat en de audiolijningang van de computer.
Audiosignalen versturen van de computer naar externe apparaten, zoals actieve stereoluidsprekers, hoofdtelefoons of multimediatoetsenborden. Als u een stereosysteem of een ander extern opnameapparaat wilt aansluiten, sluit u een kabel aan tussen de audio-lijningang van het apparaat en de audio-lijnuitgang van de computer.
Opmerking: Als uw computer een audiolijnuitgang en een headset- of hoofdtelefoonaansluiting heeft, gebruikt u altijd de headset- of hoofdtelefoonaansluiting voor een oortelefoon, een hoofdtelefoon of een headset. De hoofdtelefoonaansluiting ondersteunt geen headsetmicrofoons.
Sluit een microfoon aan op uw computer voor het opnemen van geluid of voor interactie met de computer bij het gebruik van spraakherkenningssoftware.
Een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
Videosignalen van de computer naar een ander videoapparaat sturen, zoals een beeldscherm.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3
6. DisplayPort® 1,2 uit­aansluitingen (2)
7. USB 3.1 Gen 1-aansluiting
8. USB 3.1 Gen 1-aansluiting
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat sturen, zoals een high-performance beeldscherm. Zie voor meer informatie
www.vesa.org/wp-content/uploads/2010/12/DisplayPort-DevCon-Presentation-DP-
1.2-Dec-2010-rev-2b.pdf
.
https://
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Opmerking: De USB 3.1 Gen 1-aansluiting ondersteunt de Smart Power On­functie. Als u een door Lenovo aanbevolen USB 1.1-toetsenbord op deze aansluiting aansluit, kunt u de computer inschakelen of uit de S4-sluimerstand halen door op Alt+P op het toetsenbord te drukken. Zorg ervoor dat u een door Lenovo aanbevolen toetsenbord gebruikt dat de Smart Power On-functie ondersteunt.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
9. USB 2.0-aansluitingen (2)
10. Aansluiting voor PS/2­toetsenbord
11. PS/2-muisaansluiting
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Een toetsenbord aansluiten dat een PS/2-toetsenbordaansluiting (Personal System/2) gebruikt.
Een muis, trackball of andere aanwijsapparaten aansluiten die geschikt zijn voor een PS/2-muisaansluiting.
Om de snelheid van de computer te verbeteren, kunt u PCI Express-kaarten in dit
12. PCI Express-kaartsleuf
gedeelte installeren. Deze aansluitingen variëren afhankelijk van het computermodel.
13. Sleuven voor slimme kabelklem (2)*
14. Kabelslot
Vergrendel apparaten (zoals een toetsenbord of muis) op uw computer met een slimme kabelklem.
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
15. Oog voor hangslot Vergrendel de computerkap met een hangslot.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje
16. Ethernet-aansluiting
brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
17. Aansluiting voor netsnoer
Sluit het netsnoer aan op uw computer, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
* voor bepaalde modellen
4
M75s-1 Gebruikershandleiding

Systeemplaat

1 4-pens voedingsaansluiting 2 Microprocessoraansluiting
3 Aansluiting microprocessorventilator
5 Geheugencompartiment (DIMM2) 6 Geheugencompartiment (DIMM3)
7 Geheugencompartiment (DIMM4)
9 Aansluiting van de aan/uit-knop van de voedingsplaat
11 SATA-voedingsaansluitingen (2)
13 Knoopcelbatterij
15 SATA 3.0-aansluitingen (3) 16 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
17 Extra ventilatoraansluiting 1
19 Aansluiting voor temperatuursensor
21 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
4 Geheugencompartiment (DIMM1)
8 Extra ventilatoraansluiting 2
10 Activiteitslampje voor opslagstation
12 10-pens voedingsaansluiting
14 FCH
18 ThinkCentre LED-aansluiting
20 M.2 SSD-stationsleuf
22 USB 2.0-aansluiting (kaartlezeraansluiting) voorzijde
(inbraakverklikker)
23 Voorste USB 2.0-aansluiting
25 Seriële poort (COM2) 26 Sleuf voor PCI-kaart
27 Zoemer
24 Parallelle poort
28 PCI Express x1 kaartsleuven (2)
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5
29 M.2 Wi-Fi-kaartsleuf
31 Aansluiting voor systeemventilator
30 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
6 M75s-1 Gebruikershandleiding

Voorzieningen en specificaties

• Breedte: 92,5 mm
Afmetingen
• Hoogte: 343,5 mm
• Diepte: 290,5 mm
Gewicht (zonder het pakket)
Hardwareconfiguratie
Voedingseenheid
Elektrische invoer
Aanpassingsvermogen voor voedingseenheid
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Maximumconfiguratie bij levering: 6,0 kg
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
• 180 watt voedingseenheid met automatische voltagedetectie
• 210 watt voedingseenheid met automatische voltagedetectie
• Ingangsspanning: 100 tot 240 V ac
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
• Vasteland van China: 220 V±22 V, 50 Hz±1 Hz
• Positionering aanpasbaar voltage: 90 V-264 V, 50/60 Hz
• Met voltageschakelaar: 90 V-264 V, 50 Hz±1 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
Maximaal vier DDR4 UDIMM's (double data rate 4 unbuffered dual inline memory modules)
• 2,5-inch vaste-schijfstation met een hoogte van 7 mm*
• 3,5-inch vaste-schijfstation met een hoogte van 7 mm*
• M.2 SSD-station* De opslagstationcapaciteit weten:
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer.
Audiovoorzieningen
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder
dan de nominale capaciteit.
• De geïntegreerde audiokaart ondersteunt het volgende:
– Aansluiting van audiolijningang – Audio lijnuitgang – Hoofdtelefoonaansluiting – Interne luidspreker* – Microfoonaansluiting
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 7
• Kaartlezer*
• Geheugencompartimenten
Uitbreidingsmogelijkheden
Netwerkfuncties
• Optisch station
• Sleuf voor PCI Express x1-kaart
• Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart
• Compartiment voor opslagstation
• Bluetooth*
• Ethernet LAN
• Draadloos LAN*
* voor bepaalde modellen

Verklaring op USB overdrachtssnelheid

Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.1 Gen 1
3.1 Gen 2
3.2 20
5
10
8 M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Aan de slag met Windows 10

Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag. Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.

Windows-account

Een gebruikersaccount moet gebruik maken van het Windows-besturingssysteem. Dit kan een Windows­gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen Accounts Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive, Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
https://
© Copyright Lenovo 2019 9

Gebruikersinterface van Windows

1. Account
2. Documenten
3. Afbeeldingen
4. Instellingen
5. In-/uitschakelen
6. Startknop
7. Windows-zoeken
8. Taakweergave
9. Windows-systeemvak Geef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige account.
Open de map Documenten, een standaardmap om ontvangen bestanden in op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om ontvangen afbeeldingen in op te slaan.
Start Instellingen.
Schakel de computer uit, herstart deze of zet de computer in de slaapstand.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energie­instellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
10
M75s-1 Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen Klik met de rechtermuisknop op de Start knop.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Windows-systeem Configuratiescherm.
• Windows Search gebruiken.
Een app starten
• Open het Startmenu en selecteer de app die u wilt starten.
• Windows Search gebruiken.

Verbinding maken met netwerken

Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos netwerk.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernet­aansluiting op uw computer.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor bepaalde modellen)

1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
2. Selecteer een beschikbaar netwerk voor verbinding. Geef de vereiste informatie op als dat nodig is.

Lenovo Vantage gebruiken

De vooraf geïnstalleerde app Lenovo Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Lenovo Vantage openen
Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage. U kunt ook Lenovo Vantage in het zoekvak typen.
Ga naar de Microsoft Store en zoek op de naam van de app om de nieuwste versie van Lenovo Vantage te downloaden.
Belangrijke functies
Met Lenovo Vantage kunt u:
• eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen;
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to­date te houden;
• de status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen;
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 11
• de garantiestatus van de computer opzoeken (online);
• toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• Lenovo Vantage werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.

Multimedia gebruiken

Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of luidsprekers.

Audio gebruiken

Sluit om het geluid te verbeteren luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de taakbalk.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluiden Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.
12
M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

Het gedrag van de aan/uit-knop instellen

U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Het energiebeheerschema instellen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energiebeheerschema van kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest:
Tabel 1. Standaard energiebeheerschema (bij aansluiting op de netvoeding)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer naar slaapstand na: 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.

Gegevens overbrengen

Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat (voor bepaalde modellen)

U kunt alle typen Bluetooth-apparaten verbinden met uw computer, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Om er zeker van te zijn dat de verbinding slaagt, moeten de apparaten zich op minder dan 10 meter van de computer bevinden.
1. Schakel Bluetooth op de computer in. a. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere
apparaten.
b. Schakel de functie Bluetooth in.
© Copyright Lenovo 2019 13
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.

Het optisch station gebruiken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer een optisch station heeft, lees dan de volgende informatie.
Weet welk type optisch station u heeft
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Een schijf installeren of verwijderen
1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop van het optische station. De lade schuift uit het station.
2. Plaats een harde schijf in de lade of verwijder er een en schuif daarna de lade weer naar binnen om deze te sluiten.
Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u de computer uit. Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.
Een schijf opnemen
1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Open het menu Start en klik op Instellingen Apparaten Automatisch afspelen. Selecteer
Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze functie in.
• Open Windows Media Player.
• Dubbelklik op het ISO-bestand.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

Een mediakaart gebruiken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer een SD-kaartsleuf heeft, lees dan de volgende informatie.
Een mediakaart installeren
1. Zoek de SD-kaartsleuf.
2. Zorg ervoor dat de metalen contactpunten op de kaart en in de SD-kaartsleuf naar elkaar wijzen. Steek de kaart stevig in de SD-kaartsleuf tot deze op zijn plaats vastzit.
Een mediakaart verwijderen Attentie: Voordat u een mediakaart verwijdert, moet u eerst de kaart van het Windows-besturingssysteem
verwijderen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan.
14
M75s-1 Gebruikershandleiding
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen.
3. Druk op de kaart en verwijder deze uit de computer. Bewaar de kaart op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.

Een slimme kabelklem gebruiken

Opmerking: U kunt bij Lenovo een slimme kabelklem kopen.
Vergrendel apparaten (zoals een toetsenbord of muis) op uw computer met een slimme kabelklem.
1. Steek het klemmetje
2. Trek de kabels die u wilt vergrendelen, door de groeven in de slimme kabelklem.
3. Duw het klemmetje
1 in de kabelslotsleuf 4 .
2 in de kabelslotsleuf 3 tot deze vastklikt.

Accessoires aanschaffen

Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Om bij Lenovo te winkelen, gaat u naar
https://www.lenovo.com/accessories.
Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen 15
16 M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen

De computer vergrendelen

Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt de computersloten aanschaffen bij Lenovo.
Hangslot
Door de computerkap af te sluiten met een hangslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot onderdelen in uw computer.
Kensington-kabelslot
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
© Copyright Lenovo 2019 17

Meld u op een veilige manier aan op uw computer

In dit gedeelte vindt u veilige manieren om u aan te melden op uw computer met een wachtwoord, een vingerafdruk of uw gezicht.

