Kenwood TM-D700E, TM-D700A User Manual [de]

Page 1
GEBRUIKSAANWIJZING
GESPECIALISEERDE COMMUNICATIE
144/440 MHz FM TWEEBANDER
TM-D700A
144/430 MHz FM TWEEBANDER
TM-D700A
144/430 MHz FM TWEEBANDER
TM-D700E
KENWOOD CORPORATION
© B62-1273-20 (K,E,M) 09 08 07 06 05 04 03 02 01
Page 2
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 HET PAKKET
AANSLUITEN OP EEN PC ........................................ 2
TNC BEDIENEN........................................................ 3
VOORBEREIDING ....................................................4
DE DA TABAND SELECTEREN .................................5
DCD SENSE ............................................................. 5
HOOFDSTUK 2 DX PAKKETCLUSTERS CONTROLEREN HOOFDSTUK 3 PACSAT’s HOOFDSTUK 4 SYSTEEM DAT AUTOMATISCH
PAKKETTEN/POSITIES MELDT
PAKKETPAD EN DIGIT ALE REPEATER ................... 9
VERBINDING MAKEN MET EEN GPS
ONTV ANGER.......................................................... 10
BEDIENING............................................................. 11
DE INTERNE KLOK AFSTELLEN............................ 12
Tijd instellen........................................................ 12
Datum instellen ................................................... 12
UTC afwijking instellen........................................ 13
DE DA TABAND SELECTEREN ...............................13
EEN OVERDRACHTSSNELHEID VOOR EEN
PAKKET SELECTEREN ..........................................13
APRS DATA ONTVANGEN...................................... 14
ONTV ANGEN APRS DATA OPVRAGEN ................. 15
EEN ROEPNAAM PROGRAMMEREN.................... 17
UW STATIONPICTOGRAM SELECTEREN............. 18
POSITIEDATA PROGRAMMEREN.......................... 19
EEN POSITIE-OPMERKING SELECTEREN........... 20
STATUSTEKST OPSLAAN...................................... 21
EEN GROEPSCODE PROGRAMMEREN............... 22
EEN P AKKETPAD PROGRAMMEREN ................... 23
®
PAKKETZENDMETHODE SELECTEREN............... 25
PAKKETZENDTIJD SELECTEREN......................... 25
ZENDSNELHEID STATUSTEKST SELECTEREN... 25
ONTV ANGST VAN APRS DATA BEPERKEN .......... 26
POSITIE-DUBBELZINNIGHEID
PROGRAMMEREN .................................................26
WEERGAVE PAKKETCONTROLE.......................... 2 6
INSTELLEN ALS DIGITALE REPEATER ................. 27
HOOFDSTUK 5 APRS® BERICHT
BEDIENING............................................................. 28
EEN BERICHT ONTVANGEN ................................. 29
EEN BERICHT INGEVEN........................................ 30
ONTV ANGEN APRS BERICHTEN OPVRAGEN ..... 31
EEN BERICHT ZENDEN ......................................... 3 2
AUTOMA TISCH ANTWOORDEN ............................ 33
EEN GROEPSCODE PROGRAMMEREN............... 34
HOOFDSTUK 6 SLOW-SCAN TELEVISION (SSTV) MET
VC-H1
AANSLUITEN OP DE VC-H1................................... 35
ROEPNAAM/ BERICHT/ RSV INGEVEN................. 36
KLEUR SELECTEREN VOOR ROEPNAAM/
BERICHT/ RSV ....................................................... 37
PROJECTEREN ...................................................... 37
SSTV STANDWIJZIGING ........................................ 38
BEDIENING VC-H1 ................................................. 38
HOOFDSTUK 7 PROBLEMEN OPLOSSEN
BIJLAGE INDEX
N-i
Page 3
DIRECTE INGANG VIA MIC TOETSENBORD (ALLEEN MC-53DM)
Via het toetsenbord op de MC-53DM kunt u een roepnaam, bericht of andere tekenreeksen ingeven. U kunt verschillende soorten tekens ingeven, afhankelijk van het doel van een ingang. Telkens als u op een van de Mic toetsen drukt, worden er tekens ingevoerd, zoals aangegeven in de tabel. U kunt bij de Mic [A] als [ [B] als [
bb
b], [C] als [DEL], en [D] als [OK] gebruiken.
bb
Voor een roepnaam {pagina 17/ 30}, groepscode {pagina 22/ 34}, pakketpad {pagina 23/ 27}, en SSTV string {pagina 36}:
1 QZ1 7 PRS7 2 ABC2 8 TUV8 3 DEF3 9 WXY 9
aa
a],
aa
Voor een geheugennaam {pagina 19}, statustekst {pagina 21}, en bericht {pagina 30/ 33}:
1 qz1QZ 6 mno6MNO 2 abc2ABC 7 p r s7PRS 3 def3DEF 8 tuv8TUV 4 ghi4GHI 9 wxy9WXY 5 jkl5JKL 0
eitaps
0
?!'.,–/&#%()<>;:
#
"@
4 GH I 4 0 0 5 JKL5
–,
#
6MNO6 !3?
1
Alleen pakketpad en bericht/ bulletingroepcodes
2
Alleen berichtgroepscode
3
Alleen SSTV string
12
3
/
3
N-ii
Page 4
HET PAKKET
Een pakket is een eenheid met data die in zijn geheel van de ene computer naar een andere op een netwerk gestuurd wordt. Pakketten kunnen op radiogolven overgebracht worden en ook over communicatielijnen. Naast een zendontvanger en een computer heeft u alleen een Terminal Node Controller (TNC) nodig. Een van de taken van een TNC is het omzetten van pakketten in audiotonen en andersom. Deze zend­ontvanger heeft een ingebouwde TNC.
Er zijn een aantal pakketapplicaties ontwikkeld door zendamateurs waaronder packet bulletinboard systems (PBBS’en). PBBS’en worden door vrijwilligers gemaakt en onderhouden. Deze vrijwilligers worden Systeem­gebruikers genoemd (Sysgebr). U kunt toegang krijgen tot een van uw locale PBBS’en om e-mail te versturen een bestand te downloaden of om andere handige informatie te krijgen. Duizenden PBBS’en, die een wereldwijd netwerk gevormd hebben, geven e-mail door naar een bestemming ergens ter wereld.
PBBS
1
Als u voor de eerste keer naar een PBBS gaat, moet u vaak registreren als een nieuwe gebruiker. Als uw registratie gelukt is, is de PBBS beschikbaar als uw “home PBBS”. E-mail die naar u gestuurd wordt, wordt voor u vastgehouden in een directory, postvak genaamd, op uw home PBBS.
Om een e-mail te versturen, moet u een adres aanwijzen, zijn (of haar) roepnaamgebruiken en het roepnaam voor zijn (of haar) home PBBS. bijv. KD6NUH@KJ6HC. In dit voorbeeld is er een e-mail geadresseerd aan KD6NUH, wiens home PBBS KJ6HS is. Als uw home PBBS KJ6HC niet kan vinden in het adresbestand om uw mail door te sturen, dan moet u het adres nauwkeuriger intypen. U kunt “KD6NUH@KJ6HC.#ABC.CA” of “KD6NUH@KJ6HC.#ABC.CA.USA”, of tot aan “KD6NUH@KJ6HC.#ABC.CA.USA.NA”, indien nodig. Het volledige adres van iemand die in de Verenigde Staten woont moet bijvoorbeeld een regiocode bevatten (voorafgegaan door een #), staat, land en continentaf­kortingen zoals hierboven.
Raadpleeg referentieboeken voor meer informatie. Deze moeten bij elke winkel in amateur zendapparatuur te verkrijgen zijn. Als u in de Verenigde Staten woont raapleeg dan de ARRL Repeater Directory voor pakket­frequenties. Webpagina’s over Pakket kunnen ook van pas komen. Op een van de zoekmachines op het Internet kunt u “Packet radio” gebruiken als een trefwoord om die webpagina’s te vinden.
Opmerking: Als er een amateur radioclub in uw buurt is, loont het wellicht de moeite hiervan lid te worden. In een uur kunt u van ervaren hobbyisten meer leren, dan u zelf in een maand kunt ontdekken. Vraag na op de plaatselijke repeaters of neem contact op met uw nationale amateur radio-organisatie (in de Verenigde Staten is dit de ARRL) voor informatie over locale amateurclubs. U zult daar zeker geen spijt van krijgen.
N-1
Page 5
AANSLUITEN OP EEN PC
1
Gebruik een RS-232-C rechte kabel om de zend­ontvanger op een PC aan te sluiten. De zendontvanger heeft een DB-9 mannelijke connector aan de voorkant van de hoofdeenheid.
Opmerking: Zet de stroom van de zendontvanger UIT voordat u de aansluitingen gaat maken.
.rnniP
1DCD— 2DXRatadXT 3DXTatadXR 4RTDraalklanimretataD 5DNGedraalaangiS 6RSDraalktesataD 7STRnaaXR 8STCnaaXT 9IR—
maanniP
)retupmoc.fer(
Op computer
Gebruik een optionele PG-5A kabel om een externe TNC op de zendontvanger aan te sluiten. De DA TA connector op de voorkant van de hoofdeenheid past op een mini DIN-stekker van 6 pinnen.
GND
eitcnuF
)007D-MT.fer(
Op TM-D700
.rnniP maanniP eitcnuF
atadtekkapgnagnI
1DKP
•raanCNTnavatadXT regnavtnodnez
2EDDKProovedraA
ybdnatstekkaP
3SKP
•edroovnekiurbegnipezednakCNT
.nedrownednozeg
nemonegraawnavgnagtiU
Vm005(atadspb0069
P-P
49RP
•enemeglaneeslakootreenoitcnuF
.gnagtiu
51RP
Vm005(atadspb0021
nemonegraawnavgnagtiU
P-P
gnagtiulegerhcleuqS
•edslathcardrevoatadCNTtreekkolB
•eciovnaveitnerefretnitmokrooV
6CQS
•uaevinsgnagtiU
Opmerkingen:
Als de externe TNC een algemene pin heeft voor 1200 bps en 9600 bps data-ingang, sluit deze pin dan aan op de DATA connector PR9 pin. Als de PR9 en PR1 pin kortgesloten worden, raakt de TNC defect.
Als er DC spanning staat op de PR1 pin, werkt de externe TNC wellicht niet. Als dit probleem zich voordoet, voeg dan een 10 condensator toe tussen de PR1 pin en de TNC. Wees voorzichtig met de polariteit van de condensator.
.sinepohcleuqs
edflezedposeitacinummoc
.nereborp
)gooH(V5+:hcleuqsnepO
-regnavtnodnezednavgnagni nelangistekkapreljiwretnooforcim
k01,)
-atadspb0069nespb0021roovnip
k01,)
wueinpokootmokrooV.eitneuqerf
)geelanjib(V0:hcleuqsnetolseG
µ
F
N-2
Page 6
TNC BEDIENEN
Deze zendontvanger heeft een ingebouwde TNC die voldoet aan het AX.25 protocol. Dit protocol wordt gebruikt voor communicatie tussen TNC’s. De TNC accepteert data van uw PC en zet deze om in pakketten. De pakketten worden dan omgezet in audiotonen die de zendontvanger kan uitzenden. De TNC neemt ook audiotonen van de zendontvanger, zet ze om in data voor de computer en controleert of er fouten staan in de data.
De TNC functioneert voornamelijk in de Command- of Converse-stand. Eerst moet u het verschil weten tussen deze twee standen.
Command-stand Als u de Packet-stand (pakket) selecteert, gaat de
TNC naar deze stand. “cmd:” wordt dan op het computerscherm weergegeven. U kunt commando’s intypen op het toetsenbord van de computer om de instellingen op de TNC te wijzigen. Als u in de Converse-stand staat, kunt u op [Ctrl]+[C] drukken op het toetsenbord om terug te gaan naar de Command-stand.
Converse-stand (spreekstand) De TNC gaat naar deze stand als er een verbinding
met het doelstation is gemaakt. Typ op het toetsenbord van de computer een commando in en eventueel een bericht. Druk dan op [Enter] of [Return]. Wat u typt wordt omgezet in pakketten en uitgezonden. Als u in de Command-stand staat, typ dan CONVERSE om terug te gaan naar de Converse-stand. U kunt ook CONV of K intypen.
Zie de LIJST MET TNC-COMMANDO’S op pagina 41 voor de commando’s die door de ingebouwde TNC ondersteund worden.
De volgende indicators worden op het display weergegeven om de huidige TNC-status aan te geven.
rotacidnI sutatS
TKPCNT.dnats-tekcaPednitaatsCNTeD
ATS
NOC
.noitatsleod
.reffubedninevjilb,nedrow
DOBM
LIAM
.sidreesserdaegunaa
neteomnednozrevgoneidnettekkaP
tehtemgnidnibrevtfeehCNTeD
fototgnageotnegjirksnoitatserednaeD
.CNTednikavtsoptehtemgnidnibrev
eidliam-etaatsCNTednikavtsoptehnI
0021dreetcelesegdiehlenssthcardrevospb0021 0069dreetcelesegdiehlenssthcardrevospb0069
De ingebouwde TNC heeft een eenvoudig postvak waarmee u e-mail van andere stations kunt ontvangen. Er kan maximaal 110 kilobytes (KB) informatie in staan. U kunt e-mail in uw postvak lezen door een commando van uw PC te sturen {pagina 47}.
Opmerkingen:
Niet alle functies die op conventionele TNC’s beschikbaar zijn, worden ondersteund door de in deze zendontvanger ingebouwde TNC.
De ingebouwde TNC kan automatisch opnieuw gereset gezet worden als er een storing waargenomen wordt. Dit wil niet zeggen dat de zendontvanger defect is.
Voor het onderscheiden van de diverse stations of nodes, kunt u maximaal 15 Secondary Station IDentifiers (SSID’s) hebben. bijv. WD6BQD-1 t/m WD6BQD-15. U moet altijd een streepje zetten tussen uw roepnaam en SSID-nummer.
Voor de werking van pakket, dat gemakkelijk beïnvloed wordt door zend- en ontvangstcondities, is een S-meter met volle schaal nodig voor een betrouwbare communicatie. Als de S-meter tijdens een bewerking van 9600 bps minder dan het maximum aangeeft, komen er veel communicatiefouten voor.
1
N-3
Page 7
VOORBEREIDING
1
De volgende stappen helpen u bij het goed laten werken van pakket. De grijze stappen geven handelingen op uw PC aan. Sluit eerst de zendontvanger op de PC aan {pagina 2}.
Opmerking: U mag de standaard (9600 bps) in menu 1–9–5 (COM PORT) niet veranderen.
q Installeer een goed terminalprogramma op de PC.
• Freeware of shareware programma’s zijn op verschillende manieren te verkrijgen. Raadpleeg uw referentiemateriaal of andere gebruikers.
t Om 9600 bps als de overdrachtssnelheid van/naar
het doelstation te selecteren, moet u HBAUD (of HB) 9600 intypen en dan op [Enter] of [Return] drukken. Standaard staat dit op 1200 bps.
• U moet dezelfde overdrachtssnelheid selecteren als het doelstation.
y Typ MYCALL (of MY) en dan uw roepnaam (max.
9 cijfers) en druk op [Enter] of [Return] om uw roepnaam op de TNC in te stellen.
• U kunt de standaard instelling (NOCALL) niet gebruiken.
w Start het terminalprogramma op en stel de
volgende parameters in op de PC.
• Overdrachtssnelheid (TNC <–> Computer): 9600 bps
• Datalengte: 8 bit
• Stop bit: 1 bit
• Pariteit: Geen
• Datatransport: Hardware
e Ga naar menu 1–6–1 om band A of B te
selecteren als de databand {pagina 5}.
r Druk op [F] (1 s), [TNC], dan nogmaals op [F]
(1 s), [TNC] om naar de Packet-stand te gaan.
•“TNC PKT” wordt weergegeven.
u Stem af op een frequentie.
