DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR SCHADE DIE HET
GEVOLG IS VAN EEN ONJUISTE INSTALLATIE.
Mededeling over software
SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS
VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De printer is ingesteld om de HP PCL 6 te emuleren.
U kunt de emulatiemodus veranderen door de speciale procedures in de bijgeleverde
gebruikershandleiding te volgen.
Mededeling
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd. Toekomstige
edities kunnen nieuwe pagina's bevatten. Technische onnauwkeurigheden of typografische fouten
zijn in de huidige editie niet uitgesloten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als er zich ongelukken voordoen wanneer de
aanwijzingen in deze handleidingen worden gevolgd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor gebreken in de firmware van de printer (inhoud van het ROM).
Deze handleiding en alle verkochte of geleverde uitgaven omtrent de verkoop van de printer die
mogelijk onder het auteursrecht vallen, worden beschermd door copyright. Alle rechten
voorbehouden. Niets uit deze handleiding, of elke andere publicatie die mogelijk onder het
auteursrecht valt, mag worden verveelvoudigd door middel van fotokopieën of enige andere manier
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Corporation. Kopieën van deze
handleiding of gedeelten daarvan, of elke andere uitgave die mogelijk onder het auteursrecht valt,
moeten dezelfde copyright-mededeling bevatten als het originele materiaal waaruit is gekopieerd.
Haal de printer en andere artikelen voorzichtig uit de doos. Controleer hierbij of alle
componenten die op de lijst staan ook in de doos zitten.
Lijst met componenten
Printer
Voedingskabel
Installatiehandleiding (dit boekje)
Tonercontainer (TK-17)
Schoonmaakdoekje
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal
Verwijder de tape aan de achterkant van de printer en haal de twee tussenstukjes
en de gedrukte mededelingen uit de papiercassette.
Tussenstukjes
Tape
Gedrukte mededeling
1
STAP
2
De printer plaatsen
Zorg dat de plaats waar de printer geïnstalleerd wordt voldoet aan de volgende
vereisten:
Vrije ruimte
30 cm
25 cm
50 cm
Omgeving
Temp era tuur
Luchtvochtigheid
Installeer de printer niet op een plaats waar de temperatuur of
luchtvochtigheid buiten het aanbevolen bereik valt. Dat kan ten koste
gaan van de afdrukkwaliteit en er is een verhoogd risico dat het papier
vastloopt.
Zorg dat er rondom de printer
voldoende vrije ruimte is. Als
de printer langdurig gebruikt
40 cm
25 cm
10 tot 32,5 °C, bij voorkeur rond de 23 °C
20 tot 80 %, bij voorkeur 60 %
wordt zonder voldoende vrije
ruimte, kan de printer
oververhit raken en brand
veroorzaken.
2
Te vermijden plaatsen
Vermijd plaatsen waar de printer bloot komt te staan aan:
• Hete of koude luchtstromen
• Tocht van buiten (Vermijd plaatsen bij buitendeuren.)
• Plotselinge veranderingen in temperatuur of luchtvochtigheid
• Bronnen van hoge temperatuur, zoals ovens en radiatoren
•Overmatig stof
• Trillingen
• Een onstabiele of ongelijke ondergrond
• Ammonia of andere schadelijke dampen (Verwijder de printer als u de kamer
wilt ontsmetten of insecticide wilt gebruiken!)
• Overmatig zonlicht of overmatige vochtigheid
• Onvoldoende ventilatie
• Lage luchtdruk, bijvoorbeeld op een hoogte van meer dan 2000 meter boven de
zeespiegel
STAP
3
De tonercontainer plaatsen
Voordat u de printer in gebruik kunt nemen, moet u de printer gebruiksklaar maken
door de tonercontainer te plaatsen, en hem aan te sluiten op de computer.
1
Open het bovenpaneel helemaal.
2
Controleer of de vergrendeling open
(op UNLOCK) staat. Zo niet, trek hem
dan naar voren totdat hij open staat.
3
Haal de tonercontainer uit de zak. Zorg
dat de verzegeling (oranje) boven zit.
Schud de container minstens 5 keer op
en neer. Zo wordt de toner gelijkmatig
verdeeld in de container.