Wachtwoorden gebruiken

Wachtwoordtypen
U kunt de volgende wachtwoorden instellen in de UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) BIOS (Basic Input/Output System) om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer. U wordt echter niet om een UEFI BIOS-wachtwoord gevraagd wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
• Systeemwachtwoord Als er een systeemwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd dat
wachtwoord in te voeren. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is ingevoerd.
• Supervisorwachtwoord Het supervisorwachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbevoegden worden
gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het verstandig met een supervisorwachtwoord te werken.
Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u probeert naar het BIOS-menu te gaan, gevraagd dat wachtwoord in te voeren.
Als u zowel een systeemwachtwoord als een supervisorwachtwoord hebt ingesteld, kunt u een van beide wachtwoorden invoeren. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het supervisorwachtwoord opgeven.
• Vaste-schijfwachtwoord Door een vaste-schijfwachtwoord in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van
de gegevens op het opslagstation. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd een geldig wachtwoord voor toegang tot het opslagstation in te voeren.
Opmerking: Nadat u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld, zijn uw gegevens op het opslagstation beveiligd; zelfs als het opslagstation uit uw computer wordt gehaald en in een andere computer wordt geïnstalleerd.
• Wachtwoord systeembeheer (voor bepaalde modellen) U kunt het systeembeheerwachtwoord zo instellen dat dit dezelfde autoriteit heeft als het
supervisorwachtwoord om beveiligingsfuncties te beheren. De autoriteit van het systeembeheerwachtwoord aanpassen via het UEFI BIOS-menu:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security System Management Password Access Control.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security.
18
M75s-1 Gebruikershandleiding
3. Afhankelijk van het type wachtwoord selecteert u Set Power-On Password, Set Supervisor Password, Set System Management Password of Hard Disk Password en drukt u op Enter.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Zie 'CMOS wissen' op pagina 28 als u de wachtwoorden bent vergeten en ze zelf wilt verwijderen. U kunt ook contact opnemen met een geautoriseerde Lenovo-serviceprovider om de wachtwoorden te laten vervangen.
Opmerkingen:
• Als u het supervisorwachtwoord bent vergeten, kan het, afhankelijk van de BIOS-instellingen, mogelijk niet worden verwijderd door het CMOS te wissen.
• Als u het wachtwoord van de vaste schijf bent vergeten, kan Lenovo het wachtwoord niet verwijderen en gegevens van het opslagstation niet herstellen.

De vingerafdruklezer gebruiken

Als u een muis met vingerafdruklezer gebruikt, kunt u ook vingerafdrukverificatie gebruiken in plaats van wachtwoorden om u eenvoudig en veilig bij uw computer aan te melden.
Uw vingerafdrukken registreren
Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Accounts Aanmeldingsopties. Volg nu de aanwijzingen op het scherm om de registratie te voltooien.
Tijdens de inschrijving worden de vingerafdrukken automatisch gekoppeld aan het Windows-wachtwoord. U wordt aangeraden meer dan één vingerafdruk te registreren in geval van eventueel letsel aan een van uw vingers.
Aanmelden met uw vingerafdruk
Als het indicatielampje van de vingerafdruklezer oranje knippert, kan de vingerafdrukverificatie niet worden uitgevoerd.
De vingerafdruklezer onderhouden
Om ervoor te zorgen dat de vingerafdruklezer correct werkt, moet u het volgende niet doen:
• Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard voorwerp.
• De lezer gebruiken of aanraken met een natte, vuile, gerimpelde of gewonde vinger.

Software beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u software-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen 19

Firewalls gebruiken

Een firewall kan hardware, software of een combinatie van beide zijn afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Firewalls werken volgens een set regels om te bepalen welke inkomende en uitgaande verbindingen zijn toegelaten. Als de computer met een vooraf geïnstalleerd firewall-programma wordt geleverd, helpt dit de computer te beschermen tegen gevaren van internet, tegen ongeoorloofde toegang, tegen inbraak en tegen aanvallen via het internet. Deze beschermt ook uw privacy. Meer informatie over het gebruik van de firewall-programma vindt u in het Help-systeem van uw firewall-programma.
Firewalls gebruiken:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Windows Defender Firewall, en volg dan de instructies op het scherm.

Antivirusprogramma‘s gebruiken

Op de computer is vooraf al een antivirusprogramma geïnstalleerd voor het beschermen tegen, detecteren en verwijderen van virussen.
Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op de computer geplaatst en biedt u een gratis abonnement van 30 dagen aan. Na die 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor de antivirussoftware te blijven ontvangen.
Opmerking: Virusdefinitiebestanden moeten worden geactualiseerd om beveiligd te zijn tegen nieuwe virussen.
Meer informatie over het werken met de antivirussoftware vindt u in het Help-systeem van die software.

Gebruik in de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software (voor geselecteerde modellen)

Computrace Agent-software is een oplossing voor IT-eigendomsbeheer en het herstellen van uw computer na diefstal. De software detecteert de wijzigingen die mogelijk op de computer zijn aangebracht, zoals in de hardware, software of inbellocatie van de computer. Mogelijk dient u een abonnement te kopen om de software Computrace Agent te kunnen activeren.

BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u BIOS-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.

Verwijder alle gegevens op een opslagstation

Het wordt aanbevolen om alle gegevens op het opslagstation te wissen voordat u een opslagstation of de computer recyclet.
Alle gegevens op een opslagstation verwijderen:
1. Stel een vaste-schijfwachtwoord in voor het opslagstation dat u wilt recyclen. Zie 'Wachtwoorden gebruiken' op pagina 18.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Security Hard Disk Password Security Erase HDD Data en druk op Enter.
4. Selecteer het opslagstation dat u wilt recyclen en druk op Enter.
5. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de bewerking te bevestigen. Selecteer Yes en druk op Enter. Het wisproces start.
Opmerking: Tijdens het wissen zijn de aan-uitknop en het toetsenbord uitgeschakeld.
20
M75s-1 Gebruikershandleiding
6. Nadat het wissen is voltooid, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het systeem te resetten. Selecteer Continue.
Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het opslagstation duurt het wissen een half uur tot drie uur.
7. Nadat het resetten is voltooid, zal het volgende gebeuren:
• Als een opslagstation met systeemgegevens is gewist, krijgt u de melding dat er geen
besturingssysteem beschikbaar is.
• Als een opslagstation met andere dan systeemgegevens is gewist, start de computer automatisch
weer op.

De aanwezigheidsschakelaar voor de kap gebruiken

De schakelaar op de kap voorkomt dat de computer inlogt in het besturingssysteem, wanneer de kap van de computer niet goed is geïnstalleerd of gesloten.
De schakelaar van het computerdeksel op het systeembord inschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Cover Tamper Detected en druk Enter.
3. Selecteer Enabled en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Wanneer de schakelaar van de computerkap op de systeemplaat ingeschakeld is en als de schakelaar op de kap detecteert dat de computerkap niet naar behoren is geïnstalleerd of gesloten, zal er een foutbericht worden weergegeven wanneer u de computer aanzet. De foutmelding omzeilen en inloggen op het besturingssysteem:
1. Installeer of sluit de kap van de computer op de juiste manier.
2. Ga naar het BIOS-menu, sla op en sluit weer af.

Smart USB Protection gebruiken

De functie Smart USB Protection is een beveiligingsfunctie waarmee u kunt voorkomen dat gegevens van de computer worden gekopieerd naar USB-opslagapparaten die op de computer zijn aangesloten. U kunt de functie Smart USB Protection instellen op een van de volgende werkstanden:
Disabled (standaardinstelling): u kunt USB-opslagapparaten gebruiken zonder beperking.
Read Only: u kunt geen gegevens van de computer naar USB-opslagapparaten kopiëren. U hebt echter wel toegang tot gegevens op de USB-opslagapparaten en kunt deze wijzigen.
No Access: u hebt geen toegang tot USB-opslagapparaten vanaf de computer.
De functie Smart USB Protection configureren:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Smart USB Protection en druk op Enter.
3. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen 21
22 M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 5. UEFI BIOS

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het configureren en bijwerken van UEFI BIOS en het wissen van CMOS.

Wat is UEFI BIOS

Opmerking: De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen eventuele vergelijkbare instellingen
in UEFI BIOS overschrijven.
Het UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer wordt ingeschakeld. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem en andere programma´s geladen. Uw computer wordt geleverd met een installatieprogramma waarmee u de UEFI BIOS-instellingen kunt wijzigen.

Het BIOS-menu openen

Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op de toets F1 of toetsencombinatie Fn+F1 om het BIOS-menu weer te geven.
Opmerking: Als u een BIOS-wachtwoord hebt ingesteld, voer dan het juiste wachtwoord in wanneer dat wordt gevraagd. U kunt ook op Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het BIOS-menu te openen. U kunt echter niet de systeemconfiguraties wijzigen die met wachtwoorden zijn beschermd.

Navigeren in de BIOS-interface

Attentie: De standaardconfiguraties zijn al vooraf voor u ingesteld en worden vetgedrukt weergegeven.
Verkeerde wijzigingen van de configuraties kunnen onverwachte gevolgen hebben.
Afhankelijk van uw toetsenbord kunt u navigeren in de BIOS-interface door op de volgende toetsen of combinaties van Fn- en de volgende toetsen te drukken:
F1 of Fn+F1 Het scherm met algemene hulp weergeven.
Esc of Fn+Esc Het submenu afsluiten en terugkeren naar het bovenliggende menu.
↑↓ of Fn+↑↓ Een item zoeken.
← → of Fn+← → Een tabblad selecteren.
+/– of Fn++/– Naar een hogere of lagere waarde wijzigen.
Enter Het geselecteerde tabblad of submenu openen.
F9 of Fn+F9 De fabrieksinstellingen herstellen.
F10 of Fn+F10 De configuratie opslaan en afsluiten.

De systeemdatum en -tijd instellen

1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main System Time & Date en druk op Enter.
3. Stel de gewenste datum en tijd voor het systeem in.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
© Copyright Lenovo 2019 23

De opstartvolgorde wijzigen

Als de computer niet zoals verwacht opstart vanaf een bepaald apparaat, kunt u ervoor kiezen de opstartvolgorde van de apparaten permanent te wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat te selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan. Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Startup, en volg dan de instructies op het scherm om de opstartvolgorde van de apparaten te wijzigen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Kies een tijdelijk opstartapparaat Opmerking: Niet alle schijven en opslagstations zijn opstartbaar.
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12 of Fn+F12.
3. Selecteer het gewenste opslagapparaat en druk op Enter.
Als u de opstartvolgorde van apparaten permanent wilt wijzigen, selecteert u Enter Setup in Startup Device Menu en drukt u op Enter om het BIOS-menu te openen.

Schakel de configuration change detection-functie in- of uit

Als u de functie Configuration Change Detection inschakelt en de POST gewijzigde configuraties van sommige hardwareapparaten (zoals opslagstations of geheugenmodules) detecteert, wordt een foutmelding weergegeven wanneer u uw computer aanzet.
De Configuration Change Detection-functie in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Configuration Change Detection en druk op Enter.
3. De gewenste functie in- of uitschakelen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Druk op F2 of Fn+F2 om de foutmelding te omzeilen en log in op het besturingssysteem. U wist het foutbericht door het BIOS-menu te openen, op te slaan en af te sluiten.
24
M75s-1 Gebruikershandleiding

Schakel de automatic power on-functie in- of uit

De functie Automatic Power On in UEFI BIOS biedt u verschillende opties waarmee u de computer automatisch kunt laten opstarten.
De automatic power on-functie in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Automatic Power On en druk op Enter.
3. Kies de gewenste functie en druk op Enter.
4. De gewenste functie in- of uitschakelen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De functie Smart Power On in- of uitschakelen

Zorg ervoor dat het toetsenbord is aangesloten op een USB-aansluiting die de Smart Power On-functie ondersteunt. Als de Smart Power On-functie is ingeschakeld zal de computer opstarten of uit sluimerstand komen door het indrukken van Alt+P.
De functie Smart Power On in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Smart Power On en druk op Enter.
3. De gewenste functie in- of uitschakelen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen

Lenovo-computers voldoen aan de eco-designvereisten van de ErP Lot 3-regelgeving. Ga voor meer informatie naar:
https://www.lenovo.com/ecodeclaration
U kunt de ErP LPS-compliantiemodus inschakelen om het elektriciteitsverbruik te verlagen wanneer de computer uit of in slaapstand staat.
De ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Enhanced Power Saving Mode en druk op Enter.
3. Afhankelijk van of u Enabled of Disabled selecteert, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Als u Enabled selecteert, drukt u op Enter. Selecteer dan Power Automatic Power On en druk op Enter. Controleer of de functie Wake on LAN automatisch wordt uitgeschakeld. Zo niet, schakel deze dan uit.
• Als u Disabled selecteert, drukt u op Enter. Ga vervolgens door naar de volgende stap.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Wanneer de ErP LPS-compliantiemodus is ingeschakeld, kunt u de computer als volgt uit de slaapstand halen:
• Druk op de aan/uit-knop.
• Schakel de functie Wake Up on Alarm in om de computer op de ingestelde tijd te activeren.
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS 25
U moet ook de functie Snel opstarten uitschakelen voor naleving van de ErP-vereisten voor de uitgeschakelde modus.
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer de weergave grote pictogrammen of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
3. Wis de optie Snel opstarten inschakelen (aanbevolen) in de lijst Instellingen voor afsluiten.
4. Schakel de Smart Power-On functie uit.

