JVC KS-LH60R Instruction Manual [nl]

JVC KS-LH60R Instruction Manual

CASSETTE RECEIVER

CASSETTEN-RECEIVER RADIOCASSETTE RADIO/CASSETTESPELER

KS-LH60R

ATT

SOUND

U

 

R SOURCE

F

D

 

VOL

VOL

ENGLISH

DEUTSCH

FRANÇAIS

NEDERLANDS

For installation and connections, refer to the separate manual.

Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.

Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.

INSTRUCTIONS

BEDIENUNGSANLEITUNG

MANUEL D’INSTRUCTIONS

GEBRUIKSAANWIJZING

GET0127-001A

[E/EX]

NEDERLANDS

Het apparaat terugstellen

Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met een pen of dergelijk voorwerp op de terugsteltoets op de paneelhouder.

De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.

Opmerking:

De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.

Hoe u de toets M (MODE) gebruikt

Door een druk op M (MODE), schakelt het toestel in de functiemodus (“MODE” knippert boven op het display). Tijdens de functiemodus hebben de cijfertoetsen een andere functie.

Met een JVC MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten: De 5/∞ toetsen werken tevens als +10/–10 toetsen nadat u op M (MODE) heeft gedrukt.

Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.

De MO (mono)

Indicator die tijd

indicator licht op.

aftelt

Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op M MODE, wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de functiemodus is gewist. (“MODE” verdwijnt van het display).

• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.

2

Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ..........................

2

Hoe u de toets M (MODE) gebruikt ...........

2

PLAATSING VAN DE TOETSEN ...........

4

Bedieningspaneel .....................................

4

Afstandsbediening ....................................

5

De afstandsbediening voorbereiden .........

6

BASISBEDIENING ..........................

7

De stroomtoevoer inschakelen .................

7

Klok instellen .............................................

8

GEBRUIK VAN DE RADIO .................

9

Naar de radio luisteren ..............................

9

Radiozenders in het geheugen vastleggen ...

10

Afstemmen op een voorkeuzezender .......

11

HET GEBRUIK VAN RDS ...................

12

Wat u kunt doen met RDS ........................

12

Andere nuttige RDS-functies en het maken

 

van aanpassingen ....................................

16

ANDERE HOOFDFUNCTIES ...............

25

De algemene instellingen wijzigen (PSM) ...

25

Bedieningspaneel verwijderen ..................

29

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ......

30

Meer over MP3-discs ................................

30

CD’s afspelen ............................................

30

Kiezen van de weergavefuncties ...............

34

BEDIENING VAN HET EXTERNE

 

APPARAATEN .............................

35

Externe apparatuur afspelen .....................

35

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ........

36

Afstemmen op een ensemble en op een

 

van de services ......................................

36

DAB-frequenties in het geheugen opslaan ...

37

Afstemmen op een opgeslagen

 

DAB-service ...........................................

38

Wat u nog meer met DAB kunt doen ........

39

GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER

19

PROBLEMEN OPLOSSEN .................

40

ONDERHOUD

42

Beluisteren van een cassette ....................

19

Het begin van een fragment vinden ..........

20

SPECIFICATIES

43

Andere handige functies voor de

 

cassettespeler ........................................

21

 

 

Voorkomen dat de cassette uit de

 

 

 

cassettehouder springt ...........................

22

 

 

GELUID REGELEN ..........................

23

 

 

Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties

 

 

 

(C-EQ: gebruiker-equalizer) ...................

23

 

 

Geluid aanpassen .....................................

24

 

 

NEDERLANDS

Opmerking:

Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.

ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN

*Denk aan de veiligheid....

Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.

Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.

*Temperatuur binnen de auto....

Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.