3
4
Haal de verzegeling er voorzichtig af.
5
Plaats de tonercontainer in de printer.
6
Druk stevig op de bovenkant van de
tonercontainer waar PUSH HERE staat.
4
LOCK
UNLOCK
K
C
LO
K
C
LO
N
U
De tonercontainer verwijderen
Vergrendeling #2
7
Druk de vergrendeling dicht (in LOCK).
8
Sluit het bovenpaneel.
Trek vergrendeling #1 open (naar
UNLOCK), trek aan vergrendeling #2
en verwijder dan voorzichtig de
tonercontainer.
Vergrendeling #1
5
STAP
4
De printer op de computer aansluiten
Er zijn verschillende manieren om de printer op de computer aan te sluiten, zoals via
de parallelle-interfaceaansluiting, de USB-interfaceaansluiting (Universal Serial
Bus), de optionele seriële interfacekaart-set (IB-10E) of de optionele
netwerkinterfacekaart.
Printeraansluitingen
Netwerk
Optionele seriële
interfacekaart-set (IB-10E)
Optionele netwerkinterfacekaart
(DC 3,3 V)
Seriële interface
USB-interface
Parallelle interface
Zorg allereerst dat de aan/uit-schakelaar van zowel de printer als de
computer op uit staat en haal de stekker van de printer uit het stopcontact.
Als u dit niet doet kunt u een schok krijgen.
De standaard Centronics parallelle-interfaceaansluiting en de USB-aansluiting
bevinden zich op de achterkant van de printer.
Printer (Achter)
Voedingskabel
6
Parallelle-interfaceaansluiting
1
Sluit het ene uiteinde van de
printerkabel (niet bijgeleverd) aan op
de parallelle-interfaceaansluiting aan
Klemmen
Naar printer
Printerkabel
de achterkant van de printer.
• Gebruik een parallelle
printerkabel die voldoet aan
IEEE1284.
• De printer werkt het best als
hij dicht bij de computer
staat. De aansluitkabel moet
geïsoleerd zijn en mag niet
langer zijn dan 3 meter.
2
Maak de kabel vast met de klemmen
aan beide kanten van de aansluiting.
Sluit het andere uiteinde van de kabel
aan op de Centronics parallelleinterfaceaansluiting van de computer.
USB-interfaceaansluiting (Universal Serial Bus)
1
Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel
aan op de achterkant van de printer.
Naar printer
USB-kabel
• Gebruik een kabel die voldoet
aan revisie 1.1 van de USBstandaard (een rechthoekige
stekker van Type A en een
vierkante stekker van Type B).
• De aansluitkabel moet
geïsoleerd zijn en mag niet
langer zijn dan 5 meter.
2
Sluit het andere uiteinde van de USBkabel aan op de USBinterfaceaansluiting van de computer.
7
STAPSTAP
-
5
De voedingskabel aansluiten
In dit deel staat een uitleg van hoe u de voedingskabel moet aansluiten plus
verscheidene waarschuwingen.
Opmerkingen over de voeding
• Installeer de printer dicht bij een stopcontact, bij voorkeur een stopcontact dat
alleen voor de printer gebruikt wordt.
• Gebruik deze printer alleen met de spanning die is aangegeven op het etiket op
het achterpaneel van de printer.
• Als er een verlengsnoer gebruikt wordt, mogen de voedingskabel plus
verlengsnoer samen niet langer zijn dan 5 meter.
Voedingsvereisten
Spanning
Frequentie
Stroomcapaciteit
120 V (V.S. en Canada), 220 tot 240 V (Europa en Azië), ±10 % bij elke
spanning
60 Hz (120 V) ±2 %, 50/60 Hz (220 tot 240 V) ±2 %
Max. 7,1 A bij 120 V, of max. 3,8 A bij 220 tot 240 V
De voedingskabel aansluiten
• Controleer of de aan/uit-schakelaar van de printer op uit staat.
• Gebruik alleen de voedingskabel die met de printer is bijgeleverd.
1
Voedingskabel
aansluiting
Voedingskabel
Sluit de voedingskabel aan op de
voedingskabelaansluiting aan de
achterkant van de printer.
2
Sluit het andere uiteinde van de
voedingskabel aan op een stopcontact.
