Lenovo ThinkCentre M75n User Guide [nl]

ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Lees dit eerst
Lees het volgende aandachtig door voordat u deze documentatie en het bijbehorende product gebruikt:
• Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79
Veiligheid en garantie
Installatiegids
Derde uitgave (December 2020)
KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een 'GSA'-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925.
Inhoud
Informatie over deze documentatie . . . iii
Hoofdstuk 1. Leer uw computer
kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Bovenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Systeemplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Voorzieningen en specificaties . . . . . . . . . . 8
Verklaring op USB overdrachtssnelheid. . . . . 9
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Aan de slag met Windows 10 . . . . . . . . . 11
Windows-account . . . . . . . . . . . . 11
Gebruikersinterface van Windows . . . . . . 12
Verbinding maken met netwerken. . . . . . . . 13
Verbinding maken met een bekabeld
Ethernet . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor
bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . 13
De app Vantage gebruiken . . . . . . . . . . 13
Multimedia gebruiken . . . . . . . . . . . . 14
Audio gebruiken . . . . . . . . . . . . . 14
Een extern beeldscherm aansluiten . . . . . 14
De I/O-box gebruiken (voor bepaalde modellen) . . 14
Hoofdstuk 3. Uw computer
verkennen . . . . . . . . . . . . . . . 19
Energie beheren . . . . . . . . . . . . . . 19
Het gedrag van de aan/uit-knop instellen . . . 19
Het energiebeheerschema instellen . . . . . 19
Gegevens overbrengen . . . . . . . . . . . . 19
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat (voor bepaalde modellen) . . . . . 20
Accessoires aanschaffen . . . . . . . . . . . 20
Hoofdstuk 4. De computer en
computergegevens beveiligen. . . . . 21
De computer vergrendelen . . . . . . . . . . 21
Meld u op een veilige manier aan op uw
computer . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . . 22
Software beveiligingsoplossingen gebruiken . . . 23
Firewalls gebruiken . . . . . . . . . . . 23
Antivirusprogramma‘s gebruiken . . . . . . 24
In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software gebruiken (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . 24
BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken . . . . . 24
Verwijder alle gegevens op een
opslagstation . . . . . . . . . . . . . . 24
De aanwezigheidsschakelaar voor de kap
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 25
Smart USB Protection gebruiken . . . . . . 25
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS . . . . . . . . 27
Wat is UEFI BIOS . . . . . . . . . . . . . . 27
Het BIOS-menu openen . . . . . . . . . . . 27
Navigeren in de BIOS-interface. . . . . . . . . 27
De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen . . . . . 27
De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen . . . 28
De systeemdatum en -tijd instellen . . . . . . . 28
De opstartvolgorde wijzigen . . . . . . . . . . 28
Schakel de configuration change detection-functie
in- of uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Schakel de automatic power on-functie in- of uit . . 29 Schakel de Smart Power On-functie in- of uit (voor
bepaalde modellen): . . . . . . . . . . . . . 29
Schakel de ErP LPS-compliantiemodus in of uit
(voor bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . 29
De ITS-prestatiemodus wijzigen (voor bepaalde
modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een nieuw
besturingssysteem installeert . . . . . . . . . 30
UEFI BIOS bijwerken. . . . . . . . . . . . . 31
Herstellen van een BIOS-bijwerkfout. . . . . . . 31
CMOS wissen . . . . . . . . . . . . . . . 32
Hoofdstuk 6. Diagnose,
probleemoplossing en herstel . . . . . 33
Basisprocedure voor verhelpen van
computerproblemen . . . . . . . . . . . . . 33
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . 33
Problemen met het opstarten. . . . . . . . 34
Audioproblemen. . . . . . . . . . . . . 35
Netwerkproblemen. . . . . . . . . . . . 35
Problemen met de prestaties . . . . . . . . 38
Problemen met opslagstations . . . . . . . 39
Problemen met de seriële aansluiting . . . . 39
Problemen met USB-apparaten. . . . . . . 39
Softwareproblemen . . . . . . . . . . . 40
Diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lenovo diagnoseprogramma‘s . . . . . . . 40
Herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
© Copyright Lenovo 2020 i
Systeembestanden en -instellingen herstellen
naar een eerder punt . . . . . . . . . . . 40
Uw bestanden herstellen vanuit een back-
up . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De computer opnieuw instellen . . . . . . . 41
Geavanceerde opties gebruiken . . . . . . 41
Automatisch herstel van Windows . . . . . . 41
Een USB-herstelapparaat maken en
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 41
Werk het stuurprogramma bij. . . . . . . . 42
Hoofdstuk 7. CRU vervangen . . . . . 43
Wat zijn CRU's . . . . . . . . . . . . . . . 43
Een CRU vervangen (voor modellen met
ventilator) . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Voedingsadapter en netsnoer . . . . . . . 44
DIN-railbeugelset . . . . . . . . . . . . 45
Voedingsadapterbeugelset . . . . . . . . 47
VESA-montagebeugelset . . . . . . . . . 51
Wi-Fi-antenne aan de achterkant . . . . . . 52
Bodemafdekplaat . . . . . . . . . . . . 54
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 55
M.2 SSD-station. . . . . . . . . . . . . 56
Een CRU vervangen (voor modellen zonder
ventilator) . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Voedingsadapter en netsnoer . . . . . . . 57
Afdekking voor koelvinblok . . . . . . . . 59
DIN-railbeugelset . . . . . . . . . . . . 60
Voedingsadapterbeugelset . . . . . . . . 62
VESA-montagebeugelset . . . . . . . . . 66
I/O-box . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Wi-Fi-antenne aan de achterkant . . . . . . 69
Bodemafdekplaat . . . . . . . . . . . . 71
Wi-Fi-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 72
M.2 SSD-stations . . . . . . . . . . . . 73
Hoofdstuk 8. Help en
ondersteuning . . . . . . . . . . . . . 75
Zelfhulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . 75
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . . . 76
Voordat u contact opneemt met Lenovo . . . 76
Klantsupportcentrum van Lenovo . . . . . . 77
Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 77
Bijlage A. Belangrijke
veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . 79
Bijlage B. Informatie over
toegankelijkheid en ergonomie . . . . 95
Bijlage C. Aanvullende informatie over het Ubuntu-
besturingssysteem. . . . . . . . . . . 99
Bijlage D. Informatie over naleving
en TCO-certificaten . . . . . . . . . . 101
Bijlage E. Kennisgevingen en
handelsmerken . . . . . . . . . . . . 113
ii ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Informatie over deze documentatie

• De afbeeldingen in dit document kunnen er anders uitzien dan uw product.
• Afhankelijk van het model, zijn sommige optionele accessoires, functies en softwareprogramma's
mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
• Afhankelijk van de versie van besturingssystemen en programma's, zijn sommige instructies in de
gebruikersinterface mogelijk niet van toepassing op uw computer.
• De inhoud van de documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Lenovo brengt continu
verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Voor de nieuwste documentatie, ga naar:
https://pcsupport.lenovo.com
• Microsoft® brengt periodiek functiewijzigingen in het Windows®-besturingssysteem aan via Windows
Update. Bepaalde informatie in dit document is hierdoor mogelijk verouderd. Raadpleeg de Microsoft­bronnen voor de meest recente informatie.
© Copyright Lenovo 2020 iii
iv ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen

Bovenkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. ThinkCentre® LED
© Copyright Lenovo 2020 1
Dit lampje brandt als de computer aan staat.

Voorkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
Indrukken om de computer aan te zetten.
Als u de computer wilt uitschakelen, opent u het menu Start, klikt u op het uit en klikt u vervolgens op Afsluiten.
1. Aan/uit-knop
2. Seriële aansluitingen (2)
3. USB-C
2)
4. USB 2.0-aansluiting
5. USB 3.2 Gen 2-aansluiting
6. Headsetaansluiting Een headset of hoofdtelefoon op uw computer aansluiten.
-aansluiting (3.2 Gen
Het lampje in de aan/uit-knop geeft de systeemstatus van uw computer aan.
Aan: de computer staat aan.
Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Ademen: de computer staat in de moderne spaarstand Standby.
Hierop sluit u een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
• De uitgangsspanning en stroom zijn 5 V en 0,9 amp.
• Gegevensoverdracht met USB 3.2 snelheid van maximaal 10 Gbps.
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
.
Aan/
https://
2 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Achterkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. Aansluiting voor voedingsadapter
®
2. DisplayPort
-uit-aansluiting
3. USB 3.2 Gen 2-aansluiting
4. USB-C
-aansluiting (3.2 Gen
2)
5. USB 2.0-aansluiting
6. Ethernet-aansluiting
Sluit de voedingsadapter op uw computer aan, zodat de computer van stroom wordt voorzien.
Audio- en videosignalen van de computer naar een ander audio- of videoapparaat sturen, zoals een high-performance beeldscherm.
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
• De uitgangsspanning en stroom zijn 5 V en 0,9 amp.
• Gegevensoverdracht met USB 3.2 snelheid van maximaal 10 Gbps.
• Een extern beeldscherm aansluiten:
– USB-C naar VGA: 1900 x 1200 pixels, 60 Hz – USB-C naar DP: 3840 x 2160 pixels, 60 Hz
• USB-C-accessoires aansluiten om de functionaliteit van uw computer uit te
breiden. Als u USB-C-accessoires wilt kopen, gaat u naar
www.lenovo.com/accessories
.
https://
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. Deze aansluiting ondersteunt de functie Smart Power On. Meer informatie vind je in 'Schakel de Smart Power On-functie in- of uit (voor bepaalde modellen):' op pagina 29.
Maak een verbinding met een LAN (local area network). Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
7. Sleuf voor veiligheidsslot
8. Wi-Fi
®
-antennesleuf*
* voor bepaalde modellen
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
Wordt gebruikt om de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting aan te sluiten die op sommige modellen beschikbaar is. De achterste Wi-Fi-antenne wordt aangesloten op de achterste Wi-Fi-antennekabelaansluiting.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 3
4 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Onderkant

Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
1. VESA®-schroefgaatjes
Schroef de DIN-railbeugel, voedingsadapterbeugel of VESA-montagebeugel vast met de bijbehorende schroeven (M3 x 4 mm x 3 stuks) wanneer u de computer aan de wand monteert.
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 5

Systeemplaat

Modellen met ventilator
1 Aansluiting microprocessorventilator 2 Aansluiting knoopcelbatterij
3 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
5 M.2 SSD-stationsleuf 1 6 M.2 SSD-station sleuf 2 (geschikt voor M.2 SATA SSD-
7 Wi-Fi-kaartsleuf
4 Aansluiting voor interne luidspreker
station)
8 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
6 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Modellen zonder ventilator
1 Aansluiting knoopcelbatterij
3 4G/5G LTE-sleuf 4 M.2 SSD-stationsleuf 1
5 M.2 SSD-station sleuf 2 (alleen voor M.2 SATA SSD-
2 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel
6 Aansluiting voor interne luidspreker
station)
7 Wi-Fi-kaartsleuf
8 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap
(inbraakverklikker)
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 7

Voorzieningen en specificaties

Modellen met ventilator:
• Breedte: 179 mm
• Hoogte: 22 mm
• Diepte: 88 mm
Afmetingen
Modellen zonder ventilator:
• Breedte: 179 mm
• Hoogte: 34,5 mm
• Diepte: 88 mm
Maximumconfiguratie bij levering:
Gewicht (zonder het pakket)
Hardwareconfiguratie
• Modellen met ventilator: 0,51 kg
• Modellen zonder ventilator: 0,72 kg
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
Elektrische invoer
Voedingseenheid 65 watt voedingsadapter met automatische voltagedetectie
Microprocessor
Geheugen
Opslagapparaat
Videovoorzieningen DisplayPort uit-aansluiting
Audiovoorzieningen
• Ingangsspanning: Van 100 tot 240 VAC
• Invoerfrequentie: 50/60 Hz
Als u de informatie over de microprocessor van uw computer wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Start en klikt u vervolgens op Systeem.
Double Data Rate 4 (DDR4) Synchronous Dynamic Random Access Memory­module (SDRAM), gesoldeerd op de systeemplaat
De computer ondersteunt een of twee M.2 SSD-opslagstations.
De opslagstationcapaciteit weten:
1. Klik met de rechtermuisknop op de Start knop om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Schijfbeheer.
Opmerking: De door het systeem aangegeven opslagstationcapaciteit is minder dan de nominale capaciteit.
De geïntegreerde audiokaart ondersteunt het volgende:
• Headsetaansluiting
• Interne luidspreker*
8 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
• I/O-box*
Uitbreidingsmogelijkheden
Netwerkfuncties
• Sleuven voor M.2 SSD-stations (2)
• M.2 Wi-Fi-sleuf
• Bluetooth*
• Ethernet LAN
• Draadloos LAN*
* voor bepaalde modellen

Verklaring op USB overdrachtssnelheid

Afhankelijk van vele factoren, zoals de verwerkingscapaciteit van de host en randapparaten, bestandseigenschappen en andere factoren die betrekking hebben op de systeemconfiguratie en gebruiksomgevingen, kan de feitelijke overdrachtssnelheid met behulp van de verschillende USB­aansluitingen op dit apparaat variëren en langzamer zijn dan de opgegeven gegevenssnelheid voor elk onderstaand overeenkomstig apparaat.
USB-apparaat Gegevenssnelheid (Gbit/s)
3.2 Gen 1 / 3.1 Gen 1
3.2 Gen 2 / 3.1 Gen 2
3.2 Gen 2 × 2
5
10
20
Hoofdstuk 1. Leer uw computer kennen 9
10 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer

Aan de slag met Windows 10

Maak kennis met de basisbeginselen van Windows 10 en ga meteen met het besturingssysteem aan de slag. Raadpleeg de Help-informatie van Windows voor meer informatie over Windows 10.

