in de uitdrukkelijke garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie
worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Microsoft en Windows zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Server 2003 is een handelsmerk
van Microsoft Corporation.
Aanname betreffende de lezer
Dit document is bedoeld voor de persoon die verantwoordelijk is voor het installeren, beheren en
oplossen van problemen met servers en opslagsystemen. HP neemt aan dat u bent gekwalificeerd
voor het onderhoud van computerapparatuur en dat u bent getraind in het herkennen van gevaren
met betrekking tot producten met gevaarlijke energieniveaus.
De server inschakelen ................................................................................................................................5
De server uitschakelen ............................................................................................................................... 5
Server in rack installeren .......................................................................................................................... 11
De server opstarten en configureren........................................................................................................... 11
Server registreren.................................................................................................................................... 11
Lights-Out 100i beheer op afstand............................................................................................................. 14
HP Insight Diagnostics.............................................................................................................................. 14
De server inschakelen ............................................................................................................................... 5
De server uitschakelen .............................................................................................................................. 5
Druk op de Aan/uit-knop om de server in te schakelen.
De server uitschakelen
WAARSCHUWING: Koppel het netsnoer los om de voeding naar de server uit te schakelen.
Zo beperkt u het risico van persoonlijk letsel, elektrische schokken en schade aan de
apparatuur. Met de Aan/uit-knop op het voorpaneel wordt de voeding naar het systeem
niet helemaal uitgeschakeld. Gedeelten van de voedingseenheid en bepaalde interne
schakelingen blijven ingeschakeld totdat het netsnoer is losgekoppeld.
BELANGRIJK: Als u een hot-pluggable apparaat installeert, hoeft u de server niet uit
te schakelen.
1. Sluit het besturingssysteem af volgens de instructies in de documentatie bij het besturingssysteem.
2. Druk op de Aan/uit-knop. Zo zet u de server in de standbystand. Wanneer de standbystand wordt
geactiveerd, wordt het groene aan/uit-lampje van het systeem uitgeschakeld.
3. Koppel de netsnoeren los.
De voeding naar het systeem is nu uitgeschakeld.
Toegangspaneel
1. Zet de server uitschakelen (zie pagina 5).
2. Schuif de server iets uit het rack en verwijder de server.
3. Voer een van de volgende acties uit:
o Draai de duimschroef die zich op het achterpaneel van de server bevindt, los met
een torxschroevendraaier.
o Draai de duimschroeven los die zich op het achterpaneel van de server bevinden.
4. Schuif het toegangspaneel ongeveer 1,5 cm naar achteren.
5. Til het toegangspaneel op en verwijder het.
OPMERKING: De server ziet er mogelijk anders uit dan in de afbeelding wordt weergegeven.
Bediening 5
Als u het onderdeel wilt terugplaatsen, voert u de procedure voor het verwijderen in
omgekeerde volgorde uit.
Server registreren................................................................................................................................... 11
Optionele installatieservices
Als u kiest voor HP Care Pack Services, maken ervaren, door HP gecertificeerde technici, uw servers
volledig operationeel met ondersteuningspakketten die specifiek op de HP ProLiant systemen zijn
afgestemd. In een HP Care Pack combineert u in één pakket ondersteuning voor zowel hardware
als software. U kunt kiezen uit een aantal serviceniveaus om te voorzien in uw behoeften.
Met de eenvoudig aan te schaffen en gebruiksvriendelijke HP Care Packs breidt u uw standaard
productgarantie en ondersteuning uit zodat u optimaal kunt profiteren van de server. Onder de
Care Pack services vallen:
• Ondersteuning van de hardware
o Call-to-Repair binnen 6 uur
o 24x7 dezelfde dag binnen 4 uur
o Dezelfde werkdag binnen 4 uur
• Ondersteuning van de software
o Microsoft®
o Linux
• Geïntegreerde ondersteuning van hardware en software
o Critical Service
o Proactive 24
o Support Plus
o Support Plus 24
• Opstart- en implementatieservices voor hardware en software
Meer informatie over Care Packs vindt u op de HP website
(http://www.hp.com/hps/carepack/servers/cp_proliant.html
).