3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

Het display-venster

sd f g h j

 

k

l /z x

c v

b

n

1

2 3

4

 

56

7 8 9

NEDERLANDS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

p

q w e r t

1

De toets

 

 

 

(standby/aan/attenuator)

 

 

2

De toets SEL (selecteren)

3

De bedieningsschijf

4

Het display-venster

5

De toetsen 4 /¢

6De toets 5 (omhoog)

De toets 23 (bandrichting)

7 De toets 0 (uitwerpen)

8 De toets ∞ (omlaag)

9 Afstandssensor

p De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)

qDe toets T (TP/PTY: traffic programme/ programme type)

wDe toets D (DISP: display)

Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).

e De toets M (MODE)

Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets D (DISP).

r De toets FM/AM (DAB)

t De toets TAPE (CD-CH: CD-wisselaar) y De toets EQ (equalizer)

u De toets MO (mono) i De toets (Dolby B) o De cijfertoetsen

; De toets RPT (herhalen)

aDe toets RND (willekeurig)

Functioneert uitsluitend indien een CD-wisselaar is aangesloten.

y u i o ; a

Het display-venster

sDiscinformatie-indicators

TAG (ID3 Tag), (map), (fragment/bestand)

Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc

met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar. d Cassette-geplaatst indicator

f Hoofdvenster

gIndicators voor weergave (disc)

Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is

aangesloten. (map)

• Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar.

h Bron/klok-display

jDe indicator RND (willekeurig)

Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is

aangesloten.

k De indicator EQ (equalizer)

l Geluidsfunctie-indicators (C-EQ: gebruiker-equalizer) ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ, USER

/ De indicator (Dolby B)

z Indicators voor de ontvangst van de tuner MO (mono), ST (stereo)

x De indicator LOUD (loudness)

cDe indicator RDS AF, REG, TP, PTY

vDe indicator MP3

Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc

met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar. b De indicator voor het volumeniveau (of audioniveau)

Equalizerpatroon-indicator n De indicator RPT (herhalen)

4

Afstandsbediening

ATT SOUND

U

R SOURCE F

D

VOL

VOL

1• Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als deze is uitgeschakeld.

Schakelt de eenheid uit indien u de toets ingedrukt houdt tot de vermelding

“SEE YOU” op de display verschijnt.

Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.

2• Voor het selecteren van de golfband bij het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.

Voor het veranderen van de bandrichting tijdens weergave van een cassette. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de andere bandrichting geactiveerd.

Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar;

Druk kort op de toets om naar de volgende disc te verspringen.

Houd even ingedrukt om naar de volgende map te verspringen.

Opmerking: Tijdens weergave van een CD met de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de volgende disc gesprongen.

3• Voor het selecteren van de voorkeurzender bij het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.

Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar;

Druk kort op de toets om naar de voorgaande disc te verspringen.

Houd even ingedrukt om naar de voorgaande map te verspringen.

Opmerking: Tijdens weergave van een CD met de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de voorgaande disc gesprongen.

4Deze toets heeft dezelfde functie als de bedieningsknop op de hoofdeenheid.

Opmerking: Deze toetsen werkt niet voor het

aanpassen van algemene instellingen wijzigen.

5Voor het selecteren van de geluidsmodus (C-EQ: gebruiker-equalizer).

Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (C-EQ) geselecteerd.

6Voor het kiezen van de bron.

De bron verandert door iedere druk op de toets.

7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens het luisteren naar de radio.

• Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.

• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.

• Functioneren als toetsen voor het snel dooren terugspoelen indien u de toetsen ingedrukt houdt tijdens weergave van een cassette. Druk op toets 2 om deze bediening te stoppen en de weergave voort te zetten.

• Functioneren als Multi Music Scan toetsen indien u de toetsen ingedrukt houdt tijdens weergave van een cassette.

Druk op toets 2 om deze bediening te stoppen en de weergave voort te zetten.

• Versnelde weergave in voorof achterwaartse richting van het fragment/ bestand indien u de toets tijdens weergave van de CD-wisselaar ingedrukt houdt.

• Verspringen naar het begin van het volgende fragment/bestand of terug naar het begin van het huidige (of voorgaande) fragment/bestand indien u tijdens weergave

van de CD-wisselaar de toets even indrukt.

5

NEDERLANDS

De afstandsbediening voorbereiden

Alvorens gebruik van de afstandbediening:

Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.

3. Plaats de batterijhouder terug in positie.

Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.

(achterkant)

Gebruikke batterijen:

Afstandssensor

• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van

NEDERLANDS

een schelle lamp) op de sensor valt.

De batterij plaatsen

 

 

Wanneer u merkt dat het bereik van de

 

afstandsbediening afneemt, moet u de batterij

 

vervangen.