Windows-account

Een gebruikersaccount moet gebruik maken van het Windows-besturingssysteem. Dit kan een Windows­gebruikersaccount of een Microsoft-account zijn.
Windows-gebruikersaccount
Als u Windows voor de eerste keer start, wordt u gevraagd om een Windows-gebruikersaccount aan te maken. Het eerste account dat u maakt, is van het type 'Beheerder'. U kunt met een beheerdersaccount extra gebruikersaccounts maken of accounttypen als volgt wijzigen:
1. Open het menu Start en kies Instellingen Accounts Gezin en andere gebruikers.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Microsoft-account
U kunt zich ook aanmelden bij het Windows-besturingssysteem met een Microsoft-account.
Als u een Microsoft-account wilt maken, gaat u naar de Microsoft-aanmeldingspagina op
signup.live.com
Een Microsoft-account biedt de volgende voordelen:
• U kunt profiteren van eenmalige aanmelding als u andere services van Microsoft gebruikt, zoals OneDrive, Skype en Outlook.com.
• U kunt persoonlijke instellingen synchroniseren met andere Windows-apparaten.
en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
https://
© Copyright Lenovo 2020 11

Gebruikersinterface van Windows

1. Account
2. Documenten
3. Afbeeldingen
4. Instellingen
5. In-/uitschakelen
6. Startknop
7. Windows-zoeken
8. Taakweergave
9. Windows-systeemvak Geef kennisgevingen en de status van enkele functies weer.
10. Pictogram van de
batterijstatus
11. Netwerkpictogram
Wijzig accountinstellingen, vergrendel de computer of meld u af bij het huidige account.
Open de map Documenten, een standaardmap om ontvangen bestanden in op te slaan.
Open de map Afbeeldingen, een standaardmap om ontvangen afbeeldingen in op te slaan.
Start Instellingen.
Schakel de computer uit, herstart deze of zet de computer in de slaapstand.
Open het menu Start.
Typ wat u zoekt in het zoekveld en haal zoekresultaten op van uw computer en het internet.
Geef alle geopende apps weer en schakel tussen de apps.
Geef de stroomstatus weer en wijzig de instellingen voor de batterij of de energie­instellingen. Als uw computer niet is aangesloten op netvoeding, verandert het pictogram in
Maak verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk en geef de netwerkstatus weer. Als de computer is aangesloten op een bekabeld netwerk,
verandert het pictogram in
.
.
12. Actiecentrum
Geef de meest recente kennisgevingen van apps weer en voer snel bepaalde acties uit.
Het menu Start openen
• Klik op de knop Start.
• Druk op de toets met het Windows-logo op het toetsenbord.
12
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Het Start-contextmenu openen Klik met de rechtermuisknop op de Start knop.
Het configuratiescherm openen
• Open het menu Start en klik op Windows-systeem Configuratiescherm.
• Windows Search gebruiken.
Een app starten
• Open het menu Start en selecteer de app die u wilt starten.
• Gebruik Windows Search.

Verbinding maken met netwerken

Uw computer helpt u bij het maken van een verbinding met de wereld via een bekabeld of draadloos netwerk.

Verbinding maken met een bekabeld Ethernet

Maak met een Ethernet-kabel een verbinding tussen uw computer en een lokaal netwerk via de Ethernet­aansluiting op uw computer.

Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer is voorzien van een draadloos LAN-module, kunt u uw computer verbinden met Wi-Fi®­netwerken. De draadloos LAN-module in uw computer ondersteunt mogelijk verschillende standaarden. In sommige landen of regio's is het gebruik van 802.11ax mogelijk uitgeschakeld, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
1. Klik op het pictogram van het netwerk in het systeemvak van Windows. Er wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
2. Selecteer een beschikbaar netwerk voor verbinding. Geef de vereiste informatie op als dat nodig is.

De app Vantage gebruiken

De vooraf geïnstalleerde app Vantage is een aangepaste oplossing waarmee u uw computer kunt onderhouden met automatische updates en oplossingen, hardware-instellingen kunt configureren en gepersonaliseerde ondersteuning kunt krijgen.
Om toegang te krijgen tot de Vantage-app, typt u Vantage in het zoekveld.
Belangrijke functies
Met de Vantage-app kunt u:
• Eenvoudig nagaan wat de apparaatstatus is en apparaatinstellingen aanpassen.
• UEFI BIOS-, firmware- en stuurprogramma-updates downloaden en installeren om uw computer up-to­date te houden.
• De status van uw computer monitoren en uw computer beveiligen tegen externe bedreigingen.
• De hardware van uw computer scannen en de oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer opzoeken (online).
• Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerkingen:
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 13
• De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
• De Vantage-app werkt regelmatig de functies bij om uw ervaring met de computer te verbeteren. De omschrijving van functies kan afwijken van die in uw eigen gebruikersinterface.

Multimedia gebruiken

Uw computer gebruiken voor business of ontspanning met apparaten zoals een camera, beeldscherm of luidsprekers.

Audio gebruiken

Sluit om het geluid te verbeteren luidsprekers, een hoofdtelefoon of een headset aan op de audioaansluiting.
Het volume aanpassen
1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.
2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om het geluid te dempen.
De geluidsinstellingen wijzigen
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Weergeven op categorie.
2. Klik op Hardware en geluiden Geluid.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Een extern beeldscherm aansluiten

Sluit een projector of een beeldscherm aan op uw computer om presentaties te geven of om uw werkruimte uit te breiden.
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm
Zorg dat uw computer en het externe beeldscherm de functie Miracast
Druk op de
Beeldscherminstellingen wijzigen
Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Beeldscherminstellingen. U kunt daarna de beeldscherminstellingen naar wens wijzigen.
+ en selecteer vervolgens een draadloos beeldscherm om een verbinding mee te maken.
®
ondersteunen.

De I/O-box gebruiken (voor bepaalde modellen)

Als uw computer een I/O-box heeft, kunt u deze gebruiken om uw computer van stroom te voorzien en de functionaliteit van uw computer uit te breiden.
https://support.lenovo.com/solutions/iobox
14 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Voorkant
1. Seriële aansluitingen (2)
2. Ethernet-aansluitingen (2) (PoE)
• Een externe modem, een seriële printer of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een seriële aansluiting.
• Ondersteunt de standaarden RS-232, RS-422 en RS-485. De default standaard is RS-232. U kunt de aansluitingen met de IoT IOBOX DT1 IO CONTROLLER toepassing configureren.
• Maak verbinding met een LAN (Local Area Network). Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
• Ondersteunt PoE-technologie (Power-over-Ethernet). Levert stroom aan een extern apparaat dat op deze aansluiting is aangesloten via een Ethernet-kabel, zoals een VoIP-telefoon, een IP-camera of andere apparaten die ook PoE­technologie ondersteunen.
Opmerking: Om de PoE-functie te gebruiken, moet de gelijkstroominvoer hoger zijn dan 135 W.
Achterkant
De onderdelen
a , b en c hieronder worden bij de I/O-box geleverd.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 15
1. DC-in-voedingsaansluiting Aansluiten op gelijkstroom voor stroomvoorziening via de DC-in-aansluiting a .
2. USB-C aansluiting (USB 3.1 Gen 1)
3. Aansluitingen voor digitale input en digitale output (DI/DO)
• Aansluiten op de computer via de USB-C-adapter
• Gegevensoverdracht met USB 3.1-snelheid van maximaal 5 Gbps.
• Stroom leveren aan de computer.
Opmerking: Als de computer niet op netvoeding is aangesloten en de I/O-box is aangesloten op gelijkstroomvoeding, voorziet de I/O-box de computer van stroom via de USB-C-aansluiting. In dit geval zijn de uitgangsspanning en stroom 20 V en 3 A.
Aansluiten op nabijheidssensoren of andere apparaten die gebruikmaken van de DI/DO-aansluitingen via de DI/DO-adapters
c .
b .
Pintoewijzingstabel voor digitale in- en output
Pinnummer D-OUT Pindefinitie D-OUT
1
2
3 Digitale uitgang-1 3 Digitale ingang-1
COM
GND
Pinnummer D-IN Pindefinitie D-IN
1
2
COM
GND
4 Digitale uitgang-2 4 Digitale ingang-2
5
6 Digitale uitgang-4 6 Digitale ingang-4
Digitale uitgang-3
5
Digitale ingang-3
16 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Digitale ingang en digitale uitgang
Digitale ingang
Digitale uitgang
• Kanalen: 4
• Ingangstype: NPN, PNP
• Droog contact:
– Logic 0: Open – Logic 1: Gesloten voor GND
• Nat contact:
– Logic 0: 0 V tot 0,8 V – Logic 1: 5 V tot 30 V
• Ingangsweerstand: 9,8 kΩ
• Isolatievoltage: 1,5 kV (DC)
• Overspanningsbescherming: 70 V (DC)
• Kanalen: 4
• Uitvoertype: NPN
• Uitgangsspanning: 5 V
• Normale uitgangsstroom: 200 mA
• Isolatievoltage: 1,5 kV (DC)
Opmerking: De uitgangsspanning kan variëren van 5 tot 30 V wanneer een externe relay-module, die afzonderlijk is aangesloten op een externe voedingsbron, is aangesloten op de digitale uitgang.
Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer 17
18 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 3. Uw computer verkennen

Energie beheren

Gebruik de informatie in dit gedeelte om de beste balans te vinden tussen prestaties en efficiënt stroomverbruik.

Het gedrag van de aan/uit-knop instellen

U kunt het gedrag van aan/uit-knop aan uw eigen voorkeur aanpassen. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten.
De werking van de aan/uit-knop wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen.

Het energiebeheerschema instellen

Voor computers die compatibel zijn met ENERGY STAR® wordt het volgende energieschema van kracht wanneer uw computers gedurende een bepaalde tijd niet actief zijn geweest. Het standaardenergieschema varieert afhankelijk van uw computermodellen. Om het machinetype van uw computermodel te weten te komen, ga naar 'Voordat u contact opneemt met Lenovo' op pagina 76.
Tabel 1. Standaarenergieschema wanneer aangesloten op netvoeding (voor machinetypen: 11BS, 11BT, 11BU, 11BV, 11GW, 11GX, 11GV, 11GY, 11C0, 11GB, 11HU, 11HV, 11HW, 11HX, 11HY, 11J0, 11J1 en 11J2)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer in slaapstand: na 10 minuten
Tabel 2. Standaarenergieschema wanneer aangesloten op netvoeding (voor machinetypen: 11G4, 11G5, 11G6, 11G7, 11G8, 11G9, 11BW en 11BX)
• Beeldscherm uitzetten na: 10 minuten
• Computer naar slaapstand na: 25 minuten
Om het systeem uit slaapstand te laten ontwaken, drukt u op een toets op het toetsenbord.
De instellingen van uw energiebeheerschema opnieuw instellen om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing:
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer en kies een energiebeheerschema van uw voorkeur of pas het aan.

Gegevens overbrengen

Deel snel uw bestanden via de ingebouwde Bluetooth-technologie met apparaten die over dezelfde functies beschikken. U kunt ook een schijf of mediakaart installeren om gegevens over te brengen.
© Copyright Lenovo 2020 19

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat (voor bepaalde modellen)

U kunt alle typen Bluetooth-apparaten verbinden met uw computer, zoals een toetsenbord, een muis, een smartphone of luidsprekers. Om er zeker van te zijn dat de verbinding slaagt, moeten de apparaten zich op minder dan 10 meter van de computer bevinden.
1. Schakel Bluetooth op de computer in. a. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere
apparaten.
b. Schakel de functie Bluetooth in.
2. Klik op Bluetooth of een ander apparaat toevoegen Bluetooth.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Uw Bluetooth-apparaat en de computer worden de volgende keer automatisch gekoppeld als de twee apparaten zich binnen elkaars bereik bevinden en op beide apparaten Bluetooth is ingeschakeld. U kunt Bluetooth gebruiken voor gegevensoverdracht of extern beheer en communicatie.

