Lenovo ThinkCentre M75n User Guide [nl]

ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Derde uitgave (December 2020)
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Informatie over deze documentatie . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Bovenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Systeemplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Voorzieningen en specificaties . . . . . . . . . . 8
Verklaring op USB overdrachtssnelheid. . . . . 9
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Aan de slag met Windows 10 . . . . . . . . . 11
Windows-account . . . . . . . . . . . . 11
Gebruikersinterface van Windows . . . . . . 12
Verbinding maken met netwerken. . . . . . . . 13
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . 13
De app Vantage gebruiken . . . . . . . . . . 13
Multimedia gebruiken . . . . . . . . . . . . 14
Audio gebruiken . . . . . . . . . . . . . 14
Een extern beeldscherm aansluiten . . . . . 14
De I/O-box gebruiken (voor bepaalde modellen) . . 14
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 19
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 19
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen . . . 19
Het energiebeheerschema instellen . . . . . 19
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 19
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat (voor bepaalde modellen) . . . . . 20
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . . . 20
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 21
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 21
Meld u op een veilige manier aan op uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . . 22
Software beveiligingsoplossingen gebruiken . . . 23
Firewalls gebruiken . . . . . . . . . . . 23
Antivirusprogramma‘s gebruiken . . . . . . 24
In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 24
BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken . . . . . 24
Verwijder alle gegevens op een
opslagstation . . . . . . . . . . . . . . 24
De aanwezigheidsschakelaar voor de kap
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 25
Smart USB Protection gebruiken . . . . . . 25
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS . . . . . . . . 27
Wat is UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . 27
Het BIOS-menu openen . . . . . . . . . . . 27
Navigeren in de BIOS-interface. . . . . . . . . 27
De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen . . . . . 27
De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen . . . 28
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . . . 28
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . . . 28
Schakel de configuration change detection-functie
in- of uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Schakel de automatic power on-functie in- of uit . . 29 Schakel de Smart Power On-functie in- of uit (voor
bepaalde modellen): . . . . . . . . . . . . . 29
Schakel de ErP LPS-compliantiemodus in of uit
(voor bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . 29
De ITS-prestatiemodus wijzigen (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een nieuw
besturingssysteem installeert . . . . . . . . . 30
UEFI BIOS bijwerken. . . . . . . . . . . . . 31
Herstellen van een BIOS-bijwerkfout. . . . . . . 31
CMOS wissen . . . . . . . . . . . . . . . 32
Hoofdstuk 6. Diagnose,
probleemoplossing en herstel . . . . . 33
Basisprocedure voor verhelpen van
computerproblemen . . . . . . . . . . . . . 33
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . 33
Problemen met het opstarten. . . . . . . . 34
Audioproblemen. . . . . . . . . . . . . 35
Netwerkproblemen. . . . . . . . . . . . 35
Problemen met de prestaties . . . . . . . . 38
Problemen met opslagstations . . . . . . . 39
Problemen met de seriële aansluiting . . . . 39
Problemen met USB-apparaten. . . . . . . 39
Softwareproblemen . . . . . . . . . . . 40
Diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lenovo diagnoseprogramma‘s . . . . . . . 40
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
© Copyright Lenovo 2020 i
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 40
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 41
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 41
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 41
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 41
Werk het stuurprogramma bij. . . . . . . . 42
Hoofdstuk 7. CRU vervangen . . . . . 43
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 43
Een CRU vervangen (voor modellen met
ventilator) . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Voedingsadapter en netsnoer . . . . . . . 44
DIN-railbeugelset . . . . . . . . . . . . 45
Voedingsadapterbeugelset . . . . . . . . 47
VESA-montagebeugelset . . . . . . . . . 51
Wi-Fi-antenne aan de achterkant . . . . . . 52
Bodemafdekplaat . . . . . . . . . . . . 54
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 55
M.2 SSD-station. . . . . . . . . . . . . 56
Een CRU vervangen (voor modellen zonder
ventilator) . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Voedingsadapter en netsnoer . . . . . . . 57
Afdekking voor koelvinblok . . . . . . . . 59
DIN-railbeugelset . . . . . . . . . . . . 60
Voedingsadapterbeugelset . . . . . . . . 62
VESA-montagebeugelset . . . . . . . . . 66
I/O-box . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Wi-Fi-antenne aan de achterkant . . . . . . 69
Bodemafdekplaat . . . . . . . . . . . . 71
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 72
M.2 SSD-stations . . . . . . . . . . . . 73
Hoofdstuk 8. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 75
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 75
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 76
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 76
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 77
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 77
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 79
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 95
Bijlage C. Aanvullende informatie over het Ubuntu-
besturingssysteem. . . . . . . . . . . 99
Bijlage D. Informatie over naleving
en TCO-certificaten . . . . . . . . . . 101
Bijlage E. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 113
ii ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Informatie over deze documentatie

• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van besturingssystemen en programma's, zijn sommige instructies in de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Voor de nieuwste documentatie, ga naar:
https://pcsupport.lenovo.com
• Microsoft® brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoft­bronnen voor de meest recente informatie.
© Copyright Lenovo 2020 iii
iv ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Bovenkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. ThinkCentre® LED
© Copyright Lenovo 2020 1
Dit lampje brandt als de computer aan staat.

Voorkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
1. Aan/uit-knop
2. Seriële aansluitingen (2)
3. USB-C
2)
4. USB 2.0-aansluiting
5. USB 3.2 Gen 2-aansluiting
6. Headsetaansluiting Een headset of hoofdtelefoon op uw computer aansluiten.
-aansluiting (3.2 Gen
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Ademen: de computer staat in de moderne spaarstand Standby.
Hierop sluit u een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
• De uitgangsspanning en stroom zijn 5 V en 0,9 amp.
• Gegevensoverdracht met USB 3.2 snelheid van maximaal 10 Gbps.
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
.
Aan/
https://
2 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Achterkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. Aansluiting voor voedingsadapter
®
2. DisplayPort
-uit-aansluiting
3. USB 3.2 Gen 2-aansluiting
4. USB-C
-aansluiting (3.2 Gen
2)
5. USB 2.0-aansluiting
6. Ethernet-aansluiting
Sluit de voedingsadapter op uw computer aan, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat sturen, zoals een high-performance beeldscherm.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
• De uitgangsspanning en stroom zijn 5 V en 0,9 amp.
• Gegevensoverdracht met USB 3.2 snelheid van maximaal 10 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1900 x 1200 pixels, 60 Hz – USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te
breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
.
https://
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. Deze aansluiting ondersteunt de functie Smart Power On. Meer informatie vind je in 'Schakel de Smart Power On-functie in- of uit (voor bepaalde modellen):' op pagina 29.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
7. Sleuf voor veiligheidsslot
8. Wi-Fi
®
-antennesleuf*
* voor bepaalde modellen
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3
4 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Onderkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. VESA®-schroefgaatjes
Schroef de DIN-railbeugel, voedingsadapterbeugel of VESA-montagebeugel vast met de bijbehorende schroeven (M3 x 4 mm x 3 stuks) wanneer u de computer aan de wand monteert.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5

Systeemplaat

Modellen met ventilator
1 Aansluiting microprocessorventilator 2 Aansluiting knoopcelbatterij
3 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
5 M.2 SSD-stationsleuf 1 6 M.2 SSD-station sleuf 2 (geschikt voor M.2 SATA SSD-
7 Wi-Fi-kaartsleuf
4 Aansluiting voor interne luidspreker
station)
8 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
6 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Modellen zonder ventilator
1 Aansluiting knoopcelbatterij
3 4G/5G LTE-sleuf 4 M.2 SSD-stationsleuf 1
5 M.2 SSD-station sleuf 2 (alleen voor M.2 SATA SSD-
2 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
6 Aansluiting voor interne luidspreker
station)
7 Wi-Fi-kaartsleuf
8 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 7

Voorzieningen en specificaties

Modellen met ventilator:
• Breedte: 179 mm
• Hoogte: 22 mm
• Diepte: 88 mm
Afmetingen
Modellen zonder ventilator:
• Breedte: 179 mm
• Hoogte: 34,5 mm
• Diepte: 88 mm
Maximumconfiguratie bij levering:
Gewicht (zonder het pakket)
Hardwareconfiguratie
• Modellen met ventilator: 0,51 kg
• Modellen zonder ventilator: 0,72 kg
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Elektrische invoer
Voedingseenheid 65 watt voedingsadapter met automatische voltagedetectie
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Videovoorzieningen DisplayPort uit-aansluiting
Audiovoorzieningen
• Ingangsspanning: Van 100 tot 240 VAC
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
Double Data Rate 4 (DDR4) Synchronous Dynamic Random Access Memory­module (SDRAM), gesoldeerd op de systeemplaat
De computer ondersteunt een of twee M.2 SSD-opslagstations.
De opslagstationcapaciteit weten:
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer.
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder dan de nominale capaciteit.
De geïntegreerde audiokaart ondersteunt het volgende:
• Headsetaansluiting
• Interne luidspreker*
8 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
• I/O-box*
Uitbreidingsmogelijkheden
Netwerkfuncties
• Sleuven voor M.2 SSD-stations (2)
• M.2 Wi-Fi-sleuf
• Bluetooth*
• Ethernet LAN
• Draadloos LAN*
* voor bepaalde modellen

Verklaring op USB overdrachtssnelheid

Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 9
10 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Aan de slag met Windows 10

Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag. Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.