• U wilt eerst wellicht pakketten controleren die naar andere stations verzonden worden. Als er pakketten ontvangen worden, wordt er tekst weergegeven en rolt het computerscherm.
i Om verbinding te maken met het doelstation,
moet u CONNECT (of C) intypen, dan het roepnaamen dan op [Enter] of [Return] drukken.
• Als er verbinding gemaakt is, wordt er een bericht op het computerscherm weergegeven om dit te bevestigen. Op het display van de zendontvanger wordt dan “CON” weergegeven.
• Als pakketten van andere stations uw squelch open houden, stel het squelch-niveau dan van tevoren af. Als de squelch open is, kan de TNC niet zenden.
o Stuur de juiste commando’s en eventueel
berichten naar het doelstation via de TNC.
N-4
Page 8
DE DATABAND SELECTEREN
Deze zendontvanger kan pakketdata op de ene band ontvangen (databand) en kan op de andere band audio ontvangen. Ga naar menu 1–6–1 (DATA BAND) om de ingebouwde TNC te kunnen ontvangen en selecteer band A of B als de databand waarop pakketten ontvangen of verzonden worden. “ ” geeft de huidige databand aan. standaard is dit band A.
Opmerkingen:
In menu 1–6–1 kunt u kiezen tussen A, B, A:TX B:RX, en A:RX B:TX. Selecteer A:TX B:RX of A:RX B:TX als u naar een PACSAT {pagina 7} gaat.
Voor een externe TNC is de selectie in menu 1–6–1 ongeldig. Gebruik de TX band om pakketten via een externe TNC te verzenden en te ontvangen. Als u een externe TNC gebruikt, ga dan naar menu 1–9–6 (DATA SPEED) (datasnelheid) en selecteer 1200 bps (standaard) of 9600 bps als de overdrachtssnelheid tussen de TNC’s. Deze selectie geldt alleen voor een externe TNC.
Alleen TM-D700E: Selecteer niet de smaale frequentie-zwaai op de databand.
DCD SENSE
U kunt ook de methode selecteren waarmee de ingebouwde TNC niet uitzendt. Ga naar menu 1–6–2 (DCD SENSE) en selecteer een van de twee methodes. Standaard is dit “DATA (RX) BAND”.
)XR(ATAD
DNAB
BNEA
NEDNAB
.njizgizewnaaB
gizewnaanelangisreslateintdnezrevCNTeD
1
.)(dnabatadXRfo)(dnabatadedponjiz foAdnabponelangisreslateintdnezCNTeD
N-5
Page 9
DX PAKKETCLUSTERS CONTROLEREN
DX pakketclusters zijn netwerken die bestaan uit nodes en stations die geïnteresseerd zijn in DX en wedstrijden.
2
Als een station een DX station vindt, dan stuurt hij (of zij) een melding naar zijn (of haar) node. Die node stuurt de informatie dan behalve naar een ander node ook door naar alle locale stations. Deze zendontvanger kan ontvangen de DX informatie weergeven en de laatste informatie van maximaal 10 DX stations vasthouden. Gebruik deze functie om de laatste DX informatie in uw regio te controleren. U kunt met deze functie geen DX informatie naar een node sturen.
Node
Node
Node
Stationpictogram
1 Ga naar menu 3–I (DAT A BAND) om band A of B.
• Als de algemene overdrachtssnelheid in uw locale pakketclusternetwerk 9600 bps is, ga dan naar menu 3–J (PACKET SPEED) en selecteer “9600 bps” {pagina 13}.
2 Stem af op de frequentie van het betreffende pakket-
clusternode.
3 Druk op [F] (1 s), [TNC] om naar de APRS-stand te
gaan.
•“TNC APRS” wordt weergegeven.
4 Druk op [F] (1 s), [DX].
• Telkens wanneer er een nieuw DX cluster wordt ontvangen, wordt er een roepnaam, de frequentie en de tijd weergegeven.
• Tegelijkertijd kan er informatie van maximaal 5 DX stations worden weergegeven.
• Als er een dubbel DX cluster wordt ontvangen, wordt er “dD” en een roepnaamweergegeven.
Frequentie Tijd
edtdroweemreiH
egirovedtemtsjil
snoitatsXD5
.nevegegreew
utaageemreiH
tehraanguret
.yalpsideitneuqerf
edtaageemreiH
.nevobraanrosruc
edtdroweemreiH
naaeidgnikrempo
XDegidiuhteh
dgitsevebsinoitats
.nevegegreew
reknil(
)LESDNAB
edneglovedtem
snoitatsXD5
.nevegegreew
.dredjiwrev
edtaageemreiH
nedroweemreiH
snoitatsXDella
.dredjiwrev
5 Om een bijgevoegde opmerking te lezen, moet u de
cursor(s) naar het gewenste station brengen.
cc
Gebruik hiervoor [
• Er kunnen maximaal 30 alfanumerieke tekens als opmerking worden weergegeven.
/
Opmerking: De informatie wordt gewist als de stroom van de zendontvanger uitgezet wordt.
dd
c]/ [
d] en druk dan op [OK].
cc
dd
.snoitats
.dredjiwrevnoitatsXD
.nevegegreewsnoitats
XDnavtsjiledraanguretutaageemreiH
tsjiledtdroweemreiH
ednedroweemreiH snoitatsXDegidiuh
.nedenebraanrosruc
egidiuhtehrevoeitamrofniellatdroweemreiH
XDerednaednaveitamrofniedtdroweemreiH
N-6
Page 10
PACSAT’s
XR:BXT:A
nednezrevetnettekkapmoAdnabtkiurbeG
dnaB.negnavtnoetnettekkapmoBdnabne
.dnabXRatad=Bdnab,dnabXTatad=A
XT:BXR:A
negnavtnoetnettekkapmoAdnabtkiurbeG
dnaB.nednezrevetnettekkapmoBdnabne
.dnabXTatad=Bdnab,dnabXRatad=A
PACSAT’s verwijzen naar satellieten die speciaal bedoeld zijn voor digitale communicatie met het AX.25 protocol. Er zijn momenteel diverse PACSAT’s in de ruimte die door duizenden amateurzenders ter wereld gebruikt worden. De PACSAT’s ontvangen (uplink) op VHF en verzenden (downlink) op UHF. Een aantal gebruikt FM om te ontvangen en SSB om te verzenden. Deze werken op 1200 bps. De anderen gebruiken FM om zowel te ontvangen als te verzenden en werken op 9600 bps. Met de zendontvanger kan er met satellieten van 9600 bps gecommuniceerd worden. De PACSAT’s geven functies die gelijk zijn aan PBBS’en op aarde. U kunt de satellieten gebruiken om e-mail te versturen, een bestand te downloaden of voor andere fascinerende activiteiten. Van de satellieten die camera’s met hoge resolutie hebben, kunt u foto’s downloaden die in de ruimte genomen zijn.
Om met de PACSAT’s te werken heeft u rotors nodig die azimut en hoogteregeling toestaan, plus richtings­antennes met een hoge versterking. Uw antenne moet satellieten kunnen vinden die van horizon naar horizon gaan. Veel ham’s hebben met succes vaste alzijdige antennes gebruikt. Wat betreft de software heeft u speciale programma’s nodig die met de “broadcast” protocols kunnen werken. Naast de “broadcast” programma’s, zijn er via de webpagina’s van de Radio Amateur Satellite Corporation (AMSAT) verschillende hulpprogramma’s te halen waarmee alles wat makkelijker gaat. AMSAT is de wereldwijde organisatie van amateur satellietbedieners en supporters.
Ga voor meer informatie naar webpagina’s die betrekking hebben op de PACSAT’s. Als u naar webpagina’s zoekt, kunt u als trefwoord “PACSAT” of “AMSAT” invullen. Het is misschien ook een goed idee om een van uw plaatselijke satellietgebruikers om hulp te vragen.
1 Ga naar menu 1–6–1 (DAT A BAND) om A:TX B:RX (of
A:RX B:TX) te selecteren.
3
2 Bevestig dat er een VHF band op de data TX band is
opgeroepen.
3 Stem de data TX band af op de uplinkfrequentie van de
doel PACSAT.
4 Bevestig dat er een UHF band op de data RX band is
opgeroepen.
5 Stem de data RX band af op de downlinkfrequentie van
de PACSAT.
6 Druk op [F] (1 s), [TNC], dan nogmaals op [F] (1 s),
[TNC] om naar de Packet-stand te gaan.
•“TNC PKT” wordt weergegeven.
Volg voor de volgende stappen de handleiding voor het “broadcast” programma en uw referentiemateriaal.
N-7
Page 11
SYSTEEM DA T AUTOMATISCH PAKKETTEN/POSITIES MELDT
®
Het Systeem dat automatisch pakketten/posities meldt (APRS®) is een softwareprogramma en een geregistreerd handelsmerk van Bob Bruninga, WB4APR. Hij heeft pakketcommunicatie nog beter gemaakt dan het al was. Met dit programma kunt u mobiele stations op een kaart opzoeken die u op een computerscherm kunt oproepen. Stelt u zich eens voor dat u een mobiel station over de
4
kaart ziet bewegen. De kaart kan op schaal afgesteld worden van 0,5 t/m 2000 mijl. U kunt zelf ook opgespoord worden op het computerscherm van een ander station. Om stations te kunnen opsporen, moeten ze op bepaalde intervallen een signaal uitzenden. Om andere stations op te kunnen sporen, heeft u meestal een computer nodig met daarop de APRS, een zendontvanger en een TNC. Om opgespoord te kunnen worden, heeft u ook een GPS ontvanger nodig. Deze ontvangt signalen van de satellieten die uw huidige geografische positie doorgeven. GPS staat voor Global Positioning System. De APRS interpreteert de datastrings van de National Marine Electronics Association (NMEA) die van de GPS ontvanger komen. Ga voor meer informatie naar webpagina’s die betrekking hebben op de APRS. Als u op het Internet zoekt, kunt u “APRS” of “packet radio” als trefwoord invullen om die webpagina’s te vinden.
Deze zendontvanger heeft een TNC en een programma dat om kan gaan met de door APRS ondersteunde dataformaten. U heeft dan geen andere apparatuur nodig om APRS pakketten te verzenden, te ontvangen of weer te geven. U heeft zelfs geen GPS ontvanger nodig als u data ingangt die handmatig verzonden moeten worden. Voor ham’s die volledig profijt willen trekken van APRS, heeft deze zendontvanger aansluitpoorten voor een PC en een GPS ontvanger. In deze handleiding wordt APRS, waarvoor een PC nodig is, verder niet beschreven.
Als u deze zendontvanger gebruikt, kunt u een station­pictogram, positiedata, positie-opmerking en statustekst verzenden. Met een GPS ontvanger kunt u ook de beweegsnelheid, beweegrichting en hoogtedata verzenden. U ontvangt de onderstaande informatie van elk type station:
margotcipnoitatS
gnikrempo-eitisoPtsketsutatS
noitatsnavdnatsfAnoitatsnavgnithciR
Afhankelijk van de soorten stations, ontvangt u ook de volgende informatie:
noitatsleiboM
diehlensgeeweb/gnithcirgeeweB
/ennetnanavetgooh/thcarkdneZ
noitatstsaV
/gnikretsrevennetna
ennetnanavdiehgileovegsgnithcir
noitatstsaV
navkiurbegtem(
SRPAdreemirpmoceg
)taamrofatad
etgooh/kierebdneZ
/diehlensdniw/gnithcirdniW
noitatsreeW
tehnilavneger/ruutarepmet
ruunepolegfa
rekeozroovretsar/atadeitisoP
N-8
Page 12
PAKKETPAD EN DIGITALE REPEATER
WIDE-type RELAY-type
Een pakketpad bepaalt hoe APRS pakketten overgedragen moeten worden via één of meer repeaters. Met een repeater, die gebruikt wordt voor pakketoverdracht, wordt een digitale repeater bedoeld. Een digitale repeater bevindt zich meestal boven op een berg of een hoog gebouw. In tegenstelling tot een voice­repeater, werkt deze op een simplexfrequentie. Iedereen die een digitale repeater installeert, programmeert hem als een WIDE of als een RELAY type. Over het algemeen worden er bij WIDE pakketten over een langere afstand verzonden dan bij RELAY.
In een bepaald gebied mag er slechts één WIDE zijn, zodat er geen extra verkeer is, en er geen botsingen op frequenties voorkomen. Een WIDE kan pakketten van en naar aangrenzende WIDE’s overzetten. Net als bij WIDE mag er in een bepaald gebied maar één RELAY zijn. Dat gebied is meestal veel kleiner dan een WIDE. Verzend dus pakketten naar een RELAY als u een WIDE niet direct kunt bereiken. De RELAY draagt de pakketten dan over naar een toegankelijke WIDE.
Op deze zendontvanger kunt u een pakketpad bewerken met maximaal 79 alfanumerieke tekens. “RELAY,WIDE” is de standaardinstelling die tevens het meest gebruikt wordt. Met deze instelling worden pakketen eerst naar een RELAY overgebracht en dan naar een WIDE.
De APRS ondersteunt diverse methodes voor het specificeren van een pakketpad. Een aantal van deze methodes staat op pagina 24 beschreven.
Deze zendontvanger met een ingebouwde TNC kan gebruikt worden als een digitale repeater. Zie pagina 27.
Opmerking: Om ook rekening te houden met mobiele stations die altijd het RELAY, WIDE pad gebruiken, reageren de meeste WIDE’s ook op pakketten die aan een RELAY geadresseerd zijn.
4
N-9
Page 13
VERBINDING MAKEN MET EEN GPS ONTVANGER
Op de GPS aansluiting van deze zendontvanger past een stekker van 2,5 mm met 3 pennen. Gebruik zonodig de meegeleverde kabel om het kabeleinde van uw GPS ontvanger aan te passen.
Om de aangesloten GPS ontvanger te kunnen gebruiken, moet u naar menu 3–2 (GPS UNIT) gaan om “NMEA” of “NMEA96” te selecteren. Standaard is dit “NOT USED”. Selecteer “NMEA96” als u een GPS ontvanger van 9600 bps gebruikt.
4
Naar GPS aansluiting
GPS ontvanger
e Omhulsel
(naar GND op GPS)
w Rood
(naar DATA OUT op GPS)
q Wit
(naar DATA IN op GPS)
Als u een GARMIN GPS ontvanger gebruikt, selecteer dan de volgende parameters in het “INTERFACE” sub­menu op de ontvanger.
• NMEA/NMEA
• NMEA 0183 2.0
• 4800 baud
• Als u in de APRS-stand staat, wordt “GPS” weergegeven op het opnieuw geopende frequentiedisplay om de instelling “NMEA” of “NMEA96” aan te geven. Als de meting bezig is, knippert “GPS” op het display.
Opmerking: Als u een GPS ontvanger gebruikt en “AUTO” is geselecteerd in menu 3–C (PACKET TX), dan zendt deze ontvanger voor de eerste keer een APRS pakket nadat er NMEA data ontvangen is.
N-10
Page 14
BEDIENING
In het volgende schema staan alleen de stappen om APRS eens een keer te proberen.
q Ga naar menu 3–I om band A of B te selecteren als
de databand {pagina 13}. Standaard is dit band A.
w Druk op [F] (1 s), [TNC] om naar de APRS-stand te
gaan.
•“TNC APRS” wordt dan weergegeven.
e Selecteer op de databand dezelfde frequentie als
van de andere stations in uw groep.
• U kunt afstemmen op de frequentie van een netwerk met digitale repeater (in de VS is dit 144,390 MHz) {pagina 9}.
y Ga naar menu 3–8 om uw stationpictogram te
selecteren {pagina 18}.
u Ga naar menu 3–4 om positiedata te programmeren
{pagina 19}.
i Ga naar menu 3–6 om uit 15 positieopmerkingen te
kiezen {pagina 20}.
4
o U kunt ook naar menu 3–9 om statustekst in te
voeren. U kunt hiervoor maximaal 28 alfanumerieke tekens gebruiken {pagina 21}.
!0 Ga naar menu 3–C om de gebruiksmethode te
selecteren voor het verzenden van pakketten {pagina 25}.
