Gebruik deze handleiding nadat u de stappen heeft uitgevoerd die
worden genoemd in Snel aan de slag. Deze handleiding helpt u de
software te configureren die bij de computer is geleverd. U vindt hier
ook informatie waarmee u eenvoudige problemen kunt oplossen die
zich tijdens de eerste configuratie zouden kunnen voordoen.
HP, Hewlett Packard en het Hewlett-Packard logo zijn handelsmerken van
Hewlett-Packard Company in de Verenigde Staten en andere landen.
Compaq, het Compaq logo en iPAQ zijn handelsmerken van Hewlett-Packard
Development Company, L.P. in de Verenigde Staten en andere landen.
Microsoft, MS-DOS, Windows en Windows NT zijn handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Adobe, Acrobat en Acrobat Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Overige productnamen in deze publicatie kunnen handelsmerken zijn van hun
respectievelijke houders.
Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of omissies in deze publicatie, of voor incidentele schade of
gevolgschade voortvloeiend uit beschikbaarstelling, eventuele ondoelmatigheid
of gebruik van dit materiaal. De informatie in deze handleiding wordt zonder
garantie verleend, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete
garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaalde toepassing, en
kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De garanties op HP
producten worden beschreven in de garantieverklaringen behorende bij deze
producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie
worden gezien.
De informatie in dit document valt onder het copyright. Dit document of een
gedeelte hiervan mag niet worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in
een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Hewlett-Packard Company.
WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt,
Å
kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan
Ä
dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens.
VOORZICHTIG: Voeg geen optionele hardware of apparatuur van
Ä
andere leveranciers aan de computer toe voordat het besturingssysteem
goed is geïnstalleerd. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot fouten en een
onjuiste installatie van het besturingssysteem.
Besturingssysteem installeren
De eerste keer dat u de computer inschakelt, wordt automatisch het
besturingssysteem geïnstalleerd. Dit duurt ongeveer 5 tot 10 minuten,
afhankelijk van het besturingssysteem dat wordt geïnstalleerd. Volg
nauwkeurig de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
VOORZICHTIG: Wanneer de automatische installatie is gestart, MAG
Ä
U DE COMPUTER NIET UITSCHAKELEN TOTDAT DE PROCEDURE IS
VOLTOOID. Als u de computer tijdens de installatie uitschakelt, is het
mogelijk dat de besturingssoftware van de computer beschadigd raakt
of niet op de goede manier geïnstalleerd wordt.
Als er geen besturingssysteem van Microsoft bij uw computer is
meegeleverd, zijn bepaalde delen van deze documentatie voor u niet
van toepassing. Voor uitvoerige instructies voor het installeren en
configureren van het besturingssysteem raadpleegt u de bij deze
computer meegeleverde documentatie voor het besturingssysteem.
Nadat u het besturingssysteem heeft geïnstalleerd, is aanvullende
informatie beschikbaar via de online Help-functie.
www.hp.com1
Aan de slag
Toegankelijkheid
HP streeft ernaar producten, services en programma’s te ontwerpen
met een verbeterde gebruikersvriendelijkheid en toegankelijkheid
voor alle gebruikers. HP producten waarop Microsoft Windows XP
vooraf is geïnstalleerd of die klaar zijn voor XP, zijn uitermate
toegankelijk. Deze producten zijn getest met zeer geavanceerde
Assistive Technology-producten, zodat we iedereen gelijke toegang
kunnen garanderen, op elk moment en op elke locatie.
Stuurprogramma’s installeren en upgraden
Wanneer u extra hardwareapparaten installeert nadat de installatie
van het besturingssysteem is voltooid, is het noodzakelijk ook de
stuurprogramma’s voor deze apparaten te installeren.
Als u wordt gevraagd de directory I386 op te geven, vervangt
u het pad door
dialoogvenster om de map I386 te zoeken. Hierdoor kan het
besturingssysteem het pad naar de vereiste stuurprogramma’s vinden.
