Hyundai Ix20 2011 Owner's Manual [nl]

De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra's en uitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat som­mige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
GGEEBBRRUUIIKKSSHHAANNDDLLEEIIDDIINNGG
Bediening Onderhoud Technische gegevens
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 1
F2
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw Hyundai deal­er over te laten.
OPMERKING : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 2
F3
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B. tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
AANWIJZING
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
WAARSCHUWINGEN
WAARSCHUWING
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risi­co op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
OPMERKING
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen of te verminderen.
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 3
F4
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van prijsbewuste automobilisten die tot de aan­schaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardi­ge materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de vakkennis voor een hoog­waardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
HYUNDAI MOTOR MANUFACTURING CZECH S.R.O.
Aanwijzing : Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze handleiding. Wij ver-
zoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
Copyright 2010 Hyundai Motor Manufacturing Czech s.r.o.. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Manufacturing Czech s.r.o..
OPMERKING
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en smeermiddelen van slechte kwaliteit wor­den gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties die op bladzijde 8-4 in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruikshan­dleiding zijn vermeld.
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 4
F5
Handleiding voor originele Hyundai onderdelen
1. Wat zijn originele Hyundai onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn gelijk aan de onderdelen die door Hyundai Motor Manufacturing Czech s.r.o. bij de fabricage van uw auto zijn gebruikt. Ze zijn voor ontworpen en getest voor optimale veiligheid, presta­ties en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn ver­vaardigd en gebouwd om te voldoen aan de oorspronkelijke fabriekseisen.
Het gebruik van imitatie-onderdelen, merkloze en gebruikte onderdelen valt niet onder de garantie voor Hyundai automobielen of een andere garantie. Wanneer door het monteren van een imitatie-onderdeel, een merkloos of gebruikt onderdeel schade of een defect aan een origineel Hyundai onderdeel ontstaat, valt dit niet onder de garantie van Hyundai Motor Company.
3. Op welke wijze zijn originele Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine Parts Logo op de verpakking aanwezig is (zie hierna).
De exportspecificaties zijn alleen in het Engels vermeld.
Originele Hyundai onderdelen zijn alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde Hyundai Erkend Reparateur.
A100A01L A100A02L A100A04L
A100A03L
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 5
1
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
Uw auto in één oogopslag
Veiligheidsysteem van uw auto
Kenmerken van uw auto
Rijden met uw auto
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
Specificaties & Consumenteninformatie
Index
INHOUDSOPGAVE
JC DUTCH FOREWORD.qxp 9/20/2010 2:57 PM Page 7
1
Gebruik van dit instructieboekje / 1-2 Vereiste brandstof / 1-3 Inrijprocedure / 1-6 Controlelampjes in het instrumentenpaneel / 1-7
Introductie
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 1
Introductie
21
Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructie- boekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
De afbeeldingen vormen een waardevolle aanvulling op de tekst. In uw instructieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veiligheidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.
De algemene indeling van het instructieboekje vindt u in de INHOUDSOPGAVE. De index vormt een goede ingang om de gewenste passage te vinden.
Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft acht hoofdstukken en een index. Elk hoofdstuk begint met een korte inhoudsopgave, zodat u direct kunt zien of het gewenste hoofdstuk de gewenste informatie bevat.
U vindt verschillende WAARSCHUWIN
-
GEN, OPMERKINGEN en AANWIJZIN- GEN in dit instructieboekje. Deze dienen ter vergroting van uw persoonlijke veiligheid. Lees ALLE procedures en aanbevelingen in deze WAARSCHU- WINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN nauwkeurig door en neem ze in acht.
AANWIJZING
OPMERKING geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt gegeven.
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING wijst u erop bijzonder voorzichtig te zijn ter voorkoming van schade en ernstig letsel.
OPMERKING
Informatie waar OPMERKING bij staat, dient ervoor om te voorkomen dat u een fout maakt waardoor uw auto beschadigd zou kunnen raken.
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 2
13
Introductie
Benzinemotor
Loodvrij
Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine met een octaangetal (RON) hoger dan 95/AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te tanken. U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden.
Bij gebruik van LOODVRIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de bougies tegengegaan.
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er loodhoudende benzine worden gebruikt. Neem contact op met een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur om te informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende benzine of niet.
Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
VEREISTE BRANDSTOF
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
• Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motor
-
regelsysteem en zal de emissie- regeling nadelig beïnvloeden.
Voeg nooit brandstofadditieven producten toe aan het brandstof
-
systeem. (Neem voor details contact op met een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur.)
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 3
Introductie
41
OPMERKING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
Benzine die alcohol en methanol bevat
In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan 10% ethanol en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen rijproblemen en schade aan het brandstofsysteem veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen vallen mogelijk niet onder de fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
Gebruik van MTBE
Gebruik voor uw auto geen brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (2,7 gewichtsprocent zuurstof) bevat.
Brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en dampvorming of slecht aanslaan veroorzaken.
Gebruik geen methanol
Uw auto is niet geschikt voor het gebruik van methanol (methylalcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve invloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem veroorzaken.
Benzines die het milieu minder belasten
Om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van luchtverontreiniging, wordt geadviseerd benzine te gebruiken die reinigende additieven bevat. Deze benzines helpen inwendige verontreiniging te voorkomen. Dit soort benzine zorgt ervoor dat de motor minder schadelijke stoffen uitstoot en verbetert de prestaties van het emissieregelsysteem.
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 4
15
Introductie
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het benzinestation verkrijgbare diesel- brandstof die aan de EN 590-norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”).
Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brand
-
stoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegingen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51.
Wanneer de dieselbrandstof in zomer en winterkwaliteit verkrijgbaar is, moet afhankelijk van de onderstaande temperaturen de aangegeven kwaliteit worden gebruikt:
• Boven -5°C ... Zomerkwaliteit
dieselbrandstof
• Onder -5°C ... Winterkwaliteit
dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
OPMERKING
• Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftank terechtkomt. Als dat wel het geval is moet de brandstoftank worden afgetapt en moet het brandstof
-
systeem worden ontlucht om schade aan de brandstofpomp en de motor te voorkomen.
• In de winter mag, om afslaan van de motor door uitvlokken van de brandstof te voorkomen, petroleum aan de brandstof worden toegevoegd als de temperatuur daalt tot lager dan ­10°C. Gebruik nooit meer dan 20% petroleum.
OPMERKING
- Dieselbrandstof (indien voorzien van een roetfilter (DPF))
Het is raadzaam om alleen dieselbrandstof te gebruiken die geschikt is voor voertuigen met het roetfiltersysteem.
Als u dieselbrandstof gebruikt met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm) en niet gespecificeerde additieven, kan het roetfilter
-
systeem beschadigen en witte rook worden waargenomen.
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 5
Introductie
61
Biodiesel
Indien uw auto aan de EN 14214-norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare dieselmeng- sels met niet meer dan 7% biodiesel, algemeen bekend als “B7-diesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad methylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een diesel/biodiesel
-
mengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden :
• Voer het toerental van de motor niet te hoog op.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Laat de motor niet langer dan 3 minuten achtereen stationair draaien.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
OPMERKING
• Gebruik nooit brandstof, ongeacht of diesel, B7-biodiesel of anderszins, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
• Gebruik nooit brandstof­toevoegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
INRIJPROCEDURE
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 6
17
Introductie
CONTROLELAMPJES IN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
Controlelampje grootlicht
Controlelampjes richtingaanwijzers
Waarschuwingslampje ABS*
Waarschuwingslampje parkeerrem en remvloeistofniveau
Controlelampje motormanagement
Controlelampje startblokkeersysteem
Controlelampje voorgloeien (alleen dieselmotor)
Waarschuwingslampje brand- stoffilter (alleen dieselmotor)
Waarschuwingslampje open achterklep*
Waarschuwingslampje laadsysteem
Waarschuwingslampje open portier*
Controlelampje voertuig- stabiliteitsregeling (ESP)*
