For installation and connections, refer to the separate manual.
Angaben zu Einbau und Verkabelung entnehmen Sie bitte der gesonderten Anleitung.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Zie de afzonderlijke handleiding voor details aangaande het installeren en verbinden van het
toestel.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
LVT0203-001A
[E]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het
hoofdtoestel
DANGER: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgå udsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laserstrålning när denna del
är öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR
LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
CLASS
LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
NEDERLANDS
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
1
PRODUCT
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen raden we u ten
zeerste af om tijdens het rijden tekst te lezen!
Zet uw leven en dat van anderen niet op het
spel door betrokken te raken bij een ongeval.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het
identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een
veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
1. KLASSE 1 LASERPRODUKT
2. GEVAAR: Onzichtbare laserstralen
wanneer open en interlock uitgeschakeld
of defekt. V oorkom direkte blootstelling aan
de straal.
3. LET OP: Open de bov enafdekking niet. Het
toestel bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend
onderthoudspersoneel.
4. LET OP: Deze CD-speler gebruikt
onzichtbare laserstralen maar is echter
voorzien van veiligheidsschakelaars die
uitstraling dienen te stoppen bij het
verwijderen van CD’s. Het is uitermate
gevaarlijk deze schakelaars uit te
schakelen.
5. LET OP: Het gebruik van regelaars en het
maken van instellingen ander dan in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert
mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke
straling.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
* Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit
is gevaarlijk , omdat u de geluiden buiten de
auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde
handelingen met het apparaat gaat verrichten.
2
* Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies v an
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
In vergelijking met andere geluidsbronnen,
produceren CD’s heel weinig ruis. Als het
volume staat afgesteld op gebruik van de tuner ,
kunnen de speakers schade oplopen door de
plotselinge toename van de geluidssterkte. Zet
het volume daarom lager voordat u een CD
afspeelt en regel het geluid, indien nodig,
gedurende het afspelen.
Vervolg, zie ommezijde
3
ANDERE HOOFDFUNCTIES .........................................23
W anneer u het apparaat voor
de eerste keer gebruikt, moet
u de ingebouwde klok op de
juiste wijze instellen (zie
3
2
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hier onder wor dt het apparaat automatisch
ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
bladzijde 23).
2
FM/AM
DAB
C D
CD-CH
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio, zie bladzijde 6 – 17.
Gebruik van de CD-speler, zie bladzijde 18 – 21.
V oor gebruik v an de CD-wisselaar, zie bladzijde 34 – 36.
Voor instructies over de bediening van de DAB-tuner, zie bladzijde
37 – 46.
3
Regel het volume.
SEL
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt (zie bladzijde 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan 1 seconde op .
NEDERLANDS
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
LO/RPT
12
1
FM/AM
FM1FM2FM3
NEDERLANDS
2
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen v oordat op een zender
is afgestemd.
Stations met een
hogere frequentie
zoeken
Stations met een
lagere frequentie
zoeken
Om zonder zoeken af te stemmen op een bepaalde frequentie
1 Druk herhaaldelijk op FM/AM om de frequentieband te kiezen (FM of AM).
2 Druk op
begint te knipperen.
Zolang de letter “Manual” op de display knippert, kunt u de frequentie handmatig veranderen.
3 Druk herhaaldelijk op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz
en bij AM steeds met 9 kHz – MW/LW) totdat u de toets loslaat.
Alleen afstemmen op FM-zenders met een sterk signaal
Druk op de toets LO/RPT (Local/Repeat) zodat de vermelding “Local On” op de display wordt
weergegeven.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, v erschijnt de vermelding “Local On” of “Local Off”.
Als u op alle te ontvangen FM-zenders wilt kunnen afstemmen, moet u nogmaals op de
toets LO/RPT (Local/Repeat) drukken, zodat de vermelding “Local Off” op de display wordt
weergegeven.
Opmerking:
6
Deze functie werkt alleen wanneer u naar FM-stations zoekt met SSM-preset (zie bladzijde 7).
¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt tot de letter “Manual” op de displa y
Selecteer de golfband (FM1, FM2, FM3 of AM).
U kunt éé van de drie FM-golfbandn (FM1, FM2 en FM3)
selecteren om naar een FM-zender te luisteren.
AM
De tijd van de klok (of een andere vermelding: zie
ook pagina 28) wordt weergegeven.
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontv angen, stopt
het zoeken.
• Als het ontvangen programma in stereo
wordt uitgezonden, licht op de display de
indicator ST op.
¢ of 4 totdat de gewenste frequentie is bereikt.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruik en om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
12
1
FM/AM
2
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd – nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijf ertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
SSM
Selecteer het nummer van de FM-golfband
(FM1, FM2 of FM3) waarop u FM-zenders wilt
vasteleggen.
FM1FM2FM3
AM
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan
2 seconden ingedrukt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster
en verdwijnt wanneer het automatisch
instellen van radiozenders is beëindigd.
NEDERLANDS
7
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).
VOORBEELD: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen onder nummer 1 van FM1.
1
FM/AM
2
NEDERLANDS
3
2
3
1
Selecteer FM1.
Stem af op een zender op 88,3 MHz.
Zie bladzijde 6 voor het afstemmen op een zender.
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld
cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2
seconden ingedrukt.
De vermelding “Memory” en de stationsfrequentie verschijnen gedurende korte tijd
beurtelings op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder
andere nummers op te slaan.
Opmerking:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
8
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie bladzijde 7 en 8, als u dat nog niet
hebt gedaan.
DISP
AM
1
FM/AM
MO/RND
12
Selecteer de gewenste golfband (FM1, FM2,
FM3 of AM).
FM1FM2FM3
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste
zender.
De informatie op de display wijzigen terwijl er een station
wordt ontvangen
Druk op de toets DISP. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er andere informatie
in het onderste gedeelte van de display weergegeven en wel als volgt.
Wanneer er een FM RDS-station wordt ontv angen: De PS (d.w .z. de stationsnaam), band, en
het voorkeuzekanaalnummer (indien van toepassing) worden altijd op de hoofd-display
weergegeven.
PTY (programmagenre)
Niveau-indicatie
Wanneer er een AM-station wordt ontv angen: De frequentie van het station, de band, en het
voorkeuzekanaalnummer (indien van toepassing) worden altijd op de hoofd-display
weergegeven.
*Er wordt geen niveau-indicatie weer geg even wanneer “Level Meter” niet is geactiveer d (zie pagina
28).
Niveau-indicatie*
*
Frequentie van het station
*
**
Tijd
Tijd
NEDERLANDS
Wanneer een stereo-uitzending op FM slecht te ontvangen is, doet u het
volgende:
MO
RND
Druk terwijl u in de FM-band naar een stereo-uitzending luistert op de
toets MO/RND (Mono/Random). De indicator MO op de display licht op
en het geluid dat wordt ontvangen wordt in mono weergegeven. De
kwaliteit van het ontvangen signaal neemt hierdoor toe.
Om het stereo-effect te herstellen, drukt u op opnieuw op dezelfde
toets.
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toev oegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam v an
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie v an de v oorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EONgegevens uitzendt. Door gebruik te maken van deze meegezonden informatie kunt u de
ontvanger automatisch laten overschakelen naar een ander station of een ander
programmagenre of naar een station dat verkeersinfor matie uitzendt terwijl u eigenlijk naar
een ander programma aan het luisteren bent of een andere afspeelbron zoals een CD-speler
hebt geselecteerd.
Met de ontvangst van RDS-signalen kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst v an verkeersinf ormatie (T A – “Traffic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Program Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De
NEDERLANDS
netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDSzender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten signalen die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit
kunt blijven volgen: het PI-signaal (Programme Identification) dat het programma herkent, en
het AF-signaal (Alternative Frequency) dat aangeeft op welk e andere frequenties uw fav oriete
station uitzendt.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Werken met het netwerkvolgsysteem
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Druk op 5 om de vermelding “FM Ô FM Y” te selecteren.
De indicator AF op de display licht op en het netwerkvolgsysteem is ingeschakeld.
Het netwerkvolgsysteem uitschakelen
Druk in stap 3 hierboven op ∞ om de vermelding “FM Ô FM N” te selecteren. De indicator
AF op de display gaat uit.
Opmerking:
Raadpleeg voor het aansluiten van de DAB-tuner op deze ontvang er de aanwijzing en in de par agraaf
10
“Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)”op pagina 41.
¢ of 4 om de vermelding “Alternative” te selecteren indien deze nog
Wanneer het netwerkv olgsysteem in gebruik is, is het tevens mogelijk de functie RDS
Regional aan te passen
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op ¢ of 4 zodat de vermelding “RDS Regional” verschijnt indien dez e niet
op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de bedieningsknop om de instelling “Regional On” of “Regional Off” te selecteren.
• Als u “Regional On” selecteert, licht de indicator REG op de display op.
• Als u “Regional Off” selecteert, gaat de indicator REG op de display uit.
Indien de indicator AF wel oplicht, maar de indicator REG niet
Het netwerkvolgsysteem is ingeschakeld zonder dat “RDS Regional” is geactiveerd.
Het systeem schakelt over naar een andere zender binnen hetzelfde netwerk wanneer het
signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Opmerking:
In deze modus kan het nieuw te ontvangen programma afwijken van het programma dat momenteel
wordt ontvangen.
