JVC GR-DVX7 Instruction Manual [nl]

DIGITALE VIDEOCAMERA
GR-DVX7
Bezoek onze CyberCam Homepage op de World Wide Web en antwoord ons klantenoverzicht (uitsluitend in het Engels):
http://www.jvc-victor.co.jp/english/index-e.html
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
LYT0399-004A
DU
2 NE
Beste klant,
Dank u voor de aanschaf van deze digitale videocamera. Lees voor gebruik de waarschuwingen en voorzorgen op de volgende bladzijden goed door voor een veilige werking van uw nieuwe videocamera.
Meer over deze gebruiksaanwijzing
•De inhoudsopgave toont u alle belangrijke hoofdstukken en gedeelten (Z blz. 6, 7).
•Aan het eind van de diverse gedeelten vindt u vaak opmerkingen. Lees deze opmerkingen tevens door.
•De basisbedieningen en meer geavanceerde functies/bedieningen zijn apart beschreven zodat u snel de uitleg kunt vinden die u nodig heeft.
Wij bevelen aan dat u . . .
.... eerst even de index (Z blz. 99 – 106) bekijkt en voor gebruik vertrouwd raakt met de plaatsen van
toetsen, enz.
.... de “Veiligheidsvoorschriften” goed doorleest. Deze informatie is uitermate belangrijk voor een veilig
gebruik van de camcorder.
Lees tevens voor gebruik de waarschuwingen en aanwijzingen op blz. 107 en 108 goed door.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT
AAN REGEN OF VOCHT TER VOORKOMING VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij (voor afstandsbediening)
Bij verkeerd gebruik van de in dit toestel gebruikte lithiumbatterij kan gevaar van brand of chemische verbranding ontstaan. Derhalve mag u de batterij nooit herladen, uiteennemen, verhitten boven 100°C of verbranden. Om eventueel brand- of explosiegevaar te vermijden, dient u de batterij uitsluitend te vervangen door een Maxell, Panasonic (Matsushita Electric), Sanyo of Sony CR2025 batterij.
n Gooi een gebruikte batterij onmiddellijk weg
(liefst op een milieuvriendelijke wijze, bijvoorbeeld in een batterijbak of door hem terug brengen naar de foto- of elektriciteitshandelaar).
n Houd de batterij buiten het bereik van kinderen. n Neem de batterij niet uiteen en gooi hem niet in
een open vuur.
VOORZORGSMAATREGELEN:
n Om elektrische schokken te vermijden, mag u de
ombouw niet openen. In het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud over aan de vakman.
n Trek de stekker van het netsnoer bij voorkeur uit
het stopcontact wanneer u de netadapter/acculader voor langere tijd niet gaat gebruiken.
OPMERKINGEN:
Het spanningslabel (serienummer) en waarschuwingen voor de veiligheid zijn op het onder- en/of achterpaneel van het hoofdtoestel aangegeven.
Het spanningslabel (serienummer) van de netadapter/acculader vindt u op de onderkant van dat toestel.
Het specificatieplaatje (het serienummer-plaatje) bevindt zich aan de onderkant van het Docking station.
De camcorder is gemaakt voor gebruik met kleurentelevisiesignalen van het PAL type. Het toestel kan niet gebruikt worden met een televisie gebaseerd op een ander systeem. Opname en weergave met de LCD-monitor/zoeker is echter overal mogelijk. Gebruik de BN-V507U/V514U accu’s en voor het opladen de bijgeleverde multi­voltage netadapter/acculader. (Een stekkeradapter kan eventueel noodzakelijk zijn voor aanpassing aan afwijkende stopcontactontwerpen in verschillenden landen).
Dit toestel voldoet aan de eisen overeenkomstig de IEC standaard uitg. 65.
NE3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Richt de lens of de zoeker niet direct naar de zon. Dit zou namelijk uw ogen kunnen beschadigen of problemen in de werking van het interne circuit kunnen veroorzaken met mogelijk brand of een elektrische schok tot gevolg.
LET OP!
De volgende opmerkingen zijn uitermate belangrijk en dienen beschadiging van het toestel en letsel te voorkomen.
Bevestig de bijgeleverde handriem goed en gebruik deze riem om de camcorder te dragen, met de riem rond uw pols. Draag de camcorder niet door deze aan de zoeker en/of de LCD-monitor vast te houden. De camcorder zou anders kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd.
Let op dat uw vingers niet in de cassettehouder verstrikt raken. Let vooral op kinderen. De camcorder is geen speelgoed.
Gebruik geen statief op een instabiel of scheef oppervlak. Het statief zou anders om kunnen vallen met ernstige beschadiging van de camcorder tot gevolg.
LET OP!
Verbind geen kabels (audio/video, S-video, montage, gelijkstroom, enz.) met het Docking station wanneer deze op de TV is geplaatst en laat het Docking station niet op de TV liggen, iemand zou namelijk over de kabels kunnen struikelen of er op staan waardoor het Docking station van de TV valt met beschadiging tot gevolg.
n Deze camcorder is uitsluitend ontworpen voor gebruik met een digitale videocassette en een
MultiMediaCard. Alleen cassettes met het merkteken “ merkteken “
” kunnen in dit toestel gebruikt worden.
” en MultiMediaCards met het
Alvorens een belangrijke scène op te nemen . . .
.... gebruik uitsluitend cassettes voorzien van de Mini DV markering .
.... moet u er zeker van zijn dat u alleen MultiMediaCards gebruikt met het
merkteken.
.... onthoud dat deze camcorder niet uitwisselbaar met andere digitale videoformaten is.
.... vergeet niet dat deze camcorder voor privé-gebruik is ontworpen. Commercieel gebruik zonder
de vereiste toestemming is verboden. (Het wordt tevens aanbevolen dat u vooraf toestemming
heeft gekregen voor het opnemen van bijvoorbeeld een show, uitvoering, expositie of
toneelstuk voor persoonlijk gebruik.)
4 NE
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
TW
•Docking station CU-V501E
•Accu BN-V507U
•Lithiumbatterij CR2025 (voor afstandsbediening)
•PC verbindingskabel
•Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
•Gelijkspanningssnoer
•MultiMediaCard
•JLIP kabel
•Afstandsbediening RM-V713U
•CD-ROM De CD-ROM bevat de volgende 7 software programma’s:
JLIP Video Capture
JLIP Video Producer
Picture Navigator (voor Windows
Picture Navigator
(voor Macintosh
Presto!
Mr. Photo
PhotoAlbum
ImageFolio
•Schoonmaakdoekje
®
)
®
)
•Audio-/videokabel (A/V-kabel) [ministekker naar RCA (tulp) stekker]
•S-videokabel
•Audio-/videokabel (A/V-kabel) [RCA (tulp) naar RCA stekker]
•Montagekabel
•Kernfilter x 3 (voor een los verkrijgbare DV-kabel, hoofdtelefoon en microfoon)
•Kabeladapter
MEER OVER DVC
De digitale camcorder zet binnenkomende audio- en videosignalen voor opname in een digitale vorm om. Een videosignaal bestaat uit een luminantiesignaal (Y) en kleurensignalen (R-Y en B-Y). Deze signalen worden
geïdentificeerd en digitaal opgenomen (Digital Component Recording). De A/D (Analoog naar Digitaal) converter bemonstert het Y signaal met 13,5 MHz en R-Y en B-Y met 6,75 MHz en zet deze om naar een 8-bit quantum signaal.
48 kHz bemonsterd geluid wordt naar een 16-bit quantum signaal omgezet en geluid bemonsterd met 32 kHz wordt naar een 12-bit signaal omgezet.
NE5
VIDEO
Lens
Chrominantie (C)
AUDIO
Microfoon
Deze camcorder scheidt de data in blokken, en schrijft een blok met datatype op ieder spoor van de band.
Sporingsrichting
Luminantiesignaal (Y)
Kleurverschil­signaal (R-Y/B-Y)
Chromatische
analyse
12 sporen/beelden
A/D
conversie
A/D
conversie
A/D
conversie
Bandtransportrichting
Subcodegebied
Videogebied
Signaal-
compressie
Audiogebied
ITI gebied
Opname met roterende helical scan kop
5,24 mm
6,35 mm
1 Subcodegebied
De tijdcode en data voor de datum/tijd worden hier geschreven, afgezonderd van de data voor video. U kunt derhalve de datum/tijd ook tijdens weergave tonen, zelfs wanneer de datum/tijd niet tijdens opname werd getoond.
2 Videogebied
Het digitale videosignaal wordt hier opgenomen.
3 Audiogebied
Het digitale audiosignaal wordt hier opgenomen.
4 ITI (Insert en Tracking
Informatie) gebied
Signalen voor invoegmontage en montage na opname worden hier opgenomen.
6 NE
INHOUD
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
MEER OVER DVC
STARTEN
Stroomvoorziening ............................................................................................. 8
Instellen van de handgreep ................................................................................. 10
Instellen van de zoeker ..................................................................................... 10
Instellen van de datum/tijd ................................................................................ 11
Plaatsen/verwijderen van een cassette.................................................................. 12
Instellen van de opnamefunctie ............................................................................ 13
Laden van een MultiMediaCard ............................................................................ 14
Uitnemen van een MultiMediaCard........................................................................ 14
Instelling beeldkwaliteit .................................................................................... 15
Bevestigen van een statief ................................................................................. 16
Bedieningsfunctie ............................................................................................ 17
OPNAME
Basisbediening opname voor video........................................................................ 18
Basisbediening opname digitale stilbeeld camera (D.S.C.) ............................................. 22
Basisbediening opname voor video en D.S.C. ............................................................ 24
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. ..................................................... 26
8 – 17
18 – 51
4
5
WEERGAVE
Basisbediening weergave voor video ..................................................................... 52
Geavanceerde mogelijkheden voor video................................................................. 54
Basisbediening weergave D.S.C.. .......................................................................... 56
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C.. ............................................................... 57
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C.. .................................................... 68
Basisverbindingen............................................................................................ 70
Geavanceerde verbindingen ................................................................................ 72
52 – 73
NE7
KOPIËREN
Kopiëren van opgenomen beeld/geluid van de ene naar de andere cassette ....................... 74
Digitaal kopiëren van opgenomen beeld/geluid van de ene naar de andere cassette ............. 75
Kopiëren van beelden op een MultiMediaCard naar een cassette .................................... 76
Kopiëren van beelden op een cassette naar een MultiMediaCard .................................... 77
Beelden kopiëren met Infra-rood communicatie [IrTran-P] ............................................ 78
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Monteren van scènes in een andere volgorde (R.A.Edit) ............................................... 84
Voor een uitermate nauwkeurige montage .............................................................. 88
Opname van ander geluidsspoor (“audio-dubben”) .................................................... 90
74 – 79
80 – 90
EXTRA INFORMATIE
Initialiseren van een MultiMediaCard ..................................................................... 91
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
92 – 97
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
INDEX
Docking station ............................................................................................... 99
Regelaars, aansluitingen en indicators.................................................................. 100
Aanduidingen ............................................................................................... 102
Termen ....................................................................................................... 106
99 – 106
91
98
VOORZORGEN
TECHNISCHE GEGEVENS
107 – 108
109 – 110
8 NE
Stroomvoorziening
Met het dubbele stroomvoorziening-systeem van deze camcorder kunt u zelf de meest geschikte stroombron kiezen.
OPMERKINGEN:
Zonder stroombron is geen enkele functie beschikbaar.
Gebruik alleen maar de gespecificeerde stroomvoorziening.
Gebruik geen apparaten voor de stroomvoorziening die meegeleverd worden met andere toestellen.
Naar het stopcontact.
Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
Laad­indicator 1
Spanningsindicator
OPMERKINGEN:
Laad de accu op wanneer de omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C is. De ideale temperatuur is tussen 20°C en 25°C. Wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is het mogelijk dat de accu niet volledig geladen kan worden.
De oplaadtijden zoals hierboven vermeld gelden voor geheel lege accu’s.
De oplaadtijden en de gebruiksduur kunnen verschillen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de toestand van de accu.
Gebruik de Lichtnetadapter/acculader niet in de buurt van een radio om storing van de ontvangst te voorkomen.
Wanneer u tijdens het opladen het gelijkstroomsnoer van de camcorder aansluit op de Lichtnetadapter/acculader, zal de camcorder van stroom worden voorzien en zal het opladen stoppen.
Omdat de Lichtnetadapter/acculader de netspanning intern omzet, wordt hij warm tijdens het gebruik. Gebruik de Lichtnetadapter/acculader daarom alleen in goed geventileerde ruimtes.
Wanneer u een accu voor het eerst of voor het eerst na een lange tijd gaat opladen, is het mogelijk dat de Laad-indicator in eerste instantie niet oplicht. Verwijder in een dergelijk geval de accu van de Lichtnetadapter/acculader en probeer het vervolgens opnieuw.
Wanneer de gebruiksduur heel kort blijkt te zijn alhoewel de accu volledig opgeladen was, is de accu versleten en zult u deze dienen te vervangen. Koopt u alstublieft een nieuwe.
Netsnoer
Laad-indicator 2
Accu BN-V507U of BN-V514U
1
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
OPLADEN VAN DE ACCU
ZORG VOOR STROOMTOEVOER NAAR
1
DE ACCULADER
Let er op dat u het gelijkspanningssnoer van de camcorder uit de Lichtnetadapter/acculader haalt. Steek de stekker van de Lichtnetadapter/acculader in een stopcontact. De Spanningsindicator zal oplichten.
BEVESTIG DE ACCU/ACCU’S
2
Bevestig de accu terwijl u er op let dat de kant waar de aansluitingen zich bevinden 1 contact maakt met de accuhouder op de lichtnetadapter/acculader aan de kant waar de indicator zit.
De Laad-indicator (1 of 2) zal beginnen te knipperen
om aan te geven dat het laden is begonnen.
BEVESTIGING LAADTOESTAND
3
Wanneer de Laad-indicator stopt met knipperen en blijft branden, is het laden klaar.
•Wanneer er twee accu’s aan de acculader zijn bevestigd, zullen deze opgeladen worden in de volgorde dat ze werden vastgemaakt.
HAAL DE ACCU/ACCU’S ERAF
4
Schuif de accu tegen de richting van de pijl in en til hem van de lader af. Vergeet niet de stekker uit het stopcontact te halen als u klaar bent met het opladen van de accu’s.
Oplaadtijd
Accu EEN TWEE
BN-V507U BN-V514U
(los verkrijgbaar)
Ongeveer 1uur 30 minuten
Ongeveer 3 uur Ongeveer 6 uur
STARTEN
Ongeveer 3 uur
Meer over accu’s
GEVAAR! Probeer de accu’s niet uit elkaar te halen en stel ze niet
bloot aan vlammen of extreme hitte, want dit kan leiden tot brand of een ontploffing.
WAARSCHUWING! Laat de accu of de aansluitingen van de accu niet in contact komen met metalen, want dit kan resulteren in kortsluiting en kan mogelijk brand veroorzaken.
De voordelen van Lithium-ion accu’s
De Lithium-ion accu is gevoelig voor kou.
Lithium-ion accu’s zijn klein maar hebben een groot vermogen. Wanneer een dergelijke accu echter wordt blootgesteld aan lage temperaturen (onder 10°C), dan zal de gebruiksduur korter worden en kan de accu zelfs helemaal weigeren te functioneren. Als dat gebeurt, dient u de accu korte tijd in uw zak, of op een andere veilige, warme plek, te doen om hem op te warmen en bevestig hem vervolgens weer aan de camcorder. Zolang de accu zelf niet te koud wordt zou dit geen invloed moeten hebben op de prestaties.
(Als u een verwarmingselement gebruikt, moet u er op letten dat de accu zelf niet in direct contact komt met het element.)
1
2
BATT. RELEASE schakelaar
LET OP:
Controleer alvorens de spanningsbron te ontkoppelen dat de spanning van de camcorder is uitgeschakeld. Dit nalaten kan een onjuist functioneren veroorzaken.
Naar het stopcontact.
Netsnoer
NE9
GEBRUIKEN VAN DE ACCU
BEVESTIG DE ACCU
1
Steek de kant met de contacten 1 van de accu in de accuhouder en druk vervolgens het achtereind 2 van de accu in de richting van de pijl tot deze op zijn plaats vastklikt, zoals aangegeven in de illustratie.
•Als de accu verkeerd wordt bevestigd, kunnen zich storingen voordoen.
Om een accu los te maken . . .
.... dient u BATT. RELEASE naar beneden te schuiven voor
u de accu verwijdert.
OPMERKINGEN:
Wanneer de temperatuur rond de 20˚C is, kunt u doorlopend blijven filmen tot de maximaal opgegeven gebruiksduur van de accu.
Onder de volgende omstandigheden wordt het halen van die maximale gebruiksduur echter belemmerd:
De omgevingstemperatuur is lager dan 10˚C.
De Zoom of Opname-paraatstand wordt herhaaldelijk gebruikt.
De LCD-monitor wordt herhaaldelijk gebruikt. Voor u een langere periode met de camcorder zult gaan opnemen, verdient het aanbeveling om genoeg accu’s klaar te hebben voor ongeveer 3 maal de lengte van de opname die u in gedachten heeft.
Opnametijd bij benadering
Accu ingeschakeld/ uitgeschakeld/
BN-V507U 55 min. 65 min. BN-V514U 115 min. 130 min. BN-V856U 7 uur 30 min. 8 uur 30 min.
LCD-monitor LCD-monitor
zoeker uitgeschakeld zoeker ingeschakeld
Lichtnetadapter/ acculader AA-V50EG
Naar de accu-vatting
Gelijkstroom uitgangsaansluiting
Gelijkspannings­snoer
INFORMATIE:
De VU-V856KIT bestaat uit de BN-V856U accu en AA­V80EG netadapter/acculader. Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de VU-V856KIT. U kunt de BN-V856U accu niet met de bijgeleverde netadapter/acculader opladen. Voor het opladen van de BN-V856U moet u de AA-V80EG netadapter/acculader gebruiken.
GEBRUIK OP NETSPANNING
Gebruik de netadapter/lader (verbind zoals u hier in de illustratie ziet).
OPMERKINGEN:
De bijgeleverde netadapter/lader kiest automatisch het voltage binnen 110V t/m 240V wisselstroom.
Voor andere opmerkingen, Z blz. 8.
10 NE
START/STOP toets
STARTEN
Instellen van de handgreep
(vervolg)
3
Motorzoomhendel
2
VERGROOT DE LUS
1
Trek de velcro klitstrip los.
PLAATS UW HAND
2
Plaats uw rechterhand door de lus en houd de greep vast.
STEL DE LENGTE VAN DE RIEM IN
3
Stel zodanig in dat uw duim en vingers nog gemakkelijk START/STOP en de motorzoomhendel kunnen bedienen. Bevestig vervolgens de Velcro riem.
OPMERKING:
Wanneer u de camcorder in een tas o.i.d. draagt, kan de metalen gesp van de handriem de camcorder beschadigen. Wij raden u aan de gesp in de klittenbandstrip te doen.
Instellen van de zoeker
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
TREK DE ZOEKER UIT
2
Trek de zoeker helemaal uit.
•De Spanningsindicator gaat branden en de camcorder staat aan.
PAUSE
Vergrendeltoets
1
P
/
Y
A
L
P
Zet op “ ” of “5S”.
STEL DE DIOPTRIE IN
3
Verschuif de dioptrieregelaar totdat de aanduidingen in de zoeker scherp zijn.
F
C
F
A
O
M
E
C
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
OFF
FLASH ADJ.
P. AE
/ EFFECT
END
0
4
– – – – –6 – – – –
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU END
OFF AUTO
FLASH
GAIN UP AGC SELF-TIMER
Bedieningsschakelaar
A M
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
MENU/SET keuzeschijf
Display
TO MODE MENU
DATE/TIME
INDICATION ON ON SCREEN OFF
4
DATE / TIME
RETURN
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
ONDISPLAY
1 . 1 . 00
00 : 00
C
P
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
OPMERKING:
Wanneer u “DATE/TIME” kiest maar de waarde niet is opgelicht, zal de interne klok van de camcorder blijven lopen. De klok stopt wanneer u de opgelichte balk naar de eerste waarde voor de datum/tijd (dag) verplaatst. De klok start vanaf de ingestelde datum en tijd wanneer u na het instellen van de minuten op MENU/SET drukt.
NE11
Instellen van de datum/tijd
De datum en tijd worden automatisch altijd op de band opgenomen. U kunt later bij weergave kiezen of u de datum wel of niet wilt tonen (Z blz. 55).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” (of op “ ”) terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf en het datum/tijd-menu verschijnt.
VOER DE DATUM EN TIJD IN
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “DATE/TIME” te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf en de “dag” licht op en knippert. Verdraai MENU/SET om de dag in te voeren. Druk op de keuzeschijf. Herhaal deze stap voor het invoeren van de maand, het jaar, het uur en de minuut.
•Druk tweemaal op MENU/SET wanneer de opgelichte balk op “RETURN” staat om het instellen te stoppen.
Over de oplaadbare Lithium batterij van de ingebouwde klok
Om de datum en de tijd in het geheugen te kunnen opslaan, is er een oplaadbare Lithium batterij in de camcorder ingebouwd. Terwijl de camcorder is aangesloten op de Lichtnetadapter/acculader met het gelijkstroomsnoer, of terwijl er een accu op de camcorder zit, en de camcorder van stroom wordt voorzien, zal de oplaadbare Lithium batterij altijd opgeladen zijn. Wanneer de camcorder echter ongeveer 3 maanden niet gebruikt wordt, zal de Lithium batterij leeg raken en zal de datum en tijd informatie in het geheugen verloren gaan. In een dergelijk geval dient u allereerst de camcorder via de Lichtnetadapter/acculader minstens 24 uur van stroom te voorzien om de oplaadbare Lithium batterij van de klok weer op te laden. Vervolgens moet u de juiste tijd en datum weer instellen voor u de camcorder weer gaat gebruiken. Het is natuurlijk ook mogelijk de camcorder te gebruiken zonder de tijd en de datum in te stellen.
12 NE
Cassettehouder
STARTEN
(vervolg)
Plaatsen/verwijderen van een cassette
Er moet voor het laden of uitwerpen van een cassette spanning naar de camcorder worden gevoerd.
Controleer dat de vensterkant naar buiten is gericht.
Drukken
(PUSH HERE)
OPEN/EJECT schakelaar
Wispreventieschakelaar*
*
Ter bescherming van uw opname . . .
.... verschuif de wispreventieschakelaar op de
rug van de cassette naar “SAVE” zodat er niet meer over een reeds bestaande opname op de cassette kan worden opgenomen. Als u later toch op deze cassette wilt opnemen moet u de schakelaar voordat u de cassette plaatst terug naar “REC” schuiven.
Cassette-afdekking
OPEN DE CASSETTE-AFDEKKING
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal automatisch openen.
•Raak de interne onderdelen niet aan.
PLAATSEN/VERWIJDEREN VAN EEN
2
CASSETTE
Plaats of verwijder een cassette en druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens de cassette­afdekking te sluiten.
•U kunt de afdekking mogelijk niet sluiten wanneer de accu bijna is uitgeput. Forceer niet, maar plaats een geladen accu alvorens de afdekking te sluiten.
SLUIT DE CASSETTE-AFDEKKING
3
Doe de cassettehouder goed dicht totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Opnametijd bij benadering
Cassette
DVM-30 30 min. 45 min. DVM-60 60 min. 90 min.
Opnamesnelheid
SP LP
OPMERKINGEN:
Het duurt een paar seconden eer de cassettehouder opent. Forceer de houder niet.
Wanneer u een paar seconden wacht en de cassettehouder niet opent, moet u de cassette-afdekking eerst even sluiten en dan de houder opnieuw proberen te openen. Schakel de camcorder uit, wacht even en schakel weer in indien de cassettehouder nog steeds niet kan worden geopend.
Wanneer de cassette niet goed laadt, dient u de cassette-afdekking volledig te openen en de cassette te verwijderen. Probeer na een paar minuten de cassette opnieuw te laden.
Wacht even alvorens de afdekking te openen nadat u de camcorder direct van een koude plaats naar een warme ruimte verplaatst.
Het sluiten van de cassette-afdekking voordat de cassettehouder geheel naar buiten is gekomen beschadigt mogelijk de camcorder.
Ook met de camcorder uitgeschakeld kan een cassette worden geplaatst of verwijderd. Nadat de cassettehouder wordt gesloten met de camcorder uitgeschakeld, zal de houder echter mogelijk niet in positie worden gebracht. Schakel daarom bij voorkeur de spanning in alvorens een cassette te plaatsen of te verwijderen.
Bij het voortzetten van een opname, zal na het openen van de cassette-afdekking een leeg gedeelte op de band worden opgenomen of mogelijk een reeds opgenomen scène worden gewist (overschreven) ongeacht of de cassettehouder werd geopend of niet. Zie blz. 25 voor informatie aangaande het voortzetten van een opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band.
Bedieningsschakelaar
A M
NE13
Instellen van de opnamefunctie
Stel de opnamefunctie voor de cassette in naar uw eigen voorkeur.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•De spanningsindicator licht op en de camcorder wordt ingeschakeld.
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ.
TO MODE MENU
4
END
4
REC MODE
WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
4
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
AUTO AUTO
OFF OFF
SP 40X
ON AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
SP
40X ON AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
Vergrendeltoets
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
0
Spannings-
C
A
M
E
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Functiemenu
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
STEL DE OPNAMEFUNCTIE IN
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk eerst naar “REC MODE” te verplaatsen. Druk vervolgens op de keuzeschijf en “SP” of “LP” licht op. Verdraai MENU/
SET om “SP” of “LP” te kiezen. Druk tweemaal op MENU/SET om het opnamemenu te verlaten.
•Het vervangen van het audiospoor (“audio­dubben”) is niet mogelijk met cassettes die met de LP functie zijn opgenomen.
•“LP” (“Long Play”) is economischer want u beschikt over 1,5 keer de normale opnametijd van een band.
OPMERKINGEN:
Wanneer u tijdens opname de snelheid verandert zal bij weergave op dat punt het beeld wazig zijn.
Speel cassettes die met de LP snelheid zijn opgenomen bij voorkeur met deze camcorder af.
Tijdens weergave van een cassette die met een andere camcorder is opgenomen verschijnen er mogelijk ruisblokken in beeld of valt het geluid soms weg.
SP
– – – – –6 – – – –
SP LP
Opnamesnelheid­indicator
14 NE
Klepje MultiMediaCard
Aansluitingen
MultiMediaCard
STARTEN
(vervolg)
Laden van een MultiMediaCard
CONTROLEER OF HET TOESTEL UIT IS
1
De stroom voor de camcorder moet uitgeschakeld zijn.
OPEN HET KLEPJE VOOR DE
2
MULTIMEDIACARD
STEEK DE MULTIMEDIACARD IN HET
3
TOESTEL
Steek de MultiMediaCard met de aansluitingen eerst en het label naar boven in het toestel (zie de afbeelding links).
•Raak de aansluitingen niet aan.
SLUIT HET KLEPJE VOOR DE
4
MULTIMEDIACARD
•Als het kaartje er niet goed in zit, kunt u het klepje niet dicht doen.
OPMERKINGEN:
U mag alleen MultiMediaCards gebruiken waarop “ ” staat.
