Uitgave 1, 2/2005
Het reproduceren, aanpassen of verta len
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verbod en, behalve
voorzover toegestaan door de
copyrightwetgeving.
De info rmat i e i n de ze pu bl ic ati e k an zo nd er
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
service s van H P sta at in de uitdr u kkel ij ke
garantieverklaringen die bij die producten
en service s w ord en gel ever d . Ni ets i n de ze
publicatie mag worden beschouw d als
aanvullende garantie. HP aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor tec hnische fouten ,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Handelsmerken
Microsoft
MS-DOS
®
, Windows®, Windows NT® en
®
zijn in de V.S. g edepone erde
hande lsmerken van Microsoft C orporat ion.
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmer k
van Ope n Gr ou p.
®
Novell
en NetWare® zijn ge depone erde
handelsmerken van Novell Corporation.
®
Pentium
is een gedeponeerd
handel sm e r k va n Intel Corporation .
®
Adobe
en Acrobat® zijn ge depone erde
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporate.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd
de elementaire voorzorgsmaatregelen in
acht om de kans op letsel ten gevolge van
brand of elektrische schokken te beperken.
1 Zorg dat u all e ins tru c ties in de
printerdocumentatie heeft gelezen
en begrepen.
2 Sluit dit product uit s luitend aan op een
geaard stopcontact. Als u niet zeker
weet of een stopcontact geaard is,
kunt u advies inwinnen bij een erkende
elektricien.
3 Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
4 Haal het ne ts no er uit het sto p co nt a c t
voordat u dit product reinigt.
5 Plaats of geb ruik dit prod uc t nie t in de
buurt van water of wanneer u nat bent.
6 Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak st aat.
7 Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het
netsno er niet w ordt beschadigd.
8 Als het product niet naar behoren werkt,
raadp lee g dan Onderhou d en
probleemoplossing.
9 Dit product bevat geen onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Laat
onderhoudswerkzaam heden o v er aan
erkende onderhoudsmonteurs.
Hartelijk dank voor het aanschaf fen van deze print er. In deze handleiding vindt u informatie
over het gebruik van de printer en het oplossen van printer- en afdrukproblemen.
Andere bronnen met productinformatie zoeken
Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze
handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
BronBeschrijvingLocatie
InstallatieposterBevat geïllustreerde installatieaanwijzingen.Een gedrukte versie van dit
document is bij de print er
meegeleverd. De ele ktr onische
versie van deze handl eiding vindt
u in Adobe
Document Format (PDF) -indeling
op de Starter-CD.
®
Acrobat® Portable
NaslaggidsBiedt instructies voor het instellen van de
printer en in f o r matie over garanti e
en veiligheid.
Leesmij-best and en
release-info
Ingebouwde webserver (netwerkverbinding)
Werkset
(Microsoft
Windows
Help op het
scherm bij het
printerstuurprogramma (Windows)
®
®
)
Deze bieden de laats te informatie en ti ps voor
het oplossen van problemen.
Hiermee kunt u statu sinformatie bekijken,
instellingen wijzigen en de printer beheren
vanaf elke computer in het netwerk.
Zie Ingebouwde webserver (EWS).
Biedt informatie over de status van
printkoppen.
Zie Werkset (Windows) voor meer infor matie.
Geeft uitleg over de functies van het
printerstuurprogramma.
Meegeleverd als gedrukte
handleiding in de doos van de
printer.
Staat op de Starter CD.
Beschikbaar vi a elke
standaardwebbrowser.
Beschikbaar als u een
installa ti eoptie met Werkset kiest.
Beschikbaar vi a het
printerstuurprogramma.
6 1 - Aan de slagNLWW
Page 9
BronBeschrijvingLocatie
HP Instant SupportHelpt u afdrukproblemen snel te identificeren,
analyseren en op te lossen.
Zie HP Instant Support voor meer informat ie.
HP Jetdirect
Administrator’s
Guide
Biedt informatie voor het configureren en het
oplossen van probl em en me t de
HP J e td ir e c t-p r in ts e rv e r di e in de pr in te r is
geïnstalleerd.
BedieningspaneelGeeft status- , fo ut- en
waarschuwingsi nformat ie over de wer king van
de printer.
ConfiguratiepaginaBiedt informatie over de printerhardware
(zoals de firmwareversie en het
modelnummer), de instellingen van de pr int er
en geïnstalleerde accessoires (zoals
geheugen en laden). Als de printer is
aangesloten op een net werk, is een extra
netwerkconfi guratiepagina beschikbaar.
Systeemtests en
afdrukken (zoal s het
afdrukken van de
demopagina en de
papierbaantest)
Biedt informatie die van pas kan komen bij het
opsporen van problemen met het
afdrukmechanisme en de papierbaan.
zAfdruk van demopagina
zPapierbaantest
HP websites Biedt de meest recente printersoftware,
product- en ondersteuningsinformatie.
Beschikbaar vi a elke
standaardwebbrowser of via de
Werkset (Windows).
Staat op de Starter CD.
Zie Bedieningspaneel.
Zie Inform ati e over de
configurat iepagina en deze
pagina afdrukken.
Zie De printer beheren.
http://www.hp.com/support/
businessinkjet2800
http://www.hp.com
Telefonische
ondersteuning
van HP
Bevat contactinformatie van HP. Gedur ende
de garantieper iode is deze ondersteuning
vaak kosteloos.
Zie Telefoonnummers voor
telefonische ondersteuning
.
NLWWAndere bronnen met productinformatie zoeken 7
Page 10
De onderdelen van de printer
Vooraanzicht
13
98
11
12
13
14
1Bedieningspaneel
10
123
6
7
4
5
2Klep van printkop
3Inktcartridgeklep
4Printkopgrendel
5Printkoppen
6Inktcartridges
7Handinvoer aan de voorzijde
8Lade 1
9Stapelindicator
10 Geleiders
11 Uitvoerbak
12 Lade 2
13 Ladevergrendeling
14 K lep van lade 2
5Toegangspaneel aan de achterzijde
6Handinvoer aan de achterzijde
7Automatische duplexeenheid (HP Business Inkjet 2800dt en HP Busine ss Inkjet 2800dtn)
8HP Jetdirect-printserver (HP Business Inkjet 2800dtn-printer)
10 1 - Aan de slagNLWW
Page 13
Accessoires installeren
2
Lade 2 installeren
Lade 2 is beschikbaar op de printermodellen HP Business Inkjet 2800dt en
HP Business Inkjet 2800dtn. De lade kan maximaal 250 vel gewoon papier bevatten.