Indien zowel de indicator AF als de indicator REG oplichten
Het netwerkvolgsysteem is ingeschakeld en “RDS Regional” is geactiveerd.
Het systeem schakelt wanneer het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt over
naar een andere zender dat binnen hetzelfde netwerk hetzelfde programma uitzendt.
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan
worden ontvangen.
NEDERLANDS
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie D
11
Het gebruik van standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk van de geselecteerde afspeelbron (een FM-station, de
CD-speler of een ander aangesloten apparaat) overschakelen naar een door u ingesteld
programmagenre (PTY) of naar verkeersinformatie (TA).
Opmerking:
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Standby-ontvangst voor verkeersinformatie
TP
ANNOUNCE
NEDERLANDS
Druk kort op de toets TP/ANNOUNCE om de standby-ontvangst voor
verkeersinformatie in te schakelen.
De indicator TP licht op (als volgt).
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert datTA-signalen ondersteunt of wanneer u naar een CD luistert, licht de
indicator TP
met frame
op. De ontv anger is nu v oorbereid op de ontvangst
van TA-signalen.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert datgeen T A-signalen ondersteunt, licht de indicator TP
zonder frame
op.
In dit geval zal de TA-standby-ontvangst niet werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst,
dient u af te stemmen op een station dat TA-signalen ondersteunt door op
¢ of 4 te drukken. De vermelding “Search” (of “Local Search”,
zie pagina 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat zoeken naar een
station dat TA-signalen ondersteunt. Wanneer er een station dat dergelijk e
signalen ondersteunt wordt gevonden en de eenheid erop heeft afgestemd,
licht de indicator TP
met frame
op de display op. Nu is de ontvanger
voorbereid op de ontvangst van TA-signalen.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een andere bron dan de AM-band luistert, gaat de eenheid op de achtergrond op zoek naar een FMstation dat ondersteuning biedt voor T A-signalen – zonder dat dit v an invloed
is op het beluisteren van de afspeelbron die op dat moment is geselecteerd.
(Tijdens het uitvoeren van de zoekfunctie, blijft de indicator TP
frame
branden.)
–De indicator TP gaat
met frame
branden wanneer er op de achtergrond
zonder
een FM-station wordt gevonden dat ondersteuning biedt v oor TA-signalen
en daarop wordt afgestemd. De ontvanger is nu gereed om de T A-signalen
te ontvangen.
–De indicator TP blijft
zonder frame
branden wanneer er op de achtergrond
GEEN FM-station wordt gevonden dat ondersteuning biedt voor TAsignalen. In dit geval is de ontvanger niet voorbereid om TA-signalen te
ontvangen.
Hoe de standby-ontvangst voor verkeersinformatie werkt:
Als er verkeersinformatie (of verkeersflitsen) wordt uitgezonden terwijl de standby-ontvangst
voor TA-signalen is ingeschakeld, verschijnt de vermelding “Traffic” (of “Traffic Flash”) op de
display en stemt de eenheid af op het station (of de DAB-service) dat de verkeersinformatie
(of verkeersflits) uitzendt. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde volumeniveau voor
de ontvangst van verkeersinformatie is bereikt (zie pagina 16) en de verkeersinformatie (of
verkeersflits) wordt ten gehore gebracht.
Als u de functie voor TA-standby-ontvangst wilt uitschakelen, drukt u nogmaals kort op
de toets TP/ANNOUNCE.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standby-ontvangst voor verkeersinformatie
in- of uitgeschakeld.
12
PTY-standby-ontvangst
PTY
Hoe de standby-ontvangst voor programmagenres werkt:
Als een programma van de geselecteerde PTY-code begint met uitzenden en de functie voor PTYstandby-ontvangst is ingeschakeld, begint de geselecteerde PTY-codenaam op de display te knipperen
en zal de eenheid automatisch afstemmen op het station dat het gewenste programma uitzendt. Het
programma van de geselecteerde PTY-code wordt vervolgens ten gehore gebracht.
Druk kort op de toets PTY om de PTY-standby-ontvangst in te schakelen.
De indicator PTY licht op (als volgt).
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert datPTY-signalen ondersteunt, licht de indicator PTY
ontvanger is nu voorbereid op de ontvangst van PTY-signalen.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een FM RDS-station luistert dat GEENondersteuning biedt voor PTY-signalen, licht de indicator PTY
op. In dat geval zal de standby-ontvangst voor programmagenres niet werken.
Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid tot standby-ontvangst,
dient u af te stemmen op een station dat PTY-signalen ondersteunt door
op
¢ of 4 te drukken. De vermelding “Search” (of “Local Search”,
zie pagina 6) verschijnt op de display en de eenheid gaat zoeken naar een
station dat PTY -signalen ondersteunt. Wanneer er een station dat dergelijke
signalen ondersteunt wordt gevonden en de eenheid erop heeft afgestemd,
licht de indicator PTY
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een andere bron dan de AM-band luistert, gaat de eenheid op de achtergrond op zoek naar een FMstation dat ondersteuning biedt voor PTY-signalen - zonder dat dit van
invloed is op het beluisteren van de afspeelbron die op dat moment is
geselecteerd. (Tijdens het uitvoeren van de zoekfunctie, blijft de indicator
PTY
zonder frame
– De indicator PTY gaat
FM-station wordt gevonden dat ondersteuning biedt v oor PTY -signalen en daarop
wordt afgestemd. De ontv anger is nu gereed om de PTY-signalen te ontvangen.
– De indicator PTY blijft
GEEN FM-station wordt gevonden dat ondersteuning biedt v oor PTY -signalen.
In dit geval is de ontv anger niet v oorbereid om PTY-signalen te ontvangen.
met frame
branden.)
met frame
zonder frame
op de display op.
branden wanneer er op de achtergrond een
branden wanneer er op de achtergrond
met frame
zonder frame
op. De
NEDERLANDS
Als u de functie voor PTY-standby-ontvangst wilt uitschakelen, drukt u nogmaals kor t
op de toets PTY.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standb y-ontvangst voor prog rammagenres
in- of uitgeschakeld.
Uw favoriete programma selecteren voor PTY-standby-ontvangst
Het is mogelijk om uw favoriete programmagenre voor de functie PTY-standby-ontvangst in
het geheugen van de eenheid op te slaan.
Bij het verlaten van de fabriek is standaard de PTY-code “News” voor de functie PTY-standbyontvangst in het geheugen opgeslagen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op pagina 26.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes (zie pagina 17).
De geselecteerde PTY -codenaam wordt op de displa y getoond en in het geheugen opgeslagen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen van uw favoriete programma te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “PTY Standby” te selecteren indien deze nog
13
Uw favoriete programma opzoeken (de functie PTY
Search)
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in het geheugen opgeslagen programmagenres
te zoeken.
Standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6)
opgeslagen.
1
Pop Music
2
Rock Music
3
Easy
Listening
4
Serious
Classics
5
Current
Affairs
6
Varied
Speech
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
3
24
1, 5
1
NEDERLANDS
2
3
4
14
SEL
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal 2
seconden ingedrukt om de modus met algemene
instellingen (PSM) op te roepen (zie bladzijde 26).
Selecteer de vermelding “PTY Search” indien
deze nog niet op de display wordt w eergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
Selecteer een van de 29 PTY-codes die
SEL
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 17.)
De naam van de PTY-code die u selecteert, wordt op de display
weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
• Als de code die zich al in het geheugen bevindt wordt
geselecteerd, zal deze knipperend worden weergegeven en
verschijnt tevens het voorkeuzenummer op de display.
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze
minimaal 2 seconden vast om de geselecteerde
PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van
uw keuze.
Het voorkeuzenummer voor het programmagenre verschijnt en
de geselecteerde codenaam wordt knipperend op de display
weergegeven.
5
SEL
Een programmagenre opzoeken
1
Druk wanneer u klaar bent op de SEL
(Selecteren).
2
1
PTY
Druk op de toets PTY en houd deze ten minste 1
seconde ingedrukt terwijl u naar een FM-station
luistert.
De PTY-code en het nummer van de cijfertoets die als laatste zijn
geselecteerd, worden op de display weergegeven.
2
Selecteer een van de PTY-codes die onder de
zes cijfertoetsen (1 t/m 6) liggen opgeslagen.
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete programma begint
na 5 seconden.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat
overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op
dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op
het station dat al was geselecteerd.
NEDERLANDS
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
15
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Automatische selectie van een station bij gebruik van de
cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen
op de vooraf ingestelde voorkeurzender.
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal
van zo’n zender niet sterk genoeg is, gaat de eenheid namelijk automatisch op zoek naar een
andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt
gekozen. Zodra zo’n zender w ordt gevonden, stemt de eenheid automatisch op die z ender af.
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er
verkeersinformatie wordt ontv angen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 26.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op
verschijnt indien deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
NEDERLANDS
3 Draai aan de bedieningsknop om het volume op het gewenste niveau (0 – 50) in te stellen.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast
aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden
meegezonden.
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure
volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 26.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op
verschijnt indien deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai de bedieningsknop tegen de wijz ers van de klok in om de v ermelding “Adjust Off” te
selecteren.