Sommige merken MultiMediaCard kunnen niet gebruikt worden in deze camcorder. Raadpleeg de fabrikant of de dealer voor u een MultiMediaCard aanschaft.
EJECT toets
Uitnemen van een MultiMediaCard
De beelden blijven opgeslagen op de MultiMediaCard zelfs al heeft u het kaartje uit de camcorder gehaald.
CONTROLEER OF HET TOESTEL UIT IS
1
De stroom voor de camcorder moet uitgeschakeld zijn.
OPEN HET KLEPJE VOOR DE
2
MULTIMEDIACARD
HAAL DE MULTIMEDIACARD UIT HET
3
TOESTEL
Druk op EJECT (uitwerpen). De MultiMediaCard komt een stukje uit de camcorder.
SLUIT HET KLEPJE VOOR DE
4
MULTIMEDIACARD
LET OP:
Doe de MultiMediaCard niet in of uit de camcorder terwijl deze aan staat. Hierdoor kunnen de op de MultiMediaCard opgeslagen gegevens onleesbaar worden of kan de camcorder niet meer in staat blijken te herkennen of er een kaartje in het toestel zit of niet.
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ.
TO MODE MENU
4
END
4
QUALITY
ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
AUTO AUTO
OFF
0
FINE 40X ON AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
Vergrendeltoets
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
C
D
S
C
P
L
A
Y
indicator
Spannings-
5
S
A
R
D
E
S
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Functiemenu
NE15
Instelling beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeuren instellen. Dit toestel beschikt over drie instellingen voor de beeldkwaliteit: FINE (fijn), STANDARD (standaard) en ECONOMY (zuinig) (in aflopende volgorde van kwaliteit).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk MENU/SET in. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
STEL DE BEELDKWALITEIT IN
4
Verplaats eerst de oplichtende balk naar “QUALITY” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en de instelling “FINE”, “STAND­ARD” of “ECONOMY” zal oplichten. Kies “FINE”, “STANDARD” of “ECONOMY” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf twee keer in om het opnamemenu te verlaten.
OPMERKING:
Het aantal beelden dat u kunt opslaan hangt af van de gekozen beeldkwaliteit en van de grootte van de beelden zelf.
Beeldkwaliteit
FINE STANDARD ECONOMY
Aantal beelden (op te slaan op de meegeleverde MultiMediaCard)
Ongeveer 30 Ongeveer 50 Ongeveer 100
4
QUALITY ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
FINE
40X ON AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
16 NE
STARTEN
(vervolg)
Bevestigen van een statief
BRENG IN LIJN EN ZET VAST
1
Breng de schroef van het statief in lijn met de statiefaansluiting op de camera. Draai de schroef aan.
LET OP:
Bij gebruik van een statief moet u deze goed openen en de poten geheel uittrekken zodat de camcorder stabiel op het statief staat. Voorkom beschadiging van het toestel door het omvallen en gebruik daarom geen klein of niet-stevig statief.
Om de camcorder aan te zetten, dient u eerst de Spanningsschakelaar op een andere bedieningsfunctie dan “OFF” (uit) te zetten. Vervolgens trekt u de zoeker helemaal uit of klapt u de LCD-monitor open. Wanneer u de Spanningsschakelaar verdraait moet u tegelijkertijd de vergrendeltoets indrukken.
Vergrendeltoets
A M
C
P
/
Y
A
L
P
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
NE17
Bedieningsfunctie
Door de Spanningsschakelaar en de Bedieningsschakelaar te verdraaien kunt u de meest geschikte bedieningsfunctie kiezen volgens de onderstaande tabel:
Stand Spannings­schakelaar/Bedien- Functie ingsschakelaar
Voor normale opnamen op cassette.
Opname van beelden van 5 seconden:
5S
Digitale stilbeeld camera:
Stelt u in staat om korte clips van 5 seconden op cassette op te nemen om de gang erin te houden. Stelt u in staat om op te nemen in de handmatige bedieningsfunctie. De scherpstelling en belichting zullen echter hetzelfde zijn als in de volautomatische bedieningsfunctie en het zal niet mogelijk zijn om menu­instellingen te wijzigen met de MENU/SET keuzeschijf.
Voor normale opnamen op de MultiMediaCard.
Bedienings­schakelaar
Spanningsschakelaar
Afhankelijk van de stand waarin u de Bedieningsschakelaar heeft gezet zal er in de linker bovenhoek “F.AUTO” of “MANUAL” verschijnen.
F . AUTO
PAUSE
MANUAL
PAUSE
Op “ ”
Ingesteld op “ ” (Wanneer de Spanningsschakelaar op “5S” is gezet, zal de aanduiding “MANUAL” knipperen.)
Wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of “ ” is gezet, zullen deze aanduidingen niet verschijnen.
Stelt u in staat een opname op cassette weer te geven of om een
Stand van de Spanningsschakelaar
stilbeeld opgenomen op cassette of MultiMediaCard over te brengen naar een computer.
Stelt u in een staat een beeld dat opgeslagen is op de MultiMediaCard weer te geven.
OFF (uitge­schakeld)
Voor het uitschakelen van de camcorder. De scherpstelling en belichting worden met de schijf in deze stand automatisch op “AUTO” gesteld.
Volautomatisch:
Voor opname ZONDER speciale effecten en geen handmatige instellingen. Geschikt voor standaardopname.
Handmatig:
U kunt diverse opnamefuncties van de menu’s gebruiken. Stel de handmatige functie in indien u speciale effecten wilt voor een creatievere opname dan in vergelijking met de
Stand Bedieningsschakelaar
volautomatische functie.
18 NE
Bedieningsschakelaar
A M
START/STOP toets
OPEN/EJECT schakelaar
Opname-
indicatielampje
(Licht op tijdens
opname.)
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
OPNAME
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Spanning (Z blz. 8)
Instellen van de handgreep (Z blz. 10)
Instellen van de zoeker (Z blz. 10)
Instellen van de opnamefunctie (Z blz. 13)
PLAATS EEN CASSETTE
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het deksel open totdat dit in-klikt. De houder zal automatisch openen. Plaats een cassette en druk op “PUSH HERE” om de cassettehouder te sluiten.
•Nadat de cassettehouder eenmaal is gesloten wordt
Opnemen terwijl u het beeld in de zoeker bekijkt
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de LCD monitor helemaal dicht en vergrendeld is. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit.
•De lens-afdekking zal open gaan, de
•De scène waarop u richt wordt in de zoeker
Basisbediening opname voor video
de houder automatisch verder in het mechanisme getrokken. Wacht totdat de houder geheel in het mechanisme is getrokken alvorens de cassette­afdekking te sluiten.
Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder gaat in de Opnamestandbyfunctie.
getoond met “PAUSE” erover getoond.
START DE OPNAME
3
Druk op START/STOP.
•“ ” wordt tijdens de opname in de zoeker getoond.
START/STOP toets
25 min
Resterende bandtijd
min
(Telt nu)
90 min
89 min
3 min
2 min
(knippert)
1 min
(knippert)
0 min
(knippert)
NE19
STOP DE OPNAME
4
Druk nog een keer op START/STOP om de opname te stoppen.
•De camcorder schakelt weer in de opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
Het beeld wordt niet tegelijk op de LCD-monitor en in de zoeker getoond. Er zal geen beeld op de LCD­monitor verschijnen wanneer de zoeker geheel is uitgetrokken. Opname is niet mogelijk met zowel de LCD-monitor geopend als de zoeker uitgetrokken. Tijdens interface-opname (Z blz. 21) verschijnt het beeld echter tegelijk op de LCD-monitor en in de zoeker.
De cassettehouder kan uitsluitend worden geopend wanneer een spanningsbron is aangesloten.
Na het openen van de cassette-afdekking duurt het mogelijk even eer de houder opent. Forceer de houder niet.
De resterende tijd die in de zoeker wordt getoond is bij benadering.
De benodigde tijd voor het bepalen van de resterende bandtijd en de nauwkeurigheid varieert mogelijk afhankelijk van de geplaatste cassette.
“TAPE END” zal worden getoond indien het eind van de cassette is bereikt. De spanning zal vervolgens automatisch worden uitgeschakeld indien u de camcorder 5 minuten in deze toestand laat. “TAPE END” wordt tevens getoond indien u een cassette plaatst die reeds geheel is opgespoeld.
Wanneer de Opnamestandbyfunctie 5 minuten onveranderd ingeschakeld blijft, zal de camcorder zichzelf automatisch uitzetten. Om de camcorder weer aan te zetten Duwt u de zoeker in en trekt u hem weer uit, of doet u de LCD-monitor dicht en weer open.
De tijdcode wordt onderbroken en er worden mogelijk fouten bij het monteren gemaakt indien er een leeg gedeelte tussen opgenomen scènes op de band is. Vervolg daarom een opname vanaf het laatst opgenomen punt op de band. Zie “Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” (Z blz. 25).
Tijdens opname hoort u geen geluid via de luidspreker. U moet een los verkrijgbare hoofdtelefoon met de hoofdtelefoonaansluiting verbinden indien u het geluid tijdens opname wilt beluisteren. Het geluid wordt dan met het voor weergave ingestelde volume weergegeven.
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de opname dient u de bladzijden 34 – 39 te raadplegen.
20 NE
Bedieningsschakelaar
OPNAME
Basisbediening opname voor video (vervolg)
Opnemen terwijl u het beeld op de LCD­monitor bekijkt
Voer stap 1 uit alvorens de volgende stappen uit te voeren (Z blz. 18).
ACTIVEER DE
2
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Let er op dat de zoeker weer geheel ingeschoven wordt. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open.
•De lens-afdekking zal open gaan, de Spanningsindicator zal oplichten en de camcorder gaat in de Opnamestandbyfunctie.
•De scène waarop u richt wordt op de LCD-monitor getoond met “PAUSE” erover getoond.
A M
START/STOP toets
Spanningsschakelaar
Opname­indicatielampje (Licht op tijdens opname.)
Vergrendeltoets
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spannings­indicator
START DE OPNAME
3
Kantel de LCD-monitor omhoog/omlaag al naar gelang het beste zicht (Z blz. 21) en druk op START/ STOP.
•“ ” wordt tijdens de opname in de LCD-monitor getoond.
STOP DE OPNAME
4
Druk nogmaals op START/STOP.
•De camcorder schakelt weer in de opnamestandbyfunctie.
OPMERKINGEN:
Bij gebruik van de LCD-monitor buitenshuis in het directe zonlicht, zal het beeld soms moeilijk te zien zijn. Gebruik in dat geval de zoeker (Z blz. 18).
Om het Opname-indicatielampje uit te zetten tijdens de opname dient u de bladzijden 34 – 39 te raadplegen.
Zie blz. 19 voor verdere opmerkingen.
Zelfopname
MENU/SET keuzeschijf
NE21
Journalistenopname
Bepaalde situaties vragen om een ander opnameperspectief om bijvoorbeeld het effect te versterken.
OPEN DE LCD-MONITOR
1
Controleer dat de LCD-monitor geheel geopend is.
KANTEL DE LCD-MONITOR
2
Kantel de LCD-monitor in de gewenste richting.
•De LCD-monitor kan bijna een hele cirkel worden gedraaid (270°: 90° omlaag, 180° omhoog).
Interface-opname
Een persoon die wordt gefilm kan zichzelf in de LCD­monitor bekijken. U kunt tevens uzelf opnemen en tegelijkertijd het resultaat op de LCD-monitor in de gaten houden.
KANTEL DE LCD-MONITOR OMHOOG
1
Open de LCD-monitor en kantel 180 graden omhoog zodat deze naar voren is gericht.
•Het beeld op de monitor wordt op z’n kop gezet. Als de zoeker op dit moment uitgetrokken is, zal deze ook aan gaan.
START DE OPNAME
2
Richt de lens naar het op te nemen onderwerp (uzelf voor zelfopname) en start de opname.
•Tijdens interface-opname (zelfopname) worden uitsluitend de “bandtransport-indicator” en waarschuwingen (Z blz. 102 – 105) getoond; deze worden omgekeerd als spiegelbeeld op het display getoond maar worden echter niet omgekeerd opgenomen.
OPMERKING:
De resterende bandtijdindicator wordt niet getoond tijdens zelfopname. Wanneer er nog slechts 2 minuten bandtijd resteert zal de indicator echter wel verschijnen:
(knippert)
(knippert) (knippert)
Regelen van de helderheid
U kunt de helderheid van het display instellen door MENU/SET te verdraaien.
BRIGHT
– – – – –
6
– – – – –
STEL DE HELDERHEID IN
1
Verdraai MENU/SET totdat de indicator voor de helderheid verplaatst en de helderheid voor het display als gewenst is.
•De aanduiding voor de helderheid verschijnt op het display.
•Wanneer de zoeker uitgetrokken wordt, is het ook mogelijk de helderheid daarvan te regelen.
22 NE
A M
Bedienings­schakelaar
OPNAME
Vergrendeltoets
PHOTO (SNAPSHOT) toets
5
S
A
R
D
E
S
M
C
A
D
C
S
F
C
F
O
P
L
C
A
P
/
Y
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Flitser
Flitssensor
SNAPSHOT MODE toets
Basisbediening opname digitale stilbeeld camera (D.S.C.)
Basisbediening foto’s maken (momentopname)
U kunt uw camcorder gebruiken als digitale stilbeeld camera (D.S.C.) om momentopnamen te maken. Stilbeelden die u gemaakt heeft met de camcorder in de D.S.C. stand (met de Spanningsschakelaar op “ ”) worden opgeslagen op de MultiMediaCard.
OPMERKING:
De hieronder vermelde instellingen dienen reeds te zijn gemaakt. Maak deze instellingen indien nog niet uitgevoerd.
Spanning (Z blz. 8)
Instellen van de handgreep (Z blz. 10)
Instellen van de zoeker (Z blz. 10)
Spannings­indicator
Laden van een MultiMediaCard (Z blz. 14)
Instelling beeldkwaliteit (Z blz. 15)
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
KIES DE MOMENTOPNAMEFUNCTIE
2
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5 momentopnamefuncties door op SNAPSHOT MODE te drukken (Z blz. 23). Druk zo vaak als nodig is op SNAPSHOT MODE tot de gewenste opnamefunctie indicator getoond wordt.
MOMENTOPNAME OPNEMEN
NEEM EEN MOMENTOPNAME OP
1
Druk op PHOTO (SNAPSHOT). Het beeld zal worden opgeslagen op de MultiMediaCard.
•Wanneer de “ ” flits-klaar indicator verschijnt, zal er geflitst worden.
Display
STANDARD
FULL
Momentopname­functie
Beeldkwaliteit
Toont de ingestelde beeldkwaliteit voor het opgeslagen beeld. U kunt kiezen uit 3 kwaliteiten: FINE, STANDARD en ECONOMY (in afnemende volgorde van kwaliteit).
PHOTO
Aantal opgenomen beelden
Toont het aantal beelden dat u al opgenomen heeft.
10/38
Totaal aantal beelden
Toont het geschatte totale aantal beelden dat opgeslagen kan worden, inclusief de beelden die u al opgenomen heeft. Het aangegeven aantal neemt toe of af, afhankelijk van de opgeslagen beelden, de ingestelde beeldkwaliteit, enz.
Kaart-icoon
Verschijnt wanneer er een MultiMediaCard in het toestel gedaan is. Knippert wanneer er geen MultiMediaCard in het toestel zit.
Opname-icoon
Verschijnt en knippert terwijl u een momentopname maakt.
10/38
Tijdens de
MSTANDARD
momentopname
PIN-UP Pin-Up functie*
FRAME Snapshotfunctie
met lijst*
FULL Snapshotfunctie
zonder lijst*
MULTI-4 Multi-Analyzer 4
MULTI-9 Multi-Analyzer 9
NE23
Om een beeld op te nemen met een titel/omlijsting . . .
.... zie “Aanbrengen van een titel/omlijsting” (Z blz. 69).
Annuleren van het geluid van de sluiter . . .
.... wanneer u het gesimuleerde geluid van de sluiter niet
wilt horen, dient u via het systeemmenu de instelling BEEP/TALLY “OFF” (uit) te zetten (Z blz. 34 – 39). Het geluid zal niet meer door de luidspreker klinken.
OPMERKINGEN:
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt. De flitser zal echter niet afgaan.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding “PHOTO” gaan knipperen wanneer er op PHOTO (SNAPSHOT) wordt gedrukt.
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten (Z blz. 44, 45) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zo’n geval.
Als u ongeveer 5 minuten geen opname maakt terwijl de Spanningsschakelaar op “ ” staat en het toestel van stroom wordt voorzien met een accu, zal de camcorder automatisch uitschakelen om stroom te sparen. Om weer een opname te kunnen maken, kunt u de LCD­monitor dicht en weer open doen. Wanneer u de zoeker gebruikt, kunt u deze indrukken en weer uit trekken.
De motordrive-functie (Z blz. 30) kan niet ingeschakeld worden met de Spanningsschakelaar op “ ”.
Om het rode-ogen effect voor de gefotografeerde persoon te verminderen zie Z blz. 32.
Wanneer een kabel of een hoofdtelefoon is aangesloten op de AV OUT uitgangsaansluiting, zal het geluid van de sluiter niet hoorbaar zijn, maar wel op de cassette worden opgenomen.
*:Het gesimuleerde geluid van een sluiter zal
klinken.
24 NE
Inzoomen (T: tele)
D T
1X
W
T
W
Digitaal zoombereik
10X (optisch) zoombereik
D T
10X
W
Motorzoomhendel
OPNAME
T
D T
20X
W
Uitzoomen (W: groothoek)
Zoomdisplay
D T
10X
W
Zoombereik bij benadering
W
D T
40X
W
Basisbediening opname voor video en D.S.C.
FUNCTIE: DOEL:
In- en uitzoomen of het direct vergroten of verkleinen van een beeld.
HANDELING:
Inzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “T”.
Uitzoomen
Verschuif de motorzoomhendel naar “W”. n Het zoomen wordt sneller uitgevoerd naarmate u de
motorzoomhendel harder naar een andere stand drukt.
OPMERKINGEN:
Scherpstellen is misschien niet mogelijk tijdens het zoomen. U moet in dat geval de zoom tijdens de opnamestandbyfunctie instellen, de scherpstelling handmatig instellen en vergrendelen (Z blz. 47) en dan tijdens opname in- of uitzoomen.
Tijdens de volautomatische funcite (met de Bedieningsschakelaar op “ ” gedrukt), kunt u tot maximaal 40X zoomen. Met Handbediening (met de Bedieningsschakelaar op 100X zoomen of tot 10X met gebruik van de optische zoom.
Zoomen met een sterkere vergroting dan 10X gebeurt op digitale wijze, en we noemen het daarom digitaal zoomen.
De beeldkwaliteit is bij het digitaal zoomen iets minder.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt met functies waarbij de beelden op digitale wijze worden verwerkt (Beeld Wipe/overgangsfunctie, Z blz. 42, Video Echo, Z blz. 45 enz.).
Macro-opnamen (tot 5 cm vanaf het onderwerp) zyn mogelijk wanneer de motorzoomhendel geheel naar “W” is gedrukt. Zie ook “TELE MACRO” in het Systeem Menu op bladzijde 39.
Zoomen
“ ”
), kunt u tot maximaal
A M
Bedienings­schakelaar
Spannings-
F
C
F
A
O
M
indicator
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spanningsschakelaar
NE25
OPMERKING: Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
Tijdcode
Tijdens opname wordt een tijdcode op de band aangebracht. Met deze code kunt u de plaats van een opgenomen scène op de band tijdens weergave controleren. Indien u de opname vanaf een blanco gedeelte start, begint de tijdcode met “00:00:00” (minuten/ seconden/beeld). Indien u vanaf een reeds opgenomen gedeelte start, zal de tijdcode vanaf het laatste tijdcodenummer verder lopen.
U heeft een tijdcode nodig voor het monteren van meerdere scènes in een willekeurige volgorde (Z blz. 84 – 89). De tijdcode wordt onderbroken indien er tijdens opname halverwege de cassette een blanco gedeelte wordt gevonden. Bij het daarna voortzetten van de opname start de tijdcode weer vanaf “00:00:00”. Er zullen in dat geval mogelijk tijdcodes worden aangebracht die reeds bij de hiervoor opgenomen scènes zijn gebruikt. Voer onder de volgende gevallen de handelingen uit van “Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band” (zie hieronder) zodat er geen lege gedeelten op de band komen.
•Indien u na weergave van een opgenomen cassette de opname op deze cassette wilt vervolgen.
•Indien u de spanning tijdens opname uitschakelt.
•Indien u een cassette tijdens opname verwijdert en weer terugplaatst.
•Indien u verder op een gedeeltelijk opgenomen cassette wilt opnemen.
•Indien u op een leeg gedeelte tussen opnamen op de cassette wilt opnemen.
TC
•Indien u na opname van een scène de opname vervolgt en de cassette-afdekking werd geopend/gesloten.
Opname op een reeds gedeeltelijk opgenomen band
1. Start de weergave van de band om het punt vanaf waar u wilt opnemen op te zoeken. Schakel daar de
stilbeeldweergavefunctie in (Z blz. 53).
2. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of
op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en begin op te nemen.
OPMERKINGEN:
De tijdcode kan niet worden teruggesteld.
Tijdens het snel door- en terugspoelen zal de aanduiding van de tijdcode mogelijk niet soepel lopen.
Display
12 : 34 : 24
Tijdcode wordt tijdens weergave getoond.
Minuten Seconden
Beelden (25 beelden = 1 seconde)
Wanneer er blanco gedeelten op een cassette zijn
Tijdcode 00:00:00
Cassetteband
Opname startpunt
Tijdcode 05:43:21
BlancoReeds opgenomen scène
Opname stoppunt
Opname startpunt
Juiste manier van opnemen
Tijdcode 00:00:00
Cassetteband
Opname startpunt
Tijdcode 05:43:21
Opname startpuntOpname stoppunt
Tijdcode 00:00:00
Tijdcode 05:44:00
Nieuw opgenomen scène
Laatste scèneNieuwe scèneReeds opgenomen scène
26 NE
OFF
FLASH ADJ.
P. AE
/ EFFECT
END
0
4
– – – – –6 – – – –
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU END
OFF AUTO
FLASH
GAIN UP AGC SELF-TIMER
Bedieningsschakelaar
A M
OPNAME
Vergrendeltoets
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C.
Tonen van de datum en tijd tijdens opname
Met de Bedieningsschakelaar op “ ”, kunt u kiezen of u de datum en tijd tijdens opname wilt tonen of niet. De datum en tijd moeten natuurlijk reeds zijn ingesteld indien u deze wilt tonen (“Instellen van de datum/tijd” Z blz. 11). Stel “DISPLAY” van het datum/tijd-menu op “ON” om de datum te tonen. De datum en tijd worden altijd getoond wanneer de Bedieningsschakelaar naar “ ” is gedrukt.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
MENU/SET keuzeschijf
Display
TO MODE MENU
DATE/TIME
INDICATION ON ON SCREEN OFF
DATE / TIME
4
RETURN
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
16 : 40
C
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Functiemenu
Datum/tijd-menu
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD-MENU
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “TO DATE/TIME MENU” te verplaatsen. Druk op de schijf en het datum/tijd-menu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “DISPLAY” te verplaatsen. Druk op de schijf.
STEL DE FUNCTIE IN
6
Doorloop de beschikbare instellingen van de gekozen functies door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk op de schijf en de opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “RETURN”.
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET. Het instellen is klaar en het menu verdwijnt.
OPMERKINGEN:
Verbind de camcorder met een TV en stel “ON SCREEN” van het datum/tijd-menu op “ON”. Het display verschijnt nu op het scherm van de aangesloten TV.
Zelfs als “ON SCREEN” (in beeld) op “ON” (aan) is gezet, zullen de aanduidingen toch van de TV verwijderd worden als “INDICATION” (aanduiding) op “OFF” (uit) is gezet (Z blz. 27).
OFF
FLASH ADJ.
P. AE
/ EFFECT
END
0
4
– – – – –6 – – – –
4
TO DATE / TIME MENU
TO SYSTEM MENU END
OFF AUTO
FLASH
GAIN UP AGC SELF-TIMER
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
Display
TO MODE MENU
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Functiemenu
NE27
LCD Monitor/Zoeker aanduidingen
U kunt de aanduidingen op de LCD monitor en in de zoeker naar keuze laten verschijnen of verdwijnen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
OPEN HET DATUM/TIJD MENU
4
Verplaats de oplichtende balk naar “TO DATE/TIME MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het datum/tijd menu zal verschijnen.
KIES FUNCTIE
5
Verplaats de oplichtende balk naar “INDICATION” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en druk deze vervolgens in.
STEL DE FUNCTIE PARAMETERS IN
6
Rol langs de beschikbare instellingen voor de geselecteerde functies door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en stop wanneer de gewenste verschijnt.
OFF: Om de aanduidingen te laten verdwijnen ON: Om de aanduidingen te laten verschijnen.
Druk dan op de keuzeschijf en de balk zal automatisch naar “RETURN” gaan.
INDICATION ON ON SCREEN OFF
DATE / TIME
4
RETURN
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
16 : 40
Datum/tijd-menu
SLUIT HET OPNAMEMENU
7
Druk twee keer op de MENU/SET keuzeschijf. U bent nu klaar en het menu zal verdwijnen.
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijk de transportindicator “ waarschuwingen en dergelijke van de LCD monitor of zoeker te verwijderen. Zie bladzijde 102 en 103 voor de aanduidingen die eventueel verwijderd kunnen worden.
Als “INDICATION” is ingesteld via het datum/tijd-menu, zal dezelfde instelling gelden voor “INDICATION” onder het weergave-menu (Z blz. 55).
444
” en
28 NE
Bedieningsschakelaar
A M
START/STOP toets
PHOTO (SNAPSHOT) toets
MANUAL
MANUAL
Gaat in de 5 Seconden Overgangsfunctie over in het nieuwe beeld
OPNAME
Display
PAUSE
5S MODE
Na 5 seconden
PAUSE
5S MODE
Vergrendeltoets
E
R
M
A
A
5
C
S
F
D
F
S
O
C
C
P
D
/
S
Y
C
A
L
P
P
L
A
Y
Spanningsschakelaar
REC
444
REC
Opnamestandby
444
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Scene (5 seconden opname)
Neem een vakantie of een belangrijke gebeurtenis in clips van 5 seconden op om de actie erin te houden. Deze functie is alleen beschikbaar voor video-opnamen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ” en zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “5S” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•“5S MODE” verschijnt in beeld.
BEGIN DE 5S FUNCTIE OPNAME
2
Druk op START/STOP. Het opname-indicatielampje gaat branden en er zal een piepsignaal klinken om aan
Spannings­indicator
te geven dat de opname begint. Na 5 seconden gaat de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie.
•Als u nog een keer, binnen 5 seconden nadat de
opname is begonnen, op START/STOP drukt, zal de opnamestandbyfunctie niet ingeschakeld worden.
•Als u START/STOP ingedrukt houdt, zal de opname doorgaan tot u START/STOP loslaat.
BEEINDIGEN VAN DE 5S FUNCTIE
3
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” of “OFF”.
Om een momentopname in de 5 Seconden Opname­Functie te maken . . .
