Windows is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Eerste editie, augustus 2009
Artikelnummer van document: 539586-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Inhoudsopgave
1 Schijfeenheden hanteren
2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Type optischeschijfeenheid bepalen .................................................................................................... 3
6 Vaste schijf in de primaire vasteschijfruimte vervangen
iii
7 Vaste schijf in de secundaire vasteschijfruimte vervangen
8 Problemen oplossen
De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd, dvd of BD ..... 27
De computer herkent de cd, dvd of BD niet ....................................................................................... 28
Een cd, dvd of BD wordt niet afgespeeld ........................................................................................... 29
Een cd, dvd of BD wordt niet automatisch afgespeeld ....................................................................... 30
Het branden van een cd of dvd begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid ................... 31
Een dvd of BD die wordt afgespeeld in Windows Media Player, geeft geen geluid of beeld ............. 32
Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd .................................................. 33
Apparaatstuurprogramma's van Microsoft verkrijgen ........................................................ 33
Apparaatstuurprogramma's van HP verkrijgen .................................................................. 34
Index ................................................................................................................................................................... 35
iv
1Schijfeenheden hanteren
Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees
de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking
hebben op specifieke procedures worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer
of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:
Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is of koppel de externe vaste schijf los voordat u
een computer verplaatst die op een externe vaste schijf is aangesloten.
Raak voordat u de schijfeenheid aanraakt, eerst het ongeverfde metalen oppervlak van de schijfeenheid
aan, zodat u niet statisch geladen bent.
Raak de connectorpinnen op een verwisselbare schijfeenheid of op de computer niet aan.
Behandel een schijfeenheid voorzichtig. Laat de schijfeenheid niet vallen en zet er niets op.
Schakel de computer uit voordat u een schijfeenheid plaatst of verwijdert. Als u niet zeker weet of de
computer is uitgeschakeld of in de slaap- of hibernationstand staat, schakelt u de computer in en
vervolgens via het besturingssysteem weer uit.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u een schijfeenheid in een schijfruimte plaatst.
Gebruik het toetsenbord niet en verplaats de computer niet als de optischeschijfeenheid(alleen
bepaalde modellen) naar een schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen.
Zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen alvorens naar een medium te schrijven wanneer de
accu de enige voedingsbron is.
Stel schijfeenheden niet bloot aan extreme temperaturen of extreme vochtigheid.
Stel schijfeenheden niet bloot aan vloeistoffen. Spuit geen reinigingsmiddelen op een schijfeenheid.
Verwijder het medium uit een schijfeenheid alvorens de schijfeenheid uit de schijfruimte te verwijderen,
of voordat u een schijfeenheid meeneemt op reis, verzendt of opbergt.
Verzend een schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal, zoals noppenfolie. Vermeld op
de verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met
magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In de
beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, bijvoorbeeld op een lopende band,
worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt
geen schade toe aan schijfeenheden.
1
2Optischeschijfeenheid gebruiken
De computer bevat een optischeschijfeenheid, die de functionaliteit van de computer vergroot. Ga na
welk type apparaat in uw computer is geïnstalleerd om de mogelijkheden ervan te bekijken. Met de
optischeschijfeenheid kunt u gegevensschijven lezen, muziek afspelen en films bekijken. Als de
computer een Blu-ray Disc ROM-drive heeft, kunt u ook high-definition video op een schijf bekijken.
2Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Type optischeschijfeenheid bepalen
Selecteer Start > Computer.
▲
U ziet een lijst met alle apparaten die zijn geïnstalleerd op de computer, waaronder de
optischeschijfeenheid. U kunt een van de volgende typen schijfeenheden hebben:
Gecombineerde LightScribe dvd±rw-/cd-rw-drive met DL-ondersteuning (dubbellaags)
●
Blu-ray Disc ROM-drive met LightScribe/SuperMulti dvd±r/rw met DL-ondersteuning (dubbellaags)
●
Blu-ray Disc ROM-drive met SuperMulti dvd±r/rw met DL-ondersteuning (dubbellaags)
●
OPMERKING: Sommige hierboven vermelde schijfeenheden worden mogelijk niet ondersteund door
de computer.
Type optischeschijfeenheid bepalen3
Optische schijven gebruiken
Een optischeschijfeenheid, zoals een dvd-rom-drive, ondersteunt optische schijven (cd's en dvd's).
Deze schijven worden gebruikt voor het opslaan van gegevens, zoals muziek, foto's en films. Dvd's
hebben een grotere opslagcapaciteit dan cd's.
De optischeschijfeenheid kan standaard cd- en dvd-schijven lezen. Als de optischeschijfeenheid een
Blu-ray Disc ROM-drive is, kan deze ook Blu-ray-schijven lezen.
OPMERKING: Sommige vermelde optischeschijfeenheden worden mogelijk niet ondersteund door
de computer. De vermelde schijfeenheden zijn niet per definitie alle optischeschijfeenheden die worden
ondersteund.