Het automatisch aanpassen van de klok wordt geannuleerd.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Als u het automatisch aanpassen van de klok opnieuw wilt instellen, moet u de procedure
herhalen, maar in stap 3 de vermelding “Adjust On” selecteren door de draaiknop met de
wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Het automatisch aanpassen van de tijd bij de ontvangst van nieuwe tijdgege vens duurt circa 2 minuten.
De weergave van de klok wor dt dus pas veranderd nadat u minimaal 2 minuten op het desbetreffende
station hebt afgestemd.
¢ of 4 totdat de vermelding “TA Volume” op de display
¢ of 4 totdat de vermelding “Auto Adjust” op de display
16
PTY-codes
News:Nieuws
Current Affairs:TActualiteiten en achtergrond informatie aangaande het nieuws
Information:Informatieve programma's over diverse verscillende onderwerpen
Sport:Sportverslagen
Education:Educatieve programma’s
Drama:Radio-hoorspelen
Cultures:Programma’s aangaande nationale of regionale cultuur
Science:Wetenschappelijke en technische programma’s
Varied Speech:Overige programma’s, bijvoorbeeld ceremonies en comedies
Pop Music:Popmuziek
Rock Music:Rockmuziek
Easy Listening:Easy-listening muziek
Light classics M (music):
Lichte muziek
Serious Classics: Klassieke muziek
Other Music:Overige muziek
Weather & Metr (metropolitan):
Weerberichten
Finance:Programma’s aangaande handel en de beurs en beursberichten,
etc.
Children’s Progs (programs):
Amusement voor kinderen
Social Affairs:Programma’s over sociale activiteiten
Religion:Programma’s over aspecten van geloof en religie, aangaande het
bestaan en ethiek
Phone In:Programma’s waar in mensen via de telefoon of een publiek forum
hun meningen kunnen uiten
T r avel & T ouring:Programma’s o ver reizen en bestemmingen, georganiseerde reiz en
en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
Leisure & Hobby:Programma’s over recreatieve bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren,
koken, vissen, etc.
Jazz Music:Jazz-muziek
Country Music:Country-muziek
National Music:Huidige populaire m uziek van een bepaald land of gebied in de taal
van het land of gebied
Oldies Music:Gouwe-Ouwe
Folk Music:Folk-muziek
Documentary:Programma’s o ver f eitelijk e gebeurtenissen, vaak gepresenteerd in
een onderzoekende stijl
NEDERLANDS
17
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
Een CD afspelen
1
1
Zum Öffnen des Bedienteils.
2
NEDERLANDS
Opmerkingen:
• Wanneer de CD ondersteboven wordt geplaatst, begint de vermelding “Please Eject” op de display te
knipperen. U moet de CD dan verwijderen en omdraaien.
Wanneer u het besturingspaneel opent door op 0 te drukken wordt de CD vrijgegeven.
•
Als u de CD Text afspeelt, worden op de display de titel van de CD en de naam van de uitvoerende
artiest weergegeven.
weergegeven. Zie ook de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” (pagina 21) en de
paragraaf “
geven
De modus voor lopende tekst selecteren om informatie van CD’s met CD Text weer te
” (pagina 30).
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Wanneer er al een CD in de CD-lade zit, drukt u op CD om het apparaat aan te zetten en het
afspelen automatisch te laten beginnen.
1. Plaats een disc in de lade.
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
2. Sluit het besturingspaneel met de hand.
Huidige muziekstuk
Totaal aantal muziekstukken op de CD die in
de CD-lade is geplaatst
Totale afspeeltijd van de CD die in de CD-lade is geplaatst
Vervolgens wordt het nummer van het muziekstuk en de verstreken speeltijd
V erstreken afspeeltijd
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0.
Het afspelen van de CD wordt beëindigd, het bedieningspaneel wordt geopend en de CD komt uit
de opening naar voren. Ook als u een andere afspeelbron kiest, wordt het afspelen van de CD
beëindigd (nu zonder dat de CD uit de opening naar voren komt).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongev eer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet
automatisch met afspelen begonnen.)
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
18
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Number buttons
4
¢
Het muziekstuk versneld vooruit afspelen of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of naar het vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin
van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin
van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen
op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht
en afgespeeld.
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
789101112
NEDERLANDS
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen
van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren:
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
19
Afspeelmodus selecteren
MO/RNDLO/RPT
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
Telkens wanneer u tijdens het afspelen van een CD op MO/RND (Mono/
Willekeurig) drukt, wordt Random Play afwisselend aan- en uitgezet.
Wanneer de Random Play-modus wordt aangezet, zal op het display de
RND-indicator oplichten en worden de muziekstukken in willekeurige
volgorde afgespeeld.
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren afspelen.
Elke keer wanneer u op LO/RPT (Plaatselijk/Herhalen) drukt terwijl u naar
een CD luistert, schakelt u de modus voor het herhaald afspelen van de
CD in of uit.
Wanneer de Repeat Play-modus wordt aangezet, zal op het display de
RPT-indicator oplichten.
20
De tekst van een CD met CD Text weergeven
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen zoals de titel van de CD, de naam van de
uitvoerende artiest en de titel van de tracks. Het is mogelijk om deze informatie op de display
weer te geven.
DISP
DISP
Selecteer tijdens het afspelen van een CD met CD
Text de afspeelmodus die tekst kan weergegeven.
Elke keer wanneer u op dez e toets drukt, verschijnt er andere informatie
op de display en wel in deze volgorde:
Titel van de CD (en de naam van de uitvoerende artiest)*
Nummer en titel van de geselecteerde track**
Nummer van de geselecteerde track en verstreken speeltijd
Nummer van de geselecteerde track en actuele tijd
Nummer van de geselecteerde track en niveau-indicatie***
*Bij het afspelen van een gewone CD verschijnt de vermelding “Disc T itle No Name” op de display.
** Bij het afspelen van een gewone CD verschijnt deze informatie niet.
*** Deze informatie verschijnt alleen wanneer “Level Meter” is ingeschakeld (zie pagina 28).
Opmerkingen:
• Op de display kunnen maximaal 32 tekens tegelijk worden weergegeven. Als de informatie uit meer
dan 32 tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts naar links over de display. Zie ook de
paragraaf “De modus voor lopende tekst selecteren om informatie van CD’s met CD Text weer te
geven” op bladzijde 30.
• Bepaalde tekens of symbolen worden niet afgebeeld (blanco) op het display.
Voorkomen dat de CD terugspringt
CD–CH
C D
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te
vergrendelen.
Druk op de CD-toets en tegelijkertijd minimaal 2 seconden op de toets. De vermelding “No Eject” knippert gedurende 5 seconden op de
display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade
terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD-lade wilt opheffen, drukt u
nogmaals gedurende minimaal 2 seconden op de
tegelijk op de CD-toets drukt. “Eject OK” gaat gedurende 5 seconden
knipperen op het display. De CD is ontgrendeld.
Disc title (and its performer) *Current track no. and its track title **Current track no. and elapsed playing time
Current track no. and clock timeCurrent track no. and Level meter ***
-toets terwijl u
NEDERLANDS
21
GELUID REGELEN
Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
2
1
1
SEL
IndicatieDoel:Bereik
NEDERLANDS
BassBastonen aanpassen–06 (min.) tot +06 (max.)
TrebleTreble aanpassen–06 (min.) tot +06 (max.)
Fader*Evenwicht tussen voor- enR06 (Alleen achterin) tot
achterspeakers aanpassenF06 (Alleen voorin)
BalanceEvenwicht tussen linker- enL06 (Alleen links) tot
rechterspeaker aanpassenR06 (Alleen rechts)
Loudness**De luidsterktefunctie in- ofOn / Off
uitschakelen.
VolumeHet volume aanpassen00 (min.) tot 50 (max.)
Opmerking:
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u Fader op “00” zetten.
** Bij een laag volume is het menselijk gehoor minder gevoelig voor lage en hoge tonen. De
luidsterktefunctie kan deze frequenties versterken zodat er ook bij een laag volume een
evenwichtige geluidsweergave wordt gerealiseerd.
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Bass
Volume
FaderTrebleBalance
Loudness
22
2
SEL
Pas het niveau aan.
Opmerking:
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U hoeft dus niet
“Volume” voor het instellen van het volumeniveau te kiezen.
ANDERE HOOFDFUNCTIES
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 12-uurs of een 24-uurs aanduiding.
2,3,4
1
2
3
4
1
1
1
,5 2
,3,4
1
SEL
Druk op de toets SEL (Select) en houd deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt zodat de
vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2
SEL
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “Clock
Hour” als deze al niet meteen op
NEDERLANDS
de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
2
SEL
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “Clock
Minute”.
2 Pas de minuten aan.
2
SEL
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “Clock 24H/
12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of
“12H”.
5
SEL
Druk wanneer u klaar bent op de SEL
(Selecteren).
Als u de tijd van de klok wilt controleren terwijl de eenheid is uitgeschakeld, drukt u op
de DISP-toets.
De stroomtoevoer wordt dan ingeschakeld en gedurende vijf seconden wordt op de display
de tijd van de interne klok weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer weer uitgeschakeld.
23
Het volume automatisch laten aanpassen aan de rijsnelheid (Audio Cruise)
U kunt het volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u in uw
auto rijdt.