Controlelampje ESP OFF*
Controlelampje mistlampen vóór*
Oliedruklampje
Waarschuwingslampje elektro- nische stuurbekrachtiging (EPS)
Waarschuwingslampje AIRBAG
Waarschuwingslampje lage bandenspanning* / Controlelampje storing TPMS*
Controlelampje mistlampen achter
Controlelampje CRUISE SET*
AUTO STOP voor controle
-
lampje ISG-systeem*
Controlelampje CRUISE*
Controlelampje verlichting aan
Schakelstandindicator handge- schakelde transmissie (alleen handgeschakelde transmissie)
* indien van toepassing
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Waarschuwingslampje laag motoroliepeil
Controlelampje dimlicht
Waarschuwingslampje open portier en achterklep*
Zie voor meer informatie deel
Instrumentenpaneel in hoofdstuk 4. Schakelstandindicator automa- tische transmissie (alleen automatische transmissie)
JC DUTCH 1.qxp 9/20/2010 2:21 PM Page 7
2
Overzicht interieur / 2-2 Overzicht dashboard / 2-3 Motorruimte / 2-4
Uw auto in één oogopslag
JC DUTCH 2.qxp 9/20/2010 2:22 PM Page 1
Uw auto in één oogopslag
22
OVERZICHT INTERIEUR
1. Portiergreep binnen ..........................4-16
2. Toets inklapbare buitenspiegel* ........4-43
3. Schakelaar spiegelbediening*...........4-42
4. Blokkeerschakelaar ruitbediening*....4-25
5. Schakelaar ruitbediening*.................4-22
6. Hendel motorkapontgrendeling.........4-27
7. Zekeringkast......................................7-51
8. Koplampverstelling............................4-79
9. Toets ISG OFF*.................................5-17
10. Toets voertuigstabiliteitsregeling
uitschakelen*...................................5-32
11. Dashboardverlichting*.....................4-45
12. Toets parkeerhulp OFF*..................4-68
13. Stuurwiel .........................................4-36
14. Hendel stuurverstelling ...................4-37
15. Stoel .................................................3-2
16. Ontgrendelhendel tankdopklep.......4-29
* indien van toepassing
OJC020001
JC DUTCH 2.qxp 9/20/2010 2:22 PM Page 2
23
Uw auto in één oogopslag
OVERZICHT DASHBOARD
1. Airbag bestuurder.............................3-45
2. Schakelaar verlichting /
richtingaanwijzers ............................4-74
3. Instrumentenpaneel ........................4-44
4. Schakelaar ruitenwissers en
-sproeiers ........................................4-80
5. Audiobediening op stuurwiel*.........4-119
6. Cruise control-schakelaars* /
Bedieningsorganen snelheids-
begrenzer*................................5-39/5-43
7. Audioafstandsbediening*................4-123
8. Digitale klok....................................4-109
9.
Schakelaar alarmknipperlichten
.......4-73
10. Schakelaar centrale vergrendeling
.......................................................4-16
11. Stoelverwarming* .............................3-8
12. Verwarmings- en
ventilatiesysteem ...........................4-86
13. Airbag voorpassagier ....................3-45
14. Dashboardkastje .........................4-106
15. 12V-aansluiting* / Aansteker*
...........................................4-112/4-110
16. Selectiehendel ...............................5-19
17. Koppelingspedaal...........................5-28
* indien van toepassing
OJC020002
* Het dashboard van de auto kan afwijken van de afbeelding.
JC DUTCH 2.qxp 9/20/2010 2:22 PM Page 3
Uw auto in één oogopslag
42
MOTORRUIMTE
1. Expansievat koelvloeistof..................7-25
2. Vuldop motorolie ...............................7-23
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir* ..7-27
4. Pluspool accu .....................................6-5
5. Minpool accu.......................................6-5
6. Zekeringkast .....................................7-51
7. Luchtfilter ..........................................7-32
8. Peilstok ATF* ....................................7-28
9. Radiateurdop ....................................7-26
10. Peilstok motorolie............................7-23
11. Sproeierreservoir ............................7-30
* indien van toepassing
* De motorruimte en motorafdekkap kunnen in werkelijkheid afwijken van de afbeelding.
OJC020003
JC DUTCH 2.qxp 9/20/2010 2:22 PM Page 4
3
Stoelen / 3-2 Veiligheidsgordels / 3-14 Kinderzitjes / 3-28 Aanvullend veiligheidssysteem / 3-38
Veiligheidsysteem van uw auto
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:23 PM Page 1
Veiligheidsysteem van uw auto
23
Bestuurdersstoel
(1) Stoelverstelling vooruit/achteruit (2) Rugleuningverstelling (3) Hoogteverstelling stoel (4) Stoelverwarming* (5) Armsteun* (6) Afstellen van hoofdsteun
Passagiersstoel
(7) Stoelverstelling vooruit/achteruit (8) Rugleuningverstelling (9) Stoelverwarming* (10) Afstellen van hoofdsteun
Achterstoelen
(11) Stoelverstelling vooruit/achteruit (12) Armsteun (13) Afstellen van hoofdsteun (14) In delen neerklapbare achterbank * indien van toepassing
STOELEN
OJC030001
* Het onderdeel kan in werkelijkheid afwijken van de afbeelding.