Lade 2 installeren
1Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie.
2Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
3Plaats de printer boven op de lade.
WAARSCHUWING!
Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4Het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten
5Activeer de lade in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma.
NLWWLade 2 installeren 11
Page 14
De automatische duplexeenheid installeren
Als de automatische duplexeenheid in de printer is geïnstalleerd, kunt u automatisch op beide
zijden van een vel papier afdrukken. De automatische duplexeenheid is beschikba ar op de
printermodellen HP Business Inkjet 2800dt en HP Business Inkjet 2800dtn. Zie Accessoires
activeren in het printerstuurprogramma en Dubbelzijdig afdrukken (duplexing) voor meer
informatie over het gebruik van de duplexeenheid.
Een automatische duplexeenheid installeren
1Druk op de knoppen aan weerszijden van het toegangspaneel aan de achterzijde en
verwijder het paneel van de printer.
2Schuif de automatische duplexeenheid in de printer totdat deze vastklikt.
OpmerkingDruk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de automatische duplexeenheid,
maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
3Activeer de automatische duplexeenheid in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires
activeren in het printerstuurprogramma.
12 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
Page 15
De HP Jetdirect-printserver installeren
De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld door de printer rechtstreeks via
een HP Jetdirect-printserver op het netwerk aan te sluiten. De printserver kan zowel in een
afdrukconfiguratie met een client-server als een peer-to-peer worden gebruikt. De printserver
biedt betere prestaties dan bij afdrukken via niet-netwerkverbindingen en biedt ook meer
flexibiliteit bij de voorbereiding van een locatie voor de printer.
In de HP Busin ess Inkjet 2800dtn-printe r is vooraf een HP Jetdirect-printserver
geïnstalleerd. Zie Accessoires voor een lijst van printservers die voor de printer kunnen
worden aangeschaft.
De HP Jetdirect-printserver installeren
LET OP
De HP Jet direct -printserve rkaa rt bevat elektronische onde rdelen die beschadi gd ku nnen
raken als gevolg van statische elektriciteit. Draag indien mogelijk een aardingsbandje om de
pols (of een soortgelijk hulpmiddel). Ga altijd voorzichtig om met de printserverkaart. Raak
geen elektronische onderdelen of circuits aan. Als u deze aanbevelingen niet opvolgt, kunnen
er onderdelen beschadigd raken.
1Schakel de printer uit en koppel het netsnoer en alle andere kabels los.
2Draai met een kruiskopschroevendraaier de schroef van het klepje op de lege EIO-sleuf
los. Verwijder het klepje.
3Duw de HP Jet direct-printserverkaart stevig in de EIO-sleuf.
4Draai de schroeven vast die bij de printserverkaart zijn geleverd.
5Sluit een netwerkkabel aan tussen de printserverkaart en het netwerk.
Controler e n of de prints er ve r co rrect is geïnstal lee rd
1Het netsnoer aansluiten en de printer aanzetten
2Druk een configuratiepagina af. Zie Inf orm atie over de configuratiepagina en dez e
pagina afdrukken.
Er worden twee pagina’s afgedrukt. De tweede pagina is de netwerkconfiguratiepagina
voor de printserverkaart. Als deze pagina niet wordt afgedrukt, verwijdert u de
printserverkaart en installeert u deze opnieuw om ervoor te zorgen dat de kaart volledig
in de sleuf is geplaatst.
NLWWDe HP Jetdirect-printserver installeren 13
Page 16
Meer informatie
Als u op problemen stuit of moeilijkheden hebt met het afdrukken via een netwer k, kunt u de
volgende bronnen raadplegen.
DocumentBeschrijving
HP Jetdirect Administrator’s
Guide
Documentatie voor het
besturingssysteem en
netwerkbesturingssysteem
Deze handleiding, die op de Starter--cd staat, biedt gedetailleerde
informatie over het instellen en gebruiken van een
HP Jetdirect-printserver.
De handleiding biedt ook informatie over de volgende onderwerpen:
zHP software voor HP Jetdirect-printservers
zTCP/IP-configuraties
zLPD-services (Line Printer Daemon) op de printserver
zFTP (file transfer protocol)-afdrukken
zConfiguratiepagina berichten en problemen oplossen
zIngesloten webserver, een webprogramma voor het configureren en
beheren van netwerkapparaten
Deze documentatie wor dt bi j de computer of het
netwerkbesturingssysteem geleverd en biedt basisinformatie over het
afdrukken via een net werk.
Naast deze bronnen zijn er printergegevens en configuratiefuncties beschikbaar via HP Web
Jetadmin. Z ie HP Web Jetadmin-software of ga naar http://www.hp.com/support/
businessinkjet2800 voor meer informatie.
Geheugenmodules installeren
Als u vaak complexe afbeeldingen of PS-documenten (PostScript®) afdrukt, of als u
afdrukt met de automatische duplexeenheid, kunt u het beste meer geheugen aan de
printer toevoegen.
OpmerkingAls u geheugen aan de printer toevoegt, kan de printer deze complexe afdruktaken beter
verwerken. De afdruktaken worden mogelijk niet sneller v erw erk t.
De printer bevat 96 MB ingebouwd geheugen en beschikt over twee DIMM-sleuven voor 64,
128 of 256 MB RAM (zie Accessoires voor bestelinformatie.) Op de printerconfiguratiepagina
kunt u nagaan hoeveel geheugen er is geïnstalleerd. De printer herkent maximaal 544 MB
printergeheugen. Om deze reden is het totale bruikbare printergeheugen slechts 544 MB,
als u twee modules van 256 MB RAM heeft geïnstalleerd.
LET OP
De DIMM’s bevatten elektronische onderdelen die beschadigd kunnen raken als gevolg van
statische elektriciteit. U kunt de opbouw van statische elektriciteit voorkomen door regelmatig
contact te maken met een ongelakt metalen oppervlak van de printer. Draag indien mogelijk
een aardingsbandje om de pols (of een soortgelijk hulpmiddel). Ga altijd voorzichtig om met
de DIMM’s. Raak geen elektronische onderdelen of circuits aan. Als u deze aanbevelingen
niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de onderdelen.