Instellingen uitvoeren 7
Optimale omgeving
Kies voor de installatie van de server een locatie die voldoet aan de vereisten die in dit gedeelte
Vereisten voor ruimte en ventilatie
worden beschreven.
Houd bij de keuze van de racklocatie rekening met de volgende vereisten, zodat er voldoende ventilatie
voor de server is en genoeg ruimte om deze te onderhouden.
• Er moet minimaal 63,5 cm ruimte aan de voorkant van het rack zijn.
• Er moet minimaal 76,2 cm ruimte aan de achterkant van het rack zijn.
• Er moet minimaal 121,9 cm ruimte zijn tussen de achterkant van het rack en de achterkant van
een ander rack of een andere rij racks.
HP servers zuigen koele lucht aan via het voorpaneel en blazen warme lucht uit via de achterkant.
Daarom moeten er in het voorpaneel van het rack voldoende ventilatieopeningen zijn om de lucht naar
binnen te laten en moeten er in het achterpaneel voldoende ventilatieopeningen zijn waardoor de warme
lucht het rack kan verlaten.
VOORZICHTIG: Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Zo voorkomt u oververhitting en
beschadiging van de apparatuur.
Als het rack niet helemaal is opgevuld met servers of rackonderdelen, heeft dit effect op de luchtcirculatie
in het rack en tussen de servers. Sluit alle tussenruimten af met opvulpanelen, zodat er voldoende
luchtcirculatie is.
VOORZICHTIG: Vul verticale lege ruimten in het rack altijd op met panelen. Hierdoor wordt
een goede luchtcirculatie gewaarborgd. Als het rack wordt gebruikt zonder opvulpanelen,
kan apparatuur beschadigd raken door oververhitting.
De racks uit de 9.000 en 10.000-serie zorgen voor een goede serverkoeling door de gaatjes in de vooren achterpanelen, die 64 procent open ruimte voor ventilatie bieden.
VOORZICHTIG: Als u een Compaq rack uit de 7.000 Serie gebruikt, is het noodzakelijk om
het goed ventilerende rackinzetstuk (artikelnummers 327281-B21 (42U) of 157847-B21
(22U)) te installeren, om te zorgen voor voldoende luchtcirculatie en koeling van de voorkant
naar de achterkant.
VOORZICHTIG: Houd rekening met de volgende aanvullende vereisten als u een rack van een
andere fabrikant gebruikt. Zo zorgt u voor een goede luchtcirculatie en voorkomt u schade
aan de apparatuur.
• Voor- en achterpanelen: als het 42U-rack afsluitende voor- en achterpanelen heeft, moet
er 5.350 cm² aan gaatjes (van boven naar beneden gelijkmatig verdeeld) vrij zijn om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Dit komt overeen met de vereiste 64 procent
open ruimte voor ventilatie.
• Zijpanelen: er moet minimaal 7 cm ruimte zijn tussen het geïnstalleerde rackonderdeel
en de zijpanelen van het rack.
Instellingen uitvoeren 8
Temperatuurvereisten
Voor een blijvende veilige en betrouwbare werking plaatst u het systeem in een goed geventileerde
ruimte waar de temperatuur kan worden geregeld.
De aanbevolen maximale omgevingstemperatuur (TMRA) voor de meeste servers is 35°C. Om die
reden mag de temperatuur van de ruimte waarin het rack zich bevindt, niet hoger dan 35°C
VOORZICHTIG: Volg de onderstaande instructies op om het risico van schade aan de
apparatuur bij het installeren van opties van andere fabrikanten tot een minimum te beperken:
• Zorg ervoor dat de optionele apparatuur de luchtcirculatie rond de server niet belemmert
en dat de interne racktemperatuur niet boven de maximaal toegestane waarde uitkomt.
• Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen maximale omgevingstemperatuur (TMRA)
niet wordt overschreden.
Voedingsvereisten
De installatie van deze apparatuur moet voldoen aan de regelgeving voor de installatie van elektrische
apparatuur en moet door bevoegde technici worden uitgevoerd. Deze apparatuur is ontworpen
voor installaties die vallen onder de National Electric Code (NFPA-70, 1999) en de bepalingen ter
bescherming van elektronische computerapparatuur en gegevensverwerkende apparatuur (NFPA-75,
1992). Raadpleeg het productlabel of de gebruikershandleiding die bij de optie wordt geleverd voor
meer informatie over het stroomverbruik van de opties.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u de spanningsgroep die stroom voor het rack
levert niet overbelast. Zo beperkt u het risico op persoonlijk letsel, brand en schade aan
de apparatuur. Neem contact op met het elektriciteitsbedrijf voor informatie over
bedradings- en installatievereisten.
