Kubota U10-3 User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
KUBOTA-
GRAAFMACHINE
MODELLEN
K008-3 U10-3
LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR EN HOUD DE HANDLEIDING ALTIJD IN DE BUURT
ALGEMENE SYMBOLEN
Om de bediening van de graafmachine te vereenvoudigen, zijn de instrumenten en besturingsonderdelen aangegeven met een reeks symbolen. Hieronder vindt u een overzicht van deze symbolen, samen met een korte beschrijving.
Waarschuwing in verband met veiligheid
Waarschuwingslampje “Brandstofpeil te laag”
Waarschuwingslampje “Motoroliedruk”
Waarschuwingslampje “Accu laden”
Claxon
Diesel
Hydraulische vloeistof
Snel
Langzaam
Graafmachine - Beweging door de lucht naar voren
Graafmachine - Beweging door de lucht naar achteren
Zwenken giek (links)
Zwenken giek (rechts)
Duwblad omhoog
Duwblad omlaag
Besturingsrichting bedieningshendel
Besturingsrichting bedieningshendel
Lees de gebruikershandleiding
Vergrendelen
Ontgrendelen
Vergroten/verkleinen spoorbreedte
Giek omhoog
Giek omlaag
Arm naar buiten
Arm naar binnen
Bak graven/intrekken
Bak storten
VOORWOORD
U bent nu de trotse eigenaar van een KUBOTA-graafmachine. Deze graafmachine is een hoogwaardig technologisch KUBOTA-product. De machine is vervaardigd met de beste materialen en volgens strenge kwaliteitsnormen. U zult er ongetwijfeld lang plezier van hebben. Om optimaal gebruik te maken van uw graafmachine, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen. Zo raakt u bekend met de bediening van de machine; bovendien bevat de handleiding veel nuttige aanwijzingen voor onderhoud. KUBOTA streeft ernaar iedere nieuwe ontwikkeling in zijn onderzoek zo snel mogelijk te benutten. Omdat nieuwe productiemethoden onmiddellijk in gebruik worden genomen, kan deze handleiding op enkele punten verouderde informatie bevatten. U kunt bij uw KUBOTA-distributeur en
-dealer terecht voor de meest actuele informatie. Aarzelt u niet contact met hen op te nemen.
VEILIGHEID VOOR ALLES
Dit symbool wordt door de hele industrie gebruikt om te wijzen op veiligheidsaspecten. U zult het in deze handleiding en op stickers op de machine steeds tegenkomen om u te waarschuwen voor mogelijk letsel. Leest u deze handleiding zorgvuldig door. Het is van essentieel belang dat u vóór gebruik of montage de handleiding en veiligheidsvoorschriften leest.
GEVAAR: Waarschuwt voor een situatie die leidt tot
levensgevaar of ernstig persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING: Waarschuwt voor een situatie die zou
kunnen leiden tot levensgevaar of ernstig persoonlijk letsel.
VOORZICHTIG: Waarschuwt voor een situatie die zou
kunnen leiden tot beperkt persoonlijk letsel.
BELANGRIJK: Waarschuwt voor mogelijke schade aan
apparatuur of eigendommen indien aanwijzingen niet worden gevolgd.
OPMERKING: Geeft nuttige informatie.
INHOUDSOPGAVE
VEILIGE BEDIENINGVEILIGE BEDIENING
VEILIGE BEDIENING
VEILIGE BEDIENINGVEILIGE BEDIENING
DEALERSERVICE ........................... 9
TECHNISCHE GEGEVENS ........... 10
Bedieningshandleiding
BESCHRIJVING VAN
MACHINEONDERDELEN ........... 11
INSTRUMENTENPANEEL EN
BEDIENINGSELEMENTEN......... 12
VOOR DE START .......................... 14
WERKING VAN
DE BEVEILIGINGEN ............... 14
DAGELIJKSE CONTROLES ...... 15
WERKING VAN DE MOTOR.......... 16
DE MOTOR STARTEN .............. 16
DE MOTOR STARTEN BIJ
LAGE TEMPERATUUR ........... 18
DE MOTOR UITZETTEN ........... 19
STARTEN MET EEN
HULPACCU ............................. 20
............