14 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
Page 17
Een DIMM installeren
1Druk de printerconfiguratiepagina af om te controleren hoeveel geheugen er beschikbaar
is in de printer. Zie Informatie over de configuratiepagina en deze pagin a afdrukken.
2Schakel de printer uit en koppel het netsnoer en alle overige kabels los.
3Verwijder het zijpaneel aan de linkerzijde van de printer.
4Druk de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMM-sleuf naar buiten om de
vergrendelingen los te koppelen.
5Neem de DIMM uit de antistatische verpakking.
6Lijn de DIMM zodanig uit dat de inkepingen aan de onderrand tegenover de verhogingen
in de DIMM-sleuf zijn geplaatst.
7Steek de DIMM in de sleuf en druk erop totdat de DIMM vastklikt.
8Plaats het zijpaneel terug.
9Sluit het netsnoer en alle overige kabels weer aan en zet de printer aan.
10 Activeer de DIMM’s in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma.
NLWWGeheugenmodules installeren 15
Page 18
Controleren of de DIMM correct is geïnstalleerd
1Controleer of het netsnoer en alle overige kabels zijn aangesloten en of de printer is
ingeschakeld.
2Controleer of KLAAR verschijnt op de display van het bedieningspaneel. Als er een
foutbericht verschijnt, is een DIMM mogelijk onjuist geïnstalleerd.
3Druk de configuratiepagina van de printer af. Vergelijk in het geheugengedeelte de
hoeveelheid geheugen met de hoeveelheid op de configuratiepagina die u hebt afgedrukt
voordat u de DIMM installeerde. Als de hoeveelheid geheugen niet is toegenomen,
heeft zich mogelijk een van de volgende problemen voorgedaan:
• De DIMM is mogelijk niet correct geïnstalleerd. Verwijder de DIMM en herhaal
de installatieprocedure.
• De DIMM is mogelijk defect. Probeer een nieuwe DIMM.
Accessoires activeren in het printerstuurprogramma
OpmerkingBij het Mac-besturingssysteem worden de automatische duplexeenheid en lade 2 automatisch
in het printerstuurprogramma ingeschakeld wanneer u de printersoftware installeert. U moet
de DIMM’s echter handmatig activeren.
Accessoire s activer en op Wi ndows- c ompu ter s
Nadat u de printersoftware op Windows-computers hebt geïnstalleerd, moeten lade 2 en
de automatische duplexeenheid in het printerstuurprogramma worden geact iveerd om ze te
laten werken.
1Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen,
Standaa rdin st ell i ngen voor docume n t
of V oorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Klik op het tabblad Configureren, Apparaatinstellingen of Apparaatopties . Welke
naam het tabblad heeft, is afhankelijk van het printerstuurprogramma en het
besturingssysteem.
4Klik op het geselecteerde tabblad op Automatische configuratie, klik op Nu bijwerken
en klik op OK.
16 2 - Accessoires insta l lere nNLWW
Page 19
De print er ge br uik en
3
Papier selecteren
De printer is geschikt voor gebruik met de meeste soorten kantoorpapier. Wij raden u aan
om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Zie HP benodigdheden en
accessoires.
Tips voor het selecteren van papier
Voor de beste resultaten moet u z ich aan de volgende richtlijnen houden:
zGebruik altijd afdrukmat eri aal dat voldoet aan de printerspecificaties.
Zie Informatie over de spe cificaties van ondersteund papier.
zSelecteer het juiste papiertype en -formaat in het printerstuurprogramma.
Zie Afdrukinstellingen wijzigen.
zPlaats slechts één papiertype van een bepaald formaat tegelijkertijd in een lade.
zPlaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2 met de afdrukz ijde naar beneden en teg en de
rechter- en achterkant van de lade. Zie Papier plaatsen.
OpmerkingLade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
zPlaats niet te veel papier in de laden. Zie Informatie over de specificaties van
ondersteund papier.
zOm vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te
voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
• Formulieren die uit meerdere delen bestaan
• Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
• Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
• Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
• Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Zie Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal en speciale formaten voor meer informatie over
het afdrukken op ondersteunde afdrukmaterialen.
NLWWPapier selecteren 17
Page 20
Kaarten en enveloppen
zGebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen
of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of
gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
zGebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
zPlaats de enveloppen in de printer zoals wordt aangegeven door het pictogram op de lade.
Fotopapier
zGebruik de mo dus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag en is mogelijk meer computer- en printergeheugen vereist.
zVerwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Transparanten
zPlaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de
achterzijde van de printer.
zGebruik de mo dus Beste om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze
modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerbak uitgevoerd
wanneer de inkt helemaal droog is. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen
vlekken ontstaan.
Speciaal papier for maat
zGebruik alleen speciaal papi erformaat dat wordt ondersteund door de printer.
zWanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het
formaat in met behulp van het printerstuurprogramma. Mogelijk moet u de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal
papierformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund papier
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over het formaat, de soort en het gewicht van
het pa pier dat door de printer wordt ondersteund. Er wordt ook informatie gegeven over de
capaciteit van de laden.
OpmerkingLade 2 en de automatische duplexeenheid worden geleverd bij de printermodellen
HP Business Inkjet 2800dt en HP Business Inkjet 2800dtn.
Afdrukmateriaal voor foto ’s
(101,6 x 152,4 mm) met
verwijderlipje
3,2 mm
(3,30 mm)
(5,08 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
3,2 mm
(3,30 mm)
5,1 mm
(5,08 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
11,7 mm
(11,68 mm)
3,0 mm
(3,05 mm)
OpmerkingAls u de automatische duplexeenheid gebruikt, mogen de minimummarges boven en onder
niet groter zijn dan 12,7 mm.
22 3 - De printer gebruikenNLWW
Page 25
Papier plaatsen
Papier plaatsen in lade 1 of 2
1Als u papier in lade 1 wilt plaatsen, tilt u de uitvoerbak omhoog, pakt u lade 1 onder
aan de voorkant vast en trekt u de lade uit de printer.
Als u papier in lade 2 wilt plaatsen, trekt u lade 2 uit de printer en tilt u de klep van de
lade omhoog.
2Als u A3-papier of groter afdrukmateriaal plaatst, moet u de lade verlengen: druk de
ladevergrendeling bij de voorkant van de lade in en trek beide uiteinden van de lade in
tegenovergestelde richting tot de lade volledig is uitgetrokken.
