van Microsoft Corporation.
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en diensten van HP staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in
deze publicatie kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Artikelnummer: 610534-331
Gebruikershandleidingen
HP doet er alles aan om de effecten van onze producten op het milieu te beperken.
In het kader hiervan bieden we gebruikershandleidingen en informatiecentra in Help en
ondersteuning op de vaste schijf van uw computer. Aanvullende ondersteuning en updates
van de gebruikershandleidingen zijn beschikbaar op internet.
Windows-gebruikers
Zoekt u meer gebruikershandleidingen? Deze vindt u op de computer. Klik op:
Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen
Linux-gebruikers
Zoekt u meer gebruikershandleidingen? Deze vindt u op de schijf User Guides
(Gebruikershandleidingen) die bij de computer is geleverd.
Subscription Services voor de zakelijke notebookcomputer
Werk dit product regelmatig bij met de nieuwste stuurprogramma’s, patches
en meldingen. Meld u nu aan bij
waarschuwingsmeldingen per e-mail te ontvangen.
www.hp.com/go/alerts om
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA)
ALS U DE VOORAF OP DE COMPUTER GEÏNSTALLEERDE SOFTWARE
INSTALLEERT, KOPIEERT, DOWNLOADT OF OP ENIGE ANDERE WIJZE
GEBRUIKT, STEMT U ERMEE IN TE ZIJN GEBONDEN AAN DE VOORWAARDEN
VAN DE EULA VAN HP. ALS U DEZE LICENTIEVOORWAARDEN NIET
ACCEPTEERT, IS DE ENIGE OPLOSSING HET GEHELE, ONGEBRUIKTE PRODUCT
(HARDWARE EN SOFTWARE) BINNEN 14 DAGEN TE RETOURNEREN
VOOR RESTITUTIE CONFORM HET RESTITUTIEBELEID VAN HET
VERKOOPPUNT. Neem voor meer informatie of het aanvragen van een volledige restitutie
van de pc contact op met het plaatselijke verkooppunt (de verkoper).
Contact opnemen met de klantenondersteuning
Als u het probleem niet kunt oplossen aan de hand van de informatie in de
gebruikershandleiding of het Informatiecentrum, neemt u contact op met de
klantenondersteuning van HP op:
www.hp.com/go/contactHP
Hier kunt u het volgende doen:
■Online chatten met een technicus van HP.
Wanneer technische ondersteuning niet beschikbaar is in een bepaalde taal,
✎
is deze beschikbaar in het Engels.
■Een e-mail sturen naar de klantenondersteuning van HP.
■De wereldwijde telefoonnummers van de klantenondersteuning van HP zoeken.
■Een servicecentrum van HP zoeken.
Informatie over het serienummerlabel
Het serienummerlabel bevindt zich aan de onderkant van de computer en biedt belangrijke
informatie die u nodig kunt hebben wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
U vindt de meegeleverde beperkte garantie van HP die van toepassing is op uw product,
in het menu Start op de pc en/of op de cd/dvd die bij het product is geleverd. In sommige
landen/regio’s wordt mogelijk een gedrukte versie van de beperkte garantie van HP bij het
product geleverd. Wanneer in uw land/regio de garantie niet in gedrukte vorm wordt
meegeleverd, kunt u een gedrukte versie aanvragen op www.hp.com/go/orderdocuments
of een schriftelijk verzoek sturen naar:
Noord-Amerika:
Hewlett Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd, Boise, ID 83714, Verenigde Staten
Europa, Midden-Oosten en Afrika:
Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië
Azië en de Stille Oceaan:
Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507
Vermeld het productnummer, de garantieperiode (die u vindt op het serienummerlabel),
uw naam en uw postcode.
Nadat u de computer heeft geïnstalleerd en geregistreerd, moet u een aantal stappen
uitvoeren voordat u kunt gaan werken met de computer, zoals het instellen van de bekabelde
en draadloze netwerkvoorzieningen. Ook vindt u hier handige informatie die u helpt bij
het beschermen en onderhouden van de computer. Lees eerst dit hoofdstuk volledig door.
Het biedt informatie over wat u moet doen en waar u aanvullende informatie vindt.
Lees vervolgens de specifieke hoofdstukken voor aanvullende informatie.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning voor hulp bij het herkennen
van specifieke onderdelen van de computer. Klik op Start, Help en ondersteuning en
vervolgens op Gebruikershandleidingen.
Inleiding in HP QuickWeb (alleen bepaalde modellen)
Nadat u de computer heeft geïnstalleerd, kunt u HP QuickWeb activeren. HP QuickWeb
biedt rechtstreeks toegang tot muziek, digitale foto’s en internet zonder dat u het
besturingssysteem Microsoft® Windows® hoeft op te starten. Raadpleeg hoofdstuk 3,
“HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)” voor meer informatie.
Herstelschijven maken
Een van de eerste en belangrijkste stappen die u uitvoert nadat u de computer voor het eerst
heeft geïnstalleerd, is het maken van een set herstelschijven van de volledige fabrieksimage.
Met de herstelschijven kunt u de fabrieksinstellingen van het besturingssysteem en
de software herstellen wanneer het systeem instabiel is geworden of niet meer werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 7, ’Back-up en herstel (alleen Windows)’, voor instructies.
Verbinding maken met internet
Nadat u herstelschijven heeft gemaakt, configureert u het bekabelde of draadloze netwerk
zodanig dat u verbinding met internet kunt maken en e-mail kunt verzenden en ontvangen.
Raadpleeg hoofdstuk 5, ’Netwerk’, voor meer informatie.
Antivirussoftware bijwerken
Werk de antivirussoftware bij nadat u verbinding heeft gemaakt met internet. De software
is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Met antivirussoftware kunt u de computer beschermen tegen schade door virussen.
Raadpleeg hoofdstuk 4, ’Computer beveiligen’, voor meer informatie.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer1
Hoofdstuk 1: Hoe nu verder?
Vertrouwd raken met de computer
Wanneer u de voorgaande stappen heeft uitgevoerd, verkent u de voorzieningen op
de computer en stelt u eventuele aanvullende onderdelen in, zoals optionele externe
audioapparaten.
Neem ook de gebruikershandleidingen in Help en ondersteuning door. Hierin vindt
u uitgebreide informatie over het gebruik van de computer. Raadpleeg hoofdstuk 2,
“Informatie zoeken”, voor meer informatie over het openen van de gebruikershandleidingen.
Hieronder vindt u een overzicht van de entertainmentvoorzieningen op de computer,
met vermelding van aanvullende informatiebronnen.
■Multimediasoftware: de computer bevat vooraf geïnstalleerde multimediasoftware,
waaronder HP MediaSmart, waarmee u de computer verandert in een mobiel
entertainmentcenter. Raadpleeg hoofdstuk 6, “Software gebruiken”, voor meer
informatie.
■Audio: de computer is voorzien van geïntegreerde luidsprekers. Raadpleeg
de Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning voor meer informatie over het
gebruik van de geïntegreerde luidsprekers en het instellen van optionele externe
audioapparatuur.
■Video: U kunt een optioneel weergaveapparaat of een HDMI-apparaat (High Definition
Multimedia Interface) aansluiten op de computer. U kunt ook de optischeschijfeenheid
(alleen bepaalde modellen) gebruiken om een high-definition film te bekijken.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning voor meer informatie
over de videovoorzieningen.
Op bepaalde modellen kunt u films alleen met MediaSmart software bekijken.
✎
■Webcam: Dankzij de aanpasbare camera met technologie voor het maken
van afbeeldingen bij weinig licht en de geïntegreerde microfoons is de webcam
een perfecte aanvulling op uw programma voor expresberichten. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning voor meer informatie over de webcam.
2Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 2: Informatie zoeken
Elektronische handleidingen opzoeken
Voor meer informatie over de onderdelen en voorzieningen van de computer,
zoals energiebeheer, schijfeenheden, geheugen, beveiliging en andere voorzieningen,
klikt u op Start, Help en ondersteuning en vervolgens op Gebruikershandleidingen.
U heeft geen verbinding met internet nodig voor toegang tot de gebruikershandleidingen
in Help en ondersteuning.
Help en ondersteuning
Voor sommige modellen worden de gebruikershandleidingen ook meegeleverd
✎
op de schijf User Guides (Gebruikershandleidingen).
Belangrijke informatie over de notebookcomputer3
Gebruikershandleidingen
Hoofdstuk 2: Informatie zoeken
Meer informatie
Naast de gebruikershandleidingen vindt u in Help en ondersteuning ook informatie over
het besturingssysteem, stuurprogramma’s, hulpmiddelen bij het oplossen van problemen
en het verkrijgen van technische ondersteuning. Om Help en ondersteuning te openen,
klikt u op Start en daarna op Help en ondersteuning. Ga voor specifieke ondersteuning
voor landen/regio’s naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio en volg de
instructies op het scherm.