U kunt nu APRS pakketten van andere stations ontvangen. Zie “APRS DATA ONTVANGEN” {pagina 14}. Ga naar stap r om uw APRS pakket te verzenden.
r Ga naar menu 3–1 om uw roepnaam te
programmeren (max. 9 cijfers) {pagina 17}.
t Als u een GPS ontvanger aangesloten heeft, ga dan
naar menu 3–2 en selecteer “NMEA” of “NMEA96” {pagina 10}. Standaard is dit “NOT USED”.
!1 Druk op [F] (1 s), [BCON]. Als u in stap !0 “PTT”
geselecteerd heeft, druk dan op Mic [PTT] en laat hem dan weer los {pagina 25}.
Als u een PC gebruikt, druk dan op [F] (1 s), [TNC], dan nogmaals op [F] (1 s), [TNC] in stap w om naar de Packet-stand te gaan. “TNC PKT” wordt dan weergegeven. Alle verdere handelingen dienen op uw computer gedaan te worden.
In Menu Set-up kunt u voor APRS handelingen diverse standaardinstellingen veranderen. Zie hiervoor de betreffende paragrafen in dit hoofdstuk.
N-11
Page 15
DE INTERNE KLOK AFSTELLEN
Deze zendontvanger heeft een klok waarmee informatie beheerd wordt over wanneer er APRS pakketten ontvangen worden. Gebruik Menu Set-up om de juiste tijd, datum en zonodig de UTC afwijking aan te passen. UTC staat voor Universal Time Coordinated.
Tijd instellen
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te
4
gaan.
cc
2 Druk op [
en druk dan op [OK].
3 Druk op [
en druk dan op [OK].
4 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
• De eerste 2 cijfers gaan knipperen.
5 Druk op [
dan op [OK].
• Om bijvoorbeeld 1 uur’s middags in te stellen, moet u 13 selecteren.
• De volgende 2 cijfers gaan knipperen.
6 Druk op [
druk dan op [OK].
7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
dd
c]/ [
d] om “RADIO (1–)” te selecteren
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om “TNC (1–6–)” te selecteren
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om menu 1–6–3 (TIME) te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om het uur in te geven en druk
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om de minuten in te voeren en
cc
dd
Datum instellen
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te
gaan.
cc
2 Druk op [
dd
c]/ [
d] om “RADIO (1–)” te selecteren
cc
dd
en druk dan op [OK].
cc
3 Druk op [
dd
c]/ [
d] om “TNC (1–6–)” te selecteren
cc
dd
en druk dan op [OK].
cc
4 Druk op [
dd
c]/ [
d] om menu 1–6–4 (DATE) te
cc
dd
selecteren en druk dan op [OK].
• De eerste 2 cijfers gaan knipperen.
cc
5 Druk dan op [
dd
c]/ [
d] om de huidige maand
cc
dd
(V.S./ Canada) of dag in te voeren, en druk op [OK].
• De volgende 2 cijfers gaan knipperen.
cc
6 Druk op [
dd
c]/ [
d] om de huidige dag (VS/ Canada)
cc
dd
of maand in te voeren en druk dan op [OK].
• De laatste 2 cijfers gaan knipperen.
cc
7 Druk op [
dd
c]/ [
d] om het huidige jaar in te voeren
cc
dd
en druk op [OK].
8 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
Opmerkingen:
Als u de buigzame kabel tussen de radio en TNC borden afkoppelt en weer opnieuw aansluit om de lithiumbatterij te vervangen, dan moet ook de klok gereset worden. Druk op [REV]+[LOW]+ POWER ON.
Bij gebruik op kamertemperatuur (25°C) is de afwijking van de interne klok in een maand minder dan een minuut.
De interne klok werkt tot 31 december 2098.
N-12
Page 16
UTC afwijking instellen
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te
gaan.
cc
2 Druk op [
dd
c]/ [
d] om “RADIO (1–)” te selecteren
cc
dd
en druk dan op [OK].
cc
3 Druk op [
dd
c]/ [
d] om “TNC (1–6–)” te selecteren
cc
dd
en druk dan op [OK].
4 Selecteer menu 1–6–5 (TIME ZONE) en druk dan
op [OK].
cc
5 Druk op [
dd
c]/ [
d] om de betreffende UTC
cc
dd
afwijking te selecteren en druk dan op [OK].
• Het bereik waaruit geselecteerd kan worden is +12:00 tot –12:00 in stappen van 30 minuten.
6 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
DE DATABAND SELECTEREN
Op deze zendontvanger kunt u de databand voor APRS stand selecteren, ongeacht welke selectie (in menu 1–6–1) er voor de Packet-stand gemaakt is. Ga naar menu 3–I (DATA BAND) en selecteer band A of B als de databand voor het ontvangen of verzenden van APRS pakketten. Standaard is dit band A. “ ” geeft de huidige databand aan.
4
Opmerking: In menu 3–I wisselt de selectie tussen A, B, A:TX B:RX, en A:RX B:TX. Selecteer A:TX B:RX of A:RX B:TX als er in de toekomst APRS netwerken komen die twee verschillende frequenties gebruiken.
EEN OVERDRACHTSSNELHEID VOOR EEN PAKKET SELECTEREN
De standaard overdrachtssnelheid voor APRS pakketten op de ingebouwde TNC is 1200 bps. Dit is standaard voor de huidige APRS netwerken. Als er in de toekomst APRS netwerken komen die een overdrachtssnelheid van 9600 bps gebruiken, ga dan naar menu 3–J (PACKET SPEED) en selecteer “9600 bps”.
N-13
Page 17
APRS DATA ONTVANGEN
Telkens wanneer er een nieuw APRS pakket ontvangen wordt, wordt het frequentiedisplay onderbroken om de onderstaande informatie weer te geven:
Positie-opmerking (of statustekst)
4
• Het ontvangen APRS pakket kan informatie bevatten over bijvoorbeeld een orkaan of tornado. In dit geval wordt de naam ervan weergegeven en niet het roepnaam.
• Druk op [DETAIL] voor meer informatie {pagina 15}.
• Druk op [ESC] om terug te gaan naar het frequentiedisplay of wacht ongeveer 10 seconden.
Opmerkingen:
Als u een APRS pakket ontvangt met een “Nood”-opmerking, dan wordt dit anders weergegeven dan hierboven en hoort u een andere toon.
Als u een APRS positiepakket ontvangt, dat u verzonden heeft, dan wordt het frequentiedisplay niet onderbroken. “MY POS” wordt op het display weergegeven. Dit kan gebeuren als er een of meer digitale repeaters {page 9} gebruikt worden. Als u een bericht ontvangt {pagina 30} dat u verzonden heeft, wordt “MY MESSAGE” weergegeven.
Als een ontvangen pakket geen nieuwe (of juiste) APRS data bevat, dan wordt het frequentiedisplay niet onderbroken. Er wordt dan een indicator zoals “dP” weergegeven, afhankelijk van de soort data. Zie de tabel.
rotacidnI sineketeB ?nepergebnijibresitaW
-eitisopelebbuD
Pd
negnikrempo
slagnikrempoedflezeD
edfleztehnavegiroved
noitats
Sd
elebbuD
tsketsutats
negnavtno
netiuB
P>
teimileitisop
sdeertsketsutatS
noitatsneenavataD
edreetcelesegtehnetiub
}62anigap{kiereb
1
?Q
??
1
De zendontvanger zendt automatisch de juiste informatie. Hij doet dit ongeveer 2 minuten nadat hij een verzoek heeft ontvangen.
Opmerking: De APRS programma’s voor PC’ s hebben ingangvelden waar een positie-opmerking en statustekst ingevoerd kunnen worden. De data die in deze twee velden ingevoerd wordt, worden als afzonderlijke pakketten verzonden. Deze zendontvanger heeft zowel een positie­opmerking als statustekst in één pakket om te verzenden.
gaarVeitamrofnimokeozreV
nednezet
nakdreedocedegteintadtekkapneE
nedrow
Op deze zendontvanger klinkt er telkens wanneer het een APRS pakket ontvangt, een toon. In menu 3–F (BEEP) kunt u deze instelling wijzigen. Standaard is dit “ALL”. De selectie in dit menu wordt gedeeld met APRS bericht {pagina 29}.
eitceleStekkapwueiNtekkaplebbuD
gidlegnO
tekkap
FFOnootneeGnootneeGnootneeG
ENIM
.}92anigap{thcireb
SRPAroovgidlegneellasieitcelesezeD
WENLLAnooTnootneeGnootneeG
LLAnooTnooTnooT
N-14
Page 18
ONTVANGEN APRS DATA OPVRAGEN
Deze zendontvanger kan APRS data van maximaal 40 stations ontvangen en in zijn geheugen opslaan. U kunt de informatie van het gewenste station makkelijk oproepen.
1 Druk op [F] (1 s), [LIST].
• De lijst met stations wordt weergegeven.
• De getallen naast de roepnamen geven de volgorde aan waarin de data ontvangen is. De data die het laatst ontvangen is, heeft een 1.
Situatie
edtdroweemreiH
5egirovedtemtsjil
.nevegegreew
utaageemreiH
tehraanguret
.yalpsideitneuqerf
edtaageemreiH
.nevobraanrosruc
roovnakeemreiH noitatsegidiuhteh
thcirebnee
nedrowdreovegni
.}03anigap{
reknil(
)LESDNAB
2 Druk op [
snoitats
cc
dd
c]/ [
d] om het gewenste station te
cc
dd
selecteren. Gebruik hiervoor de cursor (s).
.nedeneb
edtdroweemreiH
edtemtsjil
.nevegegreew
snoitatsegidiuh
.dredjiwrev
edtaageemreiH
raanrosruc
nedroweemreiH
snoitatsella
.dredjiwrev
3 Druk op [OK].
• De informatie van het geselecteerde station wordt weergegeven.
.snoitatstemtsjiledraanguretutaageemreiH
4
.tsiwegnoitats
/
snoitats5edneglov ednedroweemreiH
• Afhankelijk van het soort stations wordt er verschillende informatie weergegeven. Zie hiervoor de volgende pagina.
Opmerkingen:
Als er data van het 41e station ontvangen wordt, dan wordt de oudste data in het geheugen vervangen door die data.
Telkens wanneer er een nieuw APRS pakket ontvangen wordt van hetzelfde station, wordt de oude data van dat station (in het geheugen) vervangen door nieuwe data.
.nevegegreewsnoitats
.}03anigap{nedrowdreovegni
.atadnegnavtnoroov
egidiuhtehnaveitamrofniellatdroweemreiH
erednaednaveitamrofniedtdroweemreiH
thcirebneenoitatsegidiuhtehroovnakeemreiH
atadnedjitednessutdlessiwegtdroweemreiH
Als er APRS data ontvangen wordt en er is een GPS ontvanger aangesloten, wordt er positiedata naar de ontvanger gezonden met het NMEA-0183 $GPWPL formaat (of Magellan formaat). Deze data is geregistreerd in de Waypoint-lijst van de ontvanger. Ga naar menu 3–3 (WAYPOINT) en selecteer het aantal tekens om in te voeren. Voor NMEA kunt u 6 t/m 9 cijfers selecteren, voor Magellan zijn dit er 6, DGPS, of OFF (standaard). Als er NMEA 6 cijfers geselecteerd is, kunnen de juiste 6 tekens van het roepnaam als een naam gebruikt worden, (bijv. voor KJ6HC-3, J6HC-3). Selecteer DGPS om differentiaal­positiedata in te voeren in een DGPS compatibele ontvanger, als deze is aangesloten.
N-15
Page 19
De informatie van het geselecteerde station wordt weergegeven met maximaal 5 regels op het display. Op de eerste drie regels en de vijfde regel staat dezelfde soort informatie en op de vierde regel staat andere informatie, afhankelijk van het soort stations.
q
r
t u
4
1
Van pakketten die van Mic-codeerstations ontvangen zijn, waaronder TM-D700’s en TH-D7’s, worden de opmerkingen op de vierde regel weergegeven.
q
q
Beweegrichting
w
Beweegsnelheid m: Mijl/uur k: km/uur
q
Windrichting
w
Windsnelheid m: Mijl/uur k: km/uur
w
q
w
e r
regenval in het afgelopen uur (" of mm)
w
y
e r
Temperatuur Hoeveelheid
o
q w
antenne (verhoging) ' : Feet M: Meter
q w
m: Mijl/uur k: km/uur
e
q
Roepnaam
(of objectnaam)
w Tijd (pakket ontvangen) e Situatie r Stationpictogram
i
t Positiedata y Afstand van station
(mijl of km)
u Raster voor zoeker i Richting van station o Positie-opmerking
(of statustekst)
q w e r
Zendvermogen Hoogte van
Beweegrichting Beweegsnelheid
e
Antenneversterking
r
Richtingsgevoeligheid van antenne omni: omnidirectioneel
e
Roepnaam
Deze zendontvanger kan de volgende 19 pictogrammen als station-ID’s weergeven. Als er andere pictogramdata dan deze ontvangen wordt, dan wordt er een pictogramcode zoals /$ of \$ weergegeven.
Sommige pictogrammen kunnen weergegeven worden met een teken erboven, zoals hieronder. Ze zitten dan in de ontvangen pictogramdata.
1
De volgende pictogrammen geven de richtingen van een station ten opzicht van uw positie aan. Bijvoorbeeld “ ” geeft aan dat het andere station zich ten noordoosten van u bevindt.
De afstanden naar andere stations worden weergegeven
ewq
van 0,0 t/m 9999 mijl (of km). “xxxxmi” (of “xxxxkm”) wordt weergegeven voor afstanden die langer zijn dan 9999 mijl (of km). Als u de positiedata in menu 3–4 op de standaard laat staan, wordt “----mi” (of “----km”) weergegeven.
q
q
Beweegrichting
w
Beweegsnelheid m: Mijl/uur k: km/uur
q
Positie-
opmerking
w
Beweegrichting
w
e
' : Feet M: Meter
e
m: Mijl/uur k: km/uur
r
' : Feet M: Meter
e
Hoogte
rewq
Beweegsnelheid
Hoogte
q
(mijl of km)
q
opmerking
w
q w
Zendbereik
Positie­Beweegrichting
w
Hoogte ' : Feet M: Meter
e
m: Mijl/uur k: km/uur
ewq
Beweegsnelheid
De standaard eenheden voor afstand en temperatuur verschillen, afhankelijk van de marktversies. Dit is mijl/ °F voor de V.S./ Canada versie en kilometer/ °C voor de andere versies. Ga zonodig naar menu 3–G (MILE/ KILOMETER) en/of menu 3–H (TEMPERATURE) om de instelling(en) te veranderen.
Opmerking: Sommige stations zenden APRS pakketten uit via TNC’s die met GPS ontvangers verbonden zijn. Als u pakketten van die stations ontvangt, wordt er “GOOD” (satellieten opgespoord) of “LAST” (satellieten niet opgespoord) weergegeven als de situatie met GLL, GGA, of RMC die $GPGLL, $GPGGA, of $GPRMC formaat aangeven.
N-16
Page 20
EEN ROEPNAAM PROGRAMMEREN
U kunt uw roepnaam met maximaal 9 alfanumerieke tekens programmeren. De string mag SSID tekens bevatten. Als u geen roepnaam programmeert, kunt u geen APRS pakketten uitzenden.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een roepnaam wordt weergeven. Het eerste cijfer gaat knipperen. Standaard is dit “NOCALL”.
3 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt van 0 t/m 9, A t/m Z, en – ingeven.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het volgende cijfer.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om maximaal 9 cijfers in
te voeren.
dd
c]/ [
d] om “MY CALLSIGN (3–1)” te
cc
dd
aa
a].
aa
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 3 alfanumerieke tekens in te voeren. Elke keer dat u op een Mic toets drukt, worden de tekens als volgt omgewisseld:
1 QZ1 7 PRS7 2 ABC2 8 TUV8 3 DEF3 9 WXY 9 4 GH I 4 0 0 5 JKL5 # – 6 MNO6
Opmerking: Voor het onderscheiden van de diverse stations of nodes, kunt u maximaal 15 Secondary Station IDentifiers (SSID’s) hebben. bijv. WD6BQD-1 t/m WD6BQD-15. U moet altijd een streepje zetten tussen uw roepnaamen SSID-nummer.