Dankzij een voorziening in de eenheid die Audio Cruise wordt genoemd, kunt u het
volumeniveau automatisch laten aanpassen aan de snelheid waarmee u rijdt. Deze voorziening
kent drie stappen.
Als u van deze voorziening gebruik wilt maken, moet u de onderstaande procedure volgen.
Bij het verlaten van de fabriek werd deze voorziening uitgeschakeld (“Cruise Off”).
• Cruise 1:Selecteer deze instelling wanneer uw auto relatief rustig is.
• Cruise 2:Selecteer deze instelling wanneer uw auto relatief veel geluid maakt.
De snelheid waarmee het volume bij deze instelling toeneemt, is twee keer
zo hoog als bij de instelling Cruise 1.
• Cruise Off: Hiermee schakelt u de voorziening Audio Cruise uit.
3
NEDERLANDS
1
2
3
4
1, 4
SEL
2
Druk op de toets SEL (Select) en houd deze
gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display
verschijnt.
Selecteer de vermelding “Cruise Mode” indien
deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
SEL
Selecteer de gewenste instelling voor deze
functie.
Cruise 1Cruise 2
SEL
Druk wanneer u klaar bent op de SEL
Cruise Off
(Selecteren).
24
Wanneer deze functie is ingeschakeld (de CRUISE-indicator op de display licht op), wordt
automatisch op basis van de rijsnelheid het juiste volumeniveau geselecteerd. Het
geselecteerde niveau wordt op de display weergegeven.
Wanneer de rijsnelheid toeneemt.
Wanneer de rijsnelheid afneemt.
De toenamesnelheid van het volume aanpassen
Als u vindt dat het volume bij het veranderen v an de rijsnelheid te veel of te w einig toeneemt
of afneemt, kunt u de toenamesnelheid van het volume aanpassen door deze te wijzigen.
Volg hiertoe de onderstaande procedure.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op
¢ of 4 totdat de vermelding “Cruise Mode” op de display
verschijnt indien deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de bedieningsknop om de vermelding “Cruise 1” of “Cruise 2” te selecteren.
4 Druk tweemaal op
¢ (of herhaaldelijk op 4) zodat de vermelding “Boost” (met
de huidige instelling) op het onderste deel van de display wordt weergegeven.
5 Draai zolang het reeds ingestelde versterkingsniveau op de display wordt weergegeven
aan de draaiknop om het nieuwe versterkingsniveau (01 tot 15) te selecteren.
6 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Indien de voorziening Audio Cruise niet goed functioneert
Voor het goed functioneren van Audio Cruise kan het zijn dat u in verband met het
omgevingsgeluid moet opgeven wanneer uw auto stilstaat.
OPMERKING Merk op dat er verschillende factoren zijn die bijdragen aan het omgevingsgeluid in
uw auto. Hierdoor kan het zijn dat de voorziening A udio Cruise niet goed functioneert. Te denken valt
hierbij aan achtergrondgeluid dat wordt veroorzaakt door ruitenwissers, elektrisch te openen en te
sluiten zijramen, luchtkoeling en andere apparatuur die achtergrondgeluiden voortbrengen. Als
dergelijke geluiden de hoofdoorzaak vormen van het niet functioneren van Audio Cruise raden we u
aan de reserve-aar dingskabel van het geheug en (geel van kleur) r ec htstr eeks op de accu van auto aan
te sluiten. Op die manier voorkomt u dat de genoemde geluiden de werking van Audio Cruise nadelig
kunnen beïnvloeden.
1 Start de motor en laat deze warmlopen.
2 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op
¢ of 4 totdat de vermelding “Cruise Mode” op de display
verschijnt indien deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
4 Draai aan de bedieningsknop om de vermelding “Cruise 1” of “Cruise 2” te selecteren.
5 Druk tweemaal op
¢ (of herhaaldelijk op 4) zodat de vermelding “+ OR – RPM
Set” op het onderste deel van de display wordt weergegeven.
6 Draai aan de draaiknop om de gewenste rijsnelheid van de auto in te stellen.
“Memory” knippert gedurende enige tijd op de display.
• Als de vermelding “No input” op de display begint te knipperen, moet u nagaan of de
verbindingen wel in orde zijn.
7 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Nadat u het instellen hebt voltooid, controleert de eenheid meteen of de functies van
Audio Cruise goed werken onder de nieuwe instelling. Als dat niet het geval is, wordt Audio
Cruise automatisch geannuleerd en vervalt de instelling die u hebt gemaakt.
• Mocht dit gebeuren, dan verwijzen we u naar de OPMERKING hierboven.
NEDERLANDS
25
De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende b ladzijde staan v ermeld
te wijzigen.
Basisprocedure
3
1
NEDERLANDS
2
3
4
1, 4
SEL
2
Druk op de SEL-toets en houd deze minimaal
2 seconden ingedrukt zodat de vermelding
“PSM” onderin op de display verschijnt.
Selecteer het item waarvan u de instelling wilt
wijzigen. (Zie bladzijde 27.)
SEL
SEL
Selecteer of wijzig de instelling van het item
dat u in stap 2 hebt geselecteerd.
+ OR – RPM**RPM-aanpassing
Boost**Versterkingsniveau
TelephoneAudiodemping voor
Beep SwitchPieptoon bij toetsbediening
ContrastContrast van de display
CD Text
DAB T ext*Dynamische labels
SEL
2
Kies...
Instellen van de minuten
voor de klok
instellen van de klok
Standby-ontvangst voor
omroepberichten
verkeersinformatie
aanpassen aan rijsnelheid
cellulaire telefoonsystemen
Modus voor lopende
tekst (CD Text)
Gedeeltelijke weergave.
3
Stel in...
TerugVerder
TerugVerder
12H
(12-uur)
Adjust Off
(Uitgeschakeld)
Normal
Level Meter
29 programmatypen
(Zie blz. 17.)
(Zie blz. 44.)(Zie blz. 44.)44
DRC 1
DRC Off
(Zie blz. 10 en 41.)
Regional Off
Level Indicator (00 – 50)Volume 2016
Dimmer Auto
Dimmer On
Cruise Off
Boost 01 – 15
Muting 2
Beep Off
Contrast 01 – 10
Scroll Off
On
24H
(24-uur)
Adjust On
(Geactiveerd)
Clock
DRC 2
DRC 3
Regional On11
Level Meter On
Dimmer Off
Cruise 2Cruise 1
Muting 1Muting Off
Beep On
Scroll AutoScroll Once
Alleen
hoofdpunten
Off
Fabrieksinstellingen
0:00
24H
Adjust On
Normal
News
(Zie blz. 14.)
DRC Off
(Zie blz.
10 en 41.)
Regional Off
Level Meter OnLevel Meter Off
Dimmer Auto
Cruise Off
800 rpm
Boost 05
Muting Off
Beep On
Contrast 05
Scroll Once30
On46
* Wanneer u een DAB-tuner hebt aangesloten, kunt u deze items wijzigen.
** Als u voor Cruise “Cruise 1” of “Cruise 2” selecteert, kunt u deze instelling wijzigen.
• Druk wanneer u klaar bent op de SEL (Select).
Zie blz.
23
23
16
28
13
14
46
10, 41
28
29
24
25
25
29
30
30
NEDERLANDS
27
De oorspronkelijke weergavemodus van de display
wijzigen
Het is mogelijk de standaard weergavemodus v an het onderste deel van de display te wijzigen
terwijl er een afspeelbron in gebruik is. Bij het verlaten van de fabriek is standaard de
weergavemodus “Normal” ingesteld.
• Normal:Als u deze instelling kiest, blijft de vermelding die u met behulp van de toets
DISP (display) hebt geselecteerd op de display staan tot u deze wijzigt.
• Clock:De tijd die de klok bijhoudt wordt weergegeven.
• Level Meter: De niveau-indicator voor het geluidsniveau verschijnt.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de bedieningsknop tot de instelling van uw keuze op de display wordt
weergegeven.
Bij het draaien aan de draaiknop kunt u kiezen uit de volgende instellingen:
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
NEDERLANDS
Opmerking:
• Ook indien “Clock” of “Level Meter” is geselecteerd, is het mogelijk kort andere informatie op de
display weer te geven door op de toets DISP te drukken.
* U kunt de vermelding “Level Meter” alleen kiezen als de niveau-indicator is ingeschakeld. Zie
hieronder.
¢ of 4 om de vermelding “Display” te selecteren indien deze nog niet
Normal
Clock
Level Meter*
De niveau-indicator in- en uitschakelen
Het is mogelijk de indicator voor het geluidsniveau in en uit te schakelen.
Bij het verlaten van de fabriek is de niveau-indicator standaard ingeschakeld (m.a.w. de
instelling “Level Meter On” is geselecteerd).
• Level Meter On: De niveau-indicator is ingeschakeld.
• Level Meter Off: De niveau-indicator is uitgeschakeld.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de draaiknop totdat de instelling van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Draai de draaiknop met de wijzers van de klok mee om “Level Meter On” te selecteren.
• Draai de draaiknop tegen de wijzers van de klok in om “Level Meter Off” te selecteren.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
28
¢ of 4 om de vermelding “Level Meter” te selecteren indien deze nog
Level Meter On
Level Meter Off
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren
Zodra u de koplampen van de auto inschakelt, wordt de displayweergave automatisch
aangepast (de functie Auto Dimmer).