Lade 1
NLWWPapier plaatsen 23
Page 26
3Druk de knop van de breedtegeleider in en schuif de geleider naar links. Druk de knop van
de lengtegeleider in en schuif de geleider naar u toe.
4Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant van de
lade. Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet
over de rand hangt.
5Druk de knoppen van de papiergeleiders in en schuif de geleiders naar de randen van het
geplaatste afdrukmateriaal.
Lade 1
6Als u lade 1 hebt verwijderd, schuift u deze voorzichtig weer in de printer en laat u de
uitvoerbak weer zakken.
Als u lade 2 hebt verwijderd, laat u de ladeklep zakken en schuift u lade 2 voorzichtig weer
in de printer.
LET OPAls u de lade hebt verlengd, mag u de ladevergrendeling niet indrukken bij het naar binnen
schuiven van de lade. Als u dit wel doet, wordt de lade naar binnen geschoven wanneer u de
lade naar binnen drukt. Het langere afdrukmateriaal in de lade wordt gevouwen en veroorzaakt
problemen tijdens het afdrukken.
7Als u lade 1 of 2 hebt verlengd, verlengt u de uitvoerbak door deze onder aan de voorkant
vast te pakken en het verlengstuk uit te trekken.
8Selecteer bij het afdrukken het juiste papiertype en -formaat in het
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of
het printerstuurprogramma. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang boven wijzigingen
in het printerstuurprogramma. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van het printerstuurprogramma echter hersteld.
OpmerkingAfdrukinste llingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in
het printerstuurprogramma.
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma in Windows kunt u de
on line Help van het printerstuurprogramma raadplegen. Voor meer informatie over het
afdrukken vanuit een specifieke applicatie kunt u de documentatie van de betreffende
applicatie raadplegen.
De instellingen voor huidige taken wijzigen vanuit een
toepassing (Wind ows )
1Open het document dat u wilt afdrukken.
2Klik op Afdrukken en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen in het menu
Bestand.
Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van de software die u gebruikt.
3Wijzig eventueel ander e inst ellingen en klik op OK, Afdrukkenof een vergelijkbare optie.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige
taken (Windows)
1Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen,
Standaa rdin st ell i ngen voor docume n t of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Wijzig eventueel ander e inst ellingen en klik op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS)
1Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
2Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
3Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
4Pas de gewenste instellingen aan en klik op Afdrukken.
NLWWAfdrukinstellingen wijzigen 25
Page 28
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op een van de volgende manieren annuleren:
zBedieningspaneel
Druk op de knop (Annuleren). Hiermee verwijdert u de taak die op dat moment wordt
uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
zWindows
Dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt
weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het toetsenbord.
zMac OS X (10.1.5 en hoger)
Klik op het pictogram Afdrukcentrum en dubbelklik vervolgens op het pictogram van de
printer. Selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
Afdrukken via de handinvoer aan de voor- of achterzijde
OpmerkingDe handinvoer aan de achterzijde is niet beschikbaar als u een automatische duplexeenheid
hebt geïnstalleerd.
1Voor Windows:
a Open het printerstuurprogramma.
b Selecteer op het tabblad Papier/Kwaliteit de optie voor handinvoer in de
vervolgkeuzelijst Bron is.
c Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK.
d Druk het document af.
Mac OS:
a Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
b Selecteer het papierformaa t.
c Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
d Selecteer de optie voor handinvoer in het deelvenste r Kopie ën & Pa gina’s.
e Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
f Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal.
g Wijzig eventueel ande re instellingen en klik op OK of Afdrukken.
2Wacht tot het lampje van de knop Doorgaan begint te knipperen.
26 3 - De printer gebruikenNLWW
Page 29
3Als u de handinvoer aan de voorzijde gebruikt, doet u het volgende:
a Verwijder alle afdrukken uit de uitvoerbak.
b Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde oml aag tegen de rechterkant van de
handinvoer tot het afdrukmateriaal de maximumdiepte heeft bereikt. Enveloppen
plaatst u zoals wordt aangegeven door het pictogram op de lade. Zie Ondersteunde
typen en gewichten afdrukmateriaal.
c Schuif de breedtegeleider tegen de rand van het geladen afdrukmateriaal.
d Druk op de knop (Doorgaan) om af te drukken.
4Als u de handinvoer aan de achterzijde gebruikt, doet u het volgende:
a Plaats het paneel aan de achterzijde weer terug als de automatische duplexeenheid
is geïnstalleerd.
b Schuif de breedtegeleider tot de juiste positie voor de gewenste breedte.
c Plaats een vel papier met de afdrukzijde omhoog in de linkerkant van de invoer tot de
printer het papier vastpakt.
d Druk op de knop (Doorgaan) om af te drukken.
e Als u meer dan één pagina afdrukt, drukt u na het plaatsen van elk vel op de knop
(Doorgaan) om af te drukken.
NLWWAfdrukken via de handinvoer aan de voor- of achterzijde 27
Page 30
Dubbelzijdig afdrukken (duplexing)
U kunt een vel dubbelzijdig afdrukken. Dit kan automatisch met de automatische
duplexeenheid of handmatig door het afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in de printer
in te voeren.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
zGebruik altijd afdru kmateri aal dat voldoet aan de printerspecificaties. Zie Informatie over
de specificaties van ondersteund papier.
zGeef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of het
printerstuurprogramma.
zDruk niet af op beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier en glanzend
afdrukmateriaal. Deze soorten afdrukmateriaal kunnen vastlopen.
zBij sommige papiersoorten moet voor dubbelzijdig afdrukken een specifieke oriëntatie
worden opgegeven, zoals papier met een briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met
een watermerk. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de voorkant van het
afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS, wordt eerst de
achterkant afgedrukt. Plaats het afdrukmateriaal met de voorkant naar beneden.
zWanneer één kant van het afdrukmateriaal is afgedrukt, wordt het materiaal in de printer
vastgehouden om de inkt te laten drogen. Wanneer de inkt droog is, wordt het
afdrukmateriaal opnieuw ingevoerd in de printer en wordt de andere kant afgedrukt.
Wanneer beide zijden van het afdrukmateriaal zijn afgedrukt, wordt het papier uitgevoerd
in de uitvoerbak. Pak het afgedrukte materiaal pas nadat het afdruk ken is voltooid.
zU kunt op beide zijden van ondersteunde speciale papierformaten afdrukken met behulp
van de voorzieningen voor handmatig dubbelzijdig afdrukken. (Zie Informatie over de
specificaties van ondersteund papier voor een lijst van ondersteunde speciale formaten.)
