Hp COMPAQ EVO D500 SMALL, COMPAQ EVO D381MX DESKTOP, COMPAQ EVO D510 E-PC, COMPAQ EVO D300 DESKTOP, COMPAQ EVO D300S CONVERTIBLE MINITOWER User Manual [nl]
Hp COMPAQ EVO D500 SMALL, COMPAQ EVO D381MX DESKTOP, COMPAQ EVO D510 E-PC, COMPAQ EVO D300 DESKTOP, COMPAQ EVO D300S CONVERTIBLE MINITOWER, COMPAQ EVO D300 SMALL, COMPAQ EVO D300 CONVERTIBLE MINITOWER, COMPAQ EVO D310 SLIM TOWER, COMPAQ EVO D380MX DESKTOP, COMPAQ EVO D300V MICROTOWER, COMPAQ EVO D381 MICROTOWER, COMPAQ EVO D380 MICROTOWER, COMPAQ EVO D500 DESKTOP, COMPAQ EVO D500 ULTRA-SLIM, COMPAQ EVO D500 CONVERTIBLE MINITOWER, COMPAQ EVO D510 ULTRA-SLIM, COMPAQ EVO W4000 SMALL, COMPAQ EVO W8000 User Manual [nl]
b
Problemen oplossen
Compaq Evo Desktop serie
Compaq Evo Workstation serie
Artikelnummer van document: 177620-336
Mei 2002
In deze handleiding vindt u nuttige tips en oplossingen voor problemen
met de hierboven vermelde producten, evenals scenario’s voor
mogelijke hardware- en softwareproblemen.
Compaq, het Compaq logo en Evo zijn handelsmerken van Compaq Information
Technologies Group, L.P. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT en Windows XP zijn handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Alle overige productnamen in deze publicatie kunnen handelsmerken zijn van
hun respectievelijke houders.
Compaq Computer Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De gebruiker kan hieraan geen
enkele garantie ontlenen. De garanties voor Compaq producten staan in de
garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Niets in deze handleiding
kan worden opgevat als een aanvullende garantie.
WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit
leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit
beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben.
Gedrukt in de Verenigde Staten.
Problemen oplossen
Zesde editie mei 2002
Artikelnummer van document: 177620-336
Inhoudsopgave
1Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose voor Windows) . . . . . . . . . . . 1–1
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose voor Windows)
E SCSI-stuurprogramma’s installeren voor installatie van Windows NT
Index
ivProblemen oplossen
Diagnosevoorzieningen voor problemen
met de computer
Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows)
Het hulpprogramma Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows) is een onderdeel van Intelligent
Manageability, waarmee u in Microsoft Windows (Microsoft
Windows 98, Microsoft Windows Me, Microsoft Windows 2000,
Microsoft Windows NT 4.0 en Microsoft Windows XP) informatie
over de hardware- en softwareconfiguratie van de computer kunt
opvragen. Bovendien kunt u met dit hulpprogramma hardware- en
softwaretests uitvoeren op de subsystemen van de computer.
Wanneer u Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose
voor Windows) start, wordt het scherm Overview (Overzicht)
weergegeven. Dit scherm toont de huidige configuratie van de
computer. Vanuit het scherm Overview (Overzicht) heeft u toegang
tot verschillende categorieën met informatie over de computer en tot
het tabblad Te st . Alle informatie in de schermen van het hulpprogramma
kan in een bestand worden opgeslagen of worden afgedrukt.
1
Als u alle subsystemen wilt testen, meldt u zich aan als beheerder.
✎
Wanneer u niet als beheerder bent aangemeld, kunt u bepaalde
subsystemen niet testen. Wanneer een subsysteem niet getest kan
worden, blijkt dit uit een foutbericht onder de naam van het subsysteem
in het venster Test of uit grijs weergegeven selectievakjes die niet
kunnen worden geselecteerd.
Problemen oplossen1–1
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
■Overview (Overzicht): dit tabblad toont algemene informatie
over de computer. Dit tabblad wordt weergegeven wanneer u het
hulpprogramma start. De linkerhelft van het tabblad Overview
(Overzicht) bevat informatie over de hardware, terwijl de
rechterhelft informatie over de software toont.
■Test: via dit tabblad kunt u selecteren welke onderdelen van het
systeem u wilt testen. U kunt bovendien het type test en de gewenste
uitvoering van de test instellen.
■Status: in dit tabblad wordt de actuele status van de uitgevoerde
tests weergegeven. U kunt het testen annuleren door op de knop
Cancel Testing (Testen annuleren) te klikken.
■Log (Logboek): dit tabblad bevat logboeken van de tests voor
de verschillende apparaten.