Bij het verlaten van de fabriek is voor deze functie standaard de instelling “Dimmer Auto”
geselecteerd.
• Dimmer Auto: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• Dimmer Off:De functie Auto Dimmer is uitgeschakeld.
• Dimmer On:De display wordt gedimd.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de dr aaiknop totdat de instelling van uw keuze op de displa y wordt weergegev en.
De vermelding voor de instelling verandert elke keer wanneer u aan de draaiknop draait
en wel in deze volgorde:
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “Dimmer Mode” te selecteren indien deze
Dimmer Auto
Dimmer Off
Dimmer On
Opmerking over de functie Auto Dimmer:
Het kan zijn dat de dimmerfunctie van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral
niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer.
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “Dimmer On” of “Dimmer Off” instellen.
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een mobiele telefoon is aangesloten. U kunt kiezen
uit de vermelding “Muting 1” en “Muting 2”. Welke instelling voor audiodemping u kiest, hangt
af van het telefoonsysteem. Bij het verlaten van de fabriek, is standaard de instelling “Muting
Off” geselecteerd.
• Muting 1:Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• Muting 2:Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• Muting Off: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de dr aaiknop totdat de instelling van uw keuze op de displa y wordt weergegev en.
De vermelding voor de instelling verandert elke keer wanneer u aan de draaiknop draait
en wel in deze volgorde:
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “Telephone” te selecteren indien deze nog
Muting 1Muting 2
Muting Off
NEDERLANDS
29
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen
U kunt het weergeven v an een toon bij het aanr ak en v an de toetsen uitschak elen als u lie v er
geen toon hoort wanneer u de toetsen indrukt. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie
standaard ingeschakeld (m.a.w. de instelling “Beep On” is geselecteerd).
• Beep On: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• Beep Off: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de draaiknop om een instelling voor de weergave van de toon te kiezen.
•
Draai de draaiknop met de wijzers van de klok mee om de v ermelding “Beep On” te selecteren.
•
Draai de draaiknop tegen de wijzers van de klok in om de vermelding “Beep Off” te selecteren.
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “Beep Switch” te selecteren indien dez e nog
Beep On
Beep Off
Het contrastniveau van de display aanpassen
Als de informatie op de display moeilijk is te lezen, kunt u het contrast verhogen zodat de
informatie duidelijker te lezen is.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
NEDERLANDS
op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de draaiknop om een instelling voor het contrast te kiezen (01 tot 10).
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “Contrast” te selecteren indien deze nog niet
De modus voor lopende tekst selecteren om informatie
van CD’s met CD Text weer te geven
Als de informatie van een CD met CD Text uit meer dan 32 tekens bestaat, is het mogelijk de
modus voor lopende tekst in te schakelen. Bij het verlaten van de f abriek staat deze modus standaard
ingesteld op “Scroll Once”, zodat de inf ormatie slechts eenmaal op de display is te zien.
• Scroll Once: De lopende tekst wordt slechts één keer weergegeven.
• Scroll Auto: De lopende tekst wordt nóg een keer weergegeven (Met tussenpozen van
• Scroll Off:De functie Scroll Mode staat uit.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de draaiknop om een instelling voor deze functie te selecteren.
Elke keer wanneer u aan de draaiknop draait, v erschijnt er een andere instelling en w el in
deze volgorde:
5 seconden).
¢ of 4 om de vermelding “Scroll Mode” te selecteren indien dez e nog
Scroll OnceScroll Auto
Scroll Off
4 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Opmerking:
Zelfs als u voor de modus voor lopende tekst de instelling “Scroll Off” hebt gekozen, is het mogelijk de
informatie van een CD met CD Text op de display weer te geven door gedurende minimaal 1 seconde
op de toets DISP te drukken.
30
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt.
U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,
zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het
bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het
bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert,
moet u er zeker van zijn dat de spanning is
uitgeschakeld.
Hoe moet u het
bedieningspaneel weer op zijn
plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het
1
Ontgrendel het
bedieningspaneel.
bedieningspaneel in de
uitsparing op de houder.
2
2
Druk het bedieningspaneel
iets omhoog en trek naar u
toe van het apparaat.
Druk op de linkerkant van
het bedieningspaneel totdat
dit in de houder vastzit.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte
bedieningspaneel in het
daarvoor bestemde doosje.
Opmerking over het reinigen van de
connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert,
zullen de connectors op een gegeven moment
minder goed gaan functioneren.
Om deze mogelijkheid tot het minimum te
beperken, moet u de connectors van tijd tot
tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen
doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de
connectors daarbij niet beschadigt.
Connectors
31
AFSTANDSBEDIENING
Afstandssensor
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor
op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in
het pad liggen.
• Zorg dat er geen direct f el licht (z onlicht of v an een schelle
lamp) op de sensor valt.
De batterij vervangen
V ervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk kleiner wordt of
de afstandsbediening geheel niet meer functioneert.
(Achterkant)
2)
NEDERLANDS
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterijen op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben.
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en
gooi geen batterijen in het vuur.
Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen.
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterijen door deze met plakband af te plakken.
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterijen nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken.
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
32
1)
Lithium
knoopcelbatterij
(Productnummer:
CR2025)
(Achterkant)
1. Verwijder de klep van het batterijvakje.
1) Dr uk met de nagel van uw rechterduim in de
richting van de pijl.
2) Verwijder het klepje.
2. Plaats een nieuwe batterij.
Plaats de batterij in het vakje en let er daarbij op dat
de pluszijde (+) naar boven wijst.
3. Plaats de klep van het batterijvakje terug.
Plaats het klepje weer terug op het batterijvakje. Als
u een klikkend geluid hoort, zit het klepje goed vast.
Gebruik van de afstandbediening
1 Functioneert hetzelfde als de toets van het
hoofdtoestel.
2 • Functioneert hetzelfde als de BAND toets tijdens het
1
2
3
4
DAB CONTROL
5
6
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).
De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Functioneert als DISC + toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u naar de radio
(of de DAB-tuner) luistert.
Door iedere druk op de toets verhoogt het
voorkeuzezendernummer en wordt op de gekozen zender
afgestemd.
• Functioneert als DISC – toets tijdens het luisteren naar de
CD-wisselaar.
Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en
start de weergave van de gekozen CD.
4 Functioneert hetzelfde als de draaiknop op het hoofdtoestel.
Opmerking: Deze toets werkt niet voor het aanpassen van
algemene instellingen.
5 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de FUNC (Functie)
toets.
6 • Er wordt gezocht naar stations terwijl u naar de radio luistert
(FM/AM).
• Door kort en herhaaldelijk te drukken wanneer u naar de
DAB-tuner luistert, wordt er naar ensembles gezocht.
• Er wordt gezocht naar ensembles terwijl u naar de DABtuner luistert.
• Voor versnelde weergave van een fragment in voor- en
achterwaartse richting wanneer u tijdens weergave van
een CD de toets ingedrukt houdt.
• Voor het verspringen naar het begin van het volgende
fragment of het spelende (of voorgaande) fragment
wanneer u tijdens weergave van een CD kort op de toets
drukt.
NEDERLANDS
33
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie (b .v . CH-X1200). Als
u een andere automatische CD-wisselaar in uw bezit hebt, raden we u aan contact op te nemen
met uw JVC-dealer in auto-accessoires voor meer informatie ov er de juiste aansluitingen.
• V oorbeeld: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om
deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’s in de houder v an de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s
ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “No Disc”.
Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de
houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “Reset 1 - Reset 8” verschijnt, is er iets fout met de
verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar . Als dit gebeurt, moet u de verbinding
controleren, de verbindingskabel(s) indien nodig stevig vastmaken en dan op de
resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
NEDERLANDS
34
¢
4
CD–CH
C D
Opmerking over de “One
Toch”-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt,
wordt automatisch de spanning
ingeschakeld. U hoeft niet op
te drukken om de
spanning in te schakelen.
Selecteer de automatische CD-wisselaar.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, kunt u kiezen tussen
de CD-speler en de automatische CD-wisselaar. Deze
instellingen worden als volgt aangeduid:
* Als er geen CD in de eenheid is geplaatst, is het niet mog elijk om
Het afspelen begint bij het eerste muziekstuk van de eerste CD.
Alle muziekstukken van alle CD’s worden afgespeeld.
Nummertoetsen
CD*
de vermelding “CD” te kiezen.
Nummer van de CD
Verstreken speeltijd (of de tijd van de klok: zie bladzijde 28)
CD/CD-CH
CD-CH
Nummer van het muziekstuk
Versneld vooruit afspelen en achteruit afspelen van het
muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ en houd deze toets
ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4
ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of vorige muziekstuk springen
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin
van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere
malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende
muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin
van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen
op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht
en afgespeeld.
Direct naar een bepaalde CD gaan
789101112
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om
het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren:
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde
ingedrukt.
Nummer van de CD
Nummer van het muziekstuk
en houd deze toets
NEDERLANDS
Voorbeeld: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd
35
De informatie op een CD met CD Text weergeven
U kunt alleen informatie van CD’ s met CD Text weergeven wanneer er een automatisch CDwisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust met de mogelijkheid om CD Text te lezen.