4
edtdroweemreiH
neenavevagni
.tsiwegmaanpeor
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
reknil(
)LESDNAB
.nereppink
egidiuh
.dgeovegni
.refjicetsreetehraanguretrosruc
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
tehtdroweemreiH
neketdreetceleseg
edtaagnetsiwegsrefjicellanedroweemreiH
N-17
Page 21
UW STATIONPICTOGRAM SELECTEREN
Selecteer een pictogram dat op de monitors van andere stations als uw ID wordt weergegeven. U kunt een pictogram selecteren, afhankelijk van uw huidige locatie.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
4
3 Druk op [
“OTHERS” te kiezen en druk dan op [OK].
• U kunt de volgende 15 pictogrammen selecteren:
dd
c]/ [
d] om “STATION ICON (3–8)” te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om uit 15 pictogrammen plus
cc
dd
APRS ondersteunt ongeveer 200 pictogrammen. Gebruikers kunnen elk pictogram selecteren door een combinatie van twee ASCII-codes te gebruiken, bijvoorbeeld ! en /. Het een is een symboolcode, het ander is een tabelidentificatiecode (of / of \ ). Als u in stap drie “OTHERS” selecteert, gebruik dan de volgende procedures:
cc
5 Druk op [
dd
c]/ [
d] om een symboolcode te selecteren
cc
dd
en druk dan op [OK].
cc
6 Druk op [
dd
c]/ [
d] om een tabelidentificatiecode te
cc
dd
selecteren en druk dan op [OK].
DOOWNEKgiutgeilV
siuHtooBnegawthcarV
raabgaarD
)tnet(
otuAejsubletseB
thcaJsteifrotoMrennotneiT
VTSSpeeJretaepigiD
4 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
-sgninnapstnO
giutreov
• Voor pictogrammen met tekens erboven, kunt u ook 0 – 9 en A – Z ook selecteren.
7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
Opmerking: Omdat de tabel met pictogramcodes soms herzien wordt,
is het het beste om de nieuwste tabel te downloaden vanaf de webpagina van de heer Bruninga (http://web.usna.navy.mil/ ~bruninga/aprs.html). Klik op de home page op “DOWNLOAD APRS”, en download dan APRSnnn.zip uit de FTP directory, nnn is een 3-cijferig nummer. Als u het zip-bestand geopend heeft, vindt u een README directory. In deze directory staat het bestand symbols.txt.
N-18
Page 22
POSITIEDATA PROGRAMMEREN
Deze zendontvanger heeft 5 geheugenkanalen waar positiedata in kan worden opgeslagen. U kunt voor 5 locaties breedte- en lengtedata programmeren vanaf waar u APRS-pakketten kunt verzenden. U kunt de 5 geheugenkanalen ook een naam geven.
Opmerking: Er is een raster ontwikkeld waarmee elke locatie ter wereld snel te vinden is. De wereld is allereerst in 324 delen verdeeld (AA – RR). Dat zijn de zogenaamde “velden”. Elk veld is onderverdeeld in 100 “vierkanten” (00 – 99). Elk vierkant is dan weer onderverdeeld in 576 “sub-vierkanten” (AA – XX). Zo is de wereld in 18.662.400 stukjes verdeeld. elk stukje wordt bepaald aan de hand van 6 cijfers.
1 Druk op [MNU] om op de menu-stand over te gaan.
• U kunt ook op [F] (1 s), [POS] drukken als u naar stap 2 wilt gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
3 Druk op [
1 t/m 5 en druk dan op [OK].
• Als u besluit het huidige kanaal te gebruiken als u uit de Menu-stand bent, druk dan op [USE] voordat u op [OK] drukt. Links naast het kanaalnummer wordt een asterisk weergegeven.
• Het display voor het ingeven van een geheugennaam wordt weergegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
• Druk nogmaals op [OK] als u het kanaal geen naam wilt geven. U kunt naar stap 7 gaan.
dd
c]/ [
d] om “MY POSITION (3–4)” te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om te selecteren uit de kanalen
cc
dd
Raster voor zoeker
4 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt alfanumerieke tekens plus speciale ASCII-tekens ingeven.
5 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
6 Herhaal stap 4 en 5 om maximaal 8 cijfers in te
voeren en druk dan op [OK].
ekeiremunaflaneskeerednessuttdroweemreiH
edne)E007D-MTneella(snekettnecca,sneket
edtdroweemreiH
.tsiwegmaan
edtaageemreiH
.tiurethcarosruc
nedroweemreiH
etsreetehraan
7 Druk op [
tdroweemreiH
srettelenielknessut
sretteldfoohne
.dlessiweg
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
cc
dd
c]/ [
d] om te wisselen tussen
cc
dd
tehtdroweemreiH
neketedreetceleseg
.dgeovegni
.dlessiwegsneket-IICSAelaiceps
reknil(
)LESDNAB
.refjic
noorderbreedte (standaard) en zuiderbreedte en druk dan op [OK].
• De cijfers voor de graden knipperen.
cc
8 Druk op [
dd
c]/ [
d] om de graden te selecteren en druk
cc
dd
dan op [OK].
• De cijfers voor de minuten knipperen.
9 Herhaal stap 8 om data voor de minuten te selecteren
(tot één honderdste deel).
4
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
N-19
Page 23
cc
10 Druk op [
dd
c]/ [
d] om te wisselen tussen westerlengte
cc
dd
(standaard) en oosterlengte en druk dan op [OK].
• De cijfers voor de graden knipperen.
cc
11 Druk op [
dd
c]/ [
d] om de graden te selecteren en druk
cc
dd
dan op [OK].
• De cijfers voor de minuten knipperen.
12 Herhaal stap 11 om data voor de minuten te selecteren
(tot één honderdste deel).
4
EEN POSITIE-OPMERKING SELECTEREN
De APRS data die u zendt, bevat altijd een van de 15 vooraf bepaalde positie-opmerkingen. Selecteer een toepasselijke opmerking op basis van de situatie.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
dd
c]/ [
d] om “POSITION COMMENT (3–6)” te
cc
dd
13 Herhaal stap 2 t/m 12 zonodig om in maximaal
5 geheugenkanalen op te slaan. 14 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten. U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken
om in stap 4 alfanumerieke tekens in te voeren. Zie pagina ii.
Herhaal stap 1 t/m 3 om maximaal 5 geprogrammeerde kanalen in te stellen en te selecteren. Druk in stap 3 op
cc
dd
[
c]/ [
d] om het gewenste kanaal te selecteren en druk
cc
dd
dan op [USE].
Opmerkingen:
Als u “NMEA” of “NMEA96” heeft geselecteerd in menu 3–2, kunt u
door op [F] (1 s), [POS] te drukken niet in het display voor het
ingeven van positiedata komen. De positiedata die het laatst via de
GPS ontvanger zijn ontvangen worden weergegeven. Druk op
[TIME SET] om de interne klok terug te stellen op de tijdingang van
de GPS ontvanger.
Als u een GPS ontvanger gebruikt, kunt u de gemeten data ook
kopiëren naar het positiedatadisplay voor menu 3–4. Druk op
[F] (1 s), [POS] om de gemeten data weer te geven en druk dan op
[COPY]. Er wordt een bericht weergegeven waarin om het
kanaalnummer wordt gevraagd. Druk op [
kanaalnummer te selecteren en druk dan op [OK].
cc
c
cc
]/ [
dd
d
] om het
dd
cc
3 Druk op [
dd
c]/ [
d] om de gewenste opmerking te
cc
dd
selecteren.
4 Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
• Als u “Emergency!” selecteert, wordt er een bevestigingsbericht weergegeven. Druk nogmaals op
[OK].
5 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
Hieronder staan de opmerkingen die u kunt selecteren:
)draadnats(ytuDffOetuoRnEecivreSnI
gninruteRdettimmoClaicepS
1
ytiroirP
1
Als u deze opmerkingen selecteert, wordt uw station op alle andere APRS computerdisplays aangegeven.
2
Selecteer deze opmerking alleen als dat echt nodig is. U activeert op elk controlerende APRS station een alarm.
Opmerking: Custom 0 – 6 die u in menu 3–6 kunt selecteren zijn niet ingesteld; u kunt er zelf functies aan toewijzen.
2
!ycnegremE
1
60motsuC
N-20
Page 24
ST ATUSTEKST OPSLAAN
Statustekst is weer een opmerking die u met positiedata kunt verzenden. In tegenstelling tot de positie­opmerkingen, kunt u een willekeurige opmerking van maximaal 28 alfanumerieke tekens verzenden. Deze zendontvanger heeft 5 geheugenkanalen die van tevoren geprogrammeerd kunnen worden.
Opmerking: Als u een lange opmerking bijvoegt, kan hierdoor het pakket twee keer zo groot en twee keer zo lang worden. Verzend een opmerking alleen als dat echt nodig is.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
3 Druk op [
1 t/m 5 en druk dan op [OK].
• Als u besluit het huidige kanaal te gebruiken als u uit de Menu-stand bent, druk dan op [USE] voordat u op [OK] drukt. Links naast het kanaalnummer wordt een asterisk weergegeven.
• Het display voor het ingeven van statustekst wordt weergegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
dd
c]/ [
d] om “STATUS TEXT (3–9)” te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om te selecteren uit de kanalen
cc
dd
4 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt alfanumerieke tekens plus speciale ASCII-tekens ingeven.
5 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
6 Herhaal stap 4 en 5 om maximaal 28 cijfers in te
voeren en druk dan op [OK].
ekeiremunaflaneskeerednessuttdroweemreiH
.dlessiwegsneket-IICSAelaicepsednesneket
tdroweemreiH
srettelenielknessut
sretteldfoohne
.dlessiweg
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
tehtdroweemreiH
.dgeovegni
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.refjic
edtaageemreiH
.tiurethcarosruc
nedroweemreiH
etsreetehraan
7 Herhaal stap 2 t/m 6 zonodig om in maximaal
5 geheugenkanalen op te slaan. 8 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten. U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken
om in stap 4 alfanumerieke tekens in te voeren. Zie pagina ii.
Herhaal stap 1 t/m 3 om maximaal 5 geprogrammeerde kanalen in te stellen en te selecteren. Druk in stap 3 op
cc
dd
[
c]/ [
d] om het gewenste kanaal te selecteren en druk
cc
dd
dan op [USE].
4
ezedtdroweemreiH
.tsiwegtxeTsutatS
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
N-21
Page 25
EEN GROEPSCODE PROGRAMMEREN
Met een groepscode kunt u ervoor zorgen dat u geen ongewenste pakketten ontvangt. De APRS op deze zendontvanger ondersteunt de volgende drie soorten groepscodes.
All calls (alle oproepen):
Programmeer een 6-cijferige code die altijd met AP begint. U ontvangt alle APRS pakketten die een
4
groepscode met AP hebben. Het maakt niet uit of de daaropvolgende 4 cijfers wel of niet overeenkomen. Op deze zendontvanger is APK101 standaard.
Opmerking: APRS pakketten die op verschillende manieren zijn gemaakt, bestaan uit meerdere codes in plaats van groepscodes. Met “All calls” kunt u pakketten met de volgende codes ontvangen:
SPGMYSTSQQCNOCAEB
LLANRWYKSLIAMDILCPS
Special (speciaal):
Voer “SPCL” in. U ontvangt alleen APRS pakketten die de groepscode SPCL bevatten. Deze code wordt meestal in bepaalde omstandigheden door alle stations geprogrammeerd.
Alternate net (alternatief net):
Programmeer een andere code met maximaal 6 cijfers. U ontvangt alleen APRS pakketten die precies dezelfde code bevatten. Als u andere pakketten wilt weigeren, mag deze code geen tekens bevatten die door de bovengenoemde twee soorten bepaald zijn.
Opmerking: Met menu 3–E kunt u maximaal 9 cijfers (in plaats van 6) ingeven zodat er ruimte is voor toekomstige uitbreiding van het groepscodesysteem.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
dd
c]/ [
d] om “UNPROTOCOL (3–E)” te
cc
dd
selecteren en druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een groepscode wordt weergegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen. Standaard is dit APK101 (All calls).
3 Draai de Afstemknop om een teken te selecteren.
• U kunt van 0 t/m 9, A t/m Z, en – ingeven.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om maximaal 9 cijfers in
te voeren.
reknil(
)LESDNAB
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
neetdroweemreiH
.tsiwegedocspeorg
.nereppink
egidiuh
.dgeovegni
.refjicetsreetehraanguretrosruc
tehtdroweemreiH
ettaatsrosruced
tehtdroweemreiH
edtaagnetsiwegsrefjicellanedroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
neketedreetceleseg
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 3 alfanumerieke tekens in te voeren. Zie pagina ii.
N-22
Page 26
EEN PAKKETPAD PROGRAMMEREN
Een pakketpad wordt geprogrammeerd om aan te geven hoe de APRS data moet worden verzonden via één of meerdere repeaters. Raadpleeg “PAKKETPAD EN DIGITALE REPEATER” voor meer informatie {pagina 9}. De standaardinstelling is “RELAY,WIDE”. Deze wordt dan ook het meest gebruikt.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een pakketpad wordt weergegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
dd
c]/ [
d] om “PACKET PATH (3–B)” te
cc
dd
neetdroweemreiH .dreovegniammok
tehtdroweemreiH
refjiceveitca
.dredjiwrev
egidiuh
tehtdroweemreiH
.dgeovegni
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.refjic
neetdroweemreiH
.tsiwegdaptekkap
edtaageemreiH
.tiurethcarosruc
nedroweemreiH
etsreetehraan
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 3 alfanumerieke tekens in te voeren. Elke keer dat u op een Mic toets drukt, worden de tekens als volgt omgewisseld:
1 QZ1 7 PRS7 2 ABC2 8 TUV8
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
4
3 Draai de Afstemknop om een teken te selecteren.
• U kunt 0 t/m 9, A t/m Z, , (komma), en – gebruiken.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
5 Herhaal stap 3 en 4 om maximaal 79 cijfers in te
voeren.
• U kunt maximaal 8 padsegmenten achter elkaar ingeven. Elk segment mag maximaal uit 10 tekens bestaan. Voer tussen de segmenten steeds een komma in.
3 DEF3 9 WXY 9 4 GH I 4 0 0 5 JKL5 # –, 6 MNO6
N-23
Page 27
Hieronder staan vijf eenvoudige manieren waarop u een pakketpad kunt bewerken. Nummers 3 t/m 5 hebben alleen betrekking op de geavanceerde APRS netwerken.
1 (Specifiek pad):
Programmeer de roepnaams van één of meerdere digitale repeaters op volgorde van het relayeren; bijv. “KD6ZZV,KF6RJZ”.
2 (Generisch pad):
4
Programmeer RELAY en/of WIDE; bijv. “RELAY,WIDE” (of enkel “R,W”). In dit voorbeeld wordt het APRS pakket eerst naar de dichtstbijzijnde RELAY digitale repeater en dan naar een WIDE digitale repeater verzonden. U kunt ook meerdere WIDE’s programmeren. Als u bijvoorbeeld “WIDE,WIDE” ingangt, wordt het APRS pakket eerst naar de dichtstbijzijnde WIDE en dan naar een andere WIDE verzonden.
3 (WIDEN-N Path):
Programmeer WIDEN-N. Hierbij geven beide N’en het aantal WIDE digitale repeaters aan die voor het relayeren gebruikt worden. Als u bijvoorbeeld “WIDE3-3” (of enkel W3) ingangt, wordt het APRS pakket in elke richting door drie WIDE’s gerelayeerd.
4 (TRACEN-N Path):
Dit gaat op dezelfde wijze als bij WIDEN-N, alleen wordt door de digitale repeaters een roepnaam aan het pakket gehangen voordat deze wordt doorgezonden. U kunt bijvoorbeeld “TRACE3-3” (of enkel T3) programmeren.