De ICE-functie voor thermische waarschuwingen in- of uitschakelen

Als de ICE-functie voor thermische waarschuwingen is ingeschakeld, wordt er een waarschuwingslogboek naar het systeemlogboek van Windows geschreven als er zich een kritieke thermische situatie voordoet. Met behulp van het waarschuwingenlogboek kunt u thermische problemen onderzoeken, zoals ventilatorstoringen, abnormaal hoge temperaturen of slechte koelingsprestaties.
De ICE-functie voor thermische waarschuwingen in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Intelligent Cooling Engine (ICE) en druk op Enter.
3. Selecteer ICE Thermal Alert en druk op Enter.
4. De gewenste functie in- of uitschakelen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De ICE-prestatiemodus wijzigen

Door de ICE-prestatiemodus te wijzigen, kunt u de akoestische of thermische prestaties van de computer verbeteren. Er zijn drie opties beschikbaar:
Better Acoustic Performance (standaardinstelling): De computer werkt met minder lawaai op een normaal warmteniveau.
Better Thermal Performance: De computer werkt op een beter warmteniveau bij normale akoestische prestaties.
Full Speed: Alle ventilatoren in de computer draaien op maximale snelheid.
De ICE-prestatiemodus wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Intelligent Cooling Engine (ICE) en druk op Enter.
3. Selecteer ICE Performance Mode en druk op Enter.
4. Stel de ICE-prestatiemodus in naar wens.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

Het ventilatorsnelheidsniveau wijzigen

U kunt het ventilatorsnelheidsniveau wijzigen van niveau 1 t/m 7 om de thermische prestaties van uw computer aan te passen. Een hoger ventilatorsnelheidsniveau betekent betere thermische prestaties met minder lawaai.
Het ventilatorsnelheidsniveau wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
26
M75s-1 Gebruikershandleiding
2. Selecteer Power Fan Control Stepping en druk op Enter.
3. Stel het ventilatorsnelheidsniveau in naar wens.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een nieuw besturingssysteem installeert

De BIOS-instellingen verschillen per besturingssysteem. Wijzig de BIOS-instellingen voordat u een nieuw besturingssysteem installeert.
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows 10. Controleer voordat u een bepaalde Windows 10-versie installeert de compatibiliteitslijst voor de Windows-versie. Ga voor meer informatie naar:
https://support.lenovo.com/us/en/solutions/windows-support
De BIOS-instellingen wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Kies in de hoofdinterface voor Security Secure Boot en druk op Enter.
3. Afhankelijk van het besturingssysteem dat u wilt installeren, voert u een van de volgende stappen uit:
• Voor installatie van het besturingssysteem Windows 10 (64-bits) of de meeste Linux­besturingssystemen, selecteert u Enabled bij Secure Boot.
• Als u een besturingssysteem wilt installeren dat Secure Boot niet ondersteunt, selecteert u Disabled bij Secure Boot.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

UEFI BIOS bijwerken

Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, moet u mogelijk het UEFI BIOS bijwerken. U kunt BIOS bijwerken vanaf uw besturingssysteem of met een flashupdate-schijf (alleen op bepaalde modellen ondersteund).
Download en installeer het nieuwste UEFI BIOS-updatepakket via een van de volgende methoden:
• Vanuit Lenovo Vantage: Open Lenovo Vantage om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het nieuwste UEFI BIOS-
updatepakket beschikbaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm voor het downloaden en installeren van het pakket.
• Van de ondersteuningswebsite van Lenovo:
1. Ga naar
2. Download het stuurprogramma van de BIOS-flashupdate voor de besturingssysteemversie of de ISO­imageversie (gebruikt voor het maken van een flashupdate-schijf). Download vervolgens de installatie-instructies voor het stuurprogramma van de BIOS-flashupdate dat u hebt gedownload.
3. Druk de installatie-instructies af en volg de instructies voor het bijwerken van het BIOS.
https://support.lenovo.com.

Herstellen van een BIOS-bijwerkfout

1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle verbonden apparaten uit.
2. Plaats de schijf met de BIOS-update in het optische station en schakel vervolgens de computer uit.
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS 27
3. Haal alle stekkers uit het stopcontact. Verwijder vervolgens alle onderdelen die de toegang tot de jumper voor wissen en herstel van het CMOS blokkeren.
4. Verplaats de jumper van de standaardpositie naar de onderhoudspositie.
5. Steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in het stopcontact.
6. Zet het beeldscherm en de computer aan. Als de computer een signaal geeft, start de herstelprocedure.
7. Na het voltooien van de herstelprocedure wordt de computer automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: Afhankelijk van het computermodel duurt het herstelproces twee tot drie minuten.
8. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
9. Zet de jumper terug in de standaardpositie.
10. Plaats alle onderdelen terug die u hebt verwijderd. Steek vervolgens de stekkers van de computer en de monitor in het stopcontact.
11. Zet het beeldscherm en de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
12. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de BIOS-instellingen worden hersteld naar een eerder punt vóór de BIOS-update. Voor BIOS-configuraties, zie Hoofdstuk 5 'UEFI BIOS' op pagina
23.

CMOS wissen

1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle verbonden apparatuur en de computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact. Verwijder vervolgens alle onderdelen die de toegang tot de jumper voor wissen en herstel van het CMOS blokkeren.
3. Verplaats de jumper van de standaardpositie naar de onderhoudspositie.
4. Steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in het stopcontact.
5. Zet het beeldscherm en de computer aan. Als de computer een signaal geeft, wacht dan ongeveer tien seconden.
6. Zet de computer uit door de aan/uit-knop ongeveer vier seconden ingedrukt te houden.
7. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
8. Zet de jumper terug in de standaardpositie.
9. Plaats alle onderdelen terug die u hebt verwijderd. Steek vervolgens de stekkers van de computer en de monitor in het stopcontact.
10. Zet het beeldscherm en de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
11. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de BIOS-instellingen worden hersteld naar een eerder punt vóór de BIOS-update. Voor BIOS-configuraties, zie Hoofdstuk 5 'UEFI BIOS' op pagina
23.
28
M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het verhelpen van computerproblemen. Gebruik de standaardprocedure als uitgangspunt voor het oplossen van computerproblemen.

Basisprocedure voor verhelpen van computerproblemen

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
1. Controleer of: a. De kabels van alle aangesloten apparatuur zijn correct en stevig bevestigd. b. Alle componenten zijn weer op de juiste manier teruggeplaatst. c. Alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde, goed werkende
stopcontacten.
d. Alle aangesloten apparaten zijn ingeschakeld in UEFI BIOS.
2. Gebruik een antivirusprogramma om te controleren of de computer is besmet met een virus. Als het programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus.
3. Ga naar 'Problemen oplossen' op pagina 29 en volg de instructies voor het type probleem dat u ondervindt.
4. Voer het diagnoseprogramma uit. Zie 'Diagnose' op pagina 37.
5. Herstel het besturingssysteem. Zie 'Herstel' op pagina 37.
6. Neem contact op met Lenovo als het probleem zich blijft voordoen. Zie Hoofdstuk 8 'Help en ondersteuning' op pagina 73.

Problemen oplossen

Gebruik deze informatie voor het oplossen van probleem om oplossingen voor problemen te vinden die duidelijke dymptomen hebben.
© Copyright Lenovo 2019 29

Problemen met het opstarten

Probleem
De computer start niet op na het indrukken van de aan/uit-knop.
Het besturingssysteem wordt niet vanaf het juiste opslagstation opgestart of start niet op
Oplossing
• Zorg ervoor dat het netsnoer juist is aangesloten aan de achterzijde van de computer en op een goed werkend stopcontact.
• De computer nog een tweede netschakelaar aan de achterzijde heeft en of die wel aan staat.
• Het netvoedingslampje aan de voorkant van de computer brandt.
• De spanning (het voltage) waarop het apparaat is ingesteld, overeenkomt met de spanning die in uw land of regio op het stopcontact staat.
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van het opslagstation juist zijn verbonden.
• Controleer of het opslagstation van waaruit de computer wordt opgestart, als eerste opstartapparaat wordt weergegeven in het UEFI BIOS.
• In zeldzame gevallen kan het opslagstation met het besturingssysteem beschadigd raken. In dat geval moet u mogelijk het opslagstation vervangen.
• Als de computer is geïnstalleerd met een Optane-geheugen:
– Controleer of het Optane-geheugen niet is verwijderd. – Controleer of het Optane-geheugen niet is beschadigd.
Controleer of het Optane-geheugen diagnoseprogramma's gebruikt.
De computer geeft een aantal geluidssignalen voordat het besturingssysteem wordt opgestart.
Controleer of er geen toetsen klemmen.
30 M75s-1 Gebruikershandleiding

Audioproblemen

Probleem
De audio kan niet met het besturingssysteem van Windows worden afgespeeld.
Oplossing
• Als u externe luidsprekers met eigen voeding en een aan/uit-knop
gebruikt, zorg dan voor het volgende:
– De aan/uit-knop is ingesteld in de Aan-stand. – De voedingskabel van de luidspreker is aangesloten op een
voldoende geaard, werkend stopcontact (wisselstroom).
• Als de externe luidsprekers een volumeregeling hebben, controleer
dan of het volume niet te laag is ingesteld.
• Klik op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de
taakbalk. Controleer de instellingen van de luidspreker en het volume. Demp de luidspreker niet en stel het volume niet te laag in.
• Als uw computer een audiopaneel aan de voorzijde heeft,
controleert u of het volume niet te laag is ingesteld.
• Controleer of de externe luidsprekers (of de hoofdtelefoon) zijn
aangesloten op de juiste audio-aansluiting van de computer. De meeste luidsprekerkabels zijn voorzien van een kleur die hetzelfde is als de kleur van de audioaansluiting.
Opmerking: Wanneer u kabels voor externe luidsprekers of koptelefoons aansluit op de audiopoort, wordt de eventueel aanwezige interne luidspreker daardoor uitgeschakeld. In de meeste gevallen wordt door het installeren van een geluidskaart, in een van de uitbreidingssleuven, de op de systeemplaat ingebouwde audiofunctie uitgeschakeld. U dient dan gebruik te maken van de audio-aansluitingen van de adapter.
• Controleer of het programma dat u gebruikt, is bedoeld voor
gebruik onder het besturingssysteem Microsoft Windows. Indien het programma zo is ontworpen dat het in DOS wordt uitgevoerd, wordt de geluidfunctie van Windows niet gebruikt. Het programma moet worden geconfigureerd voor gebruik van SoundBlaster Pro of SoundBlaster-emulatie.
• Controleer of de audiostuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd.
Er komt geen geluid uit de headset of hoofdtelefoon.
Het geluid komt uit een van de externe luidsprekers.
1. Sluit het programma af dat gebruikmaakt van het geluidsapparaat (bijv. Windows Media Player).
2. Klik met de rechtermuisknop op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de taakbalk.
3. Klik op Afspeelapparaten.
4. Selecteer de headset of koptelefoon en klik dan op Als standaard instellen.
5. Klik op OK.
• Zorg dat de luidsprekerkabel correct en stevig is aangesloten in de poort van de computer.
• Controleer of de kabel die de luidsprekers met elkaar verbindt, goed is bevestigd.
• Controleer of de balans goed is ingesteld.
1. Klik met de rechtermuisknop op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de taakbalk. Klik vervolgens op Volumemixer openen en selecteer de gewenste luidspreker.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 31
Probleem
Oplossing
2. Klik op het luidsprekerpictogram boven de volumeregeling en klik vervolgens op het tabblad Niveaus.

