Uitgave 1, 2/2005
Het reproduceren, aanpassen of verta len
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verbod en, behalve
voorzover toegestaan door de
copyrightwetgeving.
De info rmat i e i n de ze pu bl ic ati e k an zo nd er
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
service s van H P sta at in de uitdr u kkel ij ke
garantieverklaringen die bij die producten
en service s w ord en gel ever d . Ni ets i n de ze
publicatie mag worden beschouw d als
aanvullende garantie. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor tec hnische fouten ,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Handelsmerken
Microsoft
MS-DOS
®
, Windows®, Windows NT® en
®
zijn in de V.S. g edepone erde
hande lsmerken van Microsoft C orporat ion.
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmer k
van Ope n Gr ou p.
®
Novell
en NetWare® zijn ge depone erde
handelsmerken van Novell Corporation.
®
Pentium
is een gedeponeerd
handel sm e r k va n Intel Corporation .
®
Adobe
en Acrobat® zijn ge depone erde
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporate.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd
de elementaire voorzorgsmaatregelen in
acht om de kans op letsel ten gevolge van
brand of elektrische schokken te beperken.
1 Zorg dat u all e ins tru c ties in de
printerdocumentatie heeft gelezen
en begrepen.
2 Sluit dit product uit s luitend aan op een
geaard stopcontact. Als u niet zeker
weet of een stopcontact geaard is,
kunt u advies inwinnen bij een erkende
elektricien.
3 Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
4 Haal het ne ts no er uit het sto p co nt a c t
voordat u dit product reinigt.
5 Plaats of geb ruik dit prod uc t nie t in de
buurt van water of wanneer u nat bent.
6 Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak st aat.
7 Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het
netsno er niet w ordt beschadigd.
8 Als het product niet naar behoren werkt,
raadp lee g dan Onderhou d en
probleemoplossing.
9 Dit product bevat geen onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Laat
onderhoudswerkzaam heden o v er aan
erkende onderhoudsmonteurs.
Hartelijk dank voor het aanschaf fen van deze print er. In deze handleiding vindt u informatie
over het gebruik van de printer en het oplossen van printer- en afdrukproblemen.
Andere bronnen met productinformatie zoeken
Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze
handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
BronBeschrijvingLocatie
InstallatieposterBevat geïllustreerde installatieaanwijzingen.Een gedrukte versie van dit
document is bij de print er
meegeleverd. De ele ktr onische
versie van deze handl eiding vindt
u in Adobe
Document Format (PDF) -indeling
op de Starter-CD.
®
Acrobat® Portable
NaslaggidsBiedt instructies voor het instellen van de
printer en in f o r matie over garanti e
en veiligheid.
Leesmij-best and en
release-info
Ingebouwde webserver (netwerkverbinding)
Werkset
(Microsoft
Windows
Help op het
scherm bij het
printerstuurprogramma (Windows)
®
®
)
Deze bieden de laats te informatie en ti ps voor
het oplossen van problemen.
Hiermee kunt u statu sinformatie bekijken,
instellingen wijzigen en de printer beheren
vanaf elke computer in het netwerk.
Zie Ingebouwde webserver (EWS).
Biedt informatie over de status van
printkoppen.
Zie Werkset (Windows) voor meer infor matie.
Geeft uitleg over de functies van het
printerstuurprogramma.
Meegeleverd als gedrukte
handleiding in de doos van de
printer.
Staat op de Starter CD.
Beschikbaar vi a elke
standaardwebbrowser.
Beschikbaar als u een
installa ti eoptie met Werkset kiest.
Beschikbaar vi a het
printerstuurprogramma.
6 1 - Aan de slagNLWW
BronBeschrijvingLocatie
HP Instant SupportHelpt u afdrukproblemen snel te identificeren,
analyseren en op te lossen.
Zie HP Instant Support voor meer informat ie.
HP Jetdirect
Administrator’s
Guide
Biedt informatie voor het configureren en het
oplossen van probl em en me t de
HP J e td ir e c t-p r in ts e rv e r di e in de pr in te r is
geïnstalleerd.
BedieningspaneelGeeft status- , fo ut- en
waarschuwingsi nformat ie over de wer king van
de printer.
ConfiguratiepaginaBiedt informatie over de printerhardware
(zoals de firmwareversie en het
modelnummer), de instellingen van de pr int er
en geïnstalleerde accessoires (zoals
geheugen en laden). Als de printer is
aangesloten op een net werk, is een extra
netwerkconfi guratiepagina beschikbaar.
