De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming
van Hewlett-Packard, met uitzondering
van wat is toegestaan onder de wet op
de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Microsoft® Windows®, Windows® XP,
Windows Vista® en Windows® 7 zijn in
de V.S. gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
ENERGY STAR® en het ENERGY
STAR®-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
contact op te nemen met een bevoegd
technicus.
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Lees en begrijp alle instructies in de
documentatie bij uw printer.
2. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product zijn
aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit apparaat
gaat reinigen.
4. Installeer en gebruik het product niet
in de nabijheid van water of wanneer u
nat bent.
5. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het
netsnoer niet wordt beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan
oplossen.
8. U mag zelf geen onderdelen
repareren. Voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden dient u
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
•
Toegankelijkheid
Eco-Tips
•
De onderdelen van de printer kennen
•
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
•
Het modelnummer van de printer vinden
•
HP Digital Solutions
•
Afdrukmateriaal selecteren
•
Een origineel op de glasplaat leggen
•
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
•
Afdrukmateriaal plaatsen
•
Een geheugenkaart plaatsen
•
De printer onderhouden
•
Zet de printer uit
•
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Zie
voor meer informatie.
Compatibiliteit besturingssysteem
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een visuele
handicap of verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -functies
van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste technologische
hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naar-tekst toepassingen.
Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen
in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en
MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
www.hp.com/accessibility.
Aan de slag9
Hoofdstuk 1
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple
op
www.apple.com/accessibility.
Eco-Tips
HP streeft ernaar om klanten te helpen om hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt de onderstaande Eco-Tips om u te helpen letten op manieren waarop u de
effecten van uw afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken. Naast specifieke functies in
deze printer kunt u de website HP Eco Solutions bezoeken voor meer informatie over de
milieu-initiatieven van HP.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
•Informatie over energiebesparing: Zie
kwalificatiestatus voor deze printer te bekijken.
•Gerecyclede materialen: Voor meer informatie over het recyclen van HP-producten
gaat u naar:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Stroomverbruik om de ENERGY STAR®-
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Vooraanzicht
Ruimte voor printerbenodigdheden
•
Achteraanzicht
•
Vooraanzicht
5
4
3
1Bedieningspaneel
2Hoofdlade
3Sleuven voor geheugenkaarten
10Aan de slag
1
2
(vervolg)
4Scannerglasplaat
5Automatische documentinvoer
Ruimte voor printerbenodigdheden
12
1Toegangsklep cartridge
2Printcartridges
Achteraanzicht
1USB-poort
2Ethernet-poort
3Stroomaansluiting
41-LINE (fax)
52-EXT (telefoon)
43215
De onderdelen van de printer kennen11
Hoofdstuk 1
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Overzicht knoppen en lampjes
Pictogrammen scherm van het bedieningspaneel
•
Printerinstellingen wijzigen
•
Overzicht knoppen en lampjes
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de
functies op het bedieningspaneel van de printer.
1234
9
8
567
LabelNaam en beschrijving
1Begin: Druk op deze knop om vanuit ieder ander scherm terug te keren naar het beginscherm.
2Kleurenscherm: raak het pictogram op het kleurenscherm aan om een printerfunctie te kiezen.
3Help: hiermee wordt het helpscherm geopend.
4Toetsenblok: gebruik het toetsenblok om getallen en tekst in te geven.
5Lampje draadloos: het lampje brandt als de draadloze radio is ingeschakeld.
6Annuleren: hiermee stopt u een taak, sluit u een scherm af of sluit u de instellingen af.
7Pijl naar rechts: hiermee bladert u door de instellingen in de schermen.
8Terug: Raak deze knop aan om terug te keren naar het vorige scherm.
9Pijl naar links: hiermee bladert u door de instellingen in de schermen.
12Aan de slag
Pictogrammen scherm van het bedieningspaneel
PictogramDoel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de
infrastructuurmodus. Zie
meer informatie.
Toont een scherm waarin u informatie kunt zien over inktcartridges, waaronder
de inktniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand wanneer een inktcartridge
aandacht vereist.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven
alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan
te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te
vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Toont een scherm waarin u kopies kunt maken of andere andere opties kunt
selecteren.
Toont een scherm waar u kunt faxen of faxinstellingen kunt kiezen.
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
Toont een scherm waarin u kunt scannen of de scaninstellingen kunt
aanpassen.
Toont het Fotoscherm om selectieopties te selecteren.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere
onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm. Het
onderwerp dat u uit het Helpscherm selecteert, wordt geopend in een
helpvenster op de monitor van de computer.
Toont het Netwerkscherm waarin u selectieopties kunt selecteren.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken13
Hoofdstuk 1
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te wijzingen,
afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te raadplegen.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen ook
wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HPprintersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver
(EWS). Zie
hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De modus selecteren
Printerinstellingen wijzigen
•
De modus selecteren
Het beginscherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer
weer.
Raak de linkerpijl
vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de opdrachten
op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het scherm van het
bedieningspaneel keert terug naar het startscherm zodra de taak is voltooid.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een andere modus selecteren
De instellingen van een modus wijzigen
•
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze
of de rechterpijl aan om de beschikbare modi te bekijken en raak
Een andere modus selecteren
Raak de
rechterpijl
pictogram aan om de modus te selecteren die u wilt gebruiken.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltjestoetsen aan om door de
beschikbare instellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt
wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
Opmerking Raak de -knop aan om terug te keren naar het vorige menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die
beschikbaar zijn in het scherm Instellingen:
1. Raak rechterpijl
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen.
3. Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
14Aan de slag
-knop aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak linkerpijl of
aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak vervolgens het
aan en raak vervolgens Instellingen aan.
Opmerking Raak Terug aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer een
specifiek modelnummer. Gebruik dit nummer voor ondersteuning en om de
benodigdheden en accessoires die beschikbaar zijn voor uw printer te identificeren.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de printer, in de buurt van
de printcartridges.
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het
vereenvoudigen en stroomlijnen van uw werk.
Scannen naar computer
Bij gebruik van deze printer kunt u gewoon naar het apparaat stappen, een knop op het
bedieningspaneel van de printer aanraken en documenten rechtstreeks naar een
computer scannen of ze snel als e-mailbijlagen delen met zakenpartners.
Zie
Scannen voor meer informatie.
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer
te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u gemakkelijk
digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met stapels
papieren bestanden.
Daarnaast kunt u het afdrukken van faxen helemaal uitzetten - dit bespaart papier- en
inktkosten en helpt papierverbruik en -afval te verminderen.
Zie
Faxen op uw computer ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) voor meer
informatie.
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor
kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote
hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit.
Bezoek de website van HP op
afdrukmateriaal.
www.hp.com voor meer informatie over HP-
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier
met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste
standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen,
en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper
zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zoek
naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en
formaten van grote papierfabrikanten.
Afdrukmateriaal selecteren15
Hoofdstuk 1
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal
•
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Superior
inkjetpapier
HP Helderwit
inkjetpapier
HP-afdrukpapierHP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee
HP Office PaperHP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
HP Office Gerecycled
papier
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
HP Premium Inkjet
Transparant
HP Advanced
fotopapier
HP Everyday
Fotopapier
Dit papier heeft een glanzende of matte laag aan beide kanten voor
dubbelzijdig gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties
van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale
presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
scherpere zwart en intensere kleuren.
maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten
die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft
ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en
intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame
documenten
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLoktechnologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties,
voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar papier met
een imponerende uitstraling.
Op HP Premium Inkjet transparanten komen uw kleurenpresentaties
beter tot hun recht. Deze transparanten zijn gemakkelijk in het gebruik
en drogen snel en zonder vlekken.
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het
papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid.
De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een
winkel hebt laten afdrukken. Het papier is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5x11 inches, 10x15 cm (4x6 inches), 13x18
cm (5x7 inches) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat
voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
16Aan de slag
(vervolg)
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-glanzende
afwerking in 8,5 x 11 inch, A4, 4 x 6 inch en 10 x 15 cm. Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
HP Iron-On TransfersHP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met
uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere benodigdheden te
bestellen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw printer te selecteren en klik vervolgens op een van de links voor bestellingen op de
pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
HP Photo Value Packs:
In de HP Photo Value Packs worden oorspronkelijke HP printcartridges en HP
Geavanceerd fotopapier handig samen verpakt om u tijd te besparen en het giswerk voor
het afdrukken van professionele foto's met uw HP-printer weg te nemen. Oorspronkelijke
HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw
foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor het afdrukken van alle
foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm, 13 x 18 cm en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het
afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is
direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter.
Beschikbaar met semi-glanzende afwerking in 8,5 x11 inches, A4, 4x6 inches and 10x15
cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Photo Value Packs:
In de HP Photo Value Packs worden oorspronkelijke HP printcartridges en HP
Geavanceerd fotopapier handig samen verpakt om u tijd te besparen en het giswerk voor
het afdrukken van professionele foto's met uw HP-printer weg te nemen. Oorspronkelijke
HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw
Afdrukmateriaal selecteren17
Hoofdstuk 1
foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor het afdrukken van alle
foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
Ga naar
bestellen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw printer te selecteren en klik vervolgens op een van de links voor bestellingen op de
pagina.
www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere benodigdheden te
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
•Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
•Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
•Zorg er bij het laden van de lades of ADF voor dat het papier juist geplaatst is. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
•Plaats niet te veel papier in de lade of ADF. Zie
informatie.
•Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF
plaatsen:
◦Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
◦Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Mediaspecificaties voor meer
Opmerking Om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen zijn
te scannen, te kopiëren of te faxen, gebruikt u de glasplaat van de scanner. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat leggen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de
glasplaat te leggen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep
niet schoon zijn. Zie
18Aan de slag
De printer onderhouden voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij
het plaatsen van originelen.
