Invacare REM 41 User guide [nl]

Yes, You Can.®
Invacare® REM 41
Tafel-/middenbesturing
Rijpaneel
Bedieningshandleiding
Hoe bereikt u Invacare®?
Wanneer u vragen heeft of wij u op een andere manier van dienst kunnen zijn, verzoeken wij u contact op te nemen met uw Invacare®-leverancier. Daar beschikt men over de noodzakelijke vakkennis en voorzieningen, maar ook over de kennis die speciaal voor uw Invacare®-product van belang is. Wij hopen u hierdoor naar volle tevredenheid van dienst te kunnen zijn. Wilt u liever rechtstreeks contact met ons opnemen, dan gelden de onderstaande adressen en telefoonnummmers voor onze vestigingen in Europa:
Invacare Austria GmbH
Herzog Odilostrasse 101 A-5310 Mondsee Austria
: +43 6232 5 53 50 Fax: +43 6232 5 53 54 @: info@invacare-austria.com WWW: www.invacare.at
Invacare n.v.
Autobaan 22 B-8210 Loppem (Brugge)
Belgium
Invacare AG
Benkenstraße 260 CH-4108 Witterswil
Switzerland
Invacare GmbH
Alemannenstraße 10 88316 Isny
Deutschland
Invacare A/S
Sdr. Ringvej 37 DK-2605 Brøndby
Danmark
Invacare® SA
c/ Areny s/n Polígon Industrial de Celrà E-17460 Celrà (Girona)
ESPAÑA
: +32 (0)50 83 10 10 Fax: +32 (0)50 83 10 11 @: belgium@invacare.com WWW: www.invacare.be
: +41 (0)61487 70 80 Fax: +41 (0)61487 70 81 @: switzerland@invacare.com WWW: www.invacare.ch
+49 (0)7562 70 00 Fax +49 (0)7562 7 00 66 @: kontakt@invacare.com WWW: www.invacare.de
(Kundeservice): +45 (0)36 90 00 00 Fax (Kundeservice): +45 (0)36 90 00 01 @: denmark@invacare.com WWW: www.invacare.dk
: +34 (0)972 49 32 00 Fax: +34 (0)972 49 32 20 @: contactsp@invacare.com WWW: www.invacare.es
Invacare® Poirier SAS
Route de St Roch F-37230 Fondettes
France
Invacare® Ltd
Pencoed Technology Park Pencoed Bridgend CF35 5AQ United Kingdom
Invacare Mecc San s.r.l.
Via dei Pini, 62 I - 36016 Thiene (VI)
ITALIA
Invacare Ireland Ltd.
Unit 5 Seatown Business Campus Seatown Rd, Swords County Dublin
Ireland
Invacare® AS
Grensesvingen 9 Postboks 6230 Etterstad N-0603 Oslo
Norge
Invacare® B.V.
Celsiusstraat 46 NL-6716 BZ Ede
Nederland
Invacare Lda
Rua Estrada Velha, 949 P-4465-784 Leça do Balio Portugal
: +33 (0)247 62 64 66 Fax: +33 (0)247 42 12 24 @: contactfr@invacare.com WWW: www.invacare.fr
(Customer services): +44 (0)1656 77 62 22 Fax (Customer services): +44 (0)1656 77 62 20 @: uk@invacare.com WWW: www.invacare.co.uk
: +39 0445 38 00 59 Fax: +39 0445 38 00 34 @: italia@invacare.com WWW: www.invacare.it
: +353 18 10 70 84 Fax: +353 18 10 70 85 @: ireland@invacare.com WWW: www.invacare.ie
(Kundeservice): +47 (0)22 57 95 00 Fax (Kundeservice): +47 (0)22 57 95 01 @: norway@invacare.com @: island@invacare.com WWW: www.invacare.no
: +31 (0)318 69 57 57 Fax: +31 (0)318 69 57 58 @: nederland@invacare.com @: csede@invacare.com WWW: www.invacare.nl
: +351 225 10 59 46 : +351 225 10 59 47 Fax: +351 225 10 57 39 @: portugal@invacare.com WWW: www.invacare.pt
Eastern european countries
Återförsäljare: Invacare® AB
Fagerstagatan 9 S-163 91 Spånga
Sverige
Tillverkare: Invacare® Deutschland GmbH
Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica
Deutschland
European Distributor Organisation (EDO)
Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica
Deutschland
(Kundtjänst): +46 (0)8 761 70 90 Fax (Kundtjänst): +46 (0)8 761 81 08 @: sweden@invacare.com @: finland@invacare.com WWW: www.invacare.se
MÖLNDAL : +46 (0)31 86 36 00 Fax: +46 (0)31 86 36 06 @: ginvacare@invacare.com
LANDSKRONA : +46 (0)418 2 85 40 Fax: +46 (0)418 1 80 89 @: linvacare@invacare.com
OSKARSHAMN : +46 (0)491 1 01 40 Fax: +46 (0)491 1 01 80 @: oinvacare@invacare.com
+49 (0)5731 75 45 40 Fax +49 (0)5731 75 45 41 @: edo@invacare.com WWW: www.invacare.de