VOORZICHTIG: Bescherm de server tegen schommelingen in de spanning en tijdelijke
stroomstoringen door middel van een UPS (Uninterruptible Power Supply). Dit apparaat
beschermt de hardware tegen schade als gevolg van stroompieken en spanningspieken
en zorgt dat het systeem blijft werken tijdens een stroomstoring.
zijn.
Als u meer dan één server installeert, kan het nodig zijn om extra stroomverdelingsapparatuur te
gebruiken, zodat alle apparaten op een veilige manier van voeding worden voorzien. Houdt
u aan de volgende richtlijnen:
• De belasting moet evenredig worden verdeeld over de beschikbare spanningsgroepen.
• Het verbruik van het gehele systeem mag niet hoger zijn dan 80 procent van de capaciteit
van de spanningsgroep.
• Gebruik geen normale stekkerdozen bij deze apparatuur.
• De server moet zijn aangesloten op een afzonderlijke spanningsgroep.
Instellingen uitvoeren 9
Vereisten voor elektrische aarding
De server moet goed geaard zijn om een optimale werking en veiligheid te garanderen. In de Verenigde
Staten moet u deze apparatuur installeren in overeenstemming met artikel 250 van de National Electric
Code (NFPA 70, 1999) en met de plaatselijke voorschriften. In Canada moet de apparatuur worden
geïnstalleerd in overeenstemming met de Canadian Electrical Code van de Canadian Standards
Association (CSA C22.1). De installatie moet voldoen aan de plaatselijke of landelijke voorschriften
voor elektrische apparatuur, zoals de International Electrotechnical Commission (IEC) 364, artikel 1 tot
en met 7. Alle stroomverdelingselementen in de installatie, zoals bedrading, contactdozen, enzovoort,
moeten goedgekeurd en geaard zijn.
Gezien de hoge aardlekstroom bij aansluiting van meerdere servers op dezelfde voedingsbron,
wordt u aangeraden een stroomverdelingsapparaat (PDU, Power Distribution Unit) te gebruiken dat is
verbonden met de aardlekschakelaar van het gebouw of dat is voorzien van een niet-afneembaar snoer
dat is aangesloten op een aardlekstekker. NEMA-stekkers en stekkers die voldoen aan de standaard
IEC 60309, zijn geschikt voor dit doel. U wordt aangeraden geen stekkerdozen te gebruiken bij
deze apparatuur.
Rackwaarschuwingen
WAARSCHUWING: Neem de volgende instructies in acht om het risico op persoonlijk letsel
of beschadiging van de apparatuur te beperken. Zorg dat:
• De stelvoetjes van het rack staan op de grond.
• Het volledige gewicht van het rack rust op deze stelvoetjes.
• De stabilisatiesteunen moeten aan het rack zijn bevestigd (bij opstellingen
bestaande uit één rack).
• De racks moeten aan elkaar zijn gekoppeld (bij opstellingen bestaande uit
meerdere racks).
• Er mag slechts één onderdeel tegelijk zijn uitgeschoven. Een rack kan instabiel worden
als er meer dan één onderdeel tegelijk wordt uitgeschoven.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur
door ervoor te zorgen dat bij het uitladen van een rack:
• Het rack wordt door minimaal twee mensen uitgeladen. Een leeg 42U-rack kan wel
115 kilo wegen, kan meer dan 2,1 m hoog zijn en kan instabiel worden als het op
de zwenkwieltjes wordt verplaatst.
• U staat nooit voor het rack als u het van de pallet rolt. Pak het rack altijd aan de
zijkanten vast.
Optionele hardware installeren
Installeer de hardwareopties voordat u de server initialiseert. Raadpleeg de documentatie bij de optionele
hardware voor informatie over de installatie van de hardware. Serverspecifieke informatie vindt u in
“Hardwareopties installeren” (zie pagina12).