3. Sluit de klep.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de automatische
invoerlade te plaatsen.
Let op Laad geen foto's in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd raken.
Opmerking Documenten van Legal-formaat kunnen niet worden gescand,
gekopieerd of gefaxt met de ADF.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen19
Hoofdstuk 1
De invoerlade kan maximaal 35 vellen gewoon papier bevatten.
Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen
Gebruik deze stappen om een document te plaatsen in de automatische invoerlade.
1. Plaats uw origineel, met de bedrukte zijde omhoog, in de documentinvoerlade. Plaats
de pagina's zodat de bovenkant van het document eerst wordt ingevoerd. Schuif het
materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een
bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden
van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van
het afdrukmateriaal komen.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Plaats afdrukmateriaal van standaard formaat
Enveloppen laden
•
Kaarten en fotopapier plaatsen
•
Transparanten plaatsen
•
Afdrukmateriaal van speciaal formaat plaatsen
•
20Aan de slag
Plaats afdrukmateriaal van standaard formaat
Media laden
Gebruik deze instructies om standaard afdrukmateriaal te plaatsen.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Indien u papier van groter formaat plaatst, trek dan aan de
invoerlade om ze te vergroten.
3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterkant van de
hoofdlade. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal op een lijn ligt met de rechter- en
achterkant van de lade en dat het papier de lijnmarkering op de lade niet overschrijdt.
2
1
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
Afdrukmateriaal plaatsen21
Hoofdstuk 1
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Opmerking Klap het verlengstuk van de uitvoerlade volledig naar beneden en
klap de papierstopper naar beneden wanneer u documenten groter dan A3 / 11
x 17 inch afdrukt.
Enveloppen laden
Enveloppen laden
Gebruik deze instructies om een enveloppe te plaatsen.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Indien u papier van groter formaat plaatst, trek dan aan de
invoerlade om ze te vergroten.
22Aan de slag
3. Plaats enveloppen volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen de
markering in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Gebruik deze instructies om fotopapier te plaatsen.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Indien u papier van groter formaat plaatst, trek dan aan de
invoerlade om ze te vergroten.
3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterkant van de
hoofdlade. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal op een lijn ligt met de rechter- en
achterkant van de lade en dat het papier de lijnmarkering op de lade niet overschrijdt.
Als het fotopapier een tab aan een rand heeft, zorg er dan voor dat deze naar de
voorkant van de printer wijst.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
Afdrukmateriaal plaatsen23
Hoofdstuk 1
4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Transparanten plaatsen
Transparanten plaatsen
Gebruik deze instructies om transparanten te plaatsen.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Indien u papier van groter formaat plaatst, trek dan aan de
invoerlade om ze te vergroten.
3. Plaats de transparanten met de ruwe zijde of de afdrukzijde naar beneden langs de
rechterkant van de hoofdlade. Zorg ervoor dat de plakstrip naar de achterkant van
de printer is gericht en dat de stapel transparanten op een lijn ligt met de rechter- en
achterhoeken van de lade. Zorg er ook voor dat de stapel de markering in de lade
niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
24Aan de slag
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Afdrukmateriaal van speciaal formaat plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Gebruik deze instructies om afdrukmateriaal van speciaal formaat te plaatsen.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund
door de printer. Zie
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Indien u papier van groter formaat plaatst, trek dan aan de
invoerlade om ze te vergroten.
3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterkant van de
hoofdlade. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal op een lijn ligt met de rechter- en
achterkant van de lade en dat het papier de lijnmarkering op de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
Afdrukmateriaal plaatsen25
Hoofdstuk 1
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Een geheugenkaart plaatsen
Als u een digitale camera hebt waarbij de foto's worden opgeslagen op een
geheugenkaart, kunt u deze geheugenkaart in de printer plaatsen en zo de foto's
afdrukken of opslaan.
Let op Als u een geheugenkaart probeert te verwijderen terwijl deze wordt gelezen,
kan dit de bestanden op de kaart beschadigen. U kunt een kaart alleen veilig
verwijderen als het fotolampje niet knippert. Plaats bovendien nooit meer dan één
geheugenkaart tegelijk omdat ook hierdoor de bestanden op de kaarten kunnen
worden beschadigd.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenkaarten.
Raadpleeg Geheugenkaartspecificaties voor meer informatie over ondersteunde
geheugenkaarten.
Een geheugenkaart plaatsen
1. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de richting
van de printer.
2. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf.
Opmerking U kunt niet meer dan een geheugenkaart in de printer plaatsen.
De printer onderhouden
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer optimaal
blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
•
De glasplaat van de scanner reinigen
De buitenkant reinigen
•
De automatische documentinvoer (ADF) reinigen
•
26Aan de slag
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en
een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën
aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Zie
2. Til de scannerklep op.
3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije
doek.
Zet de printer uit voor meer informatie.
Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een
glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met
schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen
de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen
achterlaten op de glasplaat.
Let op Het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aanbrengen op de glasplaat.
Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat
lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De printer onderhouden27
Hoofdstuk 1
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Schakel de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact
voordat u de printer gaat reinigen. Zie
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. De buitenkant van de printer hoeft niet te worden gereinigd. Zorg ervoor dat
er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
Zet de printer uit voor meer informatie.
De automatische documentinvoer (ADF) reinigen
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen,
reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
Als er lijnen of stof op de gescande documenten of faxen verschijnen, reinig dan de plastic
strip in de ADF.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Hierdoor kunt u eenvoudig bij de rollen (2) en het scheidingsmechanisme (3) komen.
2
3
1
1 Klep van de automatische documentinvoer
2 Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige
vloeistof uit de doek.
28Aan de slag
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
De plastic strip in de automatische documentinvoer reinigen
Gebruik deze instructies om de plastic strip in de ADF te reinigen.
1. Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact. Zie
Zet de printer uit voor
meer informatie.
Opmerking De tijd en datum zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang de
printer geen stroom heeft ontvangen. Als u het netsnoer weer aansluit, moet u de
datum en de tijd wellicht opnieuw instellen.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op tot deze stopt, en maak de klep
voorzichtig open om deze te ontgrendelen.
De printer onderhouden29
Hoofdstuk 1
3. Til de klep van de automatische documentinvoer verder op tot in verticale positie.
4. Trek het mechamisme van de automatische documentinvoer omhoog.
5. Reinig de plastic strip met een zachte doek of spons, die u vochtig hebt gemaakt met
een niet-schurend glasschoonmaakmiddel.
30Aan de slag
Let op Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloormethaan
op de plastic strip. Dit kan hierdoor worden beschadigd. Giet of spuit geen
vloeistof rechtstreeks op de plastic strip. De vloeistof kan naar binnen lopen en
de printer beschadigen.
6. Laat het mechanisme van de automatische documentinvoer voorzichtig zakken om
te voorkomen dat de plastic strip losraakt, en sluit de klep van de automatische
documentinvoer.
7. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de printer in.
Opmerking Indien u nog steeds stof of strepen op scans ziet na het reinigen
van de plastic strip, moet u mogelijk een nieuwe plastic strip bestellen. Zie
www.hp.com/support voor meer informatie.
Zet de printer uit
Schakel de printer uit door te drukken op de knop op de printer. Wacht tot het lampje
uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als u de printer
verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste
positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit
veroorzaken.
Zet de printer uit31
2Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de
instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt
afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer
informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
Documenten afdrukken
Opmerking Met sommige papiersoorten kunt u op beide zijden van een blad papier
afdrukken ("dubbelzijdig afdrukken" of "duplex afdrukken"). Zie
afdrukken (duplex afdrukken) voor meer informatie.
Opmerking U kunt op elke locatie afdrukken door de functie ePrint van HP te
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
•
32Afdrukken
gebruiken. Zie
Documenten afdrukken (Windows)
Documenten afdrukken (Mac OS X)
HP ePrint voor meer informatie.
Documenten zonder rand afdrukken
Dubbelzijdig
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op het
tabblad Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af
te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de selectie Printer
om het afdrukdialoogvenster uit te klappen en toegang te krijgen tot deze opties.
5. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Opmerking U kunt op elke locatie afdrukken door de functie ePrint van HP te
gebruiken. Zie
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
•
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om
de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
HP ePrint voor meer informatie.
Hulpprogramma's
Brochures afdrukken33
Hoofdstuk 2
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op het
tabblad Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af
te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op Papiersoort/Kwaliteit uit het pop-upmenu (onder de instelling Afdrukstand),
en selecteer de volgende instellingen:
•Papiersoort: de juiste soort brochurepapier
•Kwaliteit:Normaal of Beste
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de selectie Printer
om naar deze opties te gaan.
5. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Vermijd bij het selecteren van enveloppen die met een dikke kleeflaag, een zelfklevende
laag, een sluiting of vensters. Ook enveloppen met dikke, onregelmatig gevormde of
gekrulde kanten of gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten kunt
u beter niet gebruiken.
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst stevig gemaakt en goed
gevouwen zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
•
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats de enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
34Afdrukken
6. Klik op het tabblad Papier / kwaliteit en selecteer vervolgens het juiste
enveloppetype uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats de enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik in het pop-upmenu Papierformaat op het juiste envelopformaat.
5. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de selectie Printer
om naar deze opties te gaan.
6. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
•
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
•
DPOF-foto's afdrukken
•
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om de
foto in zwart-wit af te drukken.
6. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken35
Hoofdstuk 2
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op Papiersoort/Kwaliteit uit het pop-upmenu (onder de instelling
Afdrukstand), en selecteer de volgende instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type fotopapier
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de selectie Printer
om naar deze opties te gaan.