.... in plaats van bij stap 2 op START/STOP te drukken,
dient u SNAPSHOT MODE zo vaak als nodig is in te drukken tot de gewenste aanduiding voor momentopname in beeld verschijnt, waarna u op PHOTO (SNAPSHOT) drukt. De camcorder neemt dan een stilbeeld op van 5 seconden (Z blz. 30). Wanneer “SCENE” is ingesteld op “ANIM.” (Z blz. 34 – 39), is deze mogelijkheid niet beschikbaar.
OPMERKINGEN:
Wanneer “SCENE” op “ANIM.” staat in het Systeem Menu, is de hele 5 Seconden Opname Functie niet beschikbaar. In plaats daarvan wordt er een animatie­opname gemaakt van een clip van 1/3 seconde (Z blz. 34 – 39).
Terwijl de 5-seconden opnamefunctie in werking is, kunt u geen Fade/Wipe effecten (Z blz. 43) of Programma AE met speciale effecten (Z blz. 45) uitvoeren. Wanneer u echter “SCENE” onder het systeemmenu op “5SD” zet (Z blz. 39), kunt u wel de Oplos-overgang blijven gebruiken (zie hieronder).
Beeldovergangen bij de 5 Seconden Opname Functie
Zet “SCENE” op “5SD” via het systeemmenu (Z blz. 34 –
39) en bij stap 1 zal de aanduiding “5SD MODE” verschijnen. Neem een clip van 5 seconden op en het beeld aan het eind van de clip zal worden opgeslagen. Als u de volgende clip binnen 5 minuten opneemt, zal de vorige scène vloeiend in de nieuwe scène overgaan.
•Als u de stroom uitschakelt raakt u het opgeslagen beeld kwijt.
OFF
FLASH ADJ.
P. AE
/ EFFECT
END
0
4
– – – – –6 – – – –
4
TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
ON AUTO
FLASH
GAIN UP AGC
SELF-TIMER
Bedieningsschakelaar
A M
START/STOP toets
MENU/SET keuzeschijf
Display
TO MODE MENU
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
NE29
Zelfontspanner
Wanneer de camcorder klaar is gezet, kan de cameraman op een natuurlijker manier deel worden van de op te nemen scène, wat de perfecte afwerking geeft aan een gedenkwaardige opname.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of “ ” (of “5S”) terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
•U kunt de LCD-monitor maximaal 180 graden kantelen zodat de monitor naar voren is gericht en u uzelf tijdens de zelfopname op de monitor kunt bekijken de zoeker moet echter zijn ingedrukt.
OPEN HET OPNAME MENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
3
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
STEL DE ZELFONTSPANNER IN
4
Verplaats de opgelichte balk naar “SELF-TIMER” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en de parameter zal oplichten. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot “ON” verschijnt. Druk de keuzeschijf twee keer in om het opnamemenu te verlaten.
MANUAL
Wanneer START/STOP of PHOTO (SNAPSHOT) wordt ingedrukt zal het opnameindicatielampje als aangegeven veranderen:
PAUSE
– – –
Functiemenu
Zelfontspanner aanduiding
STEL DE ZELFONTSPANNER IN WERKING
5
Druk op START/STOP. Na 15 seconden zal er een piepsignaal klinken en zal de video-opname beginnen. Om het opnemen via de zelfontspanner te stoppen, dient u weer op START/STOP te drukken. De camcorder gaat dan weer in de opnamestandbyfunctie.
OF
Druk op PHOTO (SNAPSHOT). Na 15 seconden zal er een piepsignaal klinken en zal de momentopname gemaakt worden. Hierna gaat de camcorder weer in de opnamestandbyfunctie.
BEËINDIGEN VAN DE WERKING VAN
6
DE ZELFONTSPANNER
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of zet de Spanningsschakelaar op “OFF”. De instelling voor de zelfontspanner keert dan weer vanzelf terug naar “OFF”.
Begint te knipperen (de zelfontspanner begint te lopen)
Knippert snel (de opname zal
¥¥
zo beginnen)
Na ongeveer 15 seconden.
Stopt met knipperen en blijft branden (de opname begint)
4
30 NE
A M
OPNAME
Vergrendeltoets
PHOTO (SNAPSHOT) toets
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spannings­indicator
Momentopname (voor video-opnamen)
Gebruik uw camcorder net als een normale fotocamera en neem een momentopname, of schiet er een paar achter elkaar. Met deze mogelijkheid kunt u stilbeelden die eruit zien als foto’s vastleggen op een cassette.
MOMENTOPNAME FUNCTIE SELECTIE
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
KIES DE MOMENTOPNAMEFUNCTIE
2
Kies de geschikte opnamefunctie uit de 5 momentopnamefuncties (Z blz. 31) door op SNAPSHOT MODE te drukken. Druk zo vaak als nodig is op SNAPSHOT MODE tot de gewenste opnamefunctie indicator getoond wordt.
Bedienings­schakelaar
Display
FULL
PHOTO
Spanningsschakelaar
SNAPSHOT MODE toets
Momentopname­functie
Tijdens de momentopname
MOMENTOPNAME OPNEMEN
NEEM EEN MOMENTOPNAME OP
1
Druk op PHOTO (SNAPSHOT).
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder in de Opnamestandbyfunctie staat . . .
.... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld
verschijnen en zal er gedurende ongeveer 6 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opnamestandbyfunctie zal terugkeren.
Als u op SNAPSHOT drukt terwijl de camcorder aan het opnemen is . . .
.... zal de aanduiding “PHOTO” in beeld
verschijnen en zal er gedurende ongeveer 5 seconden een stilbeeld worden vastgelegd, waarna de camcorder weer in de Opname-stand zal terugkeren.
•Wanneer de “ ” flits-klaar indicator verschijnt, zal er geflitst worden.
Motordrive-functie
Als u PHOTO (SNAPSHOT) ingedrukt houdt, krijgt u het effect van een serie foto’s die met een motordrive gemaakt zouden kunnen zijn. (De tijd tussen twee opvolgende beelden bedraagt ongeveer 1 seconde.) Wanneer echter via het systeemmenu “REC SELECT” is ingesteld op “TAPE & CARD” (Z blz. 39), zal de motordrive-functie niet werken.
Annuleren van het geluid van de sluiter . . .
.... Stel BEEP/TALLY in het systeemmenu op “OFF”
(Z blz. 34 – 39) indien u het geluid van de sluiter niet wilt horen. Het geluid wordt dan niet via de luidspreker weergegeven maar wel op de band opgenomen.
PIN-UP Pin-Up functie*
FRAME Snapshotfunctie
met lijst*
FULL Snapshotfunctie
zonder lijst*
MULTI-4 Multi-Analyzer 4
MULTI-9 Multi-Analyzer 9
NE31
OPMERKINGEN:
Zelfs als “MULTI-4” of “MULTI-9” ingeschakeld is, zal een momentopname worden uitgevoerd met gebruikmaking van het volle beeld (FULL) als er digitaal gezoomd wordt. De flitser zal echter niet afgaan.
Als een momentopname niet mogelijk is, zal de aanduiding “PHOTO” gaan knipperen wanneer er op PHOTO (SNAPSHOT) wordt gedrukt.
Zelfs als de Programmabelichting met speciale effecten (Z blz. 44) ingeschakeld is, zullen bepaalde functies van de Programmabelichting met speciale effecten niet werken wanneer u een momentopname wilt gaan maken. De icoon zal gaan knipperen in zo’n geval.
Wanneer via het systeemmenu “REC SELECT” is ingesteld op “TAPE & CARD” (Z blz. 39), kunt u niet alleen stilbeelden op een cassette opnemen, maar ook op een MultiMediaCard. Als er geen cassette in het toestel zit, zullen de stilbeelden vanzelf op de MultiMediaCard opgenomen worden, en wanneer er geen MultiMediaCard in het toestel zit, zal de melding “COPYING FAILED” (kopiëren niet gelukt) verschijnen en zullen de stilbeelden alleen op de cassette worden opgenomen.
Als u op PHOTO (SNAPSHOT) drukt terwijl er een cassette wordt afgespeeld . . .
Als er geen MultiMediaCard in het toestel zit: De melding “COPYING FAILED” zal verschijnen en het stilbeeld dat door de momentopname-functie is geproduceerd zal op het display verschijnen, op dezelfde manier als tijdens een opname zou gebeuren.
Als er wel een MultiMediaCard in het toestel zit: Het stilbeeld dat door de momentopname-functie is geproduceerd zal op de MultiMediaCard worden opgeslagen. (Z blz. 77)
Om het rode-ogen effect voor de gefotografeerde persoon te verminderen zie Z blz. 32.
Wanneer een kabel of een hoofdtelefoon is aangesloten op de AV OUT uitgangsaansluiting, zal het geluid van de sluiter niet hoorbaar zijn, maar wel op de cassette worden opgenomen.
*:Het gesimuleerde geluid van een sluiter die
afgaat zal klinken.
32 NE
FLASH ADJ.
END
0
4
– – – – –6 – – – –
4
TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
AUTO
FLASH
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
TO MODE MENU
OPNAME
PHOTO (SNAPSHOT) toets
Display
Flitssensor
Flitser
OPMERKINGEN:
Flits niet op korte afstand van personen.
De flitser zal niet werken bij gebruik van de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 functie (Z blz. 23, 31).
De flitser zal niet afgaan wanneer u de flitser uit “OFF” heeft gezet via het Functiemenu en ook niet wanneer de resterende accuspanning erg laag geworden is. Bovendien zal de flitser niet afgaan wanneer hij via het Functiemenu op “AUTO” is ingesteld terwijl GAIN UP uit “OFF” is gezet ( effecten op “TWILIGHT” is gezet (
Wanneer u een aantal momentopnamen snel achter elkaar maakt (Motor-drive functie), zal de flits alleen maar bij de eerste opname afgaan.
Om te compenseren voor het feit dat flitsopnamen vaak bleker uitvallen dan de werkelijkheid, maakt de camcorder de geflitste momentopnamen automatisch wat donkerder. Wanneer u echter een momentopname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten het bereik van de flitser (ongeveer 2 meter) bevindt, moet u eraan denken dat u de flitser uit (“OFF”) zet omdat anders het beeld te donker zal worden.
Afhankelijk van de verlichting op de achtergrond, zoals fluorescentie (TL) of halogeen lampen, kan de kleur van toon (kleurtemperatuur) veranderen.
Wanneer u de lichtopbrengst van de flitser wilt regelen, dient u “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 33) te raadplegen.
Terwijl de flitser aan het opladen is zal de aanduiding in beeld knipperen en zal, als u toch afdrukt, de flits niet afgaan. Het is mogelijk dat u de flitser kunt horen opladen, dit duidt echter niet op een storing. Dit geluid zal niet worden opgenomen. Het kan tot tien seconden duren voordat de flitser is opgeladen.
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Momentopname Flits (Auto Flash)
Wanneer de camcorder op Volautomatisch is gezet, of in de
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Functiemenu
Z
blz. 45).
Handbediening met “FLASH” onder het Functiemenu op “AUTO” of “AUTO onderwerp te donker is ( zal in beeld verschijnen) wanneer u een momentopname neemt in de Opnamestandbyfunctie. Door onder het Functiemenu de flitser aan of uit te zetten met “FLASH” “ON” of “OFF” kunt u zelf bepalen of de flitser af zal gaan of niet. Om het rode ogen-effect bij het onderwerp van de opname te verminderen, verdient het aanbeveling de instelling “FLASH” (flitser) op “AUTO automatisch afgaan wanneer het donker wordt.
1
2 3
4 5
6
Als in het functiemenu “AUTO ” is geselecteerd . . .
.... de Rode-ogen reductie indicator zal oplichten en u kunt
op PHOTO (SNAPSHOT) drukken. De flits zal nu twee keer afgaan. De eerste flits zorgt ervoor dat de pupillen van de ogen van uw onderwerp zich sluiten zodat het door het netvlies gereflecteerde licht van de tweede flits, waarmee de momentopname gemaakt wordt, minder snel zal leiden tot rode ogen van het onderwerp op de opname.
Z
blz. 37) en ook niet wanneer de Programmabelichting met speciale
” gezet, zal de flits automatisch afgaan als het
” te zetten. In deze functie zal de flitser
ZET DE CAMCORDER IN DE OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
.... gaat u naar stap 6.
Als de Bedieningsschakelaar op “ ” staat . . .
.... gaat u naar stap 2.
OPEN HET OPNAMEMENU
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET FUNCTIEMENU
Verplaats de oplichtende balk naar “TO MODE MENU” door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien. Druk de keuzeschijf in en het functiemenu zal verschijnen.
SELECTEER EEN FUNCTIE
Draai MENU/SET, verplaats de balk in beeld naar “FLASH” en druk de keuzeschijf in.
SELECTEER DE FUNCTIE INSTELLINGEN
Verdraai MENU/SET om de gewenste parameter op het scherm te krijgen
(“AUTO”, “ON”, “OFF” of “AUTO ”)
druk de keuzeschijf vervolgens in. De gekozen parameter zal stoppen met knipperen en de instelling is voltooid. Druk op MENU/SET. Het normale scherm verschijnt weer.
MAAK UW MOMENTOPNAME
Druk op PHOTO (SNAPSHOT).
”, “5S” of
en
FLASH ADJ.
END
0
4
– – – – –6 – – – –
TO MODE MENU END
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
Display
TO MODE MENU
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
indicator
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
NE33
Regelen van de lichtopbrengst van de flitser
Wanneer u een momentopname maakt (Z blz. 22, 30) in het donker zal de camcorder flitsen (Z blz. 32) en de lichtopbrengst van de flitser automatisch regelen. U kunt de lichtopbrengst ook zelf regelen. Wanneer u de flitsopnamen te licht of te donker vindt, kunt u de lichtopbrengst van de flitser met de hand instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
SELECTEER EEN FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET, zet de opgelichte balk op “FLASH ADJ.” (flitser regelen) en druk de keuzeschijf in. De parameter gaat knipperen.
REGEL DE LICHTOPBRENGST VAN DE
4
FLITSER
Door MENU/SET naar boven te draaien wordt de lichtopbrengst naar boven bijgesteld en door MENU/ SET naar beneden te draaien, naar beneden.
•Het instelbereik gaan van –3 t/m +3.
4
MANUAL
FLASH ADJ.
2
2
ACTIVEREN VAN DE INGESTELDE
5
LICHTOPBRENGST
Druk twee keer MENU/SET in. U heeft nu de lichtopbrengst van de flitser met de hand ingesteld en het normale scherm verschijnt weer.
OPMERKINGEN:
Wanneer de accu leeg raakt, of wanneer de flitser uitgezet is in het functiemenu (“FLASH” “OFF”), kan de “FLASH ADJ.” instelling niet meer veranderd worden.
Wanneer u het onderwerp of de locatie voor de momentopnamen verandert, vergeet u dan niet om de instelling van de lichtopbrengst van de flitser weer terug op 0 te zetten, zoals beschreven bij stap 4 en een momentopname te maken om de nieuwe instelling te controleren. Hierna kunt u weer de lichtopbrengst naar eigen inzicht wijzigen.
34 NE
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
OPNAME
Vergrendeltoets
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spanningsschakelaar
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Gebruik van het menu voor gedetailleerde instellingen
Deze camcorder heeft een gemakkelijk te gebruiken in­beeldmenu voor het vereenvoudigen van het maken van gedetailleerde instellingen voor de camcorder (Z blz. 35 –
39).
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Spannings­indicator
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen.
• Verplaats de opgelichte balk naar “END” en ga naar stap 7 wanneer de gewenste instelling niet op het menuscherm wordt getoond.
MAAK DE GEWENSTE INSTELLINGEN
4
Druk MENU/SET in. De procedure die u moet volgen hangt af van de functie die u kiest.
Als u “FOCUS”, “EXPOSURE”, “W.BALANCE”, “FADER/ WIPE”, “P.AE/EFFECT” of “FLASH ADJ.” kiest . . .
..... zie de bijbehorende bladzijden (FOCUS: Z blz. 47,
EXPOSURE: FADER/WIPE: FLASH ADJ.: stap 4.
Als u “TO MODE MENU” kiest . . .
..... zal het functiemenu verschijnen. Ga naar stap 5.
SELECTEER FUNCTIE PARAMETERS IN
5
HET FUNCTIEMENU
Verdraai MENU/SET, verplaats de opgelichte balk naar de gewenste functie en druk de keuzeschijf in.
Als u een andere functie selecteert dan “TO DATE/TIME MENU” of “TO SYSTEM MENU” . . .
..... zullen de instellingen voor alle functies gaan knipperen.
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot de gewenste instelling verschijnt. Ga door naar stap 7.
Als u “TO DATE/TIME MENU” selecteert . . .
..... zal het datum/tijd-menu verschijnen. Ga door naar stap 6.
Als u “TO SYSTEM MENU” selecteert . . .
.....
zal het systeemmenu verschijnen. Ga door naar stap 6.
KIES DE WAARDEN VOOR HET DA-
6
TUM/TIJD-MENU OF SYSTEEMMENU
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen en druk op de schijf.
Met “DATE/TIME” gekozen . . . Z blz. 11. Met andere functies gekozen . . .
..... verdraai MENU/SET totdat de gewenste waarde
verschijnt en druk vervolgens op de schijf. De opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “RETURN”. Ga naar stap 7.
SLUIT HET MENUSCHERM
7
Druk de MENU/SET keuzeschijf zo vaak als nodig is in om terug te keren naar het normale scherm.
Z blz. 48, W.BALANCE: Z blz. 50,
Z blz. 41, P.AE/EFFECT: Z blz. 44,
Z blz. 33) en volg elke procedure vanaf
[Spanningsschakelaar:
of 5S]
Display
4
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ. TO MODE MENU
END
MANUAL
AUTO OFF
OFF
0
Spanningsindicator
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Opnamemenu
NE35
[Spanningsschakelaar:
]
C
A
M
E
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Display
4
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ. TO MODE MENU
END
MANUAL
AUTO OFF
0
Spanningsindicator
5
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Opnamemenu
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
4
REC MODE
WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ. TO MODE MENU
4
END
SP 40X
ON
AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
MANUAL AUTO
OFF OFF
0
Functiemenu
DATE/TIME
INDICATION ON
4
ON SCREEN OFF
DATE / TIME
RETURN
ONDISPLAY
Datum/tijd-menu
SYSTEM MENU
4
TELE MACRO
SCENE BEEP / TALLY WIND CUT SOUND MODE ID NUMBER REC SELECT
RETURN
OFF 5S ON OFF 32kHz 06 TAPE OFFDEMO. MODE
Systeemmenu
REC MODE WIDE MODE OFF ZOOM DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
4
END
25 . 12 . 99
16 : 40
SP 40X
ON
AGC OFF AUTO
DEC 25 98
– – – – –6 – – – –
4
QUALITY FINE
DIS GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
END
40XZOOM
ON
AGC OFF AUTO
– – – – –6 – – – –
INDICATION ON
4
ON SCREEN OFF
DATE / TIME
RETURN
Functiemenu
DATE/TIME
ONDISPLAY
25 . 12 . 99
16 : 40
Datum/tijd-menu
SYSTEM MENU
4
TELE MACRO
BEEP / TALLY ID NUMBER DEMO. MODE
RETURN
OFF ON 06 OFF
Systeemmenu
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ. TO MODE MENU
: 30
4
END
MANUAL AUTO
OFF
0
QUALITY FINE DIS
GAIN UP SELF-TIMER FLASH TO DATE / TIME MENU TO SYSTEM MENU
– – – – –6 – – – –
4
END
40XZOOM
ON
AGC OFF AUTO
DEC 25 98
: 30
Normale scherm
Normale scherm
OPMERKINGEN:
“FADER/WIPE” verschijnt alleen op het opnamemenu wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S” staat.
“REC MODE” en “WIDE MODE” verschijnen alleen op het functiemenu wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S” staat.
“QUALITY” verschijnt alleen op het functiemenu wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
“SCENE”, “WIND CUT”, “SOUND MODE” en “REC SELECT” verschijnen alleen op het systeemmenu wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S” staat.
36 NE
Uitleg van opnamemenu
FOCUS Zie “Scherpstellen” (Z blz. 46, 47). EXPOSURE Zie “Belichtingsregeling” en “Diafragmavergrendeling” (Z blz. 48, 49). W.BALANCE Zie “Instellen van de witbalans” en “Gebruik van de handmatige witbalans”
FADER/WIPE Zie “Fade/wipe-effecten” (Z blz. 41 – 43). P.AE/EFFECT Zie “Programma AE met speciale effecten” (Z blz. 44, 45). FLASH ADJ. Zie “Regelen van de lichtopbrengst van de flitser” (Z blz. 33). TO MODE MENU Zie “Uitleg van Functiemenu” (Z blz. 37).
OPNAME
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
(Z blz. 50, 51).
Uitleg van Functiemenu
REC MODE WIDE MODE
QUALITY ZOOM
DIS
GAIN UP
SELF-TIMER FLASH TO DA TE/TIME MENU TO SYSTEM MENU
: Fabrieksinstelling
Voor het instellen van de opnamefunctie (SP of LP) naar wens (Z blz. 13).
OFF
SQUEEZE
CINEMA
Stelt u in staat de beeldkwaliteit naar uw eigen voorkeur in te stellen (FINE, STAND­ARD of ECONOMY) (Z blz. 15).
10X
40X
100X
ON
OFF
AGC
AUTO
OFF
Zie “Zelfontspanner” (Z blz. 29). Zie “Momentopname Flits (Auto Flash)” (Z blz. 32). Zie “Uitleg van datum/tijd-menu” (Z blz. 38). Zie “Uitleg van systeemmenu” (Z blz. 39).
NE37
Kies “OFF” wanneer u “SQUEEZE” en “CINEMA” beide niet wilt gebruiken.
Voor weergave op TV's met een aspectverhouding van 16:9. Het beeld wordt vergroot om het scherm zonder vervorming te vullen.
verschijnt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Het beeld wordt in verticale richting vergroot bij weergave/opname op een 4:3 TV/LCD-monitor/zoeker.
Er worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd. Tijdens weergave op een breedbeeld-tv, worden de zwarte balken onder en boven op het scherm verwijderd en krijgt het scherm de 16:9 verhouding. Zie de gebruiksaanwijzing van uw breedbeeld-tv voor gebruik van deze functie. Bij weergave/opname op een 4:3 TV/ LCD-monitor/zoeker worden zwarte balken onder en boven op het scherm toegevoegd en wordt het beeld met een 16:9 brievenbus bioscoopverhouding getoond.
Door “10X” in te stellen bij gebruik van de digitale zoom, zal de zoomvergroting naar 10x worden gesteld en de digitale zoom worden uitgeschakeld.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 40 keer digitaal zoomen.
Voor het gebruik van de digitale zoom. Door de beelden digitaal te verwerken en te vergroten, kunt u vanaf 10 keer (de maximale optische zoomvergroting) tot 100 keer digitaal zoomen.
Voor het stabiliseren van trillende beelden veroorzaakt door het bewegen van de camera, vooral bij een sterke vergroting.
OPMERKINGEN:
Een juiste stabilisatie is waarschijnlijk onmogelijk indien de camcorder te veel wordt bewogen of onder de volgende omstandigheden:
Bij het opnemen van onderwerpen die verticale of horizontale strepen hebben.
Bij het opnemen van donkere of vage onderwerpen.
Bij het opnemen van onderwerpen die sterk van achteren zijn belicht.
Bij het opnemen van scènes die in verschillende richtingen bewegen.
Bij het opnemen van scènes waarvan de achtergrond een laag contrast heeft.
Schakel de beeldstabilisator uit wanneer u de camcorder op een statief heeft geplaatst.
De “ ” indicator verschijnt knipperend wanneer de stabilisator niet kan worden gebruikt.
Wordt automatisch geactiveerd bij de volautomatische functie. Het beeld is helder maar ietwat ruwer.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld (1/25 — 1/200 sec.). Opname van een onderwerp bij weinig licht met een sluitertijd van 1/25 levert een helderder beeld dan met de AGC functie ingesteld. De bewegingen van het onderwerp lopen echter niet soepel of natuurlijk. “ ” wordt getoond wanneer deze functie is ingesteld.
Voor het opnemen van donkere scènes zonder de helderheid van het beeld te veranderen.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
38 NE
OPNAME
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Uitleg van datum/tijd-menu
INDICATION ON Zorgt ervoor dat alle aanduidingen in de camcorder verschijnen
OFF Zorgt ervoor dat de aanduidingen (met uitzondering van de
ON SCREEN OFF De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen niet op het
ON De aanduidingen van het display van de camcorder verschijnen op het
DISPLAY ON De instelling voor de datum/tijd wordt met de camcorder getoond
OFF De instelling voor de datum/tijd wordt niet met de camcorder getoond.
DATE/TIME Voor het instellen van de huidige datum en tijd (Z blz. 11).
: Fabrieksinstelling
(Z blz. 27).
transportindicator, waarschuwingen, enz.) in de camcorder verschijnen (Z blz. 27).
scherm van de aangesloten TV.
scherm van de aangesloten TV.
(Z blz. 26).
Uitleg van systeemmenu
TELE MACRO
SCENE
BEEP/TALLY
WIND CUT
SOUND MODE
ID NUMBER
REC SELECT
DEMO. MODE
OFF
ON
5S 5SD ANIM.
ON
OFF
OFF
ON
32 kHz
48 kHz
U heeft dit cijfer nodig wanneer u de camcorder middels de J aansluiting (JLIP) met een computer verbindt. De cijfers lopen van 01 t/m 99. Bij het verlaten van de fabriek is 06 ingesteld.
TAPE
TAPE &
CARD OFF ON
NE39
Normaliter is de afstand tot een onderwerp waarbij de lens in focus is afhankelijk van de zoomvergroting. Tenzij het onderwerp op meer dan 1 meter afstand is, zal de scherpstelling niet juist zijn wanneer geheel is ingezoomd. Met “ON” gekozen kunt u een onderwerp zo groot als u wilt opnemen tot een afstand van ongeveer 60 centimeter.
•Afhankelijk van de zoompositie zal de lens mogelijk niet scherpstellen.
Z blz. 28. Z blz. 28.
Stelt u in staat een clip op te nemen van 1/3 seconde. Door een onbeweeglijk onderwerp op te nemen en de positie daarvan te veranderen tussen de verschillen de opnames door, kunt het bij het afspelen doen lijken alsof het onderwerp beweegt (Z blz. 28).
Het opname-indicatielampje licht op bij het starten van een opname. Het geluidssignaal zal klinken wanneer de stroom wordt in- of uitgeschakeld en aan het begin en het eind van een opname. Ook gebruikt om het sluiter-geluidseffect te activeren (Z blz. 23, 31).
Het opname-indicatielampje blijft altijd opgelicht. Zelfs al is het tijdens de opname niet te horen, het gesimuleerde geluid van de sluiter zal wel op de band worden opgenomen.
De functie voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis wordt uitgeschakeld.
Voor het onderdrukken van de door de wind veroorzaakte ruis.
•“ ” wordt getoond.
•De kwaliteit van het geluid verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Stelt u in staat stereogeluid op vier verschillende kanalen op te nemen en wordt aanbevolen wanneer u gaat audio-dubben.
Voor opname van het stereo-geluid op twee gescheiden geluidssporen.