Accessoires aanschaffen

Lenovo heeft allerlei hardwareaccessoires en upgrades om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Onder de opties vallen geheugenmodules, opslagapparaten, netwerkkaarten, voedingsadapters, toetsenborden, muizen en meer.
Om bij Lenovo te winkelen, gaat u naar
Er zijn enkele instructievideo's waarin te zien is hoe u uw computer met bepaalde accessoires kunt gebruiken, zoals ThinkCentre Nano TIO Cube, ThinkCentre Nano IoT IOBOX en ThinkCentre Tiny/Nano Monitor Clamp II.
https://support.lenovo.com/solutions/nanofeaturevideo
https://www.lenovo.com/accessories.
20 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen

De computer vergrendelen

Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere
beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening. U kunt de computersloten aanschaffen bij Lenovo.
Kensington-kabelslot (modellen met ventilator)
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.
© Copyright Lenovo 2020 21
Kensington-kabelslot (modellen zonder ventilator)
Maak uw computer vast aan een bureau, tafel of een ander vast voorwerp met een Kensington-kabelslot.

Meld u op een veilige manier aan op uw computer

In dit gedeelte vindt u veilige manieren om u aan te melden op uw computer met een wachtwoord of uw gezicht.

Wachtwoorden gebruiken

Wachtwoordtypen
U kunt de volgende wachtwoorden instellen in de UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) BIOS (Basic Input/Output System) om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer. U wordt echter niet om een UEFI BIOS-wachtwoord gevraagd wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
• Systeemwachtwoord Als er een systeemwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd dat
wachtwoord in te voeren. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is ingevoerd.
• Supervisorwachtwoord Het supervisorwachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbevoegden worden
gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het verstandig met een supervisorwachtwoord te werken.
Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u probeert naar het BIOS-menu te gaan, gevraagd dat wachtwoord in te voeren.
Als u zowel een systeemwachtwoord als een supervisorwachtwoord hebt ingesteld, kunt u een van beide wachtwoorden invoeren. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het supervisorwachtwoord opgeven.
• Vaste-schijfwachtwoord
22
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Door een vaste-schijfwachtwoord in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op het opslagstation. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd een geldig wachtwoord voor toegang tot het opslagstation in te voeren.
Opmerking: Nadat u een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld, zijn uw gegevens op het opslagstation beveiligd; zelfs als het opslagstation uit uw computer wordt gehaald en in een andere computer wordt geïnstalleerd.
• Wachtwoord systeembeheer (voor bepaalde modellen) U kunt het systeembeheerwachtwoord zo instellen dat dit dezelfde autoriteit heeft als het
supervisorwachtwoord om beveiligingsfuncties te beheren. De autoriteit van het systeembeheerwachtwoord aanpassen via het UEFI BIOS-menu:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security System Management Password Access Control.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security.
3. Afhankelijk van het type wachtwoord selecteert u Set Supervisor Password, Set Power-On Password, Set System Management Password of Hard Disk Password en drukt u op Enter.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Zie 'CMOS wissen' op pagina 32 als u de wachtwoorden bent vergeten en ze zelf wilt verwijderen. U kunt ook contact opnemen met een geautoriseerde Lenovo-serviceprovider om de wachtwoorden te laten verwijderen.
Opmerkingen:
• Als u het supervisorwachtwoord bent vergeten, kan deze mogelijk niet worden verwijderd door CMOS te wissen, afhankelijk van uw BIOS-instellingen.
• Als u het vaste-schijfwachtwoord bent vergeten, kan Lenovo het wachtwoord niet verwijderen en gegevens van het opslagstation niet herstellen.

Software beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u software-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.

Firewalls gebruiken

Een firewall kan hardware, software of een combinatie van beide zijn afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Firewalls werken volgens een set regels om te bepalen welke inkomende en uitgaande verbindingen zijn toegelaten. Als de computer met een vooraf geïnstalleerd firewall-programma wordt geleverd, helpt dit de computer te beschermen tegen gevaren van internet, tegen ongeoorloofde toegang, tegen inbraak en tegen aanvallen via het internet. Deze beschermt ook uw privacy. Meer informatie over het gebruik van de firewall-programma vindt u in het Help-systeem van uw firewall-programma.
Firewalls gebruiken:
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen 23
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Windows Defender Firewall, en volg dan de instructies op het scherm.

Antivirusprogramma‘s gebruiken

Op de computer is vooraf al een antivirusprogramma geïnstalleerd voor het beschermen tegen, detecteren en verwijderen van virussen.
Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op de computer geplaatst en biedt u een gratis abonnement van 30 dagen aan. Na die 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor de antivirussoftware te blijven ontvangen.
Opmerking: Virusdefinitiebestanden moeten worden geactualiseerd om beveiligd te zijn tegen nieuwe virussen.
Meer informatie over het werken met de antivirussoftware vindt u in het Help-systeem van die software.

In de firmware geïntegreerde Computrace Agent-software gebruiken (voor bepaalde modellen)

Computrace Agent-software is een oplossing voor IT-eigendomsbeheer en het herstellen van uw computer na diefstal. De software detecteert de wijzigingen die mogelijk op de computer zijn aangebracht, zoals in de hardware, software of inbellocatie van de computer. Mogelijk dient u een abonnement te kopen om de software Computrace Agent te kunnen activeren.

BIOS-beveiligingsoplossingen gebruiken

In dit gedeelte vindt u BIOS-oplossingen om uw computer en informatie te beveiligen.

Verwijder alle gegevens op een opslagstation

Het wordt aanbevolen om alle gegevens op het opslagstation te wissen voordat u een opslagstation of de computer recyclet.
Alle gegevens op een opslagstation verwijderen:
1. Stel een vaste-schijfwachtwoord in voor het opslagstation dat u wilt recyclen. Zie 'Wachtwoorden gebruiken' op pagina 22.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Security Hard Disk Password Security Erase HDD Data en druk op Enter.
4. Selecteer het opslagstation dat u wilt recyclen en druk op Enter.
5. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de bewerking te bevestigen. Selecteer Yes en druk op Enter. Het wisproces start.
Opmerking: Tijdens het wissen zijn de aan-uitknop en het toetsenbord uitgeschakeld.
6. Nadat het wissen is voltooid, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het systeem te resetten. Selecteer Continue.
Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het opslagstation duurt het wissen een half uur tot drie uur.
7. Nadat het resetten is voltooid, zal het volgende gebeuren:
• Als een opslagstation met systeemgegevens is gewist, krijgt u de melding dat er geen
besturingssysteem beschikbaar is.
24
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
• Als een opslagstation met andere dan systeemgegevens is gewist, start de computer automatisch weer op.

De aanwezigheidsschakelaar voor de kap gebruiken

De schakelaar op de kap voorkomt dat de computer inlogt in het besturingssysteem, wanneer de kap van de computer niet goed is geïnstalleerd of gesloten.
De schakelaar van het computerdeksel op het systeembord inschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Cover Tamper Detected en druk Enter.
3. Selecteer Enabled en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Wanneer de schakelaar van de computerkap op de systeemplaat ingeschakeld is en als de schakelaar op de kap detecteert dat de computerkap niet naar behoren is geïnstalleerd of gesloten, zal er een foutbericht worden weergegeven wanneer u de computer aanzet. De foutmelding omzeilen en inloggen op het besturingssysteem:
1. Installeer of sluit de kap van de computer op de juiste manier.
2. Ga naar het BIOS-menu, sla op en sluit weer af.

Smart USB Protection gebruiken

De functie Smart USB Protection is een beveiligingsfunctie waarmee u kunt voorkomen dat gegevens van de computer worden gekopieerd naar USB-opslagapparaten die op de computer zijn aangesloten. U kunt de functie Smart USB Protection instellen op een van de volgende werkstanden:
Disabled (standaardinstelling): u kunt USB-opslagapparaten gebruiken zonder beperking.
Read Only: u kunt geen gegevens van de computer naar USB-opslagapparaten kopiëren. U hebt echter wel toegang tot gegevens op de USB-opslagapparaten en kunt deze wijzigen.
No Access: u hebt geen toegang tot USB-opslagapparaten vanaf de computer.
De functie Smart USB Protection configureren:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Smart USB Protection en druk op Enter.
3. Kies de gewenste instelling en druk op Enter.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Hoofdstuk 4. De computer en computergegevens beveiligen 25
26 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 5. UEFI BIOS

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het configureren en bijwerken van UEFI BIOS en het wissen van CMOS.

Wat is UEFI BIOS

Opmerking: De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen eventuele vergelijkbare instellingen
in UEFI BIOS overschrijven.
Het UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer wordt ingeschakeld. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem en andere programma´s geladen. Uw computer wordt geleverd met een installatieprogramma waarmee u de UEFI BIOS-instellingen kunt wijzigen.

Het BIOS-menu openen

Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op de toets F1 of toetsencombinatie Fn+F1 om het BIOS-menu weer te geven.
Opmerking: Als u een BIOS-wachtwoord hebt ingesteld, voer dan het juiste wachtwoord in wanneer dat wordt gevraagd. U kunt ook No selecteren of op Esc drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het BIOS-menu te openen. U kunt echter niet de systeemconfiguraties wijzigen die met wachtwoorden zijn beschermd.

Navigeren in de BIOS-interface

Attentie: De standaardconfiguraties zijn al vooraf voor u ingesteld en worden vetgedrukt weergegeven.
Verkeerde wijzigingen van de configuraties kunnen onverwachte gevolgen hebben.
Afhankelijk van uw toetsenbord kunt u navigeren in de BIOS-interface door op de volgende toetsen of combinaties van Fn- en de volgende toetsen te drukken:
F1 of Fn+F1 Het scherm met algemene hulp weergeven.
Esc of Fn+Esc Het submenu afsluiten en terugkeren naar het bovenliggende menu.
↑↓ of Fn+↑↓ Een item zoeken.
← → of Fn+← → Een tabblad selecteren.
+/– of Fn++/– Naar een hogere of lagere waarde wijzigen.
Enter Het geselecteerde tabblad of submenu openen.
F9 of Fn+F9 De fabrieksinstellingen herstellen.
F10 of Fn+F10 De configuratie opslaan en afsluiten.

De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen

UEFI BIOS ondersteunt drie of vier weergavetalen: Engels, Frans, Vereenvoudigd Chinees en Russisch (voor bepaalde modellen).
© Copyright Lenovo 2020 27
De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen:
1. Selecteer Main Language en druk op Enter.
2. Stel de weergavetaal in naar wens.

De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen

U kunt het UEFI BIOS naar wens in de grafische modus of in de tekstmodus gebruiken.
De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main Setup Mode Select en druk op Enter.
3. Stel de weergavemodus in naar wens.

De systeemdatum en -tijd instellen

1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main System Time & Date en druk op Enter.
3. Stel de gewenste datum en tijd voor het systeem in.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De opstartvolgorde wijzigen

Als de computer niet zoals verwacht opstart vanaf een bepaald apparaat, kunt u ervoor kiezen de opstartvolgorde van de apparaten permanent te wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat te selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan. Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Startup, en volg dan de instructies op het scherm om de opstartvolgorde van de apparaten te wijzigen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Kies een tijdelijk opstartapparaat Opmerking: Niet alle schijven en opslagstations zijn opstartbaar.
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12 of Fn+F12.
28
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
3. Selecteer het gewenste opslagapparaat en druk op Enter.
Als u de opstartvolgorde van apparaten permanent wilt wijzigen, selecteert u Enter Setup in Startup Device Menu en drukt u op Enter om het BIOS-menu te openen.

Schakel de configuration change detection-functie in- of uit

Als u de functie Configuration Change Detection inschakelt en de POST gewijzigde configuraties van sommige hardwareapparaten (zoals opslagstations of geheugenmodules) detecteert, wordt een foutmelding weergegeven wanneer u uw computer aanzet.
De Configuration Change Detection-functie in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Security Configuration Change Detection en druk op Enter.
3. De gewenste functie in- of uitschakelen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Druk op F2 of Fn+F2 om de foutmelding te omzeilen en log in op het besturingssysteem. U wist het foutbericht door het BIOS-menu te openen, op te slaan en af te sluiten.