Systeemtests en
afdrukken (zoal s het
afdrukken van de
demopagina en de
papierbaantest)
Biedt informatie die van pas kan komen bij het
opsporen van problemen met het
afdrukmechanisme en de papierbaan.
zAfdruk van demopagina
zPapierbaantest
HP websites Biedt de meest recente printersoftware,
product- en ondersteuningsinformatie.
Beschikbaar vi a elke
standaardwebbrowser of via de
Werkset (Windows).
Staat op de Starter CD.
Zie Bedieningspaneel.
Zie Inform ati e over de
configurat iepagina en deze
pagina afdrukken.
Zie De printer beheren.
http://www.hp.com/support/
businessinkjet2800
http://www.hp.com
Telefonische
ondersteuning
van HP
Bevat contactinformatie van HP. Gedur ende
de garantieper iode is deze ondersteuning
vaak kosteloos.
Zie Telefoonnummers voor
telefonische ondersteuning
.
NLWWAndere bronnen met productinformatie zoeken 7
De onderdelen van de printer
Vooraanzicht
13
98
11
12
13
14
1Bedieningspaneel
10
123
6
7
4
5
2Klep van printkop
3Inktcartridgeklep
4Printkopgrendel
5Printkoppen
6Inktcartridges
7Handinvoer aan de voorzijde
8Lade 1
9Stapelindicator
10 Geleiders
11 Uitvoerbak
12 Lade 2
13 Ladevergrendeling
14 K lep van lade 2
5Toegangspaneel aan de achterzijde
6Handinvoer aan de achterzijde
7Automatische duplexeenheid (HP Business Inkjet 2800dt en HP Busine ss Inkjet 2800dtn)
8HP Jetdirect-printserver (HP Business Inkjet 2800dtn-printer)
10 1 - Aan de slagNLWW
Accessoires installeren
2
Lade 2 installeren
Lade 2 is beschikbaar op de printermodellen HP Business Inkjet 2800dt en
HP Business Inkjet 2800dtn. De lade kan maximaal 250 vel gewoon papier bevatten.
Lade 2 installeren
1Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie.
2Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
3Plaats de printer boven op de lade.
WAARSCHUWING!
Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4Het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten
5Activeer de lade in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma.
NLWWLade 2 installeren 11
De automatische duplexeenheid installeren
Als de automatische duplexeenheid in de printer is geïnstalleerd, kunt u automatisch op beide
zijden van een vel papier afdrukken. De automatische duplexeenheid is beschikba ar op de
printermodellen HP Business Inkjet 2800dt en HP Business Inkjet 2800dtn. Zie Accessoires
activeren in het printerstuurprogramma en Dubbelzijdig afdrukken (duplexing) voor meer
informatie over het gebruik van de duplexeenheid.
Een automatische duplexeenheid installeren
1Druk op de knoppen aan weerszijden van het toegangspaneel aan de achterzijde en
verwijder het paneel van de printer.
2Schuif de automatische duplexeenheid in de printer totdat deze vastklikt.
OpmerkingDruk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de automatische duplexeenheid,
maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
3Activeer de automatische duplexeenheid in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires
activeren in het printerstuurprogramma.
12 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
De HP Jetdirect-printserver installeren
De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld door de printer rechtstreeks via
een HP Jetdirect-printserver op het netwerk aan te sluiten. De printserver kan zowel in een
afdrukconfiguratie met een client-server als een peer-to-peer worden gebruikt. De printserver
biedt betere prestaties dan bij afdrukken via niet-netwerkverbindingen en biedt ook meer
flexibiliteit bij de voorbereiding van een locatie voor de printer.
In de HP Busin ess Inkjet 2800dtn-printe r is vooraf een HP Jetdirect-printserver
geïnstalleerd. Zie Accessoires voor een lijst van printservers die voor de printer kunnen
worden aangeschaft.
De HP Jetdirect-printserver installeren
LET OP
De HP Jet direct -printserve rkaa rt bevat elektronische onde rdelen die beschadi gd ku nnen
raken als gevolg van statische elektriciteit. Draag indien mogelijk een aardingsbandje om de
pols (of een soortgelijk hulpmiddel). Ga altijd voorzichtig om met de printserverkaart. Raak
geen elektronische onderdelen of circuits aan. Als u deze aanbevelingen niet opvolgt, kunnen
er onderdelen beschadigd raken.