Inhoudsopgave

Hoofdstuk Pagina
1 Inleiding............................................................................................7
1.1 Belangrijke symbolen in deze gebruiksaanwijzing ...............................................................8
2 Uitvoering.........................................................................................9
2.1 Het rijpaneel..........................................................................................................................9
2.2 Bedienings- en controleveld ...............................................................................................11
2.2.1 Voertuigfuncties ...............................................................................................................11
2.2.2 Elektrische verstellingen..................................................................................................12
3 Beknopte handleiding...................................................................13
4 Aanduidingen in het bedienings- en controleveld .....................15
4.1 Laadtoestand van de accu's ...............................................................................................15
4.2 Rijmodus en rijmodusaanduiding .......................................................................................16
4.3 Weergave van statusinformatie ..........................................................................................17
5 Schakelaars in het bedienings- en controleveld ........................18
5.1 AAN/UIT-toets.....................................................................................................................18
5.2 Wegrijblokkering activeren/deactiveren..............................................................................19
5.3 Rijmodusomschakeling.......................................................................................................20
5.4 Knipperlichten .....................................................................................................................21
5.5 Waarschuwingsknipperlichten ............................................................................................22
5.6 Verlichting ...........................................................................................................................23
5.7 Claxon.................................................................................................................................24
6 Rijhendel ........................................................................................25
6.1 Algemeen............................................................................................................................25
6.2 Rijveiligheid.........................................................................................................................25
6.3 Stuur- en rijcommando's.....................................................................................................26
7 Aansluitbussen..............................................................................28
7.1 Oplaadbus...........................................................................................................................28
7.2 Programmeerbus................................................................................................................29
7.3 Aansluitbus voor BUS-kabel (voedingskabel) ....................................................................29
8 Bediening van de elektrische verstelbare opties .......................30
9 Elektrische verstelling van de zitting, rugleuning en
beensteunen met het bedieningsapparaat..................................34
10 Accu, opladen en onderhouden...................................................35
10.1 Instructies voor het opladen van de accu's ......................................................................35
10.2 Accu's opladen..................................................................................................................36
10.3 Accu's onderhouden .........................................................................................................37
11 Reiniging van het rijpaneel...........................................................37
12 Opsporen van storingen...............................................................38
13 Lijst van storingscodes ................................................................41

1 Inleiding

Deze aanvullende bedieningshandleiding moet u vertrouwd maken met de functies van het rijpaneel van het „Action Control System" voor de tafel- c.q. middenbesturing.
De bedieningshandleiding bevat een beschrijving van de
besturingselementen
weergave-elementen
besturingsfuncties
en informatie over de verzorging van het rijpaneel.
LET OP! Deze bedieningshandleiding geldt alleen in combinatie met de bedieningshandleiding van
uw elektrische rolstoel.
Lees de bedieningshandleiding voor de ingebruikname van uw rolstoel eerst zeer aandachtig door.
Beschadigingen en fouten die door het veronachtzamen van de bedieningshandleiding ontstaan, zijn uitgesloten van de garantie.
Bij vragen en onduidelijkheden dient u contact met uw INVACARE-leverancier op te nemen..

1.1 Belangrijke symbolen in deze gebruiksaanwijzing

LET OP! Dit symbool waarschuwt voor algemene gevaren!
Volg de instructies nauwkeurig op, om verwondingen of schade aan de rolstoel te voorkomen!
OPMERKING
Dit symbool duidt op algemene aanwijzingen, die de omgang met de rolstoel vergemakkelijken en attenderen op bijzondere functies.