Netwerkproblemen

Opmerking: De Wi-Fi en Bluetooth-functies zijn optioneel.
Probleem
De computer kan geen verbinding maken met een Ethernet LAN.
Als er een Gigabit Ethernet-computer wordt gebruikt met een snelheid van 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of treden er fouten op in de verbinding.
Oplossing
• Sluit de kabel aan op de Ethernet-poort en de RJ45-aansluiting van de hub.
• Schakel de Ethernet-LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Ethernet LAN-adapter in.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Netwerkcentrum Adapterinstellingen wijzigen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Ethernet LAN-adapter en klik op Inschakelen.
• Werk de Ethernet LAN-adapter bij of installeer de Ethernet LAN­adapter opnieuw.
• Installeer alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
• Stel dezelfde duplex in voor de switch-poort en de adapter. Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u een verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
Sluit de netwerkkabel aan op de Ethernet-poort met kabels van categorie 5 en een 100 BASE-T-hub/switch (niet 100 BASE-X).
De functie Wake on LAN (WOL) werkt niet.
32 M75s-1 Gebruikershandleiding
Schakel de Wake on LAN-functie in UEFI BIOS in.
Probleem
De Wi-Fi-functie werkt niet.
De Bluetooth-voorziening werkt niet.
Oplossing
• Schakel de Wi-Fi-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Wi-Fi-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de Startknop om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven.
4. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Wi-Fi-apparaat en klik op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Wi-Fi-functie onder Instellingen van Windows in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Netwerk en internet Wi-Fi.
3. Schakel de Wi-Fi-functie in.
• Werk het Wi-Fi-stuurprogramma bij of installeer het Wi-Fi­stuurprogramma opnieuw.
• Schakel de Bluetooth-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Bluetooth-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de Startknop om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Bluetooth uit om alle Bluetooth-apparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
4. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Bluetooth-radio in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere apparaten.
3. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie in te schakelen.
• Werk het Bluetooth-stuurprogramma bij of installeer het Bluetooth­stuurprogramma opnieuw.
Er komt geen geluid uit de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoon.
1. Sluit het programma af dat gebruikmaakt van het geluidsapparaat (bijv. Windows Media Player).
2. Klik met de rechtermuisknop op het volumepictogram in het Windows-systeemvak op de taakbalk.
3. Klik op Afspeelapparaten.
4. Als u het profiel Headset gebruikt, selecteert u Bluetooth Hands- free Audio en klikt u vervolgens op Standaardinstellingen. Als u het profiel AV gebruikt, selecteert u Stereo Audio en klikt u vervolgens op Standaardinstellingen.
5. Klik op OK.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 33

Problemen met de prestaties

Probleem
Er staat een buitensporig aantal niet­aaneengesloten bestanden op de opslagstations.
Er is onvoldoende opslagruimte op het opslagstation.
Oplossing
Opmerking: Afhankelijk van het volume van de opslagstations en de
hoeveelheid gegevens die op de opslagstations zijn opgeslagen, kan het defragmentatieproces een aantal uren in beslag nemen.
1. Sluit alle geopende programma's en vensters.
2. Open het menu Start.
3. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
4. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
5. Klik op de tab Extra.
6. Klik op Optimaliseren. Selecteer het gewenste station en klik vervolgens op Optimaliseren.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon station C op.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
3. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
4. Controleer hoeveel vrije ruimte beschikbaar is en klik vervolgens op Schijfopruiming.
5. Er verschijnt een lijst met een aantal categorieën van bestanden die doorgaans overbodig zijn. Selecteer de bestandscategorie die u wilt verwijderen en klik op OK.
• Schakel bepaalde Windows-onderdelen uit of verwijder onnodige programma's.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Programma's en functies.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
– Om bepaalde Windows-onderdelen uit te schakelen, klikt u
op Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm.
– Om onnodige programma's te verwijderen, selecteert u het
programma dat u wilt verwijderen, en klikt u vervolgens op Verwijderen/Wijzigen of Verwijderen.
Er is onvoldoende vrije geheugenruimte.
34 M75s-1 Gebruikershandleiding
• Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op de taakbalk en open Taakbeheer. Beëindig vervolgens de taken die u niet uitvoert.
• Installeer extra geheugenmodules.

Problemen met opslagstations

Probleem
Sommige of alle opslagstations ontbreken in het BIOS-menu.

Problemen met de cd of dvd

Probleem
Een bepaalde cd of dvd doet het niet.
Oplossing
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van alle
opslagstations op de juiste wijze zijn aangesloten.
• Controleer of de computer juist is geconfigureerd om de
opslagstations te ondersteunen.
– Als de computer over SATA-opslagstations beschikt, controleer
dan of de inschakelingsmodule van het SATA-opslagstation (één tot vijf opslagstations) is geïnstalleerd.
– Als de computer over vijf SAS-opslagstations beschikt,
controleer dan of de inschakelingsmodule van het SAS­opslagstation (één tot vijf opslagstations) of de LSI MegaRAID SAS-adapter is geïnstalleerd.
Oplossing
• Controleer of het optische station de cd of dvd ondersteunt.
• Controleer of de schijf correct is geplaatst, met de labelkant naar
boven.
• Controleer of de cd die u gebruikt, schoon is. Voor het verwijderen
van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een zachte doek vanuit het midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er gegevens verloren gaan.
• Zorg er voor dat de voedings- en signaalkabels van het station
stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de gebruikte schijf geen krassen of andere
beschadigingen vertoont. Probeer een andere schijf te plaatsen, waarvan u weet dat hij goed is.
• Als u meerdere cd- of dvd-stations hebt, of een combinatie
daarvan, plaatst u de schijf in een ander station. Soms is slechts één van de stations verbonden met het audiosubsysteem.
Er kan geen opstartbaar herstelmedium, zoals de Product Recovery-cd, worden gebruikt om uw computer op te starten.
Er wordt een zwart scherm weergegeven in plaats van de dvd.
Een dvd-film kan niet worden afgespeeld.
Zorg ervoor dat het cd- of dvd-station topprioriteit heeft in de opstartvolgorde in UEFI BIOS. Opmerking: Bij sommige modellen staat de opstartvolgorde vast en kan niet worden gewijzigd.
• Start het dvd-afspeelprogramma opnieuw.
• Probeer of het helpt als u de schermresolutie verlaagt of het aantal
kleuren vermindert.
• Sluit alle geopende bestanden en start de computer vervolgens
opnieuw op.
• Controleer of de schijf schoon en onbeschadigd is.
• Controleer of de regiocode van de dvd overeenkomt met die van
uw dvd-station. Mogelijk moet u een dvd kopen met de code voor de regio waar u de computer gebruikt.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 35
Probleem
Er is geen geluidsweergave of er is alleen een haperende geluidsweergave bij het afspelen van een dvd-film.
De weergave is traag of wordt vaak onderbroken.
Er wordt een bericht weergegeven waarin staat dat er een ongeldige schijf is gevonden of dat er geen schijf is gevonden.
Oplossing
• Controleer de instelling voor het volume op de computer en op uw luidsprekers.
• Controleer of de schijf schoon en onbeschadigd is.
• Controleer alle kabelaansluitingen van en naar de luidsprekers.
• Ga naar het dvd-menu voor de video en selecteer een ander geluidsspoor.
• Als er programma's op de achtergrond actief zijn (bijvoorbeeld AntiVirus), beëindigt u die.
• Zorg ervoor dat de beeldschermresolutie minder is dan 1152 x 864 pixels.
• Controleer of er een schijf in het station zit, met de glimmende kant naar beneden.
• Zorg ervoor dat de beeldschermresolutie minder is dan 1152 x 864 pixels.
• Controleer of de dvd of de cd in een daarvoor bestemd optisch station is geplaatst. Plaats bijvoorbeeld geen dvd in een station dat alleen voor cd´s is bedoeld.

Problemen met de seriële aansluiting

Probleem
De seriële aansluiting is niet toegankelijk.
Oplossing
• Sluit de seriële kabel van de seriële aansluiting op de computer
• Schakel het seriële apparaat in en houd het apparaat online.
• Installeer alle programma's die bij het seriële apparaat zijn
• Als u een adapter voor de seriële aansluiting hebt toegevoegd, zorg

Problemen met USB-apparaten

Probleem
Het USB-apparaat is niet toegankelijk.
Oplossing
• Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting en het USB-
• Schakel het USB-apparaat in en houd het apparaat online.
• Installeer alle stuurprogramma's of programma's die bij het USB-
• Stel het USB-apparaat opnieuw in door de USB-aansluiting los te
• Zorg ervoor dat de functie Smart USB Protection is uitgeschakeld
stevig aan op het seriële apparaat. Als het seriële apparaat een eigen netsnoer heeft, steekt u het netsnoer in een geaard stopcontact.
geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het seriële apparaat voor meer informatie.
er dan voor dat de adapter op de juiste wijze is geïnstalleerd.
apparaat. Als het USB-apparaat een eigen netsnoer heeft, steekt u het netsnoer in een geaard stopcontact.
apparaat zijn geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het USB­apparaat voor meer informatie.
koppelen en opnieuw te bevestigen.
in UEFI BIOS.
36 M75s-1 Gebruikershandleiding

Softwareproblemen

Probleem
Bepaalde programma's werken niet zoals verwacht.
Oplossing
1. Controleer of het probleem worden veroorzaakt door een programma.
a. Controleer of de software compatibel is met de computer.
Raadpleeg de documentatie bij de software voor meer
informatie. b. Controleer of de software correct werkt op de computer. c. Controleer of de software die u gebruikt wel op een andere
computer werkt.
2. Als het probleem wordt veroorzaakt door een programma:
• Raadpleeg de gedrukte documentatie die bij het programma
wordt geleverd of raadpleeg het Help-systeem van het programma.
• Werk het programma bij.
• Verwijder het programma en installeer het daarna opnieuw. Als
u een programma wilt downloaden dat vooraf op uw computer is geïnstalleerd, gaat u naar u de instructies op het scherm.
https://support.lenovo.com en volgt

Diagnose

Diagnostische oplossingen gebruiken voor het testen van de hardwarecomponenten en het melden van door het besturingssysteem gecontroleerde instellingen die de werking van uw computer kunnen verstoren.