Schakel de automatic power on-functie in- of uit

De functie Automatic Power On in UEFI BIOS biedt u verschillende opties waarmee u de computer automatisch kunt laten opstarten.
De automatic power on-functie in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Automatic Power On en druk op Enter.
3. Kies de gewenste functie en druk op Enter.
4. De gewenste functie in- of uitschakelen.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

Schakel de Smart Power On-functie in- of uit (voor bepaalde modellen):

Zorg ervoor dat het toetsenbord is aangesloten op een USB-aansluiting die de Smart Power On-functie ondersteunt. Als de Smart Power On-functie is ingeschakeld zal de computer opstarten of uit sluimerstand komen door het indrukken van Alt+P.
De functie Smart Power On in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Smart Power On en druk op Enter.
3. De gewenste functie in- of uitschakelen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

Schakel de ErP LPS-compliantiemodus in of uit (voor bepaalde modellen)

Lenovo-computers voldoen aan de eco-designvereisten van de ErP Lot 3-regelgeving. Ga voor meer informatie naar:
https://www.lenovo.com/us/en/compliance/eco-declaration
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS 29
U kunt de ErP LPS-compliantiemodus inschakelen om het elektriciteitsverbruik te verlagen wanneer de computer uit of in slaapstand staat.
De ErP LPS-compliantiemodus in- of uitschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Enhanced Power Saving Mode en druk op Enter.
3. Afhankelijk van of u Enabled of Disabled selecteert, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Als u Enabled selecteert, drukt u op Enter. Selecteer dan Power Automatic Power On en druk op
Enter. Controleer of de functie Wake on LAN automatisch wordt uitgeschakeld. Zo niet, schakel deze dan uit.
• Als u Disabled selecteert, drukt u op Enter. Ga vervolgens door naar de volgende stap.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Wanneer de ErP LPS-compliantiemodus is ingeschakeld, kunt u de computer als volgt uit de slaapstand halen:
• Druk op de aan/uit-knop.
• Schakel de functie Wake Up on Alarm in om de computer op de ingestelde tijd te activeren.
U moet ook de functie Snel opstarten uitschakelen voor naleving van de ErP-vereisten voor de uitgeschakelde modus.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
3. Wis de optie Snel opstarten inschakelen (aanbevolen) in de lijst Instellingen voor afsluiten.

De ITS-prestatiemodus wijzigen (voor bepaalde modellen)

U kunt de akoestische of thermische prestaties van uw computer aanpassen door de ITS-prestatiemodus te wijzigen. Er zijn drie opties beschikbaar:
Best Performance (standaardinstelling): De computer werkt met de beste systeemprestaties op een normaal akoestisch niveau.
Best Experience: De computer werkt voor de beste ervaring met gebalanceerde akoestiek en betere prestaties.
Full Speed: Alle ventilatoren in de computer draaien op maximale snelheid.
De ITS-prestatiemodus wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Power Intelligent Cooling en druk op Enter.
3. Selecteer Performance Mode en druk op Enter.
4. Stel de prestatiemodus in naar wens.
5. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

De BIOS-instellingen wijzigen voordat u een nieuw besturingssysteem installeert

De BIOS-instellingen verschillen per besturingssysteem. Wijzig de BIOS-instellingen voordat u een nieuw besturingssysteem installeert.
30
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows 10. Controleer voordat u een bepaalde Windows 10-versie installeert de compatibiliteitslijst voor de Windows-versie. Ga voor meer informatie naar:
https://support.lenovo.com/us/en/solutions/windows-support
De BIOS-instellingen wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Kies in de hoofdinterface voor Security Secure Boot en druk op Enter.
3. Afhankelijk van het besturingssysteem dat u wilt installeren, voert u een van de volgende stappen uit:
• Voor installatie van het besturingssysteem Windows 10 (64-bits) of de meeste Linux­besturingssystemen, selecteert u Enabled bij Secure Boot.
• Als u een besturingssysteem wilt installeren dat Secure Boot niet ondersteunt, selecteert u Disabled bij Secure Boot.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.

UEFI BIOS bijwerken

Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, moet u mogelijk het UEFI BIOS bijwerken. U kunt BIOS bijwerken vanaf uw besturingssysteem of met een flashupdate-schijf (alleen op bepaalde modellen ondersteund).
Download en installeer het nieuwste UEFI BIOS-updatepakket via een van de volgende methoden:
• Vanuit de Vantage-app: Open de Vantage-app om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het meest recente UEFI
BIOS-updatepakket beschikbaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm om het pakket te downloaden en te installeren.
• Van de ondersteuningswebsite van Lenovo:
1. Ga naar
2. Download het stuurprogramma van de BIOS-flashupdate voor de besturingssysteemversie of de ISO­imageversie (gebruikt voor het maken van een flashupdate-schijf). Download vervolgens de installatie-instructies voor het stuurprogramma van de BIOS-flashupdate dat u hebt gedownload.
3. Druk de installatie-instructies af en volg de instructies voor het bijwerken van het BIOS.
https://pcsupport.lenovo.com.

Herstellen van een BIOS-bijwerkfout

1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle verbonden apparaten uit.
2. Plaats de schijf met de BIOS-update in het optische station en schakel vervolgens de computer uit.
3. Haal alle stekkers uit het stopcontact. Verwijder vervolgens alle onderdelen die de toegang tot de jumper voor wissen en herstel van het CMOS blokkeren.
4. Verplaats de jumper van de standaardpositie naar de onderhoudspositie.
5. Steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in het stopcontact.
6. Zet het beeldscherm en de computer aan. Als de computer een signaal geeft, start de herstelprocedure.
7. Na het voltooien van de herstelprocedure wordt de computer automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: Afhankelijk van het computermodel duurt het herstelproces twee tot drie minuten.
8. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
9. Zet de jumper terug in de standaardpositie.
Hoofdstuk 5. UEFI BIOS 31
10. Plaats alle onderdelen terug die u hebt verwijderd. Steek vervolgens de stekkers van de computer en de monitor in het stopcontact.
11. Zet het beeldscherm en de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
12. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de BIOS-instellingen worden hersteld naar een eerder punt. Zie voor BIOS-configuraties Hoofdstuk 5 'UEFI BIOS' op pagina 27.

CMOS wissen

1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle verbonden apparatuur en de computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact. Verwijder vervolgens alle onderdelen die de toegang tot de jumper voor wissen en herstel van het CMOS blokkeren.
3. Verplaats de jumper van de standaardpositie naar de onderhoudspositie.
4. Steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in het stopcontact.
5. Zet het beeldscherm en de computer aan. Als de computer een signaal geeft, wacht dan ongeveer tien seconden.
6. Zet de computer uit door de aan/uit-knop ongeveer vier seconden ingedrukt te houden.
7. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
8. Zet de jumper terug in de standaardpositie.
9. Plaats alle onderdelen terug die u hebt verwijderd. Steek vervolgens de stekkers van de computer en de monitor in het stopcontact.
10. Zet het beeldscherm en de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
11. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de BIOS-instellingen worden hersteld naar een eerder punt. Zie voor BIOS-configuraties Hoofdstuk 5 'UEFI BIOS' op pagina 27.
32
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het verhelpen van computerproblemen. Gebruik de standaardprocedure als uitgangspunt voor het oplossen van computerproblemen.

Basisprocedure voor verhelpen van computerproblemen

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
1. Controleer of: a. De kabels van alle aangesloten apparatuur zijn correct en stevig bevestigd. b. Alle componenten zijn weer op de juiste manier teruggeplaatst. c. Alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde, goed werkende
stopcontacten.
d. Alle aangesloten apparaten zijn ingeschakeld in UEFI BIOS.
2. Gebruik een antivirusprogramma (indien aanwezig) om te controleren of de computer besmet is met een virus. Als het programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus.
3. Zie Hoofdstuk 6 'Diagnose, probleemoplossing en herstel' op pagina 33 om het probleem dat u ondervindt op te lossen, voer het diagnoseprogramma uit en herstel het besturingssysteem.
4. Neem contact op met Lenovo als het probleem zich blijft voordoen. Zie Hoofdstuk 8 'Help en ondersteuning' op pagina 75.

Problemen oplossen

Gebruik deze informatie voor het oplossen van probleem om oplossingen voor problemen te vinden die duidelijke dymptomen hebben.
© Copyright Lenovo 2020 33

Problemen met het opstarten

Probleem
De computer start niet op na het indrukken van de aan/uit-knop.
Het besturingssysteem wordt niet vanaf het juiste opslagstation opgestart of start niet op
Oplossing
• Zorg ervoor dat het netsnoer juist is aangesloten aan de achterzijde van de computer en op een goed werkend stopcontact.
• De computer nog een tweede netschakelaar aan de achterzijde heeft en of die wel aan staat.
• Het netvoedingslampje aan de voorkant van de computer brandt.
• De spanning (het voltage) waarop het apparaat is ingesteld, overeenkomt met de spanning die in uw land of regio op het stopcontact staat.
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van het opslagstation juist zijn verbonden.
• Controleer of het opslagstation van waaruit de computer wordt opgestart, als eerste opstartapparaat wordt weergegeven in het UEFI BIOS.
• In zeldzame gevallen kan het opslagstation met het besturingssysteem beschadigd raken. In dat geval moet u mogelijk het opslagstation vervangen.
• Als de computer is geïnstalleerd met een Optane-geheugen:
– Controleer of het Optane-geheugen niet is verwijderd. – Controleer of het Optane-geheugen niet is beschadigd.
Controleer of het Optane-geheugen diagnoseprogramma's gebruikt.
De computer geeft een aantal geluidssignalen voordat het besturingssysteem wordt opgestart.
Controleer of er geen toetsen klemmen.
34 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Audioproblemen

Probleem
De audio kan niet met het besturingssysteem van Windows
®
worden afgespeeld.
Oplossing
• Als u externe luidsprekers met eigen voeding en een aan/uit-knop
gebruikt, zorg dan voor het volgende:
– De aan/uit-knop is ingesteld in de Aan-stand. – De voedingskabel van de luidspreker is aangesloten op een
voldoende geaard, werkend stopcontact (wisselstroom).
• Als de externe luidsprekers een volumeregeling hebben, controleer
dan of het volume niet te laag is ingesteld.
• Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het
volumepictogram. Controleer de instellingen van de luidspreker en het volume. Demp de luidspreker niet en stel het volume niet te laag in.
• Als uw computer een audiopaneel aan de voorzijde heeft,
controleert u of het volume niet te laag is ingesteld.
• Controleer of de externe luidsprekers (of de hoofdtelefoon) zijn
aangesloten op de juiste audio-aansluiting van de computer. De meeste luidsprekerkabels zijn voorzien van een kleur die hetzelfde is als de kleur van de audioaansluiting.
Opmerking: Wanneer u kabels voor externe luidsprekers of koptelefoons aansluit op de audiopoort, wordt de eventueel aanwezige interne luidspreker daardoor uitgeschakeld. In de meeste gevallen wordt door het installeren van een geluidskaart, in een van de uitbreidingssleuven, de op de systeemplaat ingebouwde audiofunctie uitgeschakeld. U dient dan gebruik te maken van de audio-aansluitingen van de adapter.
• Controleer of het programma dat u gebruikt, is bedoeld voor
gebruik onder het besturingssysteem Microsoft Windows. Indien het programma zo is ontworpen dat het in DOS wordt uitgevoerd, wordt de geluidfunctie van Windows niet gebruikt. Het programma moet worden geconfigureerd voor gebruik van SoundBlaster Pro of SoundBlaster-emulatie.
• Controleer of de audiostuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd.
Het geluid komt niet uit de hoofdtelefoon of hoofdtelefoon.
Het geluid komt uit een van de externe luidsprekers.
Selecteer de headset of hoofdtelefoon als het standaard audio­uitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
• Zorg dat de luidsprekerkabel correct en stevig is aangesloten in de
poort van de computer.
• Controleer of de kabel die de luidsprekers met elkaar verbindt,
goed is bevestigd.
• Controleer of de balans goed is ingesteld.
1. Klik met de rechtermuisknop in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram. Klik vervolgens op Volumemixer openen en selecteer de gewenste luidspreker.
2. Klik op het luidsprekerpictogram boven de volumeregeling en klik vervolgens op het tabblad Niveaus.