2 Uitvoering

2.1 Het rijpaneel

Het rijpaneel dient ter controle en besturing van de functies van de elektrische rolstoel.
Het is in de volgende segmenten verdeeld (afb. 1 en
2):
Bedienings- en controleveld (1)
Rijhendel (2)
Oplaadbus (3)
Bus voor het programmeerapparaat (5)
Bus vuur de BUS-kabel (4)
Afb. 1: Rijpaneel
Behalve voor de controle en besturing wordt het ACS­rijpaneel (ACS = Action Control System) voor de volgende bewakingsfuncties gebruikt:
Bewaking van het aandrijfsysteem
Bewaking van de voedingsspanning
Bij storing of uitval van een onderdeel van de elektrische installatie wordt de fout door een knipperende statusaanduiding (1) weergegeven.
Afb. 2:
Bedienings- en controleveld
10

2.2 Bedienings- en controleveld

2.2.1 Voertuigfuncties

1) AAN/UIT
2) Knipperlicht links
3) Rijmodus omschakelen
4) Waarschuwingsknipperlichten
5) Licht
6) Claxon
7) Rijmodusaanduiding
8) Knipperlicht rechts
9) Laadtoestand van de accu's
11

2.2.2 Elektrische verstellingen

1) Lift
2) Beensteun, links
3) Verstelling rugleuning
4) Verstelling zithoek
5) Beensteun, rechts
12

3 Beknopte handleiding

Ontgrendel het sperslot van het rijpaneel.
Schakel het rijpaneel in met de toets AAN/UIT (1).
Bedieningsveld
Selecteer met de rijmodusomschakeling (2) de gewenste rijstand.
Voer alle stuur- en rijcommando's met de rijhendel uit:
Stuur- en rijcommando's
1) naar voren
2) rechts
3) naar achteren
4) links
13
LET OP! Gevaar voor kantelen
Voorkom schokkende bewegingen met de rijhendel.
14

4 Aanduidingen in het bedienings- en controleveld

4.1 Laadtoestand van de accu's

De aanduiding voor de laadtoestand van de accu's laat de actuele status van de accu's zien.
De aanduiding bestaat uit 10 gekleurde LED's (3x rood, 4x geel en 3x groen).
Het doven van de diverse diodes duidt op een dalende accucapaciteit en dus tot een verminderde reikwijdte van de rolstoel.
Betekenis van de aanduiding:
Alle diodes branden volledige reikwijdte = accu's volledig opgeladen
drie rode diodes branden verminderde reikwijdte = accu's na de rit opladen
drie rode diodes knipperen zeer geringe reikwijdte = accu's zo snel mogelijk opladen
15
twee rode diodes knipperen accu's werken op reserve = accu's onmiddellijk opladen!
De reikwijdte met de reservelading is zeer gering. Na een bepaalde rijtijd schakelt de elektronica de aandrijving automatisch uit en brengt de rolstoel tot stilstand = diepontladingsbeveiliging.
OPMERKING:
De mogelijke reikwijdte van uw rolstoel is afhankelijk van het af te leggen traject (vlak of heuvelachtig) en uw rijstijl.

4.2 Rijmodus en rijmodusaanduiding

De programmeerbare rijmodus beschikt over wezenlijke rijeigenschappen zoals de snelheid bij het vooruit, achteruit en bochten rijden met de elektrische rolstoel.
Af fabriek heeft de rijmodus 5 standen:
Stand 1 = de rolstoel rijdt heel langzaam
gesmoorde eindsnelheid
tot
stand 5 = dynamische rijsnelheid
hoogste eindsnelheid
De rijmodusaanduiding (1) geeft aan in welke stand u zich op dat moment bevindt.
16
OPMERKING: De elektronica van de ACS-besturing is af fabriek geprogrammeerd op de standaardwaarden. Een individuele, aan uw situatie aangepaste programmering kan door uw INVACARE­leverancier worden uitgevoerd.