Lenovo diagnoseprogramma‘s

Dit gedeelte introduceert een reeks diagnoseprogramma's van Lenovo. Voor meer informatie gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/lenovodiagnosticsolutions

Herstel

In dit gedeelte komt de Lenovo-herstelinformatie van het Windows 10-besturingssysteem aan de orde. Lees de informatie en volg de aanwijzingen voor het herstel op het scherm. De gegevens op uw computer worden tijdens het herstelproces mogelijk verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.

Systeembestanden en -instellingen herstellen naar een eerder punt

1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Herstel Systeemherstel starten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.

Uw bestanden herstellen vanuit een back-up

Opmerking: Als u het bestandsgeschiedenishulpmiddel gebruikt om de bestanden vanuit een back-up te
herstellen, zorg er dan voor dat u in een eerder stadium met het hulpmiddel een back-up van uw gegevens gemaakt hebt.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Bestandsgeschiedenis Persoonlijke bestanden terugzetten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 37

De computer opnieuw instellen

Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen om uw bestanden te behouden of te verwijderen wanneer u het besturingssysteem opnieuw installeert.
Opmerking: De items in de grafische gebruikersinterface van het besturingssysteem kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Update en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Deze pc opnieuw instellen op Aan de slag.
3. Volg nu de aanwijzingen op het scherm om de computer opnieuw in te stellen.

Geavanceerde opties gebruiken

1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Update en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Geavanceerde opstartopties op Nu opnieuw opstarten Problemen oplossen Geavanceerde opties.
3. Selecteer de gewenste optie in de volgende lijst en volg daarna de aanwijzingen op het scherm.
• Het Windows-besturingssysteem herstellen vanaf een herstelpunt op uw computer.
• Het Windows-besturingssysteem herstellen vanaf een specifieke systeemkopie.
• Oplossen van problemen die het laden van het Windows-besturingssysteem blokkeren.
• De opdrachtprompt gebruiken voor geavanceerde probleemoplossing.
• Instellingen van de UEFI-firmware op de computer wijzigen.
• De instellingen voor het opstarten van het Windows-besturingssysteem wijzigen.
• Teruggaan naar de vorige build.

Automatisch herstel van Windows

Opmerking: Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding tijdens de herstelprocedure.
De herstelomgeving van Windows op uw computer werkt onafhankelijk van het Windows 10­besturingssysteem. Hierdoor kunt u het besturingssysteem herstellen of repareren, ook als het Windows 10­besturingssysteem niet kan worden gestart.
Na twee achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, start de herstelomgeving van Windows automatisch. Daarna kunt u reparatie- en herstelopties kiezen door de instructies op het scherm te volgen.

Een USB-herstelapparaat maken en gebruiken

U wordt aangeraden om zo snel mogelijk een USB-herstelstation te maken als back-up voor de Windows­herstelprogramma's. Met het USB-herstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Als u geen USB-herstelstation als voorzorgsmaatregel hebt gemaakt, kunt u contact opnemen met het klantsupportcentrum van Lenovo en een USB-herstelstation van Lenovo kopen. Voor een lijst met telefoonnummers van de ondersteuning van Lenovo in uw land of regio gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Een USB-herstelstation maken Attentie: Tijdens het maken van het USB-herstelstation worden alle gegevens die al op het USB-station
staan, verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
38
M75s-1 Gebruikershandleiding
2. Bereid een USB-station voor met een capaciteit van minimaal 16 GB. Hoeveel USB-capaciteit daadwerkelijk is vereist, hangt af van de grootte van de herstelinstallatiekopie.
3. Sluit het voorbereide USB-station aan op de computer.
4. Typ recovery in het zoekvak. Klik vervolgens op Een herstelstation maken.
5. Klik op Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer om het programma Recovery Media Creator op te starten.
6. In het venster Herstelstation volgt u de aanwijzingen op het scherm om een USB-herstelstation te maken.
Het USB-herstelstation gebruiken
Als u uw computer niet kan worden opgestart, gaat u naar Hoofdstuk 8 'Help en ondersteuning' op pagina 73 om het probleem eerst zelf proberen op te lossen. Als het probleem blijft bestaan, kunt u het USB­herstelstation gebruiken om uw computer te herstellen.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Sluit het USB-herstelstation aan op de computer.
3. Zet de computer aan of start opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12. Het venster Boot Menu wordt geopend.
4. Selecteer het USB-herstelstation als opstartapparaat.
5. Klik op Problemen oplossen om de optionele hersteloplossingen weer te geven.
6. Selecteer de gewenste hersteloplossing. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om het proces te voltooien.

Werk het stuurprogramma bij

Attentie: Als u stuurprogramma's opnieuw installeert, wijzigt u de huidige configuratie van de computer.
U moet het meest recente stuurprogramma voor een bepaalde component downloaden wanneer u merkt dat die component niet goed meer werkt of wanneer u een nieuwe component hebt toegevoegd. Met deze actie kan wellicht de mogelijkheid worden uitgesloten dat het probleem door het stuurprogramma wordt veroorzaakt. Download en installeer het nieuwste stuurprogramma via een van de volgende methoden:
• Vanuit Lenovo Vantage: Open Lenovo Vantage om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het nieuwste UEFI BIOS-
updatepakket beschikbaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm voor het downloaden en installeren van het pakket.
• Van de ondersteuningswebsite van Lenovo: Ga naar
aanwijzingen op het scherm om de benodigde stuurprogramma's en software te installeren.
• Van Windows Update:
Opmerking: De stuurprogramma's die door Windows Update worden opgehaald, zijn mogelijk niet door Lenovo getest. U wordt aangeraden stuurprogramma's van Lenovo op te halen.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Bijwerken en beveiligen Windows Update.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
https://support.lenovo.com en selecteer de vermelding voor uw computer. Volg nu de
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 39
40 M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 7. CRU vervangen

Wat zijn CRU's

Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden bijgewerkt of vervangen. Lenovo-computers bevatten de volgende typen CRU's:
Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
Optional-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door meer ervaren gebruikers. Speciaal opgeleide servicemedewerkers kunnen tevens een service bieden om de onderdelen te installeren of vervangen onder het type garantie dat is vastgesteld voor het apparaat van de gebruiker.
Als u de CRU zelf wilt installeren, verzendt Lenovo de CRU naar u. Informatie over CRU‘s en vervangingsinstructies worden bij uw product geleverd en zijn te allen tijde op verzoek bij Lenovo verkrijgbaar. Mogelijk moet u het defecte onderdeel retourneren dat door de CRU wordt vervangen. Indien terugzending wordt verlangd: (1) worden bij de vervangende CRU retourzending-instructies, een voorgefrankeerd retouretiket en een verpakkingsmateriaal geleverd; en (2) kunnen u voor de vervangende CRU kosten in rekening worden gebracht indien Lenovo de defecte CRU niet ontvangt binnen dertig (30) dagen nadat u de vervangende CRU hebt ontvangen. Raadpleeg de documentatie over de Lenovo Beperkte Garantie-documentatie op:
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
Raadpleeg de volgende lijst met CRU's voor uw computer.
Self-service CRU's
• Computerkap
• Knoopcelbatterij
• Stofschild*
• Frontplaat
• Toetsenbord*
• M.2 SSD-station*
• Beugel van M.2 SSD-station*
• Geheugenmodule
• Muis*
• PCI Express-kaart*
• Optische-schijfstation*
• Beugel voor optisch station*
• Netsnoer
• Primair opslagstation (een 2,5-inch of 3,5-inch opslagstation)
• Primaire beugel voor opslagstation
• Secundair opslagstation (een 2,5-inch opslagstation)
• Bevestiging voor tweede opslagschijf
• Opslag converter
• Verticale standaard*
© Copyright Lenovo 2019 41
Optional-service CRU's
• Voedingseenheid
• Wi-Fi-kaart*
• Afdekplaatje voor Wi-Fi-kaart*
* voor bepaalde modellen

Een CRU vervangen

Volg de vervangingsprocedure om een CRU te vervangen.

Verticale standaard

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle netsnoeren van het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 17.
4. Verwijder de verticale standaard.
42 M75s-1 Gebruikershandleiding
5. Demonteer de verticale standaard.
6. Monteer de verticale standaard.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 43
7. Installeer de verticale standaard.
8. Sluit het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Stofrooster

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle netsnoeren van het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 17.
4. Verwijder de verticale standaard. Zie 'Verticale standaard' op pagina 42.
44
M75s-1 Gebruikershandleiding
5. Verwijder het stofrooster.
6. Breng het stofrooster aan.
7. Installeer alle verwijderde onderdelen opnieuw. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 45

Computerkap

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle verbonden apparaten en kabels en schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle netsnoeren van het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet. Zie 'De computer vergrendelen' op pagina 17.
4. Verwijder de verticale standaard. Zie 'Verticale standaard' op pagina 42.
5. Verwijder de stofkap. Zie 'Stofrooster' op pagina 44.
6. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
7. Verwijder de kap van de computer.
46 M75s-1 Gebruikershandleiding
8. Plaats de computerkap.
9. Plaats de computer rechtop.
10. Installeer alle verwijderde onderdelen opnieuw. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Frontplaat

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 47
3. Verwijder de frontplaat.
4. Plaats de frontplaat.
5. Installeer alle verwijderde onderdelen opnieuw.
6. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
48
M75s-1 Gebruikershandleiding

Optisch station

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het optische station.
5. Verwijder het optische station
6. Verwijder de beugel van het optische station.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 49
7. Installeer de beugel van het optische station.
8. Plaats het optische station.
9. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe station.
10. Installeer alle verwijderde onderdelen opnieuw.
11. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
50
M75s-1 Gebruikershandleiding
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog.
5. Kantel het schijfcompartiment omlaag.
6. Installeer alle verwijderde onderdelen opnieuw.
7. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 51
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Primair opslagstation (een 2,5-inch of 3,5-inch opslagstation)

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Attentie: Het interne opslagstation is gevoelig. Bij verkeerde behandeling kan er schade aan het station ontstaan en kunnen er gegevens verloren gaan.
• Als u met het interne opslagstation werkt, neem dan de volgende richtlijnen in acht:
• Vervang het interne opslagstation alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het interne opslagstation is niet ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen.
• Voordat u het interne opslagstation vervangt, moet u een back-up maken van alle gegevens die u wilt behouden.
• Raak de contactrand van het interne opslagstation niet aan. Als u dat wel doet, kan het interne opslagstation beschadigd raken.
• Oefen nooit druk uit op het interne opslagstation.
• Stel het vaste-schijfstation niet bloot aan schokken of trillingen. Plaats het opslagstation op zacht, schokdempend materiaal, zoals een zachte doek.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het primaire opslagstation.
52
M75s-1 Gebruikershandleiding
6. Het primaire opslagstation verwijderen.
7. Verwijder de 3,5-inch primaire opslagschijf uit de beugel van het primaire opslagstation.
Opmerking: Sla deze stap over als u het 2,5-inch primaire opslagstation vervangt.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 53
8. Installeer het 3,5-inch primaire opslagstation op de beugel van het primaire opslagstation.
Opmerking: Sla deze stap over als u het 2,5-inch primaire opslagstation vervangt.
9. Verwijder het 2,5-inch primaire opslagstation van de opslag converter.
Opmerking: Sla deze stap over als u het 3,5-inch primaire opslagstation vervangt.
54 M75s-1 Gebruikershandleiding
10. Installeer het primaire 2,5-inch opslagstation in de opslag converter.
Opmerking: Sla deze stap over als u het 3,5-inch primaire opslagstation vervangt.
11. Installeer het primaire opslagstation.
12. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe primaire opslagstation.
13. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
14. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 55

secundair 2,5-inch opslagstation

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Attentie: Het interne opslagstation is gevoelig. Bij verkeerde behandeling kan er schade aan het station ontstaan en kunnen er gegevens verloren gaan.
• Als u met het interne opslagstation werkt, neem dan de volgende richtlijnen in acht:
• Vervang het interne opslagstation alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het interne opslagstation is niet ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen.
• Voordat u het interne opslagstation vervangt, moet u een back-up maken van alle gegevens die u wilt behouden.
• Raak de contactrand van het interne opslagstation niet aan. Als u dat wel doet, kan het interne opslagstation beschadigd raken.
• Oefen nooit druk uit op het interne opslagstation.
• Stel het vaste-schijfstation niet bloot aan schokken of trillingen. Plaats het opslagstation op zacht, schokdempend materiaal, zoals een zachte doek.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het primaire opslagstation.
56
M75s-1 Gebruikershandleiding
6. Verwijder de buitenste beugel van het 2,5-inch secundaire opslagstation.
7. Verwijder de binnenste beugel van het 2,5-inch secundaire opslagstation.
8. Verwijder het 2,5-inch secundaire opslagstation.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 57
9. Het 2,5-inch secundaire opslagstation installeren.
10. De binnenste beugel van het 2,5-inch secundaire opslagstation installeren.
11. Installeer de buitenste beugel van het 2,5-inch secundaire opslagstation.
58
M75s-1 Gebruikershandleiding
12. Sluit de signaal- en de voedingskabel aan op het nieuwe secundaire 2,5-inch opslagstation.
13. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
14. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