Zorg ervoor dat de kabel op een
3-dradig, geaard contactblok
aangesloten wordt.
8
STAP
Papier toevoegen aan de papiercassette
en MP-lade
6
In de papiercassette kunnen ongeveer 250 vellen van een formaat van A5 tot legal
worden geladen. In de MP-lade kunnen ongeveer 50 vellen van de verschillende
papierformaten worden geladen.
Met de printer kunnen de volgende papiergewichten worden gebruikt.
PapierbronPapiergewicht
Papiercassette60 tot 105 g/m²
MP-lade60 tot 163 g/m²
De randen van het papier zijn scherp. Wees bij het laden van het papier
voorzichtig dat u uw vingers niet snijdt.
Papiercassette
Aan de binnenkant van de papiercassette staan de standaard papierformaten,
zoals op de volgende figuur aangegeven is. Stel de papiergeleiders en de
papierstop af op het papierformaat waarop u wilt afdrukken, zoals op de volgende
pagina wordt uitgelegd.
9
Terugstelknop
Papierstop
1
Haal de papiercassette helemaal uit de
printer.
2
Pas de positie van de papierstop
achteraan op de papiercassette aan.
Druk de terugstelknop in en zet de stop
op het gewenste papierformaat. De
papiercassette is bij levering ingesteld
op papierformaat A4 of Letter.
Terugstelknop
Papiergeleider
3
Pas de positie van de papiergeleiders
links en rechts van de papiercassette
aan. Druk de terugstelknop op de
linkergeleider in en zet de stop op het
gewenste papierformaat.
Als u een niet-standaard
papierformaat gebruikt, schuif dan de
papiergeleiders en de papierstop
helemaal naar buiten, plaats het
papier en schuif de papiergeleiders en
de papierstop weer naar binnen tot het
juiste formaat. Zorg ervoor dat deze
het papier lichtjes raken.
De printer kan niet automatisch
het formaat van het papier in de
papiercassette of MP-lade
waarnemen. Daardoor moet u
elke keer als u papier van een
ander formaat gaat laden het
papierformaat weer instellen
met behulp van het Remote
Operation Panel. Meer
informatie vindt u in de bij de
printer geleverde
gebruikershandleiding.
10
4
Zorg ervoor dat de randen van het
papier gelijk vallen. Schuif het papier in
de papiercassette.
Vulteken
Voeg niet meer papier toe dan
tot aan het vulteken bovenaan
de papiergeleiders. (Er kunnen
ongeveer 250 vellen papier met
een basisgewicht van 80 g/m²,
of een dikte van 0,1 mm in de
cassette.)
5
Schuif de papiercassette in de sleuf in
de printer. Schuif hem zo ver mogelijk
in de sleuf.
11
Multi-Purpose-lade (MP-lade)
1
Trek de MP-lade uit totdat hij niet
verder kan.
2
Trek de onderlade uit en vouw het blad
open.
Onderlade
Blad
3
Pas de positie van de papiergeleiders op
de MP-lade aan. De standaard
papierformaten staan op de MP-lade.
Voor standaard papierformaten moet u
de geleiders op de gewenste instelling
zetten.
Goed
Fout
12
• Voeg niet meer papier toe dan
tot aan het vulteken aan de
binnenkant van de MP-lade.
• Als het papier erg veel naar
een kant opkrult,
bijvoorbeeld als het papier
reeds aan een zijde is
bedrukt, probeer het papier
dan de andere kant op te
rollen om het weer plat te
maken. De bedrukte vellen
komen er dan plat uit.
Enveloppen
Enveloppen moeten met de voorkant boven en de rechterkant voor worden
ingevoerd.
• Test een proefenvelop op de printer om te controleren of de
afdrukkwaliteit goed genoeg is voordat u een aankoop doet.
• Om problemen te vermijden raden wij aan om enveloppen met de
voorkant boven te laden, met behulp van de uitvoerlade met de bedrukte
zijde naar boven. Zie stap 7.
Sommige soorten enveloppen zijn niet
geschikt voor printen. Meer
informatie over geschikte soorten
enveloppen vindt u in de bij de printer
geleverde Gebruikershandleiding.