Wanneer u momentopnames maakt met de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S”, zullen de stilbeelden alleen op de cassette worden opgenomen.
Wanneer u momentopnames maakt met de Spanningsschakelaar op “ ” of “5S”, zullen de stilbeelden niet alleen op de cassette worden opgenomen, maar ook op de MultiMediaCard.
De automatische demonstratie wordt niet uitgevoerd. Voor het demonstreren van diverse functies, bijvoorbeeld Programma AE
met speciale effecten, enz. en het controleren van de werking van deze functies. De demonstratie start wanneer “DEMO. MODE” op “ON” is gesteld en het opnamemenu is gesloten.
OPMERKINGEN:
De demonstratie kan niet worden gestart indien er een cassette in de camcorder is geplaatst.
“DEMO. MODE” wordt automatisch op “OFF” gesteld wanneer u de camcorder uitschakelt.
: Fabrieksinstelling
40 NE
A M
START/STOP toets
Bedieningsschakelaar
MULTI SCREEN toets
OPNAME
Vergrendeltoets
PHOTO (SNAPSHOT) toets
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Spanningsindicator
Spanningsschakelaar
Meervoudige scherm weergavefunctie
Het scherm wordt verdeeld in 9 rechthoeken met in elk daarvan de scéne waar u het toestel op richt. U kunt dit 9-voudige beeld op de cassette of MultiMediaCard opnemen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
ACTIVEER DE MEERVOUDIGE SCHERM
2
WEERGAVEFUNCTIE
Druk op MULTI SCREEN.
[Spanningsschakelaar: “ ”]
Als u op MULTI SCREEN drukt tijdens een opname . . .
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken die op de band zullen worden opgenomen.
[Spanningsschakelaar: “ ” of “5S”]
Als u op MULTI SCREEN drukt in de opnamestandbyfunctie . . .
.... zal het scherm worden verdeeld in 9
rechthoeken. Druk op START/STOP om een opname te maken in 9 rechthoekjes.
[Spanningsschakelaar: “ ”]
Als u op MULTI SCREEN drukt terwijl het toestel in de opnamestandbyfunctie staat . . .
.... zal het scherm verdeeld worden in 9
rechthoeken. Druk op PHOTO (SNAPSHOT) om de opname met de 9 rechthoeken te maken.
Om terug te keren naar het normale scherm . . .
.... dient u nog een keer op MULTI SCREEN te drukken.
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijke het Menuscherm te openen in de meervoudige scherm functie.
De multi-scherm functie is niet beschikbaar tijdens digitaal zoomen.
De meervoudige beeldfunctie is ook beschikbaar tijdens video-weergave.
Meervoudige scherm weergavefunctie
Bedieningsschakelaar
NE41
Fade/wipe-effecten
A M
START/STOP toets
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS EXPOSURE AUTO W. BALANCE
4
FADER
/ WIPE
P. AE
/ EFFECT FLASH ADJ. TO MODE MENU
END
FADER / WIPE
WIPE– SHUTTER
P
?
R
RANDOM OFF
W
H
4
SEL.
FADER– WHITE
B
K
FADER– BLACK FADER–MOSAIC
B W
FADER– B.W
AUTO AUTO
OFF OFF
0
Vergrendeltoets
L
P
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
R
P
/
Y
A
indicator
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
FADER/WIPE Menu
BELANGRIJK:
Wanneer bepaalde functie van de Programma belichting met speciale effecten (Z blz. 44) geactiveerd zijn, kunnen bepaalde overgangseffecten niet gebruikt worden. Als u een Fade/wipe-effect selecteert dat onder de huidige omstandigheden niet gebruikt kan worden, zal de indicator knipperen.
Met deze effecten krijgt u een professionele overgang tussen scènes. Gebruik de effecten bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang naar de volgende scène of het versoepelen van de overgangen tussen scènes. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
KIEZEN VAN EFFECT
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “FADER/WIPE” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “FADER/WIPE” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES HET EFFECT
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is gekozen. De indicator van het gekozen effect verschijnt.
MANUAL
W
H
[Voorbeeld:
Fade-in
PAUSE
FADER – WHITE]
Fade-out
FADE/WIPE-KEUZE ( , , , , , , , ,
, en )
Een scène zal opkomen op een zwart, wit of zwart/wit scherm (Fade-in of Wipe-in); of verdwijnen, een zwart, wit of zwart/wit scherm achterlatend (Fade-out of Wipe-out). Fade of Wipe werkt wanneer u begint met opnemen of wanneer u stopt met opnemen.
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit voor het uitvoeren van de volgende stap.
START OF STOP DE OPNAME
5
Druk op START/STOP om de fade-in/out of wipe-in/ out uit te voeren.
OPMERKING:
Z
blz. 42
42 NE
Einde van voorgaande scène
OPNAME
[Voorbeeld:
Binnen 5 minuten . . .
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
START/STOP toets
WIPE – SCROLL]
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN ( , , , , , en
)
Combineer de functies voor beeld wipe en oplossen voor professionele overgangen tussen scènes. Er zijn 6 beeld wipe-effecten en 1 effect voor het oplossen van een beeld. Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de opname.
Voer stappen 1 t/m 4 uit van blz. 41 voordat u de volgende stap uitvoert.
LEG SCÈNE IN GEHEUGEN VAST
5
Activeer de opnamestandbyfunctie.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie gekozen . . .
.... druk op START/STOP wanneer de eerste scène
eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandby­funktie gekozen . . .
.... druk op START/STOP om de opname te starten
en druk nogmaals op deze toets wanneer de eerste scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamestandby­funktie gekozen maar na het uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
Wipe-in
START DE OPNAME
6
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de voorgaande opname een opname van een nieuwe scène start (zonder de spanning van de camcorder eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de nieuwe scène worden getoond.
OPMERKINGEN:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe verlengen door START/STOP ingedrukt te houden.
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na opname van een scène, zal het eindpunt uit het geheugen worden gewist. De functies voor beeld wipe en oplossen kunnen derhalve dan niet worden gebruikt en de indicator voor beeld wipe/oplossen zal nu knipperen. Neem een nieuwe scène op maar schakel de spanning na afloop van de scène niet uit. Vergeet niet dat de spanning tevens automatisch wordt uitgeschakeld indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Het geluid van het eind van de laatst opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Fader/wipe-menu
NE43
Menu
FADER — WHITE
(WHITE FADER)
FADER — BLACK
(ZWARTE FADER)
FADER — MOSAIC
(MOZAÏEK FADER)
FADER — B.W
(ZWARTE & WHITEFADER)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
DISSOLVE
(OPLOSSEN)
WIPE — CORNER
(HOEK WIPE)
WIPE — WINDOW
(VENSTER WIPE)
WIPE — SLIDE
(SCHUIF WIPE)
WIPE — DOOR
(DEUR WIPE)
WIPE — SCROLL
(ROLLENDE WIPE)
WIPE — SHUTTER
(SLUITER WIPE)
RANDOM
(WILLEKEURIGE FADER)
Effect
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een wit scherm.
Een fade-in of fade-out vanuit of naar een zwart scherm.
Fade in of uit met een mozaïek-effect over het gehele scherm.
Een fade-in vanuit een zwart/wit scherm naar een gekleurd scherm of een fade-out vanuit een gekleurd scherm naar een zwart/wit scherm.
Een wipe-in op een zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek, of een wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
De scène start in het midden van een zwart scherm en verloopt geleidelijk naar de hoeken of komt vanuit de hoeken op en verloopt geleidelijk naar het midden.
Een wipe-in vanaf rechts naar links of een wipe-out vanaf links naar rechts.
Een wipe-in als twee helften van een zwart scherm die naar links en rechts als een deur openen, of een wipe-out vanaf de linker- en rechterkant waardoor de scène wordt bedekt en een zwart scherm wordt getoond.
De scène komt vanaf de onderkant op en verloopt naar de bovenkant van een zwart scherm, of verloopt vanaf de bovenkant naar de onderkant naar een zwart scherm.
Een wipe-in vanaf de boven- en onderkant naar het midden van een zwart scherm, of een wipe-out vanaf het midden naar de boven- en onderkant van een zwart scherm.
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste scène geleidelijk verdwijnt.
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar de linkeronderhoek over de eerste scène op.
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van het scherm naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links over de eerste scène op.
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de rechter- en linkerkant van het scherm als een deur die wordt open gedrukt waarachter de volgende scène ligt.
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant op en bedekt de eerste scène.
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm naar de boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
Met deze functie geactiveerd wordt willekeurig een effect voor de overgang gekozen (uit , , , , , , en ). De functie voor beeld wipe/oplossen kan niet worden gebruikt.
44 NE
OFF
4
FLASH ADJ
P. AE
/ EFFECT
END
TO MODE MENU
0
Bedieningsschakelaar
OPNAME
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Programma AE met speciale effecten
A M
MENU/SET keuzeschijf
Display
P. AE / EFFECT
B/W
4
SEL.
1 2
TWILIGHT SEPIA MONOTONE
CLASSIC FILM
STROBE SLOW 4X SLOW 10X
PAUSE
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
P.AE/EFFECT menu
BELANGRIJK:
Bepaalde speciale effecten van het programma AE kunnen niet worden gebruikt indien reeds bepaalde fade- of wipe­effecten (Z blz. 43) zijn geactiveerd. Het symbool van een effect knippert wanneer u het kiest maar dit effect niet kan worden gebruikt.
U kunt een van de volgende effecten uit het P.AE/EFFECT menu kiezen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN HET “P.AE/EFFECT” MENU
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “P.AE/EFFECT” te verplaatsen en druk op de schijf.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar het gewenste effect te verplaatsen en druk op de schijf.
•Het P.AE/EFFECT menu verdwijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld. Het symbool van de gekozen functie verschijnt.
ANNULEREN VAN EFFECT
5
Roep het P.AE/EFFECT menu weer op en verplaats de opgelichte balk naar “OFF” door MENU/SET te verdraaien indien u de gekozen functie wilt annuleren. Druk vervolgens op de schijf.
OPMERKINGEN:
U kunt het programma AE met speciale effecten zowel tijdens opname als opnamestandby veranderen.
De volgende functies zijn alleen beschikbaar wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” staat: “CLASSIC FILM”, “STROBE” en “VIDEO ECHO”.
De indicator voor de gekozen functie verschijnt en het effect van de gekozen functie is ingesteld.
SHUTTER (Variabele sluitersnelheid)
NE45
CLASSIC FILM* (Klassieke film)
1/50–De sluitertijd is op 1/50ste seconde gesteld.
De zwarte balk die normaliter verschijnt bij opname van een TV-scherm wordt nu smaller. 1/100–De sluitertijd is op 1/100ste seconde gesteld. Het flikkeren bij opname met neonverlichting of een kwiklamp wordt verminderd. 1/250, 1/500–Deze tijden kunt u gebruiken voor het beeld-voor-beeld opnemen van snel bewegende onderwerpen zodat de normale weergave later levendig en slow-motion beelden stabiel zijn. Des te sneller de sluitertijd, des te donkerder het beeld. Gebruik daarom uitsluitend bij een goede verlichting.
TWILIGHT (Schemerlicht)
Voor een natuurgetrouwe opname van avondscènes. De witbalans (Z blz. 50) wordt normaliter op gesteld. Met schemerlicht gekozen zal de scherpstelling automatisch op ongeveer 10 meter tot oneindig worden gesteld. U moet handmatig scherpstellen op onderwerpen die binnen 10 meter van de lens liggen.
SEPIA (Sepia)
Uw opname krijgen een bruinachtige gloed, netzoals bij oude foto’s. Gebruik dit effect in combinatie met de bioscoopfunctie voor een nostalgische opname.
De opgenomen scènes krijgen een licht stroboscoopeffect.
Uw opnamen zien er uit als een aantal opeenvolgende stilbeelden.
STROBE* (Stroboscoop)
SLOW (Langzame sluiter)
Voor een heldere opname van donkere onderwerpen of zelfs helderder dan bij natuurlijke verlichting.
SLOW 4X
De sluitertijd wordt op 1/12,5 ste seconde gesteld voor het viermaal versterken van de gevoeligheid.
SLOW 10X
De sluitertijd wordt op 1/5 de seconde gesteld voor het 10 maal versterken van de gevoeligheid.
OPMERKINGEN:
Met “SLOW” krijgen de beelden een stroboscoopachtig effect.
Gebruik “SLOW” uitsluitend in donkere ruimtes.
De aanduidingen voor handmatige scherpstelling en flitser verschijnen mogelijk wanneer u “SLOW” gebruikt.
Stel handmatig scherp indien het beeld niet scherp is. Gebruik indien mogelijk bij voorkeur een statief.
MONOTONE (Zwart/wit)
Uw opname is zwart/wit net zoals bij oude bioscoopfilms. Gebruik tezamen met de bioscoopfunctie voor een sterker effect van een nostalgische “klassieke film”.
Het beeld krijgt een “schaduw” voor fantasievolle opnamen.
*Alleen beschikbaar wanneer de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
VIDEO ECHO* (Videoecho)
46 NE
OPNAME
Gedeelte voor scherpstelling
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Scherpstellen (focus)
AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING
Het autofocus-systeem van de camcorder kan normaliter doorlopend scherpstellen op onderwerpen die dichtbij liggen (tot 5 cm afstand) tot oneindig. Onder de volgende omstandigheden wordt echter niet juist scherpgesteld (en moet u handmatig scherpstellen):
•Wanneer twee onderwerpen elkaar overlappen in dezelfde scène.
•Wanneer de scène onderbelicht is.*
•Wanneer het onderwerp geen contrast heeft (geen verschil tussen donker en licht), bijvoorbeeld een vlakke, één-kleurige muur of heldere, blauwe lucht.*
•Wanneer een donker onderwerp nauwelijks in de zoeker zichtbaar is.*
•Wanneer de scène kleine patronen of identieke patronen bevat die regelmatig worden herhaald.
•Indien de scène door de zon of via reflecterend licht van water of een ander onderwerp wordt belicht.
•Bij opname van een onderwerp met een achtergrond die een sterk contrast heeft.
* Wanneer de volgende waarschuwingen voor laag
contrast knipperen: , , en .
OPMERKINGEN:
Indien de lens vuil of wazig is, zal niet juist kunnen worden scherpgesteld. Houd de lens daarom schoon of reinig met een zachte doek indien nodig. Wanneer er condens op de lens is gevormd, moet u de condens met een zachte doek wegvegen of even wachten totdat het is verdampt.
Bij het opnemen van een onderwerp dat dicht bij de lens is, moet u eerst uitzoomen (Z blz. 24). Indien u met de automatisch scherpstellingsfunctie inzoomt, kan de camcorder namelijk automatisch, afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camcorder, gaan uitzoomen. Indien “TELE MACRO” (Z blz. 39) is geactiveerd, zal de camcorder niet automatisch uitzoomen.
FOCUS EXPOSURE AUTO
AUTO
MANUAL
W. BALANCE
4
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
Display
FOCUS
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
NE47
HANDMATIGE SCHERPSTELLING
OPMERKING:
U heeft reeds de vereiste instellingen gemaakt (Z blz.10). Zo niet, maak dan eerst deze instellingen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “FOCUS”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “FOCUS” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
KIES DE HANDMATIGE SCHERPSTELLING
4
Verdraai MENU/SET zodat “MANUAL” wordt getoond en druk op de schijf. Het Opnamemenu verdwijnt en “FOCUS” wordt in de linkerbovenhoek getoond. De scherpstelling is op dit punt vergrendeld.
STEL SCHERP
5
Op een veraf liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar boven. “ ” verschijnt en
knippert. Ga naar stap 6.
Op een dichtbij liggend onderwerp . . .
.... draai MENU/SET naar beneden. “ ” verschijnt
en knippert. Ga naar stap 6.
FOCUS
STOP HET HANDMATIG SCHERPSTELLEN
6
Druk op MENU/SET. Er is nu op het onderwerp scherpgesteld. De “FOCUS” aanduiding verandert nu naar “MANUAL”.
•Herhaal vanaf stap 2 wanneer u de scherpstelling
wilt veranderen.
Weer instellen van de automatische scherpstelling . . .
.... verdraai MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond en
druk in stap 4 op de schijf. De indicators voor de handmatige scherpstelling verdwijnen. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKINGEN:
De “AUTO” automatische scherpstelling wordt weer geactiveerd bij het inschakelen nadat de spanningsschijf naar “OFF” werd gedrukt.
Stel bij gebruik van de handmatige functie scherp met de lens geheel naar T (telelens) gesteld. Indien u scherpstelt met de schakelaar op W (groothoek) zal het beeld niet scherp zijn wanneer u daarna inzoomt omdat de scherptediepte bij langere brandpuntafstanden namelijk vermindert.
“ ” of “ ” knippert wanneer de scherpstelling niet verder of dichterbij kan worden gesteld.
48 NE
FOCUS EXPOSURE
MANUAL
AUTO
AUTO
W. BALANCE
4
Bedieningsschakelaar
A M
MENU/SET keuzeschijf
EXP.
6
EXP.
0
EXP.
6
Belichtingsindicator
OPNAME
BACK LIGHT toets
Display
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Donkerder beeld
Helderder beeld
Belichtingsregeling
Deze functie stelt automatisch het diafragma in voor een optimale beeldkwaliteit. U kunt indien gewenst de belichting ook handmatig instellen.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Het opnamemenu zal verdwijnen. “EXP.” en de opgelichte balk op de belichtingsindicator worden op het scherm getoond.
STEL DE BELICHTING IN
5
Voor een helderder beeld . . .
..... draai MENU/SET omhoog. De belichtingsindicator
verhoogt (maximaal +6). Ga naar stap 6.
Voor een donkerder beeld . . .
..... draai MENU/SET omlaag. De belichtingsindicator
verlaagt (maximaal –6). Ga naar stap 6.
STOP HET HANDMATIG INSTELLEN VAN DE
6
BELICHTING
Druk op MENU/SET. De belichting is nu ingesteld. De “EXP.” aanduiding verandert nu naar “MANUAL” en de opgelichte balk van de belichtingsindicator dooft.
• Herhaal stap 2 voor het terugstellen van de belichting.
Weer instellen van de automatische belichting . . .
.... verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt getoond en
druk op de keuzeschijf. De belichtingsindicator dooft. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “
OPMERKINGEN:
De handmatige belichtingsregeling wordt naar “AUTO” teruggesteld wanneer u de spanningsschakelaar naar “OFF” drukt.
Stel de belichting handmatig in onder de volgende omstandigheden:
Wanneer het onderwerp tegenbelicht wordt of wanneer de achtergrond te helder is.
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer de achtergrond te donker is of het onderwerp te licht.
Om het onderwerp snel lichter te maken . . .
..... kunt u op BACK LIGHT drukken. De aanduiding wordt
getoond en het onderwerp zal lichter worden gemaakt. Als u nog een keer op dezelfde toets drukt, zal de aanduiding verdwijnen en zal het onderwerp weer net zo belicht worden als voorheen. De waarde die aangegeven wordt door de belichtingsindicator plus 2 is het tegenlichtcompensatie­niveau. Het maximale compensatie-niveau is +6. Tegenlichtcompensatie kan ook worden toegepast wanneer de Bedieningsschakelaar op “
”, “5S” of “ ”, terwijl
” drukken.
” staat.
FOCUS EXPOSURE
MANUAL
AUTO
AUTO
W. BALANCE
4
Bedieningsschakelaar
A M
Vergrendeltoets
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
C
indicator
R
P
/
A
Y
5
A
S
L
P
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
MENU/SET keuzeschijf
Display
EXP.
0 L
Diafragmavergrendelindicator
Spanningsschakelaar
Opnamemenu
Diafragma
Het diafragma werkt zoals de pupillen van uw ogen. In een goed verlichte ruimte verkleint de pupil zodat er niet te veel licht in uw ogen komt. Onder donkere omstandigheden vergroot de pupil zodat er meer licht kan worden opgenomen.
NE49
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie wanneer u een bewegend onderwerp opneemt, bij het zoomen of wanneer de afstand tussen de lens en het onderwerp verandert (oftewel de afmetingen van het onderwerp op de LCD-monitor), of wanneer u het helderheidsniveau wilt vergrendelen. Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “EXPOSURE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk naar “EXPOSURE” te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
OPEN DE BELICHTINGSREGELING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “MANUAL” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in. “EXP.” wordt op het scherm getoond.
CENTREER HET ONDERWERP EN
5
VERGRENDEL HET DIAFRAGMA
Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD­monitor of zoeker vult. Houd MENU/SET langer dan 2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator en “ ” verschijnen ten teken dat het diafragma is vergrendeld. Druk op MENU/SET. De “EXP.” aanduiding in de linkerbovenhoek verandert nu naar “MANUAL”.
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
... verdraai in stap 4 MENU/SET zodat “AUTO” wordt
getoond en druk op de keuzeschijf. De belichtings­indicator en “ ” doven. U kunt ook de Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
OPMERKINGEN:
Vergrendel het diafragma onder de volgende omstandigheden:
Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op het strand of in de sneeuw.
Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot worden belicht.
Wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Bij het zoomen.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
... stel na stap 4 de belichting in door MENU/SET te
verdraaien. Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5. Voor een automatische vergrendeling moet u MENU/SET verdraaien zodat “AUTO” wordt getoond en vervolgens in stap 4 op de keuzeschijf drukken. Het diafragma wordt na ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
50 NE
FOCUS EXPOSURE AUTO
AUTO
W. BALANCE
4
AUTO
Bedieningsschakelaar
A M
OPNAME
Vergrendeltoets
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C. (vervolg)
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie van de kleuren onder verschillende lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden getoond. De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld. De meer ervaren camcordergebruiker wil de witbalans echter mogelijk handmatig instellen voor professionelere kleuren en tint.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ”, terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit, of klap de LCD-monitor helemaal open.
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
MENU/SET keuzeschijf
W . BAL .
AUTO
Display
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Instellen van de witbalans
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het sepia of zwart/wit effect (Z blz. 45).
OPEN HET OPNAMEMENU
2
Druk op MENU/SET. Het opnamemenu verschijnt.
OPEN “W.BALANCE”
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om “W.BALANCE” op het scherm te laten verschijnen en druk vervolgens de keuzeschijf in.
ROEP HET HANDMATIGE
4
WITBALANSMENU OP
Het Opnamemenu verdwijnt. De aanduiding “W.BAL.” verschijnt in de linker bovenhoek en de aanduiding van de op dit moment geselecteerde functie zal ook getoond worden.
STEL DE FUNCTIE IN
5
Doorloop de beschikbare instellingen voor de gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond.
AUTO”– De witbalans wordt automatisch ingesteld.
In de fabriek is de automatische functie geactiveerd.
”– Voor het opnemen van een onderwerp
waarvoor de witbalans reeds is ingesteld (Z blz. 51).
”–
Voor opname buitenshuis op een zonnige dag.
”–
Voor opname buitenshuis op een bewolkte dag.
”– Voor opname met gebruik van een videolamp
of een dergelijke verlichting.
STOP HET INSTELLEN VAN DE
6
WITBALANS
Druk wederom op MENU/SET. De witbalans is nu ingesteld. “W.BAL.” dooft en “MANUAL” wordt daarvoor in de plaats getoond.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
.... kies in stap 5 “AUTO”. U kunt ook de
Bedieningsschakelaar naar “ ” drukken.
FOCUS EXPOSURE AUTO
AUTO
W. BALANCE
4
AUTO
Wit papier
NE51
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opname met de camcorder onder verschillende lichtbronnen of omstandigheden met de handmatige functie “ ” geactiveerd.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Voer stappen 1 t/m 5 van het instellen van de witbalans uit (Z blz. 50), en kies “ MAN.”.
STEL DE WITBALANS HANDMATIG IN
2
Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Zoom of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel vult.
MENU/SET keuzeschijf
MANUAL
Vergrendeltoets
Display
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
indicator
R
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
L
A
Y
Opnamemenu
Instellen van de handmatige witbalans
Spannings-
F
C
F
A
O
M
E
VOER DE INSTELLING IN
3
Druk op MENU/SET totdat begint te knipperen.
stopt te knipperen wanneer de instelling is gemaakt.
SCHAKEL DE FUNCTIE VOOR
4
HANDMATIGE WITBALANS UIT
Druk op MENU/SET. “W.BAL.” dooft en “MANUAL” wordt daarvoor in de plaats getoond en uitsluitend de handmatige witbalansindicator wordt getoond.
Veranderen van de tint voor opname . . .
.... gebruik in stap 2 een vel gekleurd papier. De
witbalans wordt nu op basis van de kleur ingesteld waardoor de tint wordt veranderd. Gebruik rood papier voor dieper groen; blauw papier voor een oranje-achtige tint; geel papier voor dieper paars.
OPMERKINGEN:
In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig scherpstellen (Z blz. 47).
Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen, kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze functie voor een natuurgetrouw resultaat.
De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of de accu ontkoppelt.
52 NE
OPEN/EJECT schakelaar
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Weergave/Pauzetoets (
P
L
A
Y
Terugspoeltoets (
2
)
Motorzoom­hendel (VOL.)
Aanduiding op LCD-monitor/in zoeker
Y
A
L
P
C
5
S
S
D
D
S
C
Stoptoets (5)
Luidspreker
4
Spannings­indicator
/
P
C
O
F
F
C
Vooruit-
A
M
E
R
A
spoeltoets (
Bandtransport­indicator
WEERGAVE
1
2
3 4
/6)
Snel door- of terugspoelen
Druk tijdens de stopfunctie op 2 om de band terug te
3
spoelen of op 3 om de band snel door te spoelen.
)
OPMERKINGEN:
Volume regeling van de luidspreker (of Hoofdtelefoon)
U kunt het volume van de luidspreker (of van een hoofdtelefoon die aangesloten is op de hoofdtelefoonaansluiting) regelen met de motorzoomhendel.
Basisbediening weergave voor video
PLAATS EEN CASSETTE
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en klap het cassette deksel open totdat dit inklikt. De houder opent nu automatisch. Doe een cassette in de houder en duw tegen “PUSH HERE” om de cassette houder te sluiten.
SELECTEER DE BEDIENINGSFUNCTIE
Zet vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. De Spanningsindicator licht op.
START DE WEERGAVE
Druk op 4/6. Het weergavebeeld verschijnt.
STOP DE WEERGAVE
Druk op 5.
Als de Stop-functie 5 minuten voortduurt met een accu als stroomvoorziening, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen. Om de camcorder weer aan te zetten, dient u eerst de Spanningsschakelaar naar “OFF” te draaien en vervolgens naar “ ”. U kunt het afgespeelde beeld ook in de zoeker bekijken (wanneer de zoeker uitgetrokken is), of op een aangesloten TV (Z blz. 70, 71). De bediening van de camcorder is
hetzelfde als hier beschreven. U kunt het weergavebeeld ook op de LCD-monitor bekijken wanneer deze is omgedraaid en ingeklapt. Aanduidingen op de LCD-monitor of in de zoeker:
Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien door een accu: de “ ” indicator voor resterende accuspanning wordt op de LCD monitor getoond wanneer deze wordt aangezet. Wanneer het toestel van stroom wordt voorzien via het gelijkstroomsnoer: “ ” zal niet getoond worden.
