For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de
desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0127-001A
[E/EX]
Het apparaat terugstellen
Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met een pen of dergelijk voorwerp op de
terugsteltoets op de paneelhouder.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
NEDERLANDS
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt
Door een druk op M (MODE), schakelt het toestel in de functiemodus (“MODE” knippert boven op
het display). Tijdens de functiemodus hebben de cijfertoetsen een andere functie.
• Met een JVC MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten: De 5/∞ toetsen werken tevens als
+10/–10 toetsen nadat u op M (MODE) heeft gedrukt.
Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
De MO (mono)
indicator licht op.
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op
M MODE, wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de functiemodus
is gewist. (“MODE” verdwijnt van het display).
• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Indicator die tijd
aftelt
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .......................... 2
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer
is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
s d
fgh
j
kl
3
q
pui;
z
41 2
ew
NEDERLANDS
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets SEL (selecteren)
3 De bedieningsschijf
4 Het display-venster
5 De toetsen 4 /¢
6 De toets 5 (omhoog)
De toets 23 (bandrichting)
7 De toets 0 (uitwerpen)
8 De toets ∞ (omlaag)
9 Afstandssensor
p De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
q De toets T (TP/PTY: traffic programme/
programme type)
w De toets D (DISP: display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).
e De toets M (MODE)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets D (DISP).
r De toets FM/AM (DAB)
t De toets TAPE (CD-CH: CD-wisselaar)
y De toets EQ (equalizer)
u De toets MO (mono)
i De toets (Dolby B)
o De cijfertoetsen
; De toets RPT (herhalen)
a De toets RND (willekeurig)
• Functioneert uitsluitend indien een CD-wisselaar
is aangesloten.
4
xn/c
y
v
Het display-venster
s Discinformatie-indicators
TAG (ID3 Tag), (map), (fragment/bestand)
• Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc
met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar.
d Cassette-geplaatst indicator
f Hoofdvenster
g Indicators voor weergave
(disc)
• Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is
aangesloten.
(map)
• Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc
met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar.
h Bron/klok-display
j De indicator RND (willekeurig)
• Licht uitsluitend op indien een CD-wisselaar is
aangesloten.
/ De indicator (Dolby B)
z Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
x De indicator LOUD (loudness)
c De indicator RDS
AF, REG, TP, PTY
v De indicator MP3
• Licht uitsluitend op bij weergave van een MP3 disc
met een voor MP3 geschikte JVC CD-wisselaar.
b
De indicator voor het volumeniveau (of audioniveau)
Equalizerpatroon-indicator
n De indicator RPT (herhalen)
b
ort
5
68
7
9
a
Afstandsbediening
SOUND
ATT
U
SOURCE
R
D
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender bij
het luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een voorkeurzender (of service)
met een hoger nummer geselecteerd en
wordt op het geselecteerde station (of
service) afgestemd.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
F
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze
toets altijd naar de voorgaande disc
gesprongen.
VOL
VOL
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets
ingedrukt houdt tot de vermelding
“SEE YOU” op de display verschijnt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd
verminderd als u de toets heel even indrukt.
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het
oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op
deze toets.
• Voor het veranderen van de bandrichting
tijdens weergave van een cassette.
Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend de andere bandrichting
geactiveerd.
• Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
volgende disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
volgende map te verspringen.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met
de CD-wisselaar wordt met deze
toets altijd naar de volgende disc
gesprongen.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
Opmerking:
Deze toetsen werkt niet voor het
aanpassen van algemene instellingen
wijzigen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(C-EQ: gebruiker-equalizer).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
er een andere geluidsmodus (C-EQ)
geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1
seconde ingedrukt.
• Functioneren als toetsen voor het snel dooren terugspoelen indien u de toetsen ingedrukt
houdt tijdens weergave van een cassette.
Druk op toets 2 om deze bediening te
stoppen en de weergave voort te zetten.
• Functioneren als Multi Music Scan toetsen
indien u de toetsen ingedrukt houdt tijdens
weergave van een cassette.
Druk op toets 2 om deze bediening te
stoppen en de weergave voort te zetten.
• Versnelde weergave in voor- of
achterwaartse richting van het fragment/
bestand indien u de toets tijdens weergave
van de CD-wisselaar ingedrukt houdt.
• Verspringen naar het begin van het
volgende fragment/bestand of terug naar het
begin van het huidige (of voorgaande)
fragment/bestand indien u tijdens weergave
van de CD-wisselaar de toets even indrukt.
NEDERLANDS
5
De afstandsbediening
voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer
dat er geen obstakels in het pad liggen.
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’
hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
Afstandssensor
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van
een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
NEDERLANDS
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een
balpen of een soortgelijk voorwerp in de
richting van de pijl die in de afbeelding
staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar
boven in de houder zakken zodat deze vast
komt te liggen.