De MP-lade sluiten
Sluit het blad op de onderlade, duw de onderlade in en sluit de MP-lade.
Pas op
Zorg ervoor dat u de lade niet
in de printer schuift terwijl de
sub-lade uitgevouwen is zoals
in de figuur is weergegeven.
13
STAP
De uitvoerlade met de bedrukte zijde naar
boven gebruiken
7
Gebruik de uitvoerlade met de bedrukte zijde naar boven als u de afgedrukte
papiervellen met de bedrukte zijde naar boven wilt uitvoeren (in omgekeerde
volgorde), of als u op enveloppen, briefkaarten, transparanten of dik papier afdrukt.
1
Trek aan de uitvoerlade om hem te
openen.
2
Open de verlenglade door met uw
duimen op de hoeken naast de
scharnieren te drukken.
14
STAP
8
Een statuspagina afdrukken
Test de printer door een statuspagina met de fabriekinstellingen af te drukken.
1
Zet de printer aan.
Als de printer aan wordt gezet,
knipperen de 4 lampjes achter elkaar
totdat de printer gereed is. Dan gaat
het lampje ( [gekoppeld]) branden.
Als het lampje niet gaat
branden, moet u controleren of
u de voorgaande stappen goed
heeft uitgevoerd.
Als u de tonercontainer installeert en
de stroom aanzet, gaan de lampjes van
boven naar beneden één voor één
branden. Als de printer voor de
eerste keer na installatie van de
toner wordt aangezet, is er een
wachttijd van ongeveer 15
minuten voordat hij gereed is voor
afdrukken. Als het lampje brandt,
is de printer gereed.
2
Met de printer kunt u twee
verschillende soorten statuspagina’s
afdrukken - standaard of voor
onderhoud. Op statuspagina’s voor
onderhoud staat meer gedetailleerde
informatie over de printerinstellingen
dan op een standaard statuspagina.
• Om een standaard statuspagina af te
drukken, moet u de toets minstens
3 seconden indrukken totdat de
lampjes van boven naar beneden één
voor één gaan branden.
• Om een statuspagina voor onderhoud
af te drukken moet u de toets langer
dan 10 seconden indrukken totdat de
lampjes twee keer van boven naar
beneden één voor één gaan branden.
Als de statuspagina goed wordt
afgedrukt, is de printer gereed. Meer
informatie over het gebruik van de
printer vindt u in de bij de printer
geleverde Gebruikershandleiding.
15
Vastgelopen papier verwijderen
Als het papier vastloopt tijdens het afdrukken, moet u het vastgelopen papier op
de onderstaande manier verwijderen. Nadat u het papier verwijderd heeft moet u
het bovenpaneel eenmaal openen en sluiten.
Vastgelopen bij de uitvoerladen met bedrukte zijde naar beneden en naar boven
Open de lade en verwijder het
vastgelopen papier zoals in de figuur is
aangegeven.
Lade met bedrukte zijde naar boven
Vastgelopen bij de papiercassette
Trek de papiercassette uit en
verwijder het vastgelopen papier.
16
Papiercassette
Vastgelopen in de printer
Bovenpaneel
1
Open het bovenpaneel van de printer.
Voorpaneel
Ontwikkeleenheid
2
Open het voorpaneel van de printer.
3
Haal de ontwikkeleenheid samen met
de tonercontainer uit de printer.
4
Verwijder het vastgelopen papier.
Trek niet te hard aan het papier,
anders gaat het scheuren. Als
het papier scheurt, kunnen er
stukken papier in de printer
blijven steken.
5
Plaats de ontwikkeleenheid en de
tonercontainer terug en sluit de printer.
17
Afwijzing van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk of verantwoordelijk tegenover klanten of andere personen of instanties
voor verlies of schade dat is veroorzaakt, of naar beweren direct is veroorzaakt door apparatuur die
door ons verkocht of geleverd is, inclusief maar niet beperkt tot bedrijfsonderbreking, handelsverlies of verlies van verwachte winst, of schade als gevolg van het gebruik van de apparatuur of de
software.
Langdurig niet in gebruik en de printer verplaatsen
■ Langdurig niet in gebruik
Als de printer gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Wij raden u aan om uw leverancier te raadplegen over andere maatregelen die u kunt treffen om
mogelijke gevaren te voorkomen die aanwezig kunnen zijn als de printer weer gebruikt wordt.