Netwerkproblemen

Opmerking: De Wi-Fi®- en Bluetooth-functies zijn optioneel.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 35
Probleem
De computer kan geen verbinding maken met een Ethernet LAN.
Als er een Gigabit Ethernet-computer wordt gebruikt met een snelheid van 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of treden er fouten op in de verbinding.
Oplossing
• Sluit de kabel aan op de Ethernet-poort en de RJ45-aansluiting van de hub.
• Schakel de Ethernet-LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Ethernet LAN-adapter in.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Netwerkcentrum Adapterinstellingen wijzigen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Ethernet LAN-adapter en klik op Inschakelen.
• Werk de Ethernet LAN-adapter bij of installeer de Ethernet LAN­adapter opnieuw.
• Installeer alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
• Stel dezelfde duplex in voor de switch-poort en de adapter. Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u een verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
Sluit de netwerkkabel aan op de Ethernet-poort met kabels van categorie 5 en een 100 BASE-T-hub/switch (niet 100 BASE-X).
De functie Wake on LAN (WOL) werkt niet.
De Wi-Fi-functie werkt niet.
Schakel de Wake on LAN-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel de Wi-Fi-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Wi-Fi-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de Startknop om het contextmenu voor Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven.
4. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Wi-Fi-apparaat en klik op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Wi-Fi-functie onder Instellingen van Windows in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Netwerk en internet Wi-Fi.
3. Schakel de Wi-Fi-functie in.
• Werk het Wi-Fi-stuurprogramma bij of installeer het Wi-Fi­stuurprogramma opnieuw.
36 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Probleem
De Bluetooth-voorziening werkt niet.
Oplossing
• Schakel de Bluetooth-functie in UEFI BIOS in.
• Schakel alle Bluetooth-apparaten in.
1. Klik met de rechtermuisknop op de Startknop om het contextmenu Start te openen.
2. Klik op Apparaatbeheer. Typ het beheerderswachtwoord of geef een bevestiging als daarom wordt gevraagd.
3. Vouw Bluetooth uit om alle Bluetooth-apparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
4. Vouw Netwerkadapters uit om alle netwerkapparaten weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op elk Bluetooth-apparaat en klik dan op Apparaat inschakelen.
• Schakel de Bluetooth-radio in.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Apparaten Bluetooth en andere apparaten.
3. Zet de Bluetooth-schakelaar op aan om de Bluetooth-functie in te schakelen.
• Werk het Bluetooth-stuurprogramma bij of installeer het Bluetooth­stuurprogramma opnieuw.
Er komt geen geluid uit de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoon.
Selecteer de Bluetooth-headset of -hoofdtelefoon als het standaard audio-uitvoerapparaat in geavanceerde geluidsinstellingen.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 37

Problemen met de prestaties

Probleem
Er staat een buitensporig aantal niet­aaneengesloten bestanden op de opslagstations.
Er is onvoldoende opslagruimte op het opslagstation.
Oplossing
Opmerking: Afhankelijk van het volume van de opslagstations en de
hoeveelheid gegevens die op de opslagstations zijn opgeslagen, kan het defragmentatieproces een aantal uren in beslag nemen.
1. Sluit alle geopende programma's en vensters.
2. Open het menu Start.
3. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
4. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
5. Klik op de tab Extra.
6. Klik op Optimaliseren. Selecteer het gewenste station en klik vervolgens op Optimaliseren.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
• Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon station C op.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Windows-systeem Bestandenverkenner Deze pc.
3. Klik met de rechtermuisknop op station C en vervolgens op Eigenschappen.
4. Controleer hoeveel vrije ruimte beschikbaar is en klik vervolgens op Schijfopruiming.
5. Er verschijnt een lijst met een aantal categorieën van bestanden die doorgaans overbodig zijn. Selecteer de bestandscategorie die u wilt verwijderen en klik op OK.
• Schakel bepaalde Windows-onderdelen uit of verwijder onnodige programma's.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Programma's en functies.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
– Om bepaalde Windows-onderdelen uit te schakelen, klikt u
op Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm.
– Om onnodige programma's te verwijderen, selecteert u het
programma dat u wilt verwijderen, en klikt u vervolgens op Verwijderen/Wijzigen of Verwijderen.
Er is onvoldoende vrije geheugenruimte.
38 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
• Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte op de taakbalk en open Taakbeheer. Beëindig vervolgens de taken die u niet uitvoert.
• Installeer extra geheugenmodules.

Problemen met opslagstations

Probleem
Sommige of alle opslagstations ontbreken in het BIOS-menu.
Oplossing
• Controleer of alle signaal- en voedingskabels van alle
opslagstations op de juiste wijze zijn aangesloten.
• Controleer of de computer juist is geconfigureerd om de
opslagstations te ondersteunen.
– Als de computer over SATA-opslagstations beschikt, controleer
dan of de inschakelingsmodule van het SATA-opslagstation (één tot vijf opslagstations) is geïnstalleerd.
– Als de computer over vijf SAS-opslagstations beschikt,
controleer dan of de inschakelingsmodule van het SAS­opslagstation (één tot vijf opslagstations) of de LSI MegaRAID SAS-adapter is geïnstalleerd.

Problemen met de seriële aansluiting

Probleem
De seriële aansluiting is niet toegankelijk.
Oplossing
• Sluit de seriële kabel van de seriële aansluiting op de computer
stevig aan op het seriële apparaat. Als het seriële apparaat een eigen netsnoer heeft, steekt u het netsnoer in een geaard stopcontact.
• Schakel het seriële apparaat in en houd het apparaat online.
• Installeer alle programma's die bij het seriële apparaat zijn
geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het seriële apparaat voor meer informatie.
• Als u een adapter voor de seriële aansluiting hebt toegevoegd, zorg
er dan voor dat de adapter op de juiste wijze is geïnstalleerd.

Problemen met USB-apparaten

Probleem
Het USB-apparaat is niet toegankelijk.
Oplossing
• Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting en het USB-
• Schakel het USB-apparaat in en houd het apparaat online.
• Installeer alle stuurprogramma's of programma's die bij het USB-
• Stel het USB-apparaat opnieuw in door de USB-aansluiting los te
• Zorg ervoor dat de functie Smart USB Protection is uitgeschakeld
apparaat. Als het USB-apparaat een eigen netsnoer heeft, steekt u het netsnoer in een geaard stopcontact.
apparaat zijn geleverd. Raadpleeg de documentatie bij het USB­apparaat voor meer informatie.
koppelen en opnieuw te bevestigen.
in UEFI BIOS.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 39

Softwareproblemen

Probleem
Bepaalde programma's werken niet zoals verwacht.
Oplossing
1. Controleer of het probleem worden veroorzaakt door een programma.
a. Controleer of de software compatibel is met de computer.
Raadpleeg de documentatie bij de software voor meer
informatie. b. Controleer of de software correct werkt op de computer. c. Controleer of de software die u gebruikt wel op een andere
computer werkt.
2. Als het probleem wordt veroorzaakt door een programma:
• Raadpleeg de gedrukte documentatie die bij het programma
wordt geleverd of raadpleeg het Help-systeem van het programma.
• Werk het programma bij.
• Verwijder het programma en installeer het daarna opnieuw. Als
u een programma wilt downloaden dat vooraf op uw computer is geïnstalleerd, ga naar de instructies op het scherm.
https://pcsupport.lenovo.com en volg

Diagnose

Diagnostische oplossingen gebruiken voor het testen van de hardwarecomponenten en het melden van door het besturingssysteem gecontroleerde instellingen die de werking van uw computer kunnen verstoren.

Lenovo diagnoseprogramma‘s

Voor informatie over diagnoseprogramma's van Lenovo gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/lenovodiagnosticsolutions

Herstel

In dit gedeelte komt de Lenovo-herstelinformatie van het Windows 10-besturingssysteem aan de orde. Lees de informatie en volg de aanwijzingen voor het herstel op het scherm. De gegevens op uw computer worden tijdens het herstelproces mogelijk verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.

Systeembestanden en -instellingen herstellen naar een eerder punt

1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Herstel Systeemherstel starten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.

Uw bestanden herstellen vanuit een back-up

Opmerking: Als u het bestandsgeschiedenishulpmiddel gebruikt om de bestanden vanuit een back-up te
herstellen, zorg er dan voor dat u in een eerder stadium met het hulpmiddel een back-up van uw gegevens gemaakt hebt.
1. Ga naar het Configuratiescherm en kies voor weergave in grote of kleine pictogrammen.
2. Klik op Bestandsgeschiedenis Persoonlijke bestanden terugzetten. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm.
40
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

De computer opnieuw instellen

Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen om uw bestanden te behouden of te verwijderen wanneer u het besturingssysteem opnieuw installeert.
Opmerking: De items in de grafische gebruikersinterface van het besturingssysteem kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Update en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Deze pc opnieuw instellen op Aan de slag.
3. Volg nu de aanwijzingen op het scherm om de computer opnieuw in te stellen.

Geavanceerde opties gebruiken

1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen Update en beveiliging Herstel.
2. Klik in het gedeelte Geavanceerde opstartopties op Nu opnieuw opstarten Problemen oplossen Geavanceerde opties.
3. Selecteer een voorkeur en volg de instructies op het scherm.

Automatisch herstel van Windows

Opmerking: Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding tijdens de herstelprocedure.
De herstelomgeving van Windows op uw computer werkt onafhankelijk van het Windows 10­besturingssysteem. Hierdoor kunt u het besturingssysteem herstellen of repareren, ook als het Windows 10­besturingssysteem niet kan worden gestart.
Na twee achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, start de herstelomgeving van Windows automatisch. Daarna kunt u reparatie- en herstelopties kiezen door de instructies op het scherm te volgen.

Een USB-herstelapparaat maken en gebruiken

U wordt aangeraden om zo snel mogelijk een USB-herstelstation te maken als back-up voor de Windows­herstelprogramma's. Met het USB-herstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Als u geen USB-herstelstation als voorzorgsmaatregel hebt gemaakt, kunt u contact opnemen met het klantsupportcentrum van Lenovo en een USB-herstelstation van Lenovo kopen. Voor een lijst met telefoonnummers van de ondersteuning van Lenovo in uw land of regio gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Een USB-herstelstation maken Attentie: Tijdens het maken van het USB-herstelstation worden alle gegevens die al op het USB-station
staan, verwijderd. Om gegevensverlies te voorkomen, maakt u een reservekopie van alle gegevens die u wilt behouden.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Bereid een USB-station voor met een capaciteit van minimaal 16 GB. Hoeveel USB-capaciteit daadwerkelijk is vereist, hangt af van de grootte van de herstelinstallatiekopie.
3. Sluit het voorbereide USB-station aan op de computer.
4. Typ recovery in het zoekvak. Klik vervolgens op Een herstelstation maken.
5. Klik op Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer om het programma Recovery Media Creator op te starten.
6. In het venster Herstelstation volgt u de aanwijzingen op het scherm om een USB-herstelstation te maken.
Hoofdstuk 6. Diagnose, probleemoplossing en herstel 41
Het USB-herstelstation gebruiken
Als u uw computer niet kan worden opgestart, gaat u naar Hoofdstuk 8 'Help en ondersteuning' op pagina 75 om het probleem eerst zelf proberen op te lossen. Als het probleem blijft bestaan, kunt u het USB­herstelstation gebruiken om uw computer te herstellen.
1. Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op de netvoeding.
2. Sluit het USB-herstelstation aan op de computer.
3. Zet de computer aan of start opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12. Het venster Boot Menu wordt geopend.
4. Selecteer het USB-herstelstation als opstartapparaat. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om het proces te voltooien.

Werk het stuurprogramma bij

Attentie: Als u stuurprogramma's opnieuw installeert, wijzigt u de huidige configuratie van de computer.
U moet het meest recente stuurprogramma voor een bepaalde component downloaden wanneer u merkt dat die component niet goed meer werkt of wanneer u een nieuwe component hebt toegevoegd. Met deze actie kan wellicht de mogelijkheid worden uitgesloten dat het probleem door het stuurprogramma wordt veroorzaakt. Download en installeer het nieuwste stuurprogramma via een van de volgende methoden:
• Vanuit de Vantage-app: Open de Vantage-app om de beschikbare updatepakketten te controleren. Als het meest recente UEFI
BIOS-updatepakket beschikbaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm om het pakket te downloaden en te installeren.
• Van de ondersteuningswebsite van Lenovo: Ga naar
aanwijzingen op het scherm om de benodigde stuurprogramma's en software te installeren.
• Van Windows Update:
https://pcsupport.lenovo.com en selecteer de vermelding voor uw computer. Volg nu de
Opmerking: De stuurprogramma's die door Windows Update worden opgehaald, zijn mogelijk niet door Lenovo getest. U wordt aangeraden stuurprogramma's van Lenovo op te halen.
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen Bijwerken en beveiligen Windows Update.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
42
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 7. CRU vervangen

Wat zijn CRU's

Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden bijgewerkt of vervangen. Lenovo-computers bevatten de volgende typen CRU's:
Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
Optional-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door meer ervaren gebruikers. Speciaal opgeleide servicemedewerkers kunnen tevens een service bieden om de onderdelen te installeren of vervangen onder het type garantie dat is vastgesteld voor het apparaat van de gebruiker.
Als u de CRU zelf wilt installeren, verzendt Lenovo de CRU naar u. Informatie over CRU‘s en vervangingsinstructies worden bij uw product geleverd en zijn te allen tijde op verzoek bij Lenovo verkrijgbaar. Mogelijk moet u het defecte onderdeel retourneren dat door de CRU wordt vervangen. Indien terugzending wordt verlangd: (1) worden bij de vervangende CRU retourzending-instructies, een voorgefrankeerd retouretiket en een verpakkingsmateriaal geleverd; en (2) kunnen u voor de vervangende CRU kosten in rekening worden gebracht indien Lenovo de defecte CRU niet ontvangt binnen dertig (30) dagen nadat u de vervangende CRU hebt ontvangen. Raadpleeg de documentatie over de Lenovo Beperkte Garantie-documentatie op:
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
Raadpleeg de volgende lijst met CRU's voor uw computer.
Self-service CRU's
• Bodemafdekplaat
• DIN-railbeugelset*
• I/O-box* (voor modellen zonder ventilator)
• Toetsenbord*
• M.2 SSD-station
• Muis*
• Voedingsadapter*
• Voedingsadapterbeugelset*
• Netsnoer*
• Wi-Fi-antenne aan de achterkant*
• VESA-montagebeugelset*
Optional-service CRU's
• Afdekking voor koelvinblok* (voor modellen zonder ventilator)
• Wi-Fi-kaart*
* voor bepaalde modellen