In de volgende tabel kunt u zien naar welke optische schijven de verschillende typen
optischeschijfeenheden kunnen schrijven.
Type optischeschijfeenheid
Gecombineerde
SuperMulti LightScribe
dvd±rw- en cd-rw-drive
met DL-ondersteuning
(dubbellaags)
Blu-ray Disc ROMdrive met LightScribe/
SuperMulti dvd±r/rw
met DL-ondersteuning
(dubbellaags)
Blu-ray Disc ROM met
SuperMulti dvd±r/rw
met DL-ondersteuning
(dubbellaags)
Schrijven naar cd-rw Schrijven naar dvd
±rw/r
JaJaJaJa
JaJaJaJa
JaJaJaNee
Schrijven naar
dubbellaags dvd+rw
Label schrijven naar cd
of dvd±rw/r met
LightScribe
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand of hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of
geschreven naar een cd of dvd. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van audio- of videokwaliteit,
gegevensverlies of verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit.
4Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Juiste type schijf kiezen (cd's, dvd's en BD's)
Een optischeschijfeenheid ondersteunt optische schijven (cd's, dvd's en BD's). Cd's, die worden
gebruikt voor de opslag van digitale gegevens, worden ook gebruikt voor commerciële audio-opnamen
en zijn handig voor persoonlijke opslagbehoeften. Dvd's en BD's worden hoofdzakelijk gebruikt voor
films, software en back-ups van gegevens. Dvd's en BD's hebben hetzelfde formaat als cd's maar
hebben een veel grotere opslagcapaciteit.
OPMERKING: Mogelijk ondersteunt de optischeschijfeenheid in de computer niet alle typen optische
schijven die in dit gedeelte worden beschreven.
Cd-r-schijven
Cd-r-schijven (één keer schrijven) worden veel gebruikt voor het maken van een permanente kopie van
gegevens die kunnen worden gedeeld. Kenmerkende toepassingen zijn:
grote presentaties verspreiden;
●
gescande en digitale foto's, videoclips en geschreven gegevens delen;
●
eigen muziek-cd's maken;
●
permanente archieven aanleggen van computerbestanden en gescande privébestanden;
●
bestanden van de vaste schijf elders opslaan om schijfruimte vrij te maken.
●
Nadat de gegevens naar de schijf zijn geschreven, kunnen ze niet meer worden gewist of overschreven.
Cd-rw-schijven
Met een cd-rw-schijf (een herschrijfbare versie van een cd) kunt u grote projecten opslaan die vaak
moeten worden bijgewerkt. Kenmerkende toepassingen zijn:
Grote documenten en projectbestanden ontwikkelen en beheren
●
Werkbestanden vervoeren
●
Wekelijkse back-ups maken van bestanden op de vaste schijf
●
Foto's, video, audio en gegevens doorlopend bijwerken
●
Dvd±r-schijven
Met lege dvd±r-schijven kunt u grote hoeveelheden gegevens permanent opslaan. Nadat de gegevens
naar de schijf zijn geschreven, kunnen ze niet meer worden gewist of overschreven.
Dvd±rw-schijven
Met dvd±rw-schijven kunt u eerder opgeslagen gegevens wissen of overschrijven. Dit type schijf is
ideaal voor het testen van audio- of video-opnamen voordat u ze op een cd of dvd brandt die niet kan
worden gewijzigd.
LightScribe dvd+r-schijven
Met LightScribe dvd+r-schijven kunt u gegevens, video's en foto's delen met anderen en opslaan. Deze
schijven kunnen worden gelezen door de meeste dvd-rom-drives en dvd-spelers. Met een drive die
Juiste type schijf kiezen (cd's, dvd's en BD's)5
LightScribe ondersteunt en LightScribe-software, kunt u gegevens naar de schijf schrijven en
vervolgens een zelf ontworpen label aanbrengen op de buitenkant van de schijf.
Blu-ray-schijven (BD)
BD is een type high-density optische schijf voor de opslag van digitale informatie, waaronder highdefinition video. Op een Blu-ray-schijf met enkele laag kan 25 GB worden opgeslagen, meer dan vijf
keer zoveel als op een dvd met enkele laag (4,7 GB). Op een Blu-ray-schijf met dubbele laag kan 50 GB
worden opgeslagen, bijna zes keer zoveel als op een dvd met dubbele laag (8,5 GB).
Kenmerkende toepassingen zijn:
Opslag van grote hoeveelheden gegevens
●
Afspelen en opslaan van high-definition video
●
Videospellen
●
OPMERKING: Aangezien Blu-ray een nieuwe indeling is met nieuwe technologieën, kunnen zich
bepaalde problemen voordoen met schijven, digitale aansluiting, compatibiliteit en/of prestaties. Het
gaat hierbij niet om gebreken in het product. Een perfecte weergave op alle systemen is niet
gegarandeerd.
6Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Cd, dvd of BD afspelen
1.Zet de computer aan.
2.Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen.
3.Trek de lade uit (2).
4.Houd de schijf bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf
op de as in de lade met het label naar boven.
OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf enigszins
schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen.
5.Druk de schijf voorzichtig op de as van de lade totdat de schijf vastklikt (3).
6.Sluit de lade.
Als u Automatisch afspelen nog niet heeft geconfigureerd, zoals beschreven in het volgende gedeelte,
wordt het dialoogvenster Automatisch afspelen geopend. In dit venster kunt u selecteren hoe u de
inhoud van het medium wilt gebruiken.
OPMERKING: Bij het afspelen van een BD bereikt u het beste resultaat als de netvoedingsadapter is
aangesloten op een externe voedingsbron.
Cd, dvd of BD afspelen7
Automatisch afspelen configureren
1.Selecteer Start > Standaardprogramma's > Instellingen voor Automatisch afspelen
wijzigen.
2.Controleer of het selectievakje Automatisch afspelen voor alle media en apparaten
gebruiken is ingeschakeld.
3.Klik op Kies een standaardinstelling, en selecteer vervolgens een van de beschikbare opties
voor elk weergegeven mediatype.
OPMERKING: Kies HP MediaSmart om dvd's af te spelen.
4.Klik op Opslaan.
OPMERKING: Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie over Automatisch afspelen.
8Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Regio-instelling voor dvd's wijzigen
De meeste dvd's met auteursrechtelijk beschermde bestanden bevatten ook regiocodes. Regiocodes
zijn een hulpmiddel voor de internationale bescherming van auteursrechten.
U kunt een dvd met regiocode alleen afspelen als de regiocode op de dvd overeenkomt met de regioinstelling van uw dvd-drive.
VOORZICHTIG: U kunt de regio-instelling van de dvd-drive slechts vijf keer wijzigen.
De vijfde regio-instelling die u selecteert, wordt de permanente regio-instelling van de dvd-drive.
Op het tabblad DVD-regio kunt u zien hoe vaak u de regio-instelling nog kunt wijzigen.
U wijzigt de instelling als volgt met het besturingssysteem:
1.Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging. Klik vervolgens in het veld
Systeem op Apparaatbeheer.
OPMERKING: Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. Mogelijk wordt u om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken
als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windowsinstellingen. Raadpleeg Windows Help voor meer informatie.
2.Klik op de pijl naast Dvd-/cd-rom-stations om de lijst uit te vouwen en alle geïnstalleerde
schijfeenheden weer te geven.
3.Klik met de rechtermuisknop op de dvd-drive waarvan u de regio-instelling wilt wijzigen en klik
vervolgens op Eigenschappen.
4.Klik op het tabblad DVD-regio en wijzig de instelling.
5.Klik op OK.
Regio-instelling voor dvd's wijzigen9
Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht
Het illegaal kopiëren van auteursrechtelijk beschermd materiaal, waaronder computerprogramma's,
films, uitzendingen en geluidsopnamen, is een strafrechtelijke overtreding op grond van het
toepasselijke auteursrecht. Gebruik deze computer niet voor dergelijke doeleinden.
VOORZICHTIG: U voorkomt verlies van gegevens of beschadiging van een schijf door de volgende
richtlijnen in acht te nemen:
Sluit de computer aan op een betrouwbare externe voedingsbron voordat u naar een schijf schrijft.
Schrijf niet naar een schijf als de computer op accuvoeding werkt.
Sluit alle programma's voordat u naar de schijf begint te schrijven, behalve de schijfsoftware die u
gebruikt.
Kopieer niet rechtstreeks van een bronschijf naar een doelschijf of van een netwerkschijf naar een
doelschijf. Sla de informatie eerst op uw vaste schijf op en brandt deze vervolgens van uw vaste schijf
naar de doelschijf.
Gebruik het toetsenbord van de computer niet of verplaats de computer niet als de computer naar een
schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen.
OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de softwarefabrikant voor informatie over het gebruik van
de software die bij de computer is meegeleverd. Deze instructies kunnen zijn verstrekt op cd of dvd of
in de help-functie van de software, of kunnen op de website van de fabrikant staan'.
10Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Cd of dvd kopiëren
1.Selecteer Start > Alle programma's > Cyberlink DVD Suites > Power2Go.
2.Plaats de schijf die u wilt kopiëren in de optischeschijfeenheid.
3.Klik op Copy (Kopiëren) rechtsonder op het scherm.
Power2Go leest de bronschijf en kopieert de gegevens naar een tijdelijke map op de vaste schijf.
4.Verwijder, wanneer u hierom wordt verzocht, de bronschijf uit de optischeschijfeenheid en plaats
een lege schijf in de schijfeenheid.
Nadat de informatie is gekopieerd, wordt de gemaakte schijf automatisch uitgeworpen.