U kunt de nieuwste ondersteuningssoftware, ook voor het
besturingssysteem, downloaden van:
www.hp.com/support
U kunt de meest recente ondersteunende software ook verkrijgen
met een abonnement op de cd-set met ondersteunende software van
Compaq. Gebruik hiervoor het bestelformulier voor Support Software
Management op de volgende website:
Deze website biedt ook informatie over de manier waarop u een
abonnement kunt nemen.
C:\i386, of gebruikt u de knop Bladeren in het
Als de computer over een optische rw-drive beschikt, is het
✎
noodzakelijk dat u de juiste applicatie installeert om naar de drive
te kunnen schrijven. Als u de applicatie wilt installeren, dubbelklikt
u op het pictogram Setup Software op het bureaublad of op de
snelkoppeling voor de applicatie. Vervolgens selecteert u de opties
Easy CD Creator en Direct CD.
2www.hp.com
Monitor aanpassen
U kunt het model, de verversingsfrequentie, de schermresolutie, de
kleurinstellingen, de tekengrootte en de instellingen voor energiebeheer
handmatig selecteren of wijzigen. Als u deze instellingen wilt wijzigen,
klikt u met de rechtermuisknop op het Windows bureaublad en vervolgens
kiest u Eigenschappen. Voor meer informatie raadpleegt u de online
documentatie bij de grafische kaart of de documentatie bij de monitor.
Software beschermen
U kunt de software beschermen tegen verlies of beschadiging
door backups te maken van alle systeemsoftware, applicaties en
bijbehorende bestanden die op de vaste schijf zijn opgeslagen.
Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het
backupprogramma voor informatie over het maken van backups
van de gegevensbestanden.
Software herstellen
Als u het oorspronkelijke besturingssysteem en de in de fabriek
geïnstalleerde software wilt herstellen, gebruikt u de cd Restore Plus!
en eventuele andere cd’s die bij de computer zijn geleverd. Volg de
instructies bij de meegeleverde Restore Solution zorgvuldig op.
Aan de slag
Bij vragen of problemen in verband met deze cd neemt u contact
op met het Customer Service Center.
Computer uitschakelen
U schakelt de computer op de juiste manier uit door eerst het besturingssysteem af te sluiten. In Microsoft Windows XP Professional en
Microsoft Windows 2000 Professional klikt u hiervoor op Start >
Afsluiten. In Microsoft Windows XP Home klikt u op Start >
Computer uitschakelen. De computer wordt automatisch afgesloten.
Als u op de aan/uit-knop drukt, schakelt u bij sommige besturingssystemen
niet de voeding uit, maar activeert u een energiezuinige “standbystand”,
waarbij de computer minder energie verbruikt. Hierdoor kunt u energie
besparen zonder dat u applicaties hoeft te sluiten. De computer is later
onmiddellijk weer beschikbaar zonder dat u het besturingssysteem
opnieuw hoeft te starten en zonder dat er gegevens verloren gaan.
www.hp.com3
Aan de slag
VOORZICHTIG: Als u de computer handmatig uitschakelt, kan er
Ä
gegevensverlies optreden.
Als u de voeding wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-knop vier seconden
ingedrukt. Door de voeding handmatig uit te schakelen, gaat de
computer echter niet in de standby-stand, zodat er gegevensverlies
kan optreden.
Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen)
kunt u de configuratie van de aan/uit-knop veranderen, zodat deze wel
als aan/uit-schakelaar werkt. Raadpleeg de handleiding Service &
Technical Reference Guide op de documentatie-cd Documentation
Library voor meer informatie over Computer Setup
(Computerinstellingen).
Meer informatie
Raadpleeg de documentatie-cd Documentation Library voor meer
productinformatie in de gebruiksvriendelijke PDF-bestandsindeling.
Deze cd bevat de volgende publicaties:
■Snel aan de slag (beschikbaar in gedrukte vorm en als PDF):
Bevat informatie voor het aansluiten van de computer en de
randapparatuur.