5. Selecteer de gewenste opties Foto herstellen:
•Uit: hiermee worden geen HP Real Life-technologieën op de afbeelding
toegepast.
•Normaal: hiermee wordt het beeld automatisch scherp gesteld; hiermee past u
de scherpte van het beeld enigszins aan.
6. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-upmenu
Kleur. Kies hier een van deze opties:
•Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
•Alleen zwarte printcartridge: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in
grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende patronen
van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
De functie Foto's selecteren is alleen beschikbaar als de geheugenkaart geen DPOFinhoud heeft.
Geselecteerde foto's afdrukken
1. Plaats de geheugenkaart in de juiste sleuf van de printer. Op scherm van hetbedieningspaneel verschijnt het Fotoscherm.
2. Raak Bekijken & afdrukken aan. De foto's worden weergegeven.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
a.Raak Alles selecteren aan.
b.Raak Instellingen aan om wijzigingen te maken aan de opmaak, de papiersoort
of de datum en selecteer vervolgens Gereed.
c.Raak Afdrukken aan. Het voorbeeldscherm verschijnt. U hebt opties op dit
scherm om de instellingen te wijzigen of meer foto's toe te voegen. Raak de
rechter en linker pijltjestoets aan om een voorbeeld van alle foto's te zien.
d.Raak Afdrukken aan om alle foto's op de geheugenkaart af te drukken.
36Afdrukken
- of a. Raak een foto aan die u wilt afdrukken. De foto wordt vergroot en biedt u
verschillende bewerkingsopties.
•Raak de pijltjestoetsen omhoog en omlaag aan om aan te geven hoeveel
kopieën u wilt afdrukken.
•Raak het pictogram Volledig scherm aan om de foto schermvullend te
vergroten.
•Raak Bewerken aan om wijzigingen te maken aan de foto voor het afdrukken,
zoals Draaien, Bijsnijden en Rode ogen verwijderen.
b.Raak Gereed aan wanneer u klaar bent met het maken van wijzigingen aan de
foto. De voorbeeldweergave van de geselecteerde foto wordt weergegeven.
c. Raak een van de volgende opties aan.
•Raak Meer toevoegen aan om meer foto's te selecteren en bewerken.
•Raak Instellingen aan om wijzigingen te maken aan de manier waaorp de
foto's worden afgedrukt, zoals de opmaak, de papiersoort of de datum en
selecteer vervolgens Gereed.
•Raak Afdrukken aan om de geselecteerde foto's af te drukken.
DPOF-foto's afdrukken
Met de camera geselecteerde foto's zijn de foto's die u met uw digitale camera hebt
gemarkeerd als foto's die moeten worden afgedrukt. Afhankelijk van de camera, kan de
camera de paginalay-out, het aantal kopieën en andere afdrukinstellingen identificeren.
De printer ondersteunt de DPOF-indeling 1.1 (Digital Print Order Format). Dit betekent
dat u de foto's niet opnieuw hoeft te selecteren als u ze wilt afdrukken.
Als u foto's wilt afdrukken die met de camera zijn geselecteerd, gelden de
afdrukinstellingen van de printer niet. De DPOF-instellingen voor paginalay-out en aantal
kopieën krijgen dan voorrang op die van de printer.
Opmerking Niet alle digitale camera's bieden u de mogelijkheid om foto's die u wilt
afdrukken van een markering te voorzien. Raadpleeg de bij uw digitale camera
geleverde documentatie om te weten of uw camera de DPOF-bestandsindeling 1.1
ondersteunt.
Met de camera geselecteerde foto's afdrukken met de DPOF-norm
1. Plaats de geheugenkaart in de juiste sleuf van de printer.
2. Als u daarom wordt gevraagd, voert u een van de volgende handelingen uit:
•Raak OK aan om alle foto's met DPOF-markering af te drukken.
De printer drukt alle foto's met DPOF-markering af.
•Raak Nee aan om DPOF-afdrukken uit te schakelen.
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat
in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten
aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Afdrukken op speciaal en aangepast papier37
Hoofdstuk 2
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Met sommige papiersoorten kunt u op beide zijden van een blad papier
afdrukken ("dubbelzijdig afdrukken" of "duplex afdrukken"). Zie
afdrukken (duplex afdrukken) voor meer informatie.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Afdrukken op speciaal papier (Mac OS X)
Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
•
Afdrukken op speciaal papier (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste
formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie voor instructies
Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Dubbelzijdig
Speciale papierformaten instellen (Mac OS X)
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Selecteer de gewenste printer in het pop-upmenu Formaat voor.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
4. Klik op het + teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos, en typ een naam
voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in,
indien u deze wilt aanpassen.
6. Klik op OK.
Documenten zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een
softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het
formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
•
38Afdrukken
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie die het dialoogvenster Eigenschappen van de printer opent.Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Klik op Zonder rand afdrukken in de optie Afdrukken zonder rand.
7. Klik op het tabblad Papier / kwaliteit. Selecteer de juiste papiersoort in devervolgkeuzelijst Media.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Volg deze instructies om afdrukken zonder rand in te schakelen.
Mac OS 10.6. Klik onder Papiersoort/Kwaliteit om het selectievakje Afdrukken
zonder rand te selecteren en pas de instelling Uitbreiden zonder rand aan zoals
nodig.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op Papiersoort/Kwaliteit uit het pop-upmenu (onder de instelling
Afdrukstand), en selecteer de volgende instellingen:
•Papiersoort: De juiste papiersoort
•Kwaliteit:Beste of Maximum dpi
5. Selecteer indien nodig de gewenste opties Foto herstellen:
6. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
HP ePrint
Met HP ePrint kunt u afdrukken vanaf mobiele telefoons, netbooks of andere mobiele
toestellen die via e-mail zijn verbonden - wanneer u wilt, waar u wilt. Met de mobiele
diensten van uw toestel en de Webservices van de printer kunt u documenten op een
printer afdrukken die naast u staat of op duizenden kilometers afstand is.
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de selectie Printer
om naar deze opties te gaan.
•Uit: hiermee worden geen HP Real Life-technologieën op de afbeelding
toegepast.
•Normaal: hiermee wordt het beeld automatisch scherp gesteld; hiermee past u
de scherpte van het beeld enigszins aan.
afdrukken te starten.
HP ePrint39
Hoofdstuk 2
U hebt de volgende componenten nodig om de HP ePrint-service te gebruiken:
•Een HP-printer met ePrint-functies die is verbonden met het internet (via een
Ethernet-kabel of een draadloze verbinding)
•Een toestel met een werkende e-mailfunctie
Volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer om de Webservices van de
printer in te schakelen en in te stellen. Surf naar
informatie.
www.hp.com/go/ePrintCenter voor meer
Dubbelzijdig afdrukken (duplex afdrukken)
Met sommige papiersoorten kunt u op beide zijden van een blad papier afdrukken
("dubbelzijdig afdrukken" of "duplex afdrukken").
U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde pagina’s af
te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even genummerde pagina’s af
te drukken.
Zie
Richtlijnen voor dubbelzijdig (duxplex) afdrukken voor meer informatie.
40Afdrukken
3Scannen
U kunt het bedieningspaneel van de printer gebruiken om documenten, foto's en andere
originelen te scannen en ze naar diverse bestemmingen te zenden, zoals een doelmap
op een computer. U kunt deze originelen ook scannen vanaf uw computer met de HPsoftware bij de printer of met TWAIN-compliant of WIA-compliant programma's.
Bij het scannen van documenten kunt u HP-software gebruiken om documenten te
scannen in een formaat waarin u kunt doorzoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-software
hebt geïnstalleerd.
Tip Raadpleeg Scanproblemen oplossen indien u problemen ondervindt bij het
scannen van documenten
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een origineel scannen
Een groter origineel scannen (A3 of 11x17 inch)
•
Scannen met Webscan
•
Documenten als bewerkbare tekst scannen
•
Een origineel scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de printer
of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software die bij
de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken voordat u
scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op de
glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
•Scannen naar een computer
Naar een geheugenkaart scannen
•
Scannen41
Hoofdstuk 3
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
Opmerking Windows-gebruikers Indien uw computer niet verschijnt in de
doellijst, moet u de scanfunctie van de HP-software op de doelcomputer mogelijk
opnieuw starten.
3. Raak Documenttype aan om het documenttype dat u wilt opslaan te selecteren.
Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
•Windows: Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, kies
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en
selecteer vervolgens HP Scan.
•Mac OS X: Klik op het pictogram HP-Hulpprogramma's in het dock, klik op
Toepassingen en dubbelklik op HP Scan 3.
3. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
Opmerking Raadpleeg de onlinehelp die bij de scansoftware werd geleverd voor
meer informatie.
Naar een geheugenkaart scannen
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats een geheugenkaart. Zie
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Raak Documenttype aan om het documenttype dat u wilt opslaan te selecteren.
Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
42Scannen
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
Een geheugenkaart plaatsen voor meer informatie.
Een groter origineel scannen (A3 of 11x17 inch)
U kunt een document scannen dat groter is dan de glasplaat van de scanner door het
document in twee delen te scannen. Nadat de twee delen zijn gescand, voegt de printer
ze samen en worden ze opgeslagen als een bestand.
Opmerking TIFF zwart en PDF zwart worden niet ondersteund voor scans van Bformaat.
De minimale boven- en ondermarge voor uw groot origineel moet gelijk zijn aan of
groter zijn dan 6 mm.
Een origineel scannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik de volgende instructies om een groot document te scannen.
1. Raak Scannen aan en selecteer Geheugenapparaat.
2. Raak Documenttype aan om het documenttype dat u wilt opslaan te kiezen. Maak
indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
3. Raak Papierformaat aan selecteer A3 of Ledger (11X17 in.) om de afmetingen van
het origineel te kiezen.