■Error (Fout): op dit tabblad vindt u fouten die tijdens het testen
van apparaten zijn opgetreden. Er wordt informatie gegeven over
het apparaat dat wordt getest, het soort fouten, het aantal fouten
en de foutcodes.
Problemen oplossen1–3
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose
voor Windows) installeren
Deze stap is alleen noodzakelijk als het diagnoseprogramma wel
op de vaste schijf is geladen, maar niet is geïnstalleerd.
1. Sluit alle Windows-toepassingen af.
2. Dubbelklik op het Windows-bureaublad op het pictogram
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose
voor Windows).
3. Klik op Volgende om Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows) te installeren.
4. Na afloop van de installatie wordt u gevraagd de computer opnieuw
op te starten, of de computer start automatisch opnieuw op. Als u
hierom wordt gevraagd, klikt u op Voltooien om de computer
opnieuw op te starten of op Annuleren om het programma af te
sluiten. De installatie van Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows) is pas voltooid nadat de
computer opnieuw is opgestart.
Als u de op uw computer geïnstalleerde versie van Compaq Diagnostics
✎
for Windows (Compaq Diagnose voor Windows) wilt upgraden,
bezoekt u
wilt upgraden, selecteert u eerst Netherlands, The aan de linkerkant
onder Support site for. Vervolgens klikt u op uw product. Ga in het
volgende venster naar Option 2 – Locate by Category (Optie 2 -
Zoeken op categorie). Selecteer Management Applications and
Utilities (Applicaties en hulpprogramma’s voor beheer). Klik op
Locate software (Software zoeken) en download de nieuwste versie.
Start het bestand dat u heeft gedownload en selecteer Repareren om
de geïnstalleerde versie bij te werken. Hierbij wordt de oude versie
overschreven door de nieuwe versie.
1–4Problemen oplossen
www.compaq.com/support/files. Als u een Nederlandse versie
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Werken met categorieën in Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows)
U kunt de categorieën als volgt gebruiken:
1. Klik op Start > Compaq Information Center (Compaq
Informatiecentrum) > Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows). U kunt ook het pictogram
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose voor
Windows) in het Configuratiescherm selecteren.
Op het scherm verschijnt een overzicht van de hardware en
software van de computer.
2. Selecteer een categorie uit het menu Categories (Categorieën)
of klik op een pictogram op de werkbalk voor specifieke informatie
over hardware en software.
Als u de cursor over de pictogrammen op de werkbalk beweegt,
✎
verschijnt de naam van de bijbehorende categorie.
3. Als u gedetailleerde informatie over de geselecteerde categorie
wilt weergeven, selecteert u More (Meer) in het vak
Information Level (Informatieniveau) linksonder in het
venster, of u klikt boven in het scherm op Level (Niveau) en
vervolgens selecteert u More (Meer).
4. U kunt de weergegeven informatie bekijken, afdrukken en/of opslaan.
Klik op File (Bestand) en selecteer vervolgens Print (Afdrukken)
✎
om de informatie af te drukken. Selecteer één van de volgende opties:
Detailed Report (All Categories) (Gedetailleerd rapport alle
categorieën), Summary Report (All Categories) (Beknopt rapport
alle categorieën) of Current Category (Huidige categorie). Klik op
OK om het geselecteerde rapport af te drukken.
Problemen oplossen1–5
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Als u de informatie wilt opslaan, klikt u op File (Bestand) en
✎
vervolgens selecteert u Save As (Opslaan als). Selecteer één van de
volgende opties: Detailed Report (All Categories) (Gedetailleerd
rapport alle categorieën), Summary Report (All Categories)
(Beknopt rapport alle categorieën) of Current Category (Huidige
categorie). Klik op OK om het geselecteerde rapport op te slaan.
5. Klik op File (Bestand) en vervolgens op Exit (Afsluiten) om
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose voor
Windows) af te sluiten.
Tests uitvoeren met Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows)
U voert als volgt tests uit:
1. Klik op Start > Compaq Information Center (Compaq
Informatiecentrum) > Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows). U kunt ook het pictogram
Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose voor
Windows) in het Configuratiescherm selecteren.
Op het scherm verschijnt een overzicht van de hardware en software
van de computer. Onder de rij pictogrammen worden vijf
tabbladen weergegeven: Overview (Overzicht), Tes t, Status,
Log (Logboek) en Error (Fout).