WAARSCHUWING! Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico
Å
van ernstig letsel te beperken. In de handleiding worden de juiste inrichting van de
werkplek en goede gewoonten met betrekking tot houding, gezondheid en manier
van werken voor computergebruikers beschreven. De Handleiding voor veiligheid
en comfort bevat ook belangrijke informatie over elektrische en mechanische veiligheid.
U opent dit document door te klikken op Start, Help en ondersteuning, en vervolgens
op Gebruikershandleidingen. U kunt ook de schijf User Guides (Gebruikershandleidingen)
raadplegen die bij sommige modellen wordt geleverd. De Handleiding voor veiligheid
en comfort is ook beschikbaar op internet, op http://www.hp.com/ergo.
Raadpleeg de Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie
over voorschriften en veiligheid en voor informatie over het afvoeren van accu’s. U opent
deze kennisgevingen door te klikken op Start, Help en ondersteuning en vervolgens op
Gebruikershandleidingen. U kunt ook de schijf User Guides (Gebruikershandleidingen)
raadplegen die bij sommige modellen wordt geleverd.
4Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken
(alleen bepaalde modellen)
HP QuickWeb is een optionele, direct toegankelijke omgeving die losstaat van het
besturingssysteem Windows. Met HP QuickWeb opent u snel een webbrowser en andere
communicatie- en multimediaprogramma’s zonder Windows te hoeven opstarten. Binnen
enkele seconden nadat u op de aan/uit-knop drukt, is QuickWeb klaar voor gebruik.
QuickWeb biedt de volgende functies:
■Webbrowser: zoeken en surfen op internet en koppelingen naar uw favoriete
websites maken.
■Chat: chatten met vrienden in diverse expresberichtenprogramma’s, zoals Google Talk,
Windows Live Messenger, Yahoo! Messenger, etc.
■Skype: Skype is een VoIP-programma (Voice Over Internet Protocol) waarmee
u kosteloos kunt communiceren met andere Skype-gebruikers. Met Skype kunt
u een telefonische vergadering of een videochat houden en bellen naar vaste
nummers (ook in het buitenland).
■Webmail: e-mail bekijken en verzenden met Yahoo, Gmail en andere aanbieders
van webmail.
■Webagenda: uw planning weergeven, bewerken en indelen met uw favoriete online
agendaprogramma.
■Muziekspeler: naar uw favoriete muziek luisteren en afspeellijsten maken.
■Fotoviewer: door foto’s bladeren, albums maken en diavoorstellingen bekijken.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer5
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
HP QuickWeb voor het eerst instellen
De eerste keer dat u de computer opstart nadat de installatie van Windows is voltooid,
worden de installatievensters voor QuickWeb weergegeven. Volg de instructies op het
scherm om QuickWeb te activeren. Klik op een pictogram in het beginscherm van
QuickWeb om een programma te starten.
Het beginscherm van QuickWeb ziet er mogelijk iets anders uit dan de afbeelding
✎
in dit gedeelte.
In de volgende gedeeltes wordt ervan uitgegaan dat u de installatie van HP QuickWeb
✎
heeft voltooid en HP QuickWeb heeft ingeschakeld. Raadpleeg de helpfunctie van de
software voor meer informatie over HP QuickWeb.
HP QuickWeb gebruiken
Met HP QuickWeb opent u in een oogwenk een webbrowser en andere communicatie- en
multimediaprogramma’s zonder Windows te hoeven opstarten. U start QuickWeb als volgt
wanneer de computer is uitgeschakeld:
1. Zet de computer aan. Het beginscherm van HP QuickWeb verschijnt.
2. Klik op een pictogram in het beginscherm van QuickWeb om een programma te starten.
Als QuickWeb is geactiveerd, wordt dit altijd gestart wanneer u de computer aanzet.
✎
Het programma geeft dan een automatische teller weer boven het pictogram Windows
starten. Als u niet binnen 15 seconden de muis beweegt of op een toets drukt, wordt
Microsoft Windows gestart. Raadpleeg de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer
informatie over de QuickWeb-teller en het wijzigen hiervan.
6Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Microsoft Windows starten
Als QuickWeb is geactiveerd, wordt dit altijd gestart wanneer u de computer
✎
aanzet. Raadpleeg de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer informatie
over de QuickWeb-teller en het wijzigen hiervan.
U start Microsoft Windows als volgt:
1. Zet de computer aan. Het beginscherm van HP QuickWeb verschijnt.
2. Beweeg gedurende 15 seconden niet met de muis en druk niet op een toets;
Microsoft Windows wordt automatisch gestart. U kunt ook klikken op het pictogram
Windows starten uiterst links in het beginscherm van QuickWeb. Er verschijnt een
dialoogvenster waarin wordt gevraagd of u zeker weet dat u Windows wilt starten.
Klik op Ja.
Als u in dit dialoogvenster klikt op Windows de standaard inschakeloptie maken,
✎
wordt QuickWeb uitgeschakeld. Raadpleeg het volgende gedeelte, ‘HP QuickWeb
in- en uitschakelen’, om QuickWeb weer in te schakelen.
HP QuickWeb in- en uitschakelen
U schakelt QuickWeb als volgt uit of weer in vanuit het besturingssysteem Windows:
1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma’s en HP QuickWeb.
Klik op HP QuickWeb Configuration Tool.
2. Klik op het tabblad Status en schakel vervolgens het selectievakje Inschakelen
of Uitschakelen in.
3. Klik op OK.
U kunt HP QuickWeb Configuration Tool ook openen door te klikken op Start en
Configuratiescherm en vervolgens op de pijl Weerg ave . Selecteer Grote pictogrammen
of Kleine pictogrammen en zoek HP QuickWeb Configuration Tool.
Bedieningsknoppen van HP QuickWeb
In de volgende tabel worden de bedieningsknoppen van QuickWeb afgebeeld en beschreven.
Pictogram Beschrijving
Hiermee start u het besturingssysteem Windows.
Hiermee schakelt u de computer uit.
Hiermee keert u terug naar het beginscherm (alleen bepaalde modellen).
Belangrijke informatie over de notebookcomputer7
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Pictogrammen op de startbalk
In de volgende tabel worden de pictogrammen van QuickWeb afgebeeld en beschreven.
Pictogram Beschrijving
Hiermee start u de webbrowser. U kunt bladwijzers maken voor
uw favoriete websites en webpagina’s weergeven.
Hiermee start u het chatprogramma. Dit programma is compatibel met
Google Talk, Windows Live Messenger, Yahoo! Messenger en andere
chatprogramma’s.
Hiermee start u Skype. Dit is een VoIP-programma (Voice Over
Internet Protocol) waarmee u kosteloos kunt communiceren met
andere Skype-gebruikers.
Hiermee start u webmail en kunt u webmailprogramma’s zoals Gmail,
Yahoo en programma’s van andere aanbieders van webmail bekijken.
Hiermee start u de webagenda, zodat u uw activiteiten kunt plannen
en beheren met uw favoriete online agendaprogramma.
Hiermee start u de muziekspeler. Met de muziekspeler kunt u muziek
selecteren en afspelen die is opgeslagen op de vaste schijf of op externe
schijfeenheden. De muziekspeler ondersteunt .mp3- en .aac-bestanden
(MPEG-4) en audio-cd’s.
Hiermee start u de fotoviewer. Met de fotoviewer kunt u door foto’s
bladeren die zijn opgeslagen op de vaste schijf of op een externe
schijfeenheid. De fotoviewer ondersteunt .jpg-, .png-, .gif- en
.tiff-bestanden en sommige types .raw-bestanden.
Meldingspictogrammen herkennen
In de volgende tabel worden de meldingspictogrammen afgebeeld en beschreven.
Pictogram Beschrijving
Geeft aan dat een USB-schijfeenheid aanwezig is. Als een
USB-schijfeenheid is geplaatst, verschijnt het venster Bestandsbeheer
met een USB-pictogram. Klik op het USB-pictogram om het venster
Bestandsbeheer te openen. Klik met de rechtermuisknop op het
USB-pictogram om een menu voor veilige verwijdering van het
apparaat te openen.
Geeft aan dat er verbinding is met het netwerk. Klik op het
pictogram Netwerk om het dialoogvenster Netwerk te openen.
(Zie volgende pagina)
8Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Pictogram Beschrijving
Geeft aan dat er geen verbinding is met het netwerk. Klik op het
pictogram Netwerk om het dialoogvenster Netwerk te openen.
Hiermee regelt u het geluidsvolume voor luidsprekers en de microfoon.
Klik op het pictogram Volumeregeling om het dialoogvenster
Volumeregeling te openen.
Geeft aan dat het geluid is uitgeschakeld. Klik op het pictogram om het
geluid weer in te schakelen.
Hiermee opent u het instellingenscherm. In het instellingenscherm kunt
u QuickWeb-instellingen zoals datum en tijd wijzigen.
Geeft aan dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron.
Als de computer is aangesloten op netvoeding, wordt er een pictogram
weergegeven in de vorm van een accu met een netsnoer. Hiermee
regelt u ook de instellingen voor energiebeheer.