4. Raak Instellingen aan om het scanbestand te hernoemen OF wijzig de
outputkwaliteit.
5. Raak Scannen starten aan om de animatie te laden die toont hoe u het A3/11x17
origineel op de glasplaat legt.
Plaats de origineel volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen.
Een groter origineel scannen (A3 of 11x17 inch)43
Hoofdstuk 3
6. Als dit wordt gevraagd, selecteert u Verder.
7. Draai het papier om volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen. De
printer voegt de twee exemplaren samen in een document.
Een origineel scannen vauit ArcSoft (uitsluitend Windows)
1. Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden in de rechter- of
linkerbenedenhoek van de glasplaat. Zie
meer informatie.
2. Open de scansoftware op de computer.
Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, kies Programma's of Alle
programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens HP
Scan.
3. Raak Formaat origineel aan om het formaat van het origineel te kiezen. Selecteerdan A3 of 11 x 17 inch.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze
functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt
geïnstalleerd.
Opmerking Webscan ondersteunt het scannen van grote documenten niet.
Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Een origineel op de glasplaat leggen voor
Scannen met Webscan
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie voor meer informatie Een origineel op de glasplaat
plaatsen of
documentinvoer (ADF) plaatsen.
2. Open de geïntegreerde webserver. Zie
informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, maak selecties
voor opties en klik vervolgens op Scannen starten.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische
Geïntegreerde webserver voor meer
Documenten als bewerkbare tekst scannen
Bij het scannen van documenten kunt u HP-software gebruiken om documenten te
scannen in een formaat waarin u kunt doorzoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Zo
kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
44Scannen
Doe het volgende om te garanderen dat de software uw documenten succesvol
converteert:
•Zorg voor een zuivere glasplaat of zuiver ADF-raam.
Wanneer de printer het document scant, kunnen vlekken of stof op de glasplaat of
op het ADF-raam ook worden ingescand. Dit kan de software hinderen bij het
omzetten van het document in bewerkbare tekst.
•Controleer of het document op de juiste manier is geladen.
Bij het scannen van documenten als bewerkbare tekst vanuit de ADF (automatische
documenttoevoer) moet het origineel in de toevoer zijn geplaatst met de bovenkant
naar voren en de bedrukte zijde naar boven. Bij het scannen vanaf de glasplaat moet
het origineel zijn geplaatst met de bovenkant bij de rechterbovenhoek van de
glasplaat. Zorg er ook voor dat het document recht is geplaatst. Zie
Een origineel op
de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
•Zorg voor een duidelijke documenttekst.
Om het document succesvol te converteren naar bewerkbare tekst moet het origineel
duidelijk en van hoge kwaliteit zijn. Volgende voorwaarden kunnen de software
verhinderen om het document succesvol te converteren:
◦De tekst op het origineel is vaag of gekreukt.
◦De tekst is te klein.
◦De documentstructuur is te complex.
◦De tekst is staat de dicht op elkaar. Bijvoorbeeld: indien de tekst die de software
converteert ontbrak of karakters combineerde, kan "rn" als "m" verschijnen.
◦De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. Gekleurde achtergronden
kunnen ertoe leiden dat afbeeldingen op de voorgrond te zeer mengen.
Documenten als bewerkbare tekst scannen45
4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten
en -formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het
kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen
verminderen.
Tip Raadpleeg Problemen met het kopiëren oplossen indien u problemen
ondervindt bij het scannen van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen
•
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Zie
5. Raak een van de volgende opties aan om de kopieertaak te starten:
Een groot origineel kopiëren (A3 of 11x17 inch)
U kunt een document kopiëren dat groter is dan de glasplaat van de scanner door het
document in twee scans te scannen. De printer drukt de scans vervolgens af op één vel
papier.
46Kopiëren
Opmerking Bij het kopiëren van een foto plaatst u deze naar beneden gericht
op de glasplaat van de scanner, zoals aangegeven op het pictogram aan de rand
van de glasplaat van de scanner.
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
•Start, zwart-wit: hiermee selecteert u een kopieertaak in zwart-wit.
•Start, kleur: hiermee kiest u een kleurenkopieertaak.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Zwart een zwartwitkopie van het gekleurde origineel. De functie Kleur biedt een kleurenkopie van
het kleurenorigineel.
Opmerking De minimale boven- en ondermarge voor uw groot origineel moet gelijk
zijn aan of groter zijn dan 6 mm.
1. Zorg ervoor dat er papier van A3-formaat of 11x17 inch in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak Kopiëren aan.
3. Raad het selectievakje A3/11x17 aan op het Kopieerscherm en selecteer vervolgens
Instellingen om andere kopieerinstellingen te wijzigen.
4. Selecteer Zwart om een zwart-wit-kopie te maken of Kleur om een kleurenkopie te
maken.
5. Selecteer het formaat van het origineel.
6. Plaats de origineel volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen.
7. Als dit wordt gevraagd, selecteert u Verder.
8. Draai het origineel om volgens de animatie en selecteer vervolgens Scannen. De
printer voegt de twee exemplaren samen in een document en geeft een voorbeeld
weer.
9. Raak Kopiëren aan om de kopie af te drukken.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
•Aantal kopieën
•Kopieerformaat
•Soort kopieerpapier
•Kopieersnelheid en kwaliteit
•Instellingen lichter/donkerder
•Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instellingen
opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige taak te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Maak wijzigingen aan de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak de pijl omlaag
standaardinstellingen instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
aan en selecteer vervolgens Als nieuwe
Kopieerinstellingen wijzigen47
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal
faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen
die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint met
faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het
bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het
bedieningspaneel uit te voeren. Zie
faxtest.
Tip Raadpleeg Faxproblemen oplossen indien u problemen ondervindt bij het
scannen van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een fax verzenden
Een fax ontvangen
•
Snelkiescodes installeren
•
Faxinstellingen wijzigen
•
Fax en digitale telefoondiensten
•
Fax over internetprotocol (FoIP)
•
Rapporten gebruiken
•
Installatie testfax voor meer informatie over de
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel
van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook handmatig
een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze wijze eerst met
de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een standaardfax versturen
Een standaardfax van de computer verzenden
•
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
•
Een fax verzenden met handsfree kiezen
•
Een fax verzenden vanuit het geheugen
•
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
•
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
•
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus
•
48Fax
Een standaardfax versturen
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden,
schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van
handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze
functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Raak herhaaldelijk * aan tot er een streepje (-) op het scherm verschijnt als
u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
Een standaardfax van de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te drukken
en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding of
uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Tip Selecteer de printer met “fax” in de naam.
Een fax verzenden49
Hoofdstuk 5
4. Om de instellingen te wijzigen (zoals selecteren om een document als zwart-witfax
of kleurenfax te zenden), moet u de optie aanklikken die het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft
deze optie de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel
instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het
faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Tip Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam.
4. Selecteer Faxbestemmelingen uit het vervolgkeuzemenu onder de instelling
Afdrukstand.
Opmerking Klik op het blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie
om het pop-upmenu te tonen.
5. Voer het faxnummer en andere informatie in de bijbehorende velden in en klik
vervolgens op Toevoegen aan bestemmelingen.
6. Selecteer de Faxmodus en andere gewenste faxopties en klik dan op Fax nu
versturen. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt.
Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen
voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u
de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van
de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het
verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de
ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als
een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax
verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het
apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek
van de glasplaat of in de ADF. Zie
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
50Fax
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is
aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het bedieningspaneel
van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U moet het toetsenbord
op de telefoon gebruiken om het nummer van de ontvanger te kiezen.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen
van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te
verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start
kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u
tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat
wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat
moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met uw
gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel
van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt
met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en
andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op
aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Indien u een belkaart gebruikt en uw PIN-code niet snel genoeg invoert, kan de
printer te snel beginnen met het sturen van faxtonen en ervoor zorgen dat uw PINcode niet wordt herkend door de belkaartdienst. Als dat het geval is, kunt u een
snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan.
Opmerking Zorg dat het volume is ingeschakeld; anders hoort u geen kiestoon.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van
de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, hoort u
een kiestoon.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel
Een fax verzenden51
Hoofdstuk 5
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op
het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw PIN-code
als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
PIN-code wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u
uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het
geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is
gebracht, worden de originelen verzonden. Nadat de printer de pagina's in het geheugen
scant, kunt u de originelen onmiddellijk verwijderen van de documentinvoerlade of de
glasplaat.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax en vervolgens Faxinstellingen aan.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4.
Voer het faxnummer in met het toetsenblok, raak het pictogram
om een snelkeuze te selecteren of raak het pictogram
een vroeger gekozen of ontvangen nummer te selecteren.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het
ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
aan wanneer een
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel
(Snelkiezen) aan
(Belgeschiedenis) aan om
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone
wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen zwart-witfaxen versturen.
52Fax
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax en vervolgens Faxinstellingen aan.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok, raak AM of PM aan enselecteer vervolgens Gereed.
5.
Voer het faxnummer in met het toetsenblok, raak het pictogram
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel
(Snelkiezen) aan
om een snelkeuze te selecteren of raak het pictogram
een vroeger gekozen of ontvangen nummer te selecteren.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven.
De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF –
Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram
selecteren en kies dan de groep waar u naar wilt faxen.