Windows-account

Een gebruikersaccount moet gebruik maken van het Windows-besturingssysteem. Dit kan een Windows­gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen Accounts Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive, Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
https://
© Copyright Lenovo 2020 11

Gebruikersinterface van Windows

1. Account
2. Documenten
3. Afbeeldingen
4. Instellingen
5. In-/uitschakelen
6. Startknop
7. Windows-zoeken
8. Taakweergave
9. Windows-systeemvak Geef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige account.
Open de map Documenten, een standaardmap om ontvangen bestanden in op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om ontvangen afbeeldingen in op te slaan.
Start Instellingen.
Schakel de computer uit, herstart deze of zet de computer in de slaapstand.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energie­instellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen Klik met de rechtermuisknop op de Start knop.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Windows-systeem Configuratiescherm.
• Windows Search gebruiken.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.

Verbinding maken met netwerken

Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos netwerk.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernet­aansluiting op uw computer.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer is voorzien van een draadloos LAN-module, kunt u uw computer verbinden met Wi-Fi®­netwerken. De draadloos LAN-module in uw computer ondersteunt mogelijk verschillende standaarden. In sommige landen of regio's is het gebruik van 802.11ax mogelijk uitgeschakeld, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
2. Selecteer een beschikbaar netwerk voor verbinding. Geef de vereiste informatie op als dat nodig is.

De app Vantage gebruiken

De vooraf geïnstalleerde app Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Om toegang te krijgen tot de Vantage-app, typt u Vantage in het zoekveld.
Belangrijke functies
Met de Vantage-app kunt u:
• Eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen.
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to­date te houden.
• De status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen.
• De hardware van uw computer scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 13
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• De Vantage-app werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.

Multimedia gebruiken

Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of luidsprekers.

Audio gebruiken

Sluit om het geluid te verbeteren luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluiden Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Een extern beeldscherm aansluiten

Sluit een projector of een beeldscherm aan op uw computer om presentaties te geven of om uw werkruimte uit te breiden.
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Zorg dat uw computer en het externe beeldscherm de functie Miracast
Druk op de
Beeldscherminstellingen wijzigen
Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Beeldscherminstellingen. U kunt daarna de beeldscherminstellingen naar wens wijzigen.
+ en selecteer vervolgens een draadloos beeldscherm om een verbinding mee te maken.
®
ondersteunen.

De I/O-box gebruiken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer een I/O-box heeft, kunt u deze gebruiken om uw computer van stroom te voorzien en de functionaliteit van uw computer uit te breiden.
https://support.lenovo.com/solutions/iobox
14 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Voorkant
1. Seriële aansluitingen (2)
2. Ethernet-aansluitingen (2) (PoE)
• Een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
• Ondersteunt de standaarden RS-232, RS-422 en RS-485. De default standaard is RS-232. U kunt de aansluitingen met de IoT IOBOX DT1 IO CONTROLLER toepassing configureren.
• Maak verbinding met een LAN (Local Area Network). Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
• Ondersteunt PoE-technologie (Power-over-Ethernet). Levert stroom aan een extern apparaat dat op deze aansluiting is aangesloten via een Ethernet-kabel, zoals een VoIP-telefoon, een IP-camera of andere apparaten die ook PoE­technologie ondersteunen.
Opmerking: Om de PoE-functie te gebruiken, moet de gelijkstroominvoer hoger zijn dan 135 W.
Achterkant
De onderdelen
a , b en c hieronder worden bij de I/O-box geleverd.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 15
1. DC-in-voedingsaansluiting Aansluiten op gelijkstroom voor stroomvoorziening via de DC-in-aansluiting a .
2. USB-C aansluiting (USB 3.1 Gen 1)
3. Aansluitingen voor digitale input en digitale output (DI/DO)
• Aansluiten op de computer via de USB-C-adapter
• Gegevensoverdracht met USB 3.1-snelheid van maximaal 5 Gbps.
• Stroom leveren aan de computer.
Opmerking: Als de computer niet op netvoeding is aangesloten en de I/O-box is aangesloten op gelijkstroomvoeding, voorziet de I/O-box de computer van stroom via de USB-C-aansluiting. In dit geval zijn de uitgangsspanning en stroom 20 V en 3 A.
Aansluiten op nabijheidssensoren of andere apparaten die gebruikmaken van de DI/DO-aansluitingen via de DI/DO-adapters
c .
b .
Pintoewijzingstabel voor digitale in- en output
Pinnummer D-OUT Pindefinitie D-OUT
1
2
3 Digitale uitgang-1 3 Digitale ingang-1
COM
GND
Pinnummer D-IN Pindefinitie D-IN
1
2
COM
GND
4 Digitale uitgang-2 4 Digitale ingang-2
5
6 Digitale uitgang-4 6 Digitale ingang-4
Digitale uitgang-3
5
Digitale ingang-3
16 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Digitale ingang en digitale uitgang
Digitale ingang
Digitale uitgang
• Kanalen: 4
• Ingangstype: NPN, PNP
• Droog contact:
– Logic 0: Open – Logic 1: Gesloten voor GND
• Nat contact:
– Logic 0: 0 V tot 0,8 V – Logic 1: 5 V tot 30 V
• Ingangsweerstand: 9,8 kΩ
• Isolatievoltage: 1,5 kV (DC)
• Overspanningsbescherming: 70 V (DC)
• Kanalen: 4
• Uitvoertype: NPN
• Uitgangsspanning: 5 V
• Normale uitgangsstroom: 200 mA
• Isolatievoltage: 1,5 kV (DC)
Opmerking: De uitgangsspanning kan variëren van 5 tot 30 V wanneer een externe relay-module, die afzonderlijk is aangesloten op een externe voedingsbron, is aangesloten op de digitale uitgang.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 17
18 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