4.3 Weergave van statusinformatie

De AAN-/UIT-LED is als storingsmeldingsaanduiding = statusaanduiding geconstrueerd (1).
Een knipperende aanduiding duidt op een storing in de elektrische installatie.
De oorzaak van de storing wordt aangegeven door een knippercode (voor de storingscodes zie "Lijst van storingscodes").
17

5 Schakelaars in het bedienings- en controleveld

5.1 AAN/UIT-toets

Met deze toets schakelt u de complete elektronica en dus ook de elektrische rolstoel IN of UIT.
Inschakelen:
AAN-/UIT-toets (1) eenmaal kort indrukken. De volgende lampjes gaan branden:
- de groene LED boven het schakelteken
- de aanduiding voor de laadtoestand geeft de actuele accustatus
- de rijmodusaanduiding geeft de ingestelde rijstand aan
Uitschakelen:
AAN-/UIT-toets (1) nogmaals indrukken.
- de LED, aanduiding van de laadtoestand en rijmodusaanduiding gaan uit.
OPMERKING:
Als de rolstoel niet kan worden ingeschakeld of na het inschakelen niet rijklaar is, dan a.u.b. controleren:
- of het sperslot vergrendeld is (zie "Wegrijblokkering activeren/deactiveren ").
- of de statusaanduiding knippert (voor storingscodes zie "Lijst van storingscodes").
18

5.2 Wegrijblokkering activeren/deactiveren

Wegrijblokkering activeren
Besturingskast inschakelen.
Met het uiteinde van de magneetsleutel (Invacare® Logo) over het
sensorbereik (1) op de besturingskast bewegen (sleutelsymbool). De claxon klinkt eenmaal kort. De besturingskast schakelt automatisch uit. De wegrijblokkering is geactiveerd.
Wegrijblokkering deactiveren
Besturingskast inschakelen. De statusaanduiding knippert langzaam in rood.
Met het uiteinde van de magneetsleutel (Invacare® Logo) over het sensorbereik (1) op de besturingskast bewegen (sleutelsymbool).
Wegrijblokkering
Magneetsleutel
19

5.3 Rijmodusomschakeling

De keuze van de rijmodi gebeurt met de links naast de rijmodusaanduiding (1) aanwezige folietoets (2).
Omschakelen van de rijmodus van 1 tot 5:
Folietoets (2) net zo lang indrukken tot de gewenste rijmodus is bereikt.
OPMERKING: De rijmodus kan gewoon doorlopen worden, want de aanduiding begint na rijmodus 5 gewoon weer bij rijmodus 1.
20

5.4 Knipperlichten

De toetsen voor het rechter (1) en linker (2) knipperlicht zitten op het bovenste deel van het rijpaneel.
Weergave:
Groene LED (3) direct naast de toets.
Knipperfunctie inschakelen:
Knipperlicht toets voor de gewenste knipperrichting indrukken.
De betreffende LED knippert.
Veranderen van knipperrichting:
Knipperlichttoets voor de andere knipperrichting indrukken.
Het veranderen van de knipperrichting kan ook tijdens het knipperen worden uitgevoerd.
Knipperlicht uitschakelen:
De toets van het knipperlicht aan knipperende zijde nogmaals indrukken.
De LED gaat uit.
LET OP:
Door het snel knipperen van het voorste knipperlicht wordt aangegeven dat het achterste knipperlicht defect is (alleen bij TUV-versie).
21

5.5 Waarschuwingsknipperlichten

Weergave:
Rode LED (1) boven de toets (2).
Waarschuwingsknipperlichten inschakelen:
Het rijpaneel inschakelen.
Eenmaal op de toets voor de waarschuwingsknipperlichten
(2) drukken.
De LED (1) knippert.
OPMERKING:
Als de rolstoel met knipperende waarschuwingslichten moet worden uitgezet, kan het rijpaneel nu uitgeschakeld en vergrendeld worden.
22
Waarschuwingsknipperlichten uitschakelen:
Het rijpaneel inschakelen.
Tweemaal op de toets voor de
waarschuwingsknipperlichten (2) drukken.
De LED (1) gaat uit.
OPMERKING:
Als het rijpaneel niet werd uitgeschakeld, hoeft de toets voor het uitschakelen van het waarschuwingsknipperlicht maar eenmaal ingedrukt te worden.
Het knipperen van de statusaanduiding kan worden uitgezet door het rijpaneel nogmaals in en uit te schakelen.