3. Raak Start Black (Zwart starten) aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt
de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel
(Belgeschiedenis) aan om
(Snelkiezen) aan om een snelkeuze te
Opmerking U kunt snelkiezen voor een groep slechts gebruiken om zwartwitfaxen te versturen. De printer scant de fax naar het geheugen en kiest het
eerste nummer. Zodra er verbinding is, wordt de fax verzonden en het volgende
nummer gekozen. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de
printer de instellingen voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zendenbij geen antwoord. Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt
het volgende nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door
fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken
Een fax verzenden53
Hoofdstuk 5
dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde
of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de
verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel
betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM uitsluitend uit als de
telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor lagere kosten kunt
accepteren.
Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Wanneer u ECM
uitschakelt:
•De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden
beïnvloed.
•De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal.
•U verzendt of ontvangt geen kleurenfaxen meer.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Vanuit het beginscherm raakt u rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
4. Selecteer Aan of Uit.
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch
antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal keer
overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard instelling
Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van Legal-formaat of groter ontvangt, terwijl de printer niet
is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch
verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatischeverkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee pagina's af.
aan en kiest u Installatie.
aan en selecteer vervolgens Foutcorrectiemodus (ECM).
54Fax
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
•
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
•
Een fax opvragen voor ontvangst
•
Faxen doorsturen naar een ander nummer
•
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
•
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
•
Ongewenste faxnummers blokkeren
•
Faxen op uw computer ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
•
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er
faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
•Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
•Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat
beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen
zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat
Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a.Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan
de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Backup-faxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle
ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de
printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.
Volgende back-up faxmodi zijn beschikbaar:
AanDit is de standaardinstelling. Wanneer de back-upfax Aan is, slaat de
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot
acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in
het geheugen zijn opgeslagen.
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte
faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het
geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het
beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer
gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen
opgeslagen.
Alleen bij foutenFaxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als
de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld
als het papier in de printer op is). De printer blijft faxberichten opslaan
zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt, stopt de
Een fax ontvangen55
Hoofdstuk 5
(vervolg)
printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de
fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen
automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
UitFaxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
bijvoorbeeld zijn dat u de back-up-faxontvangst wilt uitschakelen omwille
van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan
afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Indien de back-up-faxontvangst is ingeschakeld en u de printer
uitschakelt, worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen verwijderd,
waaronder eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt
ontvangen terwijl de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen
met de afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk
het Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het
Faxlogboek wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak een van de beschikbare opties aan.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor back-up-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen
faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is
op het apparaat.
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen
overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen
faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas
ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het
kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen wilt
verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst ontvangen
berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld
nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
56Fax
3. Raak Hulpprogramma's aan en selecteer vervolgens Faxen in het geheugen
opnieuw afdrukken.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen,
waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Indien u wilt stoppen met de faxen in het geheugen opnieuw af te drukken, drukt u
op de knop
(Annuleren).
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt,
wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het faxbericht
aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet
een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een
beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg
dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de
standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxinstellingen.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt een
werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het faxapparaat
de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturenof selecteer Aan (Doorsturen) om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven
faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de
printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen
faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
aan en selecteer vervolgens Installatie.
aan en selecteer vervolgens Fax doorsturen.
Een fax ontvangen57
Hoofdstuk 5
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Herhaal dit voor elk
van de volgende opdrachten: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer Fax doorsturen wordt ingesteld, slaat
de printer de instelling Fax doorsturen en het telefoonnummer op. Wanneer de
printer weer stroom krijgt, staat de instelling Fax doorsturen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren
in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen uitsluitend worden afgedrukt op papier van Letter-, A3-, A4- of Legalformaat.
Opmerking Indien een verkeerd papierformaat in de hoofdlade is geplaatst
wanneer u een fax ontvangt, drukt de fax niet af en verschijnt een foutbericht op het
scherm. Brief of A4-papier laden en OK aanraken om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van
de printer
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is standaard
ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk,
dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt
alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede pagina afgedrukt.
Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat ontvangt als er
papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Automatische Reductie is nuttig wanneer u een fax groter dan A4- / brievenformaat
ontvangt en A4-papier / briefpapier is geladen in de invoerlade
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de printer
58Fax
het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de
oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de
lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximale aantal
faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien niet
ondersteund in uw land / regio, verschijnt Faxnummerblokkering niet in het
Basisinstallatiemenu Fax.
Opmerking Indien er geen telefoonnummers zijn toegevoegd aan de lijst Beller-ID,
wordt verondersteld dat er geen Beller-ID service werd aangevraagd bij de
telefoonmaatschappij.
•Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
•
Een rapport van ongewenste nummers afdrukken
•
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers
toe te voegen.
Een nummer aan de ongewenste faxnummers toevoegen
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Ongewenste faxen
blokkeren.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen teblokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert
u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, selecteert u Nieuw
nummer invoeren.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het scherm
van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift
van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend
zijn.
Een fax ontvangen59
Hoofdstuk 5
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de
lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers verwijderen uit de lijst van ongewenste faxnummers
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Ongewenste faxen
blokkeren.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en selecteer vervolgens OK.
Een rapport van ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde ongewenste
faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Ongewenste faxen
blokkeren.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst ongewenste
faxen.
Faxen op uw computer ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
U kunt Faxen naar pc en Faxen naar Mac gebruiken om automatisch uw faxen op uw
computer te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u
gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer met
stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Zodra de
fax is ontvangen, ontvangt u een bericht op het scherm met een link naar de map waarin
de fax is opgeslagen.
De bestanden worden als volgt benoemd: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waar X de
zenderinfo, Y de datum en Z het tijdstip van faxontvangst voorstellen.
Opmerking Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de
computer te worden opgeslagen.
In deze sectie worden de volgende onderwerpen besproken:
•
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
•
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
•
60Fax
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
•De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar
Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de
beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
•De computer of server van de doelmap moet altijd zijn ingeschakeld. De
bestemmingcomputer moet ook actief zijn, aangezien faxen niet worden opgeslagen
als de computer in waakstand of stand-bymodus staat.
•Er moet papier in de invoerlade zitten.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer met Windows kunt u de wizard Digitale fax instellen om Fax naar pc te
activeren. Op een Macintosh-computer kunt u het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1. Open de HP-printersoftware. Zie
HP-printersoftware (Windows) voor meer
informatie.
2. Dubbelklik op Faxacties, klik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open het HP-printerhulpprogramma. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassing op de werkbalk.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor Fax naar pc steeds bijwerken vanop uw computer met de
Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen bijwerken met het HPhulpprogramma.
Een fax ontvangen61
Hoofdstuk 5
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen
vanaf het bedieningspaneel van de printer.
De instellingen via het bedieningspaneel van de printer bijwerken
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens Fax
naar pc.
3. Kies de instelling die u wilt aanpassen. U kunt volgende instellingen wijzigen:
•PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is geconfigureerd
•Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
•Fax afdrukken uitschakelen: Kies deze optie om faxen af te drukken zodra ze
Instellingen van de HP-software aanpassen (Windows)
1. Open de HP-printersoftware. Zie
informatie.
2. Dubbelklik op Faxacties, klik vervolgens op Wizard Digitale fax instellen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
(pijltje rechts) aan en selecteer Installatie.
om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc of Fax
naar Mac in te schakelen.
zijn ontvangen. Indien u het afdrukken uitschakelt, worden kleurenpagina's nog
steeds afgedrukt.
HP-printersoftware (Windows) voor meer
Instellingen van de HP-software wijzigen (Mac OS X)
1. Open het HP-printerhulpprogramma. Zie
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassing op de werkbalk.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak
2. Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens Fax
naar pc.
3. Raak Uitschakelen aan.
(pijltje rechts) aan en selecteer Installatie.
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Hiermee kunt u deze
nummers snel kiezen via het bedieningspaneel van de printer.
Tip Naast het aanmaken en beheren van snelkeuzenummers via het
bedieningspaneel van de printer kunt u ook beschikbare hulpprogramma's op uw
computer, zoals de HP-software bij de printer en de ingebouwde webserver van de
printer (EWS), gebruiken. Zie
62Fax
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
In deze sectie worden de volgende onderwerpen besproken:
•
Instellen en wijzigen van snelkeuzenummers
Instellen en wijzigen van een groep snelkeuzenummers
•
Snelkeuzenummers verwijderen
•
Een lijst van snelkiescodes afdrukken
•
Instellen en wijzigen van snelkeuzenummers
U kunt faxnummers als snelkeuzenummers opslaan.
Snelkeuzenummers instellen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
3. RaakSnelkeuze toevoegen / bewerken aan en druk dan op een ongebruikt
invoernummer.
4. Typ het faxnummer en druk dan op Volgende.
Opmerking Zorg ervoor dat alle spaties of andere vereiste nummers, zoals een
landnummer, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem
(meestal 9 of 0) of een prefix voor lange afstanden zijn inbegrepen.
5. Typ de naam voor de snelkeuze en raak dan Voltooien aan.
Snelkeuzenummers aanpassen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
3. Raak Snelkeuze toevoegen / bewerken aan en druk dan op het snelkeuzenummer
dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en drukt dan op
Volgende.
aan en raak Installatie aan.
aan en raak Installatie aan.
Opmerking Zorg ervoor dat alle spaties of andere vereiste nummers, zoals een
landnummer, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem
(meestal 9 of 0) of een prefix voor lange afstanden zijn inbegrepen.
5. Indien u de naam van het snelkeuzenummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt dan Voltooien aan.
Instellen en wijzigen van een groep snelkeuzenummers
U kunt groepen faxnummers bewaren als groepen snelkeuzenummers.
Een groep snelkeuzenummers instellen
Opmerking Voor u een groep snelkeuzenummers kunt aanmaken moet u al ten
minste 1 snelkeuzenummer hebben aangemaakt.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl aan en raak Installatie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
Snelkiescodes installeren63
Hoofdstuk 5
3. Raak Snelkeuze groeperen aan en kies dan een ongebruikt invoernummer.
4. Raak de snelkeuzenummers aan die u in een groep snelkeuzes wilt opnemen en drukdan OK.
5. Typ de naam voor de snelkeuze en raak dan Voltooien aan.
Een groep snelkeuzenummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
3. Kies Snelkeuzenummers groeperen en raak dan het nummer aan dat u wilt
aanpassen.
