JVC KS-F150 Instruction Manual [nl]

CASSETTE RECEIVER
CASSETTEN-RECEIVER RADIOCASSETTE RADIO/CASSETTEPLER
ENGLISH
DEUTSCH
KS-F150
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
FSUN3096-311
[E]
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat en kunt u de mogelijkheden van het apparaat optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
BASISBEDIENING........................................................3
GEBRUIK VAN DE RADIO ............................................4
Naar de radio luisteren...................................................................4
Radiostations in het geheugen opslaan .........................................5
Automatisch instellen van FM-stations: SSM .............................. 5
Handmatig instellen van stations ................................................. 6
Uw favoriete station opslaan voor bediening met
één toets (de Ex (Extra)- toets) ................................................. 7
Afstemmen op een ingesteld station ..............................................8
Andere handige radiofuncties .......................................................9
Radiostations scannen ................................................................ 9
Geluid selecteren bij ontvangst van FM-station........................... 9
GEBRUIK VAN HET CASSETTEDECK ............................10
Naar een band luisteren ............................................................... 10
GELUID REGELEN ...................................................... 11
LOUD in-/uitschakelen ................................................................ 11
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren............................ 11
Geluid aanpassen ..........................................................................12
Uw eigen geluidsinstelling opslaan.............................................. 13
ANDERE HOOFDFUNCTIES ........................................14
Klok instellen ................................................................................14
Bedieningspaneel verwijderen.....................................................15
ONDERHOUD ...........................................................16
Levensduur van het apparaat verlengen ....................................16
Het apparaat terugstellen ............................................................16
PROBLEMEN OPLOSSEN ...........................................17
SPECIFICATIES...........................................................18
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Denk aan de veiligheid...
*
• Zet het volume onder het rijden niet te luid. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
Temperatuur binnen de auto...
*
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normale waarden heeft bereikt.
BASISBEDIENING
2
1
Opmerking:
W anneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet
3
u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen (zie bladzijde 14).
1
2
3
E X
/I/ATT
“One-Touch” bediening:
• Bij het selecteren van tuner in stap 2 hier onder wordt het appar aat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
• De cassetteweergave start automatisch indien er reeds een cassette in het apparaat is geplaatst.
F M
A M
Schakel de stroom in.
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 4 – 9. Voor gebruik van het cassettedeck, zie bladzijde 10.
EX (Extra)- toets: Als u deze toets wilt gebruiken, moet u uw favoriete station vooraf instellen. Meer bijzonderheden hierover vindt u op blz. 7 - 8.
Regel het volume.
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 11 – 13).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Stroom uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
3
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
1
1
2
F M
A M
3
3
/I/ATT
“One-Touch” bediening:
Bij het selecteren van een golfband in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
FM1 FM2
FM3
Schakel de stroom in.
Selecteer de golfband (FM1, FM2,
2
FM3 of AM)
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2
AM
Opmerking:
U kunt tuner niet kiezen indien er een cassette in het toestel is geplaatst. Verwijder de cassette uit de cassettehouder wanneer u een radiozender wilt beluisteren.
Stations met een lagere frequentie zoeken.
Stations met een hogere frequentie zoeken.
en FM3) selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Als u met zoeken wilt stoppen voordat u een station ontvangen hebt, drukt u op de toets die u hebt ingedrukt om naar een station te gaan zoeken.
Handmatig een frequentie opzoeken:
1 Druk op FM of AM om de gewenste omroepband te selecteren. 2 Druk op
begint te knipperen.
3 Druk meerdere malen op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
4
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de knop loslaat.
of en houd deze toets ingedrukt totdat de letter “M” op het afleesvenster
of totdat de gewenste frequentie is bereikt.
Radiostations in het geheugen opslaan
U kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om de radiostations in het geheugen op te slaan.
• Automatisch instellen van FM-stations: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig instellen van FM en AM-stations
Automatisch instellen van FM-stations: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen op elke FM-band (FM1, FM2 en FM3).
1
F M
2
FM1 FM2 FM3
1
Selecteer het nummer van de FM-band (FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-stations wilt opslaan.
2
Druk op de toets en houd hem langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiostations is beëindigd.
Lokale FM-stations met de sterkste signalen worden automatisch gezocht en opgeslagen op het bandummer dat u hebt geselecteerd (FM1, FM2 of FM3). Deze stations worden toegewezen aan de nummertoetsen 1 (laagste frequentie) tot 6 (hoogste frequentie). Wanneer het automatisch instellen klaar is, zal automatisch worden afgestemd op het station dat is opgeslagen onder toets 1.