......
............
1 1
1
1 1
BEDIENING VAN
AANGEKOPPELDE
WERKTUIGEN......................... 23
BEDIENING VAN DE GIEK ........ 24
BEDIENING VAN DE ARM ........ 24
BEDIENING VAN DE BAK ......... 25
BEDIENING VOOR DRAAIEN
ZWENKFRAME ....................... 25
BEDIENING ZWENKEN GIEK ... 26
PEDAAL ZWENKEN GIEK ......... 26
INSTELLING VAN DE
SPOORBREEDTE EN
BEDIENING VAN HET
DUWBLAD ............................... 26
RIJDEN....................................... 29
DRAAIEN.................................... 30
HEUVELOP EN -AFRIJDEN ........ 32
PARKEREN OP EEN HELLING ... 32 BEDIENING VAN HET EXTRA
HYDRAULISCHE CIRCUIT ..... 33
VERVOEREN VAN DE
GRAAFMACHINE PER
VRACHTWAGEN......................... 35
OPTILLEN VAN DE
GRAAFMACHINE ........................ 37
BEDIENING VAN DE
GRAAFMACHINE ........................ 21
CONTROLEWAARNEMINGEN
TIJDENS BEDRIJF................ 21
INRIJDEN VAN UW NIEUWE
GRAAFMACHINE .................... 21
STARTEN ................................... 22
Verzorging en onderhoud
ONDERHOUD................................. 39
ONDERHOUDSINTERVALLEN .. 39
ONDER DE MOTORKAP ............ 40
DAGELIJKSE CONTROLES ....... 40
REGELMATIGE CONTROLES EN
ONDERHOUD .............................. 45
IEDERE 50 BEDRIJFSUREN ....... 45
IEDERE 100 BEDRIJFSUREN ..... 47
IEDERE 200 BEDRIJFSUREN ..... 48
IEDERE 500 BEDRIJFSUREN ..... 50
IEDERE 1000 BEDRIJFSUREN ... 50 IEDERE 1000 BEDRIJFSUREN OF
ÉÉN KEER PER JAAR .............. 52
IEDERE 2000 BEDRIJFSUREN ... 52
JAARLIJKS ONDERHOUD .......... 52
TWEEJAARLIJKS ONDERHOUD 52
OVERIG ONDERHOUD ............... 54
OVERIGE AFSTELLINGEN EN
VERVANGINGEN ........................ 55
HET BRANDSTOFSYSTEEM
ONTLUCHTEN ........................ 55
AFSTELLEN VAN DE
RUPSBANDEN ........................ 55
ZEKERINGEN ............................ 57
HEFVERMOGEN ............................ 64
BIJLAGEN ...................................... 67
PROBLEMEN OPLOSSEN ............ 58
GEBRUIK BIJ LAGE
TEMPERATUREN ....................... 60
VOORBEREIDINGEN VOOR
GEBRUIK BIJ LAGE
TEMPERATUREN ................... 60
MAATREGELEN NA AFLOOP
VAN HET WERK...................... 60
LANGDURIGE OPSLAG................ 61
AANBEVOLEN
SMEERMIDDELEN ...................... 62
BELANGRIJKSTE
AFMETINGEN.............................. 63
VEILIGE BEDIENING
1
De beste beveiliging tegen ongelukken is het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften.
Lees dit gedeelte zorgvuldig door en zorg ervoor dat u de inhoud ervan volledig begrijpt voordat u de graafmachine in gebruik neemt.
Elke gebruiker, hoe ervaren ook, moet deze handleiding en die van de aangekoppelde werktuigen en accessoires zorgvuldig lezen en tot zich door laten dringen alvorens met de graafmachine te werken. De eigenaar is verplicht iedereen die met de machine gaat werken, volledig op de hoogte te brengen van deze handleiding. Bewaar deze handleiding in de gereedschaps­kist.
1. VOOR GEBRUIK
1. Raak vertrouwd met de functies en houd rekening met de beperkingen van de graafmachine. Lees deze gebruikers­handleiding zorgvuldig door voordat u de graafmachine start.