Cd of dvd kopiëren11
Cd of dvd maken (‘branden')
Als de computer een cd-rw-, dvd-rw- of dvd+/-rw-optischeschijfeenheid heeft, kunt u met behulp van
software zoals Windows Media Player of CyberLink Power2Go gegevens-, video- en audiobestanden
branden, waaronder MP3- en WAV-muziekbestanden.
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het branden van een cd of dvd:
Sla eventuele open bestanden op en sluit ze en sluit alle programma's af voordat u een schijf
●
brandt.
Een cd-r of dvd-r is gewoonlijk het meest geschikt voor het branden van audiobestanden, omdat
●
de informatie na het kopiëren niet meer kan worden gewijzigd.
OPMERKING: U kunt geen audio-dvd maken met Cyberlink Power2Go.
Omdat sommige stereoinstallaties in huis of in de auto geen cd-rw's kunnen afspelen, kunt u het
●
beste cd-r's gebruiken om muziek-cd's te branden.
Een cd-rw of dvd-rw is over het algemeen het beste voor het branden van gegevensbestanden of
●
voor het testen van audio- of video-opnamen voordat u ze op een cd of dvd brandt die niet kan
worden gewijzigd.
Dvd-spelers in huiskamersystemen ondersteunen gewoonlijk niet alle dvd-indelingen. Raadpleeg
●
de handleiding bij de dvd-speler voor een overzicht van ondersteunde indelingen.
Een MP3-bestand neemt minder ruimte in beslag dan andere indelingen voor muziekbestanden,
●
en het proces voor het maken van een MP3-schijf is hetzelfde als het proces voor het maken van
een gegevensbestand. MP3-bestanden kunnen alleen worden afgespeeld op MP3-spelers of op
computers waarop MP3-software is geïnstalleerd.
U brandt als volgt een cd of dvd:
1.Download of kopieer de bronbestanden naar een map op de vaste schijf.
2.Plaats een lege cd of dvd in de optischeschijfeenheid.
3.Selecteer Start > Alle programma's en selecteer vervolgens de software die u wilt gebruiken.
OPMERKING: Sommige programma's bevinden zich mogelijk in submappen.
4.Selecteer het type cd of dvd dat u wilt maken: gegevens, audio of video.
5.Klik met de rechtermuisknop op Start, Windows Verkenner openen en ga naar de map waarin
de bronbestanden zijn opgeslagen.
6.Open de map en sleep de bestanden naar de schijfeenheid die de lege optische schijf bevat.
7.Start het brandproces, zoals aangegeven door het programma dat u heeft geselecteerd.
Raadpleeg de instructies van de softwarefabrikant voor specifieke instructies. Deze instructies kunnen
zijn verstrekt bij de software of op cd of dvd, of kunnen op de website van de fabrikant staan.
VOORZICHTIG: Neem de auteursrechtwaarschuwing in acht. Het illegaal kopiëren van
auteursrechtelijk beschermd materiaal, waaronder computerprogramma's, films, uitzendingen en
geluidsopnamen, is een strafrechtelijke overtreding op grond van het toepasselijke auteursrecht.
Gebruik deze computer niet voor dergelijke doeleinden.
12Hoofdstuk 2 Optischeschijfeenheid gebruiken
Cd, dvd of BD verwijderen
1.Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen en trek de lade voorzichtig
zo ver mogelijk uit (2).
2.Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de
randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig
enigszins schuin bij het verwijderen.
3.Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje.
Cd, dvd of BD verwijderen13
3Externe schijfeenheden gebruiken
Verwisselbare externe schijfeenheden bieden u meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken
van informatie. U kunt een USB-schijfeenheid toevoegen door de schijfeenheid aan te sluiten op een
USB-poort op de computer of een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen).
Verwisselbare USB-drives zijn er van de volgende typen:
1,44-MB diskettedrive
●
Vasteschijfmodule (een vaste schijf met een adapter)
●
Dvd-rom-drive
●
Dvd/cd-rw-combodrive
●
Dvd±rw- en cd-rw-combodrive
●
OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software,
stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer.
Ga als volgt te werk om een externe schijfeenheid op de computer aan te sluiten:
VOORZICHTIG: Als u een schijfeenheid met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het
risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat de stekker uit het stopcontact
is gehaald.
1.Sluit de schijfeenheid aan op de computer.
2.Als u een schijfeenheid met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, steekt u de stekker van de
schijfeenheid in een geaard stopcontact.
Als u een externe schijfeenheid met een eigen netvoedingsaansluiting wilt verwijderen, koppelt u de
schijfeenheid los van de computer en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact.
14Hoofdstuk 3 Externe schijfeenheden gebruiken
4HP ProtectSmart Hard Drive Protection
gebruiken
HP ProtectSmart Hard Drive Protection beschermt de vaste schijf door de schijfeenheid te parkeren en
I/O-verzoeken tegen te houden onder de volgende omstandigheden:
U laat de computer vallen.