5
Handmatig instellen van stations
U kunt handmatig maximaal 6 stations opslaan op elke band (FM1, FM2, FM3 en AM). VOORBEELD: Een FM-station op 88.3 MHz opslaan onder nummer 1 van FM1.
1
F M
2
3
32
1
Selecteer FM1.
Stem af op een station op 88.3 MHz op.
Zie bladzijde 4 voor het afstemmen op een station.
Druk op de toets en houd hem langer dan 2 seconden ingedrukt.
Nummer “P1” knippert even.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere stations onder
andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder ingesteld station wordt gewist wanneer een nieuw station wor dt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde stations worden gewist wanneer de str oomtoevoer naar het g eheug en wor dt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van batterijen). Als dit gebeurt, moeten de stations opnieuw worden ingesteld.
6
Uw favoriete station opslaan voor bediening met één toets (de Ex (Extra)- toets)
U kunt FM-stations of AM-stations vooraf instellen (bijvoorbeeld uw favoriete station of veerkeersinformatie); u kunt deze stations oproepen door éen toets in te drukken, zelfs wanneer het apparaat uit staat.
VOORBEELD: EEN FM-station op 88,3 MHz opslaan voor bediening met één toets (de
EX-toets)
1
1
2
1
Volg de aanwijzingen die op bladzijde 6 bij stap
1
en 2 staan beschreven.
2
Opmerkingen:
• Een eerder ingesteld station wordt gewist wanner een nieuw station wordt opgeslagen.
• Een ingesteld station wordt gewist wanneer de str oomtoevoer naar het geheugen wor dt onderbr ok en (bijvoorbeeld bij het vervangen van batterijen). Als dit ge beurt, moet het station opnieuw worden ingesteld.
E X
Druk op de toets en hound hem langer dan 2 seconde ingedrukt.
Op de display knippert "P0", om aan te geven dat het station is ingesteld.
7
Afstemmen op een ingesteld station
U kunt in een handomdraai afstemmen op een ingesteld station. Denk eraan dat u de stations eerst moet opslaan! Zie bladzijde 5 of 6, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
F M
A M
FM1 FM2
FM3
AM
2
Op uw favoriete station afstemmen
E X
2 EX
1
Selecteer de gewenste band (FM1, FM2, FM3 of AM).
Selecteer het nummer (1 – 6) van het door u gewenste station.
Het apparaat wordt automatisch ingeschakeld (als het op dat moment uit staat).
Er wordt afgestemd op uw favoriete station, behalve wanneer er een cassetteband wordt afgespeeld.
• Als u nogmaals op de toets drukt, wordt afgestemd op het station dat het laatst werd ontvangen.
8
Andere handige radiofuncties
SEL
+/–
MO
SCAN
Radiostations scannen
Wanneer u tijdens het luisteren naar de radio op SCAN drukt, begint het scannen. Elke keer dat er wordt afgestemd op een bepaald station, stopt het scannen gedurende 5 seconden (de frequentie waarop is afgestemd knippert op het afleesvenster). U kunt dan vaststellen welk programma op dat moment wordt uitgezonden.
Als u naar het betreffende programma wilt luisteren, drukt u nogmaals op dezelfde toets om het scannen te beëindigen.
Geluid selecteren bij ontvangst van FM-station
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het volgende:
Druk op MO terwijl u naar een stereo-uitzending op FM luistert. U hoort dan een monogeluid maar de ontvangst zal beter zijn.
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.
\
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde toets.
9
GEBRUIK VAN HET CASSETTEDECK
Naar een band luisteren
1
2
3
1
/I/ATT
PROG
2
3
Schakel de stroom in.
Plaats een cassette.
Wanneer het eind van een cassettekant bij weergave wordt bereikt, zal automatisch naar het begin van de andere kant voor weergave worden overgeschakeld. (Auto-Reverse)
Kies de bandtransportrichting.
• Druk tegelijk op beide toetsen.
Door iedere druk op beide toetsen wordt afwisselend de voorwaartse ( bandtransportrichting ingesteld.
) en tegengestelde ( )
Stoppen en uitwerpen van de cassette
Druk op 0. De cassetteweergave stopt en de cassette wordt uitgeworpen. U hoort vervolgens de uitzending van de laatst ontvangen zender, of de weergave van de CD-wisselaar.