2. Neem de veiligheids- en waarschuwings­stickers op de machine in acht.
3. De spoorbreedte kan worden ingesteld op smal (700 mm (K008-3), 750 mm (U10-3)) en standaard (860 mm (K008-3), 990 mm (U10-3)). (Zie “INSTELLING VAN DE SPOOR­BREEDTE” voor nadere informatie). Stel de spoorbreedte onder normale omstandigheden nooit in op smal (700 mm (K008-3), 750 mm (U10-3)), omdat de graafmachine dan zou kunnen kantelen. Werk altijd met de standaardbreedte (860 mm (K008-3), 990 mm (U10-3)), behalve bij een smalle doorgang op een vlakke ondergrond.
4. Gebruik de graafmachine niet wanneer u onder invloed bent van alcohol, medicijnen of andere middelen. Vermoeidheid is eveneens gevaarlijk.
5. Controleer de omgeving zorgvuldig voordat u met de graafmachine gaat werken of werktuigen aankoppelt.
Let op de ruimte tussen de machine en elektriciteitskabels erboven.
Ga na of er leidingen of kabels onder de grond lopen.
Controleer op verborgen kuilen, zachte ondergrond en obstakels op de grond of in de lucht.
Tijdens bedrijf mag niemand in het werkgebied van de graafmachine komen.
6. Laat anderen pas met de machine werken nadat u hen volledig op de hoogte hebt gebracht van de bediening en werk­instructies, en u zeker weet dat zij de gebruikershandleiding volledig hebben gelezen en begrepen.
2
7. Draag tijdens het werken met de graafmachine geen wijde, gescheurde of te grote kleding. Kleding kan vast komen te zitten tussen draaiende delen of bedienings­organen, hetgeen ongelukken of letsel kan veroorzaken. Draag de beschermende kleding, zoals een veiligheidshelm, veilig­heidsschoenen, oogbescherming, gehoor­bescherming en werkhandschoenen, die voor de werkomstandigheden en volgens wettelijke of andere voorschriften vereist zijn.
(1) Helm (2) Geschikte werkkleding (3) Goed passende kleding (4) Schoeisel met antislipzolen (5) Goed aansluitende manchetten (6) Werkhandschoenen (7) Strohoed (8) Handdoek (9) Wijde broek (10) Shirt met loshangende manchetten (11) Wijd shirt (12) Rubberen sandalen
8. Laat tijdens bedrijf niemand waar dan ook op de bestuurdersstoel toe.
9. Controleer mechanische onderdelen op afstelling en slijtage. Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk. Con­troleer regelmatig of moeren en bouten goed zijn vastgedraaid. (Raadpleeg “Verzorging en onderhoud” voor meer informatie).
10. Houd de graafmachine schoon. Ernstige vervuiling, vet, stof en gras kunnen vlam vatten en ongelukken of letsel veroorzaken.
11. Gebruik alleen door KUBOTA goedge­keurde werktuigen.
12. Voordat u de motor start, dient u er absoluut zeker van te zijn dat de tank voldoende brandstof bevat, de machine is gesmeerd en geolied, en overig onderhoud is uitgevoerd.
13. Pas de graafmachine niet aan. Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot onvoorziene veiligheidsproblemen.
2. DE GRAAFMACHINE STARTEN
1. Wees voorzichtig bij het in- en uitklimmen van de machine. Kijk altijd in de richting van de machine. Gebruik altijd de handreling en voetsteunen, en houd uzelf in evenwicht. Gebruik de bedieningshendels en schake­laars nooit als handgrepen. Spring niet op of van de machine, ongeacht of deze stil staat of rijdt.
2. De graafmachine mag alleen worden gestart en bediend vanuit de bestuurders­stoel. De bestuurder mag nooit uit zijn stoel leunen wanneer de motor draait.
3. Controleer vóór het starten of alle bedieningshendels (inclusief hulpbedienings­hendels) in de neutrale stand staan.
4. Start de motor niet door het kortsluiten van de startschakeling. Probeer het gebruik van de startschakelaar niet te omzeilen, anders kan de motor ongewild aanslaan en de graafmachine in beweging komen.