Instellingen uitvoeren 10
Server in rack installeren
Raadpleeg de installatie-instructies die bij de rack-kit worden geleverd voor meer informatie over
het installeren van de server in het rack.
De server opstarten en configureren
Druk op de aan/standby-knop om de server in te schakelen.
Raadpleeg het installatieblad voor meer informatie over de configuratie van de server.
Besturingssysteem installeren
Voor een goede werking van de server moet een besturingssysteem worden gebruikt dat door de server
wordt ondersteund. De meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen vindt u op de
.
HP-website (http://www.hp.com/go/supportos)
Plaats de besturingssysteem-cd in het optionele optische station en start de server opnieuw op als u een
besturingssysteem op de server wilt installeren. Wellicht moet u extra stuurprogramma’s installeren van de
ondersteunings-cd die bij de server of optie is geleverd. Voor stuurprogramma’s die vanaf diskette moeten
worden geïnstalleerd, is een optioneel USB-diskettestation nodig. Voor deze stuurprogramma’s vindt u
mogelijk updates op de HP-website (http://www.hp.com/support
Volg de instructies op het scherm om de installatie te starten.
Server registreren
Raadpleeg de registratiewebsite van HP (http://register.hp.com) als u de server wilt registreren.
Als er meer dan één optie wordt geïnstalleerd, leest u de installatie-instructies voor alle hardwareopties en
zoekt u vergelijkbare stappen in de diverse procedures om het installatieproces vlot te laten verlopen.
Voor meer informatie over door HP ondersteunde opties kunt u de specificaties raadplegen op de website
van HP (http://www.hp.com/servers/proliant
WAARSCHUWING: Laat de schijfeenheden en interne systeemonderdelen afkoelen voordat
u deze aanraakt, om het risico van brandwonden te beperken.
VOORZICHTIG: Zorg voor een goede aarding van de server voordat u met een
installatieprocedure begint. Zo beperkt u het risico van schade aan elektrische onderdelen.
Een onjuiste aarding kan elektrostatische ontlading veroorzaken.
VOORZICHTIG: Voordat u optionele apparatuur installeert, schakelt u de server uit om
schade aan de server en aan de apparatuur te voorkomen (zie “De server uitschakelen”
op pagina 5).
Optionele processor
Raadpleeg de installatie-instructies die bij de processorkit worden geleverd voor specifieke instructies
voor installatie in een gegeven server.
VOORZICHTIG: Gebruik geen combinaties van processoren van verschillende typen en
snelheden. Hiermee voorkomt u storingen in de server en schade aan de apparatuur.
).
Optionele optische stations
Raadpleeg het installatieblad dat bij het optionele serverpakket is geleverd voor specifieke instructies
voor het installeren van optische stations in de server.
Hardwareopties installeren 12
Optioneel geheugen
Raadpleeg het installatieblad dat bij de server is geleverd voor specifieke installatie-instructies voor
het installeren van optioneel geheugen.
Optioneel PCI I/O-apparaat
Raadpleeg voor serverspecifieke installatie-instructies voor PCI I/O-apparaten de installatie-instructies
bij het optiepakket van het PCI I/O-apparaat.
Vaste-schijfopties
Raadpleeg het installatieblad dat bij de server is geleverd voor specifieke installatie-instructies voor
het installeren van vaste schijven in een gegeven server.
Vaste-schijfbackplaneopties
Raadpleeg het installatieblad dat bij de vaste-schijfbackplane is geleverd voor specifieke instructies
voor de installatie van uitbreidingskaarten in de server.
Voedingseenheidopties
Raadpleeg het installatieblad dat bij de voedingseenheid is geleverd voor specifieke instructies voor
de installatie van uitbreidingskaarten in de server.
Met flash-ROM kunt u de firmware (BIOS) bijwerken met ROMPaq-hulpprogramma’s voor systeem-ROM of
optie-ROM. Voor het upgraden van het BIOS plaatst u een ROMPaq-diskette in de diskettestations en start
u het systeem op.
Het systeem wordt nu gecontroleerd door ROMPaq, waarna u kunt kiezen uit de beschikbare
ROM-versies, indien er meerdere versies zijn. Deze procedure geldt voor zowel het systeem-ROM
als voor het optie-ROM.