1Schakel de printer uit en koppel het netsnoer en alle andere kabels los.
2Draai met een kruiskopschroevendraaier de schroef van het klepje op de lege EIO-sleuf
los. Verwijder het klepje.
3Duw de HP Jet direct-printserverkaart stevig in de EIO-sleuf.
4Draai de schroeven vast die bij de printserverkaart zijn geleverd.
5Sluit een netwerkkabel aan tussen de printserverkaart en het netwerk.
Controler e n of de prints er ve r co rrect is geïnstal lee rd
1Het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten
2Druk een configuratiepagina af. Zie Inf orm atie over de configuratiepagina en dez e
pagina afdrukken.
Er worden twee pagina’s afgedrukt. De tweede pagina is de netwerkconfiguratiepagina
voor de printserverkaart. Als deze pagina niet wordt afgedrukt, verwijdert u de
printserverkaart en installeert u deze opnieuw om ervoor te zorgen dat de kaart volledig
in de sleuf is geplaatst.
NLWWDe HP Jetdirect-printserver installeren 13
Meer informatie
Als u op problemen stuit of moeilijkheden hebt met het afdrukken via een netwer k, kunt u de
volgende bronnen raadplegen.
DocumentBeschrijving
HP Jetdirect Administrator’s
Guide
Documentatie voor het
besturingssysteem en
netwerkbesturingssysteem
Deze handleiding, die op de Starter--cd staat, biedt gedetailleerde
informatie over het instellen en gebruiken van een
HP Jetdirect-printserver.
De handleiding biedt ook informatie over de volgende onderwerpen:
zHP software voor HP Jetdirect-printservers
zTCP/IP-configuraties
zLPD-services (Line Printer Daemon) op de printserver
zFTP (file transfer protocol)-afdrukken
zConfiguratiepagina berichten en problemen oplossen
zIngesloten webserver, een webprogramma voor het configureren en
beheren van netwerkapparaten
Deze documentatie wor dt bi j de computer of het
netwerkbesturingssysteem geleverd en biedt basisinformatie over het
afdrukken via een net werk.
Naast deze bronnen zijn er printergegevens en configuratiefuncties beschikbaar via HP Web
Jetadmin. Z ie HP Web Jetadmin-software of ga naar http://www.hp.com/support/
businessinkjet2800 voor meer informatie.
Geheugenmodules installeren
Als u vaak complexe afbeeldingen of PS-documenten (PostScript®) afdrukt, of als u
afdrukt met de automatische duplexeenheid, kunt u het beste meer geheugen aan de
printer toevoegen.
OpmerkingAls u geheugen aan de printer toevoegt, kan de printer deze complexe afdruktaken beter
verwerken. De afdruktaken worden mogelijk niet sneller v erw erk t.
De printer bevat 96 MB ingebouwd geheugen en beschikt over twee DIMM-sleuven voor 64,
128 of 256 MB RAM (zie Accessoires voor bestelinformatie.) Op de printerconfiguratiepagina
kunt u nagaan hoeveel geheugen er is geïnstalleerd. De printer herkent maximaal 544 MB
printergeheugen. Om deze reden is het totale bruikbare printergeheugen slechts 544 MB,
als u twee modules van 256 MB RAM heeft geïnstalleerd.
LET OP
De DIMM’s bevatten elektronische onderdelen die beschadigd kunnen raken als gevolg van
statische elektriciteit. U kunt de opbouw van statische elektriciteit voorkomen door regelmatig
contact te maken met een ongelakt metalen oppervlak van de printer. Draag indien mogelijk
een aardingsbandje om de pols (of een soortgelijk hulpmiddel). Ga altijd voorzichtig om met
de DIMM’s. Raak geen elektronische onderdelen of circuits aan. Als u deze aanbevelingen
niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de onderdelen.
14 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
Een DIMM installeren
1Druk de printerconfiguratiepagina af om te controleren hoeveel geheugen er beschikbaar
is in de printer. Zie Informatie over de configuratiepagina en deze pagin a afdrukken.
2Schakel de printer uit en koppel het netsnoer en alle overige kabels los.
3Verwijder het zijpaneel aan de linkerzijde van de printer.
4Druk de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMM-sleuf naar buiten om de
vergrendelingen los te koppelen.