■ De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen.
• Houd de printer zoveel mogelijk waterpas om te
voorkomen dat er binnenin de printer toner wordt
gemorst.
• Als u de printer gaat verzenden, moet u eerst de
ontwikkeleenheid verwijderen en deze apart
versturen. Verpak de ontwikkeleenheid in een
plastic zak en stuur verzend deze apart van de
printer. Raadpleeg een technicus voordat u de
printer over lange afstanden verzendt.
18
Opties
De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de printer.
PF-17 Papierdoorvoereenheid
IB-10E Seriële interfacekaart-set
DIMM-geheugenmodule
Geheugenkaart (CF)
Raadpleeg uw Kyocera Mita leverancier voor informatie over welke DIMM-geheugenmodule en
geheugenkaart (CF) het meest geschikt zijn voor gebruik met deze printer.
Netwerkinterfacekaarten
Raadpleeg uw Kyocera Mita leverancier voor informatie over welke netwerkinterfacekaart het
meest geschikt is voor gebruik met deze printer.
Gebruik alleen netwerkinterfacekaarten op 3,3 V gelijkstroom
.
19
Handelsnamen
KPDL en KIR (Kyocera Image Refinement) zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL, en PJL gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Cen-
tronics is een handelsna am van Centronics Data Computer Corp. PostScript is een gedeponeerd
handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated. Alle andere merken productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
Deze Kyocera Mita pr inter maakt ge bruik van Pee rlessPrintXL vo or de PCL6 taale mulatie die compatibel is met de HP LaserJet. PeerlessPrintXL is een handelsm erk van The Peerless Group,
Redondo Beach, CA 90278, V.S.
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Tornado™ Real Time O perating Sys tem en Tools v an
Wind River Systems.
Dit product bevat UFST™ en MicroType
®
lettertypes van Agfa Corporation.
IBM PROGRAM LICENSE AGREEMENT
In het Engels geschreven.
THE DEVICE YOU HAVE PURCHASED CONTAINS ONE OR MORE SOFTWARE PROGRAMS
(“PROGRAMS”) WHICH BELONG TO INTERNATIONAL BUSINESS MACHINES CORPORATION (“IBM”). THIS DOCUMENT DEFINES THE TERMS AND CONDITIONS UNDER WHICH
THE SOFTWARE IS BEING LICENSED TO YOU BY IBM. IF YOU DO NOT AGREE WITH THE
TERMS AND CONDITIONS OF THIS LICENSE, THEN WITHIN 14 DAYS AFTER YOUR
ACQUISITION OF THE DEVICE YOU MAY RETURN THE DEVICE FOR A FULL REFUND. IF
YOU DO NOT SO RETURN THE DEVICE WITHIN THE 14 DAYS, THEN YOU WILL BE
ASSUMED TO HAVE AGREED TO THESE TERMS AND CONDITIONS.
The Programs are licensed not sold. IBM, or the applicable IBM country organization, grants you a
license for the Programs only in the country where you acquired the Programs. You obtain no rights
other than those granted you under this license.
The term “Progra ms” means the origin al and all whole o r partial copie s of it, includin g modified copies or portions merged into other programs. IBM retains title to the Programs. IBM owns, or has
licensed from the owner, copyrights in the Programs.
1. License
Under this license, you may use the Programs only with the device on which they are installed and
transfer possession of the Programs and the device to another party.
If you transfer the Programs, you must transfer a copy of this license and any other documentation
to the other party. Your license is then terminated. The other party agrees to these terms and conditions by its first use of the Program.
You may not:
1) use, copy, modify, merge, or transfer copies of the Program except as provided in this license;
2) reverse assemble or reverse compile the Program; or
3) sublicense, rent, lease, or assign the Program.
2. Limited Warranty
The Programs are pr ovided “AS IS”.
THERE ARE NO OTHER WARRANTIES COVERING THE PROGRAMS (OR CONDITIONS),
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES
OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
Some jurisdictions do no t allow th e exclusion of implie d warranties , so the abov e exclusio n may not
apply to you.