Het gedrag van de aan/uit-knop instellen

U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Het energiebeheerschema instellen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energieschema van kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest. Het standaardenergieschema varieert afhankelijk van uw computermodellen. Om het machinetype van uw computermodel te weten te komen, ga naar 'Voordat u contact opneemt met Lenovo' op pagina 76.
Tabel 1. Standaarenergieschema wanneer aangesloten op netvoeding (voor machinetypen: 11BS, 11BT, 11BU, 11BV, 11GW, 11GX, 11GV, 11GY, 11C0, 11GB, 11HU, 11HV, 11HW, 11HX, 11HY, 11J0, 11J1 en 11J2)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer in slaapstand: na 10 minuten
Tabel 2. Standaarenergieschema wanneer aangesloten op netvoeding (voor machinetypen: 11G4, 11G5, 11G6, 11G7, 11G8, 11G9, 11BW en 11BX)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer naar slaapstand na: 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.

Gegevens overbrengen

Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.
© Copyright Lenovo 2020 19

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat (voor bepaalde modellen)

U kunt alle typen Bluetooth-apparaten verbinden met uw computer, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Om er zeker van te zijn dat de verbinding slaagt, moeten de apparaten zich op minder dan 10 meter van de computer bevinden.
1. Schakel Bluetooth op de computer in. a. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere
apparaten.
b. Schakel de functie Bluetooth in.
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.

Accessoires aanschaffen

Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Om bij Lenovo te winkelen, gaat u naar
Er zijn enkele instructievideo's waarin te zien is hoe u uw computer met bepaalde accessoires kunt gebruiken, zoals ThinkCentre Nano TIO Cube, ThinkCentre Nano IoT IOBOX en ThinkCentre Tiny/Nano Monitor Clamp II.
https://support.lenovo.com/solutions/nanofeaturevideo
https://www.lenovo.com/accessories.
20 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen

De computer vergrendelen

Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt de computersloten aanschaffen bij Lenovo.
Kensington-kabelslot (modellen met ventilator)
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
© Copyright Lenovo 2020 21
Kensington-kabelslot (modellen zonder ventilator)
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.

Meld u op een veilige manier aan op uw computer

In dit gedeelte vindt u veilige manieren om u aan te melden op uw computer met een wachtwoord of uw gezicht.