5 (SSID pad):
Programmeer een enkel cijfer tussen de 1 en 15. U kunt het aantal digitale repeaters dat voor het relayeren gebruikt wordt makkelijk aangeven. U kunt ook aangeven welke digitale repeaters in welke richting ten opzichte van u worden gebruikt. Zie de tabel.
retemaraP
elatigidlatnaA
sretaeper
gnithciR
11 ella 22 ella 33 ella 44 ella 55 ella 66 ella 77 ella
8)eredreemfo(2
9)eredreemfo(2
01)eredreemfo(2
11)eredreemfo(2 21leev 31leev 41leev 51leev
1
De eerste digitale repeater die de APRS data ontvangt, bepaalt de gehele route naar de bestemming voordat de data doorgezonden wordt. Vaak worden er in totaal 2 digitale repeaters gebruikt.
2
De digitale repeater die de APRS data ontvangt geeft het roepnaamvan de volgende digitale repeater aan voordat de data doorgezonden wordt. Dit gaat zo door totdat de APRS data de bestemming bereikt.
1
1
1
1
2
2
2
2
droon
diuz
tsoo
tsew
droon
diuz
tsoo
tsew
N-24
Page 28
PAKKETZENDMETHODE SELECTEREN
PAKKETZENDTIJD SELECTEREN
Selecteer de methode voor het verzenden van APRS pakketten. In de tabel staan de verschillende werkingen. Deze zijn afhankelijk van de selectie. Ga naar menu 3–C (PACKET TX) en selecteer Manual (standaard), PTT of Auto.
LAUNAM
1 pokurD )s1(]F[ , ]NOCB[ etnaaeitcnufedmo
2 ciMduoH ]TTP[ ednikeerpsnetkurdegni 3 ciMtaaL ]TTP[ .sol
TTP
4 poslaamgonkurD )s1(]F[ , ]NOCB[ edmo 1 pokurD )s1(]F[ , ]NOCB[ etnaaeitcnufedmo
OTUA
2 poslaamgonkurD )s1(]F[ , ]NOCB[ edmo
.nettez
.si
.nettez
poutadreekeklE )s1(]F[ , ]NOCB[ tdrow,tkurd
.nednozrevtekkapSRPAteh
.nereppinktaagnenevegegreewtdrow”NOCB“
.nooforcim
.nednozrev
XT(dreetcelesegsiD–3unemnieiddjitedsla
.nettezettiueitcnuf
.nevegegreewtdrow”NOCB“
tekkapSRPAtehtdrow,teznaaeitcnufeduslA
SRPAednedrowanraaD.nednozrevlaamnéé
.nednozrevdjitedletsegni)LAVRETNIXT(
.nettezettiueitcnuf
U kunt de tijd waarop de APRS pakketten telkens automatisch worden verzonden wijzigen. Ga naar menu 3–D (TX INTERVAL) en selecteer 0,2; 0,5; 1; 2; 3; 5; 10; 20; of 30 minuten. 3 minuten is standaard.
4
Opmerkingen:
Met “AUTO” in menu 3–C en Beacon ON, kunt u op [OK] drukken om de instelling te bevestigen en het APRS pakket onmiddellijk te verzenden. Daarna worden de APRS pakketten telkens om de geselecteerde tijd verzonden.
Als er signalen aanwezig zijn, wordt het APRS pakket na de ingestelde tijd niet verzonden. Ongeveer 2 seconden nadat de signalen wegvallen, gaat het zenden van start.
ZENDSNELHEID STATUSTEKST SELECTEREN
tekkapSRPAtehtdrow,taalsolraalekahcseduslA
Door een lange statustekststring kan het APRS pakket
nednezrevwueinposaptekkapSRPAneetnukU
taag”NOCB“totthcaW.sinekertsrev)LAVRETNI
deeregnedneztehtadneggezliwtaD.nereppink
D–3unemniedmosdeetshcsitamotuanettekkap
twee keer zo groot en twee keer zo lang worden. Ga naar menu 3–A en geef aan hoe vaak de statustekst in de APRS pakketten verzonden moet worden. U kunt van 1/1 t/m 1/8 of OFF (standaard) selecteren. Als u bijvoorbeeld 1/3 selecteert, wordt de statustekst één op de drie keer met het pakket meegezonden. De stations die de pakketten ontvangen, krijgen de statustekst dan ook één op de drie keer te zien.
N-25
Page 29
ONTVANGST VAN APRS DATA BEPERKEN
Als in uw omgeving veel gebruik wordt gemaakt van APRS, kan het zijn dat u teveel APRS pakketten in een te korte tijd ontvangt. Als het gebruik van APRS hierdoor gehinderd wordt, geef dan een bepaalde grens aan. U ontvangt dan geen APRS pakketten van stations die buiten de grens liggen.
Ga naar menu 3–7 (POSITION LIMIT) en selecteer een getal tussen de 10 en 2500 in stappen van 10, of OFF
4
(standaard). De eenheid is mijl of kilometer, afhankelijk van wat u in menu 3–G (MILE/KILOMETER) heeft geselecteerd {pagina 16}.
FFO 1 2 3 4
83.05˚333.05˚33.05˚33.5˚33.˚33
08.31˚8118.31˚811.31˚811.1˚811.˚811
WEERGAVE PAKKETCONTROLE
Deze zendontvanger heeft de Terminal Window-stand waarmee de oorspronkelijke data van de ontvangen APRS pakketten weergegeven kunnen worden. Er zijn maximaal 10 pagina’s. Per pagina worden er maximaal 155 tekens weergegeven.
1 Druk op [F] (1 s), [P.MON] om naar de Terminal
Window-stand te gaan.
POSITIE-DUBBELZINNIGHEID PROGRAMMEREN
Het kan soms voorkomen dat u de locaties niet precies weet of niet bekend wilt maken. Bij de positiedata kunt u het aantal cijfers selecteren dat u niet in de pakketten wilt opnemen. Ga naar menu 3–5 (POS AMBIGUITY) en selecteer een getal tussen de 1 en 4, of OFF (standaard). In de tabel is weergegeven hoe u de cijfers kunt wissen.
2 Druk op [HOLD] om oude pagina’s te openen.
cc
• Druk op [
• Druk op [RESUME] om de Hold-functie af te sluiten.
• In de Hold-functie worden nieuwe pakketten niet in het buffergeheugen opgeslagen.
Opmerkingen:
Met Terminal Window kan er geen opdracht naar de TNC verzonden worden.
De Terminal Window is beschikbaar in de APRS stand (niet in de Packet-stand).
Als u de zendontvanger uitzet, wordt de data uit het buffergeheugen gewist.
dd
c]/ [
d] om van pagina te veranderen.
cc
dd
N-26
Page 30
INSTELLEN ALS DIGITALE REPEATER
Deze zendontvanger heeft een ingebouwde TNC. Daardoor is hij tevens als digitale repeater te gebruiken. Zoals in “PAKKETPAD EN DIGITALE repeater” {pagina 9} wordt beschreven, moet degene die een digitale repeater installeert, deze ofwel als RELAY of als WIDE programmeren, afhankelijk van bepaalde omstandigheden.
Opmerking: Met deze zendontvanger kunt u maximaal 4 padsegmenten (aliases) instellen. Elk padsegment bestaat uit maximaal 10 tekens. Zoals eerder vermeld, wordt meestal echter “RELAY” of “WIDE” geprogrammeerd.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
3 Druk op [
dan op [OK].
4 Druk op [
druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een pad wordt weergegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
dd
c]/ [
d] om “DIGIPEATER (3–K)” te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om de functie aan te zetten en druk
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om “UIDIGI (3–L)” te selecteren en
cc
dd
5 Draai de Afstemknop om een teken te selecteren.
• U kunt 0 t/m 9, A t/m Z, , (komma), en – gebruiken.
6 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
7 Herhaal stap 5 en 6 om maximaal 39 cijfers in te
voeren.
neetdroweemreiH .dreovegniammok
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
.dgeovegni
tehtdroweemreiH
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.tsiwegdap
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
nedroweemreiH
etsreetehraan
.refjic
8 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 9 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 5 alfanumerieke tekens in te voeren. Elke keer dat u op een Mic toets drukt, worden de tekens als volgt omgewisseld:
1 QZ1 7 PRS7 2 ABC2 8 TUV8
neetdroweemreiH
4
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
3 DEF3 9 WXY 9 4 GH I 4 0 0 5 JKL5 # –, 6 MNO6
N-27
Page 31
APRS® BERICHT
De APRS® ondersteunt een functie waarmee een bericht of bulletin onafhankelijk van de positierapporten kan worden verzonden. U kunt een bericht naar een enkel station zenden of een bulletin naar alle andere stations uitzenden. U kunt een groepscode gebruiken om berichten uit te wisselen tussen leden van uw groep of om ongewenste bulletins te weigeren.
Elk bericht dat u zendt, kan uit maximaal 64 alfanumerieke tekens bestaan. In het geheugen kunnen maximaal
5
16 inkomende of uitgaande berichten bewaard worden.
BEDIENING
Hieronder wordt in enkele stappen het gebruik van APRS berichten behandeld.
q Ga naar menu 3–I om band A of B te selecteren als
de databand {pagina 13}. Standaard is dit band A.
w Druk op [F] (1 s), [TNC] om naar de APRS-stand
te gaan.
•“TNC APRS” wordt weergegeven.
e Selecteer op de databand dezelfde frequentie als
van de andere stations in uw groep.
• U kunt afstemmen op de frequentie van een netwerk met digitale repeater (in de VS is dit 144,390 MHz) {pagina 9}.
r Ga naar menu 3–1 om uw roepnaam te
programmeren (max. 9 cijfers) {pagina 17}.
Nu kunt u van andere stations berichten ontvangen. Raadpleeg “EEN BERICHT ONTVANGEN” {pagina 29}. Als u een bericht wilt zenden, ga dan naar stap t.
t Voer een bericht (of bulletin) in van maximaal
64 alfanumerieke tekens {pagina 30}.
y U kunt ook naar menu 3–P (voor berichten) of
menu 3–O (voor bulletins) als u groepcodes wilt programmeren {pagina 34}.
u Ga naar menu 3–C om de gebruiksmethode te
selecteren voor het verzenden van pakketten {pagina 25}.
De methodes voor het zenden zijn afhankelijk van de selectie in menu 3–C. Zie pagina 32.
Als u een bericht (geen bulletin) verzendt, moet u de volgende bevestiging ontvangen: “ack0 – 9 (of A – Z)”. Als het bericht door de ontvanger geweigerd is, wordt “rej0 – 9 (of A – Z)” weergegeven.
Opmerking: Bij gebruik van een optionele VS-3 kunt u “APRS ONLY” selecteren in menu 1–2–4 (VOICE). Elke keer dat u een bericht dat voor u is bestemd ontvangt, geeft de zendontvanger het roepnaam van de afzender weer. Als het beginteken van het bericht % is, geeft de zendontvanger de tekens één voor één weer.
N-28
Page 32
EEN BERICHT ONTVANGEN
Elke keer dat een bericht goed is ontvangen, wordt het frequentiedisplay onderbroken zodat de volgende informatie weergegeven kan worden:
Indicator
Bericht
Als vanaf hetzelfde station een bericht dubbel wordt ontvangen, klinkt er een fouttoon. Er wordt echter wel een bevestiging verzonden. Op het display worden een “dM” en een roepnaam weergegeven.
• Het display geeft maximaal 64 tekens van het bericht weer. 01” wordt weergegeven om het aantal ongelezen
•“
berichten aan te geven.
• De volgende indicators worden weergegeven, afhankelijk
van de soorten berichten die ontvangen zijn.
sidmetsebunaatadthcireB
B
!
nitelluB
thcirebreeW
thcirebtehnav)gniregiewfo(gnigitseveB
Druk op [OK] als u het frequentiedisplay opnieuw wilt openen als u het bericht gelezen heeft. “ 01” verdwijnt. Druk op [ESC] als u het bericht nog niet wilt lezen. “ 01” blijft staan op het opnieuw geopende frequentie­display.
• Als u bij nieuwe berichten op [ESC] drukt, gaat het nummer
stapsgewijs omhoog. Als u ze afloopt met de List-functie {pagina 31}, neemt het nummer stapsgewijs af. Als er “01” stond, verdwijnen zowel het nummer als het berichtpictogram.
• Als een bericht bij de andere stations is ontvangen, wordt “oM” weergegeven.
Op deze zendontvanger klinkt er telkens wanneer het een APRS pakket ontvangt, een toon. In menu 3–F (BEEP) kunt u deze instelling wijzigen. Standaard is dit “ALL”.
seitceleS tekkapwueiN tekkaplebbuD
gidlegnO
tekkap
FFOnootneeGnootneeGnootneeG
ENIM
.sidmetseburoov
WENLLAnooTnootneeGnootneeG
LLAnooTnooTnooT
Opmerkingen:
Met deze zendontvanger kunt u ook berichten ontvangen waarbij de SSID niet overeenkomt. Er wordt dan echter geen bevestiging verzonden.
Het toegewezen geheugen dient voor het bewaren van zowel inkomende als uitgaande berichten. Als er een nieuw bericht wordt ontvangen als het geheugen vol is, wordt het oudste bericht verwijderd. Een bericht dat 5 maal niet verzonden is, kan onverwachts verwijderd worden. Als het geheugen vol is en het oudste bericht is nog niet opgevraagd met de List-functie, wordt het oude bericht niet vervangen door een nieuw bericht. Er komt een weigercommando terug en “rM” wordt weergegeven.
5
tadthcirebneenavtsgnavtnojibneellatpeiP
N-29
Page 33
EEN BERICHT INGEVEN
Om een bericht te verzenden, moet u eerst het roepnaam van het doelstation ingeven. Om een bulletin te verzenden, moet u “BLN#” ingeven. Daarbij is # 0 t/m 9 of A t/m Z. Als het bulletin langer dan 64 tekens is, kunt u meer dan één pakket verzenden om het gehele bulletin te verzenden. Gebruik # om de volgorde van de bullet indelingen aan te geven. V oer bijvoorbeeld “BLN0” (of “BLNA”) in om het eerste pakket te verzenden en dan “BLN1” (of “BLNB”) om het tweede pakket te verzenden.
1 Druk op [F] (1 s), [MSG].
5
2 Druk op [
dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een roepnaam wordt
cc
dd
c]/ [
d] om “INPUT” te selecteren en druk
cc
dd
weergeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
• Het display voor het ingeven van een bericht wordt weegegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
7 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt alfanumerieke tekens plus speciale ASCII-tekens ingeven.
8 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
9 Herhaal stap 7 en 8 om maximaal 64 cijfers in te
voeren.
.dlessiwegsneket-IICSAelaicepsnesneket
ekeiremunaflaneskeerednessuttdroweemreiH
3 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt van 0 t/m 9, A t/m Z, en – ingeven.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om maximaal 9 cijfers in
te voeren.
edtdroweemreiH
neenavgnagni
.tsiwegmaanpeor
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
reknil(
)LESDNAB
egidiuh
.refjicetsreetehraanguretrosruc
ettaatsrosruced
.nereppink
.dgeovegni
edtaagnetsiwegsrefjicellanedroweemreiH
tdroweemreiH
srettelenielknessut
sretteldfoohne
.dlessiweg
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
tehtdroweemreiH
.dgeovegni
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.tsiweg
.refjic
tehtdroweemreiH )nitellubfo(thcireb
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
nedroweemreiH
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
etsreetehraan
10 Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
tehtdroweemreiH
neketedreetceleseg
Met het toetsenbord op de MC-53DM kunt u ook alfanumerieke tekens ingeven in stap 3 en 7. Zie pagina ii.