5. Controleer of het duwblad zich aan de voorzijde bevindt. (Het duwblad moet omhoog staan). Als het zwenkframe 180° is gedraaid en het duwblad zich dus “achter” de bestuurder bevindt, is de rijrichting tegenovergesteld aan de richting van de hendels (wanneer met de rijhendel bijvoorbeeld ‘vooruit’ wordt gekozen, rijdt de graafmachine vanuit het oogpunt van de bestuurder achteruit).
3
6. Laat de motor niet draaien in gesloten of slecht geventileerde ruimten. Koolmonoxide is een kleurloos, geurloos en dodelijk gas.
7. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen en beschermkappen goed zijn gemonteerd. Vervang beschadigde of ontbrekende veiligheidsvoorzieningen.
8. Voorzorgsmaatregelen tegen omkantelen. Om veilig te werken dient u uit de buurt te blijven van steile hellingen en wallen. Beweeg de bak nooit los langs een helling omlaag. Laat het duwblad tijdens het graven zakken. Houd de bak zo laag mogelijk wanneer u tegen een helling op rijdt. Draai op hellingen langzaam. Blijf met de graafmachine uit de buurt van greppels en bermen, aangezien de aarde onder het gewicht van de graafmachine kan wegzakken.
9. Let altijd op waar u de graafmachine heen rijdt. Let op mogelijke obstakels.
10. Blijf voldoende uit de buurt van greppels en bermen.
3. NA GEBRUIK
Voordat u de machine verlaat, moet u:
De graafmachine parkeren op een vlakke, harde ondergrond.
De aangekoppelde werktuigen en het duwblad op de grond laten zakken.
De motor uitzetten.
Alle bedieningshendels vergrendelen.
De sleutel uit het contact halen.
(1) Vergrendeling van (A) “Vergrendelen”
bedieningshendel (B) “Ontgrendelen” (Aan linkerzijde)
4
4. VEILIG LADEN EN VERVOEREN VAN DE GRAAFMACHINE
1. Houd u aan alle regelgeving betreffende het
transport van graafmachines over de openbare weg.
2. Gebruik voldoende lange en stevige platen
om de machine de vrachtwagen op te rijden. (Raadpleeg “VERVOEREN VAN DE GRAAFMACHINE PER VRACHTWAGEN” voor meer informatie).
3. Rijd de machine in rechte lijn de vrachtwagen
op; om kantelen te voorkomen mag de graafarm niet dwars ten opzichte van de oprijplaten staan.
4. Nadat de machine op de vrachtwagen is
geladen, moet de zwenkvergrendelingspen worden aangebracht. Laat de bak op de laadvloer zakken en laat de druk van het hydraulische systeem. Blokkeer de rupsbanden met blokken en zet de graafmachine met kabels vast. Nadat de graafmachine op de vrachtwagen is geladen, bevestigt u het onderstel van de graafmachine aan de vrachtwagen met een sterke staalkabel.
(1) Zwenkvergrendelingspen (A) “Ontgrendelen”
(B) “Vergrendelen”
5. Rem nooit plotseling met de vrachtwagen
waarop de graafmachine is geladen. Dit kan leiden tot dodelijke ongevallen.
6. Wanneer de graafmachine een andere machine sleept, moet het gewicht daarvan lager zijn dan de sterkte van de trekhaak.
Max. trekbelasting haak
Max. hijsbelasting haak
35,3 kN
4,1 kN
5. ONDERHOUD
Rijd de machine voor onderhouds­werkzaamheden op een stevige, vlakke ondergrond, laat de werktuigen op de grond zakken, zet de motor uit en laat de cilinderdruk ontsnappen door de hendels te verzetten. Laat vóór het demonteren van hydraulische onderdelen de hydrauliekolie voldoende afkoelen om brandwonden te voorkomen. Ga voorzichtig te werk: draai schroeven bijvoorbeeld langzaam los zodat olie niet naar buiten spuit.
1. Alvorens werkzaamheden aan de motor, het uitlaatsysteem, de radiateur en het hydraulische systeem uit te voeren, dient u de graafmachine voldoende te laten afkoelen.
2. Schakel voor het tanken van brandstof altijd eerst de motor uit. Voorkom het morsen van brandstof en overlopen van de tank.