Wachtwoorden gebruiken

Wachtwoordtypen
U kunt de volgende wachtwoorden instellen in de UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) BIOS (Basic Input/Output System) om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer. U wordt echter niet om een UEFI BIOS-wachtwoord gevraagd wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
• Systeemwachtwoord Als er een systeemwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd dat
wachtwoord in te voeren. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is ingevoerd.
• Supervisorwachtwoord Het supervisorwachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbevoegden worden
gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het verstandig met een supervisorwachtwoord te werken.
Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u probeert naar het BIOS-menu te gaan, gevraagd dat wachtwoord in te voeren.
Als u zowel een systeemwachtwoord als een supervisorwachtwoord hebt ingesteld, kunt u een van beide wachtwoorden invoeren. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het supervisorwachtwoord opgeven.
• Vaste-schijfwachtwoord
22
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Door een vaste-schijfwachtwoord in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op het opslagstation. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd een geldig wachtwoord voor toegang tot het opslagstation in te voeren.
Opmerking: Nadat u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld, zijn uw gegevens op het opslagstation beveiligd; zelfs als het opslagstation uit uw computer wordt gehaald en in een andere computer wordt geïnstalleerd.
• Wachtwoord systeembeheer (voor bepaalde modellen) U kunt het systeembeheerwachtwoord zo instellen dat dit dezelfde autoriteit heeft als het
supervisorwachtwoord om beveiligingsfuncties te beheren. De autoriteit van het systeembeheerwachtwoord aanpassen via het UEFI BIOS-menu:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security System Management Password Access Control.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security.
3. Afhankelijk van het type wachtwoord selecteert u Set Supervisor Password, Set Power-On Password, Set System Management Password of Hard Disk Password en drukt u op Enter.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Zie 'CMOS wissen' op pagina 32 als u de wachtwoorden bent vergeten en ze zelf wilt verwijderen. U kunt ook contact opnemen met een geautoriseerde Lenovo-serviceprovider om de wachtwoorden te laten verwijderen.
Opmerkingen:
• Als u het supervisorwachtwoord bent vergeten, kan deze mogelijk niet worden verwijderd door CMOS te wissen, afhankelijk van uw BIOS-instellingen.
• Als u het vaste-schijfwachtwoord bent vergeten, kan Lenovo het wachtwoord niet verwijderen en gegevens van het opslagstation niet herstellen.

Software beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u software-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.

Firewalls gebruiken

Een firewall kan hardware, software of een combinatie van beide zijn afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Firewalls werken volgens een set regels om te bepalen welke inkomende en uitgaande verbindingen zijn toegelaten. Als de computer met een vooraf geïnstalleerd firewall-programma wordt geleverd, helpt dit de computer te beschermen tegen gevaren van internet, tegen ongeoorloofde toegang, tegen inbraak en tegen aanvallen via het internet. Deze beschermt ook uw privacy. Meer informatie over het gebruik van de firewall-programma vindt u in het Help-systeem van uw firewall-programma.
Firewalls gebruiken:
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen 23
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Windows Defender Firewall, en volg dan de instructies op het scherm.

Antivirusprogramma‘s gebruiken

Op de computer is vooraf al een antivirusprogramma geïnstalleerd voor het beschermen tegen, detecteren en verwijderen van virussen.
Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op de computer geplaatst en biedt u een gratis abonnement van 30 dagen aan. Na die 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor de antivirussoftware te blijven ontvangen.
Opmerking: Virusdefinitiebestanden moeten worden geactualiseerd om beveiligd te zijn tegen nieuwe virussen.
Meer informatie over het werken met de antivirussoftware vindt u in het Help-systeem van die software.

In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software gebruiken (voor bepaalde modellen)

Computrace Agent-software is een oplossing voor IT-eigendomsbeheer en het herstellen van uw computer na diefstal. De software detecteert de wijzigingen die mogelijk op de computer zijn aangebracht, zoals in de hardware, software of inbellocatie van de computer. Mogelijk dient u een abonnement te kopen om de software Computrace Agent te kunnen activeren.

BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u BIOS-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.

Verwijder alle gegevens op een opslagstation

Het wordt aanbevolen om alle gegevens op het opslagstation te wissen voordat u een opslagstation of de computer recyclet.
Alle gegevens op een opslagstation verwijderen:
1. Stel een vaste-schijfwachtwoord in voor het opslagstation dat u wilt recyclen. Zie 'Wachtwoorden gebruiken' op pagina 22.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Security Hard Disk Password Security Erase HDD Data en druk op Enter.
4. Selecteer het opslagstation dat u wilt recyclen en druk op Enter.
5. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de bewerking te bevestigen. Selecteer Yes en druk op Enter. Het wisproces start.
Opmerking: Tijdens het wissen zijn de aan-uitknop en het toetsenbord uitgeschakeld.
6. Nadat het wissen is voltooid, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het systeem te resetten. Selecteer Continue.
Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het opslagstation duurt het wissen een half uur tot drie uur.
7. Nadat het resetten is voltooid, zal het volgende gebeuren:
• Als een opslagstation met systeemgegevens is gewist, krijgt u de melding dat er geen
besturingssysteem beschikbaar is.
24
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Loading...
+ 92 hidden pages