Een CRU vervangen (voor modellen met ventilator)

Volg de vervangingsprocedure om een CRU te vervangen.
© Copyright Lenovo 2020 43

Voedingsadapter en netsnoer

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de voedingsadapter.
4. Verwijder het netsnoer.
44 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
5. Installeer het netsnoer.
6. Installeer de voedingsadapter.
7. Sluit de externe kabels aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

DIN-railbeugelset

Opmerking: De DIN-railbeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 45
3. Verwijder de computer met de DIN-railbeugel van de rail.
4. Draai de computer om, met de onderkap naar boven. Verwijder daarna de DIN-railbeugel.
5. Installeer de DIN-railbeugel.
46 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
6. Als u de rail niet hebt geïnstalleerd, installeer het dan op een plek waar u de computer wilt plaatsen.
7. Installeer de computer met de DIN-railbeugel op de rail.
8. Sluit de externe kabels aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Voedingsadapterbeugelset

Opmerking: De voedingsadapterbeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 47
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Draai de schroef los waarmee de montagebeugel voor de voedingsadapter aan de wand is bevestigd.
4. Verwijder de voedingsadapterbeugel van de wandmontagebeugel.
5. Verwijder het netsnoer uit de voedingsadapter. Zie 'Voedingsadapter en netsnoer' op pagina 44.
48
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
6. Verwijder de voedingsadapter uit de voedingsadapterbeugel.
7. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
8. Verwijder de voedingsadapterbeugel van de computer.
9. Installeer de voedingsadapterbeugel op de computer.
10. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 49
11. Installeer de voedingsadapter in de voedingsadapterbeugel.
12. Sluit het netsnoer op de voedingsadapter aan. Zie 'Voedingsadapter en netsnoer' op pagina 44.
13. Installeer de voedingsadapterbeugel op de wandmontagebeugel.
14. Draai de schroef vast waarmee de voedingsadapterbeugel aan de wandmontagebeugel wordt bevestigd.
15. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.
50
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

VESA-montagebeugelset

Opmerking: De VESA-montagebeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de schroef waarmee de VESA-montagebeugel is bevestigd.
4. Verwijder de VESA-montagebeugel van de wandmontagebeugel.
5. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
6. Verwijder de VESA-montagebeugel van de computer.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 51
7. Installeer de VESA-montagebeugel op de computer.
8. Installeer de VESA-montagebeugel op de wandmontagebeugel.
9. Draai de schroef vast waarmee de VESA-montagebeugel aan de wandmontagebeugel wordt bevestigd.
10. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Wi-Fi-antenne aan de achterkant

Opmerking: De Wi-Fi-antenne aan de achterkant is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
52
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de achterste Wi-Fi-antenne.
4. Installeer de achterste Wi-Fi-antenne.
5. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 53

Bodemafdekplaat

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Zet de computer uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de bodemplaat opent.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet.
4. Verwijder de beugel, indien aanwezig. Zie 'DIN-railbeugelset' op pagina 45, 'Voedingsadapterbeugelset' op pagina 47 of 'VESA-montagebeugelset' op pagina 51.
5. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
6. Verwijder de bodemafdekplaat.
54 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
7. Installeer de bodemafdekplaat.
8. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
9. Installeer de verwijderde beugel opnieuw.
10. Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen.
11. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Wi-Fi-kaart

Opmerking: De Wi-Fi-kaart en de antennekabels voor de Wi-Fi zijn alleen bij sommige modellen
beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
2. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'Bodemafdekplaat' op pagina 54.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 55
3. Verwijder de Wi-Fi-kaart.
4. Installeer de Wi-Fi-kaart.
5. Plaats de verwijderde onderdelen terug. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
6. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

M.2 SSD-station

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vervangingsprocedure
1. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
2. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'Bodemafdekplaat' op pagina 54.
56
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
3. Verwijder een M.2 SSD-station.
Opmerking: Mogelijk wordt het M.2-station door een thermische matje bedekt. Verwijder eerst het thermische matje voordat u het M.2-station kunt benaderen.
4. Installeer een M.2 SSD-station. Zie 'Systeemplaat' op pagina 6 voor meer informatie over de bijbehorende sleuf voor het M.2 SSD-station. Bedek het M.2-station met een thermische matje als u er een hebt verwijderd.
5. Plaats de verwijderde onderdelen terug. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
6. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Een CRU vervangen (voor modellen zonder ventilator)

Volg de vervangingsprocedure om een CRU te vervangen.

Voedingsadapter en netsnoer

Opmerking: De voedingsadapter en netsnoer zijn alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 57
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de voedingsadapter.
4. Verwijder het netsnoer.
58 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
5. Installeer het netsnoer.
6. Installeer de voedingsadapter.
7. Sluit de externe kabels aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Afdekking voor koelvinblok

Opmerking: De afdekking van het koelvinblok is alleen beschikbaar bij bepaalde modellen.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 59
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de afdekking van het koelvinblok.
4. Installeer de afdekking van het koelvinblok.
5. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

DIN-railbeugelset

Opmerking: De DIN-railbeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
60
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de computer met de DIN-railbeugel van de rail.
4. Verwijder de afdekking van het koelvinblok, indien aanwezig. Zie 'Afdekking voor koelvinblok' op pagina
59.
5. Draai de computer om, met de onderkap naar boven. Verwijder daarna de DIN-railbeugel.
6. Installeer de DIN-railbeugel.
7. Plaats alle verwijderde onderdelen terug.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 61
8. Als u de rail niet hebt geïnstalleerd, installeer het dan op een plek waar u de computer wilt plaatsen.
9. Installeer de computer met de DIN-railbeugel op de rail.
10. Sluit de externe kabels aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Voedingsadapterbeugelset

Opmerking: De voedingsadapterbeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
62
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de afdekking van het koelvinblok, indien aanwezig. Zie 'Afdekking voor koelvinblok' op pagina
59.
4. Draai de schroef los waarmee de montagebeugel voor de voedingsadapter aan de wand is bevestigd.
5. Verwijder de voedingsadapterbeugel van de wandmontagebeugel.
6. Verwijder het netsnoer uit de voedingsadapter. Zie 'Voedingsadapter en netsnoer' op pagina 57.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 63
7. Verwijder de voedingsadapter uit de voedingsadapterbeugel.
8. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
9. Verwijder de voedingsadapterbeugel van de computer.
10. Installeer de voedingsadapterbeugel op de computer.
11. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
64
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
12. Installeer de voedingsadapter in de voedingsadapterbeugel.
13. Sluit het netsnoer op de voedingsadapter aan. Zie 'Voedingsadapter en netsnoer' op pagina 57.
14. Installeer de voedingsadapterbeugel op de wandmontagebeugel.
15. Draai de schroef vast waarmee de voedingsadapterbeugel aan de wandmontagebeugel wordt bevestigd.
16. Plaats indien nodig alle verwijderde onderdelen terug.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 65
17. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

VESA-montagebeugelset

Opmerking: De VESA-montagebeugelset is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de afdekking van het koelvinblok, indien aanwezig. Zie 'Afdekking voor koelvinblok' op pagina
59.
4. Verwijder de schroef waarmee de VESA-montagebeugel is bevestigd.
5. Verwijder de VESA-montagebeugel van de wandmontagebeugel.
6. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
66
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
7. Verwijder de VESA-montagebeugel van de computer.
8. Installeer de VESA-montagebeugel op de computer.
9. Installeer de VESA-montagebeugel op de wandmontagebeugel.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 67
10. Draai de schroef vast waarmee de VESA-montagebeugel aan de wandmontagebeugel wordt bevestigd.
11. Plaats indien nodig alle verwijderde onderdelen terug.
12. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

I/O-box

Opmerkingen:
• De I/O-box is niet op alle modellen beschikbaar.
• Nadat u de I/O-box op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u de I/O-box en de computer samen aan de muur bevestigen met behulp van een passende DIN-railbeugelset of een VESA-montagebeugelset. Voor meer informatie, ga naar 'DIN-railbeugelset' op pagina 60 of 'VESA-montagebeugelset' op pagina 66.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer en de I/O-box.
3. Verwijder de afdekking van het koelvinblok, indien aanwezig. Zie 'Afdekking voor koelvinblok' op pagina
59.
4. Draai de computer en de I/O-box samen om zodat de I/O-box boven staat.
68
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
5. Draai de twee schroeven los waarmee de USB-C-adapter op de I/O-box is bevestigd om de USB-C­adapter te verwijderen. Verwijder de drie schroeven waarmee de I/O-box op de computer is bevestigd. Verwijder vervolgens de I/O-box.
6. Installeer een nieuwe I/O-box. Installeer vervolgens de USB-C-adapter.
7. Draai de computer en de I/O-box samen om zodat de computer boven staat.
8. Plaats indien nodig alle verwijderde onderdelen terug. Sluit vervolgens het netsnoer en alle losgekoppelde kabels opnieuw op de computer en de I/O-box aan.

Wi-Fi-antenne aan de achterkant

Opmerking: De Wi-Fi-antenne aan de achterkant is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 69
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Verwijder de achterste Wi-Fi-antenne.
4. Installeer de achterste Wi-Fi-antenne.
5. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.
70
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Bodemafdekplaat

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Ontgrendel eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet.
4. Verwijder de beugel, indien aanwezig. Zie 'DIN-railbeugelset' op pagina 60, 'VESA-montagebeugelset' op pagina 66 en 'Voedingsadapterbeugelset' op pagina 62.
5. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
6. Verwijder de bodemafdekplaat.
7. Installeer de bodemafdekplaat.
8. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
9. Plaats indien nodig alle verwijderde onderdelen terug.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 71
10. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

Wi-Fi-kaart

Opmerking: De Wi-Fi-kaart en de antennekabels voor de Wi-Fi zijn alleen bij sommige modellen
beschikbaar.
Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
2. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'Bodemafdekplaat' op pagina 71.
3. Verwijder de Wi-Fi-kaart.
Opmerking: Zorg ervoor dat u het reserve-vulringetje onder de Wi-Fi-kaart niet kwijtraakt.
72 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
4. Installeer de Wi-Fi-kaart.
5. Plaats alle verwijderde onderdelen terug. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
6. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.

M.2 SSD-stations

Vereiste
Lees voordat u begint de Bijlage A 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina 79 en druk de volgende instructies af.
Vermijd contact met de computer als deze heet is. Tijdens het gebruik wordt de computer zo heet dat deze brandwonden kan veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en wacht ongeveer 30 minuten om de computer te laten afkoelen voordat u de computer aanraakt.
Vervangingsprocedure
1. Draai de computer om, met de onderkap naar boven.
2. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'Bodemafdekplaat' op pagina 71.
Hoofdstuk 7. CRU vervangen 73
3. Verwijder een M.2 SSD-station.
Opmerking: Mogelijk wordt het M.2-station door een thermische matje bedekt. Verwijder eerst het thermische matje voordat u het M.2-station kunt benaderen.
4. Installeer een M.2 SSD-station. Zie 'Systeemplaat' op pagina 6 voor meer informatie over de bijbehorende sleuf voor het M.2 SSD-station. Bedek het M.2-station met een thermische matje als u er een hebt verwijderd.
5. Plaats alle verwijderde onderdelen terug. Draai de computer om, met de onderkap naar onder.
6. Sluit de externe kabels en voedingsadapter aan op de overeenkomstige aansluitingen op de computer. Steek daarna het netsnoer in het stopcontact.
74
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 8. Help en ondersteuning

Zelfhulpbronnen

Gebruik de zelfhulpbronnen voor meer informatie over de computer en het oplossen van problemen.
Bronnen
Gebruik de Vantage-app voor het volgende:
• Apparaatinstellingen configureren.
• UEFI BIOS, stuurprogramma's en firmware downloaden en installeren.
• Uw computer beveiligen tegen bedreigingen van buitenaf.
• De oorzaak van hardwareproblemen opsporen.
• De garantiestatus van de computer controleren.
• Toegang krijgen tot de gebruikershandleiding en nuttige artikelen.
Opmerking: De beschikbare functies variëren, afhankelijk van het computermodel.
Productdocumentatie:
Veiligheid en garantie
Installatiegids
• Deze gebruikershandleiding
Regulatory Notice
Ondersteuningswebsite van Lenovo met de meest recente ondersteuningsinformatie voor de volgende items:
• Stuurprogramma's en software
• Diagnoseprogramma's
• Product- en Servicegarantie
• Product- en onderdelendetails
• Help-informatie en veelgestelde vragen
Hoe krijg ik toegang?
Typ Vantage in het zoekvak.
Ga naar instructies op het scherm om de gewenste documentatie te filteren.
https://pcsupport.lenovo.com
https://pcsupport.lenovo.com. Volg dan de
• Open het menu Start en klik op Hulp vragen of Tips.
Windows Help-informatie
© Copyright Lenovo 2020 75
• Gebruik Windows Search of de persoonlijke assistent Cortana
• Ondersteuningswebsite van Microsoft:
https://support.microsoft.com
®
.