2. Klik op het tabblad Tes t of klik boven in het scherm op Ta b (Tabblad) en selecteer vervolgens Te st .
3. Selecteer één van de volgende opties:
❏Quick Test (Snelle test): een snelle, algemene test van elk
apparaat. Als u ervoor kiest om de test onbeheerd te laten
uitvoeren, hoeft u verder geen handelingen te verrichten.
❏Complete Test (Volledige test): uitgebreide tests van alle
apparaten. U kunt kiezen uit interactieve of onbeheerde
uitvoering van de tests.
1–6Problemen oplossen
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
❏Custom Test (Aangepaste test): alleen de geselecteerde tests
worden uitgevoerd. Zoek in de lijst naar de gewenste apparaten
of tests en klik op het selectievakje naast de betreffende tests
om deze te selecteren. Bij geselecteerde tests wordt een rood
vinkje weergegeven. Bij sommige tests is het noodzakelijk
dat u bepaalde handelingen verricht.
Als u alle subsystemen wilt testen, meldt u zich aan als beheerder.
✎
Wanneer u niet als beheerder bent aangemeld, kunt u bepaalde
subsystemen niet testen. Wanneer een subsysteem niet getest kan
worden, blijkt dit uit een foutbericht onder de naam van het
subsysteem in het venster Test of uit grijs weergegeven selectievakjes
die niet kunnen worden geselecteerd.
4. Selecteer Interactive Mode (Interactief) of Unattended Mode (Onbeheerd). Als u interactieve uitvoering heeft geselecteerd,
wordt u tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma om
invoer gevraagd bij tests waarvoor dit nodig is. Voor bepaalde
tests is interactie met de gebruiker noodzakelijk. Bij deze tests
worden fouten weergeven of wordt het testen stopgezet als u deze
onbeheerd uitvoert.
5. Klik op de knop Begin Testing (Test starten) onder in het venster.
De teststatus wordt weergegeven. De status laat de voortgang en
het resultaat van elke test zien. Voor meer informatie over de
uitgevoerde tests klikt u op het tabblad Log (Logboek), of u klikt
boven in het scherm op Tab (Tabblad) en vervolgens selecteert
u Log (Logboek).
6. Klik op het tabblad Error (Fout) voor gedetailleerde informatie
over eventueel gevonden fouten en de aanbevolen maatregelen.
U kunt bepaalde problemen mogelijk zelf oplossen, als u de
aanbevolen maatregelen uitvoert.
7. Druk de foutinformatie af of sla deze op (met respectievelijk
Print (Afdrukken) of Save As (Opslaan als)) voor het geval u
contact wilt opnemen met een geautoriseerde Compaq Business
of Service Partner.
8. Klik op File (Bestand) en vervolgens op Exit (Afsluiten) om
Compaq Diagnostics (Compaq Diagnose) voor Windows af te sluiten.
Problemen oplossen1–7
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Compaq hulpprogramma Configuration Record
Het Compaq hulpprogramma Configuration Record is een
Windows-programma voor het online verzamelen van informatie,
vergelijkbaar met andere Compaq beheerprogramma’s. Het programma
verzamelt essentiële hardware- en softwaregegevens over verschillende
subsystemen ten behoeve van een volledig overzicht van de computer.
Met het hulpprogramma Configuration Record kunt u automatisch
configuratiewijzigingen herkennen en vergelijken, en heeft u de
mogelijkheid een configuratieoverzicht bij te houden. De gegevens
kunnen worden opgeslagen als een historisch overzicht van meerdere
sessies.
Met behulp van dit programma kunnen problemen worden opgelost
zonder dat u de computer offline hoeft te zetten en kunt u de
beschikbaarheid van de computer optimaliseren. De informatie
die dit hulpprogramma oplevert, is nuttig voor het oplossen van
systeemproblemen en stroomlijnt het serviceproces door snel en
eenvoudig inzicht te verstrekken in systeemconfiguraties, wat de
eerste stap is bij het oplossen van serviceproblemen.
Het hulpprogramma Configuration Record verzamelt automatisch
informatie over de hardware en het besturingssysteem, zodat u een
uitgebreid overzicht over het systeem krijgt. Met dit hulpprogramma
kunt u informatie opvragen en weergeven over het ROM, de
inventariscode, de processor, fysieke schijfeenheden, PCI-apparaten,
het geheugen en het beeldscherm, alsmede over versie, parameters
en configuratiebestanden van het besturingssysteem. Als het
oorspronkelijke bestand Base.log aanwezig is in de map cpqdiags,
wordt het bestand Base.log in een gesplitst venster weergegeven naast
het bestand Now.log, waarbij de verschillen in rood worden aangegeven.