4. Indien u snelkeuzes wilt verwijderen uit of toevoegen aan een groep, raakt u de
snelkeuzenummers aan die u wilt opnemen of verwijderen. Druk dan op Turn Off.
5. Indien u de naam van een groep snelkeuzenummers wilt wijzigen, typt u de nieuwe
naam en raakt dan Voltooien aan.
Snelkeuzenummers verwijderen
Om snelkeuzenummers of groepen snelkeuzenummers te verwijderen moet u volgende
stappen doorlopen:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
3. Raak Snelkeuzenummer verwijderen aan en kies het nummer dat u wilt
verwijderen. Raak dan Ja aan ter bevestiging.
aan en raak Installatie aan.
aan en raak Installatie aan.
Opmerking Een groep snelkeuzenummers verwijderen zal de individuele
nummers niet verwijderen.
Een lijst van snelkiescodes afdrukken
Een lijst van alle ingestelde snelkeuzenummers afdrukken doet u zo:
1. Plaats papier in de lade. Zie
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer Installatie snelkiezen.
4. Raak Lijst met snelkeuzenummers aan.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
•
Het faxkopschrift instellen
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
•
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
•
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
•
Het kiessysteem instellen
•
Opties opnieuw kiezen instellen
•
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
aan en raak Installatie aan.
64Fax
•De faxsnelheid instellen
•
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven
aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HPsoftware te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen
vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk
vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Klaar aan.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de
printer beantwoord.
•Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
De antwoordmodus instellen.
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Wanneer Automatisch antwoorden Aan staat, beantwoordt de printer de oproepen
automatisch. Wanneer Automatisch antwoordenUit staat, worden oproepen niet
beantwoord door het apparaat.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is
aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de
telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor
beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal
belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen.
Faxinstellingen wijzigen65
Hoofdstuk 5
(Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt
het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen
detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het
antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen alvorens u antwoordt instellen
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de pijl omhoog
of pijl omlaag aan om het aantal belsignalen te wijzigen.
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen specifieke
rinkelsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk
telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor het
beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een
faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het
specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
66Fax
Tip U kunt ook de functie Detectie oproeppatroon gebruiken op het
bedieningspaneel van de printer om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze
optie herkent de printer een oproeppatroon van een inkomende oproep en neemt hij
deze op. Op basis van het gesprek bepaalt hij automatisch het specifieke belsignaal
dat door uw telefoonoperator werd toegewezen voor faxen.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen wanneer de telefoon van het
hoofdnummer niet is ingehaakt.
Het antwoordbelpatroon voor het specifieke patroon wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan om
verder te gaan.
6. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
•Raak het oproeppatroon toegewezen door uw operator voor faxen aan.
- of -
•Raak Detectie opgenomen oproeppatroon aan en volg dan de instructies op
het controlepaneel van de printer.
Opmerking Indien de functie Detectie oproeppatroon het oproeppatroon niet
kan detecteren of indien u de functie annuleert alvorens ze is voltooid, wordt het
oproeppatroon automatisch ingesteld op Alle oproepen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer
oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is
Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak pijl omlaag
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
aan en selecteer vervolgens Installatie.
aan en selecteer dan Inbeltype.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen
gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
•Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is
AAN.
•Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De
fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak de gewenste optie Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord
opnieuw kiezen aan om deze te selecteren.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Faxinstellingen wijzigen67
Hoofdstuk 5
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
•Een Internet-telefoonservice
•Een PBX-systeem
•Fax over Internet-protocol (FoIP)
•Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en
ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheidFaxsnelheid
Snelv.34 (33600 baud)
Normaalv.17 (14400 baud)
Langzaamv.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak de pijl omlaag
4. Raak aan om de snelheid te selecteren.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
aan en selecteer vervolgens Fax doorsturen.
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken.
Het geluidsvolume voor de fax instellen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak de pijl omlaag
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
aan en selecteer vervolgens Geluidsvolume fax.
Fax en digitale telefoondiensten
Vele telefoonoperatoren bieden hun klanten digitale telefoondiensten aan, zoals:
•DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
•PBX: Een PBX-telefoonsysteem
•ISDN: Een integrated services digital network (ISDN)-systeem.
•FoIP: Een goedkope telefoondienst waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen
met uw printer via het internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP)
genoemd. Zie
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik van traditionele analoge
telefoondiensten. In een digitale telefoonomgeving (zoals DSL/ADSL, PBX of ISDN) moet
68Fax
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer informatie.
u eventueel digitaal-naar-analoog filters of converters gebruiken bij het instellen van de
printer voor faxen.
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal lopen met alle digitale
servicelijnen of providers, in alle digitale omgevingen of met alle digitaal-naar-analoog
converters. We raden steeds aan om met uw telefoonoperator rechtstreeks de
correcte instelopties op basis van hun lijndiensten te bespreken.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt
verzenden en ontvangen met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax over
Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
•samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
•een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge
telefoonpoorten voor de faxlijn.
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is
uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip Ondersteuning voor traditionele faxoverdracht via een ip-telefoonsysteem is
vaak beperkt. Indien u problemen ondervindt bij het faxen, moet u een tragere
faxsnelheid proberen of de fax-foutcorrectiemodus (ECM) uitschakelen. Als u echter
ECM uitzet, kunt u geen kleurenfaxen verzenden of ontvangen. (zie
instellen voor meer informatie over het aanpassen van de faxsnelheid). Zie Een fax
verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over het gebruik van ECM.
De faxsnelheid
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden
nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Rapporten gebruiken69
Hoofdstuk 5
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus
controleren vanuit het bedieningspaneel, HP-software (Windows) of HP
Hulpprogramma (Mac OS X). Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer
informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet
te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Controleer of de printkop en printcartridges in goede staat verkeren en
goed zijn geïnstalleerd. Zie
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Foutrapporten voor faxen afdrukken
•
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
•
Het faxlogboek wissen
•
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
•
Een Beller-ID rapport afdrukken
•
Oproepgeschiedenis bekijken
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Indien u een gedrukte bevestiging wilt wanneer uw faxen succesvol werden verzonden,
volgt u deze instructies om de faxbevestiging mogelijk te maken voor u faxen verzendt.
Kies Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden & Ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat er geen
bevestigingsrapport wordt afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het
verzenden van een faxbericht wordt op het bedieningspaneel even gemeld dat het
faxbericht goed is verzonden.
70Fax
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina toevoegen op de
Verzendingsbevestiging van de fax als u kiest voor Aan (Fax verzenden) of Aan(Verzenden & ontvangen) en als u de fax scant om hem vanuit het geheugen te
verzenden.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
aan en selecteer vervolgens
Faxrapporten.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
Off
(Uitschakelen)
Aan (fax
verzenden)
Aan (fax
ontvangen)
Verzenden &
Ontvangen
Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt
of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak de rechterpijl
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
2. Raak Rapport afdrukken aan en selecteer vervolgens Faxbevestiging.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en Ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag
Faxrapporten.
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
aan en selecteer vervolgens
Aan (Verzenden &
Ontvangen)
Off (Uitschakelen)Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (fax
verzenden)
Aan (fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Dit is de
standaardinstelling.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen.
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Rapporten gebruiken71
Hoofdstuk 5
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Het leegmaken van het faxlogboek verwijdert ook alle faxen in het
geheugen.
Het faxlogboek instellen via het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Hulpprogramma's aan.
3. Raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
aan en selecteer vervolgens Faxlogboek wissen.
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details
zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
aan en selecteer vervolgens
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag
Faxrapporten.
3. Raak Laatste transactie aan.
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Een Beller-ID rapport afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een Beller-ID rapport afdrukken
1. Raak de rechterpijl
2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag
Faxrapporten.
3. Raak de pijl omlaag
aan en selecteer vervolgens Instellingen.
Oproepgeschiedenis bekijken
Gebruik deze procedure om een geschiedenis van alle oproepen vanaf de printer te
bekijken.
72Fax
aan en selecteer vervolgens
aan en selecteer vervolgens
aan en selecteer vervolgens Rapporten Beller-ID.
Opmerking De oproepgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt ze enkel
bekijken vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De Oproepgeschiedenis bekijken
1. Raak rechterpijl
2.
Raak
(Oproepgeschiedenis) aan.
aan en selecteer vervolgens Fax.
Rapporten gebruiken73
6Web
De printer biedt innovatieve weboplossingen. Ze helpen u met een snelle
internettoegang, het verkrijgen van documenten en deze sneller afdrukken zonder gedoe
- en dit alles zonder computer. Daarnaast kunt u een webservice (Marketsplash by HP)
gebruiken om professionele marketingmaterialen aan te maken en af te drukken.
Opmerking Om deze webfuncties te gebruiken moet de printer zijn aangesloten op
internet (met een Ethernet-kabel of via een draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Opmerking Daarnaast kunt u op afstand afdruktaken naar de printer sturen via
mobiele apparaten. Met deze service, HP ePrint, kunt u afdrukken vanaf mobiele
telefoons, netbooks of andere mobiele toestellen die met e-mail zijn verbonden wanneer u wilt, waar u wilt. Zie
In deze sectie worden de volgende onderwerpen besproken:
•
HP Apps
Marketsplash by HP
•
HP Apps
HP Apps biedt een snelle en gemakkelijke manier voor toegang tot, opslaan van en
afdrukken van zakelijke informatie zonder een computer. Met HP Apps kunt u toegang
krijgen tot op het web opgeslagen inhoud, zoals zakelijke formulieren, nieuws, archieven
en meer - rechtstreeks via het bedieningspaneel van uw printer.