5.6 Verlichting

Weergave:
Groene LED (1) boven de toets (2).
Verlichting inschakelen:
Eenmaal op de toets voor de verlichting (2) drukken.
De LED (1) brandt.
Verlichting uitschakelen:
Nogmaals op de toets voor de verlichting (2) drukken.
De LED (1) gaat uit.
23

5.7 Claxon

De claxon wordt geactiveerd als u op de toets (1) drukt. Hij blijft actief zo lang de toets ingedrukt wordt gehouden.
24

6 Rijhendel

6.1 Algemeen

Alle stuur- en rijcommando's worden met de behulp van de rijhendel uitgevoerd.
De rijsnelheid en de stuuruitslag zijn afhankelijk van de beweging van de rijhendel. De regeling van de snelheid en stuuruitslag gebeurt traploos.
Volledige uitslag van de hendel = maximale snelheid in de gekozen rijmodus c.q. maximale stuuruitslag.

6.2 Rijveiligheid

Zie behalve deze aanwijzingen ook de rij- en veiligheidsvoorschriften in de bedieningshandleiding van uw rolstoel.
LET OP! Gevaar voor kantelen!
Vermijd schokkende bewegingen met de rijhendel.
LET OP! Gevaar voor ongevallen!
Vermijd onverwachte veranderingen van de rijrichting.
LET OP! Gevaar voor ongevallen!
Rijd hellingen met maximaal 2/3 van de maximum snelheid af.
25
LET OP! Gevaar voor kantelen!
Rijd hellingen alleen op en af met een rechtopstaande rug leuning en slechts een geringe zithoek.

6.3 Stuur- en rijcommando's

Vooruit rijden = Rijhendel naar voren bewegen (1).
De uitslag van de rijhendel bepaalt de rijsnelheid
Achteruit rijden = Rijhendel naar achteren trekken (2).
De uitslag van de rijhendel bepaalt de rijsnelheid.
Voor- en achteruit rijden
26
Afremmen = Rijhendel in de middelste stand zetten.
Afremmen
OPMERKING:
Als de rijhendel wordt losgelaten, keert deze automatisch terug in de middelste stand. De rolstoel remt automatisch af.
Bocht maken = Rijhendel tijdens het voor- of achteruit rijden (1)
Bocht maken
in de gewenste rijrichting bewegen (2). De uitslag van de rijhendel bepaalt de
stuuruitslag (bochtradius). Draaien op de plaats
= Rijhendel ZONDER voor- of achteruit te rijden in
de gewenste rijrichting bewegen.
(niet bij G40)
27

7 Aansluitbussen

Alle aansluitbussen zitten aan de voorkant van het rijpaneel.
(1) Oplaadbus (2) Bus voor BUS kabel (3) Programmeerbus

7.1 Oplaadbus

De oplaadbus is bedoeld voor de aansluiting van de oplader. De bus wordt met een klepje tegen vuil en het binnendringen van water beschermd
28

7.2 Programmeerbus

Deze bus is bedoeld voor het aansluiten van de datakabel van een PC of een programmeerapparaat.
Voor het programmeren van het rijpaneel of een verandering van de rijmodi is specifieke hard- en software nodig.
OPMERKING:
De elektronica van de ACS-besturing is af fabriek geprogrammeerd op de standaardwaarden. Een individuele, aan uw situatie aangepaste programmering kan door uw INVACARE­leverancier worden uitgevoerd.

7.3 Aansluitbus voor BUS-kabel (voedingskabel)

De BUS-kabel (2) is bedoeld voor de voeding van het rijpaneel en de gegevensoverdracht van het rijpaneel naar de hoofdmodule.
De stekker van de aansluitkabel wordt beveiligd met een vergrendeling (1) tegen losraken.
Om de stekker te kunnen verwijderen moet eerst op de vergrendeling worden gedrukt.
29