Er worden geen aanduidingen in de zoeker getoond
wanneer het bandtransport is gestopt. Cassettes die op speciale wijze tegen kopiëren zijn beschermd kunnen niet worden weergegeven. Het scherm zal in dat geval blauw kleuren.
STEL VOLUME IN
1
Voor het verhogen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “+”.
Voor het verlagen van het volume . . .
.... schuif de motorzoomhendel (VOL.) naar “–”.
NE53
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
/
P
C
Y
A
L
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Weergave/Pauzetoets (
Terugspoeltoets
2
)
(
Spannings­indicator
O
F
F
C
A
M
E
R
Stoptoets (5)
4
/6)
Vooruit­spoeltoets (
3
FUNCTIE:
Stilbeeldweergave
DOEL:
Pauzeren tijdens weergave.
HANDELING:
1) Druk tijdens weergave op 4/6.
2) Druk nogmaals op 4/6 om de weergave voort te
zetten.
OPMERKINGEN:
De stopfunctie wordt automatisch ingesteld indien er langer dan 3 minuten een stilbeeld met de camcorder wordt getoond. De spanning van de camcorder wordt automatisch uitgeschakeld indien de stopfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd.
Wanneer
4
/6
ingedrukt is, is het mogelijk dat het beeld niet onmiddellijk pauzeert omdat de camcorder het beeld nog moet stabiliseren. Als u in deze tussentijd op PAUSE
(6)
op de afstandsbediening drukt, zal de camcorder in slow motion beginnen af te spelen. Dit duidt echter niet op een storing.
FUNCTIE:
Snelzoeken
DOEL:
Met hoge snelheid in voor- of achterwaartse richting zoeken.
)
HANDELING:
1) Druk op 3 voor versnelde weergave in
voorwaartse richting of op 2 voor versnelde weergave in achterwaartse richting.
2) Druk op 4/6 om de normale weergave weer voort
te zetten.
OPMERKINGEN:
Houd tijdens weergave de 2 of 3 toets ingedrukt. Het zoeken zal doorgaan zo lang u de toets ingedrukt houdt. De normale weergave start weer als u de toets loslaat.
Tijdens het zoeken met hoge snelheid krijgt het beeld mogelijk een mozaïekachtig effect. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
FUNCTIE:
Vertraagde weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 82).
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 82).
FUNCTIE:
Weergavezoom
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 82).
FUNCTIE:
Weergave-effecten
Uitsluitend instelbaar met de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) (Z blz. 83).
54 NE
Vergrendeltoets
Y
A
L
P
C
S
D
WEERGAVE
Spannings-
P
L
A
Y
/
P
indicator
C
O
F
F
C
A
M
E
R
A
5
S
D
S
C
Geavanceerde mogelijkheden voor video
Weergave-menu
Met het weergavemenu kunt u de volgende instellingen maken:
Weergavegeluid (32 kHz, 48 kHz), Synchro Comp, Aanduidingen, Display en Tijdcode. De volgende handelingen zijn van toepassing op het maken van alle instellingen uitgezonderd voor Synchro Comp (Z blz. 88,
89).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD-monitor helemaal open.
ROEP HET WEERGAVE-MENU OP
2
Druk op MENU/SET. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
3
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar de gewenste functie te verplaatsen. Druk op de keuzeschijf om deze functie te activeren.
MENU/SET keuzeschijf
32kHz MODE SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
4
END
Weergave-menu
4
32kHz MODE SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
Display
Spanningsschakelaar
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
FULL SOUND SOUND1 SOUND2 FULL SOUND SOUND1 SOUND2
ON OFF ON OFF ON OFF
STEL DE FUNCTIE IN
4
Doorloop de beschikbare instellingen voor de gekozen functie door MENU/SET te verdraaien. Stop wanneer de gewenste instelling wordt getoond. Druk vervolgens op MENU/SET en de opgelichte balk verplaatst vervolgens automatisch naar “END”.
•Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van
andere functies.
SLUIT HET MENU
5
Druk nogmaals op MENU/SET. Het menu verdwijnt.
NE55
Weergavegeluid
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Kies indien gewenst echter het geluid dat u voor de weergave wilt gebruiken. (32 kHz is in de fabriek reeds ingesteld op “SOUND 1” en 48 kHz is ingesteld op “FULL SOUND”.)
Opgenomen geluid Display Weergavegeluid
FULL SOUND
32 kHz SOUND 1 Stereo-geluid
SOUND 2 FULL SOUND Stereo-geluid
48 kHz SOUND 1 Geluid van linkerkanaal (“L”) wordt via beide kanalen weergegeven
SOUND 2 Geluid van rechterkanaal (“R”) wordt via beide kanalen weergegeven
Wanneer u een cassette die met 32 kHz is opgenomen met een ander weergavegeluid wilt afspelen, moet u het weergave-menu oproepen en in stap 3 van bladzijde 54 “32 kHz MODE” kiezen en instellen op “FULL SOUND”, “SOUND 1” of “SOUND 2”. Volg dezelfde procedure bij gebruik van een cassette die met 48 kHz is opgenomen.
OPMERKINGEN:
U kunt het weergavegeluid ook veranderen met de AUDIO MONITOR toets van de bijgeleverde RM-V713U afstandsbediening. (U hoeft in dit geval niet het weergave-menu op te roepen.) Controleer dat de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder is gericht.
Tijdens weergave bepaalt de camcorder automatisch met welke geluidsfunctie de opname was gemaakt. Het is echter niet mogelijk om de geluidsfunctie tijdens het snel door- of terugspoelen te bepalen. Tijdens weergave wordt de geluidsfunctie in de linkerbovenhoek getoond.
Display
Frames*
DEC 25 98
PM 5 : 30
25 . 12 . 99
25 . 12 . 99
12 : 34 : 24
TC
Seconden
Minuten
*25 frames = 1 seconde
12 : 34 : 24
TC
32kHz/SOUND1
12 : 34 : 24
TC
16 : 40
16 : 40
TIME CODE (Tonen van de tijdcode tijdens weergave)
U kunt de tijdcode tijdens weergave op het scherm tonen. Dit is vooral handig tijdens het monteren van een band. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie op “OFF” gesteld. Om de functie te gebruiken moet u “TIME CODE” van het weergave-menu kiezen en de instelling veranderen naar “ON” (Z blz. 54).
ON– De tijdcode wordt op het scherm voor weergave getoond. OFF– De tijdcode wordt niet getoond.
DISPLAY (Tonen van de datum tijdens weergave)
De datum wordt automatisch gescheiden van het videosignaal op de band opgenomen indien de tijd is ingesteld. U kunt de datum tijdens weergave wel of niet op het scherm tonen. Bij het verlaten van de fabriek is deze functie op “ON” gesteld. Wanneer u de datum niet wilt tonen moet u “DISPLAY” van het weergave-menu kiezen en de instelling veranderen naar “OFF” (Z blz. 54).
ON– De datum wordt op het scherm voor weergave getoond. OFF– De datum wordt niet getoond.
INDICATION
U kunt de aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum laten verdwijnen. Deze functie heeft voorrang boven de “TIME CODE” en “DISPLAY” instellingen via het weergavemenu. De fabrieksinstelling is “ON”. Om deze functie uit te schakelen, dient u “INDICATION” te selecteren onder het weergave-menu en de instelling daar te veranderen (Z blz. 54).
OFF– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden niet getoond op het weergavescherm.
ON– De aanduidingen voor het weergegeven geluid, de tijdcode en de datum
worden wel getoond op het weergavescherm aan de hand van de instellingen voor “TIME CODE” en “DISPLAY” onder het weergave-menu.
OPMERKING:
Als “INDICATION” is ingesteld onder het datum/tijd-menu, zal dezelfde instelling zijn overgenomen onder het weergave-menu (Z blz. 34 – 38).
56 NE
Vergrendeltoets
Klepje MultiMediaCard
Spanningsschakelaar
S
C
D
S
5
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
[Voor normale weergave] Om het volgende beeld te
tonen
10/38
11/38
12/38
Spanningsindicator
D
S
C
P
L
A
Y
Stoptoets (5)
Display
WEERGAVE
[Voor automatische weergave]
Basisbediening weergave D.S.C.
Normale weergave
De camcorder nummert automatisch alle opgenomen beelden en slaat ze op volgorde op op de MultiMediaCard. U kunt de opgeslagen beelden een voor een bekijken, alsof u door een fotoalbum bladert.
DOE EEN MULTIMEDIACARD IN HET TOESTEL
1
Open het klepje voor de MultiMediaCard. Steek een MultiMediaCard in het toestel en doe het klepje weer dicht.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
WEERGEVEN VAN EEN ANDER BEELD
3
Druk op 3 om het volgende beeld op het scherm te krijgen. Druk op 2 om het vorige beeld op het scherm te krijgen.
Automatische weergave
U kunt alle in het geheugen opgeslagen beelden automatisch een voor een laten zien.
DOE EEN MULTIMEDIACARD IN HET TOESTEL
1
Open het klepje voor de MultiMediaCard. Steek een MultiMediaCard in het toestel en doe het klepje weer dicht.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
BEGIN DE AUTOMATISCHE WEERGAVE
3
Druk op 4/6.
•Als u op 2 drukt tijdens de automatische weergave, worden de beelden in aflopende volgorde getoond.
•Als u op 3 drukt tijdens de automatische weergave, worden de beelden in oplopende volgorde getoond.
STOPPEN VAN DE AUTOMATISCHE WEERGAVE
4
Druk op 5.
Om het vorige beeld te tonen
13/38
Totaal aantal beelden*
Beeldnummer*
Toont het indexnummer van het beeldbestand.
Toont het totaal aantal opgeslagen beelden.
OPMERKING:
Zelfs als u een nieuw beeld opneemt nadat u een beeld met een laag nummer heeft weergegeven, zal er geen bestaand beeld worden overschreven, omdat nieuwe beelden altijd worden opgeslagen na het laatst opgenomen beeld.
* Wordt niet getoond wanneer “INDICATION” uit (OFF) is gezet
via het datum/tijd menu (
Z blz. 55).
menu (
Z blz. 38) of via het video weergave
WEERGAVE
Vergrendeltoets
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C.
Diavoorstelling
U kunt alle in het geheugen opgeslagen automatisch op numerieke volgorde laten zien. Elk volgende stilbeeld zal van beneden naar boven opkomen over het vorige.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
BEGIN DE DIAVOORSTELLING
3
Verplaats de oplichtende balk naar “SLIDE SHOW”
Spannings-
S
C
D
S
D
5
S
A
L
P
C
P
L
A
Y
indicator
Stoptoets (5)
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
door de MENU/SET keuzeschijf te verdraaien en in te drukken. De diavoorstelling begint.
STOPPEN VAN DE DIAVOORSTELLING
4
Druk op 5.
NE57
MENU/SET keuzeschijf
INDEX SLIDE SHOW MULTI VIEW
PROTECT FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
4
END
INDEX
4
SLIDE SHOW
MULTI VIEW PROTECT
FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
END
Display
Spanningsschakelaar
OFF OFFIrTran-P
OFF OFFIrTran-P
OPMERKING:
Wanneer de diavoorstelling bezig is, kan het beeld gestoord worden.
Weergave-menu
58 NE
Indexnummer Geselecteerd beeld
EXIT
001 F 002 S 003 E
004 F
WEERGAVE
INDEX
005 F
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Beeldkwaliteit
006 F
Beveiligingsicoon
INDEX-scherm
U kunt de opgenomen beelden met de bijbehorende index-informatie op het scherm bekijken. Dit is nuttig wanneer u voor u ze laat zien de opgenomen beelden wilt controleren, bovendien laat het INDEX-scherm ook de instelling voor de beeldkwaliteit zien en welke beelden er beveiligd zijn tegen per ongeluk wissen.
001: Indexnummer
Indexnummers worden aangegeven vanaf nummer 001. Wanneer er bijvoorbeeld 10 beelden zijn opgeslagen (indexnummers van 001 t/m 010) en u de 3 beelden met de nummers 002, 004 en 006 wist, dan zullen de beelden met hogere nummers dan de gewiste vanzelf opschuiven en opnieuw genummerd worden. Uiteindelijk heeft u dan in dit voorbeeld in totaal 7 opgeslagen beelden over die genummerd zijn van 001 t/m 007.
F/S/E: Beeldkwaliteit
Laat zien met welke instelling voor de beeldkwaliteit het betreffende beeld is opgeslagen. Er zijn 3 instellingen beschikbaar: FINE, STANDARD en ECONOMY (in aflopende volgorde van kwaliteit).
: Beveiligingsicoon
Wanneer een beeld beveiligd is tegen wissen, zal er een kleine afbeelding van een hangslot verschijnen naast de aanduiding van de beeldkwaliteit en zult u dat beeld niet zonder meer kunnen wissen.
Geselecteerd beeld
Een beeld wordt, omlijst in groen wanneer het geselecteerd is. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de groene omlijsting naar het gewenste beeld te verplaatsen.
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsindicator
S
C
D
S
D
5
S
A
C
R
P
E
L
M
A
A
Y
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Vergrendeltoets
MULTI SCREEN toets
NE59
Index-weergave
U kunt de in het geheugen opgeslagen beelden in groepen van zes tegelijk bekijken. U kunt deze mogelijkheid gebruiken als u een bepaald beeld op moet zoeken.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
OPEN HET INDEXSCHERM
2
Druk op MULTI SCREEN. Het INDEX-scherm verschijnt.
OF
Kies “INDEX” van het weergave-menu (Druk MENU/ SET in om het weergave-menu te openen).
LAAT HET GEWENSTE BEELD
3
WEERGEVEN
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de groene omlijsting naar het gewenste beeld te verplaatsen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Het beeld dat u via het INDEX-scherm geselecteerd heeft zal op het scherm worden getoond.
Display
4
INDEX
SLIDE SHOW MULTI VIEW
PROTECT FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
END
EXIT INDEX
001 F 002 S 003 E
004 F
005 F
OFF OFFIrTran-P
006 F
Weergave-menu
INDEX-scherm
Weergave-scherm
60 NE
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Terugspoeltoets (2)
INDEX SLIDE SHOW
4
MULTI VIEW PROTECT
FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
END
WEERGAVE
Vergrendeltoets
S
5
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
Display
SAME 16
OFFIrTran-P
Spannings-
S
C
D
D
S
indicator
C
P
L
A
Y
Vooruit-
P
spoeltoets
3
)
(
Weergave-menu
Meervoudige afbeeldingen scherm
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Meervoudige afbeeldingen scherm
U kunt drie verschillende schermen met meervoudige afbeeldingen maken: 4 keer hetzelfde beeld op een scherm, 16 keer hetzelfde beeld op een scherm, of 4 verschillende, door u gekozen beelden op een scherm.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
•Om een meervoudige afbeelding te maken met hetzelfde beeld, dient u eerst een beeld te selecteren, voor u doorgaat naar stap 2.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf zodat de oplichtende balk op “MULTI VIEW” komt te staan en druk de keuzeschijf in. De geselecteerde instelling begint te knipperen.
OPMERKINGEN:
Als u een meervoudige afbeelding afdrukt op een printer met stickervellen, kunt u van elk gewenst beeld zelf stickers maken. Lees de handleiding van uw printer voor meer details hieromtrent.
Om een meervoudige afbeelding te maken van een beeld met een titel/omlijsting, moet u eerst de titel/omlijsting kiezen (zie “Aanbrengen van een titel/omlijsting”) (Z blz. 69) en vervolgens door te gaan met stap 2 zoals hierboven vermeld.
Als er op het beeld een titel/omlijsting is aangebracht voor u stap 2 hierboven heeft uitgevoerd, kunt u “MULTI VIEW” instellen op “SELECTED 4”.
MAKEN VAN EEN MEERVOUDIGE AFBEELDING VAN HETZELFDE BEELD
Voor u de volgende procedure gaat beginnen, moet u eerst de stappen 1 t/m 3 hierboven hebben uitgevoerd.
OPMERKING:
Als u andere afbeeldingen wilt kiezen voor uw meervoudige afbeeldingen scherm, dient u terug te gaan naar de normale weergavefunctie en vervolgens via het weergave-menu de “MULTI VIEW” instelling te wijzigen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot “SAME 4” (4 keer dezelfde) of “SAME 16” (16 keer dezelfde) verschijnt.
MAAK HET MEERVOUDIGE
5
AFBEELDINGEN SCHERM
Druk MENU/SET in. Er zullen nu op het scherm 4 of 16 afbeeldingen van het gewenste beeld verschijnen.
STOPPEN VAN HET MEERVOUDIGE
6
AFBEELDINGEN SCHERM
Zet “MULTI VIEW” via het weergave-menu op “OFF”.
OF
Druk op 3 of op 2 om een ander beeld te kiezen.
MENU/SET keuzeschijf
INDEX SLIDE SHOW
4
MULTI VIEW PROTECT
FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
END
Display
SELECTED 4
OFFIrTran-P
Weergave-menu
NE61
MAKEN VAN EEN MEERVOUDIGE AFBEELDINGEN SCHERM MET GESELECTEERDE BEELDEN
Voor u de volgende procedure gaat beginnen, moet u eerst de stappen 1 t/m 3 hebben uitgevoerd (Z blz. 60).
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf tot “SELECTED 4” (4 gekozen beelden) verschijnt.
KIES DE GEWENSTE BEELDEN
5
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de keuzeschijf in. Er zal een afvinkteken “ ” verschijnen op het geselecteerde beeld. Herhaal deze procedure totdat u alle 4 de gewenste beelden heeft geselecteerd.
•Om een beeld te de-selecteren, draait u met de MENU/SET keuzeschijf de groene omlijsting weer terug naar het ongewenste beeld en drukt u weer de keuzeschijf in. Het afvinkteken “ ” zal verdwijnen.
EXIT
MULTI
001 F 002 S 003 E
005 F
004 F
006 F
Meervoudige afbeeldingen Indexscherm
Meervoudige afbeeldingen scherm
MAAK HET MEERVOUDIGE
6
AFBEELDINGEN SCHERM
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, selecteer “EXIT” en druk de keuzeschijf in. Het scherm met de afbeeldingen van de gekozen beelden zal nu verschijnen.
•De gekozen beelden worden in numerieke volgorde van links naar rechts en van boven naar beneden gerangschikt getoond.
•Als u de procedure verlaat voor u 4 beelden gekozen heeft, zal er geen meervoudige afbeeldingen scherm gemaakt worden.
STOPPEN VAN HET MEERVOUDIGE
7
AFBEELDINGEN SCHERM
Zet “MULTI VIEW” via het weergave-menu op “OFF”.
OF
Druk op 3 of op 2 om een ander beeld te kiezen.
OPMERKING:
Als u andere afbeeldingen wilt kiezen voor uw meervoudige afbeeldingen scherm, dient u terug te gaan naar de normale weergavefunctie en vervolgens via het weergave-menu de “MULTI VIEW” instelling te wijzigen.
62 NE
WEERGAVE
Vergrendeltoets
S
C
D
S
D
5
S
A
C
R
P
E
L
M
A
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Spannings­indicator
Y
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Beelden beveiligen
De beveiliging helpt te voorkomen dat er per ongeluk beelden gewist worden. Wanneer er naast de aanduiding voor de beeldkwaliteit een klein hangslotje staat afgebeeld, kan dat beeld niet zonder meer gewist worden.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden wordt op het display getoond.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de oplichtende balk naar “PROTECT” te verplaatsen en druk de keuzeschijf in. Het PROTECT indexscherm verschijnt.
MENU/SET keuzeschijf
Display
INDEX SLIDE SHOW MULTI VIEW
4
PROTECT
FILE DELETE TITLE DELETE FORMAT
END
EXIT
001 F 002 S 003 E
004 F
Normale weergave
PROTECT
005 F
OFF OFFIrTran-P
006 F
Spanningsschakelaar
Weergave-menu
PROTECT indexscherm
Hangslot-teken
OM EEN BEELD TE BEVEILIGEN
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u de stappen 1 t/m 3 zoals hierboven vermeld hebben uitgevoerd.
KIES HET GEWENSTE BEELD
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de keuzeschijf in. Er zal een afbeelding van een hangslot “ ” verschijnen op het geselecteerde beeld. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u niet per ongeluk wilt kunnen wissen.
STOPPEN MET SELECTEREN
5
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, selecteer “EXIT” en druk de keuzeschijf in. Het normale weergave-scherm verschijnt.
OPMERKING:
Wanneer het geheugen geïnitialiseerd is of onleesbaar is geraakt, zijn ook beveiligde beelden gewist. Als u belangrijke beelden niet kwijt wilt raken, bevelen wij aan deze over te brengen naar een PC en ze daarop op te slaan.
MENU/SET keuzeschijf
Display
EXIT PROTECT
001 F 002 S 003 E
005 F
004 F
EXIT PROTECT
001 F 002 S 003 E
004 F
005 F
006 F
006 F
PROTECT indexscherm
NE63
VERWIJDEREN BEVEILIGING
Voor u aan de volgende procedure gaat beginnen, moet u de stappen 1 t/m 3 hebben uitgevoerd (Z blz. 62).
KIES HET GEWENSTE BEELD
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de groene omlijsting naar het gewenste beeld en druk de keuzeschijf in. De afbeelding van een hangslot “ ” verdwijnt boven het geselecteerde beeld en het beeld is niet langer beveiligd. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u niet meer beveiligd wilt hebben.
STOPPEN MET SELECTEREN
5
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, selecteer “EXIT” en druk de keuzeschijf in. Het normale weergave-scherm verschijnt.
Normale weergave
64 NE
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsindicator
5
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
Spanningsschakelaar
INDEX SLIDE SHOW MULTI VIEW
PROTECT
4
FILE DELETE
TITLE DELETE FORMAT
END
FILE DELETE
ALL
4
SELECTED
CANCEL
S
C
D
S
D
S
C
L
P
Display
WEERGAVE
P
L
A
Y
OFF OFFIrTran-P
Vergrendeltoets
Weergave-menu
FILE DELETE scherm
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Beelden Wissen
U kunt eerder opgenomen beelden een voor een of allemaal tegelijk wissen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD-monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
•Een van de opgeslagen beelden zal op het display verschijnen.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk te verplaatsen naar “FILE DELETE” (bestand wissen) en druk de keuzeschijf in. Het FILE DELETE scherm verschijnt.
SELECTEREN VAN HET GEWENSTE BEELD DOOR DE IN HET GEHEUGEN OPGESLAGEN BEELDEN DOOR TE BLADEREN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende procedure gaat beginnen.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, kies “SELECTED” en druk de keuzeschijf in. Het DELETE indexscherm verschijnt.
KIES HET ONGEWENSTE BEELD
5
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de groene omlijsting te verplaatsen naar het beeld dat u wilt wissen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Er zal nu een “ ” verschijnen boven het geselecteerde beeld. Herhaal deze procedure voor alle beelden die u wilt wissen. Om een beeld toch te behouden, drukt u gewoon weer MENU/SET in als de groene omlijsting bij het bewuste beeld is. Het “ ” tekentje zal verdwijnen.
NEXT DELETE
001 F 002 S 003 E
005 F
004 F
4
EXECUTE
CANCEL
Normale weergave
006 F
DELETE indexscherm
Wissen bevestigingsscherm
STOPPEN MET SELECTEREN
6
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, kies “NEXT” en druk de keuzeschijf in. Het wisbevestigingsscherm verschijnt.
BEELD WISSEN
7
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, kies “EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De eerder geselecteerde beelden worden nu gewist en het normale weergave-scherm verschijnt.
•Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/SET om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt u vervolgens de keuzeschijf in.
PAS OP:
Haal nooit de MultiMediaCard uit het toestel en schakel nooit de stroom uit terwijl u bezig bent beelden te wissen, daar hierdoor het geheugen onleesbaar kan worden. Gebruik ook het liefst de lichtnetadapter/acculader tijdens deze handeling omdat er een storing kan optreden mocht halverwege de procedure de accu leeg raken.
MENU/SET keuzeschijf
4
ALL
SELECTED CANCEL
4
EXECUTE
CANCEL
Display
FILE DELETE
FILE DELETE scherm
Wissen bevestigingsscherm
NE65
ALLE BEELDEN WISSEN
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 (Z blz. 64) uit voor u met de volgende procedure gaat beginnen.
SELECTEER DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, selecteer “ALL” en druk de keuzeschijf in. Het wissen bevestigingsscherm verschijnt.
BEELDEN WISSEN
5
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, selecteer “EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. Alle beelden worden nu gewist.
•Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/ SET om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt u vervolgens de keuzeschijf in.
Normale weergave
66 NE
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsindicator
S
C
D
S
5
A
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Display
INDEX SLIDE SHOW MULTI VIEW
PROTECT FILE DELETE
4
TITLE DELETE
FORMAT END
TITLE DELETE
ALL
4
SELECTED
CANCEL
NEXT DELETE
013 F 014 F 015 F
017 F
016 F
4
EXECUTE
CANCEL
Normale weergave
WEERGAVE
D
S
C
P
L
A
Y
OFF OFFIrTran-P
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
Weergave-menu
TITLE DELETE scherm
DELETE indexscherm
018 F
Wissen bevestigingsscherm
Geavanceerde mogelijkheden voor D.S.C. (vervolg)
Titels/omlijstingen wissen
U kunt met de meegeleverde software een op de PC gemaakte titel/ omlijsting overbrengen naar een MultiMediaCard. Titels/ omlijstingen die overgebracht zijn naar een MultiMediaCard kunnen gewist worden wanneer ze niet langer nodig zijn. Er zijn twee manieren waarop eerder aangemaakte titels/ omlijstingen gewist kunnen worden: door de titels/omlijstingen een voor een door te bladeren of door ze allemaal tegelijk te wissen.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD-monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
• Een van de opgeslagen beelden zal op het display verschijnen.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de opgelichte balk te verplaatsen naar “TITLE DELETE” (titel wissen) en druk de keuzeschijf in. Het TITLE DELETE scherm verschijnt.
OPMERKINGEN:
Als er geen titels/omlijstingen van de PC naar de MultiMediaCard zijn overgebracht, kunt u via deze procedure geen titels/omlijstingen wissen.
De titels/omlijstingen in het vaste geheugen van de camcorder kunnen niet gewist worden.
SELECTEREN VAN DE GEWENSTE TITEL/OMLIJSTING DOOR DE IN HET GEHEUGEN OPGESLAGEN TITELS/ OMLIJSTINGEN DOOR TE BLADEREN
Voer de stappen 1 t/m 3 hierboven uit voor u aan de volgende procedure gaat beginnen.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, kies “SELECTED” en druk de keuzeschijf in. Het DELETE indexscherm verschijnt.
KIES DE ONGEWENSTE TITEL/OMLIJSTING
5
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de groene omlijsting te verplaatsen naar de titel/omlijsting die u wilt wissen en druk vervolgens de keuzeschijf in. Er zal nu een “ verschijnen boven de geselecteerde titel/omlijsting. Herhaal deze procedure voor alle titels/omlijstingen die u wilt wissen. Om een titel/omlijsting toch te behouden, drukt u gewoon weer MENU/SET in als de groene omlijsting bij de bewuste
titel/omlijsting is. Het “
STOPPEN MET SELECTEREN
6
Draai de MENU/SET keuzeschijf naar boven, kies “NEXT” en druk de keuzeschijf in. Het wissen bevestigingsscherm verschijnt.