Hulpprogramma Configuration Record uitvoeren
U voert dit programma als volgt uit:
1. Klik op Start > Compaq Information Center (Compaq Informatiecentrum) > Compaq Configuration Record.
U kunt ook het pictogram Compaq Configuration Record
in het Configuratiescherm selecteren.
1–8Problemen oplossen
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Het Compaq hulpprogramma Configuration Record kent twee
✎
weergavemogelijkheden: Show Changed Items Only (Alleen
gewijzigde items weergeven) en Show All (Alles weergeven).
De standaardweergave is Show Changed Items Only (Alleen
gewijzigde items weergeven). Alle tekst wordt hierbij in rood
weergegeven, omdat alleen de verschillen worden getoond. Als u
overschakelt naar Show All (Alles weergeven), ziet u een compleet
overzicht van het systeem.
Het hulpprogramma Configuration Record maakt deel uit van
✎
Compaq Diagnostics for Windows (Diagnose voor Windows).
Als u een upgrade van Compaq Diagnostics for Windows
(Compaq Diagnose voor Windows) uitvoert, wordt automatisch
ook Compaq Configuration Record bijgewerkt.
2. De standaardweergave is Show Changed Items Only (Alleen gewijzigde items weergeven). Als u alle door Compaq
Configuration Record verzamelde informatie wilt weergeven,
klikt u boven in het venster op View (Weergave) en vervolgens
selecteert u Show All (Alles weergeven), of u klikt op het
pictogram Show All Items (Alle items weergeven).
3. Als u de informatie uit het linker of rechter deelvenster wilt opslaan,
selecteert u File (Bestand) > Save Window File (Vensterbestand
opslaan) en vervolgens selecteert u Left Window File
(Linkervenster) of Right Window File (Rechtervenster).
Als u de configuratie van de computer periodiek opslaat, behoudt u een
✎
goed overzicht over de geschiedenis van de configuratie. Dit overzicht
kan nuttig zijn wanneer zich ooit problemen met het systeem voordoen.
4. Klik op File (Bestand) en vervolgens op Exit (Afsluiten) om
Compaq Configuration Record af te sluiten.
Problemen oplossen1–9
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
Compaq Remote Diagnostics Enabling Agent
(Inschakelagent voor Compaq Diagnose op afstand)
Met dit hulpprogramma kunt u problemen sneller oplossen zonder dat
u een website hoeft te bezoeken en de computer offline hoeft te zetten,
zodat de computer maximaal beschikbaar blijft. De informatie die
dit hulpprogramma oplevert, is nuttig voor het oplossen van
computerproblemen en stroomlijnt het serviceproces door snel
en eenvoudig inzicht te verstrekken in mogelijke problemen.
De Compaq Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent voor
✎
Compaq Diagnose op afstand) werkt alleen als Compaq Diagnostics
for Windows (Compaq Diagnose voor Windows) ook is geïnstalleerd.
De Compaq Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent voor
Compaq Diagnose op afstand) biedt een browserinterface voor het
gebruik van Compaq Diagnostics for Windows (Compaq Diagnose
voor Windows). Hierdoor kan het diagnoseproces op afstand worden
bestuurd en kan informatie over de computer eenvoudiger naar een
servicemedewerker worden verzonden.
De Enabling Agent (Inschakelagent) verzamelt informatie over de
hardwareconfiguratie en biedt de mogelijkheid op afstand tests uit
te voeren om computerproblemen te detecteren. Daarnaast geeft dit
hulpprogramma informatie over problemen met computerapparaten
die door de Compaq DMI Management Agents zijn gesignaleerd.
Dergelijke apparaten worden automatisch getest door de Compaq
Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent voor Compaq
Diagnose op afstand).
Als u de Comaq Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent
voor Compaq Diagnose op afstand) gebruikt, kunt u hardwareproblemen
sneller en eenvoudiger herkennen. De Enabling Agent (Inschakelagent)
biedt servicemedewerkers rechtstreeks toegang tot diagnoseprogramma’s
voor de computerhardware, zodat zij met het gebruiksgemak en de
eenvoud van één hulpprogramma een overzicht van de hardware en
van de beschikbare tests voor het analyseren van problemen krijgen.
Hierdoor worden de problemen sneller verholpen. Bovendien wordt
het administratieve proces vereenvoudigd doordat er minder tijd hoeft
te worden besteed aan het bezoeken van websites of aan telefonische
communicatie om eventuele problemen met de computerhardware
op te lossen.