8 Bediening van de elektrische verstelbare opties

Tot de elektrisch verstelbare opties behoren de verstelling van zitting, rugleuning en beensteunen, evenals de lift.
Niet iedere rolstoel heeft alle opties. U kunt alleen de opties selecteren die daadwerkelijk beschikbaar zijn voor deze rolstoel.
De keuze van de optie gebeurt met de toetsen in het bedienings- en controleveld (1).
De LED's boven de toetssymbolen geven aan, dat de gekozen optie versteld kan worden.
OPMERKING: De balk in de rijmodusaanduiding verschijnt, als de verstelmodus actief is.
30
Het verstellen van de optie gebeurt met de rijhendel van het rijpaneel.
De bediening van elektrische componenten door middel van een onafhankelijk van het rijpaneel werkend apparaat is als speciale optie verkrijgbaar.
Optie selecteren:
Folietoets met het betreffende symbool indrukken.
De LED boven het symbool brandt.
De rijmodusaanduiding laat een balk zien.
(1) Rijmodusaanduiding (2) Lift (3) Beensteun, rechts (4) Verstelling zitting (5) Verstelling rugleuning (6) Beensteun, links
31
Opties verstellen:
De gekozen optie verstellen door de rijhendel naar voren
of achteren te drukken.
Hendel naar voren = optie komt omhoog (1)
Hendel naar achteren = optie gaat omlaag (2)
32
Terugschakelen naar de rijmodus:
Folietoets met het betreffende symbool nogmaals
indrukken.
De LED boven het symbool gaat uit.
De rijmodusaanduiding geeft de gekozen rijmodus weer.
(1) Rijmodusaanduiding (2) Lift (3) Beensteun, rechts (4) Verstelling zitting (5) Verstelling rugleuning (6) Beensteun, links
33
9 Elektrische verstelling van de zitting, rugleuning en
beensteunen met het bedieningsapparaat
De verstelbare componenten worden op het bedieningsapparaat met symbolen aangeduid (zie foto).
Naast de symbolen zitten de toetsen voor het verstellen van de component.
Linker toetsenrij =Optie omhoog (1)
Rechter toetsenrij =Optie omlaag (2)
(3) Zithoek
(4) Rugleuning
(5) Beensteun, links
(6) Beensteun, rechts
34

10 Accu, opladen en onderhouden

10.1 Instructies voor het opladen van de accu's

Zie de bedieningshandleiding van de oplader en de instructies aan de korte zijde en achterzijde van de oplader.
Het opladen van de accu's kan eventueel 's nachts worden uitgevoerd, omdat de oplader is voorzien van een uitschakelautomaat. Het overladen van de accu's wordt zo voorkomen.
(1) Oplaadkabel
(2) Voedingsspanning
35

10.2 Accu's opladen

Eerst de stekker van de oplader (1) in de oplaadbus van
het rijpaneel (2) steken.
Dan de netstekker van de oplader in het stopcontact
steken.
Aanduidingen op de oplader:
De rode + gele LED branden =
Start van het oplaadproces.
De rode + groene LED branden =
Einde van het oplaadproces.
Na het opladen van de accu's:
Eerst de netstekker van de oplader uit het stopcontact
trekken.
Dan de stekker van de oplader uit de bus van het rijpaneel
trekken.
36
LET OP:
De aansluitvolgorde moet absoluut in acht worden genomen.
LET OP:
De stekker van de oplader na het opladen altijd uit de bus van het rijpaneel trekken.

10.3 Accu's onderhouden

Bij langdurige stilstand (langer dan 4 weken) moeten de accu's van uw rolstoel eenmaal per maand worden opgeladen.
Zo blijft de volledige lading behouden en is beschadiging door zelfontlading uitgesloten

11 Reiniging van het rijpaneel

Let bij de reiniging van het rijpaneel op de volgende punten:
Het rijpaneel alleen met een vochtige doek en mild
reinigingsmiddel schoonmaken.
Gebruik voor het reinigen van het rijpaneel alleen
schuurmiddelvrije reinigingsmiddelen.
Stel het rijpaneel niet bloot aan directe waterstralen.
Gebruik geen hogedrukreiniger.
37