Type A
Type B
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:23 PM Page 2
33
Veiligheidsysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt u de controle verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn.
• Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan staan. Als de rugleuning vanwege hinderlijk geplaatste voorwerpen of andere oorzaken niet goed vergrendeld kan worden, kan dit bij een noodstop of aanrijding ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en plaats de heupgordel strak en zo laag mogelijk over de heupen. In deze positie bent u in geval van een aanrijding het beste beschermd.
• Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het bedieningscomfort om onnodig en wellicht ernstig letsel door de airbag te voorkomen. Geadviseerd wordt een minimale afstand van 250 mm tussen uw bovenlichaam en het stuurwiel.
WAARSCHUWING
- Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning weer rechtop zet, dat u deze vasthoudt en rustig omhoog klapt. Als u de rugleuning niet vasthoudt tijdens het omhoogklappen, kan de rugleuning vooruit of achteruit schieten waardoor u letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING
- Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de voetenruimte van de bestuurder kunnen de werking van de pedalen nadelig beïnvloeden en mogelijk een ongeval veroorzaken. Plaats niets onder de voorstoelen.
WAARSCHUWING
-
Verantwoordelijkheid van de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een stoel neergeklapt, kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel. Als de rugleuning neergeklapt is, kan de persoon op de desbetreffende stoel bij een aanrijding onder de gordel door
-
glijden, waardoor de onderbuik zwaar belast kan worden. De bescherming die de veiligheids- systemen (veiligheidsgordels en airbags) bieden, neemt aanzienlijk af als de rugleuning te ver achterover staat. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan. De bestuurder moet de passagier erop wijzen tijdens het rijden de rugleuning altijd zo rechtop mogelijk te houden.
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:23 PM Page 3
Veiligheidsysteem van uw auto
43
Afstellen van voorstoel
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsver
-
stelling aan de voorzijde van de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze handmatig naar voren of achteren te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
(Vervolg)
• Controleer na het terugklappen van de rugleuning of deze goed vergrendeld is door te proberen hem naar voren en naar achteren te bewegen.
• Voorkom de kans op brandwonden en verwijder daarom de vloerbedekking in de bagageruimte niet. De emissieregelsystemen onder de vloer brengen hoge uitlaat
-
temperaturen met zich mee.
WAARSCHUWING
- Rugleuning achterbank
• De rugleuning achter moet goed vergrendeld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen passagiers en objecten in geval van afremmen of een aanrijding plotseling naar voren schieten, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
• Bagage en andere lading moet plat in de bagageruimte worden gelegd. Als de objecten groot of zwaar zijn, of moeten worden gestapeld, moeten ze worden vastgezet. Objecten in de bagageruimte mogen nooit hoger worden gestapeld dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig letsel in geval van afremmen of een aanrijding.
• In de bagageruimte mogen geen passagiers vervoerd worden en tijdens het rijden mogen er geen passagiers zitten of liggen op een neergeklapte rugleuning. Alle passagiers moeten zitten en de aanwezige veiligheidsgordels dragen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de stoel altijd of deze goed is vergrendeld, door te proberen deze naar voren of achteren te schuiven zonder de ontgrendelhendel te gebruiken. Als de bestuurdersstoel plotseling in beweging komt, kunt u de controle over de auto verliezen.
OJC030002
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:23 PM Page 4
35
Veiligheidsysteem van uw auto
Rugleuning afstellen
Draai de knop naar voren of naar achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten.
Afstellen van de zittinghoogte (bestuurdersstoel)
Duw de hendel omhoog of omlaag om de hoogte van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
Armsteun (bestuurdersstoel, indien van toepassing)
Klap de armsteun volledig omlaag om hem te gebruiken.
OSA038123
OJC030004
OJC030003
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:24 PM Page 5
Veiligheidsysteem van uw auto
63
Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en voorpassagier zijn voor extra veiligheid en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van de inzittenden bij een aanrijding.