N-30
Page 34
ONTVANGEN APRS BERICHTEN OPVRAGEN
edtdroweemreiH
nethcirebtsjil
.dnepoegwueinpo
tehtdroweemreiH
thcirebegidiuh
.dredjiwrev
tehtdroweemreiH
thcirebegirov
.nevegegreew
tehtdroweemreiH
thcirebedneglov
.nevegegreew
roovnakeemreiH noitatsegidiuhteh
thcirebnee
nedrowdreovegni
.}03anigap{
roovtkurdegnineidnI
neeraawthcirebnee
sinaa).(tnup
nezewegeot
edtdrow,}23anigap{ roovdletsegnirellet .seissimsnart5gon
reknil(
)LESDNAB
tehnavnegnidneztiueredannedroweemreiH
neetgjirkthcirebteH.dreelunnaegthcirebegidiuh
.}23anigap{nezewegeot).(edoirep
In het geheugen van deze zendontvanger kunt u maximaal 16 berichten opslaan. U kunt er gemakkelijk een opvragen.
1 Druk op [F] (1 s), [MSG].
cc
2 Druk op [
dan op [OK].
dd
c]/ [
d] om “LIST” te selecteren en druk
cc
dd
Als u een inkomend bericht selecteert, wordt het volgende display weergegeven:
• Hoe nieuwer het bericht, hoe kleiner het nummer is. Het nieuwste bericht krijgt een 1.
edtdroweemreiH
tsiLegasseM
3 Druk op [
.netolsegfayalpsid
edtaageemreiH
.nevobraanrosruc
roovnakeemreiH noitatsegidiuhteh
thcirebnee
nedrowdreovegni
.}03anigap{
cc
dd
c]/ [
d] om het gewenste bericht te
cc
dd
reknil(
)LESDNAB
.dredjiwrev
selecteren met behulp van de cursor (s).
4 Druk op [OK].
edtdroweemreiH
nethcirebtsjil
.dnepoegwueinpo tehtdroweemreiH
thcirebegirov
.nevegegreew
roovnakeemreiH noitatsegidiuhteh
thcirebnee
nedrowdreovegni
tehtdroweemreiH
thcirebegidiuh
edtaageemreiH
.nedenebraanrosruc
edtdroweemreiH
atadeitisopetswuein
noitatsegidiuhtehnav
stim,nevegegreew
neguehegtehniezed
.sinegalsegpo
Als u een van de uitgaande berichten selecteert, wordt het volgende display weergegeven:
.}03anigap{
reknil(
)LESDNAB
.dredjiwrev
tehtdroweemreiH
thcirebegidiuh
tehtdroweemreiH
thcirebedneglov
.nevegegreew
edtdroweemreiH
stim,nevegegreew
.sinegalsegpo
5
atadeitisopetswuein
noitatsegidiuhtehnav
neguehegtehniezed
N-31
Page 35
In de onderstaande tabel staan de betekenissen van de symbolen die in stap 2 behandeld worden.
q w e
Niet-gelezen-indicator
5
(bericht ontvangen)
Tijd
q thcirebtrooS
Volgorde
sidmetsebunaatadthcireB
BnitelluB
!thcirebreeW
w?XTfoXR
<)nitellubfo(thcirebnegnavtnO
1
>
nedrowteom
esutatS
nednozrevtad)nitellubfo(thcirebneE
EEN BERICHT ZENDEN
Selecteer de gebruiksmethode voor het zenden van APRS berichten (of bulletins). Ga naar menu 3–C (PACKET TX) en selecteer Manual (standaard), PTT of Auto. Deze selectie gaat op dezelfde wijze als bij het zenden van positiedata {pagina 25}. In de tabel staan de verschillende werkingen. Deze zijn afhankelijk van de selectie. Bij een APRS bericht is er geen verschil tussen de zendmethodes voor Manual of PTT.
11
11pokurD)s1(]F[)s1(]F[
1
LAUNAM
fo
22
22 pokurD [[
2
[[c]]
[
TTP
pouslA ]KO[]KO[
]KO[]KO[ tfeehOTUAutadantkurd
]KO[
OTUA
•edtreeborp,sidreovegnithcirebneereslA
)s1(]F[)s1(]F[ ,]GSM[]GSM[
)s1(]F[
]]/[[
[[d]]
]] etTIMSNARTmo
]
[
]
]GSM[]GSM[ .
]GSM[
ponadkurdneneretceles ]KO[]KO[
.nednozrevtuunimedmo
.nednozegguretgnigitseveb
]KO[]KO[ .
]KO[
)nitellubfo(thcirebSRPAtehtdrow,dreetceleseg
,nednezetlaam5laamixamregnavtnodnez
neejiB.tmokguretgnigitsevebneeretadtot
neegtdrowre,laam5djitlajihtdneznitellub
hcsitamotuatehtdrowanraaD.nednozrevlaamnéé
1
)n(
.nedrow
1
nednozegguret
1
.
)nednozegguret
1
Deze indicators worden weergegeven voor uitgaande berichten (of bulletins).
tehtadnaanereklatnaatehtfeegn
teomnednozrev)nitellubfo(thcireb
signigitsevebneeroovraawthcirebneE
laam5tad)nitellubfo(thcirebneE
gnigitsevebneeg(sinednozrev
N-32
Page 36
AUTOMATISCH ANTWOORDEN
Als u bijvoorbeeld in de auto zit, kunt u niet direct een antwoord sturen op ontvangen berichten. Bij deze zendontvanger kunt u het bericht zó programmeren dat het automatisch terugkomt als een bericht ontvangen is.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
3 Druk op [
op [OK].
4 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van een bericht wordt weegegeven. Het eerste cijfer gaat knipperen.
dd
c]/ [
d] om “AUTO MSG REPLY (3–M)” te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om “ON” te selecteren en druk dan
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om “REPLY MSG (3–N)” te
cc
dd
6 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
7 Herhaal stap 5 en 6 om maximaal 64 cijfers in te
voeren.
ekeiremunaflaneskeerednessuttdroweemreiH
.dlessiwegsneket-IICSAelaicepsnesneket
tdroweemreiH
srettelenielknessut
sretteldfoohne
.dlessiweg
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
tehtdroweemreiH
.dgeovegni
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.refjic
neetdroweemreiH
.tsiwegthcireb
edtaageemreiH
.tiurethcarosruc
nedroweemreiH
etsreetehraan
8 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 9 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 5 alfanumerieke tekens in te voeren. Elke keer dat u op een Mic toets drukt, worden de tekens als volgt omgewisseld:
5
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
5 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt alfanumerieke tekens plus speciale ASCII-tekens ingeven.
11111 qz1QZ 66666 mno6MNO 22222 abc2ABC 77777 p r s7PRS 33333 def3DEF 88888 tuv8TUV 44444 ghi4GHI 99999 wxy9WXY 55555 jkl5JKL 00000
eitaps
0
?!'.,–/&#%()<>;:
#####
"@
N-33
Page 37
EEN GROEPSCODE PROGRAMMEREN
Gebruik een berichtgroepscode om berichten alleen onder de leden van uw groep uit te wisselen. Als u een of meerdere berichtgroepscodes heeft geprogrammeerd, ontvangt u berichten met dezelfde groepscode(s) en berichten die voor u bestemd zijn. Als u een of meerdere bulletingroepscodes geprogrammeerd heeft, ontvangt u geen bulletins die specifiek voor andere groepen bestemd zijn. U kunt een willekeurige code programmeren dat uit alfanumerieke tekens bestaat; maximaal 9 tekens voor berichten en maximaal 4 tekens voor bulletins. U kunt ook 6 codes tegelijk programmeren. Daarbij moet tussen de
5
codes steeds een komma (,) staan. Als u bijvoorbeeld 3 berichtgroepscodes programmeert, ontvangt u alle berichten die een van de 3 codes bevatten. Als u 3 bulletin­groepscodes programmeert, worden bulletins die specifiek bestemd zijn voor groepen die geen van de 3 codes bevatten, geweigerd.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
GROUP (3–O)” te selecteren en druk dan op [OK].
• Het display voor het ingeven van één of meerdere
groepscodes wordt weergegeven, Het eerste cijfer gaat knipperen.
3 Draai aan de Afstemknop om het eerste cijfer te
selecteren.
• U kunt 0 t/m 9, A t/m Z, , (komma), en – gebruiken. Bij
berichten kunt u ook “
dd
c]/ [
d] om “MSG GROUP (3–P)” of “BLN
cc
dd
” selecteren.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
aa
a].
aa
5 Herhaal stap 3 en 4 om maximaal 6 codes in te
voeren.
neetdroweemreiH .dreovegniammok
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
.nereppink
egidiuh
tehtdroweemreiH
.dgeovegni
neketedreetceleseg
reknil(
)LESDNAB
.refjic
edtdroweemreiH
.tsiwegedocspeorg
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
nedroweemreiH
netsiwegsrefjicella guretrosrucedtaag
etsreetehraan
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 3 alfanumerieke tekens in te voeren. Zie pagina ii.
Om een berichtgroepscode in het uitgaande pakket op te nemen, moet u een groepscode ingeven in plaats van een roepnaam {pagina 30}. Om een bulletingroepscode op te nemen, moet u BLN# en dan de code ingeven {pagina 30}. Bijvoorbeeld “BLN#ABS” als ABC een groepscode is. Gebruik maximaal 9 tekens voor een berichtgroepscode of maximaal 4 tekens voor een bulletingroepscode.
Opmerking: In tegenstelling tot een bericht, wordt een bulletin dat een groepscode bevat, ontvangen door stations waarbij een willekeurige bulletingroepscode is geprogrammeerd.
N-34
Page 38
SLOW-SCAN TELEVISION (SSTV) MET VC-H1
SSTV is een populaire applicatie waarmee stilstaande beelden van het ene station naar het andere gezonden worden. De VC-H1 is een optionele draagbare eenheid die aan alle eisen voor SSTV voldoet. Namelijk een slow-scan converter, een CCD-camera en een LCD­monitor. U kunt kleurenbeelden uitzenden of ontvangen door enkel de VC-H1 op deze zendontvanger aan te sluiten. Raadpleeg de handleiding van de VC-H1 voor meer informatie over de VC-H1.
Met deze zendontvanger kunt u een bericht, een RSV­rapport en een roepnaam ingeven en projecteren op de monitor van de VC-H1. U kunt ook kleuren instellen voor die gegevens.
AANSLUITEN OP DE VC-H1
Om alle functies van deze zendontvanger te kunnen gebruiken, moet u zelf twee kabels klaarmaken. U kunt gebruik maken van een DB-9 contraconnector, een optionele PG-5A kabel met een 6-pins mini DIN-stekker, of een optionele connectorset (E59-0407-XX) die aansluit op de DATA-poort van de VC-H1. Eén uiteinde van de PG-5A kabel is niet voorzien van een connector.
Opmerkingen:
Zet zowel de zendontvanger als de VC-H1 uit voordat u de verbinding maakt.
Een optionele PG-4T kabel sluit aan op zowel de DATA-connector van deze zendontvanger als op de DATA-poort van de VC-H1. Met deze kabel zelf kunt u echter alleen beelden uitzenden vanaf/naar andere stations.
Als hij alleen op een draagbare zendontvanger aangesloten is, dient de VC-H1 als luidsprekermicrofoon.
Op TM-D700
DATA-
connector
COM-
connector
Op VC-H1
1 NC 2 SSDO 3 6V 4 DG 5 TXD 6 RXD
7 SSPTT 1 2 3 4 5 6 7 8 9
8 FSSDO
9 SSDI
10 NC
11 PTT
12 3MS
13 SP
14 MIC
15 MSP
16 G
DATA-poort
6
N-35
Page 39
ROEPNAAM/ BERICHT/ RSV INGEVEN
Volg de onderstaande procedures om een roepnaam, een bericht of een RSV-rapport in te voeren. RSV staat voor readability, signal strength and video (leesbaarheid, signaalsterkte en video). Als u een duidelijk beeld, zonder storing, ontvangt, moet het RSV-rapport 595 zijn.
Opmerking: Het enige verschil tussen menu’s 2–1, 2–3 en 2–5 is het maximale aantal cijfers dat u kunt ingeven. U kunt bijvoorbeeld met menu 2–5 een ander bericht ingeven.
1 Druk op [MNU] om op de menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
(2–3)” of “RSV (2–5)” te selecteren en druk dan op [OK].
6
• Het display voor het ingeven van tekens wordt weergegeven, Het eerste cijfer gaat knipperen.
3 Draai de Afstemknop om een teken te selecteren.
• U kunt de tekens 0 tot 9, A tot Z, –, /, !, en ? gebruiken.
4 Druk op [
• De cursor gaat naar het eerste cijfer.
5 Herhaal stap 3 en 4 om maximaal 8 cijfers
(roepnaam), 9 cijfers (bericht), of 10 cijfers (RSV­rapport) in te voeren.
dd
c]/ [
d] om “MY CALL (2–1)”, “MESSAGE
cc
dd
aa
a].
aa
.tsiweg
reknil(
)LESDNAB
tehtdroweemreiH
thcireb,maanpeor
troppar-VSRfo
.nereppink
edtaageemreiH .tiurethcarosruc
.ni
.refjicetsreetehraanguretrosruc
tehtdroweemreiH
poraawtsiwegrefjic
ettaatsrosruced
leetnemomtehreoV
neketedreetceleseg
edtaagnetsiwegsrefjicellanedroweemreiH
6 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 7 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
U kunt het toetsenbord van de MC-53DM ook gebruiken om in stap 3 alfanumerieke tekens in te voeren. Zie pagina ii.
diehraabseeL oediV
1raabseelnO1raabnekrehnO 2raabseelthcelsreeZ2raabnekrehthcelsreeZ
3raabseelthcelS3raabnekrehthcelS 4raabseeL4raabnekreH
5raabseeldeoG5raabnekrehdeoG
etkretslaangiS
1 2nelangisekkawzreeZ7nelangisekretskjiledeR
3nelangisekkawZ8nelangisekretS 4nelangisedleddimeG9nelangisekretsreeZ 5nelangisedeogkjiledeR
thcilnelangisekkawZ
raabmeenraaw
6nelangisedeoG
N-36
Page 40
KLEUR SELECTEREN VOOR ROEPNAAM/ BERICHT/ RSV
U kunt kiezen uit wit (standaard), zwart, blauw, rood, magenta, groen, cyaan of geel als kleur voor het roepnaam, het bericht of het RSV-rapport.
1 Druk op [MNU] om op de menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
“MESSAGE COLOR (2–4)” of “RSV COLOR (2–6)” te selecteren en druk dan op [OK].
3 Druk op [ 4 Druk op [OK] om de instelling te voltooien. 5 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
dd
c]/ [
d] om “MY CALL COLOR (2–2)”,
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om de kleur te selecteren.
cc
dd
PROJECTEREN
Als de VC-H1 op deze zendontvanger is aangesloten, volg dan de onderstaande procedure om te projecteren. Roep eerst het gewenste beeld op met de VC-H1.
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
• “EXECUTING” wordt weergegeven en de data wordt overgedragen.
3 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
Opmerking: Zet zowel de zendontvanger als de VC-H1 uit voordat u de
verbinding maakt.
dd
c]/ [
d] om “2–7 (SUPERIMPOSE)” te
cc
dd
6
N-37
Page 41
SSTV ST ANDWIJZIGING
U kunt de SSTV stand op de VC-H1 ook vanaf deze zendontvanger wijzigen. Sluit eerst de zendontvanger aan op de VC-H1 en zet zowel de zendontvanger als de VC-H1 aan. De SSTV-standen die u kunt selecteren zijn als volgt:
Ga naar menu 2–9 (VC SHUTTER) en selecteer “ON”.
63)ruelk(toboR27)ruelk(toboR09TVA
49TVA1SeittocS2SeittocS
1MnitraM2MnitraMMFtsaF
1 Druk op [MNU] om op de Menu-stand over te gaan.
cc
2 Druk op [
selecteren en druk dan op [OK].
6
• De op de VC-H1 geselecteerde SSTV-stand wordt weergegeven.
3 Druk op [
dd
c]/ [
d] om menu 2–8 (TX MODE) te
cc
dd
cc
dd
c]/ [
d] om de gewenste stand te
cc
dd
selecteren.
4 Druk op [OK] om de instelling te wijzigen. 5 Druk op [MNU] om de Menu-stand te verlaten.
Opmerking: Bij gebruik van Fast FM, moet u de Tone, CTCSS of DCS-
functie uitzetten.