M.2 SSD-station

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Attentie: Het interne opslagstation is gevoelig. Bij verkeerde behandeling kan er schade aan het station ontstaan en kunnen er gegevens verloren gaan.
• Als u met het interne opslagstation werkt, neem dan de volgende richtlijnen in acht:
• Vervang het interne opslagstation alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het interne opslagstation is niet ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen.
• Voordat u het interne opslagstation vervangt, moet u een back-up maken van alle gegevens die u wilt behouden.
• Raak de contactrand van het interne opslagstation niet aan. Als u dat wel doet, kan het interne opslagstation beschadigd raken.
• Oefen nooit druk uit op het interne opslagstation.
• Stel het vaste-schijfstation niet bloot aan schokken of trillingen. Plaats het opslagstation op zacht, schokdempend materiaal, zoals een zachte doek.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 59
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Raadpleeg afhankelijk van uw computermodel een van de volgende onderwerpen om het M.2 SSD­station te vervangen.
6. Raadpleeg de volgende stappen om het vaste-schijfstation type 1 M.2 te vervangen.
• Trek de stop eruit.
• Verwijder het M.2 SSD-station.
• Installeer het M.2 SSD-station.
60
M75s-1 Gebruikershandleiding
• Plaats de stopper.
7. Raadpleeg de volgende stappen om het vaste-schijfstation type 2 M.2 te vervangen.
• Trek de stop eruit.
• Verwijder het M.2 SSD-station.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 61
• Installeer het M.2 SSD-station.
• Plaats de stopper.
8. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
9. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
62
M75s-1 Gebruikershandleiding

Knoopcelbatterij

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
GEVAAR
Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
• Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type.
• Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
• Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Sluit de batterij niet kort.
• Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt blootgesteld aan grote krachten. Verkeerd en ondeskundig gebruik van de batterij kan er de oorzaak van zijn dat deze oververhit raakt, hetgeen gasvorming of vlammen kan veroorzaken.
Opmerking: Als u de knoopcelbatterij wilt weggooien, raadpleeg dan de 'Kennisgeving lithium-
knoopcelbatterij' in Veiligheid en garantie.
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor ingebouwde voorzieningen, zoals de configuratie van de parallelle aansluiting. Dankzij een knoopcelbatterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Meestal vereist de knoopcelbatterij geen onderhoud en hoeft u deze ook niet op te laden. Een knoopcelbatterij gaat echter niet voor altijd mee. Als de knoopcelbatterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (met inbegrip van wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Verwijder de knoopcelbatterij.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 63
6. Installeer de knoopcelbatterij.
7. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
8. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Geheugenmodule

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Zorg ervoor dat u de installatievolgorde voor geheugenmodules volgt die in de volgende illustratie is aangegeven.
64
M75s-1 Gebruikershandleiding
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Verwijder een geheugenmodule.
6. Een geheugenmodule installeren.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 65
7. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
8. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

PCI Express-kaart

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Verwijder de PCI Express-kaart.
66
M75s-1 Gebruikershandleiding
Opmerking: Als de kaart vastzit met een kaartklem, drukt u op de vergrendeling, zoals weergegeven, om deze te openen. Verwijder de kaart vervolgens voorzichtig uit de sleuf.
5. Installeer de PCI Express-kaart.
6. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
7. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 67

Wi-Fi-kaart

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Verwijder de schroef waarmee de Wi-Fi-kaart is bevestigd. Verwijder vervolgens het plaatje van de Wi­Fi-kaart.
6. Koppel de kabels van de antenne los van de Wi-Fi-kaart.
7. Verwijder de Wi-Fi-kaart.
8. Installeer de Wi-Fi-kaart.
68
M75s-1 Gebruikershandleiding
9. Sluit de antennekabels opnieuw op de Wi-Fi-kaart aan en installeer de schroef om de Wi-Fi-kaart te beveiligen.
10. Het plaatje van de Wi-Fi-kaart installeren.
11. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
12. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.

Voedingseenheid

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 77 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat de computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 69
Hoewel er geen bewegende onderdelen in de computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het voor uw veiligheid en de certificering door Underwriters Laboratories (UL) noodzakelijk de volgende waarschuwingen ter harte te nemen.
WAARSCHUWING:
Gevaarlijke bewegende onderdelen. Houd uw vingers en andere lichaamsdelen op afstand.
WAARSCHUWING: Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd.
In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Er bevinden zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, neemt u contact op met een onderhoudstechnicus.
Vervangingsprocedure
1. Leg de computer neer, zodat de kap van de computer naar boven wijst.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 46.
3. Verwijder de frontplaat. Zie 'Frontplaat' op pagina 47.
4. Kantel de houder van het schijfstation omhoog. Zie 'Draai het schijfcompartiment omhoog en omlaag' op pagina 50.
5. Verwijder de voedingseenheid.
70
M75s-1 Gebruikershandleiding
6. Installeer de voedingseenheid.
7. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
8. Plaats de computer rechtop. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer aan.
Opmerking: Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 71
72 M75s-1 Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 8. Help en ondersteuning

Zelfhulpbronnen

Gebruik de zelfhulpbronnen voor meer informatie over de computer en het oplossen van problemen.
Bronnen
Gebruik Lenovo Vantage voor het volgende:
• Apparaatinstellingen configureren.
• UEFI BIOS, stuurprogramma's en firmware downloaden en installeren.
• Uw computer beveiligen tegen bedreigingen van buitenaf.
• De garantiestatus van de computer controleren.
• Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Productdocumentatie:
Veiligheid en garantie
Installatiegids
• Deze gebruikershandleiding
Regulatory Notice
Ondersteuningswebsite van Lenovo met de meest recente ondersteuningsinformatie voor de volgende items:
• Stuurprogramma's en software
• Diagnoseprogramma's
• Product- en Servicegarantie
• Product- en onderdelendetails
• Help-informatie en veelgestelde vragen
Hoe krijg ik toegang?
• Open het menu Start en klik op Lenovo Vantage.
• Windows Search gebruiken.
1. Ga naar
2. Detecteer uw computer of selecteer handmatig het computermodel.
3. Selecteer Documentation (Documentatie) en zoek de gewenste documentatie.
https://support.lenovo.com
https://support.lenovo.com.
• Open het menu Start en klik op Hulp vragen of Tips.
Windows Help-informatie
© Copyright Lenovo 2019 73
• Gebruik Windows Search of de persoonlijke assistent Cortana
• Ondersteuningswebsite van Microsoft:
https://support.microsoft.com
®
.

Lenovo bellen

Als u hebt geprobeerd het probleem zelf op te lossen en nog steeds hulp nodig hebt, kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen.

Voordat u contact opneemt met Lenovo

Bereid het volgende voor voordat u contact opneemt met Lenovo:
1. Symptomen en bijzonderheden van problemen vastleggen:
• Wat voor soort probleem is het? Doorlopend of incidenteel?
• Een foutmelding of foutcode?
• Welk besturingssysteem gebruikt u? En welke versie?
• Welke programma's waren actief op het moment dat het probleem optrad?
• Kan de fout worden gereproduceerd? Zo ja: hoe?
2. Systeeminformatie vastleggen:
• Productnaam
• Machinetype en serienummer In de volgende afbeelding ziet u de locatie van de informatie over het machinetype en het
serienummer van uw computer.

Klantsupportcentrum van Lenovo

Tijdens de garantieperiode kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen voor hulp.
Telefoonnummers
Voor een lijst met telefoonnummers van de ondersteuning van Lenovo in uw land of regio gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
74 M75s-1 Gebruikershandleiding
Opmerking: Telefoonnummers kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als het
nummer voor uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw Lenovo-wederverkoper of met uw Lenovo-vertegenwoordiger.
De services zijn tijdens de garantieperiode beschikbaar
• Probleembepaling: Speciaal opgeleid personeel staat tot uw beschikking om u te helpen vast te stellen of er sprake is van een hardwareprobleem en zo ja, wat er gedaan moet worden.
• Reparatie van Lenovo-hardware: Als er is vastgesteld dat het probleem een hardwareprobleem is van een Lenovo-product dat onder de garantie valt, staat ons personeel klaar om u te helpen met reparatie of onderhoud.
• Wijzigingen in het ontwerp: Een enkele keer komt het voor dat er, na de verkoop, wijzigingen in een product moeten worden aangebracht. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen meestal in uw hardware aanbrengen.
Services niet gedekt
• Vervanging of gebruik van onderdelen die niet zijn gefabriceerd door Lenovo of van onderdelen zonder garantie
• Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen
• Configuratie van het UEFI BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade
• Wijzigingen, aanpassingen of upgrades van stuurprogramma's
• Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen (NOS)
• Installatie en onderhoud van softwareprogramma's
Voor de voorwaarden en bepalingen van de Lenovo Beperkte Garantie die op uw Lenovo hardwareproduct van toepassing zijn, raadpleegt u 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die bij uw Lenovo hardwareproduct is geleverd.