5Neem de DIMM uit de antistatische verpakking.
6Lijn de DIMM zodanig uit dat de inkepingen aan de onderrand tegenover de verhogingen
in de DIMM-sleuf zijn geplaatst.
7Steek de DIMM in de sleuf en druk erop totdat de DIMM vastklikt.
8Plaats het zijpaneel terug.
9Sluit het netsnoer en alle overige kabels weer aan en zet de printer aan.
10 Activeer de DIMM’s in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma.
NLWWGeheugenmodules installeren 15
Controleren of de DIMM correct is geïnstalleerd
1Controleer of het netsnoer en alle overige kabels zijn aangesloten en of de printer is
ingeschakeld.
2Controleer of KLAAR verschijnt op de display van het bedieningspaneel. Als er een
foutbericht verschijnt, is een DIMM mogelijk onjuist geïnstalleerd.
3Druk de configuratiepagina van de printer af. Vergelijk in het geheugengedeelte de
hoeveelheid geheugen met de hoeveelheid op de configuratiepagina die u hebt afgedrukt
voordat u de DIMM installeerde. Als de hoeveelheid geheugen niet is toegenomen,
heeft zich mogelijk een van de volgende problemen voorgedaan:
• De DIMM is mogelijk niet correct geïnstalleerd. Verwijder de DIMM en herhaal
de installatieprocedure.
• De DIMM is mogelijk defect. Probeer een nieuwe DIMM.
Accessoires activeren in het printerstuurprogramma
OpmerkingBij het Mac-besturingssysteem worden de automatische duplexeenheid en lade 2 automatisch
in het printerstuurprogramma ingeschakeld wanneer u de printersoftware installeert. U moet
de DIMM’s echter handmatig activeren.
Accessoire s activer en op Wi ndows- c ompu ter s
Nadat u de printersoftware op Windows-computers hebt geïnstalleerd, moeten lade 2 en
de automatische duplexeenheid in het printerstuurprogramma worden geact iveerd om ze te
laten werken.
1Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen,
Standaa rdin st ell i ngen voor docume n t
of V oorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Klik op het tabblad Configureren, Apparaatinstellingen of Apparaatopties . Welke
naam het tabblad heeft, is afhankelijk van het printerstuurprogramma en het
besturingssysteem.
4Klik op het geselecteerde tabblad op Automatische configuratie, klik op Nu bijwerken
en klik op OK.
16 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
De print er ge br uik en
3
Papier selecteren
De printer is geschikt voor gebruik met de meeste soorten kantoorpapier. Wij raden u aan
om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Zie HP benodigdheden en
accessoires.
Tips voor het selecteren van papier
Voor de beste resultaten moet u z ich aan de volgende richtlijnen houden:
zGebruik altijd afdrukmat eri aal dat voldoet aan de printerspecificaties.
Zie Informatie over de spe cificaties van ondersteund papier.
zSelecteer het juiste papiertype en -formaat in het printerstuurprogramma.
Zie Afdrukinstellingen wijzigen.
zPlaats slechts één papiertype van een bepaald formaat tegelijkertijd in een lade.
zPlaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2 met de afdrukz ijde naar beneden en teg en de
rechter- en achterkant van de lade. Zie Papier plaatsen.
OpmerkingLade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
zPlaats niet te veel papier in de laden. Zie Informatie over de specificaties van
ondersteund papier.
zOm vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te
voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
• Formulieren die uit meerdere delen bestaan
• Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
• Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
• Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
• Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Zie Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal en speciale formaten voor meer informatie over
het afdrukken op ondersteunde afdrukmaterialen.
NLWWPapier selecteren 17
Kaarten en enveloppen
zGebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen
of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of
gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
zGebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
zPlaats de enveloppen in de printer zoals wordt aangegeven door het pictogram op de lade.
Fotopapier
zGebruik de mo dus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag en is mogelijk meer computer- en printergeheugen vereist.
zVerwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Transparanten
zPlaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de
achterzijde van de printer.
zGebruik de mo dus Beste om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze
modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerbak uitgevoerd
wanneer de inkt helemaal droog is. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen
vlekken ontstaan.
Speciaal papier for maat
zGebruik alleen speciaal papi erformaat dat wordt ondersteund door de printer.
zWanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het
formaat in met behulp van het printerstuurprogramma. Mogelijk moet u de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal
papierformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund papier
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over het formaat, de soort en het gewicht van
het pa pier dat door de printer wordt ondersteund. Er wordt ook informatie gegeven over de
capaciteit van de laden.