BEDIENING VC-H1
Als u een andere zendontvanger heeft met de Tone­functie, kunt u die gebruiken als afstandsbediening van de VC-H1. Zend gedurende ruim 1 seconde een onhoorbare toon van de afstandsbediening van deze zendontvanger die op de VC-H1 aangesloten is. Dan laat deze zendontvanger de VC-H1 een beeld vangen, voert hij de projectie uit en zendt hij het beeld naar het doelstation. U moet op beide zendontvangers dezelfde toonfrequentie selecteren. Op deze zendontvanger moet u een CTCSS frequentie programmeren. Zie pagina 55 van de andere handleiding (hoofdhandleiding).
• Als u de functie aanzet, wordt de CTCSS geactiveerd. “CT” wordt weergegeven.
In de onderstaande tabel staan de instellingen die u moet bevestigen.
ne007DMT
gnineidebsdnatsfa
ne007DMT
gnineidebsdnatsfa
1
temneerevo
.
kjilegsieitneuqerfegidiuheD
.noitatsleodtehnaveidnaa
tmokeitneuqerfnooteD
gnineidebsdnatsfA.naataatseitcnufnooTeD
1H-CVnaataatsmoortseD
1
Voor de TM-D700 moet u een overeenkomstige CTCSS frequentie programmeren.
2
De camera en de LCD-monitor mogen niet aangelaten worden.
Opmerkingen:
Als u voor projecteren niets heeft ingevoerd, wordt dat ook niet uitgevoerd.
Als een reeks bewerkingen in uitvoering is, wordt “EXECUTING” weergegeven en gaat het knipperen op deze zendontvanger.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u een andere SSTV­stand dan Fast FM kiezen.
2
.
N-38
Page 42
PROBLEMEN OPLOSSEN
De problemen die in de onderstaande tabel behandeld worden, zijn veel voorkomende storingen die meestal niet het gevolg zijn van een stroomstoring. Voor de aangegeven referentiepagina’s wordt u naar de andere handleiding (hoofdhandleiding) verwezen.
meelborP kaazrooekjilegoM gnissolpO
neegresitekkapjiB
1 .neposihcleuqseD 1 uaevinhcleuqsetsiujtehreetceleS
erednatemgnidnibrev
.snoitats
2 -sthcardrevoedflezedteintfeehU
tehsladreetcelesegdiehlens
.noitatsleod
-XDneegtfeehU .negnavtnoatadretsulc
atadSRPAneegtnukU
1 .tiutaatslaangiS 1 pokurD )s1(]F[ , ]NOCB[ tehmo
.nednez
2 .neposihcleuqseD 2 uaevinhcleuqsetsiujtehreetceleS
3 .feitcateinsidnabatadeD 3 ,netaleggeeldnabatadedtfeehU
4 teindnatsSRPAedtfeehU
5 teindnats-tekcaPedtfeehU
6 deogteinmaanpeortehtfeehU
.dreetceleseg
.dreetceleseg
.dreetceleseg
teindnatsSRPAedtfeehU
.dreemmargorpeg
2 moDUABHodnammoctehkiurbeG
.neretceles
pokurD )s1(]F[ , ]CNT[ SRPAedmo
“,negarvetpoedom SRPACNT tdrow
.nevegegreew
)s1( .nerevitcaetmehmo
4 pokurD )s1(]F[ , ]CNT[ SRPAedmo
5 pokurD )s1(]F[ , ]CNT[ nadne
poslaamgon )s1(]F[ , ]CNT[ ,
SRPACNT .nevegegreewtdrow
6 maanpeortehmo13unemkiurbeG
.njizgizewnaanelangisre
.nettezetnaalaangis
.njizgizewnaanelangisre
edneffertebedpokurd ]LESDNAB[
“,negarvetpoedom SRPACNT
.nevegegreewtdrow
.neremmargorpetdeog
slataagneponeellahcleuqsedtadoz
etdiehlenssthcardrevoedneffertebed
slataagneponeellahcleuqsedtadoz
.feR
anigaP
)02(
4
6
7
52
)02(
)66(
11
11
71
N-39
Page 43
meelborP kaazrooekjilegoM gnissolpO
SRPAneegtfeehU
.negnavtnotekkap
neenavkiurbegjiB
ni”OTUA“eitceles
7
.nerevitca
neegutfeeh,)XT
.neremmargorp
lausiVneegtnukU
fo)3A1unem(
1 tsiujteinedocspeorgneetfeehU
.dreemmargorpeg
2 neetgnelatadedtfeehU
.dletsegnideogteintibstietirap
3 etsiujedteintfeehU
diehlenssthcardrevotekkap
.dreetceleseg
edtemregnavtnoSPG
TEKCAP(C3unem
.nednozrevatadeitisop
eitamrofnineegtnukU
.neretcejorp1H-CVedpo
tein1H-CVedtnukU
dnats-VTSSneetem
lortnoCetomeR,nacS
)671unem(retaepeR
.dreetceleseg
.nennogebgnitemetsiuj
eitamrofnietsiujneegtfeehU
.eitcejorproovdreovegni
.negnidnibrevlebakethcelS roovgnidieldnaheitcurtsniedgeelpdaaR
dnats-tekcaPfoSRPAedtfeehU
1 reemmargorpneE3unemraanaG 2 edruutsnednats-tekcaPedreetceleS
8WA ]RETNE[ 0RAP, ]RETNE[ nad,
3 edneffertebedmoJ3unemkiurbeG
edtemteingonsiregnavtnoSPGeD
TKPCNT .siraabthciz
.”101KPA“
.CNTedraans’odnammocedneglov
:dnatsSRPAnadreetceleS
TRATSER ]RETNE[ .
etdiehlenssthcardrevotekkap
.)spb0021snaagrood(neretceles
edteom,sidreetcelesegOTUAslA
atadAEMNtsreeregnavtnodnez
atadeitisopedtadroovnegnavtno
SPGneeguslA(.nedrownaknednozrev
unemraannadag,tkiurbegregnavtno
).”DESUTONreetcelesne23
edmo62tot12unemkiurbeG
.nereovetnieitamrofnietsneweg
edponaa1H-CVedtiulsne1H-CVed
.regnavtnodnez
pokjiledlaahrehkurD ]F[)s1(,]CNT[
hcontadoz SRPACNT hcon
.feR
anigaP
22
84,74,14
31
01
73,63
53
11,4
N-40
Page 44
BIJLAGE
LIJST MET TNC-COMMANDO’S
Hieronder staan de door de ingebouwde TNC ondersteunde commando’s. U moet een spatie ingeven tussen een commandonaam (of afkorting) en een parameter, of tussen twee parameters. bijv. AU OFF, BEACON EVERY 18.
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
VNOCTIB88NOFFO/NO
.tkrewrev
RETLIFAFA00$08$00$
.dnats-esrevnoC
FLOTUAUANOFFO/NO
YALEDXADXA0 0210
GNAHXAHXA0 0520
/YREVE
NOCAEBB0YREVE
TXETBTB—
TARBILACLAC— —
nRETFA
)0520=n(
9510
sneket
.nevegegnaatekkap
.nenepoetwueinpoedom-dnammoCed
.druutsegretupmocedraan)gniviuhcspoleger,FL(deef
.nednocesillim001siretemarapednavdiehneeeD
temneketnéédnats-esrevnoCednitdrow,taatsnaajihslA
stib7temneketnéétdrow,taatstiujihslA.tkrewrevstib8
nevegegnaasedocsgnineideb4laamixamnedroweemreiH
edninedrowneteomdredjiwrevnettekkapnegnavtnonaveid
enilnee)RC(nruteregairracekleantdrow,taatsnaajihslA
NOTTPnessuteidnevegegnaagnigartrevedtdroweemreiH
dgeovegeotYALEDXTnaagnidnezrevednavnigebtehne
.ednocesillim01siretemarapednavdiehneeeD.nedrowteom
.nevegegnaaretaepereciovednavdjitgnahedtdroweemreiH
djitedletsegniedmoretdrow,dletsegnisiYREVEpojihslA
siRETFApojihslA.nednozrevtekkaplaangisneesdeets)n(
neelaamnéé)n(djitedletsegniedanretdrow,dletsegni
.nednoces01sinnavdiehneeeD.nednozrevtekkaplaangis
-laangisneenavleedatadtehnavduohniedtdroweemreiH
)05/05gniduohrev(flogkolb-kram/eitapsneetdroweemreiH
nenetiulsetfadnats-etarbilaCedmoniQreoV.nednozrev
N-41
Page 45
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
KCEHCHC030520
.ednoces01
EDOMNOCMNOCC T/C
TCENNOCC
KONOCONOCNOFFO/NO
PMATSNOCSNOCFFOFFO/NO
ESREVNOC
EMITCAPCPCFFOFFO/NO
RCRCNOFFO/NO
PMATSYADSYADFFOFFO/NO
EMITYADAD—
ASUYADUYADNOFFO/NO
TAEPIGIDGIDNOFFO/NO.neneidretaeperelatigidslaCNTednaktaatsnaajihslA
VNOC
Kfo
——
C edfodnats-esrevno T edslanaatsdnats-tnerapsnar
AIV(1llaC
...,3llac,2llac
)9llac
.nednozeg
]C[+]lrtC[ .nenepoetwueinpodnats-dnammoCedmo
.nednezrevnetalet
.sinemokegdnatstotgnidnibrev
.neneidneteomretaeperelatigid
.EMITYADtemnelletsnidjitnemutad
.nednozrevtekkapneedjitedletsegniEMITCAP
poutnuk,taatsnaajihslA ]T[+]lrtC[ -esrevnoCedninekkurd
.njizdletsegninednoces
siretemarapednavdiehneeeD.nevegegnaanetiulsfateh
ednihcsitamotuaCNTedtaag,taatstiuEDOMONslA
si1llaC.nednozrevkeozrevsgnitiulsnaaneetdroweemreiH
teomnednobreveemraawnoitatstehnavmaanpeorteh
slaeidsnoitatsnavnemanpeornjiz9llacm/t2llaC.nedrow
neetdrow,taatstiujihslA.nednozeggurettekkapAUneene
-gurettekkapMDneenedregiewegkeozrevsgnitiulsnaa
etsiujedtnukU.sinemokegdnatstotgnidnibrevneeresla
pokurD.dnats-esrevnoCedniCNTedtaageemreiH
roodedmotdrow,dnats-esrevnoCedninetaatsnaajihslA
nednozreveidnettekkapellaraantdrow,taatsnaajihslA
.negnaheg)RC(nruteregairracneenedrowneteom
snevegegdjitedtsaansnevegegmutadedCNTedmodnats
edreoV.dletsegnidjitnemutadegidiuhednedroweemreiH
neegresladletsegni00tdrowjibreiH.nissmmuuDDMMJJ
totlaangistehnavnellavtiutehnessutdjitedtdroweemreiH
dreetpeccaegkeozrevsgnitiulsnaaneetdrow,taatsnaajihslA
nevegegreewdjitnemutadegidiuhednedrow,taatsnaajihslA
.nevegegreewJJ/DD/MMslamutadedtdrow,taatsnaajihslA
.nevegegreewJJ-MM-DDslamutadedtdrow,taatstiujihslA
ENNOCSIDD .nednozrevkeozrevtiulsfaneetdroweemreiH
N-42
Page 46
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
.HYALPSID
YALPSIDPSID— —
TIAWDWD030520
OHCEENOFFO/NO
.retupmoced
HTAPEHTAPE— 7llac...,1llaC
.si41fo01
RLCTXECTXE— — .dredjiwrevkavtsopCNTtehnavduohniedtdroweemreiH
ELIFIF—
.nevegreew
RNRMRIFRIFFFOFFO/NO
REVOLFLF0 0210
.tuunim1
WOLFFNOFFO/NO
sodnammocellanavsutatsegidiuhedCNTednakeemreiH
M,L,I,H,C,Aeitacifitnedi-essalkneekootnukU.nevegreew
etsnewegedleknenavsutatseduslanevegnaaTfo
nieitapsneereoV.nevegreewnetaltliwessalkodnammoc
.vjib.eitacifitnedi-essalkneenemaanodnammocednessut
sretemaraptroopC232-SR:)CNYSA(A
sneketCNTelaicepS:)RAHC(C
sretemaraprelleT:)HTLAEH(H
sretemarap-DI:)DI(I
sutatsknilCNT-raan-CNT:)KNIL(L
sretemarapelortnoC:)ROTINOM(M
sretemarapgnimiT:)GNIMIT(T
nekorbrevgnidnibrevedreennawfanavdjitedtdroweemreiH
siretemarapednavdiehneeeD.dlaapebnedneztehtotsi
.nednocesillim01
raanroodsneketnegnavtnoCNTedtdnez,taatsnaajihslA
retaeperelatigidneenavnemanpeorednedroweemreiH
tekkapnegnavtnoneeniretemarapDISSIUedsladlaapeb
kavtsopCNTtehninethcirebellanavtsjiledtdroweemreiH
sla)tekkap(gnidlemneeutgnavtnonoitatserednatehnaV
jib,taatsnaajihslA.negnavtnoetatadmosiraalkteingonteh
temCNTedtpots,gnidlemekjilegredneenavnegnavtnoteh
.tgnavtnognidlem-deeregneejihtadtotnednez
navnekarlovtehnessutdlaapebgnigartrevedtdroweemreiH
tehnavnegeltehneCNTednavneguehegreffubteh
siretemarapednavdiehneeeD.CNTednavneguehegreffub
retupmocedtpots,naasteotneetaalsunetaatsnaajihslA
.nettekkapnegnavtnoednavnevegreewtehtem
N-43
Page 47
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
KCARFRF3 510
.ednoces1si
PUDLLUFUFFFOFFO/NO
DUABGBG00840069/0084
DNESSPGSSPG—
TXETSPGTSPGSTNP$
DUABHBH00210069/0021
DELLAEHLAEHFFOFFO/NO
DIHIHNOFFO/NO
DII—— .tekkap-DIneeCNTedtdnezreveemreiH
LLIKIK—
9510
sneket
60
sneket
slaamgontehnenednezrevtehnessutdjitedtdroweemreiH
retemarapednavdiehneeeD.dlaapebnednezrevetnereborp
.nerenoitcnufxelpudegidellovniCNTednak,taatsnaajihslA
-eitcetedsgnidnibrevnavpluhebtemjihnak,taatstiujihslA
.nemokroovgnistobtekkapnelangis
sladreetcelesegspb0069fo0084tdroweemreiH
.regnavtnoSPGedneCNTednessutdiehlenssthcardrevo
SPGedraaneidatadednavduohniedtdroweemreiH
edmotkiurbegtdrowatadezeD.dlaapeb,taagregnavtno
eD.neremmargorpetregnavtnoednavnegnilletsnidraadnats
.negalsegponeguehegtehniteintdrowatadgnagtiu
.TXETLrooddlaapebthcirebtroostehtdroweemreiH
sladreetcelesegspb0069fo0021tdroweemreiH
.snoitatstekkapnessutdiehlenssthcardrevo
MORednavgnikrewelamronedfodlaapebtdroweemreiH
gnikrewedslanetaatsnaajihslA.tdrowdreelortnoceg
.nereppinkdnelessiwfaNOCneATSnaag,silaamron
eklegnikretsrevelatigidanCNTedtdnezrev,taatsnaajihslA
.tekkap-DIneenetunim5,9
kavtsopCNTtehtiunethcirebedlaapebnedroweemreiH
etthcirebdlaapebneemoninIKreoV.dredjiwrev
.....n,n,nIKreoV.remmunthcirebneensijibreiH.neredjiwrev
slani%IKreoV.neredjiwrevtliwnethcireberedreemuslani .neredjiwrevtliwsremmunetsgaaledtemnethcireb01edu sremmunetsgoohedtemnethcireb01eduslani&IKreoV
.neredjiwrevtliw
N-44
Page 48
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
SSIKSSIKFFOFFO/NO
MAERTSCLSCLNOFFO/NO
TSILIL—
.njizdmetseb
/YREVE
NOITACOLCOL0YREVE
GOLGOL— —
HTAPLAPLSPG
TXETLTL—
NOMTLMTL0 0520
LIAMIAMFFOFFO/NO
LLAMAMNOFFO/NO
nRETFA
)0520=n(
AIV(1llaC
...,3llac,2llac
)9llac
9510
sneket
.nevegegreew
dnats-SSIKed)tiufo(niCNTedtaag,taatsnaajihslA