1–10Problemen oplossen
Diagnosevoorzieningen voor problemen met de computer
De Compaq Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent
✎
voor Compaq Diagnose op afstand) is ontworpen om binnen het kader
van Compaq Insight Manager LC te worden gebruikt. De Enabling
Agent (Inschakelagent) is op de meeste commerciële desktopsystemen
voorgeïnstalleerd en is bovendien beschikbaar in de vorm van een
SoftPaq, via
Utilities.
www.compaq.com onder Management Applications and
Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent voor
Compaq Diagnose op afstand) starten
1. Dubbelklik in het Configuratiescherm op het pictogram Compaq
Remote Diagnostics (Compaq Diagnose op afstand).
Met de Compaq Remote Diagnostics Enabling Agent (Inschakelagent
✎
voor Compaq Diagnose op afstand) kunt u Diagnostic Test (Diagnostische
test) of het hulpprogramma Configuration Record in een webbrowser
uitvoeren. Beide hulpprogramma’s kunnen zowel op afstand als lokaal
worden uitgevoerd.
2. Klik op File (Bestand) en vervolgens op Close (Sluiten) om
Compaq Remote Diagnostics (Compaq Diagnose op afstand)
af te sluiten.
Software beschermen
Beveilig de software tegen verlies of beschadiging door backups te
bewaren van alle systeemsoftware, applicaties en verwante bestanden
die op de vaste schijf zijn opgeslagen. Raadpleeg de documentatie bij
het besturingssysteem of bij het backup-programma voor informatie
over het maken van backups van de gegevensbestanden.
Software herstellen
U kunt het besturingssysteem en de software met behulp van de
Compaq Restore Kit in de oorspronkelijke staat terugbrengen.
Raadpleeg de Compaq Restore Kit voor uitgebreide informatie
over het gebruik van deze functie.
Problemen oplossen1–11
2
Problemen oplossen zonder gebruik van
diagnosevoorzieningen
In deze handleiding vindt u informatie over de manier waarop u
minder ernstige problemen met schijfeenheden, de beeldweergave,
het geheugen en de software kunt oplossen. Daarnaast wordt een
groot aantal berichten besproken die op het scherm kunnen
verschijnen, zoals specifieke foutberichten tijdens de Power-On
Self-Test (POST).
Wanneer de POST-berichten zijn uitgeschakeld, worden de meeste
berichten tijdens een Power-On Self-Test onderdrukt, zoals
geheugenberichten en andere berichten dan foutberichten. In deze
stand verschijnen het Compaq logo en het adres van de Compaq
website op het scherm. Foutmeldingen tijdens de zelftest worden
wel op het scherm weergegeven. U kunt tijdens de POST handmatig
POST-berichten inschakelen door op een willekeurige toets te drukken
(behalve
Hoe snel de computer het besturingssysteem laadt en de mate waarin
het systeem wordt getest, wordt bepaald door de geselecteerde
POST-stand: Quick Boot of Full Boot.
F10 en F12). POST-meldingen zijn standaard uitgeschakeld.
Quick Boot is een snel opstartproces waarbij het systeem niet op
alle niveaus wordt getest. De geheugentest wordt bijvoorbeeld niet
uitgevoerd. Bij Full Boot worden alle ROM-systeemtests uitgevoerd
maar dit proces neemt meer tijd in beslag.
U kunt Full Boot bovendien zodanig configureren dat elke
1 tot 30 dagen tests worden uitgevoerd. Via Computer Setup
(Computerinstellingen) kunt u de stand Full Boot om de x dagen
instellen.
Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen voor meer informatie
✎
over Computer Setup (Computerinstellingen).
Problemen oplossen 2–1
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Nuttige tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of
de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat
u verdere actie onderneemt:
■Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
■Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje brandt.
■Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje op de monitor brandt.
■Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm donker is.
■Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een
geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
■Controleer of alle kabels goed op de juiste connectors zijn
aangesloten.
■Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart
of een andere optie heeft geïnstalleerd die niet Plug en
Play-compatibel. Zie “Problemen bij de installatie van hardware
oplossen” voor instructies.
■Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
Wanneer u bijvoorbeeld een printer gebruikt, moet er een
printerstuurprogramma voor de betreffende printer zijn geïnstalleerd.
■Verwijder alle diskettes uit de computer voordat u het systeem
inschakelt.
■Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het
besturingssysteem dat in de fabriek is geïnstalleerd,
controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
■Als het systeem is voorzien van een AGP-kaart (alleen op
bepaalde modellen), moet de monitor worden aangesloten op de
monitorconnector van de AGP-kaart. De andere monitorconnector
is in dat geval uitgeschakeld. Als u de monitor toch op de andere
connector aansluit, zal de monitor niet werken.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact,
is er altijd spanning aanwezig op de systeemkaart. Neem de steker uit het
stopcontact voordat u de computer opent, zodat u schade aan de systeemkaart
en andere onderdelen voorkomt.