■Aan de slag (beschikbaar in gedrukte vorm en als PDF):
Bevat informatie over het installeren van meegeleverde software.
Bovendien vindt u hier hulp bij het oplossen van eenvoudige
problemen die zich tijdens de installatie eventueel kunnen voordoen.
■Service & Technical Reference Guide (PDF of webkoppeling):
Bevat een overzicht van de hardware, instructies voor het
upgraden van deze serie computers en informatie over het
geheugen, de voeding en de batterij van de realtime klok.
■Informatie over veiligheid en voorschriften (PDF):
Hier vindt u veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen conform
de richtlijnen in de Verenigde Staten, Canada en andere landen.
Als u niet over een cd-rom-drive beschikt, kunt u de productdocumentatie
✎
downloaden van de website
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
4www.hp.com
Kennisgevingen
Deze computer is een digitaal apparaat uit klasse B conform FCC
Rules Part 15. Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften op de documentatie-cd Documentation Library voor
meer informatie.
Werken met de documentatie-cd
1. Plaats de cd in de cd-rom-drive.
De software op de cd controleert de landinstellingen van Windows.
Dit kan even duren. Als er geen recente versie van Adobe Acrobat
of Acrobat Reader op de computer wordt aangetroffen, wordt dit
programma automatisch vanaf de cd geïnstalleerd.
2. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Het menu en de publicaties worden weergegeven in de taal die
u heeft gekozen bij het installeren van het systeem of die u later
bij de landinstellingen van Windows heeft opgegeven. Als u in
Landinstellingen een taal heeft geselecteerd die niet beschikbaar
is op de cd, worden het menu en de handleidingen in het Engels
weergegeven.
Aan de slag
3. Klik op de titel van de handleiding die u wilt raadplegen.
Als de cd-rom-drive na twee minuten nog niet heeft gereageerd,
is mogelijk de functie voor automatisch afspelen niet ingeschakeld
in Windows.
Als de documentatie-cd Documentation Library niet automatisch
wordt gestart, doet u het volgende:
1. Ga naar de hoofdmap op de cd.
2. Dubbelklik op het bestand index.htm om de cd te starten.
www.hp.com5
Aan de slag
Voordat u de helpdesk belt
Als er problemen met de computer zijn, kunt u de onderstaande
oplossingen proberen voordat u de helpdesk belt voor technische
ondersteuning.
■Kijk of er aan de voorkant van de computer lampjes knipperen.
Hiermee worden specifieke problemen aangegeven. Zie
“Diagnoselampjes en geluidssignalen” in deze handleiding
voor meer informatie.
■Als het scherm zwart is, sluit u de monitor aan op een andere
monitoraansluiting op de computer (indien aanwezig). Of u kunt
de monitor vervangen door een andere monitor waarvan u weet
dat deze goed functioneert.
■Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een andere computer
met een andere kabel aan op de netwerkaansluiting. Misschien is
er een probleem met de netwerkaansluiting of de netwerkkabel.
■Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u
deze hardware om te zien of de computer dan wel goed werkt.
■Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u
deze software om te zien of de computer dan wel goed werkt.
■Raadpleeg de volgende sectie “Nuttige tips” in deze handleiding
voor meer algemene tips.
■Raadpleeg de Service & Technical Reference Guide op de
documentatie-cd voor meer informatie.
■Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op
de website
■
Start de cd Restore Plus!
http://www.hp.com/go/workstationsupport
Als het noodzakelijk is dat u de technische ondersteuning belt
(0900-16816160, houd dan rekening met de volgende punten
om ervoor te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
■Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
■Noteer voordat u belt de serienummers van de computer en
de monitor en houd deze nummers bij de hand.
■Zorg dat u voldoende tijd heeft om samen met de
helpdeskmedewerker het probleem op te lossen.
6www.hp.com
✎
Nuttige tips
Aan de slag
Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (CarePaqs)
belt u met 0800-2667272.