NOCneATS.teznaareewnetiutaarappatehureennaw
reekraapneednelessiwfanadnaagnenevegegreewnedrow
-SSIKedmO.tmokdnats-SSIKedniCNTedslanereppink
erianibtehdrobnesteottehtemutnuk,netiulsetfadnats
.nevegpo)sneket-IICSAneeg(0CFF0Codnammoc
maertsslaeid)zm/ta(rettelenielkneetdrow,taatsnaajihslA
.)Zm/tA(retteldfoohneenidrednarev,dreovegnisirotangised
.nereovnirotangisedmaertsneeuteomWSMAERTSantceriD
kavtsopCNTtehninethcirebtemtsjiledtdroweemreiH
snoitatserednarooveidnethcirebevlaheb,nevegegreew
mosdeetsatadSPGedtdrow,dletsegnisiYREVEpojihslA
,dletsegnisiRETFApojihslA.nednozrev)n(djitedletsegnied
)n(djitedletsegniedanlaamnéésthcelsatadSPGedtdrow
.nednoces01sinnavdiehneeeD.nednozrev
poeidsnoitatsellanavnevegegreewtsjiledtdroweemreiH
.njiznetolsegnaakavtsopCNTteh
SPGnavnednezrevtehroovnemanpeorednedroweemreiH
.gnimmetsebednavmaanpeortehsi1llaC.dlaapebatad elatigidslaeidsnoitatsnavnemanpeornjiz9llacm/t2llaC
.neneidneteomretaeper
ednitaddlaapebthcirebneenavduohniedtdroweemreiH
.tdrownemonegpoatadSPG
TXETLroodtadthcirebneereennawdlaapebtdroweemreiH
thcirebneE.tdrownevegegreewmrehcstehpo,sidlaapeb
eD.tekkaplaangisnegnavtnoneeslanevegegreewtdrow
.ednoces1siretemarapednavdiehnee
nidmetsebsiuroovtadthcirebneetizrenetaatsnaajihslA
woL)nednozrev(DELIAMedjibtdrow,kavtsopCNTteh
eiddreelortnocegnettekkapellanedrow,taatsnaajihslA
,taatstiujihslA.nedrowdlessiwegtiusnoitatserednanessut
.dreelortnoceggnimmetsebrednoznettekkapneellanedrow
N-45
Page 49
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
EMARFXAMXAM4 71
DOBMBMFFOFFO/NO.nekiurbegkavtsopCNTtehutnuk,taatsnaajihslA
MOCMMOCMFFOFFO/NO
.nettekkap
NOCMCMFFOFFO/NO
ENIMIM—
.tfeeh
ROTINOMMNOFFO/NO.nettekkapCNTedtreelortnoc,taatsnaajihslA
TPRMRMNOFFO/NO
PMATSMSMFFOFFO/NO
SAILAYMAYM—
LLACYMYM—
LLACMYMMYM—
EDOMWENENFFOFFO/NO
+sneket6
DISS
+sneket6
DISS
+sneket6
DISS
.nezewegeottdrowkavtsop
.nednozrevnedrownakdjitrekjileget
.noitatsleodtehtemtaatsgnidnibrevnijih
kavtsopCNTtehninethcirebtsjiledtdroweemreiH
.reewnettekkapedreelortnocegroovretaeper
.nettekkapedreelortnocegroovreew
.retaeperelatigidslanoitatswu
.dlaapebmaanpeorwutdroweemreiH
.tseewegsinekorbrevgnidnibrevedsladnepoeg
taddlaapebnettekkaplatnaaelamixamtehtdroweemreiH
netalnettekkapelortnockooCNTedutnuk,taatsnaajihslA
-eitamrofnineellajihtreelortnoc,taatstiujihslA.nerelortnoc
slasnoitatserednakooCNTedtreelortnoc,taatsnaajihslA
nednozrevueidnenjizdmetseburooveidnevegegreew
elatigidednavtsjilelehedCNTedtfeeg,taatsnaajihslA
snevegegdjitneatadreemCNTedtfeeg,taatsnaajihslA
navkiurbegtehroovdlaapebmaanpeorneetdroweemreiH
CNTwunaataddlaapebmaanpeorneetdroweemreiH
nepodnatserednaednitceridCNTedtaag,taatsnaajihslA
netaatsnaajihslA.tfeegniodnammocTCENNOCneeusla
dnats-dnammoCedtdrow,nekorbrevtdrowgnidnibreved
nihcsitamotuaCNTedtaag,taatstiujihslA.dnepoegwueinpo
jihslA.tkaamgnidnibrevneeuslanepodnatserednaed
wueinpohcsitamotuateindnats-dnammoCedtdrow,taatstiu
N-46
Page 50
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
EDOMONONFFOFFO/NO
HTAPNHTAPN— 7llac...,1llaC
.si21fo
PRGSTNPRGSTN— sneket30
KRMSTNKRMSTN0 410
GSMSTNGSMSTN— sneket020
LLIKREVOEVO0 5520
NELCAPP8215520
/YREVE
EMITCAPTCAP01RETFA
TSISREPEP8215520
TSISREPPPPNOFFO/NO
TSETMARTSETMAR— .dreelortnocegMARednessiwtehantdroweemreiH
DAERR
nRETFA
)0520=n(
.nizSTNP$
.dlaapebtekkap
edninepohcsitamotuateinCNTedtaag,taatsnaajihslA
edninepohcsitamotuajihtaag,taatstiujihslA.dnatseredna
.sidlaapebEDOMWENroodeiddnatseredna
retaeperelatigidneenavnemanpeorednedroweemreiH
8tekkapnegnavtnoneeniretemarapDISSIUedsladlaapeb
tehjibkiurbegroovdlaapebedocspeorgneetdroweemreiH
.nizSTNP$neenavnekam
jibkiurbegroovdlaapebremmunmargotcipneetdroweemreiH
.nizSTNP$neenavnekamteh
neenavnekamtehroovdlaapebthcirebneetdroweemreiH
taddlaapebnethcirebeduolatnaatehtdroweemreiH
wueinneekavtsopCNTtehslanedrowteomdredjiwrev
.taatslovneguehegtehtadmoneretpeccanakteinthcireb
neenavleedatadtehnavetgnelelamixamedtdroweemreiH
edmosdeetstekkaptehtdrow,dletsegnisiYREVEpojihslA
,dletsegnisiRETFApojihslA.nednozrev)n(djitedletsegni
)n(djitedletsegniedanlaamnéésthcelstekkaptehtdrow
.ednocesillim001sinnavdiehneeeD.nednozrev
posnakedeemraawdlaapebretemarapneetdroweemreiH
.tdrowdnekerebedohtemEMITTOLS/TSISREPed
edohtemEMITTOLS/TSISREPedCNTedtkiurbegroodreiH
.taatstiujihslaedohtemTIAWDedfo,taatsnaajihsla
CNTtehtiusremmunthcireberedreemfoneenedroweemreiH
neesdeetsteZ.nedrowneteomnezelegeiddlaapebkavtsop
.sremmunthcirebednessutammok
N-47
Page 51
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
TESERTESER——
EMITPSERSER5 0520
TRATSERTRATSER— .tezegsinaareewnetiujihfoslaCNTedtkrewroodreiH
YRTERER01510
ETUORUORNOFFO/NO
CAPDNESESD0$F7$0
EMITTOLSLS3 0520
HTAPSHTAPS— 7llac...,1llaC
ACMAERTSCMAERTSNOFFO/NO
BDMAERTSDMAERTSFFOFFO/NO
WSMAERTSRTS10$F7$0
TUOTTUOT030520
ECARTCARTFFOFFO/NO
.tekcap
.si31fo
raanguretsodnammocellaroovsutatsedtaageemreiH
.draadnats
nettekkapsgnigitsevebroovgnigartrevdnezedtdroweemreiH
.nednocesillim001siretemarapednavdiehneeeD.dlaapeb
edslA.dlaapebnegnigopdnezlatnaatehtdroweemreiH
neereslanedrowdreetpeccaegdeogteinnettekkap
negnigoplatnaaedletsegnitehanretdrow,signidnibrev
.nednozrevkeozrevsgnitiulsnaaneewueinpo
,tgnavtnotekkapneeSBBPneenavnetaatsnaajihslA
jihslA.eitamrofni-etuoredgeovegjibedCNTedtaalrev
.dredjiwrevsnevegegetuornednozegeemednedrow,taatstiu
neenavgnidnezrevedreecrofegroovneketneenavnezeiK
neenavnererenegtehroovlavretniedtdroweemreiH
EMITTOLS/TSISREPedroovdlaapeblatnaagiruekelliw
.nednocesillim01siretemarapednavdiehneeeD.edohtem
retaeperelatigidneenavnemanpeorednedroweemreiH
9tekkapnegnavtnoneeniretemarapDISSIUedsladlaapeb
tkaamegnegnidnibreveredreemrenetaatsnaajihslA
navtsgnavtnojibreewmaanpeortehCNTedtfeeg,nedrow
.tekkapnee
reewneket-hctiwsmaertsneeCNTedtfeeg,taatsnaajihslA
.sinegnahegtekkapnegnavtnoneenaatad
maertsjibkiurbegroovdlaapebneketneetdroweemreiH
.gnihctiws
.dlaapebkavtsopCNTtehnavdjittuo-emitedtdroweemreiH
,njiznegnavtnonettekkapneegdjitedlaapebednennibreslA
retemarapednavdiehneeeD.nekorbrevgnidnibrevedtdrow
.ednoces01si
nettekkapnegnavtnoellaCNTedtfeeg,taatsnaajihslA
.reewleeheg
N-48
Page 52
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
SNARTT
WOLFRTFRTFFOFFO/NO
SEIRTIRT0 510
YALEDXTXT050210
WOLFXTFXTFFOFFO/NO
KCEHCIUCIU820520
/FFO
IGIDIUIUFFO
TIAWDIUWDIUFFOFFO/NO
DOOLFIUFIUDION
DISSIUSIUFFOFFO/NO
...,1llaCNO
41llaC
/DION/DI
TSRIF
uteomnenepo ]lrtC[ poreekeirdneneduohtkurdegni ]C[
.nekkurd
.nednezrev
edninednats-dnammoCedtiuCNTedtaagroodreiH
etwueinpodnats-dnammoCedmO.dnats-tnerapsnarT
podnats-tnerapsnarTedniCNTedtreegaer,taatsnaajihslA
.retupmocednavtropsnartatad-erawtfos
ednieiddlaapebnegnigopdnezlatnaatehtdroweemreiH
.njizdreemmargorpegrellet
tehneNOTTPnessutdlaapebgnigartrevedtdroweemreiH
.nednocesillim01siretemarapednavdiehneeeD.nednez
neednats-tnerapsnarTedniCNTednak,taatsnaajihslA
retupmocedraan)FFOXneNOX(tropsnartatad-erawtfos
ednennibtadnednozegroodtekkapIUneegtdrowroodreiH
diehneeeD.sinegnavtnodjitedlaapebodnammoctidrood
.ednoces1siretemarapednav
edniraadtemnegnavtnotdrowtekkapIUneereslA
edtdrow,dlaapebtdrowodnammoctidroodeidretemarap
tdrowneretemarapLLACYMedroodnegnavrevretemarap
.nednozegroodtekkapteh
edporevoCNTedtaag,tkretsrevlaatigidnetaatsnaajihslA
.TSISREPPneTIAWDnegnilletsni
temnettekkapIUnegnavtnoedeohdlaapebtdroweemreiH
.nedrowtkrewrevsretemarapN-NECARTfoN-NEDIWniraad
.vjib;TSRIFfo,DION,DInadneniECARTfoEDIWreoV
edreeyaleregednedrow,sidreetcelesegDIslA.TSRIF,EDIW retemarapLLACYMedtdrownedredjiwrevsretaeperelatigid
nav.vjib.dgaalrevN-NleknetdrowDIONteM.dgeovegeot
neellaretemarapLLACYMedtdrowTSRIFteM.2-4raan3-4
.tneidretaeperelatigidetsreeedslaeidsladgeovegeot
nettekkapIUnegnavtnoedCNTedtkrewrev,taatsnaajihslA
.sDISS-sgnimmetsebnetolsegniednavdnahednaa
N-49
Page 53
maanodnammoC gnitrokfA draadnatS retemaraP gnivjirhcseB
ECARTIUTIU— —
AIV(1llaC
OTORPNUUQC
SRESUSU1 010
ETIRWW——
WOLFXXNOFFO/NO
...,3llac,2llac
)9llac
]nruteR[ ponad,nekkurd) ]C[+]lrtC[ poreewne ]retnE[fo( ]nruteR[ ekeiremunafla03laamixamgamprewrednoneE.)
.njizgnalsneket
ekeiremunafla5laamixamuteommaanodnammocedaN
roodreiH.ECARTfoEDIWtadsisnaagrooD.nevegnisneket
foN-NEDIWniraadtemnettekkapIUellaCNTedtdnez
.roodsretemarapN-NECART
navgnidnezrevroovdlaapebnemanpeorednedroweemreiH navmaanpeortehsi1llaC.dnats-locotorpnUednitekkapnee
snoitatsnavsmaanpeornjiz9llacm/t2llaC.gnimmetsebed
.neneidneteomretaeperelatigidslaeid
siraabkihcsebtaddlaapebnelanaklatnaatehtdroweemreiH
.nekeozrevsgnitiulsnaaroov
tehuslA.naalspothcirebwukavtsopCNTtehnakeemreiH
reov,nezelnetaltliwnoitatsdlaapebneeroodleknethcireb
.XKY1AJW.vjib.maanodnammocedannimaanpeorneenad
pouteom,negitsevebetgnagnithcirebedmO ]retnE[fo(
jihslatiutropsnartatad-erawtfosCNTedtreovroodreiH
.taatstiujihslatropsnartatad-erawdrahnetaatsnaa
N-50
Page 54
INDEX
APRS
Roepnaam,
programmeren.................... 17
Databand ........................... 13
Digitale repeater ............. 9, 27
GPS ontvanger................... 10
Raster voor zoeker ....... 16, 19
Groepscode........................ 22
Mic codeerorgaan............... 16
NMEA ............................ 8, 1 0
Object .......................... 14, 16
Weergave pakketcontrole ... 26
Pakketpad ...................... 9, 23
Pakketzendtijd .................... 25
Pakketzendmethode........... 25
Positie-dubbelzinnigheid ..... 26
Positie-opmerking......... 16, 20
Positiedata ................... 16, 19
Ontvangen ......................... 14
Afstandsbeperking
ontvangen .......................... 26
Stationpictogram................. 18
Statustekst ................... 16, 21
Zendsnelheid statustekst ....25
Zenden............................... 25
Weerstation .................... 8, 16
APRS bericht
Automatisch antwoorden .... 33
Ingeven .............................. 30
Groepscode........................ 34
Ontvangen ......................... 29
Zenden............................... 32
DX pakketclusters
controleren ............................... 6
Interne klok, instellen
Datum ................................ 12
Tijd ..................................... 12
UTC Offset ......................... 13
Het Pakket
Command-stand................... 3
Converse-stand
(spreekstand) ....................... 3
Databand ............................. 5
DCD Sense .......................... 5
Postvak ................................ 3
PBBS ................................... 1
TNC ..................................... 3
PACSAT ................................... 7
Slow-Scan Television (SSTV)
Ingave roepnaam ............... 36
Kleurwijziging ..................... 37
Berichtingave...................... 36
Standen wijzigen ................ 38
Ingang RSV-rapport............ 36
Projecteren......................... 37
Bediening VC-H1................ 38
51
Page 55
Loading...