TITEL/OMLIJSTING WISSEN
7
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, kies “EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. De eerder geselecteerde titels/omlijstingen worden nu gewist en het normale weergave-scherm verschijnt.
• Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/SET om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt u vervolgens de keuzeschijf in.
” tekentje zal verdwijnen.
PAS OP:
Haal nooit de MultiMediaCard uit het toestel en schakel nooit de stroom uit terwijl u bezig bent titels/omlijstingen te wissen, daar hierdoor het geheugen onleesbaar kan worden. Gebruik ook het liefst de lichtnetadapter/acculader tijdens deze handeling omdat er een storing kan optreden mocht halverwege de procedure de accu leeg raken.
MENU/SET keuzeschijf
4
ALL
SELECTED CANCEL
4
EXECUTE
CANCEL
Display
TITLE DELETE
TITLE DELETE scherm
Wissen bevestigingsscherm
NE67
ALLE TITELS/OMLIJSTINGEN WISSEN
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 (Z blz. 66) uit voor u met de volgende procedure gaat beginnen.
SELECTEER DE GEWENSTE FUNCTIE
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, selecteer “ALL” en druk de keuzeschijf in. Het wissen bevestigingsscherm verschijnt.
TITELS/OMLIJSTINGEN WISSEN
5
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, selecteer “EXECUTE” (uitvoeren) en druk de keuzeschijf in. Alle titels/omlijstingen worden nu gewist.
•Als u het wissen wilt annuleren, verdraait u MENU/ SET om “CANCEL” (annuleren) te selecteren en drukt u vervolgens de keuzeschijf in.
Normale weergave
68 NE
Soorten titels/omlijstingen
Deze camcorder heeft 12 voorgeprogrammeerde titels/omlijstingen in het vaste geheugen, zoals u hieronder kunt zien.
WEERGAVE
Geavanceerde mogelijkheden voor video en D.S.C.
Bedieningsschakelaar
A M
START/STOP toets
PHOTO (SNAPSHOT) toets
MENU/SET keuzeschijf
Display
EXIT INDEX
001 002 003
005
004
Vergrendeltoets
S
C
D
S
D
5
S
A
C
R
P
E
L
M
A
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Spanningsschakelaar
Titel/omlijsting indexscherm
006
Spannings­indicator
A
Y
MULTI SCREEN toets
TITLE (/Frame) toets
Aanbrengen van een titel/omlijsting
U kunt een titel/omlijsting aanbrengen over het weergegeven beeld.
BEGIN DE WEERGAVE
1
Speel een cassette af of laat beelden zien van een MultiMediaCard.
BRENG EEN TITEL/OMLIJSTING AAN
2
Druk op TITLE (/Frame). Er zal nu een titel/omlijsting worden aangebracht over het weergegeven beeld.
OPEN HET TITEL/OMLIJSTING INDEXSCHERM
3
Druk op MULTI SCREEN. Het titel/omlijsting indexscherm verschijnt.
KIES DE GEWENSTE TITEL/OMLIJSTING
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de groene omlijsting naar de gewenste titel/omlijsting en druk de keuzeschijf in. De geselecteerde titel/omlijsting wordt aangebracht over het weergegeven beeld.
LAAT DE TITEL/OMLIJSTING VERDWIJNEN
5
Druk op TITLE (/Frame). De geselecteerde titel/omlijsting verdwijnt.
OPMERKINGEN:
Een titel/omlijsting die op een PC gemaakt is kan worden overgebracht naar een MultiMediaCard met de meegeleverde software. Op deze manier overgebrachte titels/omlijstingen worden getoond onder indexnummers vanaf 013. U kunt ze samen met de titels/omlijstingen uit het vaste geheugen van de camcorder gebruiken. Raadpleeg de handleiding van de betreffende software voor meer details omtrent het maken en overbrengen van titels/omlijstingen.
Als u een momentopname opneemt of weergeeft met een titel/ omlijsting, zullen de opgenomen of weergegeven beelden altijd op het hele scherm (FULL) worden getoond, onafhankelijk van de geselecteerde momentopname-functie.
Afhankelijk van de beelden die u opneemt of afspeelt, kan het voorkomen dat de randen van de titel/omlijsting grof of vaag overkomen.
Het is niet mogelijk de momentopname-functie te wijzigen wanneer er een titel/omlijsting wordt weergegeven.
Opnemen van een beeld met een titel/omlijsting . . .
..... U kunt ook een beeld opnemen met een titel/omlijsting
door de volgende procedure te volgen.
1. Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” of “ ”. Zet
vervolgens de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
2. Druk op TITLE (/Frame) om een titel/omlijsting aan te
brengen op het beeld.
3. Druk op MULTI SCREEN om naar het titel/omlijsting
indexscherm te gaan.
4. Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de groene
omlijsting naar de gewenste titel/omlijsting en druk de keuzeschijf in. De geselecteerde titel/omlijsting zal worden aangebracht over het op te nemen beeld.
5. Druk op START/STOP of op PHOTO (SNAPSHOT) om de
opname te beginnen. Het beeld wordt nu opgenomen met daaroverheen de geselecteerde titel/omlijsting.
6. Druk weer op TITLE (/Frame) om de titel/omlijsting te laten
verdwijnen.
OPMERKINGEN:
Het is niet mogelijk om tijdens de opname de titel/omlijsting te veranderen aangezien het titel/omlijsting indexscherm niet verschijnt wanneer u op MULTI SCREEN drukt.
De titels/omlijstingen die worden getoond in het titel/omlijsting indexscherm kunnen onrustig overkomen.
NE69
70 NE
WEERGAVE
Basisverbindingen
Hier vindt u wat voorbeelden voor basisverbindingen. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van uw videorecorder en TV voor het aansluiten.
A. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die uitsluitend compatibel is met
normale videosignalen
Gebruik de bijgeleverde audio-/videokabel (A/V-kabel) [ministekker naar RCA (tulp) stekker].
TV
Videorecorder
Naar TV of videorecorder
Kabeladapter (bijgeleverd)
* Open deze afdekking voor het verbinden van de
kabels.
Wit naar AUDIO L**
Rood naar AUDIO R**
A/V-kabel [ministekker naar RCA (tulp) stekker] (bijgeleverd)
Naar de AV OUT aansluiting
** De Audio-kabel is niet nodig wanneer u stilbeelden wilt
Zet op CVBS
bekijken en de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
Geel naar VIDEO
Aansluitingafdekking*
B. Verbinden met een TV of videorecorder met SCART aansluiting die compatibel is met Y/C signalen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de S-Video kabel.
Vastzetten op het Docking station
1 Zet de onderrand van de camcorder tegen de rand van het Docking station. 2 Pas richtpen en de schroef op het Docking station in het richtgaatje en de
statiefaansluiting van de camcorder.
3 Draai de schroef vast.
• Wanneer u de camcorder van het Docking station af wilt halen moet u eerst de schroef losdraaien en vervolgens de camcorder van het Docking station afnemen.
12
Statiefaansluiting
Schroef
Geleidepen
Naar TV of videorecorder
TV
Videorecorder
** De Audio-kabel is niet nodig wanneer u stilbeelden wilt
bekijken en de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
Geleidegat
A
B
Kabeladapter (bijgeleverd)
Zet op Y/C
Geel: niet verbonden
Wit naar AUDIO L**
Rood naar AUDIO R**
Naar -IN
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
S-videokabel (bijgeleverd)
Geel: niet verbonden
Rood naar AUDIO R OUT**
Wit naar AUDIO L OUT**
3
Onderkant van het Docking station
Schroefknop
Naar S-VIDEO OUT
NE71
C.
Verbinden met een TV of videorecorder met S-VIDEO IN en/of A/V ingang (RCA type) aansluitingen
Gebruik het meegeleverde Docking station, de Audio/Video (A/V) kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] en de S-Video kabel.
** De Audio-kabel is niet nodig wanneer u stilbeelden wilt
bekijken en de Spanningsschakelaar op “ ” staat.
Naar TV of videorecorder
Geel naar VIDEO IN
Zonder gebruik van
pp
p
pp
( )
de S-videokabel
Geel naar VIDEO OUT
[[
[
[[
TV
Videorecorder
CONTROLEER DAT DE SPANNING
1
IS UITGESCHAKELD
De spanning van de camcorder moet zijn uitgeschakeld.
VERBIND DE CAMCORDER MET DE
2
TV OF VIDEORECORDER
Verbind zoals in de afbeelding wordt aangegeven.
Bij gebruik van een
videorecorder ........................ ga naar stap 3.
Zo niet ..................................... ga naar stap 4.
VERBIND DE VIDEORECORDER-
3
UITGANG MET DE TV-INGANG
Zie de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder.
SCHAKEL SPANNING IN
4
Schakel de camcorder, videorecorder en TV in.
KIES DE FUNCTIE
5
Schakel de videorecorder in de AUX ingangsfunctie en de TV in de VIDEO functie.
Keuze voor wel of niet tonen van de volgende aanduidingen op de aangesloten TV . . .
• Datum/tijd, Tijdcode
..... stel op “ON” of “OFF” bij het weergave-menu
(Z blz. 54).
• Geluidsfunctiedisplay
..... Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en zet de
Spanningsschakelaar in de camera-stand (“ ”, “5S” of “ ”) terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Druk MENU/SET in en zet “ON SCREEN” onder het datum/ tijdmenu (Z blz. 34 – 38) op “ON” of “OFF”. Zet vervolgens de Spanningsschakelaar weer terug naar “ ”.
Wit naar AUDIO L IN**
Rood naar AUDIO R IN**
Naar S-VIDEO IN
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
S-videokabel (bijgeleverd)
OPMERKINGEN:
Wit naar AUDIO L OUT**
Rood naar AUDIO R OUT**
Naar S-VIDEO OUT
Gebruik bij voorkeur de netadapter/lader als spanningsbron in plaats van de accu (Z blz. 9).
Sluit nooit een andere Audio/Video kabel dan de meegeleverde Audio/Video kabel (ministekker naar RCA (tulp) stekker) aan op de AV OUT aansluiting van de camcorder. Wanneer u de meegeleverde kabels (behalve de Audio/Video kabel van ministekker naar RCA (tulp) stekker) gebruikt moet u er op letten dat u het uiteinde van de kabel dat voorzien is van het kernfilter aan de camcorder bevestigt. Het kernfilter (een blokje metaal in plastic) vermindert interferentie (storing). Om de beelden en het geluid van de camcorder te kunnen volgen zonder een cassette in het toestel te doen, zet u de Spanningsschakelaar op “ ”, “5S” of “ ” en vervolgens zet u uw TV in de juiste stand. Controleer dat het volume van de TV in de minimale stand is gesteld alvorens de weergave van de camcorder te starten. Het geluid zou anders bij het inschakelen van de camcorder mogelijk veel te hard klinken. Indien u een TV of luidsprekers heeft die niet speciaal zijn afgeschermd, moet u de luidsprekers niet in de buurt van de TV plaatsen daar dit ruis in het weergavebeeld van de camcorder veroorzaakt. Om te voorkomen dat het display van de camcorder op het TV scherm verschijnt tijdens de weergave dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergave-menu (Z blz. 54) en op DISPLAY op de afstandsbediening te drukken. Terwijl de Audio/Video kabel is aangesloten op de AV OUT aansluiting, komt er geen geluid uit de luidspreker. Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of
videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS : Bij een verbinding met een TV of
videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten
.
72 NE
PC met een capture-kaart met een DV-aansluiting
Naar de DV-aansluiting
DV kabel (los verkrijgbaar)
Kernfilter
Naar DV OUT
Open de aansluitingafdekking.
PC
Naar de RS-232C poort
PC verbindings­kabel (bijgeleverd)
Kernfilter
Naar de PC (DIGITAL STILL)
WEERGAVE
Geavanceerde verbindingen
Aansluiten op een Personal Computer
Deze camcorder kan stilbeelden overdragen aan een personal computer door middel van de meegeleverde software, wanneer zij op elkaar aangesloten zijn zoals aangegeven in de illustratie. Het is ook mogelijk om stilbeelden over te dragen aan een personal computer die voorzien is van een capture-kaart met een DV-aansluiting.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
AANSLUITING OP EEN PC
2
Sluit het Docking station aan op uw PC met de juiste kabel zoals aangegeven in de afbeelding.
•Zie “Vastzetten op het Docking station” op blz. 70 om de camcorder op het Docking station te zetten.
SCHAKEL DE STROOM IN
3
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en zet de PC aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 9).
Sluit nooit de PC verbindingskabel en de DV kabel tegelijk aan op de camcorder. Sluit alleen die kabel aan die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
De datum/tijd informatie kan niet door de PC worden overgenomen.
Raadpleeg tevens de handleidingen van de meegeleverde software en eventueel van de capture­kaart met de DV-aansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt met een kernfilter.
SpanningsschakelaarVergrendeltoets
Spannings­indicator
P
L
A
Y
/
P
Y
A
L
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Spanningsschakelaar
C
O
F
F
C
A
M
E
R
NE73
Aansluiten op een Video-apparaat voorzien van een DV-aansluiting
Aansluiting van de camcorder op de Digitale Printer GV-DT3 (los verkrijgbaar) stelt u in staat de beelden af te drukken of de door de printer overgenomen beelden door te geven aan een personal computer. Het is ook mogelijk om met de camcorder opgenomen scènes te kopiëren op een andere videorecorder die voorzien is van een DV­aansluiting. Deze functie heet Digitaal kopiëren (Z blz. 75), wat als groot voordeel heeft dat daarbij vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit optreedt.
Naar de DV IN aansluiting
Digitale Printer
Vergrendeltoets
Open de aansluiting­afdekking.
Naar DV OUT
DV kabel
(los verkrijgbaar)
Naar de DV-aansluiting
Videorecorder met een DV ingangsaansluiting
Naar de PC aansluiting
Naar de RS-232C poort
Kernfilter
PC verbindingskabel (bijgeleverd)
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
SLUIT DE CAMCORDER OP DE PRINTER
2
OF VIDEORECORDER MET DV­AANSLUITING AAN
Sluit de camcorder op het door u gewenste apparaat aan met de DV kabel zoals aangegeven in de illustratie.
SLUIT DE PRINTER OP DE PC AAN
3
(INDIEN NODIG)
Sluit de PC verbindingskabel (bijgeleverd) aan op de PC aansluiting van de printer en op de RS-232C poort van de PC.
SCHAKEL DE STROOM IN
4
Zet de Spanningsschakelaar van de camcorder op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt en zet de andere apparaten aan.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroomvoorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 9).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er geprobeerd wordt een stilstaand beeld weer te geven, of slow-motion of snel vooruit of terug te spoelen terwijl de camcorder is aangesloten op een video toestel via de DV aansluiting, zal het beeld eruit zien als een gekleurd mozaiek of helemaal zwart worden.
Raadpleeg tevens de handleidingen van de meegeleverde software en eventueel van de capture­kaart met de DV-aansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is van een Kernfilter.
PC
74 NE
Geel naar VIDEO OUT*
Rood naar AUDIO R OUT
Wit naar AUDIO L OUT
Weergave/Pauzetoets (
Naar S-VIDEO OUT
4
/6)
Spannings­schakelaar
KOPIËREN
Kopiëren van opgenomen beeld/geluid van de ene naar de andere cassette
VERBIND DE TOESTELLEN
1
Volg de linkerafbeelding en verbind de camcorder met de videorecorder. Zie tevens blz. 70 en 71.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
HET KOPIËREN
Druk de spanningsschakelaar van de camcorder naar “ ”, schakel de spanning van de videorecorder in en plaats de vereiste cassettes in de camcorder en videorecorder.
KIES DE VIDEORECORDERFUNCTIE
3
Schakel de videorecorder in de AUX en opnamepauzefuncties.
ZOEK HET INMONTEERPUNT OP
4
Schakel de weergavefunctie van de camcorder in en zoek het punt dat net voor het inmonteerpunt ligt. Druk bij dit punt op 4/6 van de camcorder.
START DE MONTAGE
5
Druk op 4/6 van de camcorder en schakel de videorecorder in de opnamefunctie.
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
Naar AUDIO, VIDEO* en aansluitingen
Indien uw VCR een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
-IN
Videorecorder (opnamedeck)
TV
S-videokabel (bijgeleverd)
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
TIJDELIJK STOPPEN VAN DE MONTAGE
6
Schakel de videorecorder in de opnamepauzefunctie en druk op 4/6 van de camcorder.
KOPIEER MEERDERE SCÈNES
7
Herhaal stappen 4 t/m 6 voor het kopiëren van meerdere scènes. Schakel zowel de camcorder als de videorecorder in de stopfunctie wanneer u klaar bent.
OPMERKINGEN:
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
U kunt de weergavezoom (Z blz. 82) of weergave met speciale
Z
effecten (
Controleer voordat u het kopiëren start dat er geen aanduidingen op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen zullen namelijk tevens op de kopie worden opgenomen indien deze op het scherm van de TV zijn getoond. Druk op DISPLAY van de RM-V713U afstandsbediening (bijgeleverd) om het weergavegeluidsdisplay te verwijderen.
Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu (Z blz. 54) om de datum/tijd en de tijdcode wel of niet op te nemen.
Om te voorkomen dat de aanduidingen van de camcorder op de videorecorder verschijnen, dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu ( DISPLAY op de afstandsbediening te drukken.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand: Y/C : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die
CVBS : Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet
blz. 83) in stap 5 gebruiken.
Z
blz. 54) en op
geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/ videokabel is aangesloten.
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Vergrendeltoets
Open de aansluitingafdekking.
NE75
Digitaal kopiëren van opgenomen beeld/ geluid van de ene naar de andere cassette
Het is ook mogelijk om opgenomen scènes te kopiëren van de camcorder naar een ander video-apparaat met een DV-aansluiting. Omdat er een digitaal signaal gestuurd wordt, is er vrijwel geen verlies van beeld- en geluidskwaliteit.
CONTROLEER OF BEIDE APPARATEN
1
UIT STAAN
Verzeker u ervan dat de camcorder en de PC uit zijn.
MAAK DE AANSLUITINGEN
2
Sluit de camcorder aan op uw video-apparatuur met DV-aansluiting door middel van de DV kabel (los verkrijgbaar), zoals aangegeven in de illustratie.
BEGIN DE WEERGAVE
3
Druk op 4 om de bron-band af te spelen.
DV kabel (los verkrijgbaar)
Video-apparaat met een DV-aansluiting
TW
RM-V713U (bijgeleverd)
PLAY (4) STOP (5)
Naar DV OUT
Naar de DV IN aansluiting
BEGIN DE OPNAME
4
Terwijl u naar de beelden op de monitor kijkt schakelt u de opname-functie van het aangesloten video-apparaat met DV-aansluiting in zodra u het punt ziet van waar u wilt gaan opnemen.
OPMERKINGEN:
Het is beter om de Lichtnetadapter/acculader als stroom-voorziening voor de camcorder te gebruiken dan een accu (Z blz. 9).
Bij gebruik van de camcorder voor het kopiëren moet de camcorder als weergavetoestel worden gebruikt. De DV aansluiting van de camcorder is uitsluitend een uitgang (weergave).
Als er tijdens het kopiëren een blanco stuk band of een stuk band met storing wordt afgespeeld, is het mogelijk dat het kopiëren stopt zodat dit abnormale beeld niet opgenomen wordt.
Alhoewel de DV kabel op de juiste manier aangesloten is, is het toch mogelijk dat er bij stap 3 geen beeld verschijnt. Als zulks het geval is, dient u de stroom uit te schakelen en de verbindingen en aansluitingen opnieuw te maken.
Als u tijdens weergave probeert “Weengave Zoom” (Z blz. 82), “Weengave speciale effecten” (Z blz. 83), “Aanbrengen van een titel/omlijsting” (Z blz. 69) of een momentopname uit te voeren, zal toch alleen het originele beeld zoals dat op de cassette werd opgenomen worden weergegeven via de DV OUT aansluiting.
Let er op dat u een DV kabel gebruikt die voorzien is van een Kernfilter.
76 NE
PHOTO (SNAPSHOT) toets
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
M
A
C
F
F
O
Terugspoeltoets
2
)
(
S
C
D
S
D
5
S
A
R
E
C
P
/
Y
A
L
P
Spannings­indicator
C
P
L
A
Y
Display
TO COPY TO TAPE
PUSH “SNAPSHOT
Vooruit­spoeltoets
3
)
(
SP
TAPE
KOPIËREN
(vervolg)
Kopiëren van beelden op een MultiMediaCard naar een cassette
U kunt beelden kopiëren van een MultiMediaCard naar een cassette.
DOE DE MULTIMEDIACARD EN DE
1
CASSETTE IN HET TOESTEL KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
KIES HET BEELD DAT U WILT KOPIËREN
3
Zoek het gewenste beeld op via index-weergave (Z blz. 59), automatische weergave (Z blz. 56) of druk op 2 of op 3 om het gewenste beeld te selecteren.
BEGIN MET KOPIËREN
4
Druk op PHOTO (SNAPSHOT). De melding “TO COPY TO TAPE PUSH SNAPSHOT” (druk op SNAPSHOT om te kopiëren naar de cassette) wordt ongeveer 5 seconden lang op het display getoond. Druk terwijl deze melding op het scherm is PHOTO (SNAPSHOT) nog een keer in en het geselecteerde beeld zal ongeveer 5 seconden lang op de cassette worden opgenomen.
•De “SP” of “LP”, TAPE en bandtransport-indicatoren verdwijnen weer van het scherm wanneer het kopiëren klaar is.
OPMERKING:
Als u op PHOTO (SNAPSHOT) drukt bij stap 4, maar de wisbeveiliging van de cassette is ingeschakeld, zal de melding “COPYING FAILED” (kopiëren mislukt) op het scherm verschijnen.
SP
444
TAPE
PHOTO (SNAPSHOT) toets
Vergrendeltoets
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
SNAPSHOT MODE toets
Spannings­indicator
C
Weergave/Pauze toets (4/6)
NE77
Kopiëren van beelden op een cassette naar een MultiMediaCard
U kunt beelden kopiëren van een cassette naar een MultiMediaCard.
DOE DE CASSETTE EN DE
1
MULTIMEDIACARD IN HET TOESTEL KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
KIES HET BEELD DAT U WILT KOPIËREN
3
Druk op 4/6 om de weergave te laten beginnen. Op het moment dat u het beeld dat u wilt kopiëren gevonden heeft, drukt u nog een keer op dezelfde toets om een stilstaand beeld weer te geven.
KIES DE MOMENTOPNAME-FUNCTIE
4
Druk op SNAPSHOT MODE en selecteer de momentopname-functie die u wilt gebruiken om het beeld naar de MultiMediaCard te kopiëren.
BEGIN MET KOPIËREN
5
Druk op PHOTO (SNAPSHOT). Het beeld wordt nu opgeslagen op de MultiMediaCard.
•“ ” knippert tijdens het kopiëren.
OPMERKINGEN:
Als u op PHOTO (SNAPSHOT) drukt bij stap 5, maar er geen MultiMediaCard in het toestel zit, zal de melding “COPYING FAILED” (kopiëren mislukt) op het scherm verschijnen.
Als een beeld dat op de cassette is opgenomen in de breedbeeldfunctie (Z blz. 37) gekopieerd wordt naar een MultiMediaCard, zal het signaal dat dit beeld identificeert als opgenomen met de breedbeeldfunctie niet mee gekopieerd worden.
Display
SP
4
78 NE
MENU/SET keuzeschijf
Spanningsschakelaar
Terugspoeltoets (2)
Infra-rood zender/ontvanger
Vergrendeltoets
S
C
D
S
D
5
S
A
C
R
P
E
L
M
A
A
Y
C
F
F
O
C
P
/
Y
A
L
P
Spannings­indicator
Vooruit­spoeltoets
3
)
(
KOPIËREN
(vervolg)
Beelden kopiëren met Infra-rood communicatie [IrTran-P]
U kunt beelden die zijn opgeslagen op een MultiMediaCard van deze camcorder naar een ander apparaat overbrengen dat ook IrDA (IrTran-P) infra-rood communicatie ondersteunt, onafhankelijk van de fabrikant van dat apparaat. De volgende procedure wordt beschreven met twee GR­DVX7 camcorders als voorbeeld. Wilt u een ander video­apparaat gebruiken, dan moet u de handleiding van dat andere apparaat ook raadplegen.
DOE MULTIMEDIACARDS IN ELK VAN
1
DE TOESTELLEN
[Voor zowel de zendende als de ontvangende camcorder]
Doe een MultiMediaCard in zowel de zendende als de ontvangende camcorder.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
2
[Voor zowel de zendende als de ontvangende camcorder]
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
3
[Voor zowel de zendende als de ontvangende camcorder] Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
15° 15°
15° 15°
< 50 cm
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
4
[Voor zowel de zendende als de ontvangende camcorder]
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de oplichtende balk naar “IrTran-P” te verplaatsen en druk de keuzeschijf in. De geselecteerde instelling zal gaan knipperen.
STEL DE IrTran-P FUNCTIE IN
5
[Voor de zendende camcorder]
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf totdat “TRANS­MIT” (zenden) verschijnt en druk de keuzeschijf in. Het normale weergavescherm verschijnt.
KIES HET BEELD DAT U WILT KOPIËREN
6
[Voor de zendende camcorder]
Zoek het gewenste beeld op via index-weergave (Z blz. 59), automatische weergave (Z blz. 56) of druk op 2 of op 3 om het gewenste beeld op te zoeken.
A M
START/STOP/TRANS toets
MENU/SET keuzeschijf
NE79
ZET DE CAMCORDERS IN DE JUISTE
7
POSITIE
[Voor zowel de zendende als de ontvangende camcorder]
Zet de zendende en de ontvangende camcorder zo neer dat de infra-rood zender en ontvanger elkaar kunnen ‘zien’.
•Er mag niet meer dan 50 cm tussen de zender en de ontvanger zitten en de hoek tussen de zender en de ontvanger mag niet groter zijn dan 15°.
BEGIN HET BEELD OVER TE SEINEN
8
[Voor de zendende camcorder]
Druk op START/STOP/TRANS. Het overseinen van het beeld wordt nu begonnen en op het scherm verschijnt de melding “IN PROGRESS” (bezig).
ONTVANGEN VAN HET BEELD
9
[Voor de ontvangende camcorder]
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf totdat “RECEIVE” (ontvangen) verschijnt en druk de keuzeschijf in. Het toestel begint nu met het ontvangen van het overgeseinde beeld en op het scherm verschijnt de melding “IN PROGRESS” (bezig). Wanneer deze melding verdwijnt is het overseinen en ontvangen afgelopen.
OPMERKINGEN:
Let er op dat u als stroomvoorziening gebruik maakt van de lichtnetadapter/acculader in plaats van een accu.
[Voor de zendende camcorder]
Let er op dat u de “IrTran-P” instelling weer uit (“OFF”) zet wanneer het overseinen klaar is.
U kunt ook een beeld met een titel/omlijsting overseinen.
Als binnen ongeveer 60 seconden nadat u op START/ STOP/TRANS heeft gedrukt de melding “COMMUNI­CATION FAILED” (communicatie mislukt) verschijnt, dient u de positie van de apparatuur, de stroomvoorziening enz. te controleren en het nog eens te proberen.