●
U verplaatst de computer met gesloten beeldscherm, terwijl de computer op accuvoeding werkt.
●
Kort na deze gebeurtenissen wordt de normale werking van de schijfeenheid door HP ProtectSmart
Hard Drive Protection hersteld.
OPMERKING: Een vaste schijf in de vasteschijfruimte wordt beschermd door HP ProtectSmart Hard
Drive Protection. Vaste schijven die zijn aangesloten op een USB-poort, worden niet beschermd door
HP ProtectSmart Hard Drive Protection.
Raadpleeg de Help-functie van HP ProtectSmart Hard Drive Protection voor meer informatie.
15
Status van HP ProtectSmart Hard Drive Protection
vaststellen
Het schijfeenheidlampje op de computer gaat aan om aan te geven dat een vaste schijf is geparkeerd.
Als u wilt weten of schijfeenheden worden beschermd en of een eenheid is geparkeerd, selecteert u
Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Windows Mobiliteitscentrum.
Het Mobiliteitscentrum geeft ook de status van de software voor HP ProtectSmart Hard Drive Protection
aan:
Als HP ProtectSmart Hard Drive Protection is ingeschakeld, wordt er een groen vinkje
●
weergegeven over het pictogram van de vaste schijf.
Als de software is uitgeschakeld, wordt er een witte diagonale lijn weergegeven over het pictogram
●
van de vaste schijf.
Als de schijfeenheid is geparkeerd, wordt een geel maantje weergegeven over het pictogram van
●
de vaste schijf.
OPMERKING: Het pictogram in het Mobiliteitscentrum geeft mogelijk niet de laatste status weer voor
de schijfeenheid. Als u statuswijzigingen direct wilt zien, schakelt u het systeemvakpictogram in.
Ga als volgt te werk om de weergave van het pictogram in het systeemvak in te schakelen:
1.Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > HP ProtectSmart Hard Drive
Protection.
OPMERKING: Klik op Ja als u door Gebruikersaccountbeheer wordt verzocht dat te doen.
2.Klik in de rij Icon in System Tray (Pictogram in systeemvak) op Show (Weergeven).
3.Klik op OK.
16Hoofdstuk 4 HP ProtectSmart Hard Drive Protection gebruiken
Energiebeheer met een geparkeerde vaste schijf
Als HP ProtectSmart Hard Drive Protection een schijfeenheid heeft geparkeerd, kan het volgende
gebeuren:
De computer sluit niet af.
●
De computer activeert niet automatisch de slaapstand of de hibernationstand, behalve in de situatie
●
beschreven in de opmerking hieronder.
OPMERKING: Als de computer op accuvoeding werkt en de acculading een kritiek laag niveau
bereikt, staat HP ProtectSmart Hard Drive Protection toe dat de hibernationstand wordt
geactiveerd.
HP adviseert om de computer af te sluiten of om de slaapstand of hibernationstand te activeren voordat
u de computer verplaatst.
Energiebeheer met een geparkeerde vaste schijf17
HP ProtectSmart Hard Drive Protection gebruiken
Met de HP ProtectSmart Hard Drive Protection software kunt u het volgende doen:
De HP ProtectSmart Hard Drive Protection activeren en deactiveren
●
OPMERKING: Afhankelijk van uw gebruikersrechten is het mogelijk dat u de HP ProtectSmart
Hard Drive Protection niet kunt activeren of deactiveren. Daarnaast kunnen gebruikers met
beheerdersrechten de rechten wijzigen voor gebruikers die geen beheerdersrechten hebben.
Bepalen of een schijfeenheid in het systeem wordt ondersteund.
●
U start de software en wijzigt instellingen als volgt:
1.Klik in het Mobiliteitscentrum op het pictogram van de vaste schijf om het venster HP ProtectSmart
Hard Drive Protection te openen.
– of –
Selecteer Start> Configuratiescherm >Hardware en geluiden >HP ProtectSmart Hard Drive
Protection.
OPMERKING: Klik op Ja als u door Gebruikersaccountbeheer wordt verzocht dat te doen.
2.Klik op de relevante knop om de instellingen te wijzigen.
3.Klik op OK.
18Hoofdstuk 4 HP ProtectSmart Hard Drive Protection gebruiken
5Prestaties van de vaste schijf
verbeteren
Schijfdefragmentatie gebruiken
Wanneer u de computer gebruikt, raken de bestanden op de vaste schijf gefragmenteerd. Met
Schijfdefragmentatie worden de gefragmenteerde bestanden en mappen samengevoegd op de vaste
schijf zodat het systeem efficiënter werkt.