Geeft de ladingstatus van de accu aan. Geeft ook aan dat de accu
niet is aangesloten op een netvoedingsbron. Als de computer op
accuvoeding werkt, bestaat het pictogram uit een accu.
■ Als de computer is aangesloten op netvoeding, wordt het
pictogram afgebeeld met een netsnoer.
■ Als de computer op accuvoeding werkt, bestaat het pictogram
alleen uit een accu.
De ladingstatus wordt aangegeven door de kleur van het accupictogram:
■ Groen: opgeladen
■ Geel: laag
■ Rood: kritiek laag
Klik op het accu pictogram om een menu voor energiebeheerinstellingen
weer te geven en om informatie over de accucapaciteit te bekijken.
Hiermee geeft u de helpfunctie van de QuickWeb-software weer.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer9
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Instellingenscherm gebruiken
1. Klik op het pictogram Instellingen nadat u de computer heeft ingeschakeld.
Het selectievenster van het instellingenscherm verschijnt.
2. Klik op het pictogram dat overeenkomt met de systeeminstelling die u wilt wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
❏ Datum en tijd
❏ Invoertaal
❏ Taal en toetsenbord
❏ Netwerk
❏ Omgevingsinstellingen
❏ Scherminstellingen
❏ Volumebeheer
❏ Toepassingen
Raadpleeg de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer informatie over het
✎
wijzigen van instellingen in het instellingenscherm.
Netwerk configureren
Voor HP QuickWeb kunt u een draadloze verbinding instellen met HP QuickWeb
Configuration Tool. U opent dit hulpprogramma door te klikken op het pictogram
Instellingen. Klik vervolgens op Netwerk en schakel het selectievakje WiFi inschakelen in.
Raadpleeg hoofdstuk 5, “Netwerken”, en de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer
informatie over het instellen van een draadloze verbinding met HP QuickWeb en Windows.
Muziek afspelen
U speelt als volgt muziek af:
1. Klik op het pictogram Muziek op de startbalk. De muziekspeler verschijnt.
2. Navigeer links in het venster van de muziekspeler naar de map met muziekbestanden.
Deze map kan op de vaste schijf of op een externe schijfeenheid staan.
3. Klik in de lijst rechts in het venster op een muziekbestand dat u wilt afspelen.
4. Nadat u de gewenste muziek heeft geselecteerd, klikt u op het pictogram Afspelen
rechtsonder in het venster.
10Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Door foto’s bladeren
U geeft als volgt foto’s weer:
1. Klik op het pictogram Foto’s op de startbalk. De fotoviewer verschijnt.
2. Navigeer links in het venster van de fotoviewer naar de map met uw foto’s. Deze map
kan op de vaste schijf of op een externe schijfeenheid staan. Rechts in het venster van
de fotoviewer worden miniaturen van alle foto’s in de geselecteerde map weergegeven.
3. Dubbelklik op de miniatuur van de foto die u wilt bekijken.
De miniaturen van de foto’s worden rechtsonder in de fotoviewer weergegeven.
Boven de miniaturen verschijnt een grotere weergave van de geselecteerde foto.
4. Navigeer door de miniaturen door op de rechter- of linkerpijltoets te drukken of door
te klikken op de volgende miniatuur die u vergroot wilt weergeven.
Expresberichten sturen met Chat
Chat is een expresberichtenprogramma dat compatibel is met Google Talk,
Windows Live Messenger, Yahoo! Messenger en andere chatprogramma’s.
U start als volgt een expresberichtensessie:
1. Klik op het pictogram Chat op de startbalk. Het venster met de contactenlijst en een
configuratieprogramma verschijnen.
2. Klik in het venster met de contactenlijst op Help voor informatie over de manier
waarop u Chat configureert voor uw expresberichtenprotocol en uw account instelt.
U kunt Chat ook configureren om te werken met een bestaande expresberichtenaccount.
Telefoneren via internet met Skype
Skype is een VoIP-programma (Voice Over Internet Protocol) waarmee u kosteloos kunt
communiceren met andere Skype-gebruikers. Ook internationale gesprekken naar vaste
telefoonlijnen zijn mogelijk tegen lagere kosten dan veel telefoonmaatschappijen berekenen.
Een telefonische vergadering of een videochat met Skype starten als u al een
Skype-account heeft ingesteld:
1. Klik op het pictogram Skype op de startbalk. Het venster Sign in to Skype
(Aanmelden bij Skype) verschijnt.
2. Voer uw Skype-naam en -wachtwoord in en klik vervolgens op Sign in (Aanmelden).
3. Volg de instructies op het scherm om te beginnen met uw telefonische vergadering
of videochat.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer11
Hoofdstuk 3: HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Een telefonische vergadering of een videochat met Skype starten als u nog geen
Skype-account heeft ingesteld:
1. Klik op het pictogram Skype op de startbalk. Het venster Sign in to Skype
(Aanmelden bij Skype) verschijnt.
2. Klik op de link Don’t have a Skype Name yet? (Heb je nog geen Skype-naam?).
3. Lees voordat u doorgaat de informatie die wordt verstrekt via de koppelingen onderaan
in het venster Create Account (Account maken) om er zeker van te zijn dat u op de
hoogte bent van de voorwaarden en de mogelijke kosten die het gebruik van Skype
met zich meebrengt.
Raadpleeg de helpfunctie van de software voor meer informatie over het gebruik
✎
van Skype.
12Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 4: Computer beveiligen
Computer beschermen tegen virussen
Als u de computer gebruikt voor e-mail of internettoegang, stelt u het apparaat bloot aan
computervirussen die het besturingssysteem, applicaties of hulpprogramma’s buiten werking
kunnen stellen of de werking ervan kunnen verstoren.
Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd.
In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook
bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen.
Norton Internet Security is vooraf geïnstalleerd op de computer:
■Uw versie van Norton Internet Security biedt gratis updates gedurende 60 dagen.
Het wordt dringend aanbevolen de computer ook na die 60 dagen te beschermen
door een verlenging van de updateservice aan te schaffen.
■Als u Norton Internet Security wilt openen of er meer informatie over wilt weergeven,
klikt u op Start, Alle programma’s en vervolgens op Norton Internet Security.
Systeembestanden beschermen
Het besturingssysteem en de software voor back-up en herstel bieden verschillende
manieren om een back-up van het systeem te maken en het systeem weer optimaal
te laten functioneren. Raadpleeg hoofdstuk 7, ’Back-up en herstel (alleen Windows)’,
voor meer informatie.
Privacy beschermen
Wanneer u de computer gebruikt voor e-mail of voor toegang tot een netwerk of internet,
kunnen onbevoegden informatie verkrijgen over u of de computer.
Neem de volgende richtlijnen in acht als u optimaal wilt profiteren van
de privacybeschermingsvoorzieningen van de computer:
■Zorg ervoor dat het besturingssysteem en de software actueel blijven.
Veel software-updates bevatten verbeterde beveiligingsfuncties.
■Gebruik een firewall. Firewallsoftware controleert inkomend gegevensverkeer op de
computer en blokkeert berichten die niet aan specifieke beveiligingscriteria voldoen.
Sommige firewalls controleren ook uitgaand verkeer.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer13
Hoofdstuk 4: Computer beveiligen
Computer beschermen tegen spanningspieken
Ga als volgt te werk om de computer te beschermen tegen de spanningspieken die worden
veroorzaakt door een haperende stroomvoorziening of door onweer:
■Sluit het netsnoer van de computer aan op optionele overspanningsbeveiliging van hoge
kwaliteit. Overspanningsbeveiligingen zijn verkrijgbaar bij de meeste computer- en
elektronicazaken.
■Laat de computer tijdens onweer werken op accuvoeding of schakel de computer uit
en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
■Indien van toepassing: Zorg voor overspanningsbeveiliging voor de modemkabel
waarmee het modem is aangesloten op een telefoonlijn. Overspanningsbeveiligingen
voor telefoonlijnen zijn in veel landen/regio’s algemeen verkrijgbaar bij computer- en
elektronicazaken.
Computer uitschakelen
Ga als volgt te werk om de computer uit te schakelen:
1. Sla uw werk op en sluit alle programma’s af.
2. Klik op Start en vervolgens op Afsluiten.
Computer veilig gebruiken
WAARSCHUWING! Ga als volgt te werk om het risico van elektrische schokken of schade
Å
aan de apparatuur te beperken:
■ Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is.
■ Onderbreek de stroomtoevoer aan de computer door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te trekken (niet uit de computer).
■ Als bij het product een netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer
aan op een geaard stopcontact. Probeer niet de aarding te omzeilen door bijvoorbeeld
adapters of stekkerdozen zonder aarding te gebruiken. De aarding is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
WAARSCHUWING! Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico
Å
van ernstig letsel te beperken. In de handleiding worden de juiste inrichting van de
werkplek en goede gewoonten met betrekking tot houding, gezondheid en manier
van werken voor computergebruikers beschreven. De Handleiding voor veiligheid en comfort bevat ook belangrijke informatie over elektrische en mechanische veiligheid.