• De cassette kan tevens worden uitgeworpen wanneer het toestel is uitgeschakeld.
Snel doorspoelen van een cassette
Druk op ¡ of 1. De band wordt in de richting van de pijlen gespoeld (¡ of 1). Druk licht op ¡ of 1 om de weergave weer voort
te zetten.
10
Bandtransportrichting
GELUID REGELEN
LOUD in-/uitschakelen
Het menselijke oor is bij lage volumes minder gevoelig voor lage en hoge frequenties. Met LOUD worden deze frequenties versterkt, waardoor er ook bij lage geluidsniveaus een evenwichtig geluid kan worden geproduceerd. Elke keer dat u op LOUD drukt, wordt deze functie afwisselend in- en uitgeschakeld.
LOUD
|\
Vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren
U kunt een vooraf ingestelde geluidsweergave selecteren die past bij het betreffende muziekgenre.
Elke keer dat u op SOUND drukt, verandert de geluidsweergave als volgt.
SOUND
Indicatie Voor: Vooraf ing estelde waarden
Bas Treble Loud SCM OFF (Vlak geluid) 00 00 Aan BEAT Rock- of discoritme +2 00 Aan POP Lichte muziek +4 +1 Uit SOFT Rustige achtergrondmuziek +1 –3 Uit
Opmerkingen:
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan. Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstelling vindt u in het gedeelte “Uw eigen geluidsinstelling opslaan” op bladzijde 13.
• Meer bijzonderheden over het aanpassen van het niveau van bas en treble vindt u in het gedeelte “Geluid aanpassen” op bladzijde 12.
• Wanneer een bepaalde geluidsweer gave is geselecteer d, wordt dit als volgt op de display weer gege ven:
Op de display is de tekst “POP” te zien, wanneer u deze geluidsweergave hebt geselecteerd.
11
Geluid aanpassen
U kunt het geluid van bas en treble en het evenwicht van de speakers aanpassen.
2
1
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Indicatie Doel: Bereik
BAS Bastonen aanpassen –6 (min.) tot +6 (max.)
(bas) TRE Treble aanpassen –6 (min.) tot +6 (max.)
(treble) FAD Evenwicht tussen voor- en R6 (alleen achterin) tot
(faden)* achterspeakers aanpassen F6 (alleen voorin) BAL Evenwicht tussen linker- en L6 (alleen links) tot
(balans) rechterspeaker aanpassen R6 (alleen rechts) VOL Het volume aanpassen 00 (min.) tot 50 (max.)
(volume)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u FAD op “00” zetten.
2
Pas het niveau aan.
12
Opmerking:
Normaal gesproken werken de toetsen + en – als volumer e gelaars. U hoeft “VOL” dus niet te selecteren als u het geluidsniveau wilt aanpassen.
Uw eigen geluidsinstelling opslaan
De geluidsweergave (BEAT, POP, SOFT, zie bladzijde 11) kan worden aangepast en in het geheugen worden opgeslagen.
1
2
3
4
SOUND
5 seconden
LOUD
5 seconden
5 seconden
SOUND
3
Binnen
Within
5 seconds
Within
Binnen
5 seconds
Binnen
Within
5 seconds
2 2 1,4
Roep de geluidsweergave op die u wilt aanpassen.
Meer bijzonderheden over de geluidsweergave vindt u op bladzijde 11.
Kies “BAS” of “TRE” als u het geluidsniveau van de bas of treble wilt aanpassen.
Of schakel LOUD in of uit.
Elke keer dat u op LOUD drukt, wordt deze functie in- of uitgeschakeld. (= Ga daarna door met stap 4.)
Pas het niveau van bas of treble aan.
Meer bijzonderheden over bas en treble vindt u op bladzijde
12.
Druk op SOUND en houd deze toets ingedrukt totdat de geluidsweergave die u bij stap geselecteerd op het afleesvenster begint te knipperen.
Uw instelling wordt in het geheugen opgeslagen.
1
hebt
5
Herhaal deze procedure om de andere instellingen op te slaan.
Opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen
Herhaal bovenstaande procedure en stel de waarden in die zijn weergegeven in de tabel op bladzijde 11.
13
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
1
2
1.
3
1.
2,3
2.
2.
1,4
2,3
4
Druk op de toets en houd hem langer dan 2 seconden ingedrukt.
Op het afleesvenster verschijnt “CLOCK H” of “CLOCK M”.
Stel het juiste uur in.