3. Roken is verboden tijdens het tanken en het uitvoeren van werkzaamheden aan de accu. Houd open vuur en vonken altijd uit de buurt van de accu en brandstoftank. Uit de accu ontsnappen ontvlambare gassen, met name tijdens het opladen.
4. Indien u de motor met een hulpaccu start, dient u de aanwijzingen te volgen die zijn opgenomen in “WERKING VAN DE MOTOR”, onder “STARTEN MET EEN HULPACCU”.
5. Om kortsluiting te voorkomen, moet de minkabel als eerste worden losgemaakt en de pluskabel als eerste worden aangeslo­ten.
6. Houd altijd een verbandtrommel en een brandblusser bij de hand.
7. Draai de radiateurdop niet los voordat de radiateur voldoende is afgekoeld. Draai de dop eerst los tot aan de eerste aanslag en wacht tot alle druk van het systeem is. Draai de dop vervolgens helemaal los.
5
8. Lekkende hydrauliekvloeistof heeft vol­doende druk om door de huid te dringen en ernstig letsel te veroorzaken. Lekkages uit zeer kleine openingen kunnen volledig onzichtbaar zijn. Gebruik nooit uw handen voor het opsporen van mogelijke lekken. Gebruik altijd een stuk hout of karton. Draag altijd gezichtsbescherming of een veiligheidsbril. Ga in geval van verwonding door lekkende hydrauliekvloeistof direct naar een dokter. Deze vloeistof kan koudvuur of ernstige allergische reacties veroorzaken.
9. Ter voorkoming van lekkage van accuzuur, dat zware metalen bevat, mag de accu niet zomaar worden weggegooid.
10. Houd u aan alle wet- en regelgeving voor het afvoeren van gebruikte olie, koel- en oplosmiddelen, hydrauliekvloeistof, accu­zuur en accu’s.
11. Ter voorkoming van brand mogen de hydraulische onderdelen (tanks, leidingen, slangen, cilinders) niet worden verhit voordat zij leeg zijn en grondig zijn gereinigd.
12. Gebruik een masker of veiligheidsbril om uw ogen en luchtwegen te beschermen tegen stof en andere vreemde deeltjes.
13. Kruip nooit onder de graafmachine wanneer deze alleen wordt ondersteund door de giek en arm of het duwblad. De graafmachine kan omkantelen of omlaag komen door drukverlies in het hydraulisch systeem. Gebruik altijd veiligheidsstutten of andere geschikte steunen.
14. KUBOTA gebruikt geen onderdelen die asbest bevatten. Gebruik nooit onderdelen met asbest, ook al kunnen ze geïnstalleerd worden.
6
6. VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSSTICKERS
Onderdeelnr. 69198-5739-1
Start de motor alleen vanuit de bestuurdersstoel. Start de motor niet door het kortsluiten van de startschakeling.
Onderdeelnr. 69198-5723-1
Zet de motor uit voordat u de motorkap opent.
Onderdeelnr. R2401-5736-1
Uitsluitend diesel Vuur verboden
Onderdeelnr. RA028-5727-1
Laat niemand toe in het werkgebied.
7
Onderdeelnr. 69198-5722-1
Kom niet binnen het zwenkbereik.
Onderdeelnr. 69198-5784-1
Neem de gebruikershandleiding grondig door voordat u de graafmachine start of bedient.
Onderdeelnr. RA118-5776-1
Houd uw voeten binnen de voetsteunen.
8
Stickers: binnenzijde motorkap
Onderdeelnr. TA040-4958-1
Raak geen hete onderdelen aan (uitlaat, enz.).
Onderdeelnr. RA028-5724-1
Radiateur: Pas op dat u zich niet brandt.
Onderdeelnr. RA128-5776-1
Blijf uit de buurt van de ventilator en de ventilatorriem.
7. ONDERHOUD VAN VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSSTICKERS
(1) Zorg ervoor dat de veiligheids- en waarschuwingsstickers altijd schoon en duidelijk zichtbaar zijn. (2) Maak de veiligheids- en waarschuwingsstickers schoon met water en zeep, en droog ze af met een
zachte doek.
(3) Vervang beschadigde of ontbrekende veiligheids- en waarschuwingsstickers. Nieuwe stickers zijn
verkrijgbaar bij uw KUBOTA-dealer.