Nadat u Schijfdefragmentatie heeft gestart, werkt het zelfstandig verder. Al naargelang de grootte van
de vaste schijf en het aantal gefragmenteerde bestanden kan de defragmentatie meer dan een uur in
beslag nemen. U kunt instellen dat de schijfdefragmentatie 's nachts wordt uitgevoerd, of op een ander
tijdstip waarop u de computer niet hoeft te gebruiken.
HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen
dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment
Schijfdefragmentatie handmatig starten.
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:
1.Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Systeemwerkset >
Schijfdefragmentatie.
2.Klik op Schijf defragmenteren.
OPMERKING: Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van uw
computer te verbeteren. Mogelijk wordt u om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken
als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windowsinstellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie.
Raadpleeg voor meer informatie de Help bij de software voor schijfdefragmentatie.
Schijfopruiming gebruiken
Met Schijfopruiming wordt op de vaste schijf gezocht naar overbodige bestanden, die u veilig kunt
verwijderen om schijfruimte vrij te maken, zodat de computer efficiënter werkt.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt:
1.Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Systeemwerkset >
Schijfopruiming.
2.Volg de instructies op het scherm.
Schijfdefragmentatie gebruiken19
6Vaste schijf in de primaire
vasteschijfruimte vervangen
VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat het systeem vastloopt en gegevens verloren gaan:
Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste
schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan
door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
OPMERKING: Het afdekplaatje van de primaire vasteschijfruimte wordt aangeduid met een ‘1’ en het
afdekplaatje van de secundaire vasteschijfruimte met een ‘2'.
U verwijdert de primaire vaste schijf als volgt:
1.Sla uw werk op.
2.Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm.
3.Ontkoppel alle externe hardware die op de computer is aangesloten.
4.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
5.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond neer, met de vasteschijfruimte naar u
toe.
6.Verwijder de accu uit de computer.
7.Draai de 4 schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf los (1).
20Hoofdstuk 6 Vaste schijf in de primaire vasteschijfruimte vervangen
8.Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf (2).
9.Trek stevig aan het plastic lipje (1) om de kabel van de vaste schijf los te koppelen van de
systeemkaart.
10. Til de vaste schijf met behulp van het lipje (2) aan de linkerkant omhoog tot een hoek van 45 graden
en verwijder de vaste schijf (3) vervolgens uit de computer.
U installeert de primaire vaste schijf als volgt:
1.Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1).
2.Trek de vaste schijf aan het lipje (2) naar rechts zodat de rubberen scheidingsstukjes in de
openingen aan de rechterkant van de vasteschijfruimte passen.
21
3.Sluit de kabel van de vaste schijf (3) aan op de vasteschijfconnector op de systeemkaart.
4.Steek de lipjes op het afdekplaatje van de vaste schijf in de uitsparingen op de computer (1).
5.Sluit het afdekplaatje (2).
6.Draai de schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3).
22Hoofdstuk 6 Vaste schijf in de primaire vasteschijfruimte vervangen
7Vaste schijf in de secundaire
vasteschijfruimte vervangen
De computer is voorzien van een secundaire vasteschijfruimte. Deze ruimte kan leeg zijn of er kan een
secundaire vaste schijf in zijn geplaatst.
VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan
of het systeem vastloopt:
Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de secundaire vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder
de schijfeenheid niet wanneer de computer is ingeschakeld of in de slaapstand of de hibernationstand
staat.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan
door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
OPMERKING: Het afdekplaatje van de primaire vasteschijfruimte wordt aangeduid met een ‘1’ en het
afdekplaatje van de secundaire vasteschijfruimte met een ‘2'.
Ga als volgt te werk om een vaste schijf uit de secundaire vasteschijfruimte te verwijderen:
1.Sla uw werk op.
2.Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm.
3.Ontkoppel alle externe hardware die op de computer is aangesloten.
4.Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
5.Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond neer, met de secundaire
vasteschijfruimte naar u toe.
6.Verwijder de accu uit de computer.
7.Draai de drie schroeven van het afdekplaatje van de secundaire vasteschijfruimte los (1).
23
8.Verwijder het afdekplaatje van de secundaire vasteschijfruimte (2).
9.Trek stevig aan het plastic lipje (1) om de kabel van de vaste schijf los te koppelen van de
systeemkaart.
10. Til de vaste schijf met behulp van het lipje (2) aan de linkerkant omhoog tot een hoek van 45 graden
en verwijder de vaste schijf (3) vervolgens uit de computer.
Ga als volgt te werk om een vaste schijf in de secundaire vasteschijfruimte te installeren:
1.Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1).
2.Trek de vaste schijf aan het lipje (2) naar rechts zodat de rubberen scheidingsstukjes in de
openingen aan de rechterkant van de vasteschijfruimte passen.
24Hoofdstuk 7 Vaste schijf in de secundaire vasteschijfruimte vervangen
3.Sluit de kabel van de vaste schijf (3) aan op de vasteschijfconnector op de systeemkaart.
4.Steek de lipjes op het afdekplaatje van de vaste schijf in de uitsparingen op de computer (1).