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of
de software de onderstaande lijst met algemene suggesties, voordat
u verdere actie onderneemt:
■Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
■Controleer of de spanningsschakelaar is ingesteld op het juiste
voltage voor uw regio (115V of 230V).
■Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje brandt.
■Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje van de monitor brandt.
■Kijk of er lampjes knipperen aan de voorkant van de computer.
Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een
diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg de Service &
Technical Reference Guide op de documentatie-cd voor meer
informatie.
■Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als
het scherm te donker is.
■Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt.
Als u een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord.
■Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
■Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken.
Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer
uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt
te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om
de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet uitgeschakeld
kan worden, verwijdert u het netsnoer. Na enkele seconden sluit u
het netsnoer weer aan. Als de computer niet automatisch opnieuw
start, drukt u de aan/uit-knop in om de computer te starten.
www.hp.com7
Aan de slag
■Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart
of een andere optie heeft geïnstalleerd die niet Plug and play is.
Zie “Problemen bij de installatie van de hardware oplossen”
voor meer informatie.
■Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
Als er bijvoorbeeld een printer is aangesloten, is het noodzakelijk
een printerstuurprogramma te installeren.
■Verwijder alle diskettes uit de computer voordat u het systeem
inschakelt.
■Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem
dat in de fabriek is geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund
door uw systeem.
■Als er op de computer meerdere videobronnen geïnstalleerd zijn
(geïntegreerd of PCI- of AGP-adapter; geïntegreerde video is
alleen op bepaalde modellen beschikbaar) en er één monitor
aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de
monitorconnector van de bron die als primaire VGA-adapter
is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige
monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van
deze connectoren is aangesloten, zal de monitor niet werken.
U kunt de primaire VGA-adapter instellen met het hulpprogramma
Computer Setup (Computerinstellingen).
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een
Ä
stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van voeding voorzien.
Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent,
zodat u schade aan de systeemkaart en andere onderdelen voorkomt.
Basisproblemen oplossen
In deze sectie komen problemen aan de orde die zich tijdens de
eerste configuratie kunnen voordoen.
8www.hp.com
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte
worden beschreven gemakkelijk zelf kunt oplossen. Neem contact op
met een Business of Service Partner als het probleem blijft optreden
en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
Algemene problemen oplossen
ProbleemOorzaakOplossing
De computer is
geblokkeerd en
kan niet worden
uitgeschakeld door
op de aan/uit-knop
te drukken.
Softwarematige besturing
van de aan/uit-knop
werkt niet.
Druk op de aan/uit-knop en houd
deze gedurende minimaal vier
seconden ingedrukt, totdat de
computer wordt uitgeschakeld.
Aan de slag
Computer reageert niet
op USB-toetsenbord of
USB-muis.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren vanuit de standbystand,
Ä
houd dan de aan/uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de
computer uitgeschakeld, waarbij gegevensverlies kan optreden.
De weergave van
datum en tijd is
niet juist.
Computer lijkt
regelmatig tijdelijk
te pauzeren.
Computer is in de
standbystand.
Mogelijk moet de batterij
van de real-timeklok
worden vervangen.
Als u de computer
✎
op een werkend
stopcontact
aansluit, kunt u
de levensduur van
de batterij van de
real-timeklok
verlengen.
Het netwerkstuurprogramma is geladen,
maar er is geen
netwerkverbinding
tot stand gebracht.
Druk kort op de aan/uit-knop om
de computer te activeren.
Stel eerst de datum en de tijd
opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt
hiervoor ook Computer Setup
(Computerinstellingen) gebruiken).
Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de batterij van de
real-timeklok. Raadpleeg de Service & Technical Reference Guide voor
informatie over het vervangen van de
batterij of neem contact op met een
geautoriseerde Business of Service
Partner om de batterij te vervangen.