Voorwaartse/achterwaartse richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in 3 standen naar voren worden versteld door eraan te trekken. Druk de hoofdsteun naar de voorste positie en laat de hoofdsteun vervolgens los om deze weer naar achteren te bewegen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun hoofd en nek goed ondersteunt.
WAARSCHUWING
• Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als het zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over het algemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de ogen.
Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij uw hoofd bevindt. Gebruik daarom geen kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komt.
• Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd. In geval van een aanrijding kan dan ernstig letsel ontstaan. Een goed afgestelde hoofdsteun biedt optimale bescherming tegen nekletsel.
• Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
OPA039052
OYN039039
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:24 PM Page 6
37
Veiligheidsysteem van uw auto
Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om hem in de gewenste positie (1) te zetten. Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen
Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog en druk vervolgens de ontgrendelknop (1) in om de hoofdsteun te verwijderen (2).
Stop, om de hoofdsteun terug te plaatsen, de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de ontgrendel
-
knop (1) indrukt. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
Actieve hoofdsteun (indien van toepassing)
De actieve hoofdsteun is ontworpen om naar voren en boven te bewegen bij een aanrijding van achteren. Dit voorkomt dat het hoofd van de bestuurder of voorpassagier naar achteren beweegt waardoor nekletsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen goed vergrendeld zijn nadat ze in de juiste positie gezet zijn.
HNF2041-1
WAARSCHUWING
Een ruimte kan tussen de zit en de hoofdsteun ontspanknop ontstaan tijdens het zitten of wanneer u de zit naar voor of naar achter beweegt. Wees voorzichtig om niet uw vingers of zo in te klemmen.
OJC030007 OJC030008
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:24 PM Page 7
Veiligheidsysteem van uw auto
83
Stoelverwarming (indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de voorstoelen bij lage buitentemperaturen verwarmd worden.
De stoelverwarming kan worden ingeschakeld door op de schakelaar te drukken voor de bestuurdersstoel en/of de stoel van de voorpassagier als het contact in stand ON staat.
De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact in stand ON wordt gezet.
Laat de schakelaars in stand UIT staan als de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te worden.
AANWIJZING
• Als de schakelaars voor de stoelverwarming in stand AAN staan, schakelt de stoelverwarming automatisch aan of uit, afhankelijk van de temperatuur van de stoel.
• Laat de stoelverwarming controleren door een officiële dealer wanneer de verwarming niet werkt bij een omgevingstemperatuur die lager is dan 21°C.
OPMERKING
• Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen organisch oplos
-
middel, zoals thinner, alcohol of wasbenzine. Hierdoor kan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
• Plaats geen dekens, kussens of stoelhoezen over de stoel als de stoelverwarming is ingeschakeld. Dit kan leiden tot oververhitting.
• Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn voorzien van stoelverwarming. Hierdoor kunnen de onderdelen van de stoelverwarming beschadigd raken.
OJC030009
OJC030010
Type A
Type B
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:24 PM Page 8
39
Veiligheidsysteem van uw auto
Opbergvak in rugleuning (indien van toepassing)
Afstellen van de achterbank
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsver
-
stelling aan de voorzijde van de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Controleer of de stoel goed is vergrendeld door deze vooruit en achteruit te bewegen zonder de hendel te gebruiken. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
WAARSCHUWING
- Verbranding door de stoelverwarming
Wees erg voorzichtig bij het gebruik van de stoelverwarming vanwege het gevaar voor oververhitting, waardoor brand kan ontstaan. Vooral de volgende categorieën personen dienen erg voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandi­capten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het reactievermogen verminderen of slaap opwekken
WAARSCHUWING
- Opbergvakken rugleuning
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen in de opbergvakken. Bij een ongeval kunnen ze uit de opbergvakken geslingerd worden en inzittenden verwonden.
OYN039010
OJC030014
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:25 PM Page 9
Veiligheidsysteem van uw auto
103
Rugleuningverstelling
Verstellen van de rugleuning:
1. Trek de hendel van de rugleuning
-
verstelling omhoog.
2. Houd de hendel omhoog en stel de rugleuning in de gewenste positie in.
3. Laat de hendel los en controleer of de rugleuning is vergrendeld. (De hendel MOET in de oorspronkelijke positie staan om de rugleuning te vergrendelen.)
Opklappen van de achterbank
De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten.