OpmerkingLade 2 en de automatische duplexeenheid worden geleverd bij de printermodellen
HP Business Inkjet 2800dt en HP Business Inkjet 2800dtn.
Afdrukmateriaal voor foto ’s
(101,6 x 152,4 mm) met
verwijderlipje
3,2 mm
(3,30 mm)
(5,08 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
3,2 mm
(3,30 mm)
5,1 mm
(5,08 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
OpmerkingAls u de automatische duplexeenheid gebruikt, mogen de minimummarges boven en onder
niet groter zijn dan 12,7 mm.
22 3 - De printer gebruikenNLWW
Papier plaatsen
Papier plaatsen in lade 1 of 2
1Als u papier in lade 1 wilt plaatsen, tilt u de uitvoerbak omhoog, pakt u lade 1 onder
aan de voorkant vast en trekt u de lade uit de printer.
Als u papier in lade 2 wilt plaatsen, trekt u lade 2 uit de printer en tilt u de klep van de
lade omhoog.
2Als u A3-papier of groter afdrukmateriaal plaatst, moet u de lade verlengen: druk de
ladevergrendeling bij de voorkant van de lade in en trek beide uiteinden van de lade in
tegenovergestelde richting tot de lade volledig is uitgetrokken.
Lade 1
NLWWPapier plaatsen 23
3Druk de knop van de breedtegeleider in en schuif de geleider naar links. Druk de knop van
de lengtegeleider in en schuif de geleider naar u toe.
4Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant van de
lade. Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet
over de rand hangt.
5Druk de knoppen van de papiergeleiders in en schuif de geleiders naar de randen van het
geplaatste afdrukmateriaal.
Lade 1
6Als u lade 1 hebt verwijderd, schuift u deze voorzichtig weer in de printer en laat u de
uitvoerbak weer zakken.
Als u lade 2 hebt verwijderd, laat u de ladeklep zakken en schuift u lade 2 voorzichtig weer
in de printer.
LET OPAls u de lade hebt verlengd, mag u de ladevergrendeling niet indrukken bij het naar binnen
schuiven van de lade. Als u dit wel doet, wordt de lade naar binnen geschoven wanneer u de
lade naar binnen drukt. Het langere afdrukmateriaal in de lade wordt gevouwen en veroorzaakt
problemen tijdens het afdrukken.
7Als u lade 1 of 2 hebt verlengd, verlengt u de uitvoerbak door deze onder aan de voorkant
vast te pakken en het verlengstuk uit te trekken.
8Selecteer bij het afdrukken het juiste papiertype en -formaat in het
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of
het printerstuurprogramma. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang boven wijzigingen
in het printerstuurprogramma. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van het printerstuurprogramma echter hersteld.
OpmerkingAfdrukinste llingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in
het printerstuurprogramma.
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma in Windows kunt u de
on line Help van het printerstuurprogramma raadplegen. Voor meer informatie over het
afdrukken vanuit een specifieke applicatie kunt u de documentatie van de betreffende
applicatie raadplegen.
De instellingen voor huidige taken wijzigen vanuit een
toepassing (Wind ows )
1Open het document dat u wilt afdrukken.
2Klik op Afdrukken en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen in het menu
Bestand.
Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van de software die u gebruikt.
3Wijzig eventueel ander e inst ellingen en klik op OK, Afdrukkenof een vergelijkbare optie.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige
taken (Windows)
1Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen,
Standaa rdin st ell i ngen voor docume n t of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Wijzig eventueel ander e inst ellingen en klik op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS)
1Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
2Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
3Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
4Pas de gewenste instellingen aan en klik op Afdrukken.
NLWWAfdrukinstellingen wijzigen 25
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op een van de volgende manieren annuleren:
zBedieningspaneel
Druk op de knop (Annuleren). Hiermee verwijdert u de taak die op dat moment wordt
uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
zWindows
Dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt
weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het toetsenbord.
zMac OS X (10.1.5 en hoger)
Klik op het pictogram Afdrukcentrum en dubbelklik vervolgens op het pictogram van de
printer. Selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
Afdrukken via de handinvoer aan de voor- of achterzijde
OpmerkingDe handinvoer aan de achterzijde is niet beschikbaar als u een automatische duplexeenheid
hebt geïnstalleerd.