Automatisch dubbelz ijdig afdrukken (Windows)
OpmerkingAls u automatisch dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de automatische
duplexeenheid goed is aangebracht en geactive erd. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma. Als de automatische duplexeenheid niet is geïnstalleerd, drukt de
printer op één zijde (simplex) van het afdrukmateriaal af.
1Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie R ic ht lijnen voor dub b elz ijdig afdrukk e n en
Papier plaatsen.
2Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand , klik op Afd rukken
en vervolgens op Eigenschappen , Standaardinste l lingen voor docu m ent of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3Klik op het tabblad Afwerking.
4Schakel het selecti e va kje Dubbelzijdig afdrukken in.
28 3 - De printer gebruikenNLWW
Page 31
5Controleer bij automatisch dubbelzijdig afdrukken of Automatische duplexeenheid
gebruiken is ingeschakeld.
Controleer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken of deze optie is uitgeschakeld.
Zie Accessoires activeren in het printerstuurprogramma.
6Als u het formaat van elke pagina automatisch wilt aanpassen aan de lay-out van het
document op het scherm, moet u het selectievakje Lay-out behouden inschakelen.
Als u deze optie uitschakelt, kunnen pagina’s op ongewenste plaatsen worden
afgebroken.
7Schakel het selecti e va kje Voorkant boven in of uit, afhankelijk van de bindrichting.
Zie de afbeeldingen in het printerstuurprogramma voor voorbeelden.
8Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
9Druk het document af.
OpmerkingAls u een computer met Windows NT 4.0 gebruikt, klikt u op Doorgaan in het
dialoogvenster dat verschijnt om het document af te drukken. Doet u dat niet, dan begint de
printer niet met afdrukken.
10 Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken volgt u, nadat de eerste zijde is afgedrukt, de
aanwijzingen op het scherm en plaatst u het papier terug in de lade (met de lege zijde
omlaag) of de handinvoer aan de voorzijde (met de lege zijde omhoog) om de
afdrukprocedure te voltooien.
Autom atisch dubbelzijdig afdrukken (Mac OS)
OpmerkingAls u automatisch dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de automatische
duplexeenheid goed is aangebracht en geactive erd. Zie Accessoires activeren in het
printerstuurprogramma.
1Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie R ic ht lijnen voor dub b elz ijdig afdrukk e n en
Papier plaatsen.
2Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
3Open het deelvenster Dubbelzijdig of Lay-out.
4Selecteer de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
5Selecteer de gewenste inbindrichting door te klikken op het bijbehorende pictogram.
6Pas desgewenst andere instellingen aan en klik op Afdrukken.
NLWWDubbelzijdig afdrukken (duplexing) 29
Page 32
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal en speciale formaten
Dit hoofdstuk bevat informatie over het afdrukken op afdrukmateriaal zoals enveloppen,
fotopapier, briefkaarten, transparanten en speciale formaten.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (Windows)
1Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaa tsen.
2Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand , klik op Afd rukken en
vervolgens op Instellingen of Eigenschappen.
3Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4Selecteer het soort afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Soort.
5Selecteer het formaat van het afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat.
Of
Klik op Speciaal, geef de afmetingen van het afdrukmateriaal op en klik op OK.
6Selecteer de lade waarin het afdrukmateriaal is geplaatst in de vervolgkeuzelijst Bron is.
7Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
8Druk het document af.
Afdrukken op papier met een speciaal formaat (Mac OS)
1Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaa tsen.
2Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
3Selecteer het papierformaat.
4Voer de volgende stappen uit om een speciaal papierformaat te selecteren:
a Klik op Speciaal papierformaat in het vervolgkeuzemenu Instellingen.
b Klik op Nieuw en voer een naam in voor het formaat bij Naam papierformaat.
c Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u de marges in.
d Klik op Klaar of OK.
5Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
6Open het paneel Kleur.
7Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal.
8Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdru kken.
30 3 - De printer gebruikenNLWW
Page 33
De print er co nfi gureren
4
en beheren
De printer beheren
Overzicht van taken voor printerbeheer
De volgende tabel bevat de verschillende printerhulpmiddelen die kunnen worden gebruikt
voor het beheer van de printer. Dit zijn de hulpmiddelen die het meest worden gebruikt bij het
uitvoeren van de verschillende beheerdersfuncties.
Zie O verzicht van hulpmiddel en voor het beheer van printers voor meer informatie over de
beheerhulpmiddelen in de tabel.
Als u……deze hulpmiddelen wi lt gebruiken.*
De printer controleren
zWerking en status
zAfdrukmateriaal en
benodigdheden
zTaken en printergebruik
De printer beheren
zBeveiliging van de printer
zOpties configureren voor
het bijhouden van
verbruiksgegevens
zTaal instellen
zAutomatisch uitschakel en
na instelle n
zInstellingen voor lade en
verwerking van
afdrukmater iaal wijzigen
zWaarschuwingen en
kennisgevingen instellen
Bedieningspaneel
Ingebouwd
e webserver
(EWS)
Werkset
(Windows)
HP Web
Jetadminsoftware
myPrintMileage
zFirmware op de printer
upgraden
zDe
HP Jetdirect-printserver
opnieuw instellen
NLWWDe printer beheren 31
Page 34
Als u……deze hulpmiddelen wi lt gebruiken.*
Bedieningspaneel
Ingebouwd
e webserver
(EWS)
Werkset
(Windows)
HP Web
Jetadminsoftware
myPrintMileage
Netwerkopties configureren
zI/O-time-out configureren
zNetwerkparameters
configureren
*Windows-gebruikers kunnen gebruikmaken van het bedienin gspaneel , de ingebouwde
webserver, Werkset, HP Web Jetadmin en myPrintMileage. Mac OS-gebruikers kunnen
gebruikmaken van het bedieningspaneel en EWS .
De printer controleren
OpmerkingZie Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers voor informatie over het openen
en gebruiken van specifieke beheerhulpmiddelen.
Gebruik dit
hulpmiddel…
BedieningspaneelDe status van huidige taken, de bedrijfsstatus van de printer en de
…om de volgende informatie te verkrijgen.
status van inkt cartridges en printkopp en.
Zie Bedieningspaneel voor meer informatie.