Om HP Apps te gebruiken moet u printer zijn verbonden met het internet (met een
Ethernet-kabel of via een draadloze verbinding). Volg de instructies op het
bedieningspaneel van de printer om deze service in te schakelen en in te stellen.
Nieuwe toepassingen worden regelmatig toegevoegd. U kunt deze gebruiken door ze via
het bedieningspaneel van de printer te selecteren en te downloaden.
Surf naar
www.hp.com/go/ePrintCenter voor meer informatie.
HP ePrint voor meer informatie.
74Web
Opmerking Zie HP-websitespecificaties voor een lijst van systeemvereisten voor
deze website.
Marketsplash by HP
Vergroot uw bedrijfswaarde met de online tools en services van HP waarmee u
professioneel marketingmateriaal kunt maken en afdrukken. Met Marketsplash kunt u het
volgende doen:
•Snel en eenvoudig verbluffende, professioneel ogende brochures, flyers,
visitekaartjes en meer maken. Kies uit duizenden aanpasbare sjablonen van
bekroonde zakelijke ontwerpers.
•Heel wat afdrukopties laten u toe om exact dát te verkrijgen wat u wilt en wanneer u
het wilt. Voor onmiddellijke resultaten van hoge kwaliteit, afgedrukt met uw printer.
Andere opties van HP en onze partners online beschikbaar. Verkrijg de professionele
kwaliteit die u verwacht en beperk de afdrukkosten.
•Houd al uw marketingmateriaal op orde en onmiddellijk beschikbaar in uw
Marketsplash-account, beschikbaar op elke computer en rechtstreeks via het
beeldscherm van het bedieningspaneel van uw printer (alleen voor bepaalde
modellen).
Zet uw eerste stappen en selecteer Marketsplash by HP in de HP-software bij uw printer.
Of surf naar
Opmerking Zie HP-websitespecificaties voor een lijst van systeemvereisten voor
deze website.
Opmerking Niet alle Marketsplash-hulpprogramma's en services zijn in alle landen,
regio's en talen beschikbaar. Surf naar marketsplash.com voor de meest recente
informatie.
marketsplash.com voor meer informatie.
Marketsplash by HP75
7Werken met printcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u
enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit deel vindt u richtlijnen voor
het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van printcartridges en
voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Tip Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen indien u problemen
ondervindt bij het scannen van documenten
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Informatie over printcartridges en de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
•
Printcartridges vervangen
•
Printerbenodigdheden bewaren
•
Gebruik informatieverzameling
•
Informatie over printcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-cartridges als
u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
•De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
printcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
•Als u een printcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe
printcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de
oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode
buiten de printer. Dit kan leiden tot schade aan zowel de printer als de
printcartridge.
•Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
•Bewaar de printcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de winkel
hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.
•Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie
•Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
•U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt,
maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van een of
meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte printkop.
Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in de
cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop verbruikt
enige inkt.
•Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridges hebben een langere levensduur.
76Werken met printcartridges
Zet de printer uit voor meer informatie.
•Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
•Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer
lekt of dat de printer beschadigd raakt:
◦Zorg ervoor dat u de printer uitzet met de Power-knop (Aan / uit). De printkoppen
moeten aan de rechterkant van de printer in het onderhoudsstation worden
geplaatst. Zie
◦Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
◦De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
•
De geschatte inktniveaus bekijken
Onderhoud aan de printkop
•
Zet de printer uit voor meer informatie.
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de printersoftware of de geïntegreerde
webserver. Zie
tools. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie
Het printerstatusrapport interpreteren).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende
manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de
cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan de printkop, dat
ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed blijft stromen.
Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze
Printcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende printcartridges voor de printer hebt, zie dan
Afdrukbenodigdheden online bestellen.
Printcartridges vervangen77
Hoofdstuk 7
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude
printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten
de printer. Dit kan leiden tot schade aan zowel de printer als de printcartridge.
U vervangt de printcartridges als volgt:
Gebruik deze stappen om de printcartridges te vervangen.
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de wagen met printcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen,
en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Verwijder de nieuwe printcartridge uit de verpakking door het oranje lipje recht naar
achteren te trekken om de plastic verpakking van de printcartridge te verwijderen.
Opmerking Zorg ervoor dat u de plastic verpakking van de printcartridge
verwijdert voordat u het in de printer installeert, anders mislukt het afdrukken.
78Werken met printcartridges
5. Draai het oranje lipje om het los te breken.
Opmerking Zorg ervoor dat het plastic lipje volledig is verwijderd en dat het
etiket enigszins is verscheurd en het openingskanaal toont.
6. Gebruik de gekleurde symbolen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf
tot hij op zijn plaats klikt en stevig op zijn plek zit.
Let op Til de vergrendelingsgreep op de wagen met de printcartridges niet
omhoog om de printcartridges te installeren. Dit kan ertoe leiden dat de
printcartridges niet goed worden geplaatst, wat afdrukproblemen veroorzaakt. De
vergrendelingsgreep moet omlaag blijven om de printcartridges juist te plaatsen.
Printcartridges vervangen79
Hoofdstuk 7
Zorg ervoor dat u de printcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde pictogramvorm en
kleur als de printcartridge die u installeert.
7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke printcartridge die u wilt vervangen.
8. Sluit de toegangsklep van de wagen met printcartridges.
Verwante onderwerpen
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Printerbenodigdheden bewaren
Printcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de printcartridge echter optimaal te houden, moet u ervoor zorgen dat u de
printer goed uitschakelt. Zie
Zet de printer uit voor meer informatie.
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het
gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd
geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal
pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte
afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het printermodel. Deze informatie helpt HP
om printers in de toekomst te ontwerpen die aan de afdrukbehoeften van onze klanten
voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun
printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden
teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet
Partners:
en bestudeerd om toekomstige HP-printers te verbeteren. HP-partners die helpen bij de
recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme informatie
op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze informatie, kunt u de chip
onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip echter onbruikbaar maakt, kan de
cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
80Werken met printcartridges
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden gelezen
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie
ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip uit te schakelen om
gebruiksinformatie van de printer te verzamelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer de rechterpijl
aan en raak vervolgens
Installatie aan.
2. Selecteer Voorkeuren en selecteer vervolgens Informatie cartridgechip.
3. Raak OK aan om het verzamelen van gebruiksinformatie uit te schakelen.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-printer
gebruiken.
Gebruik informatieverzameling81
8Een probleem oplossen
De informatie in deze sectie biedt oplossingen voor gewone problemen. Indien uw printer
niet goed werkt en de oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan een
van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor hulp.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
HP-ondersteuning
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
•
Problemen met het afdrukken oplossen
•
Problemen oplossen bij afdrukken
•
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
•
Problemen met de papierinvoer oplossen
•
Problemen met het kopiëren oplossen
•
Scanproblemen oplossen
•
Faxproblemen oplossen
•
Problemen oplossen met HP-websites en HP-services
•
Problemen met foto's (geheugenkaart) oplossen
•
Problemen met vaste (Ethernet-) netwerken oplossen
•
Draadloze problemen oplossen
•
Uw firewall configureren voor gebruik met printers
•
Problemen met het printerbeheer oplossen
•
Installatieproblemen oplossen
•
Het printerstatusrapport interpreteren
•
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
•
Storingen verhelpen
•
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op
online ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HPondersteuning is de meest betrouwbare bron van actuele printerinformatie en
deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
•Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
•Software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
•Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
•Proactieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn bij registratie van de HP-printer
82Een probleem oplossen
www.hp.com/support. De
Zie Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen
per printer, land/regio en taal. Zie
informatie.
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan
op
www.hp.com/support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Neem contact op
met HP-ondersteuning als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, drivers, benodigdheden,
bestelinformatie en andere opties zoals:
•Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
•Een e-mail naar HP sturen voor antwoord op uw vragen.
•Online met een technicus van HP spreken.
•Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-printersoftware (Windows) of HP
Printerhulpprogramma (Mac OS X), die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen bieden
voor veel voorkomende afdrukproblemen. Zie
informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld, zijn
van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die vanaf
een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing voor mobiele
telefoons.
Surf naar
telefoonnummers en informatie over de gesprekskosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
www.hp.com/support voor de meest recente lijst van HP met ondersteunende
Telefonische ondersteuning van HP voor meer
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux. Alle
ondersteuning wordt online geboden op de volgende website:
hplip. Klik op Een vraag stellen om het ondersteuningsproces te starten.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u deze
besturingssystemen gebruikt, gaat u naar
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Voordat u belt
Periode voor telefonische ondersteuning
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
•
Na de periode van telefonische ondersteuning
•
www.hp.com/support.
https://launchpad.net/
HP-ondersteuning83
Hoofdstuk 8
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning wanneer u zich voor de computer en de printer bevindt. Houd de
volgende gegevens bij de hand:
•Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer informatie)
•Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
•Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
•Antwoorden op de volgende vragen:
◦Doet dit probleem zich vaker voor?
◦Kunt u het probleem reproduceren?
◦Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat
dit probleem zich begon voor te doen?
◦Gebeurde er iets anders vóór deze situatie (zoals een onweer of het verplaatsen
van de printer)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille
Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
84Een probleem oplossen
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode.
Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
HP-ondersteuning85
Hoofdstuk 8
Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor
ondersteuning.
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning,
kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via
de website voor online ondersteuning van HP:
met uw HP leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio
voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
www.hp.com/support. Neem contact op
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de onderstaande stappen hebt u HP-software nodig. Als
u de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de HP-software-cd die
bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HPondersteuningswebsite. (
Probeer het volgende als u een afdrukprobleem wilt oplossen.