U opent dit document door te klikken op Start, Help en ondersteuning en vervolgens
op Gebruikershandleidingen. U kunt ook de schijf User Guides (Gebruikershandleidingen)
raadplegen die bij sommige modellen wordt geleverd. De Handleiding voor veiligheid
en comfort is ook beschikbaar op internet, op http://www.hp.com/ergo.
14Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 4: Computer beveiligen
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van
Å
oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen
en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer
alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt
geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer
naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed
of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in
contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De temperatuur
van de computer en de netvoedingsadapter blijft binnen de temperatuurlimieten voor
oppervlakken die toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de International
Standard for Safety of Information Technology Equipment (IEC60950).
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde
Å
netvoedingsadapter of accu, een door HP geleverde vervangende netvoedingsadapter
of accu of een compatibele netvoedingsadapter of accu die is aangeschaft bij HP.
Raadpleeg de Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie
over voorschriften en veiligheid en voor informatie over het afvoeren van accu’s. U opent
deze kennisgevingen door te klikken op Start, Help en ondersteuning en vervolgens op
Gebruikershandleidingen. U kunt ook de schijf User Guides (Gebruikershandleidingen)
raadplegen die bij sommige modellen wordt geleverd.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer15
Hoofdstuk 5: Netwerk
De voorzieningen van internethardware en -software variëren afhankelijk van het
✎
computermodel en uw locatie.
Type internettoegang kiezen
De computer ondersteunt twee typen internettoegang:
■Draadloos: voor mobiele internettoegang kunt u een draadloze verbinding gebruiken.
Raadpleeg het gedeelte ’Draadloos netwerk instellen’ voor informatie over het instellen
van een draadloos netwerk of het toevoegen van de notebookcomputer aan een bestaand
netwerk.
■Bekabeld: U kunt toegang krijgen tot het internet door in te bellen bij een
serviceprovider via een modemkabel (afzonderlijk aan te schaffen) die is
aangesloten op de RJ-11-connector (modemconnector) (alleen bepaalde modellen).
U kunt ook verbinding maken met een breedbandnetwerk via de RJ-45-connector
(netwerkconnector).
Met de netwerkvoorzieningen van de computer heeft u toegang tot aanbieders van
internetservices met hoge snelheid met de volgende typen verbindingen:
■kabelmodem
■DSL (Digital Subscriber Line)
■andere services
Voor breedbandtoegang is mogelijk extra hardware of software nodig die beschikbaar wordt
gesteld door uw internetprovider.
Met Bluetooth®-apparaten (alleen bepaalde modellen) maakt u een zogenaamd
Personal Area Network (PAN). Hiermee kunt u verbinding maken met andere apparaten
met Bluetooth-ondersteuning, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers
en camera’s. In een PAN-netwerk communiceert elk apparaat rechtstreeks met andere
apparaten. De apparaten moeten zich relatief dicht bij elkaar bevinden, meestal
binnen 10 meter.
De Bluetooth-technologie wordt door HP QuickWeb niet ondersteund. Voor meer
✎
informatie raadpleegt u de Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning van
Windows. Informatie vindt u ook op de cd User Guides (Gebruikershandleidingen)
(alleen bepaalde modellen).
Belangrijke informatie over de notebookcomputer17
Hoofdstuk 5: Netwerk
Internetprovider kiezen
u moet eerst een internetservice instellen voordat u verbinding met internet kunt maken.
De computer biedt de volgende softwarevoorzieningen die u kunnen helpen bij het instellen
van een nieuwe internetaccount of bij het configureren van de computer voor gebruik van
een bestaande account:
■Internet Services & Offers (beschikbaar op sommige locaties)
■Door de internetprovider beschikbaar gestelde pictogrammen (beschikbaar op sommige
locaties)
■Windows®-wizard Verbinding met internet maken (beschikbaar op alle locaties)
Internet Services & Offers gebruiken
Als het hulpprogramma Internetservices en aanbiedingen wordt ondersteund in het land of
de regio waar u de computer heeft aangeschaft, kunt u met een van de volgende methoden
toegang tot dit hulpprogramma krijgen:
»Klik op Start, Alle programma’s, Online Services en vervolgens op Get Online
(Verbinding maken met internet).
Het hulpprogramma Internet Services & Offers biedt assistentie bij de volgende taken:
■Aanmelden voor een nieuwe internetaccount.
■De computer configureren voor gebruik van een bestaande account.
Dit hulpprogramma is niet beschikbaar vanuit HP QuickWeb.
✎
Door de internetprovider beschikbaar gestelde pictogrammen
gebruiken
Als door de internetprovider beschikbaar gestelde pictogrammen worden ondersteund in het
land of de regio waar u de computer heeft aangeschaft, worden de pictogrammen mogelijk
afzonderlijk weergegeven op het bureaublad van Windows of gegroepeerd in een map op
het bureaublad met de naam Online Services.
»U kunt een nieuwe internetaccount instellen of de computer configureren voor gebruik
van een bestaande account door te dubbelklikken op een pictogram en vervolgens
de instructies op het scherm te volgen.
Deze pictogrammen zijn niet beschikbaar vanuit HP QuickWeb.
✎
18Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 5: Netwerk
Windows-wizard Verbinding met internet maken gebruiken
U kunt de wizard Verbinding met internet maken in de volgende situaties gebruiken
om verbinding te maken met internet:
■Als u al over een account bij een internetprovider beschikt.
■Als u een schijf van een internetprovider heeft ontvangen.
■Als u nog geen internetaccount heeft en een internetprovider wilt selecteren uit de lijst
die wordt aangeboden in de wizard. (De lijst met internetproviders is niet beschikbaar
in alle landen/regio’s.)
■Als u een internetprovider heeft geselecteerd die niet voorkomt in de lijst en de
internetprovider u een specifiek IP-adres en POP3- en SMTP-instellingen heeft
geleverd.
Als u toegang wilt krijgen tot de Windows-wizard Verbinding met internet maken
en instructies voor het gebruik daarvan, klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning. Zoek daarna naar Wizard Verbinding met internet maken.
Als u in de wizard wordt gevraagd om te kiezen tussen het inschakelen of uitschakelen
✎
van Windows Firewall, kiest u voor het inschakelen van de firewall.
Windows-wizard Verbinding met internet maken is niet beschikbaar
✎
vanuit HP QuickWeb.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer19
Hoofdstuk 5: Netwerk
Draadloos netwerk instellen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u met een computer met voorzieningen voor draadloze
communicatie een draadloos thuisnetwerk of een klein draadloos kantoornetwerk, ook wel
een WLAN (Wireless Local Area Network) genoemd, instelt.
Als u een draadloos netwerk wilt instellen en verbinding wilt maken met internet,
heeft u de volgende apparatuur nodig:
■een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) en een internetservice met hoge snelheid
via een abonnement bij een internetprovider;
■een draadloze router (afzonderlijk aan te schaffen);
■de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze communicatie.
In de afbeelding ziet u een voorbeeld van een geïnstalleerd draadloos netwerk dat is
verbonden met internet en waar ook een computer is aangesloten via een kabel. Naarmate
het netwerk groter wordt, kunnen extra computers met een draadloze verbinding of
kabelverbinding op het netwerk worden aangesloten voor toegang tot internet.
Internet
*Installatieprocedure varieert afhankelijk van de fabrikant
Stekker
Gegevens-
kabel
Breedband-
modem*
(DSL/kabel)
Ethernet-
kabels
Bekabelde computer
(optioneel)
Draadloze
router*
Uw computer
met voorzieningen
voor draadloze
communicatie
Draadloos
netwerk
(WLAN)
Stap 1: schaf een internetservice met hoge snelheid aan
Als u al beschikt over een internetservice met hoge snelheid (DSL, kabel of satelliet), kunt
u beginnen met “Stap 2: schaf een draadloze router aan”. Als u nog geen internetservice met
hoge snelheid heeft, gaat u als volgt te werk:
1. Neem contact op met een lokale internetprovider voor de aanschaf van
een internetservice met hoge snelheid en een DSL-modem of kabelmodem.
De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren
van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze
communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
2. Van uw internetprovider ontvangt u een gebruikers-id en -wachtwoord voor toegang
tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
20Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Stap 2: schaf een draadloze router aan
Lees dit gedeelte zorgvuldig door voordat u de draadloze router installeert met behulp
van de instructies van de routerfabrikant en de computer met draadloze voorzieningen.
Voor technische ondersteuning bij de installatie van de router kunt u contact opnemen
met de fabrikant van de router.
U wordt aangeraden de nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze
✎
communicatie tijdelijk aan te sluiten op de router met behulp van de bij de router
geleverde netwerkkabel. Hierdoor kan de computer verbinding maken met internet.
Als QuickWeb is geactiveerd, wordt dit altijd gestart wanneer u de computer aanzet.
✎
In het volgende gedeelte wordt ervan uitgegaan dat u HP QuickWeb heeft ingeschakeld.