Breng een netwerkverbinding tot
stand of gebruik Computer Setup
(Computerinstellingen) of Microsoft
Windows Apparaatbeheer om de
netwerkadapter uit te schakelen.
www.hp.com9
Aan de slag
Algemene problemen oplossen (Vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Cursor kan niet worden
verplaatst met de
pijltoetsen op het
toetsenbord.
Kap of toegangspaneel
van de computer kan
niet worden verwijderd.
Het prestatieniveau
is erg laag.
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld.
Druk op Num Lock. Het
Num Lock-lampje moet uit zijn als
u de pijltoetsen wilt gebruiken. De
Num Lock-toets kan met Computer
Setup (Computerinstellingen) worden
uitgeschakeld (en weer
ingeschakeld).
Smart Cover Lock, een
functie op een aantal
modellen, is vergrendeld.
Ontgrendel Smart Cover Lock
met behulp van Computer Setup
(Computerinstellingen).
U kunt bij HP een Smart Cover
FailSafe-sleutel aanschaffen,
waarmee u het Smart Cover Lock
handmatig kunt uitschakelen. U
heeft deze sleutel nodig als u
het wachtwoord bent vergeten,
bij stroomuitval of bij een
computerstoring.
De processor is te heet.1. Zorg ervoor dat de luchtaanvoer
naar de computer niet is
geblokkeerd.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren
zijn aangesloten en goed werken
(sommige ventilatoren werken
alleen als daar behoefte aan is).
3. Controleer of het koelelement van
de processor goed is bevestigd.
Vaste schijf is vol.Verplaats gegevens van de vaste
10www.hp.com
schijf naar een ander opslagmedium
om ruimte op de vaste schijf vrij
te maken.
Algemene problemen oplossen (Vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Aan de slag
De computer is
automatisch
uitgeschakeld en het
aan/uit-lampje knippert
twee keer in de kleur
rood met tussenpozen
van een seconde,
gevolgd door een
pauze van twee
seconden.
De computer kan niet
worden ingeschakeld
en de lampjes aan
de voorkant van de
computer branden niet.
De hittebeveiliging van de
processor is geactiveerd:
Een ventilator is
geblokkeerd of werkt niet.
OF
Het koelelement is niet
goed bevestigd aan de
processor.
Het systeem kan niet
worden gestart.
1. Controleer of de
ventilatieopeningen van de
computer niet zijn geblokkeerd
en of de ventilator werkt.
2. Open de kap, druk op de
aan/uit-knop en controleer of de
ventilator draait. Als de ventilator
niet draait, controleert u of de
kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
Controleer of de ventilator
aanwezig is en stevig op zijn
plaats zit.
3. Als de ventilator is aangesloten
en stevig op zijn plaats zit, maar
toch niet draait, vervangt u de
ventilator.
4. Plaats het koelelement van de
processor opnieuw zodat het
element goed op zijn plaats zit
en controleer of de ventilator
goed is aangesloten.
5. Neem contact op met een
Business of Service Partner.
Druk op de aan/uit-knop en
houd deze korter dan 4 seconden
ingedrukt. Als het lampje van de
vaste schijf groen oplicht, doet u
het volgende:
1. Controleer of de
spanningsschakelaar aan de
achterkant van de voedingseenheid
op het juiste voltage is ingesteld.
Welk voltage juist is, hangt af
van het land waar u zich bevindt.
www.hp.com11
Aan de slag
Algemene problemen oplossen (Vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
De computer kan niet
worden ingeschakeld
en de lampjes aan
de voorkant van de
computer branden niet.
(vervolg)
Het systeem kan niet
worden gestart.
(vervolg)
2. Verwijder de uitbreidingskaarten
een voor een, totdat het lampje
3,3 V_aux op de systeemkaart
gaat branden.
3. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd
deze korter dan 4 seconden
ingedrukt. Als het lampje van de
vaste schijf nu NIET groen oplicht,
doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is
aangesloten op een werkend
stopcontact.
2. Open de kap en controleer of
het onderdeel dat de aan/uit-knop
bevat goed is aangesloten op de
systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels
goed op de systeemkaart zijn
aangesloten.