2–2Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u de algemene problemen die in dit gedeelte worden
beschreven gemakkelijk zelf kunt oplossen. Neem contact op met uw
Compaq Business of Service Partner als het probleem blijft optreden
en u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
Algemene problemen oplossen
ProbleemOorzaakOplossing
De computer gaat
niet aan.
De computer is
geblokkeerd en
kan niet worden
uitgeschakeld door
op de aan/uit-knop
te drukken.
De computer is niet op
een externe voedingsbron
aangesloten.
De kabels voor
aansluiting op een
externe voedingsbron
zitten los.
Er is een defecte
PCI-kaart geïnstalleerd.
Een voedings- of
datakabel van een
schijfeenheid of de
centrale voedingskabel is
niet goed aangesloten.
De spanningsschakelaar
aan de achterkant van
het computerchassis
is niet op de juiste
netspanning ingesteld
(115 of 230 V)
(op bepaalde modellen).
Softwarebesturing van
de aan/uit-knop is niet
functioneel.
Sluit de computer aan op een
externe voedingsbron.
Zorg ervoor dat de kabels die
de computer met de externe
voedingsbron verbinden goed zijn
aangesloten en dat het stopcontact
onder spanning staat.
Verwijder alle uitbreidingskaarten die
u zojuist heeft geïnstalleerd.
Sluit deze kabels goed aan.
Selecteer de juiste netspanning.
Druk op de aan/uit-knop en houd
deze minimaal 4 seconden
ingedrukt, totdat de computer
wordt uitgeschakeld.
Problemen oplossen2–3
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Algemene problemen oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
De weergave van
datum en tijd is
niet juist.
De computer wordt
automatisch
uitgeschakeld en
het aan/uit-lampje:
1. Knippert vier keer
per seconde (rood
of geel), OF
2. Knippert twee
keer met een
tussenpauze
van één seconde
(rood of geel),
gevolgd door een
pauze van twee
seconden, OF
3. Knippert niet.
Mogelijk moet de
RTC-batterij
(real-timeklok) worden
vervangen. Deze batterij
gaat ongeveer
3 tot 5 jaar mee.
De maximumtemperatuur
is overschreden. Een
ventilator is geblokkeerd
of werkt niet. Of het
koelelement is niet
goed bevestigd aan
de processor.
Stel eerst de datum en de
tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt
hiervoor ook Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken).
Als het probleem blijft optreden,
is het noodzakelijk de batterij van
de realtime klok te vervangen.
Raadpleeg de Handleiding voor de hardware voor informatie over het
vervangen van de batterij of neem
contact op met een geautoriseerde
Compaq Business of Service Partner
om de RTC-batterij te vervangen.
1. De computer staat in een
extreem warme omgeving.
Laat de computer afkoelen.
2. Controleer of de luchtinlaten van
de computer niet geblokkeerd
zijn en of de inwendige
ventilatoren (bijvoorbeeld van de
voeding, de systeemkast en/of
de processor) goed werken.
3. Controleer of het koelelement
goed is bevestigd.
4. Neem contact op met een
Compaq Business of
Service Partner.
2–4Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Algemene problemen oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
3. Knippert niet.
(vervolg)
De computer lijkt
regelmatig tijdelijk
te pauzeren.
Kap of toegangspaneel
van de computer kan
niet worden verwijderd.
De maximum
bedrijfstemperatuur is
overschreden doordat
u de computer heeft
gebruikt terwijl de kap
of het toegangspaneel
was verwijderd.
De luchtgeleiderplaat
(indien nodig) is niet
goed geïnstalleerd
zodat de luchtstroom
de processor niet
goed koelt.
Een processor- of
systeemventilator
werkt niet meer.
Het netwerkstuurprogramma is geladen,
maar er is geen
netwerkverbinding tot
stand gebracht.
Smart Cover Lock, een
functie op een aantal
modellen, is vergrendeld.
Plaats de kap of het toegangspaneel
terug en laat de computer afkoelen
voordat u probeert de computer aan
te zetten.
Plaats de luchtgeleiderplaat opnieuw
volgens de instructies in de
Handleiding voor de hardware.
Neem contact op met een Compaq
Service Partner voor de vervanging
van de processor- of
systeemventilator.
Breng een netwerkverbinding tot
stand of gebruik Computer Setup
(Computerinstellingen) of Microsoft
Windows Apparaatbeheer om de
netwerkadapter uit te schakelen.
Ontgrendel Smart Cover Lock met
behulp van Computer Setup
(Computerinstellingen).