Meer informatie over het hulpprogramma ROMPaq vindt u op de website van HP
.
).
(http://www.hp.com/servers/manage)
Het ROM flashen met ROMPaq:
1. Download de systeemdiskette met het hulpprogramma ROMPaq voor iedere doelserver of optie
waarvoor een ROM -flash is gepland. ROMPaq-downloads vindt u op de HP-website
(http://www.hp.com/support
2. Schakel alle servers uit waarvan u de systeem- of optie-ROM-afbeeldingen wilt bijwerken en start
het systeem opnieuw met gebruik van de juiste ROMPaq-diskette voor die server.
3. Volg de interactieve sessie in het ROMPaq-hulpprogramma, zodat u de apparaten kunt selecteren
waarvoor u de flash wilt uitvoeren.
4. Nadat het ROMPaq-hulpprogramma de flash heeft uitgevoerd voor de geselecteerde apparaten,
schakelt u de stroom handmatig weer in om het systeem weer op te starten in het besturingssysteem.
Lights-Out 100i beheer op afstand
De server ondersteunt Lights-Out 100i beheer op afstand. Raadpleeg voor meer informatie de
serverspecifieke informatie op de website van HP (http://www.hp.com/servers/proliant
HP Insight Diagnostics
).
Met het hulpprogramma HP Insight Diagnostics kunt u informatie over de hardware van de server
weergeven en de werking van het systeem testen. Het programma kent een online Help-systeem en
is te vinden op de cd Insight Diagnostics CD en de website van HP (http://www.hp.com/support
Software en configuratieprogramma’s 14
).
Stuurprogramma’s
HP-stuurprogramma’s en -hulpprogramma’s staan op de ondersteunings-cd. De meest recente
stuurprogramma’s en informatie over ondersteunende besturingssystemen vindt u op de HP-website
(http://www.hp.com/support
BELANGRIJK: Voer altijd een back-up uit voordat u stuurprogramma’s installeert of bijwerkt.
).
Firmware bijwerken
Gebruik het ROMPaq-hulpprogramma (zie pagina 14) om de serverfirmware (BIOS of BMC) te updaten.
Software en configuratieprogramma’s 15
Problemen oplossen
In dit gedeelte
Oplossing van veelvoorkomende problemen ............................................................................................. 16
Softwareprogramma’s en oplossingen ...................................................................................................... 54
Oplossing van veelvoorkomende problemen
Losse kabels (op pagina 16)
Serviceberichten (op pagina 16)
Losse kabels
Actie:
• Controleer of alle netsnoeren goed zijn aangesloten.
• Controleer of alle kabels van alle externe en interne onderdelen goed zijn uitgelijnd en aangesloten.
• Verwijder alle gegevens- en voedingskabels en controleer of ze beschadigd zijn. Controleer de
kabels op verbogen pinnen of beschadigde stekkers.
• Controleer of alle snoeren en kabels die zijn aangesloten op de server op de juiste manier
via de vaste kabelgoot worden geleid (indien aanwezig).
• Controleer of elk apparaat goed op zijn plaats zit.
• Controleer of eventuele apparatuurvergrendelingen volledig zijn gesloten en vergrendeld.
• Controleer aan de hand van eventuele vergrendelings- of aansluitlampjes of elk onderdeel
goed is aangesloten.
• Verwijder elk apparaat en installeer het opnieuw als de problemen zich blijven voordoen.
Controleer connectoren, stekkers en voetjes op gebogen pinnen of andere schade.
Serviceberichten
Op de HP-website (http://www.hp.com/products/servers/platforms) vindt u informatie over de meest
recente serviceberichten. Selecteer het juiste servermodel en klik op de koppeling Documentation
(Documentatie) op de productpagina.
Problemen oplossen 16
Probleemdiagnose
In dit gedeelte worden de stappen beschreven die u kunt nemen om snel een diagnose te stellen
bij een probleem.
Voor een effectieve probleemoplossing raadt HP u aan met het eerste stroomdiagram in dit gedeelte
te beginnen (zie “Stroomdiagram Start van diagnose” op pagina 21) en het juiste diagnosepad te
volgen. Als de andere stroomdiagrammen geen oplossing bieden, volgt u de diagnosestappen in
“Stroomdiagram Algemene diagnose” (zie pagina 22). Dit stroomdiagram geeft algemene informatie
over het oplossen van problemen en kan worden gebruikt als het probleem geen specifiek serverprobleem
is of als het niet makkelijk in een van de andere stroomdiagrammen valt onder te brengen.