4. Controleer of het lampje
3,3 V_aux op de systeemkaart
brandt. Als dit lampje brandt,
vervangt u het onderdeel dat
de aan/uit-knop bevat.
5. Als het lampje 3,3 V_aux op
de systeemkaart niet brandt,
vervangt u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
12www.hp.com
Aan de slag
Problemen bij de installatie van de hardware oplossen
Wanneer u hardware toevoegt of verwijdert, zoals een extra diskettedrive,
kan het noodzakelijk zijn de computer opnieuw te configureren. Als
u een Plug en Play-apparaat installeert, wordt dit in Windows 2000
en Windows XP automatisch herkend, waarna de configuratie wordt
bijgewerkt. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met
Plug and Play, moet u de computer opnieuw configureren nadat de
installatie van de nieuwe hardware is voltooid. In Windows 2000
selecteert u hiervoor het pictogram Nieuwe hardware in het
Configuratiescherm (in Windows XP gebruikt u de Wizard Hardware toevoegen). Volg daarna de instructies op het scherm.
Problemen bij de installatie van de hardware
oplossen
ProbleemMogelijke oorzaakAanbevolen oplossing
Nieuwe apparatuur wordt
niet herkend als onderdeel
van het systeem.
Apparaat is niet
goed geplaatst of
aangesloten.
Kabel(s) van nieuwe
externe apparatuur
zitten los of
voedingskabels zijn
niet aangesloten.
Het nieuwe externe
apparaat is niet
aangezet.
U heeft de wijzigingen
in de configuratie niet
geaccepteerd toen het
systeem u hierover
informeerde.
Controleer of het apparaat goed is
aangesloten en of de pinnen van de
connector niet verbogen zijn.
Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten en of de pinnen van
de kabel of de connector niet
verbogen zijn.
Schakel de computer uit, schakel
het externe apparaat in en schakel
vervolgens de computer in om het
apparaat in het systeem te
integreren.
Start de computer opnieuw op
en volg de instructies voor het
accepteren van de wijzigingen.
www.hp.com13
Aan de slag
Problemen bij de installatie van de hardware
oplossen (Vervolg)
ProbleemMogelijke oorzaakAanbevolen oplossing
Nieuwe apparatuur wordt
niet herkend als onderdeel
van het systeem.
(vervolg)
Computer start niet op.Er zijn verkeerde
Een Plug and Play-kaart
wordt mogelijk niet
automatisch
geconfigureerd
als door de
standaardconfiguratie
een conflict met andere
apparaten ontstaat.
geheugenmodules
toegevoegd, of
geheugenmodules
zijn op de verkeerde
locatie geplaatst.
Gebruik Apparaatbeheer van
Windows 2000 of Windows XP om
de automatische instellingen voor
de kaart uit te schakelen en een
basisconfiguratie te kiezen die
geen conflict met systeembronnen
veroorzaakt. U kunt ook Computer
Setup (Computerinstellingen)
gebruiken om apparaten opnieuw
te configureren of uit te schakelen en
zodoende het conflict op te lossen.
1. Raadpleeg de documentatie bij
de computer om te controleren
of u de juiste geheugenmodules
gebruikt en of deze modules op
de juiste manier zijn geïnstalleerd.
2. Let op de geluidssignalen
en op de lampjes aan de
voorkant van de computer.
Zie “Diagnoselampjes en
geluidssignalen” om de
mogelijke oorzaken vast
te stellen.
3. Als u het probleem nog steeds
niet kunt oplossen, neemt u
contact op met de technische
ondersteuning.
14www.hp.com
Problemen bij de installatie van de hardware
oplossen (Vervolg)
ProbleemMogelijke oorzaakAanbevolen oplossing
Het aan/uit-lampje
knippert vijf keer in de
kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd
door een pauze van twee
seconden, en u hoort vijf
geluidssignalen.
Het aan/uit-lampje
knippert zes keer in de
kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd
door een pauze van twee
seconden, en u hoort zes
geluidssignalen.