U kunt de Smart Cover Failsafe Key,
waarmee u Smart Cover Lock
handmatig kunt uitschakelen, bij
Compaq aanschaffen. U heeft deze
sleutel nodig als u het wachtwoord
bent vergeten, bij stroomuitval of bij
een computerstoring.
Problemen oplossen2–5
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Algemene problemen oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Het prestatieniveau is
erg laag.
Cursor kan niet worden
verplaatst met de
pijltoetsen op het
toetsenbord.
De processor is te heet.1. Zorg ervoor dat de luchtaanvoer
naar de computer niet is
geblokkeerd.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren
zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren
werken alleen bij behoefte).
3. Controleer of het koelelement
van de processor goed is
bevestigd.
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld.
Druk op Num Lock. Het
Num Lock-lampje moet uit zijn als
u de pijltoetsen wilt gebruiken.
2–6Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Voedingsproblemen oplossen
Voedingsproblemen oplossen
ProbleemOorzaakOplossing
Computer kan niet worden
ingeschakeld (lampje aan
voorzijde computer
brandt niet).
Rood of geel
aan/uit-lampje knippert
elke 2 seconden (op de
meeste modellen).
De computer is niet
op een externe
voedingsbron
aangesloten.
De kabels voor
aansluiting op een
externe voedingsbron
zitten los.
Aan/uit-schakelaar
is niet op de
systeemkaart
aangesloten (niet
op alle modellen
beschikbaar).
De spanningsschakelaar
aan de achterkant van
het computerchassis is
niet op de juiste
netspanning ingesteld
(115 of 230 V) (op
bepaalde modellen).
Stopcontact is defect.Controleer het stopcontact door
Netvoeding is
overbelast of er
is kortsluiting.
Sluit de computer aan op een
externe voedingsbron.
Zorg ervoor dat de kabels die
de computer met de externe
voedingsbron verbinden goed zijn
aangesloten en dat het stopcontact
onder spanning staat.
Sluit de kabel van de schakelaar
aan op de systeemkaart.
Selecteer de juiste netspanning.
er een ander elektrisch apparaat
op aan te sluiten.
Verwijder de steker van de
computer uit het stopcontact.
Verwijder alle interne voedingskabels
en koppel alle PCI-kaarten los.
Sluit de apparaten vervolgens
een voor een weer aan en schakel
de voeding in om de oorzaak
op te sporen.
Problemen oplossen2–7
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Voedingsproblemen oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Rood of geel
aan/uit-lampje knippert
elke 2 seconden (op de
meeste modellen).
(vervolg)
De voeding wordt af en toe
uitgeschakeld.
De voedingskabel van
de diskettedrive is niet
goed aangesloten.
De voeding wordt
uitgeschakeld nadat
het systeem op
temperatuur komt.
Thermische
overbelasting door
slecht functionerende
ventilator.
Netvoeding gaat
niet aan door een
storing in de interne
voedingseenheid.
De spanningsschakelaar
aan de achterkant van
het computerchassis
is niet op de juiste
netspanning ingesteld
(115 of 230 V) (op
bepaalde modellen).
De voeding wordt
niet ingeschakeld
door probleem
met de interne
stroomvoorziening.
Als u de voedingskabel op de
diskettedrive aansluit, moeten
alle 4 pinnen op de diskettedrive
contact maken met de connector
op de kabel.
Vervang de voeding.
Vervang de voeding.
Selecteer de juiste netspanning.
Vervang de voeding.
2–8Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Voedingsproblemen oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
De computer wordt
automatisch uitgeschakeld
en het aan/uit-lampje:
1. Knippert vier keer
per seconde (rood
of geel), OF
2. Knippert twee keer in
de kleur rood, gevolgd
door een pauze van
twee seconden, OF
3. Knippert niet.
De maximumtemperatuur is overschreden.
Een ventilator is
geblokkeerd of werkt
niet, of het koelelement
is niet goed aan de
processor bevestigd.
1. De computer staat in een
extreem warme omgeving.
Laat de computer afkoelen.
2. Controleer of de luchtinlaten
van de computer niet
geblokkeerd zijn en of de
inwendige ventilatoren
(bijvoorbeeld van de voeding,
de systeemkast en/of de
processor) goed werken.
3. Controleer of het koelelement
goed is bevestigd.
4. Neem contact op met een
Compaq Business of
Service Partner.
Problemen oplossen2–9
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Problemen met diskettes oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u problemen met diskettes
ondervindt.
Wanneer u hardware toevoegt of verwijdert, zoals een extra
✎
diskettedrive, kan het nodig zijn de computer opnieuw te
configureren. Zie “Problemen bij de installatie van hardware
oplossen” voor instructies.