(4) Als een onderdeel met veiligheids- en waarschuwingsstickers wordt vervangen door een nieuw
onderdeel, bevestig de nieuwe stickers dan op dezelfde plaats.
(5) Breng nieuwe veiligheids- en waarschuwingsstickers aan op een droge, schone ondergrond en
wrijf eventuele luchtbellen naar buiten weg.
DEALERSERVICE
Uw KUBOTA-dealer staat altijd voor u klaar om ervoor te zorgen dat uw graafmachine optimaal presteert. Nadat u deze handleiding zorgvuldig hebt gelezen, zult u beseffen dat u veel van de routinewerkzaamheden zelf kunt uitvoeren. Uw KUBOTA-dealer is verantwoordelijk voor het onderhoud en de levering van reserveonderdelen. Vermeld bij het bestellen van reserveonderdelen van uw KUBOTA-dealer altijd het serienummer van de graafmachine en de motor. Noteer deze nummers direct op de daarvoor bestemde regels.
Model Serienr. Graafmachine Motor Naam van de dealer (In te vullen door de eigenaar)
9
(1) Serienummer
(2) Motorserienummer
10
TECHNISCHE GEGEVENS
KUBOTA GRAAFMACHINE
Model U10-3
Type Rubberen rupsbanden
Gewicht machine kg 980
3
Standaardbreedte bak
Motor
Inhoud (cc) (CECE) 0,024
Breedte mm 380
Type Watergekoeld, 3-cilinder, diesel
Model KUBOTA D722-BH-4
Volledige slag cm
Motorvermogen kW (PS) 7,4 (10,2)
Nominaal toerental rpm 2050
Zwenksnelheid rpm 8,3
m
3
K008-3
850
0,022
350
KUBOTA D722-BH-3
719
Prestaties
Duwblad (breedte & hoogte) mm 750 x 200, 990 x 200
Zwenkhoek giek
Druk koppeling werktuigen
Inhoud brandstoftank l 12
Rijsnelheid km/h 2,0
Bodemdruk
kPa (kgf/cm
Klimhoek % (graden) 27 (15)
Links
Rechts rad (graden) 0,96 (55)
Verplaatsing l/min. 21,0
Max. druk MPa
rad (graden)
(kgf/cm
2
)
2
)
22,5 (0,23)
700 x 200, 860 x 200
0,96 (55)
1,05 (60)
16,7 (170)
24,5 (0,25)
17,7 (180)
OPMERKING:
De bovenstaande afmetingen zijn gebaseerd op de machine met JPN-bak. JPN = gemaakt in Japan
11
BESCHRIJVING VAN MACHINEONDERDELEN
AFGEBEELDE ONDERDELEN
(1) Arm (2) Bakcilinder (3) Verbindingsstang bak (4) Graafbak (5) Zwenkbeugel (6) Duwbladcilinder (7) Duwblad (8) Armcilinder (9) Giek (10) Bestuurdersstoel (11) Giekcilinder (12) Aandrijftandwiel (13) Spanwiel voor
12
INSTRUMENTENPANEEL EN BEDIENINGSELEMENTEN
Instrumentenpaneel, Schakelaars
AFGEBEELDE ONDERDELEN
(1) Startschakelaar (2) Urenteller (3) Waarschuwingslampje (4) Claxonschakelaar (5) Schakelaar werklicht
Bedieningspedalen en -hendels
13
AFGEBEELDE ONDERDELEN
(1) Gashendel (2) Rijhendel (links) (3) Rijhendel (rechts) (4) Bedieningshendel voor aan de voorzijde
aangekoppelde werktuigen (links)
(5) Bedieningshendel voor aan de voorzijde
aangekoppelde werktuigen (rechts) (6) Bedieningshendel voor duwblad of spoorbreedte (7) Zwenkpedaal (8) Pedaal extra hydraulisch circuit (9) Keuzehendel spoorbreedte/duwblad (10) Vergrendeling van de bedieningshendels
14
VOOR DE START
Zwenkvergrendelingspen
WERKING VAN DE BEVEILIGINGEN
VOORZICHTIG
••
Voor besturing dient u de ma-
••
chine eerst te starten en te wachten tot het hydraulische pilot-systeem actief is. Let op dat u de bak slechts bij een laag toerental van de motor op de grond laat zakken. (U10-3)
Vergrendeling van de
bedieningshendels
VOORZICHTIG
••
Wanneer de graafmachine niet in
••
gebruik of onbeheerd is, moet de bak op de grond zijn geplaatst en alle bedieningshendels zijn ver­grendeld. Het werktuig aan de voorzijde zou anders plotseling kunnen zakken, hetgeen gevaar­lijk is. Haal ook de sleutel uit het contact.