Het geheugen is
verkeerd geïnstalleerd
of defect.
De videokaart is niet
goed geïnstalleerd
of defect, of de
systeemkaart is defect.
1. Plaats de DIMM’s opnieuw.
Zet de computer aan.
2. Vervang de DIMM’s een
voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere
leveranciers door HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een
afzonderlijke videokaart:
1. Druk de videokaart stevig aan.
Zet de computer aan.
2. Vervang de videokaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een
geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Aan de slag
www.hp.com15
Aan de slag
Diagnoselampjes en geluidssignalen
In dit gedeelte worden de codes beschreven die via lampjes op
het voorpaneel worden aangegeven, evenals de geluidssignalen
die mogelijk vóór of tijdens de POST (Power On Self Test) worden
weergegeven en waar niet altijd een foutcode of tekstbericht bij hoort.
Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt
✎
u of er ook lampjes knipperen op het voorpaneel van de computer.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis van de codes
die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden
✎
genoemd in de volgorde waarin ze moeten worden uitgevoerd.
Diagnoselampjes en geluidssignalen
Activiteit
Groen
aan/uit-lampje
brandt.
Groen
aan/uit-lampje
knippert elke
twee seconden.
Groen
aan/uit-lampje
knippert vier
keer, met
tussenpozen van
een seconde.
Geluidssignalen
GeenComputer is
GeenComputer is in de
GeenComputer is in de
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
ingeschakeld.
stand Standby naar
RAM (geldt voor
bepaalde modellen)
of in de normale
standbystand.
stand Suspend to
Disk of Hibernate.
Geen
Geen
Geen
16www.hp.com
Diagnoselampjes en geluidssignalen (Vervolg)
Aan de slag
Activiteit
Het
aan/uit-lampje
knippert twee
keer in de kleur
rood met
tussenpozen van
een seconde,
gevolgd door
een pauze van
twee seconden.
Geluidssignalen
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
GeenDe hittebeveiliging
van de processor is
geactiveerd:
Een ventilator is
geblokkeerd of
werkt niet.
OF
Het koelelement is
niet goed bevestigd
aan de processor.
1. Controleer of de
ventilatieopeningen van de
computer niet zijn geblokkeerd
en of de ventilator werkt.
2. Open de kap, druk op de
aan/uit-knop en controleer of
de ventilator draait. Als de
ventilator niet draait, controleert
u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
Controleer of de ventilator
aanwezig is en stevig op zijn
plaats zit.
3. Als de ventilator is aangesloten
en stevig op zijn plaats zit, maar
toch niet draait, vervangt u de
ventilator.
4. Plaats het koelelement van de
processor opnieuw zodat het
element goed op zijn plaats zit
en controleer of de ventilator
goed is aangesloten.
5. Neem contact op met een
Business of Service Partner.
Rood
aan/uit-lampje
blijft branden.
GeenProcessor is niet
geïnstalleerd (wijst
niet op een defecte
processor).
www.hp.com17
1. Controleer of de processor
geplaatst is.
2. Plaats de processor opnieuw.
Aan de slag
Diagnoselampjes en geluidssignalen (Vervolg)
Activiteit
Rood
aan/uit-lampje
knippert elke
twee seconden.
Geluidssignalen
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
GeenVoeding is
uitgevallen
(netvoeding
overbelast).
1. Controleer of de
spanningsschakelaar aan
de achterkant van de
voedingseenheid op het juiste
voltage is ingesteld. Welk
voltage juist is, hangt af van
het land waar u zich bevindt.
2. Open de kap en controleer of de
4-aderige interne voedingskabel
is aangesloten op de connector
op de systeemkaart.