Problemen met diskettes oplossen
ProbleemOorzaakOplossing
Lampje van de
diskettedrive blijft branden.
Diskette is beschadigd.In Microsoft Windows 98 voert
In Microsoft Windows 2000,
Microsoft Windows NT of
Microsoft Windows XP klikt u met
de rechtermuisknop op Start,
vervolgens klikt u op Verkennen
en daarna selecteert u een
schijfeenheid. Selecteer Bestand >
Eigenschappen > Extra
Foutcontrole op Nu controleren
De diskette is niet goed
in de diskettedrive
geplaatst.
De knop van de
schijfeenheid is
niet ingedrukt.
Bestanden op de
diskette zijn
beschadigd.
Verwijder de diskette en plaats
deze opnieuw in de diskettedrive.
Druk op de knop van de
schijfeenheid.
Controleer de programmadiskettes.
.
. Klik bij
.
2–10Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Problemen met diskettes oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Lampje van de
diskettedrive blijft branden.
(vervolg)
Station niet gevonden.Kabel zit los.Sluit de voedingskabel en
Diskettedrive kan niet naar
een diskette schrijven.
De kabel van de
schijfeenheid is niet
Sluit de kabel van de drive opnieuw
aan.
goed aangesloten.
gegevenskabel van de
diskettedrive opnieuw aan.
De verwisselbare
Plaats de drive opnieuw.
schijfeenheid is
verkeerd geplaatst.
U heeft een
hot-pluggable vaste
schijf proberen te
plaatsen waarop
Sluit Windows af en zet de
computer uit. Plaats de schijfeenheid
in de MultiBay, als dit nog niet het
geval is. Zet de computer aan.
DriveLock-beveiliging
is ingeschakeld.
(Deze voorziening is
niet op alle modellen
beschikbaar.)
Diskette is niet
Formatteer de diskette.
geformatteerd.
De diskette is beveiligd
tegen schrijven.
U schrijft naar de
verkeerde schijfeenheid.
Er is onvoldoende
Gebruik een andere diskette of
verwijder de schrijfbeveiliging.
Controleer de stationsaanduiding
in het pad.
Gebruik een andere diskette.
ruimte op de diskette.
De Diskette
schrijfbeveiliging
is ingeschakeld.
Controleer in Computer Setup
(Computerinstellingen) of de
schrijfbeveiliging voor opslagmedia
is uitgeschakeld.
Diskette is beschadigd.Vervang de diskette.
Problemen oplossen2–11
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Problemen met diskettes oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
U kunt de diskette niet
formatteren.
Er heeft zich een probleem
voorgedaan bij een
schijftransactie.
Diskettedrive kan een
diskette niet lezen.
Melding ongeldige
media.
De mapstructuur is
niet goed of er is een
probleem met een
bestand.
Diskette is niet
geformatteerd.
U gebruikt het
verkeerde type diskette
voor de diskettedrive.
Als u een schijf in DOS formatteert,
kan het noodzakelijk zijn de
diskettecapaciteit aan te geven.
Typ bijvoorbeeld de onderstaande
opdracht achter de DOS-prompt
om een 1,44-KB diskette te
formatteren:
FORMAT A: /F:1440
In Windows 98 voert u
Schijfcontrole uit. Klik op
Start > Programma’s >
Bureau-accessoires >
Systeemwerkset >
Schijfcontrole
In Windows 2000, Windows NT
of Windows XP klikt u met de
rechtermuisknop op Start,
vervolgens klikt u op Verkennen
en daarna selecteert u een
schijfeenheid. Selecteer Bestand >
Eigenschappen > Extra
Foutcontrole op Nu controleren
Formatteer de diskette.
1. Selecteer in Windows Verkenner
de diskettedrive A:.
2. Klik met de rechtermuisknop op
de naam van de diskettedrive
en kies Formatteren
3. Stel de gewenste opties in en
klik op Uitvoeren om met het
formatteren te beginnen.
Controleer welk type drive u
gebruikt en gebruik het juiste
type diskette.
.
. Klik bij
.
.
2–12Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Problemen met diskettes oplossen (vervolg)
ProbleemOorzaakOplossing
Diskettedrive kan een
diskette niet lezen.
(vervolg)
Er wordt een bericht
over een ongeldige
systeemschijf
weergegeven.
In Windows 2000, Windows NT
of Windows XP klikt u met de
rechtermuisknop op Start,
vervolgens klikt u op Verkennen
en daarna selecteert u een
schijfeenheid. Selecteer Bestand >
Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren
.
.
2–14Problemen oplossen
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.