Lenovo bellen

Als u hebt geprobeerd het probleem zelf op te lossen en nog steeds hulp nodig hebt, kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen.

Voordat u contact opneemt met Lenovo

Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een beeldscherm, een toetsenbord en een muis voordat u contact opneemt met Lenovo. Daarna bereid u het volgende voor:
1. Symptomen en bijzonderheden van problemen vastleggen:
• Wat voor soort probleem is het? Doorlopend of incidenteel?
• Een foutmelding of foutcode?
• Welk besturingssysteem gebruikt u? En welke versie?
• Welke programma's waren actief op het moment dat het probleem optrad?
• Kan de fout worden gereproduceerd? Zo ja: hoe?
2. Systeeminformatie vastleggen:
• Productnaam
• Machinetype en serienummer In de volgende afbeelding ziet u de locatie van de informatie over het machinetype en het
serienummer van uw computer.
Modellen met ventilator
Modellen zonder ventilator
76 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Klantsupportcentrum van Lenovo

Tijdens de garantieperiode kunt u het Klantsupportcentrum van Lenovo bellen voor hulp.
Telefoonnummers
Voor een lijst met telefoonnummers van de ondersteuning van Lenovo in uw land of regio gaat u naar:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Opmerking: Telefoonnummers kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als het nummer voor uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw Lenovo-wederverkoper of met uw Lenovo-vertegenwoordiger.
De services zijn tijdens de garantieperiode beschikbaar
• Probleembepaling: Speciaal opgeleid personeel staat tot uw beschikking om u te helpen vast te stellen of er sprake is van een hardwareprobleem en zo ja, wat er gedaan moet worden.
• Reparatie van Lenovo-hardware: Als er is vastgesteld dat het probleem een hardwareprobleem is van een Lenovo-product dat onder de garantie valt, staat ons personeel klaar om u te helpen met reparatie of onderhoud.
• Wijzigingen in het ontwerp: Een enkele keer komt het voor dat er, na de verkoop, wijzigingen in een product moeten worden aangebracht. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen meestal in uw hardware aanbrengen.
Services niet gedekt
• Vervanging of gebruik van onderdelen die niet zijn gefabriceerd door Lenovo of van onderdelen zonder garantie
• Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen
• Configuratie van het UEFI BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade
• Wijzigingen, aanpassingen of upgrades van stuurprogramma's
• Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen (NOS)
• Installatie en onderhoud van softwareprogramma's
Voor de algemene voorwaarden van de Lenovo Beperkte Garantie die van toepassing is op uw hardwareproduct van Lenovo, raadpleegt u de handleiding Veiligheid en garantie die bij uw computer is geleverd.

Aanvullende services aanschaffen

Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u bij Lenovo extra services aanschaffen op:
https://www.lenovo.com/services
De naam en beschikbaarheid van een service kan per land en regio verschillen.
Hoofdstuk 8. Help en ondersteuning 77
78 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding

Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Veiligheidsinformatie
Deze informatie helpt u uw computer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Ga voor meer informatie naar:
https://www.lenovo.com/warranty/llw_02
https://pcsupport.lenovo.com/warrantylookup
De veiligheid van de klant is belangrijk. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en misbruik, kan leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico's te verkleinen, dient u de bij het product geleverde instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de bedieningsinstructies, en de informatie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger. Als de computer wordt gebruikt op een manier die niet door de fabrikant wordt beschreven, kan dit nadelig zijn voor de beveiliging van de computer.
Opmerking: Deze informatie bevat verwijzingen naar voedingsadapters en batterijen. Ook andere producten (zoals luidsprekers en beeldschermen) worden geleverd met een externe voedingsadapter. Als u een dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt ('knoopcellen') zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten.
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is
Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan producten is zo ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is geïnspecteerd en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus.
Net als bij andere elektronische apparaten, moet u goed op het product te letten wanneer het is ingeschakeld.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook dan wel vonkjes uit het product ziet komen. Het kan zijn dat u ook een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan erop wijzen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in dergelijke gevallen nooit risico's en probeer niet zelf een diagnose te stellen. Neem voor hulp contact op met het Klantsupportcentrum. Een lijst met telefoonnummer's voor service en ondersteuning vindt u op de volgende website:
https://pcsupport.lenovo.com/supportphonelist
Controleer de computer en haar componenten regelmatig op schade, slijtage of andere tekenen van gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product
© Copyright Lenovo 2020 79
dan niet. Neem contact op met het Klantsupportcentrum of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het Klantsupportcentrum.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden.
• Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur.
• Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen).
• Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
• Aanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het netsnoer of de voedingsadapter is gevallen.
• De computer, het netsnoer of de adapter zijn nat geworden.
• Het product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd.
• Het product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt.
Opmerking: Als u deze situatie constateert bij een product (bijvoorbeeld een verlengsnoer) dat niet is gefabriceerd door Lenovo, gebruik dit product dan niet meer totdat u advies hebt ingewonnen bij de fabrikant of totdat u een geschikte vervanging hebt gevonden.
Service en upgrades
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn door Lenovo voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uit­lampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is. Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Bij vragen neemt u contact op met het Klantsupportcentrum.
Hoewel er geen bewegende onderdelen in de computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen.
Bewegende onderdelen:
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van gevaarlijke, bewegende onderdelen. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
80 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Heet oppervlak:
Vermijd contact met hete componenten in de computer. Tijdens het gebruik worden sommige componenten zo heet dat ze brandwonden aan de huid kunnen veroorzaken. Zet de computer uit, ontkoppel de voedingskabels en laat de componenten ongeveer tien minuten afkoelen voordat u de computerkap opent.
Plaats, nadat u een CRU hebt vervangen, alle beschermende kappen, inclusief de computerkap, terug voordat u de voeding aansluit en de computer gebruikt. Dat is belangrijk om een elektrische schok te helpen voorkomen en om te zorgen dat als onverwacht brand uitbreekt, wat in zeer zeldzame omstandigheden kan gebeuren, het effect hiervan wordt beperkt.
Scherpe randen:
Wees wanneer u CRU's vervangt voorzichtig met scherpe randen of hoekpunten die verwonding kunnen veroorzaken. Stel uzelf direct onder medische behandeling als u gewond raakt.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 81
Netsnoeren en voedingsadapters
GEVAAR
Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland, is dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm of beter. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Plaats netsnoeren altijd zo, dat niemand er op kan gaan staan of over kan vallen en dat er geen voorwerpen op kunnen worden gezet.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Zorg ervoor dat de netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken.
Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
2
Om mogelijke oververhitting te voorkomen mag u de voedingsadapter niet met kleding of andere voorwerpen bedekking, wanneer de voedingsadapter in een stopcontact is gestoken.
Kennisgeving voor het netsnoer
Opmerking: Het netsnoer en de adapter die bij dit product zijn geleverd, zijn uitsluitend bedoeld voor
gebruik met dit product. Gebruik ze niet met andere producten.
Voor uw veiligheid levert Lenovo bij dit product een netsnoer voorzien van een stekker met randaarde. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u dit netsnoer altijd alleen te gebruiken in combinatie met een stopcontact met randaarde.
Netsnoeren die door Lenovo in de Verenigde Staten en Canada worden geleverd, zijn geregistreerd door Underwriters Laboratories (UL) en gecertificeerd door de Canadian Standards Association (CSA).
Gebruik bij een netspanning van 115 V een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 125 V die geschikt is voor 10 A.
82
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Gebruik bij apparaten bedoeld voor een netspanning van 230 V (in de Verenigde Staten) een netsnoer dat is geregistreerd door UL en gewaarmerkt door de CSA, met drie koperen aders met een doorsnede van minimaal 0,82 mm (18 AWG), een lengte van maximaal 5 meter en een geaarde stekker voor 250 V die geschikt is voor 15 A.
Gebruik bij een netspanning van 230 V (buiten de Verenigde Staten): een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Netsnoeren die door Lenovo zijn geleverd voor een bepaald land of regio, zijn gewoonlijk alleen in dat land verkrijgbaar.
Bij gebruik in Duitsland dient u een goedgekeurd netsnoer te gebruiken. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan.
Gebruik in Denemarken: een netsnoer met een aangepaste, geaarde stekker. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Gebruik in Noorwegen, Zweden en Finland: een netsnoer met een aangepaste stekker met twee pinnen. De combinatie van netsnoer en stekker dient goedgekeurd te zijn voor gebruik in het land waarin de apparatuur wordt geïnstalleerd.
Als u de pc wilt gebruiken in een ander land of een andere regio dan uw bestellocatie, moet u een extra netsnoer van Lenovo aanschaffen voor het land of de regio waar de pc zal worden gebruikt. Raadpleeg de handleiding voor het netsnoer op onze website en regio's ondersteunen meerdere spanningen. Let dus op dat u het juiste netsnoer voor de bedoelde spanning bestelt.
https://pcsupport.lenovo.com, voor details. Bepaalde landen
Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires
Controleer of alle verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen, noodvoedingen en stekkerdozen die u gebruikt, bestand zijn tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u stekkerdozen gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekkerdoos. Mocht u vragen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 83
Stekkers en stopcontacten
GEVAAR
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant.
Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken. Het voltage kan dan instabiel worden, en dit kan leiden tot schade aan de computer, de gegevens en/of de aangesloten apparatuur.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek dergelijke stekkers alleen in een geaard stopcontact. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specificaties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het stopcontact dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het netsnoer niet helemaal strak staat, hierdoor kan het slijten.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt.
Kennisgeving voedingseenheid
Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd.
In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus. Er bevinden zich in deze componenten geen onderdelen die onderhoud vereisen. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus.
Externe apparatuur
WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
84
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij
GEVAAR
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Als de knoopcelbatterij geen CRU is, moet u de knoopcelbatterij niet proberen te vervangen. Het vervangen van de batterij moet worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd.
Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke wet­en regelgeving.
Als u de lithium-knoopcelbatterij vervangt, moet u uitsluitend hetzelfde type of een vergelijkbaar type gebruiken dat wordt aanbevolen door de fabrikant. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Inslikken van de lithiumknoopcelbatterij leidt binnen slechts twee uur tot verstikking of interne brandwonden en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Als de lithiumknoopcelbatterij wordt ingeslikt of in een lichaamsdeel terechtkomt, zorg dan onmiddellijk voor medische behandeling.
Houd u aan het volgende:
• Gooi of dompel de batterij niet in het water
• Let op dat de batterij niet warmer wordt dan 100 °C
• Haal de batterij niet uit elkaar
• Bewaren in een omgeving met extreem lage luchtdruk
• Plaats de batterij niet in een omgeving met zeer hoge luchtdruk
• Verbrijzel, doorboor, snijd en verbrand de batterij niet
Gooi de batterij niet bij het huisvuil weg, maar behandel deze als klein chemisch afval.
De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië (VS).
Californië: Informatie over perchloraat: Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat
bevatten. Perchloraat materiaal - speciale behandeling kan een vereiste zijn. Zie
hazardouswaste/perchlorate/
.
https://www.dtsc.ca.gov/
Warmte en ventilatie
Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 85
• Laat uw computer, voedingsadapter of accessoires niet te lang op uw schoot liggen als deze aan staan of als de batterij wordt opgeladen. Uw computer, voedingsadapter en veel accessoires produceren warmte tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken.
• Laad de batterij niet op en werk niet met uw computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van ontvlambare materialen of in een omgeving met explosiegevaar.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelvinblokken maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken.
Controleer minstens eens per drie maanden of er zich geen stof ophoopt in of op uw desktopcomputer. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met de controle van uw computer begint; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich stof heeft opgehoopt in de computer, verwijder dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats uw computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt.
• Luchtstroomtemperaturen in de computer mogen niet hoger zijn dan 50 °C voor bepaalde modellen (11GW, 11GX, 11GV, 11GY, 11C0, 11GB, 11HU, 11HV, 11HW, 11HX, 11HY, 11J0, 11J1 en 11J2), of 35 °C voor bepaalde modellen (11BW, 11BX, 11G8, 11G9, 11BS, 11BT, 11BU, 11BV, 11G4, 11G5, 11G6 en 11G7).
• Installeer geen apparaten voor het filteren van lucht. Deze kunnen een goede koeling in de weg staan.
86
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit
GEVAAR
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
• Gebruik de computer niet tijdens onweer.
• Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
• Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Sluit het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten, aan op een correct geaard stopcontact.
• Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels.
• Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont.
• Ontkoppel alle netsnoeren, batterijen en snoeren voordat u de kap van een apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratie-instructies expliciet anders voorschrijven.
• Gebruik de computer niet voordat de behuizingen van de interne onderdelen vastzitten. Gebruik de computer nooit wanneer interne onderdelen en circuits blootliggen.
GEVAAR
Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan de volgende procedures.
Aansluiten:
1. Zet alles UIT.
2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten.
3. Sluit de signaalkabels aan.
4. Steek de stekkers in het stopcontact.
5. Zet de apparaten AAN.
Voordat u andere elektrische kabels en snoeren op de computer aansluit, moet u eerst de stekker uit het stopcontact halen.
De stekker mag pas in het stopcontact worden gestoken nadat u alle andere kabels en snoeren hebt aangesloten op de computer.
GEVAAR
Tijdens onweer dient u geen vervangingen uit te voeren en dient u het telefoonsnoer niet aan te sluiten of te ontkoppelen.
Ontkoppelen:
1. Zet alles UIT.
2. Haal eerst de stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel de signaalkabels.
4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 87
Kennisgeving LCD (liquid crystal display)
GEVAAR
Om schokgevaren te voorkomen:
• Open de behuizing niet.
• Bedien dit product alleen wanneer de standaard is bevestigd.
• U moet dit product niet aansluiten of loskoppelen tijdens onweer.
• De stekker van het netsnoer moet zijn aangesloten op een correct bedraad, geaard stopcontact.
• Apparatuur waarop dit product wordt aangesloten, moet tevens worden aangesloten op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
• Als u het beeldscherm wilt isoleren van het elektriciteitsnet, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Het stopcontact moet eenvoudig toegankelijk zijn.
Verplaatsen:
• Als uw beeldscherm meer dan 18 kg weegt, raden we aan deze door twee mensen te verplaatsen of te tillen.
Product verwijderen (TFT-schermen):
• De fluorescerende lamp in het LCD-scherm bevat kwik. Aan het eind van de levensduur dient deze lamp te worden verwerkt overeenkomstig de plaatselijke wet- en regelgeving inzake klein chemisch afval.
Waarschuwingen batterij:
• Risico op explosie als batterij door een incorrect type wordt vervangen.
• Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
Een hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruiken
• Als uw computer is uitgerust met zowel een hoofdtelefoonaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de hoofdtelefoonaansluiting. De hoofdtelefoonaansluiting biedt echter geen ondersteuning voor de microfoon van de headset.
• Als uw computer is uitgerust met zowel een headsetaansluiting als een audio-lijnuitgang, sluit uw hoofdtelefoon, oortelefoon of headset dan altijd aan op de headsetaansluiting.
Een te hoog geluidsvolume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan leiden tot schade aan het gehoor. Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een gepast niveau.
Het overmatige gebruik van hoofd- of oortelefoons gedurende een langere tijd bij een hoog volume kan gevaarlijk zijn als de uitvoer van de hoofd- of oortelefoonaansluitingen niet voldoet aan de specificaties van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7. Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV. Voorkom gehoorschade en controleer of de hoofd- of oortelefoon die u gebruikt, eveneens voldoet aan EN 50332-2 (Artikel 7-
88
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
beperkingen) of een spanning van 75 mV. Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-2 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Als uw Lenovo-computer is geleverd met een hoofdtelefoon of oortelefoon in de verpakking, voldoet de combinatie van de computer met de hoofdtelefoon of oortelefoon al aan de specificaties van EN 50332-1. Gebruikt u een andere hoofd- of oortelefoon, controleer dan of die voldoet aan EN 50332-1 (Artikel 6.5). Gebruik van een hoofd- of oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor.
Kennisgeving verstikkingsgevaar
VERSTIKKINGSGEVAAR - product bevat kleine onderdelen.
Houd het product uit de buurt van kinderen onder de drie jaar.
Kennisgeving over plastic zakken
GEVAAR
Plastic zakken kunnen gevaarlijk zijn. Houd plastic zakken uit de buurt van baby's en kinderen om de kans op verstikking te voorkomen.
Kennisgeving glazen onderdelen
WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product kunnen van glas zijn gemaakt. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een harde klap krijgt. Als het glas breekt, raak het dan niet aan en probeer het niet te verwijderen. Gebruik uw product niet meer tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel is vervangen.
Kennisgevingen over de plaatsing van computers
Onjuiste plaatsing van de computer kan leiden tot verwonding van kinderen.
• Plaats de computer op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd.
• Zet de computer niet aan de rand van het meubel.
• Houd de computerkabels buiten bereik van kinderen.
• Bepaalde voorwerpen, zoals speelgoed, kunnen kinderen aantrekken. Houd dergelijke voorwerpen weg van de computer.
Houd kinderen in de gaten in ruimten waar de bovenstaande veiligheidsinstructies niet geheel in acht kunnen worden genomen.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 89
Verklaring over gevaarlijke spanning
GEVAAR
Haal alle netsnoeren uit het stopcontact voordat u de computerkap verwijdert of enig onderdeel verwijdert waaraan het bovenstaande label is bevestigd.
Haal componenten waaraan het bovenstaande label is bevestigd, NIET uit elkaar. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden.
Uw product is ontworpen voor veilig gebruik. Componenten met dit label bevatten echter gevaarlijke spannings-, stroom- en energieniveaus. Uit elkaar halen van deze componenten kan leiden tot brand en zelfs de dood. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus.
WAARSCHUWING:
Fel licht, mogelijk schade aan huid of ogen. Ontkoppel de voeding voordat u onderhoud uitvoert.
WAARSCHUWING:
Infraroodlicht, mogelijk schade aan huid of ogen. Ontkoppel de voeding voordat u onderhoud uitvoert.
Oogcomfort
De eigenschappen van het beeldscherm zorgen in combinatie met de volgende opmerkingen voor minder vermoeide ogen en meer comfort.
Ga voor tips over het minimaliseren van visuele vermoeidheid naar en lees 'Minimizing Visual Fatigue'.
https://www.lenovo.com/us/en/safecomp/
Tip over de kennisgeving van de gevaarpreventie
De computer kan leiden tot verwondingen bij kinderen als deze zich niet op een geschikte plaats bevindt. Volg deze tips om kinderen te beschermen tegen schade veroorzaakt door een vallende computer:
• Plaats de computer of beeldschermen op een stevig, laag meubel of op een meubel dat is verankerd. Zet de computers of beeldschermen zo ver mogelijk van de rand van het meubel.
• Houd afstandsbedieningen, speelgoed en andere items die de aandacht van kinderen trekken, uit de buurt van de computers of beeldschermen.
• Houd de computer- of beeldschermkabels buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen in de gaten in ruimtes waar deze veiligheidstips niet opgevolgd worden.
WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product kunnen van glas zijn gemaakt. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een harde klap krijgt. Als het glas breekt, raak het dan niet
90
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
aan en probeer het niet te verwijderen. Gebruik uw product niet meer tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel is vervangen.
Voorkomen van statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit kan leiden tot schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren.
Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen:
• Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan.
• Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand beet. Raak nooit onbeschermde elektronische circuits aan.
• Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
• Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
• Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
• Leg het onderdeel niet op de computerkap of op een metalen ondergrond.
Gebruiksomgeving
Maximumhoogte (zonder kunstmatige druk)
• In bedrijf: Van -15,2 m tot 3048 m
• Opslag: Van -15,2 m tot 10.668 m
Temperatuur
• In bedrijf:
– Vanaf 10 °C tot 50 °C voor bepaalde modellen (11GW, 11GX, 11GV, 11GY, 11C0, 11GB, 11HU, 11HV,
11HW, 11HX, 11HY, 11J0, 11J1 en 11J2)
– Vanaf 10 °C tot 35 °C voor bepaalde modellen (11BW, 11BX, 11G8, 11G9, 11BS, 11BT, 11BU, 11BV,
11G4, 11G5, 11G6 en 11G7)
• Opslag in originele verzendverpakking: Van -40 °C tot 60 °C
• Opslag zonder verpakking: Van -10 °C tot 60 °C
Opmerking: Als uw computer wordt opgeslagen of vervoerd bij temperaturen onder de 10 °C, laat de computer dan langzaam opwarmen naar een optimale gebruikstemperatuur vóórdat u hem gebruikt. Dit proces kan maximaal twee uur duren. Het gebruik van de computer bij een lagere temperatuur kan leiden tot onherstelbare schade aan uw computer.
Relatieve vochtigheid
• In bedrijf: 20% tot 80% (geen condensatie)
• Opslag: 20% tot 90% (geen condensatie)
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 91
Reiniging en onderhoud
Met de juiste zorg en het juiste onderhoud kunt u op uw computer vertrouwen. De volgende onderwerpen bevatten informatie om u te helpen de prestaties van uw computer optimaal te houden.
Basisonderhoudstips
Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren:
• Gebruik de computer in een schone, droge omgeving. Plaats de computer op een stevige, horizontale ondergrond.
• Bedek de ventilatiegaten niet. Deze ventilatiegaten voorkomen oververhitting van de computer.
• Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, airconditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
• Houd etenswaren en dranken uit de buurt van de diverse onderdelen van de computer. Door etensresten en gemorste dranken kunnen het toetsenbord en de muis plakkerig worden en niet meer functioneren.
• Zorg dat de aan/uit-knop en de andere knoppen niet nat worden. Vocht tast niet alleen de onderdelen aan, maar leidt ook tot een verhoogde kans op een elektrische schok.
• Haal de stroomkabel altijd aan de stekker uit het stopcontact in plaats van aan de kabel.
• Houd de computersoftware, stuurprogramma's en besturingssysteem up-to-date.
• Leeg de prullenbak regelmatig.
• Schoon in uw e-mailprogramma af en toe de mappen op voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items.
• Schoon bestanden op en maak ruimte op het opslagstation en in het geheugen vrij om prestatieproblemen te voorkomen.
• Houd een logboek bij. Noteer daarin bijvoorbeeld belangrijke wijzigingen van de software of de hardware, updates van stuurprogramma's, incidentele problemen en wat u hebt gedaan om ze op te lossen, en andere problemen die u bent tegengekomen. De oorzaak van een probleem kan een wijziging in de hardware zijn, een wijziging in de software of andere acties die kunnen hebben plaatsgevonden. Met behulp van een logboek kunt u of een Lenovo-technicus de oorzaak van een probleem opsporen.
• Maak regelmatig een back-up van de gegevens op het opslagstation. U kunt het opslagstation vanaf een back-up herstellen.
• Maak zo snel mogelijk een herstelmedium. U kunt het herstelmedium gebruiken om uw besturingssysteem te herstellen zelfs als Windows niet start.
• Krijg de nieuwste computersoftware, stuurprogramma's en besturingssysteem.
Onderhoudstips voor het verplaatsen van de computer
Neem bij het vervoeren van de computer de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
1. Maak een back-up van de gegevens op het opslagstation.
2. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Als u het originele verpakkingsmateriaal hebt bewaard, kunt u de onderdelen hierin verpakken. Als u gebruikmaakt van andere dozen, moet u de onderdelen eerst afzonderlijk goed inpakken, zodat ze niet beschadigd raken.
Wanneer u de computer naar een ander land of een andere regio verhuist, moet u rekening houden met de plaatselijke standaarden voor elektriciteit. Als de plaatselijke stopcontacten verschillen van de soort die u
92
ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
momenteel gebruikt, neem dan contact op met het klantsupportcentrum van Lenovo om een nieuwe stekkeradapter of een nieuw netsnoer te kopen.
De computer schoonmaken
WAARSCHUWING: Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
Het is een goede gewoonte om de computer regelmatig schoon te maken. Zo beschermt u de oppervlakken en voorkomt u storingen.
De computer schoonmaken: Maak het oppervlak schoon met een pluisvrije doek die in milde zeep en water is bevochtigd. Breng geen vloeistoffen rechtstreeks op het oppervlak aan.
Het toetsenbord schoonmaken: Maak de toetsen een voor een schoon met een pluisvrije doek die in milde zeep en water is bevochtigd. Als u meerdere toetsen tegelijk probeert schoon te maken, kan de doek achter een aangrenzende toets blijven haken, waardoor de toets beschadigd kan raken. Sproei geen reinigingsmiddel rechtstreeks op het toetsenbord. Als u stof of kruimels onder de toetsen wilt verwijderen, kunt u gebruikmaken van een cameraborsteltje met blower of koude lucht van een haardroger.
Het computerbeeldscherm schoonmaken: Krassen, vet, stof, chemische producten en ultraviolet licht kunnen de prestaties van het beeldscherm negatief beïnvloeden. Veeg het beeldscherm voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek. Als u een kras op het scherm ziet, kan het een vlek zijn. Wrijf de vlek voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Als de vlek niet verdwijnt, bevochtigt u een zachte, stofvrije doek met water of een reinigingsmiddel voor brillen. Breng niet rechtstreeks vloeistoffen op het beeldscherm aan. Zorg ervoor dat het scherm droog is voordat u het scherm sluit.
Bijlage A. Belangrijke veiligheidsvoorschriften 93
94 ThinkCentre M75n Gebruikershandleiding
Loading...