Ingebouwde webserver
(EWS)
Werkset (Windows)
HP Web Jetadmin-software Informatie over benodigdheden en de netwerkstatus.
myPrintMileageGebruik van printerbenodigdheden. Zie myPrintMileage.
zInformatie over de printerstatus:
Open het tabblad Informatie en klik op een optie in het
linkerdeelvenster.
zStatus inktcartridge en printkop:
Klik op het tabblad Informatie en klik vervol gens op
Inktbenodigdheden in het linkerdeelvenster.
zTotale hoeveelheid gebruikte inkt en afdrukmateriaal:
Open het tabblad Informatie en kli k op Verbruik in het
linkerdeelvenster.
zTotaal aantal pagina’s en inktverbruik per gebruiker:
Open het tabblad Instellingen, klik op Verbruiksgegevens in
het linkerdeelvenster en klik op het tabbl ad Gebruikers in het
rechterdeelvenster.
zGebruiksinformatie:
Klik op het tabblad Instellingen en klik vervolgens op
Verbruiksgegevens in het lin kerdeelvenste r.
zInformatie over inktcartridge:
Informatie over inktniveaus wordt weergegeven op het tabblad
Printerstatus. Klik op Informatie over inktca rtri dge voor
informatie over vervangende inktcartridges en vervaldatums van
cartridges.
Zie HP Web Jetadmin-software.
32 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 35
De printer beheren
Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van de printer en het wijzigen van
printerinstellingen.
OpmerkingZie Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers voor informatie over het openen
en gebruiken van specifieke beheerhulpmiddelen.
Gebruik dit
…als u het volgende wilt doen.
hulpmiddel…
BedieningspaneelzTaal voor het bedieningspaneel instellen:
1 Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2 Druk op de knop (Pijl-omlaag) tot APPARAAT INSTEL LEN is
gemarkeerd en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
3 Druk op de knop (Pijl-omlaag) tot SYSTEEM INST ELLEN is
gemarkeerd en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
4 Druk op de knop (Pijl-omlaag) tot de taal optie is
gemarkeerd, druk op de knop (Selecteren) en wijzig de
gewenste instellingen.
zInstellingen voor lade en verwerking van afdrukmateriaal
wijzigen:
Druk op de knop (Selecteren). Druk op de knop
(Pijl-omlaag) tot PAPI ERVERWERKING is gemarkeerd, druk op de
knop (Selecteren) en wijzig de gewenste instellinge n.
zOnderhoudtaken voor de printer uitvoeren:
Druk op de knop (Selecteren). Druk op de knop
(Pijl-omhoog) tot ONDERHOUD is gemarkeerd, druk op de knop
(Selectere n) en wi jzig de gewenste instel lingen.
zDe HP Jetdirect-printserver opnieuw instellen:
Druk op de knop (Aan/Uit) om de printer uit te schakelen.
Schakel de printer in terwijl u de knoppen (Terug) en
(Doorgaan) ing edrukt houdt.
Ingebouwde webserver
zHet wachtwoord van de beheerder wijzigen:
Open het tabblad Instellingen en klik op Beveiliging in het
linkerdeelvenster.
zInstellingen voor verbruiksgegevens wijzigen:
Open het tabblad Instellingen, klik op Verbruiksgegevens in
het linkerdeelvenster en klik vervolgens op het tabblad Opties.
zDe taal instellen voor het bedieningspaneel en EWS:
Klik op het tabblad Instellingen en klik vervolgens op Taal in het
linkerdeelvenster.
zInstellingen voor lade en verwerking van afdrukmateriaal
wijzigen:
Klik op het tabblad Instellingen en klik op Papierverwerking in
het linkerdeelvenster.
zOnderhoudtaken voor de printer uitvoeren:
Open het tabblad Instellingen en klik op Diagnostiek in het
linkerdeelvenster.
zEWS-waarschuwingen en -kennisgevingen instellen:
Klik op het tabblad Instellingen en klik op Waarschuwingen in
het linkerdeelvenster.
HP Web Jetadmin-software Op afstand installeren, configureren en status controleren (zoals
inktniveaus); op afstand diagnose uitvoeren en problemen oplossen.
Ga naar
http://www.hp.com/go/webjetadmin.
myPrintMileageVerbruiksgegev ens van de printer bijhouden zodat u een prognose
van het toekomstige printerverbruik kunt maken en op basis hi ervan
benodigdheden kunt bestellen. Zie myPrintMileage.
NLWWDe printer beheren 33
Page 36
Netwerkopties configureren
Dit hoofdstuk bevat informatie over het configureren van de netwerkinstellingen van de printer.
Zie Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers voor informatie over het openen
en gebruiken van specifieke beheerhulpmiddelen.
Druk een configuratiepagina af voor een overzicht van de huidige inst ellingen. Zie Informatie
over de configuratiepagina en deze pagina afdrukken. Als de printer is aangesloten op een
netwerk met een HP Jetdirect-printserver, kunt u een hele reeks van populaire
netwerkprotocollen gebruiken, zoals TCP/IP.
Standaard zijn alle ondersteunde netwerkprotocollen ingeschakeld. Het uitschak elen van
protocollen die u niet gebruikt, heeft echter voordelen. Er wordt bijvoorbeeld minder
netwerkverkeer gegenereerd door de printer en u voorkomt dat onbevoegde gebruikers
kunnen afdrukken op de printer.
Gebruik dit
…als u het volgende wilt doen.
hulpmiddel…
BedieningspaneelI/O-time-out configureren: Druk op de knop (Selecteren). Dru k op
de knop (Pijl-omlaag) tot APPARAAT INS TELLEN is gemarkeerd en
druk vervolgens op de knop (Selecteren). Druk op de knop
(Pijl-omlaag) tot I/O is gemarkeerd en druk vervol gens op de knop
(Selecteren).
Ingebouwde webserver
HP Web Jetadmin-software Netwerkinstellingen op afstand configureren.
zNetwerkparameters configureren:klik op het tab blad
Netwerkmogelijkheden.
zEen statisch IP-adres instellen: klik op het tabblad
Netwerkmogelijkheden, select ee r Handmatig in de
vervolgkeuzelijst IP-configuratiemethode, geef het statische
IP-adres op in het vak IP-adres, gee f de hostnaam, het
subnetmaske r en eventueel de standaardgateway op en klik op
Toepassen.