BELANGRIJK: In deze handleiding vindt u informatie over meerdere servers. Sommige
informatie is wellicht niet van toepassing op uw server. Raadpleeg de serverdocumentatie voor
informatie over procedures, hardwareopties, hulpprogramma’s en besturingssystemen die door
de server worden ondersteund.
WAARSCHUWING: Lees in de serverdocumentatie ALTIJD alle informatie bij Waarschuwing
en Voorzichtig voordat u systeemonderdelen verwijdert, vervangt, terugplaatst of aanpast.
Zo voorkomt u mogelijke problemen.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees de veiligheidsinformatie in de volgende gedeelten goed door voordat u serverproblemen oplost.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees voordat u onderhoud aan dit product pleegt, eerst het document Belangrijke veiligheidsinformatie
Symbolen op apparatuur
dat u bij de server hebt ontvangen.
De volgende symbolen kunt u aantreffen op gedeelten van de apparatuur die mogelijk gevaar opleveren.
Dit symbool duidt op de aanwezigheid van gevaarlijke stroomcircuits of de
kans op een elektrische schok. Laat alle onderhoud aan een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus over.
WAARSCHUWING: Open deze gedeelten niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken. Laat onderhoud, upgrades en reparaties alleen
door bevoegd onderhoudspersoneel uitvoeren.
Dit symbool duidt op het risico van elektrische schokken. Dit gedeelte kan niet door de
gebruiker worden onderhouden. Open het gedeelte onder geen enkele voorwaarde.
WAARSCHUWING: Open deze gedeelten niet, om het risico van letsel door
elektrische schokken te beperken.
Problemen oplossen 17
11,33 -26,30 kg
25 -58 lb
Elke RJ-45-connector met dit symbool geeft een netwerkaansluiting aan.
WAARSCHUWING: Steek geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in deze
aansluiting, om het risico van letsel door elektrische schokken of brand of het risico
van schade aan apparatuur te beperken.
Dit symbool geeft een heet oppervlak of een heet onderdeel aan. Als een dergelijk
oppervlak wordt aangeraakt, bestaat de kans op lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING: Laat het oppervlak afkoelen voordat u het aanraakt, om het
risico van brandwonden te voorkomen.
Dit symbool geeft aan dat het onderdeel te zwaar is om door één persoon te worden
getild.
WAARSCHUWING: Volg de lokale richtlijnen en voorschriften voor veiligheid op
de werkvloer op, om het risico van persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur
te beperken.
Netvoedingseenheden of systemen met deze symbolen hebben
meerdere voedingsbronnen.
WAARSCHUWING: Koppel alle netsnoeren van het systeem los om de voeding
geheel uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van letsel door elektrische schokken.
Waarschuwingen
WAARSCHUWING: Reparaties aan dit apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door
technici die zijn getraind door HP. Alle procedures voor reparaties en het oplossen van
problemen bevatten voldoende gegevens voor reparaties van subonderdelen en modules.
Gezien de complexiteit van de afzonderlijke kaarten en subonderdelen mag niet worden
geprobeerd reparaties uit te voeren aan onderdelen of wijzigingen aan te brengen op een
printplaat. Ondeskundige reparaties kunnen leiden tot gevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING: Neem de volgende instructies in acht om het risico op persoonlijk
letsel of beschadiging van de apparatuur te beperken. Zorg dat:
• De stelvoetjes moeten allemaal op de grond staan.
• Het volle gewicht van het rack moet op de stelvoetjes rusten.
• De stabilisatiesteunen moeten aan het rack zijn bevestigd (bij opstellingen
bestaande uit één rack).
• De racks moeten aan elkaar zijn gekoppeld (bij opstellingen bestaande uit
meerdere racks).
• Er mag slechts één onderdeel tegelijk zijn uitgeschoven. Een rack kan instabiel worden
als er meer dan één onderdeel tegelijk wordt uitgeschoven.