1. Selecteer “CLOCK H” indien deze tekst niet op het afleesvenster staat.
2. Wijzig het weergegeven uur.
Stel de minuten in.
1. Selecteer “CLOCK M”.
2. Wijzig de weergegeven minuten.
4
Sluit het instellen af.
Huidige tijd van de klok controleren (andere modus op afleesvenster tonen)
Druk meerdere malen op DISP.Elke keer dat u op de toets drukt, verandert het afleesvenster als volgt.
Bij gebruik van het cassettedeck:
Klok
14
Frequentie
Klok
Afspeelmodus
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de stroom is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Duw het bedieningspaneel omhoog en trek het naar u toe om het uit het apparaat te halen.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de linkerkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de rechterkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
15
ONDERHOUD
Levensduur van het apparaat verlengen
Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de levensduur van het apparaat kunnen verlengen als u onderstaande instructies opvolgt.
Koppen reinigen
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met een reinigingsband. Gebruik een type band met vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar). Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende symptomen merkbaar:
– De geluidskwaliteit wordt minder. – Het geluidsniveau neemt af. – Het geluid valt weg.
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop niet in aanraking komt met metalen of magnetisch gereedschap.
De band schoonhouden
• Bewaar de banden na gebruik altijd in het opbergdoosje.
• Zorg dat u de banden niet neerlegt op: – Plaatsen waar zij blootstaan aan direct
zonlicht.
– Zeer vochtige plaatsen. – Plaatsen met uitzonderlijk hoge temperaturen.
LET OP!
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers. Wanneer de band wordt afgespeeld, kan het apparaat hierdoor worden beschadigd.
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont. Deze kunnen in het mechanisme verstrikt r ak en.
• Laat na gebruik geen cassettes in de cassettehouder achter. De band kan hierdoor rekken.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selectie) en de (standby/aan/ATT) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld. OPMERKINGEN: De geheugeninstellingen — zoals de voorkeurzenders en de
geluidsinstellingen zullen eveneens gewist worden.
(standby/aan/ATT)
SEL (selectie)
16
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
Symptomen
Er kan geen band in het apparaat worden gestopt.
De banden worden heet.
Het geluidsniveau van de
band is erg laag en de geluidskwaliteit is aangetast.
Het geluid wordt soms onderbroken.
Er komt geen geluid uit de speakers.
U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
Het apparaat functioneert helemaal niet.
Oorzaken
U probeert de cassette op de verkeerde manier in de cassettehouder te stoppen.
Dit is geen storing. De kop van de band is vuil.
Verkeerde verbindingen.
De geluidsknop is op de laagste stand gezet.
Verkeerde verbindingen.
De antenne zit niet goed vast.
Soms functioneert de ingebouwde microcomputer niet goed ten gevolge van lawaai, enzovoorts.
Oplossingen
Stop de cassette in het apparaat en zorg dat de onderkant, waar de band zichtbaar is, rechts zit.
Reinig de kop met een speciale reinigingsband.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Pas het geluid aan totdat het optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de verbindingen.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Druk tegelijkertijd gedurende meer dan 2 seconden op
en SEL om het apparaat terug te stellen. (De instellingen van de klok en de stations die in het geheugen zijn opgeslagen worden gewist.) (zie bladzijde 16).
17
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 40 watt per kanaal Achterin: 40 watt per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
V oorin: 16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin:16 watt per kanaal in 4 , 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: speling 4 (4 tot 8 Ω) Regelbereik tonen:
Bas: ±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz Weergavekarakteristiek: 40 tot 20.000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsniveau/Impedantie: 2,0 V/20 k last
(250 nWb/m)
RADIO
Frequentiebereik: FM: 87,5 tot 108,0 MHz AM: (MW) 522 tot 1.620 kHz
(LW) 144 tot 279 kHz
CASSETTEDECK
Zweving: 0,15% (WRMS) Versneld doorspoelen: 190 sec. (C-60) Weergavekarakteristiek:
50 tot 14.000 Hz Signaal-/ruisverhouding : 52 dB Stereoseparatie : 40 dB
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 tot 16 volt) Aardingssysteem negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot +40 °C Afmetingen (breedte x hoogte x diepte) Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 x 52 x 150 mm Afmetingen paneel: 188 x 58 x 14 mm Gewicht: 1,3 kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB Weergavekarakteristiek: 40 tot 15.000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 2,0 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
18
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÉMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
1299HISFLEJES
JVC
Loading...