Om het overseinen halverwege af te breken, kunt u nog een keer op START/STOP/TRANS drukken. De melding “COMMUNICATION FAILED” (communicatie mislukt) zal op het scherm verschijnen.
[Voor de ontvangende camcorder]
Als de melding “COMMUNICATION FAILED” (communicatie mislukt) verschijnt, dient u de positie van de apparatuur, de stroomvoorziening enz. te controleren en het nog eens te proberen.
De instelling “IrTran-P” keert vanzelf terug naar “OFF” (uit) wanneer de ontvangst afgelopen of mislukt is.
80 NE
2
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de volwaardige afstandsbediening kunt u de functies van uw camcorder op afstand activeren en tevens de basisfuncties voor de videorecorder (weergave, stoppen, pauzeren, snel door- en terugspoelen) inschakelen. Daarbij beschikt u met deze afstandsbediening over diverse extra functies voor weergave.
Plaatsen van de batterij
3
1
De afstandsbediening gebruikt een lithiumbatterij (CR2025).
1
Knopje
Effectief bereik van de signalen
15°
30°
30°
15°
5m
1 2 3
Afstandsbedieningssensor
VERWIJDER DE BATTERIJHOUDER
Trek in de richting van de pijl terwijl u zoals afgebeeld op het knopje drukt.
PLAATS DE BATTERIJ IN DE HOUDER
Steek de batterij in de houder. Controleer dat het “+” teken zichtbaar is.
PLAATS DE HOUDER TERUG
Schuif de houder weer terug totdat deze op zijn plaats vastklikt.
•Zie “Waarschuwing voor de lithiumcelbatterij” op (Z blz. 2).
Richt de afstandsbediening bij gebruik naar de afstandsbedieningssensor. De afbeelding toont het bereik van de afstandsbediening bij gebruik binnenshuis bij benadering. De signalen worden mogelijk niet juist ontvangen wanneer er direct schel licht of zonlicht op de sensor valt of de afstandsbediening buiten wordt bediend.
NE81
Toetsen
1 PAUSE IN aansluiting 2 Zoomtoetsen (T/W) 3 DISPLAY toets 4 SHIFT toets 5 SLOW terug/door-toetsen
Links/Rechts-toetsen
6 FADE/WIPE toets 7 REW toets
8 EFFECT toets 9 EFFECT ON/OFF toets 0 Infraroodzendvenster ! START/STOP toets @ AUDIO MONITOR toets # MBR SET toets $ Lager-toets
A.DUB toets
% Hoger-toets ^ FF toets
& PLAY toets
* PAUSE toets ( STOP toets
) R.A.EDIT toetsen
1
2
3
TW
4
5
6
7 &
8
9 (
RM-V713U (bijgeleverd)
Met de Spanningsschakelaar van de camcorder in de camera-stand (“ ”, “5S” of “ ”) .
In-/Uitzoomen (Z blz. 24)
— — —
— — —
— —
Zend de infraroodstraal. Functioneert als de START/STOP van de camcorder.
— — —
— — —
— —
0 !
@
#
$ %
^ *
)
Functies
Met de Spanningsschakelaar van de camcorder in de stand “ “
Z blz. 85
Zoom in/out (
Z blz. 74 Z blz. 82 Z blz. 82
Z blz. 82 Z blz. 85
• Terugspoelen/Terugzoeken met
• Laat het vorige beeld op een
Z blz. 83 Z blz. 83
Z blz. 55 Z blz. 84 Z blz. 82
Z blz. 90 Z blz. 82
• Vooruit spoelen/vooruit zoeken op
• Laat het volgende beeld op een
• Begint de weergave van een cassette
• Begint automatische weergave van
Pauzeert de cassette (
• Stopt de cassette (
• Stopt de automatische weergave of
Z blz. 84 – 89
”.
Z pg. 82)
beeld op een cassette (Z blz. 52,
53)
MultiMediaCard zien (Z blz. 56)
een cassette (Z blz. 52, 53)
MultiMediaCard zien (
(Zblz. 52)
een MultiMediaCard (
Z blz. 53)
Z blz. 52)
de diavoorstelling (
Z blz. 56, 57)
” of
Z blz. 56)
Z blz. 56)
82 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(vervolg)
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Weergavetoets (
Stoptoets (5)
Afstands­bedieningssensor
Zoomtoetsen
SHIFT
Links of SLOW terugspoel toets
Rechts of SLOW vooruitspoel toets
Normale
weergave
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
Druk op T
4
)
Hoger-toets
Lager-toets
PLAY PAUSE
STOP
Druk op
de SHIFT toets ingedrukt om het beeld te verplaatsen.
(rechts) met
FUNCTIE:
Slow-motion weergave
DOEL:
In beide richtingen vertraagd zoeken tijdens video weergave.
HANDELING:
1) Druk bij het punt waar u de vertraagde weergave wilt
starten op PAUSE (6) om van de normale weergave naar slow-motion weergave over te schakelen.
2) Druk op SLOW (9 of 0). De normale weergave wordt
voortgezet na ongeveer 1 minute vertraagde weergave in achterwaartse richting of 2 minuten in voorwaartse richting.
n Druk op PLAY (4) om de vertraagde weergave voortijdig
zelf te stoppen.
OPMERKINGEN:
Tijdens slow-motion weergave heeft het beeld een ietwat mozaïekachtig effect vanwege de digitale verwerking van de signalen.
Nadat u op de SLOW paar seconden een stilbeeld worden getoond waarna het scherm mogelijk enkele seconden zwart wordt. Dit duidt niet op een defect.
Er is mogelijk een klein verschil tussen het door u gekozen startpunt voor slow-motion en het werkelijk startpunt.
Tijdens slow-motion weergave wordt het beeld ietwat gestoord en het beeld kan er wat onstabiel uitzien, vooral met weinig beweging in beeld. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Druk op PAUSE Slow-motion weergave.
FUNCTIE:
Beeld-voor-beeld weergave
(9 of 0)
heeft gedrukt, zal er een
(6)
om de weergave te pauzeren tijdens
DOEL:
Om beeld voor beeld zoeken mogelijk te maken tijdens video weergave.
HANDELING:
1)
Om van normale weergave over te schakelen naar beeld­voor-beeld weergave, drukt u op PAUSE (6) op het punt van waar u de Beeld-voor-beeld weergave wilt beginnen.
2)
Druk herhaaldelijk op PAUSE (6). Elke keer dat u op deze toets drukt zal het volgende beeld worden getoond.
FUNCTIE:
Weergave Zoom
DOEL:
Om het reeds opgenomen beeld bij het afspelen alsnog tot 10x te kunnen vergroten tijdens video weergave.
HANDELING:
1)
Druk op PLAY (4) om de gewenste scène op te zoeken
2) Druk op de zoom toetsen (T/W) op de
afstandsbediening. Let er op dat de afstandsbediening op de sensor van de camcorder gericht is. Als u op T drukt zoomt het beeld in.
3)
U kunt het uitvergrote deel van het beeld verplaatsen om een bepaald deel van het beeld uitvergroot op uw scherm te krijgen. Terwijl u SHIFT ingedrukt houdt, drukt u op
(links), (rechts), (hoger) en (lager).
n Om het zoomen te stoppen drukt u net zolang op W op
de afstandsbediening tot de normale weergave-grootte weer bereikt is. Of u drukt op STOP (5) en dan weer op PLAY (4).
OPMERKINGEN:
U kunt de Weergave zoom ook gebruiken bij slow-motion en stilbeeld weergave.
De beeldkwaliteit kan minder worden bij het digitaal bewerken van het beeld.
.
NE83
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Weergavetoets (
PLAYBACK EFFECT
4
OFF
CLASSIC FILM
1
B/W
MONOTONE
2
SEPIA
3
STROBE
4
VIDEO ECHO5
4
)
PLAYBACK EFFECT keuzemenu
FUNCTIE:
Weergave speciale effecten
DOEL:
Om u in staat te stellen creatieve effecten toe te voegen aan de video weergegeven beelden. U kunt een van de 5 effecten kiezen.
HANDELING:
1) Druk op PLAY (4) om de weergave te starten.
2) Richt de afstandsbediening op de sensor van de
camcorder en druk op EFFECT. Het PLAYBACK EFFECT keuzemenu verschijnt.
3) Verplaats de balk in beeld naar het gewenste effect door op EFFECT te drukken. De geselecteerde functie wordt geactiveerd en na 2 seconden zal het menu weer verdwijnen.
n Om het geselecteerde effect te annuleren, drukt u op
EFFECT ON/OFF op de afstandsbediening. Nog een keer op deze toets drukken maakt het eerder geselecteerde effect weer actief.
n Om het geselecteerde effect te veranderen, dient u de
bovenstaande handelingen vanaf stap 2 te herhalen.
OPMERKINIGEN:
Wanneer er bij de Weergave bepaalde speciale effecten gebruikt worden, zijn de Multi-Analyser 4 en Multi-Analyser 9 Momentopname functies (Z blz. 31) niet beschikbaar.
De effecten die u kunt gebruiken tijdens weergave zijn Classic Film, Monotone, Sepia, Strobe en Video Echo. Deze effecten werken tijdens de weergave hetzelfde als tijdens de opname. Raadpleeg bladzijde 45 voor meer informatie.
Afstands­bedieningssensor
PLAY
EFFECT
EFFECT ON/OFF
TW
RM-V713U
(bijgeleverd)
84 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Videorecorder (opnamedeck)
3
SHIFT
TW
1 6
RM-V713U (bijgeleverd)
789`
CODELIJST VIDEORECORDER
MERK VAN VIDEO­RECORDER
AKAI
BLAUPUNKT FERGUSON
GRUNDIG 1 4
HITACHI 6 6
JVC 9 1
A B C
MITSUBISHI 6 7
NEC 3 7
PANASONIC 1 3
TOETSEN
(A) (B)
6 2 6 4 7 7
1 3
9 7 9 8 3 2
3 4
6 3
9 6 9 3
6 8
3 8
1 7 1 1 9 4 1 8
MBR SET
2 4 5
MERK VAN VIDEO­RECORDER
PHILIPS
SANYO 3 6
SELECO, REX
SHARP 1 5
SONY
THOMSON, TELEFUNKEN, SABA, NORDMENDE
TOSHIBA 6 9
TOETSEN
(A) (B)
1 9 9 5 1 1 9 4 9 1 9 6 1 2 3 3 7 2
 
3 5 9 1
9 6
1 ` 6 5
6 ` 3 9 3 1
9 1 9 6 9 7 3 2
6 1
(vervolg)
Monteren van scènes in een andere volgorde [R.A.Edit]
U kunt de scènes gemakkelijk in een andere volgorde monteren wanneer u de camcorder als bron gebruikt. Kies 8 “scènes” voor een automatische montage in de gewenste volgorde. De R.A.Edit functie is nog gemakkelijker te gebruiken wanneer u de RM-V713U MBR (afstands-bediening voor meerdere merken) (Z blz. 81) met uw videorecorder gebruikt (Zie CODELIJST VIDEORECORDER). De functie kan echter ook handmatig worden bediend. Controleer alvorens gebruik dat de lithiumbatterij in de RM-V713U afstandsbediening is geplaatst (Z blz. 80).
STEL DE AFSTANDSBEDIENINGSCODE VOOR DE VIDEORECORDER IN
STEL DE AFSTANDSBEDIENING
1
VOOR DE VIDEORECORDER IN
Schakel de spanning van de videorecorder uit en richt de afstandsbediening naar de infraroodsensor van de videorecorder. Zoek uw merk in de “CODELIJST VIDEORECORDER” hier links op, houd MBR SET ingedrukt en druk vervolgens op toetsen (A) en (B) overeenkomstig het merk.
•De code wordt automatisch ingesteld en de spanning van de videorecorder ingeschakeld wanneer u de MBR SET toets loslaat.
BEDIEN DE VIDEORECORDER
2
Controleer dat de spanning van de videorecorder is ingeschakeld. Houd vervolgens SHIFT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de gewenste toets van de afstandsbediening. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend; PLAY, STOP, PAUSE, FF, REW en VCR REC STBY (voor deze laatste functie hoeft u de SHIFT toets niet ingedrukt te houden).
U kunt nu meerdere scènes in een willekeurige volgorde monteren.
BELANGRIJK
De afstandsbediening voor meerdere merken is geschikt voor JVC videorecorders en diverse andere merken. Het is echter mogelijk dat deze afstandsbediening niet met uw videorecorder werkt of niet alle functies kan uitvoeren.
OPMERKINGEN:
Stel een andere in de “CODELIJST VIDEORECORDER” aangegeven code in indien de spanning van de videorecorder niet in stap 1 wordt ingeschakeld.
De spanning van bepaalde videorecorders wordt niet automatisch ingeschakeld. Schakel in dat geval de spanning zelf in en voer dan stap 2 uit.
Gebruik de regelaars op de videorecorder zelf indien de afstandsbediening niet voor uw videorecorder functioneert.
De code die u voor de videorecorder heeft ingesteld, wordt gewist wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is. Vervang in dat geval de batterij door een nieuwe en stel de code opnieuw in.
Geel naar VIDEO OUT*
TW
Naar S-VIDEO OUT
S-Videokabel (bijgeleverd)
Montagekabel (bijgeleverd)
“Y/C”/“CVBS” video-uitgangs­schakelaar
Naar afstand PAUSE of R.A.EDIT
Naar PAUSE-IN
DISPLAY
PLAY R.A.EDIT
ON/OFF
Rood naar AUDIO R OUT
Wit naar AUDIO L OUT
A/V-kabel [RCA (tulp) naar RCA stekker] (bijgeleverd)
Naar AUDIO, VIDEO* en IN aansluitingen
Indien uw videorecorder een SCART aansluiting heeft, moet u de bijgeleverde kabeladapter gebruiken.
* Sluit deze aan wanneer de S-Videokabel niet
gebruikt wordt.
-
Videorecorder
TV
FADE/WIPE
RM-V713U (bijgeleverd)
Naar EDIT
NE85
AANSLUITEN
Zie ook blz. 70, 71 en 73.
VERBIND MET . . .
1
JVC VIDEORECORDER DIE EEN PAUSE AFSTANDSAANSLUITING HEEFT
Verbind de montagekabel met de PAUSE afstandsaansluiting.
JVC VIDEORECORDER ZONDER PAUSE AFSTANDSAANSLUITING MAAR MET EEN R.A.EDIT AANSLUITING
Verbind de montagekabel met de R.A.EDIT aansluiting.
ANDERE VIDEORECORDER DAN TYPE OF
Verbind de montagekabel met de PAUSE IN aansluiting van de RM-V713U.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
2
DE CAMCORDER
Doe een band waarop iets is opgenomen in het toestel en zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt.
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
3
DE VIDEORECORDER
Schakel de spanning in en plaats een cassette waarop kan worden opgenomen. Activeer de AUX functie (zie de gebruiksaanwijzing van de videorecorder).
KIES DE SCÈNES
START DE WEERGAVE VAN DE
4
OPGENOMEN CASSETTE
Druk op PLAY (4) en vervolgens op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
START DE FADE/WIPE-IN (INDIEN NODIG)
5
Druk op FADE/WIPE van de afstandsbediening.
•Doorloop de verschillende effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
•Bij het begin van scène 1 kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
OPMERKINGEN:
U kunt de AV OUT aansluiting op de camcorder in dit geval niet gebruiken.
Alvorens willekeurige montage van meerdere scènes te starten, moet u controleren dat de aanduidingen niet op het scherm van de aangesloten TV worden getoond. De aanduidingen worden namelijk op de nieuwe band opgenomen indien deze wel tijdens willekeurige montage worden getoond. Druk op DISPLAY van de afstandsbediening om het display van de geluidsfunctie te wissen. Kies “DISPLAY” en “TIME CODE” van het weergavemenu (Z blz. 54) om de datum/tijd en tijdcode wel of niet te tonen. Om alle aanduidingen, behalve die voor het menu voor willekeurige montage, te laten verdwijnen of verschijnen, dient u “INDICATION” (aanduiding) “OFF” (uit) te zetten via het weergavemenu ( op DISPLAY op de afstandsbediening te drukken. Wanneer de willekeurige montage begint zullen deze aanduidingen verdwijnen en niet opgenomen worden op de nieuwe band.
Wanneer u gaat monteren op een videorecorder met een DV ingangsaansluiting kunt u de DV kabel aansluiten in plaats van de S-Video kabel en de Audio/Video kabel.
Druk de video-uitgangsschakelaar van de kabeladapter in de vereiste stand:
Y/C: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die geschikt is voor Y/C signalen en met een S-videokabel is aangesloten.
CVBS: Bij een verbinding met een TV of videorecorder die niet geschikt is voor Y/C signalen en met een audio/videokabel is aangesloten.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
Z
blz. 54) en
86 NE
Spanningsschakelaar
P
L
A
Y
A
L
P
C
S
D
D
S
C
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène
I N OUT MODE
1 –– – – : –– ~
2 3 4 5 6 7 8
TIME CODE
Y
/
P
C
O
F
F
A
M
E
R
A
5
S
Willekeurige montagemenu
C
TOTAL
~ ~ ~ ~ ~ ~
–– : –– 00 : 00
4
KIES DE SCÈNES (vervolg)
STEL HET INMONTEERPUNT (EDIT IN) IN
6
Druk bij het begin van de scène op EDIT IN/OUT van de afstandsbediening. Het inmonteerpunt wordt op het willekeurige montagemenu.
STEL HET UITMONTEERPUNT (EDIT OUT) IN
7
Druk bij het eind van de scène op EDIT IN/OUT. Het uitmonteerpunt wordt op het willekeurige montagemenu.
GEBRUIK EEN FADE/WIPE VOOR DE
8
OVERGANG TUSSEN SCÈNES (INDIEN
(vervolg)
NODIG)
Druk op FADE/WIPE.
•Doorloop de effecten door herhaaldelijk op de toets te drukken. Stop wanneer het gewenste effect wordt getoond.
•Indien u een fade/wipe-effect voor een uitmonteerpunt heeft ingesteld, zal dit effect automatisch op het volgende inmonteerpunt
Afstandsbedienings­sensor
worden toegepast.
•Bij het eind van de laatste scène kunt u beeld wipe/ oplossen niet gebruiken.
•De tijd van een fade/wipe-effect wordt automatisch bij de totale tijd opgeteld (uitgezonderd bij gebruik
RM-V713U (bijgeleverd)
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
TW
PLAY
R.A.EDIT ON/OFF
van beeld wipe/oplossen).
GEBRUIK SPECIALE EFFECTEN (INDIEN
9
NODIG, Z blz. 83)
Druk op EFFECT.
BEPAAL DE VOLGENDE TE MONTEREN
10
SCÈNES
Herhaal stappen 6 – 9.
CANCEL
•Druk op CANCEL van de afstandsbediening om reeds vastgelegde punten te annuleren. De geregistreerde punten verdwijnen stuk-voor-stuk vanaf het laatst vastgelegde punt.
•Herhaal uitsluitend stappen 6 en 7 indien u geen fade/wipe of programma AE met speciale effecten gebruikt.
OPMERKINGEN:
Indien de opgenomen broncassette meer dan 2 dezelfde tijdcodes heeft (Z blz. 25), kan de camcorder mogelijk het gekozen inmonteerpunt niet vinden en de montage wordt dan niet juist uitgevoerd.
Bij het kiezen van een scène moet u erop letten dat er voldoende tijd tussen het in- en uitmonteerpunt is.
Indien u langer dan 5 minuten naar een inmonteerpunt zoekt, zal de opnamestandbyfunctie van het opnametoestel worden uitgeschakeld en kan het monteren derhalve niet worden uitgevoerd.
Indien er blanco gedeelten voor of na de in- en uitmonteerpunten liggen, wordt mogelijk een blauw beeld opgenomen.
De tijdcodes registreren de tijd in minimaal seconden nauwkeurig. Het is derhalve mogelijk dat de tijdcode voor de totale tijd niet exact gelijk is aan de totale tijd van alle te monteren scènes.
De vastgelegde in- en uitmonteerpunten worden gewist indien u de spanning van de camcorder uitschakelt.
U kunt oplossen of de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia of zwart/wit van programma AE met speciale effecten. De indicator voor oplossen of de zwart/wit fader zal wanneer u deze keuze maakt knipperen. Nadat het volgende inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de willekeurige montage stelt u dan oplossen of de zwart/ wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Programma AE met speciale effecten te gebruiken gedurende Random Assemble Editing (Monteren van scènes in een andere volgorde) door middel van een DV kabel.
START/STOP toets
Terugspoeltoets (
I N OUT MODE
W
H
1 00 : 2 5 ~ 02 : 05 –– 2 07 : 18 ~ 08 : 31––
P
3 –– 03 : 33 ~ 05 : 5 3 4 09 : 30 ~ 13 : 1 5 5 15 : 55 ~ 16 : 20–– ––
6 –– –– : ––
7 8
TIME CODE
TOTAL
Afstands­bedieningssensor
RM-V713U (bijgeleverd)
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
~ ~ ~
16 : 30
9 : 39
2
P
TW
Pauzetoets (
)
Stoptoets (5)
Willekeurige montagemenu
B/W
4
6)
PAUSE R.A.EDIT
ON/OFF
VCR REC STBY
NE87
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
BEREID DE OPGENOMEN CASSETTE
11
VOOR
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug naar het begin van de scène die u wilt monteren en druk op PAUSE (6).
SCHAKEL DE VIDEORECORDER IN DE
12
OPNAMESTANDBYFUNCTIE
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6) toets of schakel de videorecorder handmatig in de opnamepauzefunctie.
START DE MONTAGE
13
Druk op START/STOP op de camcorder. Het monteren gaat door zoals geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste geregistreerde scène.
•Het monteren zal niet starten door een druk op START/STOP van de afstandsbediening.
•Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie schakelen en de videorecorder schakelt naar de opnamestandbyfunctie.
•Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de gehele cassette automatisch tot het eind worden gekopieerd.
STOP HET MONTEREN
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
1
videorecorder. Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige montage van meerdere scènes moet u op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF van de afstandsbediening om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de pauze-aansluiting voor het kopiëren is verbonden, moet u de afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder richten en controleren dat de signalen niet door voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
Het monteren van scènes in een andere volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn (Z blz. 25).
88 NE
1 –– – – : –– ~
2 3 4 5 6 7 8
TIME CODE
TOTAL
Willekeurige montagemenu
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Scène 1
I N OUT MODE
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
–– : –– 00 : 00
TV
Afstands­bedieningssensor
4
Spanningsschakelaar
Videorecorder (opnamedeck)
(vervolg)
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opname­standby naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u het monteren met de camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
MAAK DE VOORBEREIDINGEN VOOR
1
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
WILLEKEURIGE MONTAGE
Start de weergave van de cassette in de camcorder, richt de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF.
•Het willekeurige montagemenu verschijnt.
KIES EEN SCÈNE
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1). Voor het bepalen van de timing van de videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
START DE WEERGAVE VAN DE
3
GEMONTEERDE SCÈNE
•Uw videorecorder schakelt snel over van opnamestandby naar de opnamefunctie indien er een gedeelte werd opgenomen dat voor het inmonteerpunt ligt.
•Uw videorecorder schakelt traag indien er een gedeelte van de gekozen scène niet wordt opgenomen.
TW
RM-V713U (bijgeleverd)
R.A.EDIT ON/OFF
MENU/SET keuzeschijf
32kHz MODE
4
SYNCHRO
INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
32kHz MODE
4
SYNCHRO INDICATION DISPLAY TIMECODE
END
Display
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1 0 . 0 ON ON OFF
FULL SOUND48kHz MODE SOUND1
0 . 0
ON ON OFF
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Spanningsschakelaar
Weergave-menu
NE89
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
ROEP HET WEERGAVE-MENU OP
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk vervolgens op MENU/SET. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE FUNCTIE
5
Verdraai MENU/SET om de opgelichte balk naar “SYNCHRO” te verplaatsen en druk op de schijf. De waarde voor “SYNCHRO” licht op.
STEL DE JUISTE WAARDE IN
6
U kunt gebaseerd op de uitgevoerde handelingen (Z blz. 88) de snelheid van de videorecorder verhogen door MENU/SET omhoog te draaien. Draai MENU/SET omlaag om de snelheid van de videorecorder te verlagen. U kunt de waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen.
SLUIT HET WEERGAVEMENU
7
Druk tweemaal op MENU/SET.
•U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz. 85 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start eerst een paar testopnamen (montages) om te controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u geen exacte correctie kunt maken.
Videorecorder
(opnamedeck)
TV
90 NE
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Opname van ander geluidsspoor (“audio-dubben”)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette die met 32 kHz is opgenomen (Z blz. 39).
Vergrendeltoets
Luidspreker
Display
P
L
A
Y
/
P
C
O
F
F
C
A
Y
M
A
E
L
R
P
A
C
5
S
S
D
D
S
C
Standbyfunctie voor audio­dubben
Afstands­bedieningssensor
AV OUT (hoofdtelefoon) aansluiting
Te vinden onder het deksel.
AUDIO
MONITOR
DISPLAY
PLAY
RM-V713U (bijgeleverd)
Opgenomen geluid
32 kHz SOUND 2 Het nieuwe geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
TW
FULL SOUND
SOUND 1 Het originele geluidsspoor wordt via de “L” en “R” kanalen stereo weergegeven.
Spanningsschakelaar
Stereo-microfoon
Ingangsaansluiting voor externe microfoon
A.DUB
PAUSE
STOP
Display Weergavegeluid
Originele geluidsspoor en nieuwe geluidsspoor worden gecombineerd en stereo weergegeven.
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met 48 kHz of de LP functie zijn opgenomen of op een leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van geluid tijdens weergave op de TV (Z blz. 70).
ZOEK HET INMONTEERPUNT
1
Start de weergave van de cassette en zoek het punt waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op PAUSE (6).
ACTIVEER DE STANDBYFUNCTIE VOOR
2
AUDIO-DUBBEN
Houd A.DUB (e) van de afstandsbediening ingedrukt en druk op PAUSE (6). “6e” wordt getoond.
START HET DUBBEN
3
Druk op PLAY (4), en “spreek als gewenst in”.
•Spreek in de microfoon.
PAUZEREN TIJDENS DUBBEN
4
Druk op PAUSE (6).
STOP HET DUBBEN
5
Druk op STOP (5).
OPMERKINGEN:
U kunt ook audio dubben met een los verkrijgbare microfoon.
De ingebouwde microfoon wordt automatisch uitgeschakeld indien u een los verkrijgbare aansluit.
Bij het monteren van een cassette die met 32 kHz is opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Druk op AUDIO MONITOR van de afstandsbediening om het gewenste geluid voor weergave te kiezen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV-weergave een “huilend” of “rondzingend” geluid (feedback) hoort.
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de luidspreker weergegeven. Om het geluid te beluisteren dient u een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan te sluiten op de AV OUT (hoofdtelefoon) aansluiting.
Indien u tijdens opname van 32 kHz naar 48 kHz overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben gebruikt, zal audio­dubben niet mogelijk zijn vanaf het gedeelte waar met 48 kHz werd opgenomen.