Aanvullende services aanschaffen

Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u bij Lenovo extra services aanschaffen op:
https://www.lenovo.com/services
De naam en beschikbaarheid van een service kan per land en regio verschillen.
Hoofdstuk 8. Help en ondersteuning 75
76 M75s-1 Gebruikershandleiding

Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Veiligheidsinformatie
Deze informatie helpt u uw computer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Raadpleeg 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die is meegeleverd met uw computer.
De veiligheid van de klant is belangrijk. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en misbruik, kan leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico's te verkleinen, dient u de bij het product geleverde instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de bedieningsinstructies, en de informatie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger. Als de computer wordt gebruikt op een manier die niet door de fabrikant wordt beschreven, kan dit nadelig zijn voor de beveiliging van de computer.
Opmerking: Deze informatie bevat verwijzingen naar voedingsadapters en batterijen. Ook andere producten (zoals luidsprekers en beeldschermen) worden geleverd met een externe voedingsadapter. Als u een dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt ('knoopcellen') zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten.
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is
Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan producten is zo ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is geïnspecteerd en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus.
Net als bij andere elektronische apparaten, moet u goed op het product te letten wanneer het is ingeschakeld.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook dan wel vonkjes uit het product ziet komen. Het kan zijn dat u ook een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan erop wijzen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in dergelijke gevallen nooit risico's en probeer niet zelf een diagnose te stellen. Neem voor hulp contact op met het Klantsupportcentrum. Een lijst met telefoonnummer's voor service en ondersteuning vindt u op de volgende website:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Controleer de computer en de onderdelen regelmatig op beschadigingen, sporen van slijtage en mogelijk gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het Klantsupportcentrum of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
© Copyright Lenovo 2019 77
In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het Klantsupportcentrum.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden.
• Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur.
• Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen).
• Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
• Aanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het netsnoer of de voedingsadapter is gevallen.
• De computer, het netsnoer of de adapter zijn nat geworden.
• Het product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd.
• Het product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt.
Opmerking: Als u deze situatie constateert bij een product (bijvoorbeeld een verlengsnoer) dat niet is gefabriceerd door Lenovo, gebruik dit product dan niet meer totdat u advies hebt ingewonnen bij de fabrikant of totdat u een geschikte vervanging hebt gevonden.
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uit­lampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is. Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Bij vragen neemt u contact op met het Klantsupportcentrum.
Hoewel er geen bewegende onderdelen in de computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
Bewegende onderdelen:
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van gevaarlijke, bewegende onderdelen. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
Heet oppervlak:
78
M75s-1 Gebruikershandleiding
Vermijd contact met hete componenten in de computer. Tijdens het gebruik worden sommige componenten zo heet dat ze brandwonden aan de huid kunnen veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en laat de componenten ongeveer tien minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
Plaats, nadat u een CRU hebt vervangen, alle beschermende kappen, inclusief de computerkap, terug voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Dat is belangrijk om een elektrische schok te helpen voorkomen en om te zorgen dat als onverwacht brand uitbreekt, wat in zeer zeldzame omstandigheden kan gebeuren, het effect hiervan wordt beperkt.
Scherpe randen:
Wees wanneer u CRU's vervangt voorzichtig met scherpe randen of hoekpunten die verwonding kunnen veroorzaken. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 79
Netsnoeren en voedingsadapters
GEVAAR
Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland, is dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm of beter. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen op kunnen worden gezet.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
2
Om mogelijke oververhitting te voorkomen mag u de voedingsadapter niet met kleding of andere voorwerpen bedekking, wanneer de voedingsadapter in een stopcontact is gestoken.
Kennisgeving voor het netsnoer
Opmerking: Het netsnoer en de adapter die bij dit product zijn geleverd, zijn uitsluitend bedoeld voor
gebruik met dit product. Gebruik ze niet met andere producten.
Voor uw veiligheid levert Lenovo bij dit product een netsnoer voorzien van een stekker met randaarde. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u dit netsnoer altijd alleen te gebruiken in combinatie met een stopcontact met randaarde.
Netsnoeren die door Lenovo in de Verenigde Staten en Canada worden geleverd, zijn geregistreerd door Underwriters Laboratories (UL) en gecertificeerd door de Canadian Standards Association (CSA).
Gebruik bij een netspanning van 115 V een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 125 V die geschikt is voor 10 A.
80
M75s-1 Gebruikershandleiding
Gebruik bij apparaten bedoeld voor een netspanning van 230 V (in de Verenigde Staten) een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 250 V die geschikt is voor 15 A.
Gebruik bij een netspanning van 230 V (buiten de Verenigde Staten): een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Netsnoeren die door Lenovo zijn geleverd voor een bepaald land of regio, zijn gewoonlijk alleen in dat land verkrijgbaar.
Bij gebruik in Duitsland dient u een goedgekeurd netsnoer te gebruiken. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Gebruik in Denemarken: een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Gebruik in Noorwegen, Zweden en Finland: een netsnoer met een aangepaste stekker met twee pinnen. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Als u de pc wilt gebruiken in een ander land of een andere regio dan uw bestellocatie, moet u een extra netsnoer van Lenovo aanschaffen voor het land of de regio waar de pc zal worden gebruikt. Raadpleeg de handleiding voor het netsnoer op onze website regio's ondersteunen meerdere spanningen. Let dus op dat u het juiste netsnoer voor de bedoelde spanning bestelt.
https://support.lenovo.com, voor details. Bepaalde landen en
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos. Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 81
Stekkers en stopcontacten
GEVAAR
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant.
Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken. Het voltage kan dan instabiel worden, en dit kan leiden tot schade aan de computer, de gegevens en/of de aangesloten apparatuur.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Kennisgeving voedingseenheid
Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd.
In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Er bevinden zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, neemt u contact op met een onderhoudstechnicus.
Externe apparatuur
WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
82
M75s-1 Gebruikershandleiding
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als de knoopcelbatterij geen CRU is, moet u de knoopcelbatterij niet proberen te vervangen. Het vervangen van de batterij moet worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd.
Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke wet­en regelgeving.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Inslikken van de lithiumknoopcelbatterij leidt binnen slechts twee uur tot verstikking of interne brandwonden en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als de lithiumknoopcelbatterij wordt ingeslikt of in een lichaamsdeel terechtkomt, zorg dan onmiddellijk voor medische behandeling.
Houd u aan het volgende:
• Gooi of dompel de batterij niet in het water
• Let op dat de batterij niet warmer wordt dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Bewaren in een omgeving met extreem lage luchtdruk
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer hoge luchtdruk
• Verbrijzel, doorboor, snijd en verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Californië: Informatie over perchloraat: Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten. Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
.
https://www.dtsc.ca.gov/
Warmte en ventilatie
Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 83
• Laat uw computer, voedingsadapter of accessoires niet te lang op uw schoot liggen als deze aan staan of als de batterij wordt opgeladen. Uw computer, voedingsadapter en veel accessoires produceren warmte tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met uw computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van ontvlambare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelvinblokken maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer minstens eens per drie maanden of er zich geen stof ophoopt in of op uw desktopcomputer. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met de controle van uw computer begint; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich stof heeft opgehoopt in de computer, verwijder dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats uw computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
• Installeer geen apparaten voor het filteren van lucht. Deze kunnen een goede koeling in de weg staan.
84
M75s-1 Gebruikershandleiding
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit
GEVAAR
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
• Gebruik de computer niet tijdens onweer.
• Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
• Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Sluit het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten, aan op een correct geaard stopcontact.
• Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels.
• Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont.
• Ontkoppel alle netsnoeren, batterijen en snoeren voordat u de kap van een apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratie-instructies expliciet anders voorschrijven.
• Gebruik de computer niet voordat de behuizingen van de interne onderdelen vastzitten. Gebruik de computer nooit wanneer interne onderdelen en circuits blootliggen.
GEVAAR
Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan de volgende procedures.
Aansluiten:
1. Zet alles UIT.
2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten.
3. Sluit de signaalkabels aan.
4. Steek de stekkers in het stopcontact.
5. Zet de apparaten AAN.
Voordat u andere elektrische kabels en snoeren op de computer aansluit, moet u eerst de stekker uit het stopcontact halen.
De stekker mag pas in het stopcontact worden gestoken nadat u alle andere kabels en snoeren hebt aangesloten op de computer.
GEVAAR
Tijdens onweer dient u geen vervangingen uit te voeren en dient u het telefoonsnoer niet aan te sluiten of te ontkoppelen.
Ontkoppelen:
1. Zet alles UIT.
2. Haal eerst de stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel de signaalkabels.
4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 85
Laserveiligheidsinformatie
WAARSCHUWING: Als u laserproducten (bijvoorbeeld cd-rom-stations, dvd-stations, glasvezelapparatuur of speciale zenders) installeert, let dan op het volgende:
• Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen.
• Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
GEVAAR
Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3B. Let op het volgende: Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
Kennisgeving LCD (liquid crystal display)
GEVAAR
Om schokgevaren te voorkomen:
• Open de behuizing niet.
• Bedien dit product alleen wanneer de standaard is bevestigd.
• U moet dit product niet aansluiten of loskoppelen tijdens onweer.
• De stekker van het netsnoer moet zijn aangesloten op een correct bedraad, geaard stopcontact.
• Apparatuur waarop dit product wordt aangesloten, moet tevens worden aangesloten op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Als u het beeldscherm wilt isoleren van het elektriciteitsnet, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Het stopcontact moet eenvoudig toegankelijk zijn.
Verplaatsen:
• Als uw beeldscherm meer dan 18 kg weegt, raden we aan deze door twee mensen te verplaatsen of te tillen.
Product verwijderen (TFT-schermen):
• De fluorescerende lamp in het LCD-scherm bevat kwik. Aan het eind van de levensduur dient deze lamp te worden verwerkt overeenkomstig de plaatselijke wet- en regelgeving inzake klein chemisch afval.
Waarschuwingen batterij:
• Risico op explosie als batterij door een incorrect type wordt vervangen.
• Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
86
M75s-1 Gebruikershandleiding
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken
• Als uw computer is uitgerust met zowel een hoofdtelefoonaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de hoofdtelefoonaansluiting. De hoofdtelefoonaansluiting biedt echter geen ondersteuning voor de microfoon van de headset.
• Als uw computer is uitgerust met zowel een headsetaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de headsetaansluiting.
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor. Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een gepast niveau.
Het overmatige gebruik van hoofd- of oortelefoons gedurende een langere tijd bij een hoog volume kan gevaarlijk zijn als de uitvoer van de hoofd- of oortelefoonaansluitingen niet voldoet aan de specificaties van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7. Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Voorkom gehoorschade en controleer of de hoofd- of oortelefoon die u gebruikt, eveneens voldoet aan EN 50332-2 (Artikel 7­beperkingen) of een spanning van 75 mV. Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon, voldoen de computer met hoofdtelefoon of oortelefoon als set aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere hoofd- of oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Kennisgeving verstikkingsgevaar
VERSTIKKINGSGEVAAR - product bevat kleine onderdelen.
Houd het product uit de buurt van kinderen onder de drie jaar.
Kennisgeving over plastic zakken
GEVAAR
Plastic zakken kunnen gevaarlijk zijn. Houd plastic zakken uit de buurt van baby's en kinderen om de kans op verstikking te voorkomen.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 87
Kennisgeving glazen onderdelen
WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product kunnen van glas zijn gemaakt. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een harde klap krijgt. Als het glas breekt, raak het dan niet aan en probeer het niet te verwijderen. Gebruik uw product niet meer tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel is vervangen.
Kennisgevingen over de plaatsing van computers
Onjuiste plaatsing van de computer kan leiden tot verwonding van kinderen.
• Plaats de computer op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd.
• Zet de computer niet aan de rand van het meubel.
• Houd de computerkabels buiten bereik van kinderen.
• Bepaalde voorwerpen, zoals speelgoed, kunnen kinderen aantrekken. Houd dergelijke voorwerpen weg van de computer.
Houd kinderen in de gaten in ruimten waar de bovenstaande veiligheidsinstructies niet geheel in acht kunnen worden genomen.
Verklaring over gevaarlijke spanning
GEVAAR
Haal alle netsnoeren uit het stopcontact voordat u de computerkap verwijdert of enig onderdeel verwijdert waaraan het bovenstaande label is bevestigd.
Haal componenten waaraan het bovenstaande label is bevestigd, NIET uit elkaar. Er bevinden zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen.
Uw product is ontworpen voor veilig gebruik. Componenten met dit label bevatten echter gevaarlijke spannings-, stroom- en energieniveaus. Uit elkaar halen van deze componenten kan leiden tot brand en zelfs de dood. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, neemt u contact op met een onderhoudstechnicus.
WAARSCHUWING:
Fel licht, mogelijk schade aan huid of ogen. Ontkoppel de voeding voordat u onderhoud uitvoert.
WAARSCHUWING:
Infraroodlicht, mogelijk schade aan huid of ogen. Ontkoppel de voeding voordat u onderhoud uitvoert.
88
M75s-1 Gebruikershandleiding
Oogcomfort
De eigenschappen van het beeldscherm zorgen in combinatie met de volgende opmerkingen voor minder vermoeide ogen en meer comfort.
Ga voor tips over het minimaliseren van visuele vermoeidheid naar en lees 'Minimizing Visual Fatigue'.
https://www.lenovo.com/us/en/safecomp/
Tip over de kennisgeving van de gevaarpreventie
De computer kan leiden tot verwondingen bij kinderen als deze zich niet op een geschikte plaats bevindt. Volg deze tips om kinderen te beschermen tegen schade veroorzaakt door een vallende computer:
• Plaats de computer of beeldschermen op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd. Zet de computers of beeldschermen zo ver mogelijk van de rand van het meubel.
• Houd afstandsbedieningen, speelgoed en andere items die de aandacht van kinderen trekken, uit de buurt van de computers of beeldschermen.
• Houd de computer- of beeldschermkabels buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen in de gaten in ruimtes waar deze veiligheidstips niet opgevolgd worden.
WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product kunnen van glas zijn gemaakt. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een harde klap krijgt. Als het glas breekt, raak het dan niet aan en probeer het niet te verwijderen. Gebruik uw product niet meer tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel is vervangen.
Afstandsbediening
WAARSCHUWING: Gebruik geen oplaadbare batterijen in dit apparaat.
Voorkomen van statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u de instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand beet. Raak nooit onbeschermde elektronische circuits aan.
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 89
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Gebruiksomgeving
Maximumhoogte (zonder kunstmatige druk)
• In bedrijf: van -15,2 m tot 3.048 m
• Opslag: van -15,2 m tot 10.668 m
Temperatuur
• In bedrijf: van 10 °C tot 35 °C
• Opslag in originele verzendverpakking: van -40 °C tot 60 °C
• Opslag zonder verpakking: van -10 °C tot 60 °C
Opmerking: Als uw computer wordt opgeslagen of vervoerd bij temperaturen onder de 10 °C, laat de computer dan langzaam opwarmen naar een optimale gebruikstemperatuur vóórdat u hem gebruikt. Dit proces kan maximaal twee uur duren. Het gebruik van de computer bij een lagere temperatuur kan leiden tot onherstelbare schade aan uw computer.
Relatieve vochtigheid
• In bedrijf: 20% tot 80% (geen condensatie)
• Opslag: 20% tot 90% (geen condensatie)
Reiniging en onderhoud
Met het juiste onderhoud werkt uw computer betrouwbaar. De volgende onderwerpen bevatten informatie om u te helpen de prestaties van uw computer optimaal te houden.
Basisonderhoudstips
Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren:
• Gebruik de computer in een schone, droge omgeving. Plaats de computer op een stevige, horizontale ondergrond.
• Bedek de ventilatiegaten niet. Deze ventilatiegaten voorkomen oververhitting van de computer.
• Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, airconditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
• Houd etenswaren en dranken uit de buurt van de diverse onderdelen van de computer. Door etensresten en gemorste dranken kunnen het toetsenbord en de muis plakkerig worden en niet meer functioneren.
• Zorg dat de aan/uit-knop en de andere knoppen niet nat worden. Vocht tast niet alleen de onderdelen aan, maar leidt ook tot een verhoogde kans op een elektrische schok.
• Haal de stroomkabel altijd aan de stekker uit het stopcontact in plaats van aan de kabel.
• Houd de computersoftware, stuurprogramma's en besturingssysteem up-to-date.
• Leeg de prullenbak regelmatig.
• Schoon in uw e-mailprogramma af en toe de mappen op voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon bestanden op en maak ruimte op het opslagstation en in het geheugen vrij om prestatieproblemen te voorkomen.
90
M75s-1 Gebruikershandleiding
• Houd een logboek bij. Noteer daarin bijvoorbeeld belangrijke wijzigingen van de software of de hardware, updates van stuurprogramma's, incidentele problemen en wat u hebt gedaan om ze op te lossen, en andere problemen die u bent tegengekomen. De oorzaak van een probleem kan een wijziging in de hardware zijn, een wijziging in de software of andere acties die kunnen hebben plaatsgevonden. Met behulp van een logboek kunt u of een Lenovo-technicus de oorzaak van een probleem opsporen.
• Maak regelmatig een back-up van de gegevens op het opslagstation. U kunt het opslagstation vanaf een back-up herstellen.
• Maak zo snel mogelijk een herstelmedium. U kunt het herstelmedium gebruiken om uw besturingssysteem te herstellen zelfs als Windows niet start.
• Krijg de nieuwste computersoftware, stuurprogramma's en besturingssysteem.
Onderhoudstips voor het verplaatsen van de computer
Neem bij het vervoeren van de computer de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
1. Maak een back-up van de gegevens op het opslagstation.
2. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Als u het originele verpakkingsmateriaal hebt bewaard, kunt u de onderdelen hierin verpakken. Als u gebruikmaakt van andere dozen, moet u de onderdelen eerst afzonderlijk goed inpakken, zodat ze niet beschadigd raken.
Wanneer u de computer naar een ander land of een andere regio verhuist, moet u rekening houden met de plaatselijke standaarden voor elektriciteit. Als de plaatselijke stopcontacten verschillen van de soort die u momenteel gebruikt, neem dan contact op met het klantsupportcentrum van Lenovo om een nieuwe stekkeradapter of een nieuw netsnoer te kopen.
De computer schoonmaken
WAARSCHUWING: Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
Het is een goede gewoonte om de computer regelmatig schoon te maken. Zo beschermt u de oppervlakken en voorkomt u storingen.
De computer schoonmaken: Maak het oppervlak schoon met een pluisvrije doek die in milde zeep en water is bevochtigd. Breng geen vloeistoffen rechtstreeks op het oppervlak aan.
Het toetsenbord schoonmaken: Maak de toetsen een voor een schoon met een pluisvrije doek die in milde zeep en water is bevochtigd. Als u meerdere toetsen tegelijk probeert schoon te maken, kan de doek achter een aangrenzende toets blijven haken, waardoor de toets beschadigd kan raken. Sproei geen reinigingsmiddel rechtstreeks op het toetsenbord. Als u stof of kruimels onder de toetsen wilt verwijderen, kunt u gebruikmaken van een cameraborsteltje met blower of koude lucht van een haardroger.
Het computerbeeldscherm schoonmaken: Krassen, vet, stof, chemische producten en ultraviolet licht kunnen de prestaties van het beeldscherm negatief beïnvloeden. Veeg het beeldscherm voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek. Als u een kras op het scherm ziet, kan het een vlek zijn. Wrijf de vlek voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Als de vlek niet verdwijnt, bevochtigt u een zachte, stofvrije doek met water of een reinigingsmiddel voor brillen. Breng niet rechtstreeks vloeistoffen op het beeldscherm aan. Zorg ervoor dat het scherm droog is voordat u het scherm sluit.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 91
92 M75s-1 Gebruikershandleiding