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CD Text weergeven” op pagina 21 voor meer
informatie.
Kiezen van de weerga vefunctie
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
Door iedere druk op MO/RND (Mono/Willekeurig) tijdens weergave van een
MO
RND
FunctieRND-indicatorAfspelen in willekeurige volgorde
Random 1Licht opAlle muziekstukken van de huidige CD, daarna de
NEDERLANDS
Random 2KnippertAlle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder.
Herhaald afspelen van fragmenten (Herhaalde weergave)
LO
RPT
CD verandert de willekeurige weergavefunctie voor een CD als volgt:
Random 1Random 2
Canceled
muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
Elke keer wanneer u op LO/RPT (Plaatselijk/Herhalen) drukt terwijl u naar
een CD luistert, verandert de herhaalfunctie voor het afspelen van CD’s en
wel als volgt:
Repeat 1Repeat 2
36
Canceled
FunctieRPT-indicatorHerhaling van...
Repeat 1Licht opHet spelende (of ingestelde) fragment.
Repeat 2KnippertAlle fragmenten van de spelende (of ingestelde) disc.
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.
Neem contact op met de JVC-dealer in auto-accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen
en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen.
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie
wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden
genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”.
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-services
gebruik maken.
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’ s (services) die tegelijkertijd worden
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u
wilt luisteren.
NEDERLANDS
1
2
3
DAB
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3).
U kunt elk van de drie DAB-banden selecteren om op een
ensemble af te stemmen.
Ensembles op
hogere frequenties
zoeken
Ensembles op
lagere frequenties
zoeken
Selecteer een service (waaronder primaire en
secundaire services) waar u naar wilt luisteren.
132
DAB 1DAB 2
DAB 3
Zoek een ensemble op.
Zodra er een ensemble wordt gevonden, wordt het
zoeken gestaakt.
Als u het zoeken wilt stoppen nog voordat er
een ensemble is gevonden, moet u de toets die u
hebt ingedrukt om het zoeken in gang te zetten
nogmaals indrukken.
37
De informatie op de display wijzigen wanneer u op een
ensemble afstemt
Standaard wordt op de display de naam van de service of het ensemble weergegeven.
Als u echter andere informatie wilt bekijken, dient u op de toets DISP te drukken.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt gedurende korte tijd de volgende informatie
op de display.
Voor elke service kunnen er meerdere PTY-codes
*
Servicenaam / Ensemblenaam
Servicenaam /
PTY (programmagenre)*
Servicenaam/ “Primair” of
“Secundair” / Band /
Voorkeuzenummer
Dynamic Lavel Segment**
Ensemblenaam /
Frequentie / Kanaalnummer
Servicenaam / Tijd
Servicenaam / Niveau-indicator***
NEDERLANDS
zijn. Er zijn twee soorten PTY -codes: statische PTY
en dynamische PTY. Statische PTY blijft
onverander d voor de service en g eeft aan tot welk
programma genre de service behoort, bijvoorbeeld
“P op Music” of “Rock Music”, net als PTY -codes
van een FM-zender die RDS-signalen uitzendt.
Dynamische PTY verandert echter wanneer de
service van aard verandert en geeft dus steeds de
actuele inhoud van een uitzending aan. Dynamische
PTY wordt altijd knipperend op de display
weergegeven.
Dynamic Label Segment (DLS): Tekst die wordt
**
meegezonden met het ensemble waarop is
afgestemd. W ordt niet weer gegeven als voor “D AB
text”de instelling“Off” is gekozen. (Zie pagina 46)
Wordt niet weergegeven als voor “Level Meter”
***
de instelling “Level Meter Off” is gekozen. (Zie
pagina 28)
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk herhaaldelijk op de toets DAB om de DAB-band (DAB 1, DAB 2 of DAB 3) te selecteren.
2 Druk op ¢ of 4 en houd deze toets ingedrukt tot de vermelding “Manual”
knipperend op de display verschijnt.
Zolang de vermelding “Manual” op de display knippert, kunt u de frequentie handmatig
wijzigen.
3 Druk herhaaldelijk op
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
4 Druk op 5 of ∞
om de service van uw keuze te selecteren.
¢ of 4 tot u het ensemble van uw keuze bereikt.
Het beschikbare afstembereik selecteren
DAB-services worden uitgezonden in de volgende twee frequentiebanden: VHF (BAND III):
174 tot 240 MHz, L-BAND: 1452 tot 1492 MHz.
In bepaalde gebieden is slechts één van deze banden in gebruik voor omroepdoeleinden. Als u
weet welke band(en) in uw gebied in gebruik is/zijn, kunt u de desbetreffende band of banden
op deze eenheid als afstembare DAB-frequentiebereik en instellen. Als u het afstembereik goed
instelt, zal het zoeken en afstemmen veel sneller plaatsvinden. Bij het verlaten van de fabriek is
het afstembereik voor elke DAB-band standaard ingesteld op “VHF & L-BAND”.
• ONTHOUD dat als u de onderstaande procedure uitvoert, de microprocessor van de DABtuner weer terugkeert naar de oorspronkelijke instellingen.
1 Druk op de toets DAB en houdt deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
2 Draai aan de bedieningsknop om de juiste frequentieband voor de DAB-band in uw gebied
te selecteren.
VHF & L Band
–
VHF
–
L Band
3 Druk op de toets DAB en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt om het
instellen te voltooien.
38
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig
in het geheugen worden opgeslagen.
1
2
3
4
DAB
4
132
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DABband als volgt:
DAB 1DAB 2
DAB 3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
Selecteer de service van het ensemble.
Druk op de voorkeuzetoets (1 t/m 6) en houd
deze gedurende minimaal 2 seconden
ingedrukt.
Voorbeeld: Als u op voorkeuzetoets 1 drukt.
NEDERLANDS
Het voorkeuzenummer en de vermelding “Memory”
Opmerking:
Als u een DAB-service opslaat terwijl u naar een secundaire service luistert, geeft de eenheid een
geluidssignaal en wordt de primaire service ook opgeslagen in hetzelfde voorkeuzenummer. In dit
voorbeeld: als u op het voorkeuzenummer drukt, wordt eerst de primaire service opgeroepen (zie
pagina 40).
knipperen gedurende korte tijd op de display.
Vervolg, zie ommezijde
39
5
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DABservices achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerking:
Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
Het is heel eenvoudig om af te stemmen op een DAB-service die u in het geheugen hebt
opgeslagen.
Onthoud dat u de service hiervoor eerst in het geheugen moet opslaan en aan een
voorkeuzetoets moet toekennen. Hoe dit moet, leest u op bladzijde 39.
NEDERLANDS
1
2
Primaire service
Secundaire service 1
Secundaire service 2
40
DAB
2
1
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of
DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DABband als volgt:
DAB 1DAB 2
DAB 3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6) voor
de DAB-service die u wilt beluisteren.
Als voor het voorkeuzekanaal secundaire services
beschikbaar zijn, kunt u de secundaire services selecteren
door hetzelfde voorkeuzenummer meerdere malen in te
drukken.
Wat u nog meer met DAB kunt doen
Wanneer de DAB-tuner is aangesloten, hebt u de beschikking over de volgende handige
functies.
• Tijdens het rijden kunt u automatisch hetzelfde programma (dezelfde service) blijven volgen
wanneer hetzelfde DAB-ensemble niet kan worden ontvangen.
• Standby-ontvangst voor verkeersflitsen.
• Standby-ontvangst van 9 soorten omroepberichtsignalen
• PTY-standby-ontvangst
• PTY-zoekfunctie.
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve
ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch
afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma
uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar een service hetzelfde programma uitzendt, zal deze eenheid
automatisch afstemmen op het desbetreffende ensemble (zie ook pagina 10).
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weerga veniveau v an het volume
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden
ingeschakeld.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
3 Draai aan de draaiknop om een instelling voor deze functie te selecteren.
De huidige instelling voor deze functie wordt al weergegeven (Y: Yes – ingeschakeld, N:
No – uitgeschakeld).
• FM Ô FM:Voor het volgen van het programma tussen het aanbod van FM-zenders
• DAB Ô FM:Voor het volgen van het programma tussen het aanbod van DAB-services
• DAB Ô DAB: Voor het volgen van het programma tussen het aanbod van DAB-services.
Opmerking:
Wanneer “DAB
FM” wordt echter niet uitgeschakeld, zonder “DAB Ô FM” uit te schakelen.
4 Druk op 5 of ∞ om de alternatieve ontvangst in of uit te schakelen.
• Selecteer “Y” om de alternatieve-ontvangstfunctie voor het geselecteerde type in te
schakelen, zodat de indicator AF op de display oplicht.
• Selecteer “N” om de alternatieve-ontvangstfunctie voor het geselecteerde type uit te
schakelen.
Als zowel “DAB Ô FM” als “DAB Ô DAB” met “N” worden uitgeschakeld, dooft de indicator AF.
5 Herhaal stap 3 en 4 om de andere alternatieve ontvangsttypen in te stellen.
6 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
¢ of 4 om de vermelding “Alternative” te selecteren indien deze nog
die RDS-signalen uitzenden (zie pagina 10)
en FM-zenders die RDS-signalen uitzenden.