1.Verwijder de batterijhouder.

1)Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.

2)Verwijder de batterijhouder.

(achterkant)

2.Plaats de batterij in de houder.

Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.

Lithium knoopcelbatterij (productnummer: CR2025)

WAARSCHUWING:

Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.

Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.

Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur.

Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.

Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.

Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.

Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.

Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.

Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.

LET OP:

Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.

KS-LH60R hebben zijn geschikt voor stuurafstandsbediening.

Indien uw auto een stuur-afstandsbediening heeft, kunt u deze toestellen met de afstandsbediening bedienen.

Zie de aanwijzingen voor Installatie/ Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de vereiste verbinding voor het gebruik van deze functie.

6

BASISBEDIENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

3

2

 

 

 

 

 

De stroomtoevoer inschakelen

1 Schakel de spanning in.

Opmerking over de “One-Touch”-bediening:

Bij het selecteren van de geluidsbron in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.

2 Start de weergave van de geluidsbron.

Voor gebruik van de radio (FM of AM), zie bladzijden 9 – 18.

Voor het afspelen van een cassette, zie bladzijden 19 – 22.

Voor gebruik van de CD-wisselaar, zie bladzijden 30 – 34.

Voor gebruik van het externe apparaat

(LINE IN), zie bladzijde 35.

Voor gebruik van de DAB-tuner, zie bladzijden 36 – 39.

3 Regel het volume.

Het volume verhogen

Het volume verlagen

Volumeniveau verschijnt.

De indicator voor het volumeniveau (of audioniveau) (zie bladzijde 27)

4 Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijden 23 en 24).

Volume in een oogwenk zachter zetten

Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen.

Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.

U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien.

NEDERLANDS

Spanning uitschakelen

Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.

“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt het toestel uitgeschakeld.

7

NEDERLANDS

Klok instellen

Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een

24-uurs of een 12-uurs aanduiding.

1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt

weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).

2 Stel het uur in.

1 Selecteer de vermelding “CLOCK H” (uur) als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.

2 Pas het uur aan.

1

2

3 Stel de minuten in.

1 Selecteer de vermelding “CLOCK M” (minuten).

2 Pas de minuten aan.

1 2

4 Stel de uuraanduiding in.

1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.

2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.

1 2

5 Voltooi de instelling.

Opmerking:

Zie bladzijde 27 voor het tonen van de tijd van de klok op het display.

Voor het controleren van andere informatie tijdens weergave, drukt u op D (DISP).

Door iedere druk op de toets wordt andere informatie op het bovenste gedeelte van het display getoond. (Zie bladzijde 27 voor details).

De tijd van de klok wordt ongeveer 5 seconden getoond indien u met het toestel uitgeschakeld op D (DISP) drukt.

8

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.

Automatisch naar een station zoeken: Auto search

1 Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:

FM 1

 

FM 2

 

FM 3

 

A M

 

 

 

(F1)

 

(F2)

 

(F3)

De geselecteerde omroepband wordt weergegeven*.

Licht op bij ontvangst van een stereo FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.

*Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde 27), zal in plaats van de huidige aanduiding de tijd van de klok verschijnen.

Opmerking:

Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.

2 Zoek een station.

Afstemmen op een station met een hogere frequentie

Afstemmen op een station met een lagere frequentie

Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.

Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is afgestemd.

Handmatig naar een station zoeken: Manual search

1 Selecteer de omroepband

(FM1 – 3, AM).

 

 

 

 

 

 

NEDERLANDS

 

 

 

 

Elke keer wanneer u op de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

toets drukt, verandert u de

 

 

 

 

 

band als volgt:

 

 

 

FM 1

 

FM 2

 

FM 3

 

A M

 

 

 

 

 

(F1)

 

(F2)

 

(F3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opmerking:

Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.

2 Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “MANU” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.

VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE

9

NEDERLANDS

3 Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “MANU” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display knippert.

Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt

Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt

Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.

Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met

50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met

9 kHz) totdat u de toets loslaat.

Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:

1 Druk op de toets M (MODE) om de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo- uitzending luistert.

“MODE” knippert boven op het display.