Raadpleeg hoofdstuk 3, ‘HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)’,
om QuickWeb uit te schakelen.
1. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in. Het beginscherm van
HP QuickWeb verschijnt. Start het besturingssysteem Windows door te wachten
tot de automatische teller boven het pictogram Windows starten heeft afgeteld
tot nul of door te klikken op het pictogram Windows starten uiterst links in het
beginscherm van QuickWeb.
Raadpleeg de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer informatie over
✎
de QuickWeb-teller en het wijzigen hiervan.
2. Controleer of het lampje voor draadloze verbinding op de computer uit is.
Als het draadloze apparaat is ingeschakeld, schakelt u de functie voor draadloze
communicatie uit door te drukken op de knop of de schakelaar voor draadloze
communicatie (afhankelijk van het model van uw computer). Raadpleeg de
Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning als u hulp nodig heeft om
het lampje, de knop of de schakelaar voor draadloze communicatie te vinden.
3. Tijdens de installatie van de router biedt de software van de routerfabrikant de
mogelijkheid de netwerknaam (SSID) te wijzigen en beveiliging in te schakelen om
de privacy van het draadloze netwerk te beschermen. Veel routers worden geleverd met
een standaardnaam voor het netwerk en met de beveiliging uitgeschakeld. Als u tijdens
het instellen van de router de standaardnaam van het netwerk wijzigt of beveiliging
inschakelt, noteert u de gegevens en bewaart u deze op een veilige plek. U heeft deze
gegevens nodig wanneer u de computer en eventuele andere bestaande computers
configureert om toegang te krijgen tot de router.
Als u de beveiliging niet inschakelt, kan een onbevoegde persoon via
✎
het draadloze netwerk toegang krijgen tot de gegevens op de computer
en buiten uw medeweten uw internetverbinding gebruiken.
Het Windows-besturingssysteem biedt ook hulpmiddelen voor wanneer u uw draadloze
netwerk voor het eerst instelt. Als u de hulpmiddelen van Windows wilt gebruiken om
het netwerk in te stellen, klikt u op Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet,
Netwerkcentrum, Een nieuwe verbinding of een netwerk instellen, Nieuw netwerk
instellen. Klik vervolgens op Vol g en d e. Volg de instructies op het scherm.
Hoofdstuk 5: Netwerk
Belangrijke informatie over de notebookcomputer21
Hoofdstuk 5: Netwerk
Stap 3: configureer de computer om verbinding te maken met het
draadloze netwerk
1. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in.
2. Als het draadloze apparaat is uitgeschakeld, schakelt u de functie voor draadloze
communicatie in door te drukken op de knop of de schakelaar voor draadloze
communicatie (afhankelijk van het model van uw computer). Raadpleeg de
Gebruikershandleiding in Help en ondersteuning als u hulp nodig heeft om het
lampje, de knop of de schakelaar voor draadloze communicatie te vinden.
Ga als volgt te werk om vanaf de computer in Windows verbinding te maken met een
bestaand draadloos netwerk:
Als QuickWeb is geactiveerd, wordt dit altijd gestart wanneer u de computer aanzet.
✎
In het volgende gedeelte wordt ervan uitgegaan dat u HP QuickWeb heeft ingeschakeld.
Raadpleeg hoofdstuk 3, ‘HP QuickWeb gebruiken (alleen bepaalde modellen)’,
om QuickWeb uit te schakelen.
1. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in. Het beginscherm van
HP QuickWeb verschijnt. Start het besturingssysteem Windows door te wachten
tot de automatische teller boven het pictogram Windows starten heeft afgeteld
tot nul of door te klikken op het pictogram Windows starten uiterst links in het
beginscherm van QuickWeb.
Raadpleeg de helpfunctie van HP QuickWeb voor meer informatie over
✎
de QuickWeb-teller en het wijzigen hiervan.
2. Nadat Windows is gestart, klikt u op het netwerkpictogram in het systeemvak aan
de rechterkant van de taakbalk.
3. Selecteer een netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
4. Klik op Verbin d ing m a ken.
5. Voer de beveiligingscode in, indien vereist.
Ga als volgt te werk om vanaf de computer in HP QuickWeb verbinding te maken met een
bestaand draadloos netwerk:
1. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in. Het beginscherm van
HP QuickWeb verschijnt. Start het besturingssysteem Windows door te wachten
tot de automatische teller boven het pictogram Windows starten heeft afgeteld
tot nul of door te klikken op het pictogram Windows starten uiterst links in het
beginscherm van QuickWeb.
voor meer informatie over het inschakelen van QuickWeb.
2. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak.
3. Schakel het selectievakje WiFi inschakelen in. Selecteer het netwerk waarmee
u verbinding wilt maken.
4. Klik op Verbin d ing m a ken.
5. Voer de beveiligingscode in, indien vereist.
22Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Verbinding maken met een bekabeld netwerk
Als u verbinding wilt maken met een bekabeld netwerk, heeft u een RJ-11-modemkabel
nodig (niet meegeleverd bij de computer) of een RJ-45-netwerkkabel (niet meegeleverd
bij de computer). Als de kabel is voorzien van een ruisonderdrukkingscircuit 1, waarmee
storing door tv- en radiosignalen wordt voorkomen, sluit u het kabeluiteinde met het
ruisonderdrukkingscircuit 2 aan op de computer.
Ga als volgt te werk om de kabel aan te sluiten:
WAARSCHUWING! Sluit geen modem- of telefoonkabel aan op
Å
een RJ-45-netwerkconnector, om het risico van een elektrische schok,
brand of schade aan de apparatuur te beperken.
1. Sluit de kabel aan op de connector 1 van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een wandaansluiting 2.
Hoofdstuk 5: Netwerk
Belangrijke informatie over de notebookcomputer23
Hoofdstuk 5: Netwerk
Verbinding maken met een Wireless Wide Area Network
(WWAN) (alleen bepaalde modellen)
WWAN is een draadloze technologie die u toegang verschaft tot informatie overal
waar het netwerk van uw aanbieder van mobiele netwerkdiensten beschikbaar is. In een
WWAN-netwerk communiceert elk mobiel apparaat met een van de basisstations van
uw aanbieder van mobiele netwerkdiensten. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zijn
bezig uitgebreide netwerken van basisstations (vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele
telefonie) op te zetten, die dekking bieden in hele regio’s, provincies of zelfs landen.
Voordat u vanuit HP QuickWeb verbinding kunt maken met een WWAN-netwerk,
✎
moet WWAN in Windows zijn geactiveerd.
Voordat u gebruik kunt maken van HP mobiel breedband, moet u een
mobiel-breedbandservice (apart aan te schaffen bij een geschikte netwerkexploitant)
activeren. In bepaalde gevallen kan ook HP Connection Manager deze dienst voor
u activeren. Afhankelijk van uw aanbieder moet u mogelijk ook beschikken over een
geactiveerde SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Raadpleeg voor meer informatie
de informatie over HP mobiel breedband die bij uw computer is meegeleverd.
»Om WWAN in Windows te activeren met behulp van HP Connection Manager,
klikt u op Start, Alle programma’s, HP Connection Manager. Klik vervolgens
op HP Connection Manager.
Raadpleeg de Help bij de Connection Manager-software voor meer informatie
✎
over het gebruik van Connection Manager.
Om WWAN in HP QuickWeb in te schakelen nadat WWAN in Windows is geconfigureerd,
volgt u onderstaande stappen:
Voordat u vanuit HP QuickWeb verbinding kunt maken met een WWAN-netwerk,
✎
moet WWAN in Windows zijn geconfigureerd.
1. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in. Het beginscherm van
HP QuickWeb verschijnt.
2. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak.
3. Klik op het deelvenster WWAN (3G) links in het dialoogvenster Netwerkconfiguratie.
4. Klik op Verbin d ing m a ken.
Raadpleeg voor meer informatie de Help bij de Connection Manager-software
✎
of de Help bij de software van uw WWAN-aanbieder.
24Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 6: Software gebruiken
De computer bevat vooraf geïnstalleerde software. Sommige modellen worden geleverd met
aanvullende software op een optische schijf.
U kunt de software op de computer onder andere gebruiken voor de volgende taken:
■Digitale media afspelen, waaronder audio- en video-cd’s, audio- en video-dvd’s,
en Blu-ray-schijven (bd-schijven)
■Luisteren naar internetradio
■Gegevens-cd’s samenstellen (branden)
■Audio-cd’s branden en bewerken
■Video-dvd’s of video-cd’s branden en bewerken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u sommige van deze taken uitvoert. Ook wordt
toegelicht hoe u de software op de computer herkent en bijwerkt.
Geïnstalleerde software herkennen
U geeft als volgt een overzicht weer van de software die vooraf op de computer
is geïnstalleerd: klik op Start en vervolgens op Alle programma’s.
Dubbelklik op de naam van het programma om dat programma te openen.