12 Opsporen van storingen

De rolstoel rijdt niet of steeds langzamer
Statusaanduiding in
rijpaneel is uitgegaan
Accu defect Accu vervangen Contact met
leverancier opnemen
Accu diepontladen Accu voorladen Contact met
leverancier opnemen
Voedingsspanning
onderbroken
Stekkeraansluitingen
controleren
Bedienings-
handleiding van de rolstoel
Accuzekering
controleren
Contact met
leverancier opnemen
Statusaanduiding in rijpaneel knippert Storingscode
Hoofdstuk 4.3
controleren
38
Statusaanduiding knippert, na 4 sec. knippert de stip in de rijmodusaanduiding eveneens
Rijhendel stond bij het
inschakelen niet in de middelste stand
Rijpaneel UIT- en opnieuw IN-
schakelen
Bedienings-
handleiding van de rolstoel
Rijpaneel defect Rijpaneel vervangen Contact met
leverancier opnemen
De rode LED in de aanduiding van de laadtoestand en statusaanduiding knippert, rijmodusaanduiding laat de balk zien
Accu ontladen Accu opladen Hoofdstuk 10.2
39
Aanduiding waarschuwingslicht knippert (alleen bij 10 km/h TÜV-versie)
Stekkeraansluiting van
verlichtingsmodule naar het rijpaneel zit los
Stekkeraansluitingen controleren Bedienings-
handleiding van de rolstoel
Verlichtingsmodule defect Verlichtingsmodule controleren Contact met
leverancier opnemen
Onjuiste programmering Programmering controleren Contact met
leverancier opnemen
40

13 Lijst van storingscodes

Voer voor het onderzoek van de storingscode eerst de volgende test uit:
Rijpaneel meermaals uit- en weer inschakelen.
Wacht voor het inschakelen telkens ca. 15 seconden.
Het testverloop controleert of de storing automatisch door de elektronica kan worden verholpen en de knipperende statusaanduiding gaat uit.
Is dat niet het geval, lokaliseer de storing dan aan de hand van de in onderstaande tabel opgenomen knippercodes
41
Knippercodes van de statusaanduiding van het rijpaneel 1 x knipperen
Module defect Contact met
leverancier opnemen
2 x knipperen
Storing in
verlichtingsmodule
Gloeilamp defect Gloeilamp vervangen Bedieningshandleiding
van de rolstoel
Kortsluiting in
verlichtingsmodule
Verlichtingsinstallatie
controleren
Contact met
leverancier opnemen
Storing verlichtings-, servo- of
verstellingsmodule
Stekkeraansluitingen
controleren
Bedieningshandleiding
van de rolstoel
Module controleren Contact met
leverancier opnemen
Verstelmotoren defect Contact met
leverancier opnemen
Stuurservo losgekoppeld, alleen bij
elektr. rolstoelen G40
Stuurservo koppelen* Bedieningshandleiding
van de rolstoel
* Knippercode door uit- en weer inschakelen deactiveren.
42
3 x knipperen
Storing aan
rechter motor
Aansluiting
los/defect
Stekkeraansluitingen
controleren
Bedieningshandleiding
van de rolstoel
Motor defect Contact met
leverancier opnemen
Motoren losgekoppeld, alleen bij
elektr. rolstoelen G40
Motoren koppelen* Bedieningshandleiding
van de rolstoel
* Knippercode door uit- en weer inschakelen deactiveren.
43
4 x knipperen
Aansluiting
Storing aan linker motor; Motorstoring bij elektrische rol- stoelen G 40
los/defect
Motor defect Contact met
Stekkeraansluitingen
controleren
Bedieningshandleiding
van de rolstoel
leverancier opnemen
5 x knipperen
Motoren
losgekoppeld
Motoren
koppelen*
Bedieningshandleiding
van de rolstoel
Remstoring bij rechter motor Contact met
leverancier opnemen
Storing aan de
motor
Aansluiting los Stekkeraansluitingen
controleren
Bedieningshandleiding
van de rolstoel
* Knippercode door uit- en weer inschakelen deactiveren.
44
6 x knipperen
Remstoring bij linker motor Contact met
leverancier opnemen
Storing aan de
motor
Aansluiting los Stekkeraansluitingen
controleren
Bedieningshandleiding
7 x knipperen
Accu diepontladen Contact met
8 x knipperen
Accuspanning te hoog Contact met
9 x knipperen 10 x knipperen
Onjuiste gegevensoverdracht tussen de
modules
Contact met
* Knippercode door uit- en weer inschakelen deactiveren.
van de rolstoel
leverancier opnemen
leverancier opnemen
leverancier opnemen
45
11 x knipperen
Overbelaste
motoren
Rijpaneel UIT- en opnieuw IN-schakelen Bedieningshandleiding
van de rolstoel
12 x knipperen
Compatibiliteitsproblemen tussen de modules Contact met
leverancier opnemen
46
Bestelnummer van deze handleiding: 1538027.DOC
STAND: 2012-01-02
Nederlands
47
Loading...