Neerklappen van de achterbank
1. Steek de gesp van de veiligheids
-
gordel achter in de opening tussen de rugleuning en de zitting en plaats de veiligheidsgordel in de geleider om te voorkomen dat de veiligheidsgordel beschadigd raakt.
2. Zet de rugleuningen van de voor
-
stoelen zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de voorstoelen naar voren en de achterbank naar achteren.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare rugleuning is het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken waarvoor anders geen ruimte is.
Laat nooit iemand op een neergeklapte rugleuning zitten als de auto rijdt omdat dat geen veilige positie is en omdat dan de veiligheidsgordels niet gebruikt kunnen worden. Hierdoor kan bij een aanrijding of een noodstop ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen die op de neergeklapte rugleuning vervoerd worden mogen niet boven de bovenzijde van de voorstoelen uitsteken. Als dat wel het geval is kan de lading bij een noodstop naar voren schuiven en letsel of schade veroorzaken.
OJC030035
OJC030013
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:25 PM Page 10
311
Veiligheidsysteem van uw auto
4. Trek aan de ontgrendelingshendel om de rugleuning goed naar voren en omlaag te kunnen klappen.
5. Trek om de achterbank weer in zijn oorspronkelijke positie te zetten de ontgrendelhendel omhoog en druk de rugleuning stevig naar achteren totdat deze vastklikt. Zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is.
6. Plaats de veiligheidsgordel weer in de juiste positie.
OPMERKING
- Veiligheidsgordels achter
Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning de schoudergordels in de juiste positie te plaatsen.
OPMERKING - Voorkom
beschadiging van de veiligheidsgordels achter
Plaats de gordelsluiting in de uitsparing tussen de zitting en de rugleuning wanneer u de rugleuning voorover klapt of wanneer u bagage op de achterbank plaatst. Hierdoor wordt voorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt.
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de achterbank in zijn oorspronkelijke positie nadat de bank is neergeklapt:
Let erop dat het materiaal van de gordel of de gesp niet beschadigd worden. Zorg ervoor dat de gordel of gesp niet klem komen te zitten. Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is door tegen de bovenzijde van de rugleuning te drukken. Anders kan bij een aanrijding of noodstop de rugleuning naar voren klappen, waardoor de bagage in het passagierscompartiment terecht kan komen en de inzittenden ernstig letsel zouden kunnen oplopen.
OJC030013
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:25 PM Page 11
Veiligheidsysteem van uw auto
123
Hoofdsteun
De zitplaatsen achterin zijn voor extra veiligheid en comfort van de inzittenden voorzien van hoofdsteunen.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van de inzittenden bij een aanrijding.
WAARSCHUWING
• Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als het zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over het algemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de ogen.
Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij uw hoofd bevindt. Gebruik daarom geen kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komt.
• Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd omdat dan in geval van een aanrijding ernstig letsel kan ontstaan. Een goed afgestelde hoofdsteun biedt een zo optimaal mogelijke bescherming tegen ernstig nekletsel.
WAARSCHUWING
- Bagage
Zet de motor uit, zet de transmissie in stand P (parkeren) en bedien de parkeerrem alvorens bagage in of uit te laden. Het niet opvolgen van deze stappen kan ertoe leiden dat de auto zich onbedoeld in beweging zet als de selectiehendel per ongeluk in een andere stand gezet wordt.
WAARSCHUWING
- Bagage
Bagage moet altijd worden vastgezet om te voorkomen dat het bij een aanrijding door de auto wordt geslingerd, waardoor de inzittenden letsel kunnen oplopen. Wees extra voorzichtig met het plaatsen van voorwerpen op de achterstoelen, omdat ze inzittenden voorin kunnen raken bij een frontale aanrijding.
OPA039053
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:25 PM Page 12
313
Veiligheidsysteem van uw auto
Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om hem in de hoogste positie (1) te zetten. Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en zet de hoofdsteun in de laagste positie (3).
Verwijderen
Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog en druk vervolgens de ontgrendelknop (1) in om de hoofdsteun te verwijderen (2). Stop, om de hoofdsteun terug te plaatsen, de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
Armsteun (indien van toepassing)
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen. Kantel de armsteun omlaag uit de rugleuning.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen goed vergrendeld zijn nadat ze in de juiste positie gezet zijn.
OYN039011 OYN039012
OJC030015
JC DUTCH 3.qxp 9/20/2010 2:25 PM Page 13
Loading...
+ 391 hidden pages