De vergrendeling van de bedieningshendels voor werktuigen bevindt zich aan de linkerkant.
Met deze pen vergrendelt u het zwenkframe. Door de pen in de stand “Vergrendelen” te zetten, vergrendelt u het zwenkframe op het onderframe.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat het zwenkframe en het onderframe parallel staan alvorens te vergrendelen
(1) Zwenkvergrendelingspen (A) “Ontgrendelen”
(B) “Vergrendelen”
(1) Vergrendeling (A) “Vergrendelen”
(B) “Ontgrendelen”
DAGELIJKSE CONTROLES
Ter voorkoming van schade is het belangrijk vóór gebruik de staat van de graafmachine te controleren.
VOORZICHTIG Ga als volgt te werk om lichamelijk letsel te voorkomen:
••
Voer alleen onderhouds-
••
werkzaamheden aan de graaf­machine uit wanneer deze op een vlakke ondergrond staat met de motor uitgeschakeld, en de beveiligingen in de posi­tie “Vergrendelen”.
Controles
Loop rond de graafmachine en controleer op zichtbare schade en slijtage. Controleer het koelmiddelniveau. (Zie de regelmatig te controleren punten in “ONDER­HOUD”). Controleer het brandstofpeil. Controleer het motoroliepeil. Controleer het peil van de hydrauliekvloeistof. Controleer of het luchtfilter niet verstopt is. Controleer alle waarschuwingslampjes en de urenteller. Controleer het verlichtingssysteem. Controleer de conditie van de veiligheids- en waarschuwingsstickers. (Zie “VEILIGHEIDS­EN WAARSCHUWINGSSTICKERS” in het gedeelte “VEILIGE BEDIENING”).
15
16
WERKING VAN DE MOTOR
VOORZICHTIG Ga als volgt te werk om lichamelijk letsel te voorkomen:
••
Lees “VEILIGE BEDIENING”
••
voorin deze gebruikers­handleiding door.
••
Neem de veiligheids- en
••
waarschuwingsstickers op de machine in acht.
••
Uitlaatgassen zijn giftig. Laat
••
de motor niet draaien in ruim­ten zonder voldoende ventila­tie.
••
Start de motor alleen vanuit de
••
bestuurdersstoel. Start de mo­tor nooit terwijl u naast de graafmachine staat. Gebruik voor het starten van de motor de claxon om omstanders hierop opmerkzaam te maken.
DE MOTOR STARTEN
VOORZICHTIG Ga als volgt te werk om lichamelijk letsel te voorkomen:
••
U mag niet alleen op de
••
waarschuwingslampjes af­gaan: de routinecontroles zijn altijd nodig (zie “ONDER­HOUD”).
Start de motor op de volgende manier:
1. Controleer of de brandstofkraan open staat.
(1) Claxonschakelaar
BELANGRIJK:
Gebruik geen starthulpspray of dergelijke vloeistoffen.
Start niet langer dan 10 seconden achtereen, dit om de accu en startmotor niet over te belasten.
Slaat de motor niet binnen 10 seconden aan, wacht dan minstens 20 seconden en probeer het opnieuw.
(1) Brandstofkraan (A) “Open”
(B) “Dicht”
2. Zorg er alvorens de motor te starten voor dat alle bedieningshendels in de neutrale stand staan.
(1) Rijhendel (links) (2) Rijhendel (rechts) (3) Werktuigbedieningshendel (links) (4) Werktuigbedieningshendel (rechts) (5) Gashendel (6) Bedieningshendel voor duwblad of spoorbreedte
Loading...
+ 56 hidden pages