Tijdens audio-dubben zal “ERROR! REFER MANAUL” worden getoond wanneer een gedeelte op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 48 kHz is opgenomen of er geen signalen zijn opgenomen. Zie de betreffende beschrijving in de gebruiksaanwijzing.
(vervolg)
EXTRA INFORMATIE
Vergrendeltoets
Spannings-
S
C
D
S
D
5
S
A
C
indicator
P
L
A
Y
Y
A
L
P
Weergave-menu
Formattering­bevestigingsscherm
keuzeschijf
INDEX SLIDE SHOW MULTI VIEW
PROTECT FILE DELETE TITLE DELETE
4
FORMAT
END
4
EXECUTE
CANCEL
Display
OFF OFFIrTran-P
R
E
M
A
C
F
F
O
C
P
/
SpanningsschakelaarMENU/SET
NE91
Initialiseren van een MultiMediaCard
Als het geheugen van de MultiMediaCard onleesbaar is geworden zal de melding “PLEASE INITIALIZE” (initialiseren alstublieft) verschijnen. In een dergelijk geval zult u de MultiMediaCard opnieuw moeten initialiseren.
KIES DE BEDIENINGSFUNCTIE
1
Zet de Spanningsschakelaar op “ ” terwijl u de vergrendeltoets ingedrukt houdt. Klap de LCD monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit.
OPEN HET WEERGAVE-MENU
2
Druk MENU/SET in. Het weergave-menu verschijnt.
KIES DE GEWENSTE FUNCTIE
3
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf, verplaats de oplichtende balk naar “FORMAT” en druk de keuzeschijf in. Het formattering-bevestigingsscherm verschijnt.
INITIALISEER DE MULTIMEDIACARD
4
Verdraai de MENU/SET keuzeschijf om de oplichtende balk naar “EXECUTE” (uitvoeren) te verplaatsen en druk de keuzeschijf in. De MultiMediaCard wordt nu geïnitialiseerd.
•Als u het initialiseren wilt annuleren, verdraait u de MENU/SET keuzeschijf naar “CANCEL” (annuleren) en drukt u vervolgens de keuzeschijf in.
OPMERKINGEN:
Na het initialiseren zijn alle beelden op de MultiMediaCard, inclusief eventueel tegen wissen beveiligde beelden, gewist.
Het is alleen mogelijk een MultiMediaCard te initialiseren wanneer eerst de melding “PLEASE INITIALIZE” (initialiseren alstublieft) is verschenen.
PAS OP:
Voer geen andere handelingen (zoals uitschakelen van de camcorder) uit terwijl het initialiseren gaande is. Gebruik ook het liefst de lichtnetadapter/acculader tijdens deze handeling omdat de MultiMediaCard onleesbaar kan worden mocht halverwege het initialiseren de accu leeg raken.
92 NE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg uw JVC handelaar indien het probleem niet met de volgende aanwijzingen kan worden opgelost.
De camcorder wordt door een microcomputer bestuurd. Externe ruis en interferentie (van bijvoorbeeld een TV of radio) kunnen de werking storen. U moet in dat geval eerst de spanningsbron ontkoppelen (accu, netadapter/acculader, enz.) verwijderen: wacht even en sluit de spanningsbron weer aan en voer de vereiste handelingen opnieuw vanaf het begin uit.
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
1.
Geen spanning.
2.
“SET DATE/TIME!” wordt getoond.
3.
Opname is niet mogelijk.
4.
Er is geen beeld.
5.
Sommige functies zijn niet beschikbaar via MENU/SET.
6.
Er wordt niet automatisch scherpgesteld.
7.
Cassette kan niet juist worden geplaatst.
8.
De MultiMediaCard kanniet gewoon geladen worden.
9.
In de 5 Seconden functie stopt de opname voor er 5 seconden om zijn.
1.
• De spanningsbron is niet juist aangesloten.
• De accu is leeg.
• De LCD-monitor staat niet helemaal open of de zoeker is niet helemaal uitgetrokken.
2.
• De ingebouwde oplaadbare Lithium batterij voor de klok is leeg.
• De hiervoor ingestelde datum/ tijd is gewist.
3.
• De wispreventie-schakelaar van de cassette staat op “SAVE” (bewaren).
• De spanningsschakelaar is op “ ” gedrukt.
• “TAPE END” verschijnt.
• De cassette-afdekking is open.
4.
• Geen spanning naar de camcorder of een ander probleem.
5.
• De Bedieningsschakelaar staat op “ ”.
6.
• De scherpstelling is op “MANUAL” gesteld.
• Het is te donker of het contrast is te zwak.
• De lens is vuil of er is condens op afgezet.
7.
• De cassette wordt verkeerd geplaatst.
• De accu is bijna leeg.
8.
• De MultiMediaCard is verkeerd geplaatst.
9.
• De 5 Seconden functie is op “ANIM.” gezet via het Systeem Menu.
1.
• Sluit de netadapter/acculader
goed aan (Z blz. 9).
• Plaats een geladen accu
(Z blz. 8, 9).
• Klap de LCD-monitor helemaal open of trek de zoeker helemaal uit. De LCD-monitor gaat aan of uit wanneer deze ongeveer 90° geopend of gesloten wordt en de Spanningsschakelaar op elke andere stand dan “OFF” staat en de zoeker niet helemaal uitgetrokken is.
2.
• Sluit de camcorder meer dan 24 uur aan op een stopcontact via de Lichtnetadapter/ acculader om de oplaadbare Lithium batterij van de klok op te laden (Z blz. 11).
3.
• Zet de wispreventie-schakelaar van de cassette op “REC” (opnemen) (Z blz. 12).
• Zet de Spanningsschakelaar op een willekeurige stand, maar niet op “ ” of “OFF” (Z blz. 17).
• Plaats een nieuwe cassette (Z blz. 12).
• Sluit de cassette-afdekking.
4.
Schakel de spanning van de camcorder even uit en vervolgens weer in (Z blz. 18).
5.
• Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” (Z blz. 17).
6.
• Stel de scherpstelling op “AUTO” (Z blz. 47).
• Reinig de lens en controleer de scherpstelling nogmaals (Z blz. 98).
7.
• Plaats de cassette op de juiste wijze (Z blz. 12).
• Plaats een geladen accu (Z blz. 8, 9).
8.
Doe de MultiMediaCard op de juiste manier in het toestel. (Z blz. 14)
9.
• Selecteer “5S” of “5SD” in het Systeem menu (Z blz. 34 –
39).
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
10.
10.
De Momentopname functie kan niet worden gebruikt.
11.
Hoewel er geprobeerd wordt een momentopname te maken, gaat de flitser niet af.
12.
Hoewel er een momentopname gemaakt wordt met de flits, werkt de Rode-ogen reductie niet.
13.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te donker.
14.
Het met de momentopnamefunctie opgenomen beeld is te licht.
15.
De kleur van de momentopname is vreemd.
16.
De digitale zoom werkt niet.
• De Squeeze (breedbeeld) functie is geselecteerd.
11.
• Het onderwerp is te licht met de flitser op “AUTO” of “AUTO
”.
• Wanneer nog knippert, is de flitser nog aan het opladen.
• De Multi-Analyzer 4 of Multi­Analyzer 9 is geselecteerd.
• De camcorder staat in de opnamefunctie.
12.
• Het onderwerp kijkt niet recht in de flits.
• Het onderwerp kijkt niet naar de eerste flits, een belangrijk onderdeel van de Rode-ogen reductie functie.
• De camcorder is te ver weg van het onderwerp.
• In het functiemenu is “FLASH” niet op “AUTO ” gezet.
13.
• “FLASH” staat op “OFF” in het Functiemenu.
• Er zitten vingers e.d. voor het venster van de flitser.
• De lichtopbrengst van de flitser is ingesteld om een donkerder beeld te geven. (Ingestelde waarde: –3)
• De camcorder is te ver bij het onderwerp vandaan.
14.
• “FLASH” staat “ON” in het Functiemenu.
15.
• De lichtbron die het onderwerp verlicht bestaat niet uit wit licht, of er zijn verschillende lichtbronnen achter het onderwerp.
16.
• De 10X optische zoom is ingesteld.
• De Video-echo functie is geactiveerd.
• Beeld wipe of oplossen wordt voor een scène gebruikt.
• De 5 Seconden opnamefunctie is ingesteld met de Spannings­schakelaar op “5S” en met “5SD” ingesteld in het Systeem menu.
10.
• Annuleer de Squeeze (breedbeeld) functie (Z blz. 37).
11.
• Zet “FLASH” op “ON” via het Functiemenu (Z blz. 32).
• Het kan tot 10 seconden duren voor de flitser opgeladen is.
• Schakel de Multi-Analyzer 4 of Multi-Analyzer 9 uit (Z blz. 23, 31).
• Zet de camcorder in de opnamestandbyfunctie (Z blz. 32).
12.
• Het onderwerp moet recht in de flits kijken, met name de eerste flits. Als het onderwerp de eerste flits niet ziet, wordt het erg lastig voor de Rode­ogen reductie om effectief te werken (Z blz. 32).
• De flitser is effectief voor onderwerpen op een afstand van ong. 0,7 to 2 m van de camcorder (Z blz. 32).
• Zet “FLASH” op “AUTO ” via het functiemenu om de rode ogen-reductie indicator te laten verschijnen (Z blz. 32).
13.
• Zet “FLASH” op elke stand, behalve op “OFF” via het functiemenu (Z blz. 32).
• Zorg ervoor dat het venster van de flitser niet afgedekt wordt.
• Stel de lichtopbrengst van de flitser op een hogere waarde in (Z blz. 33).
• De flitser werkt effectief tussen ongeveer 0,7 en 2 m (Z blz. 32).
14.
• Zet “FLASH” op een andere stand dan “ON” in het Functiemenu (Z blz. 32).
15.
• Zet “FLASH” op “ON” via het Functiemenu, of zoek een wit voorwerp op en maak de uitsnede zo dat dit ook in de opname komt (Z blz. 32).
16.
• Annuleer de Video-echo functie (Z blz. 45).
• Wacht totdat de effecten van de beeld wipe/oplossen zijn uitgevoerd (Z blz. 41 – 43).
• Verander de instelling van de Spanningsschakelaar of van het Systeem menu (Z blz. 28).
NE93
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
94 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
17.
Programma AE met speciale effecten en fade/wipe­effecten werken niet.
18.
De zwart/wit fader werkt niet.
19.
De oplosfunctie werkt niet.
20.
De functies voor beeld wipe en oplossen werken niet.
21.
De beeld wipe-functie werkt niet.
22.
De overgang van scènes is niet als verwacht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
17.
• De Bedieningsschakelaar staat op “ ” en/of de Spannings­schakelaar staat op “5S”.
18.
• De sepia of zwart/wit functie is geactiveerd.
19.
• De sepia, zwart/wit of langzame sluiter functie van programma AE met speciale effecten is geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie is gekozen.
• De hiervoor gekozen functie van programma AE met speciale effecten werd veranderd na het vastleggen van de laatste scène voor het monteren.
20.
• Het eind van de laatst gekozen te monteren scène is bereikt.
• Bij het eind van de laatst gekozen te monteren scène werd de spanningsschakelaar naar “OFF” gedrukt.
• De spanning is uitgeschakeld.
21.
• De langzame sluiter is geactiveerd.
• De “SQUEEZE” functie of bioscoopfunctie is bij het Functiemenu gekozen.
22.
• Bij gebruik van “Beeld Wipe/ Oplossen” (Z blz. 42) of “Beeld oplossen in de 5 seconden opnamefunctie” (Z blz. 28), is er een vertraging van een fractie van een seconde tussen het voorgaande opnamestoppunt en het startpunt voor het oplossen. Dit is normaal, maar deze vertraging zal vooral opmerkbaar zijn wanneer u snel bewegende onderwerpen opneemt of de camcorder snel heen en weer beweegt (“panning”).
17.
Zet de Bedieningsschakelaar op “ ” en/of zet de Spannings­schakelaar op “ ” of “ ”.
18.
• Schakel sepia en zwart/wit uit
(Z blz. 44).
19.
• Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens het oploseffect voor een scène te gebruiken (Z blz. 44).
• Controleer dat de “SQUEEZE” functie in het Functiemenu op “OFF” is gesteld (Z blz. 37).
• Controleer dat de gewenste functie van programma AE met speciale effecten is gekozen alvorens het monteren te starten (Z blz. 44).
20.
• Kies de beeld wipe of oplossen voordat u de opname start. De effecten worden dan automatisch geactiveerd (Z blz. 42).
• Schakel de spanning van de camcorder niet uit nadat de in­en uitmonteerpunten zijn gekozen, daar deze punten anders worden gewist (Z blz. 42).
• De camcorder schakelt automatisch uit indien de opnamestandbyfunctie langer dan 5 minuten is geactiveerd. Voer derhalve nadat u de opnamestandbyfunctie heeft geactiveerd de volgende handelingen binnen 5 minuten uit (Z blz. 44).
21.
• Controleer dat de “SQUEEZE” functie, bioscoopfunctie of de langzame sluiter niet is geactiveerd alvorens de beeld wipe-functie te gebruiken (Z blz. 37, 45).
22.
————
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
23.
De Video-echo functie werkt niet.
24.
De langzame sluiter is niet gekozen maar het beeld ziet er uit alsof de langzame sluiter is ingesteld.
25.
Geen stroboscoopfunctie wanneer de klassieke film of stroboscoopfunctie is geactiveerd.
26.
De witbalans kan niet worden ingesteld.
27.
Verticale strepen bij opname van een helder verlicht onderwerp.
28.
Het scherm wordt even rood of zwart indien het directe zonlicht tijdens opname op het scherm valt.
29.
Datum/tijd worden niet tijdens opname getoond.
30.
Beelden opgeslagen op de MultiMediaCard kunnen niet meer gewist worden.
31.
De indicators en de mededelingen verschijnen niet.
23.
• De Beeld Wipe of oplos functie is in gebruik.
• De Squeeze functie is geselecteerd in het Functiemenu.
• Er is een Fade-in of Fade-out bezig.
• Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie is in gebruik.
24.
Bij opname onder donkere omstandigheden wordt het toestel veel gevoeliger voor licht en krijgt het beeld een effect als van de langzame sluiter.
25.
• De functie voor beeld wipe of oplossen is in gebruik.
• Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie is in gebruik.
26.
• De sepia- of zwart/wit-functie is geactiveerd.
27.
• Het contrast is sterk. Dit duidt niet op een defect.
28.
• Dit duidt niet op een defect.
29.
• “DISPLAY” in het datum/tijd­menu is op “OFF” gesteld.
• Er wordt een zelfopname gemaakt.
30.
• De beelden op de MultiMediaCard zijn beveiligd.
31.
• “ON SCREEN” van het datum/ tijd-menu is op “OFF” gesteld.
• U heeft op de toets gedrukt zodat de indicators niet worden getoond.
23.
• Controleer of de Squeeze functie uit (“OFF”) staat (Z blz. 34 – 39).
• Probeer de Video-echo functie niet te gebruiken wanneer er een Fade-in of een Fade-out bezig is of wanneer Beeld oplossen in de 5 Seconden opnamefunctie in werking is (Z blz. 44, 45).
24.
• Voor een natuurgetrouwere opname moet u GAIN UP in het Functiemenu op “AGC” of “OFF” stellen (Z blz. 34 – 39).
25.
• Probeer de klassieke film of stroboscoopfunctie niet te gebruiken tijdens een overgang van scènes (Z blz. 44, 45).
26.
• Schakel sepia of zwart/wit uit alvorens de witbalans in te stellen (Z blz. 44, 45).
27.
————
28.
29.
Stel “DISPLAY” in het datum/ tijd-menu op “ON” (Z blz. 26).
• Tijdens het maken van een zelfopname verschijnt de datum/tijd informatie niet (Z blz. 21).
• Zet “INDICATION” via het datum/tijd-menu op “ON” (Z blz. 27).
30.
• Verwijder de beveiliging voor de beelden op de MultiMediaCard en wis ze (Z blz. 62, 64)
31.
• Stel “ON SCREEN” van het datum/tijd-menu op “ON” (Z blz. 26).
• Zet “INDICATION” via het datum/tijd-menu op “ON” (Z blz. 27).
NE95
————
VERVOLG OP VOLGENDE BLADEIJDE
96 NE
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
32.
Beelden op de LCD-monitor
zijn te donker of licht.
33.
De achterkant van de LCD­monitor is heet.
34.
De indicators en kleuren van het beeld op de LCD­monitor zijn niet helder.
35.
Aanduidingen op de LCD­monitor of in de zoeker knipperen.
36.
Heldere punten op de LCD­monitor of in de zoeker.
37.
U kunt het geluid niet horen tijdens de opname.
38.
Weergave, terugspoelen, doorspoelen niet mogelijk.
39.
De band wordt getransporteerd maar er is geen beeld.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
32.
• Bij lage temperaturen worden de beelden donkerder vanwege de karakteristieken van de LCD­monitor. De kleuren zullen nu tevens anders zijn dan opgenomen. Dit duidt niet op een defect van de camcorder.
• De beelden op de LCD-monitor worden donker wanneer de fluorescerende lamp van de LCD-monitor het eind van zijn levensduur heeft bereikt. Raadpleeg uw JVC handelaar.
33.
• De LCD-monitor wordt warm door de lamp.
34.
• U drukt mogelijk op het oppervlak of de rand van de LCD-monitor.
35.
• U heeft bepaalde fade/wipe­effecten, functies van Pro­gramma AE met speciale effecten, “DIS” en andere functies die niet tegelijk met elkaar kunnen worden gebruikt gekozen.
36.
• De LCD-monitor en de zoeker bestaan uit nauwkeurig luisterende onderdelen. Het is echter mogelijk dat er zwarte of heldere punten (rood, groen of blauw) voortdurend op de LCD­monitor of in de zoeker worden getoond. Deze punten worden echter niet op de band opgenomen. Dit duidt niet op een defect van het toestel. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%.)
37.
• De los verkrijgbare hoofdtelefoon is niet aangesloten op de hoofdtelefoon aansluiting.
• Het volume van de hoofdtelefoon aansluiting is niet goed afgeregeld. Het volume op dit moment is hetzelfde als het niveau waarop het werd ingesteld tijdens de laatste keer dat er een band werd afgespeeld.
38.
• De spanningsschakelaar is niet op “ ” gedrukt.
39.
• De TV heeft AV ingangs­aansluitingen maar is niet in de VIDEO functie geschakeld.
• De cassette-afdekking is open.
32.
• Stel de helderheid en hoek van de LCD-monitor in (Z blz. 21).
33.
• Schakel de LCD-monitor even uit door deze te sluiten of druk de spanningsschakelaar naar “OFF” en laat het toestel afkoelen.
34.
————
35.
Lees de aanwijzingen voor het gebruik van fade/wipe-effecten, Programma AE met speciale effecten, en “DIS” opnieuw (Z blz. 37, 41 – 45).
36.
————
37.
• Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoon aansluiting (Z blz. 100).
• Stel het volume opnieuw af tijdens weergave (Z blz. 52).
38.
• Druk de spanningsschakelaar naar “ ” (Z blz. 52).
39.
Schakel de TV in de functie of op het kanaal voor videoweergave (Z blz. 70, 71).
• Sluit de cassette-afdekking (Z blz. 12).
(vervolg)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
40.
40.
De aanduidingen op de LCD-monitor zijn vervormd.
41.
Beelden trillen op de LCD­monitor.
42.
De LCD-monitor, zoeker en lens zijn vuil (bijvoorbeeld vingerafdrukken).
43.
Vreemde markering verschijnt.
44.
Foutmelding (E01— E06) verschijnt.
45.
De laadindicator van de netadapter/acculader licht niet op.
46.
De “LP” opnamefunctie­indicator knippert.
47.
Geen beeld op de LCD­monitor.
48.
Er verschijnt een zwarte balk op de onderkant van het scherm wanneer een beeld met de printer wordt afgedrukt.
49.
Wanneer de camcorder is aangesloten via de DV aansluiting werkt de camcorder niet.
• Tijdens weergave van niet­opgenomen gedeelten, zoeken met hoge snelheid en stilbeeld­weergave zijn de aanduidingen op de LCD-monitor vervormd. Dit duidt niet op een defect.
41.
• Het luidsprekervolume is te hoog.
42.
————
43.
————
44.
• De camcorder functioneert om een of andere reden niet juist.
45.
• De temperatuur van de accu is zeer hoog/laag.
• Laden is moeilijk bij zeer hoge/ lage temperaturen.
46.
• Opname met de LP functie is niet mogelijk. Bij een knipperende indicator wordt naar “SP” overgeschakeld en de opname voortgezet.
47.
• De zoeker is uitgetrokken.
• De helderheid van de LCD­monitor is niet juist ingesteld.
48.
• Dit duidt niet op een defect.
49.
• De DV kabel is eruitgetrokkek en er weer in gestoken terwijl de stroom was ingeschakeld.
40.
————
41.
• Verlaag het volume
(Z blz. 52).
42.
• Veeg schoon met een zachte doek. Voorkom beschadiging en druk niet te hard.
43.
• Controleer het gedeelte over aanduidingen op de LCD­monitor en in de zoeker van deze gebruiksaanwijzing (Z blz. 102 – 105).
44.
• Ontkoppel de spanningsbron (accu, enz.), en wacht een paar minuten zodat de aanduiding verdwijnt. Nadat de aanduiding is verdwenen kunt u de camcorder weer in gebruik nemen. Raadpleeg uw JVC handelaar indien na het twee of driemaal herhalen van de hiervoor beschreven handeling de aanduiding niet verdwijnt of direct weer terugkomt.
45.
Bescherm de accu en laad deze op bij een temperatuur tussen de 10°C en 35°C (Z blz. 107).
46.
————
47.
• Duw de zoeker weer in.
Stel de helderheid van de LCD­monitor juist in (Z blz. 21).
• Indien de monitor 180 graden omhoog is gekanteld, moet u de monitor geheel openen (Z blz. 20).
48.
• Gebruik “DIS” voor opname (Z blz. 37) om dit te voorkomen.
49.
• Doe de camcorder uit en weer aan en probeer het opnieuw.
NE97
98 NE
Cassettehouder
Drukken (PUSH HERE)
Verwijder.
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER
Na gebruik
Zet de camcorder uit.
1
Verschuif OPEN/EJECT in de richting van de pijl en
2
klap vervolgens het deksel open totdat dit inklikt. De cassette houder gaat automatisch open. Verwijder de cassette.
Druk op “PUSH HERE” om de cassette-afdekking te
3
sluiten.
OPEN/EJECT schakelaar
EJECT toes
BATT. RELEASE schakelaar
Open het klepje voor de MultiMediaCard en druk op
4
de EJECT. De MultiMediaCard komt een stukje uit de camcorder. Verwijder de MultiMediaCard.
Sluit het klepje voor de MultiMediaCard.
5
Verschuif op de BATT. RELEASE en verwijder de
6
accu.
Reinigen van de camcorder
REINIGEN VAN EXTERIEUR
1
Veeg met een zachte doek schoon.
•Gebruik een met een mild schoonmaakmiddel en water bevochtigde, goed uitgewrongen doek voor het verwijderen van hardnekkige vlekken. Veeg goed droog met een droge doek.
REINIGEN VAN LCD-MONITOR
2
Wrijf voorzichtig met het meegeleverde reinigingsdoekje of met in de handel verkrijgbare zachte doek. Wees voorzichtig dat u de monitor niet beschadigt. Sluit de monitor.
Onderkant van de zoeker
Blaasbalgje
1
Ruimte
2
OPMERKINGEN:
Gebruik nooit sterke reinigingsmiddelen, zoals benzine of alcohol.
Voor het reinigen moet de accu zijn verwijderd of de andere spanningsvoorziening zijn ontkoppeld.
Er komt mogelijk schimmel op de lens indien deze niet wordt gereinigd indien nodig.
Lees altijd de aanwijzingen die bij het product zijn geleverd goed door wanneer u een reinigingsmiddel of chemische doek gebruikt.
REINIGEN VAN DE LENS
3
Blaas vuil en stof met een blaasbalgje weg en reinig de lens vervolgens met lenspapier.
TREK DE ZOEKER HELEMAAL UIT
4
REINIGEN VAN DE ZOEKER
5
Schuif de afdekking in de richting van de pijl 1. Steek een blaaskwastje of een zachte doek in de ruimte aan de onderkant van de zoeker en maak daarmee de binnenkant van de zoeker schoon 2.
DUW DE ZOEKER WEER TERUG IN
6
Sluit het dekseltje totdat het op zijn plaats klikt. Druk de zoeker weer terug in.
INDEX
1
2 3
Docking station
4
!
NE99
65
7 8 9 0
1 JLIP (Joint Level Interface Protocol) aansluiting
Sluit deze aan op een voor JLIP geschikte camcorder of videorecorder zodat u deze kunt bedienen vanaf uw computer met de meegeleverde software.
OPMERKING:
Let er op dat de camcorder aan staat terwijl u de camcorder op een PC aansluit via de JLIP aansluiting van het Docking station. Als de camcorder uit staat (als de Spanningsschakelaar op “OFF” staat of omdat het toestel automatisch is uitgeschakeld* enz.) terwijl er JLIP software gebruikt wordt, zal het onmogelijk blijken de aangesloten apparatuur vanaf de computer te bedienen. In een dergelijk geval dient u eerst de camcorder weer aan te zetten, of u kunt proberen de JLIP kabel los te halen van de JLIP aansluiting van het Docking station. Vervolgens dient u de software opnieuw te initialiseren of helemaal opnieuw op te starten.
* Automatisch uitschakelen:
Als er 5 minuten voorbij gaan terwijl de camcorder in de opnamestandbyfunctie staat of gepauzeerd is, zal de camcorder zichzelf automatisch uitschakelen om stroom te sparen.
2 PC Aansluiting [DIGITAL STILL] ......... Z blz. 72
3 Montage aansluiting [EDIT] ................ Z blz. 85
Sluit de montagekabel aan wanneer u een willekeurige montage gaat uitvoeren (Z blz. 84 – 89).
4 Geleidepen ........................................ Z blz. 70
5 Schroef .............................................. Z blz. 70
6 Multi aansluiting
Via deze aansluiting kan het Docking station aangesloten worden op deze camcorder. Raak deze aansluiting nooit met uw vingers aan en zorg dat deze nooit in aanraking komt met harde voorwerpen; als de pennen beschadigd raken en geen goed contact meer maken wordt de aansluiting onbruikbaar.
7 S-Video uitgangsaansluiting
[S OUT] ....................................... Z blz. 70, 85
8 Video uitgangsaansluiting
[VIDEO] ....................................... Z blz. 70, 85
9 Audio uitgangsaansluiting
[AUDIO L/R] ................................ Z blz. 70, 85
0 Externe stereomicrofoon ingangsaansl
uiting [MIC] ....................................... Z blz. 90
! Schroefknop ...................................... Z blz. 70
Bevestig de camcorder door deze met de klok mee te draaien.
100 NE
INDEX
Regelaars, aansluitingen en indicators
Q
1 2 3 4
E T
9
0
5
6 7
8
W
Y
!
t r
u
w
p
R
@
$
#
Y
A
L
P
Y
A
L
iy o
) (
e
P
/
C
O
F
F
C
A
M
E
R
^
A
5
S
D
S
C
D
S
C
P
*
%
&
U
I
q
Loading...