Lithium
knoopcelbatterij
(productnummer:
CR2025)
6
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen
toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,
waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze
niet en gooi geen batterij in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot
oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt
met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of
een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan
de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand
veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een
naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,
gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar
het directe zonlicht langdurig op valt (zoals
bijvoorbeeld op het dashboard). De
afstandsbediening wordt anders beschadigd.
KS-LH60R hebben zijn geschikt voor stuurafstandsbediening.
Indien uw auto een stuur-afstandsbediening
heeft, kunt u deze toestellen met de
afstandsbediening bedienen.
• Zie de aanwijzingen voor Installatie/
Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de
vereiste verbinding voor het gebruik van
deze functie.
BASISBEDIENING
1
3
2
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de
geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 9 – 18.
Voor het afspelen van een cassette,
zie bladzijden 19 – 22.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijden 30 – 34.
Voor gebruik van het externe apparaat
(LINE IN), zie bladzijde 35.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijden 36 – 39.
2
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
Volumeniveau verschijnt.
De indicator voor het volumeniveau (of
audioniveau) (zie bladzijde 27)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 23 en 24).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien.
NEDERLANDS
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt
het toestel uitgeschakeld.
7
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
NEDERLANDS
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H”
(uur) als deze al niet meteen op de
display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
12
5
Voltooi de instelling.
Opmerking:
Zie bladzijde 27 voor het tonen van de tijd van de klok
op het display.
Voor het controleren van andere informatie
tijdens weergave, drukt u op D (DISP).
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
8
Door iedere druk op de toets wordt andere
informatie op het bovenste gedeelte van het
display getoond. (Zie bladzijde 27 voor details).
• De tijd van de klok wordt ongeveer 5 seconden
getoond indien u met het toestel uitgeschakeld
op D (DISP) drukt.
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Licht op bij ontvangst van een stereo
FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
* Met “CLOCK” op “ON” gesteld (zie bladzijde
27), zal in plaats van de huidige aanduiding de
tijd van de klok verschijnen.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
De geselecteerde omroepband wordt
weergegeven*.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
Afstemmen op een
station met een hogere
frequentie
A M
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “MANU” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
NEDERLANDS
Afstemmen op een
station met een lagere
frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
9
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “MANU” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere frequentie
uitzendt
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
NEDERLANDS
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets M (MODE)
om de functiemodus te
activeren terwijl u in stereo
naar een FM-stereouitzending luistert.
“MODE” knippert boven op het
display.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
2 Druk op MO (mono) terwijl
“MODE” nog knippert op het
display zodat de MO indicator
op het display oplicht.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, gaat de indicator
MO aan of uit.
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert de
ontvangstkwaliteit.
10
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer
het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM)
vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 92,5 MHz).
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
FM 2
(F2)
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere frequentie
uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere frequentie
uitzendt
FM 3
(F3)
A M
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijden 10 en
11, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM 1
(F1)
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
FM 2
(F2)
FM 3
(F3)
A M
NEDERLANDS
De gekozen golfband/
voorkeurnummer en “MEMO”
(geheugen) worden afwisselend
even getoond.
11
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
zender met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden
programma over sport gaat of een
muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door
het zender worden verstuurd, kunt u op een
andere zender van een ander netwerk
afstemmen dat uw favoriete programma of
verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen
naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het cassette, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
apparaat:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze apparaat is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde zender dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar
uw favoriete programma blijven luisteren en bent
u verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt.
(Zie de afbeelding op bladzijde 18).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve
Frequentie) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze
signalen van een RDS-zender goed zijn, kunt u
uw favoriete programma blijven volgen. Als een
of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld
en Regionalisatie is uitgeschakeld
(“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert. (In
deze modus kan het voorkomen dat
het nieuw te ontvangen programma
anders is dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld
en ook Regionalisatie is
ingeschakeld (“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AFIndicator REG
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld
(“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te
schakelen. (Zie bladzijde 39).
12
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde
26).
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby-ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender,
cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
2
Selecteer de vermelding “AF-REG”
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst) als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus—
“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau
(zie bladzijde 17) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De
TP indicator dooft.
NEDERLANDS
13
Het gebruik van PTY standby
ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender,
cassette of een andere aangesloten
afspeelbron).
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSM-
NEDERLANDS
vermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 26).
2
Selecteer de vermelding “PTY
STBY” (standby) als deze niet al
meteen op de display wordt
weergegeven.
4
Voltooi de instelling.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien
de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator knippert.
De zender die wordt ontvangen levert
namelijk geen signalen die voor PTY standby
ontvangst zijn vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. PTY standby
ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
verandert het toestel automatisch van bron en
wordt op deze zender afgestemd.
14
3
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en
in het geheugen
opgeslagen.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.