5.Sluit het afdekplaatje (2).
6.Draai de schroeven van het afdekplaatje van de secundaire vasteschijfruimte vast (3).
25
8Problemen oplossen
In de volgende gedeelten worden enkele veelvoorkomende problemen en mogelijke oplossingen
beschreven.
26Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het
verwijderen van een cd, dvd of BD
1.Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de
schijfeenheid.
2.Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver
mogelijk uit (2).
3.Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de
randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig
enigszins schuin bij het verwijderen.
4.Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje.
De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd, dvd of BD27
De computer herkent de cd, dvd of BD niet
Als Windows een geïnstalleerd apparaat niet detecteert, kan het zijn dat het apparaatstuurprogramma
ontbreekt of is beschadigd. Als u vermoedt dat de optischeschijfeenheid niet wordt gedetecteerd,
controleert u of de optischeschijfeenheid staat vermeld in Apparaatbeheer.
1.Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid.
2.Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging. Klik vervolgens in het veld
Systeem op Apparaatbeheer.
3.Klik in het venster Apparaatbeheer op de pijl naast Dvd-/cd-rom-stations om de lijst uit te vouwen
en alle geïnstalleerde schijfeenheden weer te geven. Zoek naar de vermelding van een
optischeschijfeenheid.
Als de schijfeenheid niet wordt vermeld, installeert (of herinstalleert) u het
apparaatstuurprogramma zoals beschreven in 'Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw
worden geïnstalleerd' later in dit gedeelte.
4.Klik met de rechtermuisknop op het optische apparaat om de volgende taken uit te voeren:
Stuurprogrammasoftware bijwerken
●
Uitschakelen
●
Verwijderen
●
Zoeken naar hardwarewijzigingen. Windows scant het systeem op geïnstalleerde hardware
●
en installeert de benodigde stuurprogramma's.
Klik op Eigenschappen om te controleren of het apparaat correct werkt.
●
In het venster Eigenschappen wordt gedetailleerde informatie over het apparaat
◦
weergegeven, waarmee u problemen kunt oplossen.
Klik op het tabblad Stuurprogramma om de stuurprogramma's voor dit apparaat bij te
◦
werken, uit te schakelen of te verwijderen.
28Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Een cd, dvd of BD wordt niet afgespeeld
Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's voordat u een schijf afspeelt.
●
Verbreek de verbinding met internet voordat u een schijf afspeelt.
●
Controleer of de schijf juist is geplaatst.
●
Controleer of de schijf schoon is. Maak de schijf zo nodig schoon met gefilterd water en een
●
pluisvrije doek. Veeg van het midden van de schijf naar de buitenrand.
Controleer de schijf op krassen. Als u krassen vindt, behandel de schijf dan met een reparatieset
●
voor optische schijven. Dergelijke sets zijn te koop in veel elektronicazaken.
Schakel de slaapstand uit alvorens de schijf af te spelen.
●
Activeer de hibernationstand of slaapstand niet tijdens het afspelen van een schijf. Als u dat wel
doet, verschijnt mogelijk een waarschuwing waarin u wordt gevraagd of u door wilt gaan. Als dit
bericht verschijnt, klikt u op Nee. Nadat u op Nee heeft geklikt, kan het volgende gebeuren:
Het afspelen wordt hervat.
◦
– of –
Mogelijk wordt het afspeelscherm van het multimediaprogramma gesloten. Klik op de knop
◦
Afspelen in uw multimediaprogramma om de schijf weer af te spelen. Heel soms komt het
voor dat u het programma moet afsluiten en opnieuw moet starten.
Vergroot de ruimte voor de systeembronnen:
●
Schakel printers en scanners uit en koppel camera's en draagbare apparaten los. Door deze
◦
Plug and Play-apparaten los te koppelen maakt u waardevolle systeembronnen vrij, hetgeen
resulteert in betere afspeelprestaties.
Wijzig de kleureigenschappen van het bureaublad. Omdat het menselijk oog nauwelijks
◦
verschil waarneemt tussen 16-bits kleuren en kleuren boven 16-bits, ziet u als het goed is
geen verschil bij het bekijken van een film als u de kleureigenschappen van het systeem
terugbrengt tot 16-bits kleur. Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en selecteer
Schermresolutie.
2. Klik op Geavanceerde instellingen> tabblad Beeldscherm.
3. Klik op Hoge kleuren (16-bits) als deze instelling nog niet is geselecteerd.
4. Klik op OK.
Een cd, dvd of BD wordt niet afgespeeld29
Een cd, dvd of BD wordt niet automatisch afgespeeld
1.Selecteer Start > Standaardprogramma's > Instellingen voor Automatisch afspelen
wijzigen.
2.Controleer of het selectievakje Automatisch afspelen voor alle media en apparaten
gebruiken is ingeschakeld.
3.Klik op Opslaan.
Als u een schijf in de optischeschijfeenheid plaatst, moet die nu automatisch starten.
30Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Het branden van een cd of dvd begint niet of stopt voordat
het brandproces is voltooid
Controleer of alle programma's zijn afgesloten.
●
Schakel de slaapstand en de hibernationstand uit.
●
Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. Raadpleeg de
●
gebruikershandleidingen voor meer informatie over schijftypen.
Controleer of de schijf correct is geplaatst.
●
Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw.
●
Als u een schijf kopieert, slaat u de informatie van de bronschijf op de vaste schijf op voordat u
●
probeert de inhoud te branden op een nieuwe schijf. Brand daarna de nieuwe schijf vanaf de vaste
schijf.
Installeer het stuurprogramma voor het apparaat waarmee u schijven brandt opnieuw. Dit
●
stuurprogramma bevindt zich in de categorie Dvd/cd-rom-stations in Apparaatbeheer.
Het branden van een cd of dvd begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid31
Een dvd of BD die wordt afgespeeld in Windows Media
Player, geeft geen geluid of beeld
Gebruik MediaSmart om een dvd of BD af te spelen. MediaSmart is geïnstalleerd op de computer en
tevens beschikbaar op de website van HP op
http://www.hp.com.
32Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden
geïnstalleerd
1.Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid.
2.Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging. Klik vervolgens in het veld
Systeem op Apparaatbeheer.
3.Klik in Apparaatbeheer op de pijl naast het type stuurprogramma dat u wilt verwijderen en opnieuw
4.Klik met de rechtermuisknop op de vermelding van het apparaat en klik op Verwijderen. Wanneer
u hierom wordt gevraagd, bevestigt u dat u het apparaat wilt verwijderen. Start de computer echter
niet opnieuw op. Herhaal dit voor eventuele andere stuurprogramma's die u wilt verwijderen.
5.Klik in het venster Apparaatbeheer op Actie en vervolgens op Zoeken naar gewijzigde
apparaten in de werkbalk. Windows scant het systeem op geïnstalleerde hardware en installeert
standaardstuurprogramma's voor alle apparaten waarvoor stuurprogramma's zijn vereist.
OPMERKING: Wanneer u wordt verzocht de computer opnieuw op te starten, slaat u alle open
bestanden op en start u de computer opnieuw op.
6.Open indien nodig Apparaatbeheer opnieuw en controleer of de stuurprogramma's nu wel staan
vermeld.
7.Probeer opnieuw het programma uit te voeren.
Als het probleem niet is opgelost door het verwijderen en opnieuw installeren van de
apparaatstuurprogramma's, moet u mogelijk de stuurprogramma's bijwerken middels de in de volgende
gedeelten beschreven procedures.
Apparaatstuurprogramma's van Microsoft verkrijgen
U kunt de meest recente Windows-apparaatstuurprogramma's verkrijgen via Windows Update. U kunt
instellen dat deze voorziening automatisch controleert of er updates zijn voor het Windowsbesturingssysteem en andere producten van Microsoft, en deze updates vervolgens installeert.
Ga als volgt te werk om Windows Update te gebruiken:
1.Klik op Start > Alle programma's > Windows Update.
OPMERKING: Als u Windows Update nog niet eerder heeft ingesteld, wordt u gevraagd om een
aantal instellingen op te geven voordat u kunt zoeken naar updates.
2.Klik op Naar updates zoeken.
3.Volg de instructies op het scherm.
Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd33
Apparaatstuurprogramma's van HP verkrijgen
Ga als volgt te werk om HP apparaatstuurprogramma's van de HP website te verkrijgen:
1.Open uw internetbrowser, ga naar
2.Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's, typ het modelnummer
van uw computer in het zoekvak en druk vervolgens op enter.
– of –
Als u een specifiek SoftPaq wilt, typt u het nummer van het SoftPaq in het zoekvak. Druk op
enter en volg de instructies op het scherm. Ga door naar stap 6.
3.Klik bij de weergegeven modellen op uw specifieke product.
4.Klik op het besturingssysteem Windows 7.
5.Wanneer de lijst met stuurprogramma's wordt weergegeven, klikt u op een bijgewerkt
stuurprogramma om een venster met extra informatie te openen.
6.Klik op Install now (Nu installeren) om het bijgewerkte stuurprogramma te installeren zonder het
bestand te downloaden.
– of –
Klik op Download only (Alleen downloaden) om het bestand op te slaan op uw computer. Wanneer
u hierom wordt verzocht, klikt u op Save (Opslaan) en selecteert u een opslaglocatie op de vaste
schijf.
Nadat het bestand is gedownload, gaat u naar de map waarin het bestand is opgeslagen.
Dubbelklik op het bestand om het te installeren.
http://www.hp.com/support en selecteer uw land/regio.
7.Als u hierom wordt verzocht, start u de computer opnieuw op nadat de installatie is voltooid.
Controleer daarna of het apparaat naar behoren werkt.