1Voor Windows:
a Open het printerstuurprogramma.
b Selecteer op het tabblad Papier/Kwaliteit de optie voor handinvoer in de
vervolgkeuzelijst Bron is.
c Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK.
d Druk het document af.
Mac OS:
a Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
b Selecteer het papierformaa t.
c Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
d Selecteer de optie voor handinvoer in het deelvenste r Kopie ën & Pa gina’s.
e Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
f Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal.
g Wijzig eventueel ande re instellingen en klik op OK of Afdrukken.
2Wacht tot het lampje van de knop Doorgaan begint te knipperen.
26 3 - De printer gebruikenNLWW
3Als u de handinvoer aan de voorzijde gebruikt, doet u het volgende:
a Verwijder alle afdrukken uit de uitvoerbak.
b Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde oml aag tegen de rechterkant van de
handinvoer tot het afdrukmateriaal de maximumdiepte heeft bereikt. Enveloppen
plaatst u zoals wordt aangegeven door het pictogram op de lade. Zie Ondersteunde
typen en gewichten afdrukmateriaal.
c Schuif de breedtegeleider tegen de rand van het geladen afdrukmateriaal.
d Druk op de knop (Doorgaan) om af te drukken.
4Als u de handinvoer aan de achterzijde gebruikt, doet u het volgende:
a Plaats het paneel aan de achterzijde weer terug als de automatische duplexeenheid
is geïnstalleerd.
b Schuif de breedtegeleider tot de juiste positie voor de gewenste breedte.
c Plaats een vel papier met de afdrukzijde omhoog in de linkerkant van de invoer tot de
printer het papier vastpakt.
d Druk op de knop (Doorgaan) om af te drukken.
e Als u meer dan één pagina afdrukt, drukt u na het plaatsen van elk vel op de knop
(Doorgaan) om af te drukken.
NLWWAfdrukken via de handinvoer aan de voor- of achterzijde 27
Dubbelzijdig afdrukken (duplexing)
U kunt een vel dubbelzijdig afdrukken. Dit kan automatisch met de automatische
duplexeenheid of handmatig door het afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in de printer
in te voeren.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
zGebruik altijd afdru kmateri aal dat voldoet aan de printerspecificaties. Zie Informatie over
de specificaties van ondersteund papier.
zGeef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of het
printerstuurprogramma.
zDruk niet af op beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier en glanzend
afdrukmateriaal. Deze soorten afdrukmateriaal kunnen vastlopen.
zBij sommige papiersoorten moet voor dubbelzijdig afdrukken een specifieke oriëntatie
worden opgegeven, zoals papier met een briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met
een watermerk. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de voorkant van het
afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS, wordt eerst de
achterkant afgedrukt. Plaats het afdrukmateriaal met de voorkant naar beneden.
zWanneer één kant van het afdrukmateriaal is afgedrukt, wordt het materiaal in de printer
vastgehouden om de inkt te laten drogen. Wanneer de inkt droog is, wordt het
afdrukmateriaal opnieuw ingevoerd in de printer en wordt de andere kant afgedrukt.
Wanneer beide zijden van het afdrukmateriaal zijn afgedrukt, wordt het papier uitgevoerd
in de uitvoerbak. Pak het afgedrukte materiaal pas nadat het afdruk ken is voltooid.
zU kunt op beide zijden van ondersteunde speciale papierformaten afdrukken met behulp
van de voorzieningen voor handmatig dubbelzijdig afdrukken. (Zie Informatie over de
specificaties van ondersteund papier voor een lijst van ondersteunde speciale formaten.)
Automatisch dubbelz ijdig afdrukken (Windows)
OpmerkingAls u automatisch dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de automatische
duplexeenheid goed is aangebracht en geactive erd. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma. Als de automatische duplexeenheid niet is geïnstalleerd, drukt de
printer op één zijde (simplex) van het afdrukmateriaal af.
1Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie R ic ht lijnen voor dub b elz ijdig afdrukk e n en
Papier plaatsen.
2Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand , klik op Afd rukken
en vervolgens op Eigenschappen , Standaardinste l lingen voor docu m ent of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Klik op het tabblad Afwerking.
4Schakel het selecti e va kje Dubbelzijdig afdrukken in.
28 3 - De printer gebruikenNLWW
Loading...
+ 89 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.