Problemen oplossen 18
WAARSCHUWING: Neem de volgende richtlijnen in acht om elektrische schokken en
beschadiging van de apparatuur te voorkomen:
• Gebruik altijd een geaarde voedingskabelstekker. De geaarde stekker is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
• Steek de voedingskabel in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te bereiken is.
• Haal de voedingskabel uit het stopcontact als u de voeding naar de apparatuur
wilt uitschakelen.
• Zorg dat u de voedingskabel zodanig leidt dat niemand erop kan stappen en deze niet
klem komt te zitten tussen andere items. Let met name op de stekker, het stopcontact en
het punt waar het snoer uit de server komt.
11,33 -26,30 kg
25 -58 lb
WAARSCHUWING:Houd u zich aan de volgende richtlijnen om het risico op
lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur te beperken:
• Houd u aan de lokale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en richtlijnen
voor het hanteren van materialen.
• Zorg ervoor dat u het chassis niet alleen optilt en in evenwicht houdt wanneer
u het apparaat installeert of verwijdert.
• De server is niet stabiel wanneer deze niet aan de rails is bevestigd.
• Verwijder de voedingseenheden en andere verwijderbare modules om het totale
VOORZICHTIG: Zorg voor voldoende ventilatie rondom het systeem. Laat voor en achter de
gewicht van de server te verlagen wanneer u deze in een rack plaatst.
server ten minste 7,6 cm ruimte vrij.
VOORZICHTIG: De server is ontworpen voor geaarde stroomvoorziening. Het apparaat
kan alleen naar behoren functioneren als u het netsnoer aansluit op een correct geaard
stopcontact.
Voorbereidingen voor diagnose
1. Controleer of de bedrijfsomgeving van de server aan alle eisen voldoet qua voeding,
airconditioning en luchtvochtigheid. Raadpleeg de documentatie bij de server voor de
omgevingsvereisten.
2. Noteer eventuele foutberichten die op het scherm verschijnen.
3. Verwijder alle diskettes en cd’s uit de stations.
4. Schakel de server en de randapparatuur uit als u offline een diagnose gaat stellen. Sluit
de server zo mogelijk altijd op de juiste wijze af. Dit betekent dat u:
a. Alle applicaties afsluit.
b. Het besturingssysteem afsluit.
c. De server uitschakelen (zie pagina 5).
5. Ontkoppel alle randapparatuur die voor de test niet nodig is (alle apparaten die niet nodig zijn
om de server op te starten). Laat de printer aangesloten als u foutberichten wilt afdrukken.
Problemen oplossen 19
6. Zorg ervoor dat u alle materialen bij de hand hebt die u nodig hebt om het probleem op te lossen,
zoals hulpprogramma’s, een torxschroevendraaier, loopbackadapters en een polsbandje tegen
elektrostatische ontlading.
Houd de serverdocumentatie bij de hand voor serverspecifieke informatie.
Informatie over symptomen
Verzamel de volgende informatie voordat u een serverprobleem gaat oplossen:
• Welke gebeurtenissen zijn aan de storing voorafgegaan? Na welke stappen doet het
probleem zich voor?
• Wat is er veranderd sinds het moment waarop de server het nog deed?
• Hebt u onlangs hardware of software toegevoegd of verwijderd? En hebt u in dat geval waar
nodig de bijbehorende serverinstellingen gewijzigd?
• Hoe lang vertoont de server al symptomen van het probleem?
• Als het probleem op willekeurige momenten optreedt, wat is dan de duur of frequentie ervan?
Voor het antwoord op deze vragen is de volgende informatie wellicht van belang:
• Start ”HP Insight Diagnostics” (zie pagina 14), ga naar de overzichtspagina en bekijk de
huidige configuratie of vergelijk deze met vorige configuraties.
• Raadpleeg de informatie die u over hardware en software hebt genoteerd.
• Raadpleeg de lampjes op de server en de status ervan.
Diagnosestappen
Voor een effectieve probleemoplossing raadt HP u aan met het eerste stroomdiagram in dit gedeelte
te beginnen (zie “Stroomdiagram Start van diagnose” op pagina 21) en het juiste diagnosepad te
volgen. Als de andere stroomdiagrammen geen oplossing bieden, volgt u de diagnosestappen in
“Stroomdiagram Algemene diagnose” (zie pagina 22). Dit stroomdiagram geeft algemene informatie
over het oplossen van problemen en kan worden gebruikt als het probleem geen specifiek serverprobleem
is of als het niet makkelijk in een van de andere stroomdiagrammen valt onder te brengen.