•Zie
Papierstoringen verhelpen voor papierstoringen.
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met de
•Zie
papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
•Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer de printer voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren nadat de
printcartridges zijn geïnstalleerd.
•Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie
spanningsvereisten.
•Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
vastgelopen.
•Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
•De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows stelt
u het apparaat in de map Printers als standaard in. Stel dit voor Mac OS X in als
standaard bij Printer & Fax bij Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van
de computer voor meer informatie.
•Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
•Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de
programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak
opnieuw afdrukt.
www.hp.com/support).
Elektrische vereisten voor
Onderwerpen over het oplossen van problemen
•
Problemen met het afdrukken oplossen
Problemen oplossen bij afdrukken
•
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
•
Problemen met de papierinvoer oplossen
•
Problemen met het kopiëren oplossen
•
Scanproblemen oplossen
•
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen87
Hoofdstuk 8
•Faxproblemen oplossen
Problemen met vaste (Ethernet-) netwerken oplossen
•
Draadloze problemen oplossen
•
Problemen met het printerbeheer oplossen
•
Installatieproblemen oplossen
•
Problemen met het afdrukken oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De printer schakelt onverwachts uit
•
Het uitlijnen is mislukt
Het afdrukken duurt erg lang
•
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
•
De printer schakelt onverwachts uit
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-stopcontact.
Zie
Elektrische vereisten voor spanningsvereisten.
Het uitlijnen is mislukt
Als de uitlijnpagina slechts gedeeltelijk lijkt te zijn afgedrukt of er lichte of witte strepen
op voorkomen, probeer de printkop dan te reinigen.
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in
de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de printcartridges gekleurd
papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat de sensor of de
printcartridge defect is. Neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
support. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neemcontact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
www.hp.com/
Het afdrukken duurt erg lang
Controleer de systeemconfiguratie en de hulpmiddelen
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor de printer.
Zie
Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer de instellingen van de HP-software
Afdruksnelheid is trager wanneer u de instellingen voor hoge afdrukkwaliteit selecteert.
Om de afdruksnelheid te verhogen kiest u verschillende afdrukinstellingen in het
stuurprogramma van de printer. Zie
Controleer de niveaus van de inktcartridges
Indien een cartridge volledig leeg is, gaat de printer mogelijk langzamer werken om te
voorkomen dat de printkop oververhit raakt.
88Een probleem oplossen
Afdrukken voor meer informatie.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Controleer de printcartridges
Ga na of de juiste printcartridges zijn geplaatst en of de printcartridges nog voldoende
inkt bevatten. Zie
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel
te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden
te minimaliseren.
De geschatte inktniveaus bekijken voor meer informatie.
Problemen oplossen bij afdrukken
Gebruik dit gedeelte voor het oplossen van de volgende afdrukproblemen:
•
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
Afdrukken zonder rand
•
De printer reageert niet of er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken
•
De printer drukt betekenisloze tekens af
•
Paginavolgorde
•
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
•
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina
•
Er wordt een lege pagina afgedrukt
•
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
•
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
•
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
•
Problemen oplossen bij afdrukken89
Hoofdstuk 8
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist
Oplossing: Plaats een stapel enveloppen in de invoerlade in overeenstemming
met de onderstaande afbeelding.
Zorg ervoor dat u al het papier uit de invoerlade verwijdert voor u de enveloppen
plaatst.
Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen
met vensters of klemmetjes.
Oorzaak: De verkeerde soort enveloppen was geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
Oplossing: Steek de flappen in de enveloppen. Hiermee voorkomt u
papierstoringen.
Oorzaak: De flappen kunnen in de rollen vast komen te zitten.
Afdrukken zonder rand
•Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
Oplossing: Probeer de afbeelding af te drukken vanuit de fotobewerkingssoftware
die bij de printer is geleverd.
Oorzaak: Het afdrukken van een afbeelding zonder rand vanuit een
softwaretoepassing die niet van HP is, heeft geleid tot onverwachte resultaten.
De printer reageert niet of er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
90Een probleem oplossen
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: schakel de printer in
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
•
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
•
Oplossing 4: controleer de status van het stuurprogramma van de printer
•
Oplossing 5: wacht tot de printer klaar is met de huidige bewerking
•
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
•
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
•
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
•
Oplossing 9: controleer de verbinding van de printer met de computer
•
Oplossing 10: start de printer opnieuw op
•
Oplossing 1: schakel de printer in
Oplossing: Bekijk het lampje Aan/uit op de printer. Als het lampje niet brandt, is
de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer
en een stopcontact. Druk op de knop Aan/uit om de printer in te schakelen.
Oorzaak: De printer stond uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen
Oorzaak: De printer had geen papier meer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt de printer instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen dat
de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert in het
menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: De printer was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken91
Hoofdstuk 8
Oplossing 4: controleer de status van het stuurprogramma van de printer
Oplossing: De status van het stuurprogramma van de printer is mogelijk gewijzigdin off line of stoppen met afdrukken.
De status van het stuurprogramma van de printer controleren
•Windows: Klik in de HP-printersoftware op Afdruktaken en klik vervolgens op
Zien wat wordt afgedrukt.
•Mac OS: Open Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Afdrukken &
faxen. Open de afdrukwachtrij voor uw printer.
Oorzaak: De status van het stuurprogramma van de printer is gewijzigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: wacht tot de printer klaar is met de huidige bewerking
Oplossing: Als de printer bezig is met een andere taak, wordt de afdruktaak pas
uitgevoerd wanneer de printer klaar is met de huidige taak.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Als er enkele
minuten na het verzenden van een afdruktaak naar de printer nog niets is gebeurd,
kijkt u of er op het bedieningspaneel van de printer fouten staan.
Oorzaak: De printer was bezig met een andere taak.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de
volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de
afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de
afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
•Indien de printer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u deze kabel van de
printer af, herstart u de computer en sluit dan de USB-kabel op de printer aan.
•Schakel de printer uit, start de computer opnieuw op en schakel de printer weer
in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in de printer is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Storingen verhelpen
92Een probleem oplossen
Oorzaak: Het papier in de printer is vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de printcartridgewagen vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer naar de
andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit,
kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van de printer met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de
printer. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USBpoort van uw computer. Nadat de kabel is aangesloten, schakelt u de printer uit en
weer in. Als de printer op de computer is aangesloten door een vast netwerk,
controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en de printer is ingeschakeld.
Controleer de status van de printer als de verbindingen veilig zijn en er gedurende
enkele minuten niets is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar de
printer.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren:
Windows
1. Klik op het bureaublad op Start, kies Instellingen en vervolgens Printers of
Printers en faxapparaten.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave Details,dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details.
3. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus:
a. Als de printer Offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt
u op Printer online gebruiken.
b. Als de printer Onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer
en klikt u op Afdrukken hervatten.
4. Probeer de printer over het netwerk te gebruiken.
Problemen oplossen bij afdrukken93
Hoofdstuk 8
Mac OS X
1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken &
Faxen.
2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Afdrukwachtrij.
3. Indien Taken gestopt verschijnt in het dialoogvenster, klikt u op Start taken.
Oorzaak: De computer communiceert niet met de printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: start de printer opnieuw op
Oplossing:
1. Zet de printer uit. Zie
Zet de printer uit voor meer informatie.
2. Trek de stekker uit het stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de
knop Aan/uit om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met de printer.
De printer drukt betekenisloze tekens af
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: start de printer opnieuw op
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
•
Oplossing 1: start de printer opnieuw op
Oplossing: Zet de printer en de computer gedurende 60 seconden uit, zet beide
weer aan en probeer opnieuw af te drukken. Zie
informatie.
Oorzaak: Er was geen geheugen beschikbaar op de printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing: Probeer een ander document af te drukken vanuit hetzelfde
programma. Als dit een goed resultaat oplevert, probeert u een eerder opgeslagen
versie van het document af te drukken die niet beschadigd is.
Oorzaak: Het document is beschadigd.
94Een probleem oplossen
Zet de printer uit voor meer
Paginavolgorde
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossing.
•
Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
Oplossing: Druk het document in omgekeerde volgorde af. Als het document is
afgedrukt, liggen de pagina's in de juiste volgorde.
Oorzaak: De afdrukinstellingen zijn ingesteld om de eerste pagina van het
document eerst af te drukken. Vanwege de manier waarop het papier wordt ingevoerd
in de printer, ligt de eerste pagina met de bedrukte kant naar boven onder op de
stapel.
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: controleer de marges
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
•
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
•
Oplossing 1: controleer de marges
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar de printer stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
De printer gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld,
zolang ze groter zijn dan de minimummarges die de printer ondersteunt.
Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd voor meer
informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Opmerking Marges aan de bovenkant en onderkant voor pagina's van A3-/
11x17-formaat zijn groter dan voor pagina's van Letter-formaat.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken95
Hoofdstuk 8
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
Oplossing: Controleer of u de juiste instelling voor het papierformaat voor het
project hebt geselecteerd. Zorg dat papier van het juiste formaat in de invoerlade is
geladen.
Oorzaak: De instelling voor het papierformaat was mogelijk niet goed ingesteld
voor het project dat u afdrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing: Verwijder de papierstapel uit de invoerlade, plaats het papier terug en
schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot hij stopt aan de rand van het papier.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen
Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld.
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen
Oplossing 2: controleer de lay-out van het document
•
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
•
Oplossing 4: probeer met randen af te drukken
•
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar de printer stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
De printer gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld,
zolang ze groter zijn dan de minimummarges die de printer ondersteunt.
Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd, voor meer
informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
96Een probleem oplossen
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.