✎
Voor meer informatie over het gebruik van software die bij de computer is geleverd,
✎
raadpleegt u de instructies van de softwarefabrikant. Deze instructies kunnen worden
geleverd bij de software of op schijf, of zijn beschikbaar op de website van de fabrikant.
Windows® biedt de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
✎
computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd
bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma’s of het
wijzigen van Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer
informatie.
MediaSmart software gebruiken
MediaSmart verandert de computer in een mobiel entertainmentcenter. Met MediaSmart
kunt u genieten van muziek en films. Bovendien kunt u fotocollecties beheren en bewerken.
MediaSmart bevat daarnaast de volgende voorzieningen:
■Internet-tv: een verzameling tv-programma’s en kanalen en het kanaal HP-TV,
dat op computers met een internetverbinding via streaming wordt weergegeven
op het volledige scherm.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer25
Hoofdstuk 6: Software gebruiken
■Ondersteuning voor het uploaden van foto’s en video, zoals:
❏ MediaSmart foto’s uploaden naar foto-opslagsites op internet, zoals Snapfish.
❏ Uw eigen video’s rechtstreeks uploaden naar YouTube (bijvoorbeeld grappige
video’s die zijn gemaakt met de geïntegreerde webcam).
■Pandora-internetradio (alleen Noord-Amerika): speciaal voor u geselecteerde muziek
beluisteren via internetstreaming.
Klik op het pictogram MediaSmart op de taakbalk om MediaStart te openen.
Software vanaf een optische schijf installeren
Ga als volgt te werk om software te installeren vanaf een optische schijf:
1. Plaats de schijf in de optischeschijfeenheid.
2. Volg de installatie-instructies die worden gegeven in de installatiewizard.
3. Start de computer opnieuw op als daarom wordt gevraagd.
Raadpleeg de instructies van de softwarefabrikant voor meer informatie over het
✎
gebruik van software die op de computer is geïnstalleerd. De informatie wordt geleverd
bij de software of op schijf, of is beschikbaar op de website van de fabrikant.
Cd of dvd samenstellen (branden)
Als de computer een optischeschijfeenheid heeft die ondersteuning biedt voor cd-rw-,
dvd-rw- of dvd+rw-schijven, kunt u met software zoals Cyberlink Power2Go gegevens-,
video- en audiobestanden branden, waaronder MP3- en WAV-muziekbestanden.
U kunt geen audio-dvd maken met Cyberlink Power2Go.
✎
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een cd of dvd brandt:
■Sla geopende bestanden op en sluit ze en sluit alle programma’s af voordat u een
schijf brandt.
■Een cd-rw of dvd-rw is over het algemeen het meest geschikt voor het branden
van gegevensbestanden of voor het testen van audio- of video-opnamen voordat
u ze op een cd of dvd brandt die niet kan worden gewijzigd.
■Een cd-r of dvd-r is gewoonlijk het meest geschikt voor het branden van
audiobestanden, omdat de informatie na het kopiëren niet meer kan worden gewijzigd.
■Omdat sommige stereo-installaties in huis of in de auto geen cd-rw’s kunnen afspelen,
kunt u het beste cd-r’s gebruiken om muziek-cd’s te branden.
■Dvd-spelers in huiskamersystemen ondersteunen doorgaans niet alle dvd-indelingen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant die zijn geleverd bij de dvd-speler voor een
overzicht van ondersteunde indelingen.
■Een MP3-bestand neemt minder ruimte in beslag dan muziekbestanden met andere
indelingen, en het proces voor het maken van een MP3-schijf is gelijk aan het proces
voor het maken van een gegevensbestand. MP3-bestanden kunnen alleen worden
afgespeeld op MP3-spelers of op computers waarop MP3-software is geïnstalleerd.
26Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 6: Software gebruiken
Ga als volgt te werk om een cd of dvd te branden:
1. Download of kopieer de bronbestanden naar een map op de vaste schijf.
2. Plaats een lege cd of dvd in de optischeschijfeenheid.
3. Klik op Start, Alle programma’s en vervolgens op de naam van het programma
dat u wilt gebruiken.
4. Selecteer het type cd of dvd dat u wilt maken: gegevens, audio of video.
5. Klik met de rechtermuisknop op Start, open Windows Verkenner en navigeer naar
de map waarin de bronbestanden zijn opgeslagen.
6. Open de map en sleep de bestanden naar de schijfeenheid die de lege optische
schijf bevat.
7. Start het brandproces, zoals aangegeven door het programma dat u heeft geselecteerd.
VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om het risico van verlies van
Ä
gegevens of schade aan een schijf te beperken:
■ Sluit de computer aan op een betrouwbare externe voedingsbron voordat u naar
een schijf schrijft. Schrijf niet naar een schijf als de computer op accuvoeding werkt.
■ Sluit alle programma’s voordat u naar de schijf begint te schrijven, behalve de
schrijfsoftware die u gebruikt. Kopieer niet rechtstreeks van een bronschijf naar
een doelschijf of van een netwerkschijf naar een doelschijf. Kopieer eerst van
een bronschijf of netwerkschijf naar uw vaste schijf en kopieer vervolgens van
de vaste schijf naar de doelschijf.
■ Gebruik het toetsenbord van de computer niet en verplaats de computer niet terwijl
de computer naar een schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen.
VOORZICHTIG: Neem de auteursrechtwaarschuwing in acht. Het illegaal kopiëren
Ä
van auteursrechtelijk beschermd materiaal, waaronder computerprogramma’s, films,
uitzendingen en geluidsopnamen, vormt op grond van het van toepassing zijnde
auteursrecht een strafrechtelijke overtreding. Gebruik deze computer niet voor
dergelijke doeleinden.
Software op de computer bijwerken
De meeste software, inclusief het besturingssysteem, wordt regelmatig bijgewerkt door
de fabrikant of leverancier. Mogelijk zijn er belangrijke updates beschikbaar gekomen voor
de software die bij de computer is geleverd sinds de computer de fabriek heeft verlaten.
Sommige updates kunnen van invloed zijn op de manier waarop de computer
reageert op optionele software of externe apparaten. Veel updates bieden
verbeterde beveiligingsfuncties.
Voer een update uit van het besturingssysteem en andere software op de computer zodra
de computer is verbonden met internet. Raadpleeg Help en ondersteuning voor koppelingen
voor het bijwerken van geïnstalleerde software.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer27
Hoofdstuk 7: Back-up en herstel
(alleen Windows)
Het besturingssysteem en de HP Recovery Manager software bevatten voorzieningen die
zijn bedoeld om u te helpen bij de volgende taken voor het beveiligen van uw gegevens
en het herstellen ervan als het systeem niet meer werkt:
■Back-up van gegevens maken
■Set herstelschijven maken
■Systeemherstelpunten maken
■Programma of stuurprogramma herstellen
■Herstelactie uitvoeren van het volledige systeem
Herstelschijven maken
U wordt aangeraden herstelschijven te maken zodat u het systeem kunt terugzetten op
de oorspronkelijke fabrieksstatus in geval van een ernstige systeemfout of instabiliteit van
het systeem. Maak deze schijven zodra u de computer voor het eerst heeft geïnstalleerd.
Bij sommige computermodellen is voor deze taak een optionele externe
✎
optischeschijfeenheid nodig. De externe optischeschijfeenheid moet worden
aangesloten op een USB-poort op de computer, niet op een USB-poort op een
ander extern apparaat, zoals een hub of dockingstation.
Behandel deze schijven met zorg en bewaar ze op een veilige plek. Met deze software kunt
u slechts één set herstelschijven maken.
Neem bij het maken van herstelschijven de volgende richtlijnen in acht:
■Gebruik uitsluitend de volgende media van hoge kwaliteit: dvd-r, dvd+r, bd-r
(beschrijfbare Blu-Ray) of cd-r. Al deze schrijven moeten afzonderlijk worden
aangeschaft. Dvd’s hebben een veel grotere opslagcapaciteit dan cd’s. Als u cd’s
gebruikt, heeft u mogelijk tot 20 schijven nodig, waar slechts een paar dvd’s volstaan.
Dubbellaagse schijven en schijven die zowel gelezen als beschreven kunnen
✎
worden, zoals cd-rw-, dvd±rw- en bd-re-schijven (herschrijfbare Blu-ray),
zijn niet compatibel met Recovery Manager.
■De computer moet tijdens deze procedure zijn aangesloten op een netvoedingsbron.
■Per computer kan slechts één set herstelschijven worden gemaakt.
■Nummer elke schijf voordat u deze in de optischeschijfeenheid van de computer plaatst.
■U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van
herstelschijven. De volgende keer dat u Recovery Manager opent, wordt u verzocht
door te gaan met het vervaardigen van schijven.
Ga als volgt te werk om een set herstelschijven te maken:
1. Klik op Start, Alle programma’s, Recovery Manager en vervolgens
op Recovery Disc Creation (Herstelschijf maken).
2. Volg de instructies op het scherm.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer29
Hoofdstuk 7: Back-up en herstel (alleen Windows)
Back-up van gegevens maken
Als u software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem
maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben. Maak in de volgende
situaties een back-up van het systeem:
■Periodiek op basis van een back-upschema.