U kunt de volgende stroomdiagrammen gebruiken:
• Stroomdiagram start van diagnose (zie pagina 21)
• Stroomdiagram Algemene diagnose (zie pagina 22)
• Stroomdiagram Opstartproblemen (zie pagina 23)
• Stroomdiagram POST-problemen (zie pagina 25)
• Stroomdiagram Opstartproblemen van het besturingssysteem (zie pagina 27)
• Stroomdiagram Indicaties voor serverstoringen (zie pagina 29)
In het stroomdiagram ziet u nummers tussen haakjes. Deze nummers komen overeen met de nummers
in de tabel met verwijzingen naar andere gedetailleerde documenten of instructies voor het oplossen
van het probleem.
Problemen oplossen 20
Stroomdiagram start van diagnose
Gebruik het volgende stroomdiagram en de tabel om de diagnoseprocedure te starten.
Item Zie
1 ”Stroomdiagram Algemene diagnose” (zie pagina 22)
2 “Stroomdiagram Opstartproblemen” (zie pagina 23)
3 ”Stroomdiagram POST-problemen” (zie pagina 25)
4 ”Stroomdiagram Opstartproblemen van het besturingssysteem”
(zie pagina 27)
5 ”Stroomdiagram Indicaties voor serverstoringen” (zie pagina 29)
Problemen oplossen 21
Stroomdiagram Algemene diagnose
Het stroomdiagram Algemene diagnose geeft algemene informatie over het oplossen van problemen.
Gebruik dit stroomdiagram als u niet zeker weet wat het probleem is of als de andere stroomdiagrammen
u niet helpen.
Item Zie
1 ”Informatie over symptomen (zie pagina 20)”
2 “Losse kabels (zie pagina 16)”
3
4 De meest recente versie van een specifieke server of van optionele firmware
• Server Maintenance and Service Guide (serveronderhoud- en servicegids)
op de ondersteunings-cd of op de HP-website
(http://www.hp.com/products/servers/platforms
• “Hardwareproblemen (zie pagina 30)”
• Server Maintenance and Service Guide (serveronderhoud- en servicegids)
op de ondersteunings-cd of op de HP-website
(http://www.hp.com/products/servers/platforms
• Server Maintenance and Service Guide (serveronderhoud- en servicegids)
op de ondersteunings-cd of op de HP-website
(http://www.hp.com/products/servers/platforms
• “Hardwareproblemen (zie pagina 30)”
• “Benodigde servergegevens (zie pagina 49)”
• “Benodigde gegevens over het besturingssysteem (zie pagina 50)”
)
)
)
Problemen oplossen 22
Stroomdiagram Opstartproblemen
Symptomen:
• De server kan niet worden ingeschakeld.
• Het systeemvoedingslampje is uit of oranje.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie bij de server voor de locatie van de serverlampjes
en informatie over hun betekenis.
Problemen oplossen 23
Mogelijke oorzaken:
• Niet goed geplaatste of defecte voedingseenheid
• Niet goed aangesloten of defect netsnoer
• Probleem met de voedingsbron
• Probleem met het opstartcircuit
• Niet goed geplaatst onderdeel of vergrendelingsprobleem
• Defect intern onderdeel
Item Zie
1 Server Maintenance and Service Guide (serveronderhoud- en
servicegids) op de ondersteunings-cd of op de HP-website
(http://www.hp.com/products/servers/platforms
2 ”Stroomdiagram Algemene diagnose (zie pagina 22)”
3 “Losse kabels (zie pagina 16)”
4 ”Problemen met de voedingsbron (zie pagina 31)”
5
• “Problemen met de voedingseenheid (zie pagina 31)”
• Server Maintenance and Service Guide (serveronderhoud- en
servicegids) op de ondersteunings-cd of op de HP-website
(http://www.hp.com/products/servers/platforms
6 “Onderbrekingen en kortsluiting in het systeem (zie pagina 42)”
)
)
Problemen oplossen 24
Loading...
+ 54 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.