SUPPLEMENT TO AGREEMENT FOR SOFTWARE BUNDLING AND DISTRIBUTION FOR
ALDC
20
3. Limitation of Remedies
IBM’s entire liability under this license is the following;
1) For any claim (including fundamental breach), in any form, related in any way to this license,
IBM’s liability will be for actual damages only and will be limited to the greater of:
a) the equivalent of U.S.$25,000 in your local currency; or
b) IBM’s then generally available license fee for the Program
This limitation will not apply to claims for bodily injury or damages to real or tangible personal
property for which IBM is legally liable.
IBM will not be liable for any lost profits, lost savings, or any incidental damages or other economic
consequential damages, even if IBM, or its authorized supplier, has been advised of the possibility
of such damages. IBM will not be liable for any damages claimed by you based on any third party
claim. This limitation of remedies also applies to any developer of Programs supplied to IBM. IBM’s
and the developer’s limitations of remedies are not cumulative. Such developer is an intended beneficiary of this Section. Some jurisdictions do not allow these limitations or exclusions, so they may
not apply to you.
4. General
You may terminate your license at any time. IBM may terminate your license if you fail to comply
with the terms and conditions of this license. In either event, you must destroy all your copies of the
Program. You are responsible for payment of any taxes, including personal property taxes, resulting
from this license. Neither party may bring an action, regardless of form, more than two years after
the cause of action arose. If you acquired the Program in the United States, this license is governed
by the laws of the State of New York. If you acquired the Program in Canada, this license is governed by the laws of the Province of Ontario. Otherwise, this license is governed by the laws of the
country in which you acquired the Program.
21
Bedieningstoetsen en lampjes
6
Meer informatie over de bedieningsprocedures vindt u in de bij de printer geleverde FS1010 Gebruikershandleiding.
1
NummerNaamFunctie
2
3
4
5
6
Bedieningspaneel
Klaar-lampjeHiermee wordt aangegeven of de printer
1
Gegevens-lampjeHiermee wordt aangegeven dat de printer
2
Attentie-lampjeHiermee wordt aangegeven dat de
3
TonerlampjeHiermee wordt aangegeven dat de toner
4
AnnuleertoetsHiermee kunt u een afdruktaak afbreken.
5
Go-toets• Hiermee kunt u de printer on-line en off-
6
on-line of off-line is.
gegevens ontvangt.
papiercassette leeg is of dat het papier vastgelopen is.
bijna of geheel op is.
line zetten.
• Als u de toets langer dan 3 seconden
indrukt, wordt er een statuspagina afgedrukt.
• Er wordt één pagina afgedrukt en uitgevoerd.
Remote Operation Panel (Afstandbedieningspaneel)
Remote Operation Panel
Het
op de printer is aangesloten eenvoudige printerinstellingen kunt maken. Meer informatie
over de installatie en het gebruik vindt u in de bij de printer geleverde FS-1010 Gebruiker-shandleiding.
is een functie waarmee u vanaf de computer die via het netwerk
5
1
2
Afstandbedieningspaneel
34
NummerNaamFunctie
BerichtenschermHierop worden de printerstatus, de actieve interface, de resolutie, het papierformaat
1
2INSTELLING
3VERBINDEN
4HELP
5GO
-knop
6MENU
ControlevensterHiermee wordt de status van de printer door middel van virtuele printeranimatie ge-
7
-knopVoor basisinstellingen voor het
-knop
-knop
-knop
van de huidige papiercassette, het aantal exemplaren dat afgedrukt wordt, en foutberichten weergegeven.
Remote Operation Panel
Hiermee wordt het soort aansluiting tussen de printer en de computer geselecteerd ofwel lokaal (via seriële of parallelle interface) ofwel via een netwerk.
Hiermee worden helpberichten weergegeven.
Deze toets heeft dezelfde functie als de
weer-gegeven als de printer via het netwerk op een computer is aangesloten.
Hiermee worden verscheidene printerinstellingen en bevestigingen weergegeven.
simuleerd. Als u bijvoorbeeld het bovenpaneel van de printer opent, gaat het bovenpaneel van de printeranimatie ook open.
knop op de printer. De toets wordt alleen
7
.
0110TI
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.