Stel herinneringen in om periodiek een back-up te maken van uw gegevens.
✎
■Voordat de computer wordt hersteld.
■Voordat u hardware of software toevoegt of wijzigt.
Houd bij het maken van een back-up rekening met de volgende punten:
■Maak systeemherstelpunten met behulp van de voorziening Systeemherstel van
Windows® en kopieer deze vervolgens regelmatig naar een schijf.
■Sla persoonlijke bestanden op in de map Documenten en maak periodiek een back-up
van deze map.
■Maak een back-up van sjablonen die zijn opgeslagen in de bijbehorende programma’s.
■Sla de aangepaste instellingen op in een venster, werkbalk of menubalk door een
schermafbeelding van de instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel
tijd besparen als u uw voorkeuren opnieuw moet instellen.
Ga als volgt te werk om een afbeelding van het scherm te maken en in een
tekstverwerkingsdocument te plakken:
a. Geef de instellingen weer op het scherm.
b. Kopieer het scherm.
Als u alleen het actieve venster wilt kopiëren, drukt u op alt+fn+prt sc.
Als u het volledige scherm wilt kopiëren, drukt u op fn+prt sc.
c. Open een tekstverwerkingsdocument, klik op Bewerken en vervolgens op Plakken.
d. Ga als volgt te werk om het document op te slaan:
■U kunt een back-up van uw gegevens maken op een optionele externe vaste schijf,
een netwerkschijf of op schijven.
■Als u een back-up op schijven maakt, kunt u een van de volgende schijftypen gebruiken
(apart aan te schaffen): cd-r, cd-rw, dvd+r, dvd-r of dvd±rw. Welke schijven u gebruikt,
hangt af van het type optischeschijfeenheid dat is geïnstalleerd in de computer.
Op dvd’s kunnen meer gegevens worden opgeslagen dan op cd’s, zodat
✎
u minder schijven nodig heeft voor het maken van back-ups.
■Nummer elke schijf voordat u deze in de optischeschijfeenheid van de computer plaatst.
30Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Windows Back-up en terugzetten
Ga als volgt te werk om een back-up te maken met het hulpprogramma Back-up
en terugzetten van Windows:
Zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het
✎
back-upproces start.
Dit proces kan ruim een uur duren, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid
✎
van de computer.
1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma’s, Onderhoud en Back-up en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm om een back-up in te stellen en te maken.
Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van uw
✎
computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd
bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma’s of het
wijzigen van Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer
informatie.
Systeemherstelpunten gebruiken
Wanneer u een back-up maakt van het systeem, maakt u een systeemherstelpunt. Met een
systeemherstelpunt kunt u een ’momentopname’ van de vaste schijf op een bepaald tijdstip
opslaan onder een specifieke naam. Als u wijzigingen die nadien zijn aangebracht in het
systeem ongedaan wilt maken, kunt u het systeem herstellen zoals het op dat tijdstip was.
Hoofdstuk 7: Back-up en herstel (alleen Windows)
Als u een eerdere staat van het systeem herstelt, heeft dat geen invloed op
✎
gegevensbestanden die zijn opgeslagen of e-mailberichten die zijn gemaakt
sinds het laatste herstelpunt.
U kunt ook extra herstelpunten maken om uw systeembestanden en instellingen extra
te beschermen.
Wanneer maakt u herstelpunten?
■Voordat u software of hardware toevoegt of ingrijpend wijzigt.
■Op gezette tijden wanneer het systeem optimaal functioneert.
Als u het systeem heeft hersteld naar een herstelpunt en van gedachten verandert,
✎
kunt u de herstelactie ongedaan maken.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer31
Hoofdstuk 7: Back-up en herstel (alleen Windows)
Systeemherstelpunt maken
1. Klik op Start, Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik vervolgens
op Systeem.
2. Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3. Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4. Selecteer onder Beveiligingsinstellingen de schijf waarvoor u een herstelpunt
wilt maken.
5. Klik op Maken.
6. Volg de instructies op het scherm.
Terugkeren naar een herstelpunt van een bepaalde datum en tijd
U gaat als volgt terug naar een herstelpunt (gemaakt op een eerdere datum en tijd) waarop
de computer optimaal werkte:
1. Klik op Start, Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik vervolgens
op Systeem.
2. Klik in het linkerdeelvenster op Systeembeveiliging.
3. Klik op het tabblad Systeembeveiliging.
4. Klik op Systeemherstel.
5. Volg de instructies op het scherm.
Herstelactie uitvoeren
U kunt alleen bestanden herstellen waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt.
✎
HP adviseert om Recovery Manager te gebruiken om meteen een set herstelschijven
(een volledige back-up van de vaste schijf) te maken nadat u de computer heeft
ingesteld.
Met de Recovery Manager software kunt u het systeem herstellen wanneer het niet meer
werkt of instabiel is geworden. Recovery Manager wordt uitgevoerd vanaf door u gemaakte
herstelschijven of vanaf een speciale herstelpartitie (alleen op bepaalde modellen) op de
vaste schijf. Als de computer echter een solid-state drive (SSD) heeft, is mogelijk geen
speciale herstelpartitie beschikbaar. In dat geval zijn bij de computer herstelschijven
geleverd. Gebruik deze schijven om het besturingssysteem en de software te herstellen.
Windows heeft eigen ingebouwde reparatievoorzieningen, zoals Systeemherstel.
✎
Als u deze voorzieningen nog niet heeft gebruikt, probeert u deze eerst, voordat
u Recovery Manager gebruikt. Klik op Start en vervolgens op Help en ondersteuning
voor meer informatie over de eigen herstelvoorzieningen van Windows.
Recovery Manager herstelt alleen software die vooraf in de fabriek is geïnstalleerd.
✎
Software die niet met de computer is meegeleverd, moet worden gedownload van
de website van de fabrikant of opnieuw worden geïnstalleerd vanaf de schijf van
de fabrikant.
32Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Hoofdstuk 7: Back-up en herstel (alleen Windows)
Herstelactie uitvoeren met de herstelschijven
Ga als volgt te werk om het systeem te herstellen vanaf de herstelschijven:
1. Maak een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2. Plaats de eerste herstelschijf in de optischeschijfeenheid en start de computer
opnieuw op.
3. Volg de instructies op het scherm.
Herstellen met de partitie op de vaste schijf (alleen bepaalde modellen)
Op sommige modellen kunt u een herstelbewerking uitvoeren vanaf de partitie op de
vaste schijf. Hiertoe opent u Recovery Manager via het menu Start of drukt u op f11.
Hiermee worden de fabrieksinstellingen van de computer hersteld.
Computers met een SSD (solid-state drive) hebben mogelijk geen herstelpartitie.
✎
Als de computer geen herstelpartitie heeft, kunt u de gegevens niet herstellen met
deze procedure. Er worden herstelschijven geleverd voor computers die geen partitie
hebben. Gebruik deze schijven om het besturingssysteem en de software te herstellen.
Ga als volgt te werk om het systeem vanaf de partitie te herstellen:
1. Open Recovery Manager op een van de volgende manieren:
❏ Klik op Start, Alle programma’s, Recovery Manager en vervolgens
op Recovery Manager.
– of –
a. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk vervolgens op esc
terwijl het bericht ’Press the esc key for Startup Menu’ (Druk op de esc-toets
om het startmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven.
b. Druk op f11 om HP Recovery te openen.
Het kan enkele minuten duren voordat Recovery Manager is geladen.
✎
2. In het venster van Recovery Manager klikt u op System Recovery (Systeemherstel).
3. Volg de instructies op het scherm.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer33
Hoofdstuk 8: Onderhoud
Beeldscherm reinigen
VOORZICHTIG: Voorkom blijvende schade aan de computer: spuit nooit water, vloeibare
Ä
schoonmaakmiddelen of chemische producten op het beeldscherm.
Maak het beeldscherm regelmatig schoon met een zachte, vochtige en pluisvrije doek om
vlekken en stof te verwijderen. Als het beeldscherm nog niet geheel schoon is, gebruikt
u antistatische vochtige doekjes of een antistatisch schoonmaakmiddel voor beeldschermen.
Touchpad en toetsenbord reinigen
Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte
bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een
vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt.
WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen,
Å
om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten.
Reinig het toetsenbord regelmatig om te voorkomen dat toetsen blijven steken en om stof,
pluisjes en kruimels te verwijderen die onder de toetsen terechtkomen. U kunt een spuitbus
met perslucht en een rietje gebruiken om lucht om en onder de toetsen te blazen en vuil
te verwijderen.
Transport
Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht:
■Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
1. Maak een back-up van uw gegevens.
2. Verwijder alle optische schijven en alle externe mediakaarten, zoals digitale kaarten
en ExpressCards.
Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit
Ä
de schijfhouder haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt
of opbergt. Zo beperkt u het risico van schade aan de computer
of een schijfeenheid en het risico van gegevensverlies.
3. Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
4. Schakel de computer uit.
■Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer35
Hoofdstuk 8: Onderhoud
■Wanneer u met het vliegtuig reist, neemt u de computer mee als handbagage en checkt
u de computer niet in met de rest van de bagage.
Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
Ä
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden
en detectorstaven. In de beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt
gescand, bijvoorbeeld op een lopende band, worden röntgenstralen gebruikt in
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade
toe aan schijfeenheden.
■Elke luchtvaartmaatschappij heeft eigen regels voor het gebruik van computers
tijdens vluchten. Overleg vooraf met de luchtvaartmaatschappij als u de computer
in het vliegtuig wilt gebruiken.
■Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan twee weken
niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
■Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal.
Vermeld op de verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
■Als de computer is voorzien van een apparaat voor draadloze communicatie of een
apparaat voor verbinding met mobiele telefoons, bijvoorbeeld via 802.11b/g, GSM
(Global System for Mobile Communications) of GPRS (General Packet Radio Service),
moet u er rekening mee houden dat het gebruik van deze apparaten in bepaalde
omgevingen niet is toegestaan. Dit kan het geval zijn aan boord van een vliegtuig,
in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke locaties. Als u niet
zeker weet wat het beleid is voor het gebruik van een bepaald apparaat, kunt u het
beste vooraf toestemming vragen voordat u het apparaat gebruikt.
■Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
❏ Vraag de douanebepalingen voor computers op voor de landen/regio’s die u gaat
bezoeken.
❏ Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer
wilt gebruiken. De netspanning, frequentie en stekkers kunnen verschillen per
land/regio.
Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten
Å
zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade
aan de apparatuur te beperken.
36Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Bijlage A: Problemen oplossen
Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen
Als u problemen heeft met de computer, kunt u de volgende stappen uitvoeren
(in de aangegeven volgorde) om het probleem op te lossen:
■Raadpleeg het gedeelte ’Eerste hulp bij problemen’ in dit hoofdstuk.
■Raadpleeg Help en ondersteuning voor aanvullende informatie en koppelingen naar
handige websites. Klik op Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
Hoewel voor veel controle- en herstelgereedschappen een internetverbinding
✎
nodig is, zijn er vele andere voorzieningen beschikbaar, zoals Help en
ondersteuning, waarmee u een probleem kunt verhelpen terwijl de
computer offline is.
Eerste hulp bij problemen
De computer start niet op
Als de computer niet inschakelt wanneer u op de aan/uit-knop drukt, kunt u het probleem
mogelijk verhelpen aan de hand van de volgende suggesties:
■Als de computer is aangesloten op een stopcontact, controleert u of het stopcontact
voldoende voeding levert door een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan
te sluiten.
Gebruik alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter of een
✎
netvoedingsadapter die door HP is goedgekeurd voor deze computer.
■Als de computer werkt op accuvoeding of is aangesloten op een andere externe
voedingsbron dan een stopcontact, sluit u de netvoedingsadapter van de computer
aan op een stopcontact. Controleer of het netsnoer en de netvoedingsadapter goed
zijn aangesloten.
Het beeldscherm is leeg
Als het scherm leeg is maar de computer wel is ingeschakeld en het aan/uit-lampje brandt,
is de computer mogelijk niet ingesteld om het beeld op het scherm weer te geven. Druk
op f4 om de beeldweergave over te schakelen naar het beeldscherm van de computer.
Bij sommige computermodellen kan het nodig zijn om op de toets fn te drukken
✎
in combinatie met f4.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer37
Bijlage A: Problemen oplossen
Software werkt niet goed
Als de software niet reageert of niet naar behoren reageert, doet u het volgende:
■Start de computer opnieuw op door achtereenvolgens op Start, de pijl naast de knop
Afsluiten en Opnieuw opstarten te klikken.
Als u de computer niet opnieuw kunt opstarten aan de hand van deze procedure,
raadpleegt u het gedeelte ’De computer is ingeschakeld maar reageert niet’.
■Voer een virusscan uit. Raadpleeg het gedeelte ’Computer beschermen tegen virussen’
in hoofdstuk 4 voor meer informatie over het gebruik van antivirushulpmiddelen
op de computer.
De computer is ingeschakeld maar reageert niet
Wanneer de computer is ingeschakeld maar niet reageert op opdrachten van de software
of het toetsenbord, voert u de volgende noodprocedures voor afsluiten uit in de aangegeven
volgorde, totdat de computer uitschakelt:
VOORZICHTIG: Noodprocedures voor afsluiten resulteren in het verlies van niet-opgeslagen
Ä
gegevens.
■Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt.
■Koppel de externe voedingsbron los en verwijder de accu uit de computer.
De computer is ongewoon warm
Als de computer in gebruik is, kan deze warm aanvoelen. Dit is een normaal verschijnsel.
Wanneer de computer echter ongewoon warm aanvoelt, is de computer mogelijk oververhit
als gevolg van een geblokkeerde ventilatieopening.
Als u vermoedt dat de computer oververhit raakt, laat u de computer afkoelen tot
kamertemperatuur. Zorg ook dat alle ventilatieopeningen nergens door worden
geblokkeerd tijdens het gebruik van de computer.
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van
Å
oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen
en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen
op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd
door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer)
of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er
ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met
de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De temperatuur van de computer en
de netvoedingsadapter blijft binnen de temperatuurlimieten voor oppervlakken die
toegankelijk zijn voor de gebruiker, zoals bepaald in de International Standard for
Safety of Information Technology Equipment (IEC 60950).
De ventilator in de computer wordt automatisch gestart voor luchtkoeling van de interne
✎
onderdelen van de computer en om oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de
interne ventilator regelmatig aan- en uitgaat tijdens het gebruik van de computer.
38Belangrijke informatie over de notebookcomputer
Een extern apparaat werkt niet
Probeer de volgende suggesties als een extern apparaat niet goed werkt:
■Schakel het apparaat in volgens de instructies van de fabrikant.
■Controleer of het apparaat goed is aangesloten.
■Controleer of het apparaat elektrische voeding krijgt.
■Controleer of het apparaat compatibel is met het besturingssysteem (vooral bij oudere
apparaten).
■Controleer of de juiste stuurprogramma’s en de recentste versies hiervan zijn
geïnstalleerd.
De draadloze netwerkverbinding werkt niet
Ga als volgt te werk als een draadloze netwerkverbinding niet goed werkt:
Als het gaat om een verbinding met een bedrijfsnetwerk, neemt u contact op met
✎
de systeembeheerder.
■Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet,
Netwerkcentrum en Problemen oplossen en volg daarna de instructies op het scherm.
■Controleer of het apparaat voor draadloze communicatie van de computer
is ingeschakeld.
■Controleer of de draadloze antennes van de computer nergens door worden
geblokkeerd.
■Controleer of het kabel- of DSL-modem en het netsnoer daarvan correct zijn
aangesloten en of de lampjes branden.
■Controleer of de draadloze router of het draadloze toegangspunt correct is aangesloten
op de voedingsadapter en het kabel- of DSL-modem, en of de lampjes branden.
■Koppel alle kabels los en sluit ze opnieuw aan. Schakel vervolgens het apparaat uit
en opnieuw in.
Bijlage A: Problemen oplossen
Raadpleeg de informatie en de koppelingen naar websites in Help en ondersteuning,
✎
als u meer wilt weten over draadloze technologie.
Raadpleeg voor meer informatie over het activeren van een mobiele draadloze
✎
breedbandservice (alleen bepaalde modellen) de bij de computer geleverde
informatie over aanbieders van mobiele netwerkdiensten.
Belangrijke informatie over de notebookcomputer39
Bijlage B: Specificaties
Vereisten voor de omgeving
De volgende tabel met informatie over de vereisten waaraan de omgeving moet voldoen,
bevat nuttige informatie voor personen die de computer onder extreme omstandigheden
willen gebruiken of vervoeren.
FactorMetrischVS
Temperatuur
In bedrijf (schrijven naar optische schijf)5°C tot 35°C41°F tot 95°F
Buiten bedrijf-20°C tot 60°C-4°F tot 140°F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf10% tot 90%10% tot 90%
Buiten bedrijf5% tot 95%5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
In bedrijf-15 m tot 3.048 m-50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf-15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
Ingangsvermogen
De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als
u internationaal wilt reizen met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een
voedingsbron voor gelijkstroom. Hoewel de computer kan worden gevoed via een aparte
gelijkstroomvoedingsbron, wordt u ten zeerste aangeraden de computer alleen aan te sluiten
via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en goedgekeurd
voor gebruik met deze computer.
De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specificaties.
IngangsvermogenCapaciteit
Netspanning in bedrijf18,5 V gelijkstroom of 19,0 V gelijkstroom
Werkstroom3,5 A, 4,74 A of 6,50 A
Dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een
✎
fase-fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
Het label met kennisgevingen voor het systeem, dat zich bevindt aan de onderkant van
✎
de computer, bevat informatie over de netspanning en stroom van de computer wanneer
deze in bedrijf is.