Bijlage B. Informatie over toegankelijkheid en ergonomie

In dit hoofdstuk krijgt u informatie over toegankelijkheid en ergonomie.
Informatie voor gehandicapten
Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop Lenovo deze gebruikers kan helpen optimaal van hun computerervaring te profiteren. De meest recente informatie over toegankelijkheid vindt u op de volgende internetpagina:
https://www.lenovo.com/accessibility
Sneltoetsen van het toetsenbord
In de volgende lijst staan sneltoetsen waarmee u uw computer gemakkelijker kunt gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van het toetsenbord zijn sommige van de volgende sneltoetsen mogelijk niet beschikbaar.
Toets met Windows-logo+U: Toegankelijkheidscentrum openen
Acht seconden op rechter Shift-toets drukken: Filtertoetsen in- of uitschakelen
Shift vijf keer indrukken: Plaknotitietoetsen in- of uitschakelen
Num Lock vijf seconden indrukken: Wisseltoetsen in- of uitschakelen
Linker Alt+Linker Shift+Num Lock: Muistoetsen in- of uitschakelen
Linker Alt+Linker Shift+PrtScn (of PrtSc): Hoog contrast in- of uitschakelen
Ga voor meer informatie naar volgende trefwoorden: keyboard shortcuts, key combinations, shortcut keys.
Toegankelijkheidscentrum
Met het Toegankelijkheidscentrum van het Windows-besturingssysteem kun u uw computers zo configureren dat ze aan uw fysieke en cognitieve behoeften voldoen.
Het Toegankelijkheidscentrum openen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Toegankelijkheid Toegankelijkheidscentrum.
3. Kies het gewenste hulpmiddel door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
Het Toegankelijkheidscentrum bevat doorgaans de volgende hulpprogramma's:
• Vergrootglas Het Vergrootglas is een handig hulpmiddel dat een deel van of uw gehele scherm vergroot zodat u de
items beter kunt zien.
• Verteller De Verteller is een schermleesprogramma dat hardop voorleest wat er op het scherm wordt weergegeven
en gebeurtenissen, zoals foutmeldingen, beschrijft.
• Schermtoetsenbord Als u liever gegevens op uw computer intypt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in
plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het
https://windows.microsoft.com en voer een zoekopdracht uit met een van de
© Copyright Lenovo 2019 93
Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen. U kunt toetsen selecteren met de muis of een ander aanwijsapparaat, of u kunt erop tikken om toetsen te selecteren als uw computer een multitouch-scherm ondersteunt.
• Hoog contrast Hoog contrast is een functie waarmee het kleurcontrast van bepaalde tekst en afbeeldingen op het
scherm wordt verhoogd. Hierdoor zijn die items beter te onderscheiden en eenvoudiger te herkennen.
• Gepersonaliseerd toetsenbord Pas de toetsenbordinstellingen aan om het gebruik van het toetsenbord te vereenvoudigen. U kunt het
toetsenbord bijvoorbeeld gebruiken om de aanwijzer te besturen en het invoeren van bepaalde toetscombinaties met het toetsenbord te vereenvoudigen.
• Persoonlijke muis Pas de muisinstellingen aan om het gebruik van de muis te vereenvoudigen. U kunt bijvoorbeeld de
weergave van de aanwijzer wijzigen en het beheer van vensters met uw muis vereenvoudigen.
Spraakherkenning
Met spraakherkenning kunt u uw computer besturen met behulp van uw stem.
U kunt mondelinge instructies gebruiken om het toetsenbord en de muis te besturen. Met mondelinge instructies kunt u programma's starten, menu's openen, op voorwerpen op het scherm klikken, tekst dicteren in documenten, en e-mails schrijven en verzenden.
Spraakherkenning gebruiken:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Toegankelijkheid Spraakherkenning.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Schermleestechnologie
Schermleestechnologieën zijn hoofdzakelijk bedoeld voor programma-interfaces, Help-systemen en verschillende online documenten. Voor aanvullende informatie over schermleesprogramma's raadpleegt u de onderstaande bronnen:
• Het gebruik van PDF-documenten met schermleesprogramma's:
https://www.adobe.com/accessibility.html?promoid=DJGVE
• De JAWS-schermlezer gebruiken:
https://www.freedomscientific.com/Products/Blindness/JAWS
• De NVDA-schermlezer gebruiken:
https://www.nvaccess.org/
Schermresolutie
U kunt de tekst en afbeeldingen op het scherm leesbaarder maken door de schermresolutie van uw computer aan te passen.
De schermresolutie aanpassen:
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en klik vervolgens op Beeldscherminstellingen Beeldscherm.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm.
94
M75s-1 Gebruikershandleiding
Loading...