3. Controleer of het probleem
door een apparaat wordt veroorzaakt door ALLE aangesloten
apparaten (zoals vaste schijven,
diskettedrives, optische drives en
uitbreidingskaarten) te verwijderen. Zet de computer aan. Als
de POST wordt gestart, zet u de
computer uit. Plaats de apparaten
vervolgens een voor een terug
en herhaal deze procedure, net
zolang totdat het probleem zich
weer voordoet. Vervang het
apparaat dat het probleem veroorzaakt. Voeg de apparaten een
voor een toe om er zeker van te
zijn dat alle apparaten correct
functioneren.
4. Vervang de voeding.
5. Vervang de systeemkaart.
18www.hp.com
Diagnoselampjes en geluidssignalen (Vervolg)
Aan de slag
Activiteit
Het
aan/uit-lampje
knippert vijf keer
in de kleur rood
met tussenpozen
van een seconde,
gevolgd door
een pauze van
twee seconden.
Het
aan/uit-lampje
knippert zes keer
in de kleur rood
met tussenpozen
van een seconde,
gevolgd door
een pauze van
twee seconden.
Het
aan/uit-lampje
knippert zeven
keer in de kleur
rood met
tussenpozen van
een seconde,
gevolgd door
een pauze van
twee seconden.
Geluidssignalen
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
5Geheugen defect
(gedetecteerd
voordat video
actief wordt)
6Videokaart defect
(gedetecteerd
voordat video
actief wordt).
7Systeemkaart defect
(gedetecteerd
voordat video
actief wordt).
1. Plaats de DIMM’s opnieuw.
Zet de computer aan.
2. Vervang de DIMM’s een voor
een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere
leveranciers door HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een
afzonderlijke videokaart:
1. Druk de videokaart stevig
aan. Zet de computer aan.
2. Vervang de videokaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een
geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Vervang de systeemkaart.
www.hp.com19
Aan de slag
Diagnoselampjes en geluidssignalen (Vervolg)
Activiteit
Het
aan/uit-lampje
knippert acht
keer in de kleur
rood met
tussenpozen van
een seconde,
gevolgd door
een pauze van
twee seconden.
Computer
wordt niet
ingeschakeld en
er branden geen
lampjes.
Geluidssignalen
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
8ROM defect (op
basis van verkeerde
checksum).
GeenHet systeem kan
niet worden gestart.
1. Voer nogmaals een flash uit van
het systeem-ROM met behulp van
een ROMPaq-diskette. Zie het
gedeelte “ROM-flash” in de
Service & Technical Reference
Guide op de documentatie-cd
Documentation Library.
2. Vervang de systeemkaart.
Druk op de aan/uit-knop en houd
deze korter dan 4 seconden
ingedrukt. Als het lampje van de
vaste schijf groen oplicht, doet u
het volgende:
1. Controleer of de
spanningsschakelaar
aan de achterkant van de
voedingseenheid op het juiste
voltage is ingesteld. Welk
voltage juist is, hangt af van
het land waar u zich bevindt.
20www.hp.com
Diagnoselampjes en geluidssignalen (Vervolg)
Aan de slag
Activiteit
Computer
wordt niet
ingeschakeld en
er branden geen
lampjes.
(vervolg)
Geluidssignalen
Geen
(vervolg)
Mogelijke
oorzaakAanbevolen maatregel
Het systeem kan
niet worden gestart.
(vervolg)
2. Verwijder de uitbreidingskaarten
een voor een, totdat het lampje
3,3 V_aux op de systeemkaart
gaat branden.
3. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en
houd deze korter dan 4 seconden
ingedrukt. Als het lampje van de
vaste schijf nu NIET groen oplicht,
doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is
aangesloten op een werkend
stopcontact.
2. Open de kap en controleer of
de eenheid met de aan/uit-knop
goed is aangesloten op de
systeemkaart.
3. Controleer of beide
voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje
3,3 V_aux op de systeemkaart
brandt. Als dit lampje brandt,
vervangt u het onderdeel dat
de aan/uit-knop bevat.
5. Als het lampje 3,3 V_aux op
de systeemkaart niet brandt,
vervangt u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
www.hp.com21
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.