Ô
FM” is ingeschakeld, wor dt “FM Ô FM” ook meteen ingeschakeld. “FM
Ô
NEDERLANDS
41
Werken met standby-ontvangst
Met standby-ontvangst kunt u de eenheid tijdelijk laten overschakelen naar een verkeersflits
(een korte melding over zaken als stremmingen, omleidingen en spookrijders), een ander
belangrijk omroepbericht of een service van de geselecteerde (afspeel)bron.
Standby-ontvangst voor verkeersflitsen
TP
ANNOUNCE
NEDERLANDS
Druk kort om de toets TP/ANNOUNCE om de standby-ontvangst voor
verkeersflitsen in te schakelen.
De indicator TP op de display gaat branden (zie hieronder).
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een service luistert die de ontvangstvan verkeersflits-signalen ondersteunt, licht de indicator TP
met frame
op. De ontvanger is nu voorbereid op de ontvangst van verkeersflits-signalen.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een service luistert die GEENondersteuning biedt voor de ontvangst van verkeersflits-signalen,
licht de indicator TP
zonder frame
op.
In dat geval zal de standby-ontvangst voor verkeersflitsen niet werken.
–A
ls er op een FM-RDS-station dat ondersteuning biedt voor TA-signalen
op de achtergrond wordt afgestemd. Deze ontvanger staat nu standby
om het TA-signaal te ontvangen en de indicator TP licht op met frame.
•
Als u op de knop drukt wanneer u naar een andere afspeelbron dan
AM luistert
–De indicator TP licht
met frame
op wanneer er op de achtergrond wordt
afgestemd op een service die ondersteuning biedt voor verkeersflitssignalen (of een FM RDS-station die ondersteuning biedt voor TAsignalen). Deze ontv anger is nu gereed om v erkeersflits-signalen (of TAsignalen) te ontvangen.
De indicator TP blijft
–
zonder frame
branden wanneer er NIET op een
service die verkeersflitssignalen ondersteunt (of een FM-RDS-station dat
ondersteuning biedt voor T A-signalen) op de achterg rond wordt afgestemd.
In dit voorbeeld kan de ontvanger niet standby staan om een
verkeersflitssignaal (of een TA-signaal) te ontvangen.
Hoe standby-ontvangst voor verkeersflitsen werkt:
Bij het begin van een verkeersflits (of verkeersinformatie) wordt, indien de standby-ontvangst
voor verkeersflitsen is ingeschakeld, de vermelding “Traffic flash” (of “Traffic”) op de display
weergegeven en zal de eenheid afstemmen op de service (of het FM RDS-station) die de
verkeersflits (of verkeersinformatie) uitzendt. Het volume neemt toe tot het vooraf ingestelde
volumeniveau voor de ontvangst van verkeersinformatie is bereikt en de verkeersflits (of
verkeersinformatie) wordt ten gehore gebracht.
Als u de standby-ontvangst voor verkeersflitsen wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
kort op de toets TP/ANNOUNCE.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standby-ontvangst voor verkeersflitsen inof uitgeschakeld.
42
Standby-ontvangst voor omroepberichten
TP
ANNOUNCE
Hoe standby-ontvangst voor omroepberichten werkt:
Als een service begint met het uitzenden van het geselecteerde type omroepbericht zal, indien
de standby-ontvangst voor omroepberichten is ingeschakeld, de naam van het geselecteerde
type omroepbericht op de display verschijnen en zal de eenheid afstemmen op de service. De
service van het geselecteerde type omroepbericht wordt dan ten gehore gebracht.
Druk gedurende minimaal 1 seconde op de toets TP/ANNOUNCE om de
standby-ontvangst voor omroepberichtsignalen in te schakelen.
De indicator ANNOUNCE licht op (als volgt).
• Als u naar een service luistert die ondersteuning biedt vooromroepberichtsignalen, licht de indicator ANNOUNCE
met het frame
op de display op. De ontvanger is nu voorbereid op de ontvangst van
omroepberichtsignalen.
• Als u naar een service luistert die GEEN ondersteuning biedt vooromoepberichtsignalen, licht de indicator ANNOUNCE
zonder het frame
op de display op.
In dat geval zal de standby-ontvangst voor omroepberichten niet werken.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een andere bron luistert
– De indicator ANNOUNCE gaat
met frame
branden wanneer er op de
achtergrond een service wordt gevonden die ondersteuning biedt voor
omroepberichtsignalen en daarop wordt afgestemd. De ontvanger is nu
gereed om omroepberichtsignalen te ontvangen.
– De indicator ANNOUNCE blijft
zonder frame
branden wanneer er op de
achtergrond GEEN service wordt gevonden die ondersteuning biedt voor
omroepberichtsignalen. In dit geval is de ontvanger niet voorbereid om
omroepberichtsignalen te ontvangen.
NEDERLANDS
Als u de standby-ontvangst voor omroepberichten wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
op de toets TP/ANNOUNCE en houd u deze ingedrukt.
Elke keer wanneer u deze toets indrukt en gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt houdt,
wordt de standby-ontvangst voor omroepberichten in- of uitgeschakeld.
43
Uw favoriete omroepberichttypen selecteren voor de standbyontvangst van omroepberichten
Bij het verlaten van de fabriek is de standby-ontvangst voor omroepberichten standaard
uitgeschakeld.
1 Druk op de toets SEL (Select) en houd deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt
zodat de vermelding “PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
niet op de display wordt weergegeven.
3 Draai aan de draaiknop om een omroepberichttype voor deze functie te selecteren. De
huidige instelling voor deze functie is reeds weergege v en (Y: Yes – ingeschakeld, N: No –
uitgeschakeld). U kunt kiezen uit:
U kunt voor het instellen van de standby-ontvangst van omroepberichten kiezen uit de
•
volgende typen: Transport (transport), W arning/Serv (waarschuwing/service), News Flash
(nieuwsflits), Weather Flash (kort weerbericht), Event (gebeurtenis), Special Event
(bijzondere gebeurtenis), Radio Info (radio-informatie), Sport News (sportnieuws) en
Financial News (financieel nieuws).
4 Druk op 5 of ∞ om de standby-ontvangst voor omroepberichten voor het geselecteerde
type omroepbericht in of uit te schakelen.
• Selecteer “Y” om de standby-ontvangst voor het geselecteerde type omroepbericht in te
schakelen.
• Selecteer “N” om de standby-ontvangst voor het geselecteerde type omroepbericht uit
NEDERLANDS
te schakelen.
Herhaal stap 3 en 4 als u nog andere omroepberichttypen voor standby-ontvangst wilt instellen.
5
6 Druk nogmaals op de toets SEL (Select) om het instellen te voltooien.
Opmerkingen:
• Wanneer een DAB-service een Alarm-signaal uitzendt (een van de omroepberichtsignalen die in
geval van calamiteiten wordt uitgezonden), stemt de eenheid automatisch af op die service. De
onderbreking die wordt v eroorzaakt door het Alarm-signaal kan vanwe ge het belang van het bericht
niet worden opgeheven. Bovendien stopt het signaal het afspelen van alle andere apparaten.
• De verkeersflits, nog een hoogfrequent omroepberichtsignaal, is ingebouwd in de TP-functie (zie
beschrijving op pagina 42).
¢ of 4 om de vermelding “Announce” te selecteren indien deze nog
44
Standby-ontvangst voor programmagenres (PTY-standbyontvangst)
PTY
Hoe de standby-ontvangst voor programmagenres werkt:
Als een service de geselecteerde PTY -code begint uit te zenden en de functie v oor PTY -standbyontvangst is ingeschakeld, begint de geselecteerde PTY-naam op de display te knipperen en
zal de eenheid automatisch afstemmen op de service die het gewenste programma uitzendt.
Het programma van de geselecteerde PTY-code wordt vervolgens ten gehore gebracht.
Als u de standby-ontvangst v oor programmagenres wilt uitschakelen, drukt u nogmaals
kort op de toets PTY.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de standby-ontvangst voor programmagenres
in- of uitgeschakeld.
Druk kort op de toets PTY om de PTY-standby-ontvangst in te schakelen.
De standby-ontvangst voor programmagenres werkt alleen als de zender een
dynamisch PTY-signaal en dus niet een statisch PTY-signaal uitzendt.
De indicator PTY licht op (als volgt).
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een service luistert diedynamische PTY-signalen ondersteunt, licht de indicator PTY
op.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een service luistert die GEENondersteuning biedt voor de ontvangst v an dynamische PTY-signalen,
licht de indicator PTY
In dat geval zal de standby-ontvangst voor programmagenres niet werken.
• Als u op de toets drukt terwijl u naar een andere bron luistert
– De indicator PTY licht
afgestemd op een service die ondersteuning biedt voor PTY-signalen.
Deze ontvanger is nu gereed om PTY-signalen te ontvangen.
– De indicator PTY blijft
achtergrond wordt afgestemd op een service die ondersteuning biedt
voor dynamische PTY-signalen. In dat geval is deze ontvanger niet
voorbereid op de ontvangst van PTY-signalen.
zonder frame
met frame
op wanneer er op de achtergrond wordt
zonder frame
op.
verlicht wanneer er NIET op de
met frame
Uw favoriete programma selecteren voor PTY-standby-ontvangst
Zie pagina 13.