Opmerking: het is niet aan te bevelen een statisch IP-adres toe
te wijzen aan de printer. Een statisch IP-adres kan echter wel
bepaalde inst allatie- en afdruk problemen oplossen, zoals een
conflict met een persoonlijke firewall.
Zie HP Web Jetadmin-software.
34 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 37
Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers
Ingebouwde webserver (EWS)
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de ingebouwde webserver van de printer
gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf
de computer te beheren.
OpmerkingZie Printerspecificaties voor een overzicht van systeemvereisten voor de ingebouwde
webserver.
Sommige inst ellingen zijn alleen toegankelijk nadat een wachtwoord voo r de ingebouw de
webserver is opgegeven.
U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met
internet. Sommige functies zijn dan echter niet beschikbaar.
De ingesloten webserver openen
U kunt de ingebouwde webserver op de volgende manieren openen:
OpmerkingU kunt de ingebouwde webserver alleen openen vanuit de Werkset (Windows) of de
HP Inkjet Werkset (Mac OS) als de printer is aangesloten op een netwerk en een
IP-adres heeft.
zWebbrowser
Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres dat aan de printer is
toegewezen. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres
in de webbrowser:
http://123.123.123.123.
Het IP-adres voor de printer wordt op de configuratiepagina vermeld.
Zie Informatie over de con figuratiepagin a en deze pagina afdrukken.
Als de ingebouwde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er in het vervolg snel naartoe kunt gaan.
zWerkset (Windows)
1 Open de Werkset. Zie Werkset (Windows) voor instructies.
2 Open het tabblad Informatie en klik op Ingesloten webserver starten.
NLWWDe printer beheren 35
Page 38
Pagina’s van ingebouwde webserver
De ingebouwde webserver bevat pagina’s die u kunt gebruiken om productinformatie te
bekijken en configuratie-instellingen te wijzigen. De pagina’s bevatten ook koppelingen naar
andere e-services.
Pagina’sInhoud
InformatieDeze pagina bevat statusinformatie over de printer, de inktbenodigdheden en het
inktgebruik en een gebeurtenissenlogboek (bi jvoorbeeld met fouten).
InstellingenDeze pagina bevat de instellingen die zijn geconfigureer d voor de printer. U kunt deze
instellingen hier ook wijzigen.
NetworkingDeze pagina bevat informatie over de netwerkstatus en de netwerkinstellingen die
voor de printer zijn geconfigureerd. Deze pagina’s worden alleen weergegeven als de
printer is aangesl oten op een netwerk. Zie Netwerkopties configureren vo or meer
informatie . Zi e ook de HPJetdirect Administrator’s Guide op de Starter-cd voor meer
informatie.
Overige
koppelingen
Hiermee krijgt u toegang tot andere hulpbronnen, zoals e-services, HP Instant
Support, myPrintMileage en het on line bestellen van benodigdhe den. Zie HP Instant
Support en myPrin tMileage voor meer informatie.
U kunt desgewenst maximaal vijf koppelingen naar andere websites toevoegen of
aanpassen. Deze koppelin gen worden op elke pagina van de ingebouwde webserver
weergegeven in het linkerdeelvenster.
HP Web Jetadmin-software
De HP Web Jetadm in-software omv at programma’s waarme e u via een webbrowser
verschillende netwerkapparaten van zowel HP als andere leveranciers op afstand kunt
installeren, configureren (afzonderlijk of in batchmodus) en controleren (zoals de niveaus van
benodigdheden). De software bevat ook functies voor het uitvoeren van diagnose op afstand
en het oplossen van problemen.
Nadat de HP Web Jetadmin-software is geïnstalleerd, kunt u vanaf elke computer binnen uw
intranet toegang krijgen tot de software door een standaard-webbrowser te gebruiken.
Ga voor meer informatie na ar http://www.hp.com/go/webjetadmin. Hier kunt u de software
ook downloaden.
Werkset (Windows)
De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. De Werkset
bevat ook koppelingen naar deze handleiding voor hulp bij het uitvoeren van eenvoudige
afdruktaken en het oplossen van problemen.
OpmerkingAls de Werkset niet gelijktijdig met de andere softwarecomponenten is geïnstalleerd,
kunt u dit alsnog doen met behulp van het installatieprogramma op de Starter-cd.
Als u een printer op een gedeelde poort (bijvoorbeeld \\poortnaam\printernaam)
wilt con troleren vanaf een clientcomput er, moet de Werkset actief zijn op de server en
op de client.
De Werkset openen
1Wijs op uw computer Programma’s aan in het menu Start.
2Wijs de naam van de printer aan en klik op het pictogram van de Werkset.
36 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 39
Tabbladen in de Werkset
De Werkset bevat tabbladen die u kunt gebruiken om productinformatie te bekijken.
TabbladInhoud
PrinterstatuszGeselecteerde printer
Bevat een lijst met geï nstalleerde printers die worden onder steund door de
Werkset.
zInformatie over het inkt niveau
Geschatte inktniveaus voor elke cartridge.
zBenodigdheden bestellen
Geeft toegang tot een website waar u printerbenodigdheden on line ku nt
bestellen.
zInktpatrooninformatie
Hier ziet u bestel nummer s en ver loopdat ums vo or d e geïnst alle erde i nktcar trid ges
(ook wel inktcartridges genoemd).
zVoorkeuren
Hier kunt u geavanceerde Werkset- instellingen opgeven, zoals gewenste
foutberic hten, geluidssignalen bij fouten en soorten foutberichten.
Ook kunt u myPrintMileage Autosend inschakelen, een servi ce van HP waarmee
u verbruiksgegevens kunt bijhouden voor prognoses en inkoopplanning van
benodigdheden. Zie myPrintMileage voor meer inform atie.
Informatie
zPrinterinformatie
Dit tabblad bevat koppelingen naar myPrintMileage en statu sinformatie over de
hardware en printkoppen. Zie myPrintMileage voor meer informatie.
zHelpinformatie
Dit tabblad bevat koppelingen naar HP Instant Support en naar de
klantenonder steuning van HP. Via dit tabblad hebt u ook toega ng tot deze
handleidi ng voor hulp bij het uitvoeren van taken en het oplossen van prob lemen.
Bovendien bevat het tabblad instructies waarmee u de printer on lin e kunt
registre ren. Zie HP Instant Support voor meer informatie.
HP Instant Support
HP Ins tant Support is een suite webprogramma’s waarmee u snel afdrukproblemen kunt
identificeren, diagnosticeren en oplossen.