2 Druk op MO (mono) terwijl

“MODE” nog knippert op het display zodat de MO indicator op het display oplicht.

Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator

MO aan of uit.

De indicator MO (mono)

Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.

Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)

Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders

Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM

U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke

FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).

1 Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:

 

FM 1

 

FM 2

 

FM 3

 

A M

 

 

(F1)

 

(F2)

 

(F3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.

De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.

Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.

10

Handmatig vasteleggen van zenders

U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.

Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1-golfband.

1 Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:

FM 1

 

FM 2

 

FM 3

 

A M

 

 

 

(F1)

 

(F2)

 

(F3)

2 Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 92,5 MHz).

Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt

Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt

3 Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.

4 Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.

Opmerkingen:

Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.

Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.

Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijden 10 en 11, als u dat nog niet hebt gedaan.

1 Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:

 

FM 1

 

FM 2

 

FM 3

 

A M

 

 

(F1)

 

(F2)

 

(F3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.

NEDERLANDS

De gekozen golfband/ voorkeurnummer en “MEMO” (geheugen) worden afwisselend even getoond.

11

NEDERLANDS

12

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het zender met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is.

Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het zender worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.

Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze apparaat:

Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)

Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma

Zoeken naar een bepaald programmagenre

(PTY – “Programme Type”)

Programma zoeken

En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.

Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)

Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze apparaat is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde zender dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt.

(Zie de afbeelding op bladzijde 18).

Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme

Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve

Frequentie) gegevens.

Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.

Om de netwerkfunctie in te schakelen

U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren.

Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.

• AF:

De netwerkfunctie is ingeschakeld

 

en Regionalisatie is uitgeschakeld

 

(“off”).

 

Met deze instelling schakelt het

 

toestel naar een andere zender van

 

hetzelfde netwerk wanneer de

 

ontvangst van de signalen van de

 

ingestelde zender verslechtert. (In

 

deze modus kan het voorkomen dat

 

het nieuw te ontvangen programma

 

anders is dan het programma dat u

 

daarvoor ontving).

 

De indicator AF licht op, maar de

 

indicator REG licht niet op.

• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).

Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.

• OFF:

De netwerkfunctie is uitgeschakeld.

 

De indicator AF en de indicator REG

 

lichten allebei niet op.

 

Indicator AF

 

 

 

Indicator REG

 

 

 

 

 

 

Opmerking:

Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 39).

1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).

2 Selecteer de vermelding “AF-REG” (alternatieve frequentie/regionale ontvangst) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.

3 Selecteer de gewenste modus— “AF”, “AF REG” of “OFF”.

4 Voltooi de instelling.

Het gebruik van TA standby ontvangst

Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, cassette of een andere aangesloten afspeelbron).

TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.

Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te activeren.

7Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP indicator oplichten of knipperen.

TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht.

“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau

(zie bladzijde 17) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.

TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist.

Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken.

De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.

7Met een andere bron dan FM ingesteld, zal de TP indicator oplichten.

“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.

Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De

TP indicator dooft.

NEDERLANDS

13

Het gebruik van PTY standby ontvangst

Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, cassette of een andere aangesloten afspeelbron).

 

PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u

 

 

naar een AM-zender luistert.

 

U kunt uw favoriete programma voor PTY

 

standby ontvangst kiezen.

 

Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby

 

ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY

 

standby ontvangst gekozen).

 

 

 

NEDERLANDS

 

vermeldingen op de display wordt

 

1 Druk op SEL (selecteren) in en houd

 

 

deze ten minste 2 seconden

 

 

ingedrukt, zodat een van de PSM-

 

 

weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).

 

 

2 Selecteer de vermelding “PTY STBY” (standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.

3 Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).

De naam van de PTYcode die u selecteert,

wordt op de display weergegeven en

in het geheugen opgeslagen.

4 Voltooi de instelling.

7Met FM als huidige bron ingesteld, zal de PTY indicator oplichten of knipperen.

PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht.

Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.

PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert.

De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist.

Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken.

De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.

7Met een andere bron dan FM ingesteld, zal de PTY indicator oplichten.

Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en wordt op deze zender afgestemd.

Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links beschreven procedure stap 3. De PTY indicator dooft.

14

Loading...
+ 30 hidden pages