• Het is niet mogelijk om voor de standby-ontvangst van programmagenres een aparte PTY
te selecteren voor FM RDS en DAB. U kunt slechts één PTY instellen.
Uw favoriete programma opzoeken (de functie PTY Search)
Meer informatie over het opslaan van uw favoriete PTY, treft u aan op pagina 14.
• Het is niet mogelijk om voor de standby-ontvangst van programmagenres een aparte PTY
op te slaan voor FM RDS en DAB. U kunt slechts één PTY in het geheugen opslaan.
Uw favoriete service opzoeken:
1 Druk gedurende minimaal 1 seconde op de toets PTY.
2 Druk op een van de voorkeuzetoetsen (1 t/m 6) om een service van uw favoriete
programmagenre op te zoeken.
• Als er een service is voor de PTY-code (hetzij statisch, hetzij dynamisch) die u hebt
geselecteerd, wordt er op die service afgestemd.
• Als er geen service is voor de PTY-code die u hebt geselecteerd, wordt er afgestemd op
de service waarop de eenheid de vorige keer was afgestemd.
NEDERLANDS
45
Het DRC-effect aanpassen (Dynamic Range Control)
In een lawaaierige of luidruchtige omgeving, zoals in een auto, kan de geluidskwaliteit worden
verbeterd door het dynamische bereik van het DAB-geluidssignaal te verminderen. Hiertoe
zenden sommige services zogeheten Dynamic Range Control-signalen met het reguliere
programmasignaal mee.
Deze eenheid kan het dynamische bereik met deze DRC-signalen verminderen en de best
mogelijk ontvangstcondities scheppen en geluidskwaliteit creëren. Bij het verlaten van de
fabriek is deze functie uitgeschakeld (m.a.w. de instelling “DRC Off” is geselecteerd).
• Zie ook de paragraaf ‘De algemene instellingen wijzigen (PSM)’ op pagina 26.
1 Druk gedurende minimaal twee seconden op de toets SEL (Select) zodat de vermelding
“PSM” op de display verschijnt.
2 Druk op
indien deze nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens verschijnt de huidige instelling voor deze functie.
3 Draai aan de draaiknop tot de gewenste instelling op de display wordt weergegeven.
Selecteer afhankelijk van uw voorkeur een van de volgende instellingen:
Hoe hoger het nummer, hoe sterker het DRC-effect.
Selecteer de vermelding “DRC Off” om het DRC-effect te annuleren.
4 Druk nogmaals op de toets SEL om het instellen te voltooien.
• Wanneer er andere instellingen worden gekozen dan “DRC Off”, licht de indicator DRC
NEDERLANDS
op de display op. (De indicator DRC licht alleen
een DRC-signaal ontvangt van de service waarop is afgestemd).
¢ of 4 om de vermelding “DRC Effect” op de display weer te geven
DRC 1
DRC 1 < DRC 2 < DRC 3
DRC 3DRC 2
met het frame
DRC Off
op wanneer de eenheid
De weergavemodus voor DAB-radiotekst selecteren
V oor DAB-radiotekst kunt u een weerga vemodus selecteren (DLS: Dynamic Label Segment).
Bij het verlaten van de fabriek is voor deze modus standaard de instelling “On” geselecteerd.
• On:Indien de tekst uit meer dan 32 tekens bestaat, wordt deze lopend
•
Alleen hoofdpunten
• Off:Geen weergave van DLS
1 Druk gedurende minimaal 2 seconden op de toets SEL zodat de vermelding “PSM” op de
display wordt weergegeven.
2 Druk op de toets
nog niet op de display wordt weergegeven.
Tevens wordt de huidige instelling voor deze functie op de display weergegeven.
3 Draai aan de bedieningsknop tot de instelling van uw keuze op de display wordt
weergegeven.
Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling en wel als volgt:
4 Druk op de toets SEL om het instellen te voltooien.
Opmerking:
“Alleen hoofdpunten” biedt een zender de mogelijkheid alleen de belangrijkste punten van een bericht
te tonen. Meestal gaat het om berichten waarvan de inhoud niet snel verandert.
Als de zender geen signaal uitzendt dat bepaalt wat de hoofdpunten zijn, wordt de volledige tekst genegeer d
en gedraagt de eenheid zich alsof die zich in de stand “Off” staat.
LET OP
Uit veiligheidsoverwegingen raden we u ten zeerste af om tijdens het rijden tekst te lezen! Zet uw
leven en dat van anderen niet op het spel door betrokken te raken bij een ongeval.
46
op de display weergegeven.
:Alleen de hoofdpunten worden weergegeven en de overige informatie
verschijnt niet op de display.
¢ of 4 om de vermelding “DAB Text” te selecteren, als deze
On
Alleen hoofdpunten
Off
ONDERHOUD
Omgaan met CD’s
Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van CD’s met het en symbool.
Andere CD’s kunnen niet worden afgespeeld.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in
het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje
halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het
rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
Rondje in het
midden
CD’s schoonhouden
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een
CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in
een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of
buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat gew eigerd.
U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven
met een potlood, ballpoint enz.
Condensvorming
In onderstaande gevallen kan zich condens vormen op de lens in de CD-speler:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.
Soms zal de CD-speler hierdoor niet meer goed werken. In dat geval moet u de CD uit de CDlade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
NEDERLANDS
LET OP!
• Plaats geen 8-cm CD’s (CD-singles) in de CD-lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal
problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan dir ect zonlicht of een andere warmtebr on en le g ze niet neer op plaatsen
waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
47
PROBLEMEN OPLOSSEN
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende
instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “No Disc”.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “Reset 8”.
Oorzaken
CD zit ondersteboven in het
apparaat.
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD.
Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het
minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Geen CD in de houder (of het
magazijn) geplaatst
CD is verkeerd geplaatst.
Het apparaat is niet op de juiste
manier met de CD-wisselaar
verbonden.
Oplossingen
Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
Stop met afspelen op hobbelige
wegen.
Gebruik een andere CD.
Controleer kabels en
aansluitingen.
Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt.
Controleer de bedrading en de
verbindingen.
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast
zit.
Plaats een CD.
Plaats de CD op de juiste wijze.
Verbind het appar aat en de CD-
wisselaar op de juiste manier met
elkaar en druk op de resetknop
van de CD-wisselaar.
• Op het afleesvenster
verschijnt de tekst “Reset 1 –
Reset 7”.
• CD kan niet worden
afgespeeld en springt niet
terug.
• Het apparaat werkt helemaal
niet.
• De CD-wisselaar werkt niet.
48
Deze eenheid is niet op de goede
manier op een DAB-tuner
aangesloten.
Misschien werkt de CD-speler
niet goed meer.
Soms functioneert de
ingebouwde microcomputer niet
goed ten gevolge van lawaai,
enzovoorts.
Sluit de eenheid en de DAB-tuner
op de juiste manier op elkaar aan.
Druk op de resetknop van de
CD-wisselaar.
Druk tegelijkertijd op CD en SEL
gedurende meer dan 2 seconden.
("Please Eject" verschijnt op het
display.) Wees voorzichtig bij het
openen van het bedienings-paneel
door op 0 te drukken en let op dat
de CD niet op de grond valt na het
uitwerpen.
Druk tegelijkertijd gedurende meer
dan 2 seconden op en
SEL om het apparaat terug te stellen.
(De instellingen van de klok en de
stations die in het geheugen zijn
opgeslagen worden gewist.)
SPECIFICATIES
GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin:40 watt per kanaal
Achterin: 40 watt per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Achterin:16 watt per kanaal in 4 Ω, 40 tot
20.000 Hz met niet meer dan
0,8 % totale harmonische
vervorming van het geluid.
Belastingsimpedantie: speling 4 Ω (4 tot 8 Ω)
Regelbereik tonen:
Bas:±10 dB bij 100 Hz
Treble: ±10 dB bij 10 kHz
Weergavekarakteristiek: 40 tot 20.000 Hz
Signaal/ruisverhouding: 70 dB
Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 kΩ belasting (maximaal
vermogen)
Uitgangsimpedantie: 1 kΩ
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 tot 108,0 MHz
AM: (MW) 522 tot 1.620 kHz
(LW) 144 tot 279 kHz
CD-SPELER
Type: CD-speler
Signaaldetectiesysteem:
Pickup-lens (halfgeleider-laser)
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)
Weergavekarakteristiek: 5 tot 20.000 Hz
Dynamisch vermogen: 96 dB
Signaal/ruisverhouding: 98 dB
Zweving: Minder dan de meetbare limiet
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 volt
(speling 11 tot 16 volt)
Aardingssysteem: Negatieve aarding
Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot +40 °C
Afmetingen (breedte x hoogte x diepte):
Afmetingen apparaat (ten behoeve van
installatie): 182 x 52 x 150 mm
Afmetingen paneel: 188 x 58 x 11 mm
Gewicht: 1,4 kg (excl. accessoires)
NEDERLANDS
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω)
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω)
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):
65 dB
Weergavekarakteristiek: 40 tot 15.000 Hz
Stereo-scheiding: 30 dB
Vangbereik: 1,5 dB
[MW-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV
Selectiviteit: 35 dB
[LW-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
49
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0499MNMMDWJESEN, GE, FR, NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.