De suite biedt onderstaande informatie over uw apparaat:
zSnel toegang tot tips voor het oplossen van problemen
Biedt specifieke tips voor uw apparaat.
zOplossingen voor fouten die specifiek zijn voor uw apparaat.
Direct toegang tot informatie over problemen die specifiek zijn voor uw apparaat.
Als u een beschrijving van het probleem wilt zien, alsmede tips voor het oplossen of
voorkomen van het probleem, klikt u op de koppeling in het bericht. Als u een lijst wilt
bekijken van eerder opgetreden fouten, klikt u op Waarschuwingen aan de linkerkant van
de pagina HP Instant Support.
zKennisgeving van printerstuurprogramma’s en updates van firmware
Geeft een waarschuwing bij updates van firmware of stuurprogramma’s door middel van
een bericht op de homepage van HP Instant Support. Klik op de koppeling in het bericht
om rechtstreeks naar de downloadsectie van de HP website te gaan.
NLWWDe printer beheren 37
Page 40
Ondersteun in g verkrijgen
z
Geeft een lijst van beschikbare services voor uw apparaat.
zInkt- en materiaalverbruik beheren (myPrint M i leage)
Helpt u het gebruik van printerbenodigdheden te beheren en te voorspellen.
zZelfdi agnose voor uw apparaat
Voert een zelfdiagnose uit op uw apparaat. Selecteer Printer in het menu Self Help op de
pagina Instant Support om een diagnose van de apparaten te starten. De computer wordt
gecontroleerd en er verschijnt een lijst van geconfigureerde apparaten. Als u het apparaat
selecteert waarop u een diagnose wilt uitvoeren, kunt u via HP Instant Supp ort
bijvoorbeeld controleren of u het meest recente stuurprogramma hebt of u toegang geven
tot rapporten over de status van het apparaat en gedetailleerde diagnostiek.
Als er gedurende deze procedure fouten worden ontdekt, kunt u kiezen of u de
stuurprogramma’s of Jetdriver-firmware wilt bijwerken of een gedetailleerde diagnose
wilt uitvoeren.
zKnowledge database
Gebruik de knowledge database van HP om snel antwoorden te vinden op uw vragen.
Veiligheid en privacy
Als u gebruik wilt maken van HP Instant Support, moet en er gedetailleerd e gegevens
van het apparaat, zoals het serienummer, foutcondities en statusmeldingen,
naar HP worden verzonden. HP respecteert uw privacy en beheert deze informatie op
de manier die is beschreven in de on line privacyverklaring van HP
(http://www.hp.com/country/nl/dut/privacy.htm).
OpmerkingAls u alle gegevens wilt bekijken die naar HP worden verzonden, kiest u Bron
(Internet Explorer) of Paginabron (Netscape) in het menu Be eld van uw webbrowser.
Toegang krijgen tot HP Instant Support
zWerkset (Windows)
Open het tabblad Informatie en klik op HP Instant Support.
zIngebouwde web server
Typ in een webbrowser het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen (deze informatie
staat op de configuratiepagina; zie Informatie over de configuratiepagina en deze pagina
afdrukken). Klik bij Overi g e kopp eling en op het tabblad Informatie of Instellingen op
HP Instant Support.
OpmerkingVoeg de webpagina’s voor het openen van HP Instant Support niet toe aan uw favorieten.
Als u dat wel doet en vervolgens via het menu Favorieten verbinding maakt met een pagina,
bevat deze niet de laatste informatie.
38 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 41
myPrintMileage
myPrintMileage is een service van HP waarmee u verbruiksgegevens kunt bijhouden,
zodat u een prognose van het toekomstige printerverbruik kunt maken en op basis
hiervan benodigdheden kunt bestellen. Het bestaat uit twee onderdelen:
zmyPrintMileage website
zmyPrintMileage AutoSend, een hulpprogramma waarmee de verbruiksgegevens van het
apparaat regelmatig worden bijgewerkt op de myPrintMileage-website
Om myPrintMileage te kunnen gebr uiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
zInternetverbinding
zApparaat aangesloten
OpmerkingHet wordt aanbevolen gedurende drie tot zes maanden gegevens te verzenden via
myPrintMileage, zodat er voldoende informatie op de myPrintMileage-website wordt
verzameld om een representatief beeld te krijgen.
U kunt de pagina met afdrukgegevens alleen gebruiken als u via de myPrintMileage-site een
registratieprocedure uitvoert.
Op de myPrintMileage-website kunt u de volgende items zien:
zAfdrukanalyse, bijvoorbeeld de hoeveelheid gebruikte inkt, het type inkt (zwart of kleur)
en een schatting van het aantal pagina’s dat u kunt afdrukken met de resterende inkt.
zAfdrukgegevens, waarmee u rapporten kunt genereren m et verbruiksgegevens,
kosten per pagina of kosten per taak gedurende een specifieke periode. Vervolgens
kunt u deze gegevens exporteren naar een Microsoft Excel-spreadsheet en instellen
dat er waarschuwingen en kennisgevingen per e-mail worden verzonden voor de
ontvangst van rapporten met afdrukgegevens.
Toegang krijgen tot myPrintMileage
zIngebouwde web server
Klik op myPrintMileage bij Over ige kopp elingen.
zWerkset (Windows)
Klik op het tabblad Informatie op myPrintMileag e en volg de instructies op het scherm.
zWindows-taakbalk
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Werkset op de Windows-taakbalk,
klik op myPrintMileage en selecteer Mijn printerverbruik.
OpmerkingVoeg de webpagina’s voor het openen van myPrintMileage niet toe aan uw favorieten.
Als u dat wel doet en vervolgens via het menu Favorieten verbinding maakt met een pagina,
bevat deze niet de laatste informatie.
NLWWDe printer beheren 39
Page 42
Informatie over de configuratiepagina en deze pagina afdrukken
Gebruik de configuratiepagina om de huidige printerinstellingen, de hoeveelheid inkt en de
status van de printkoppen te bekijken, en om hulp te zoeken bij het oplossen van problemen
met de printer. De configuratiepagina bevat ook een log met recente gebeurtenissen. Als de
printer op een netwerk is aangesloten, wordt een extra configuratiepagina voor het netwerk
afgedrukt. Hierop staan de netwerkinstellingen voor de printer.
Als u HP wilt bellen, is het vaak handig om eerst de configuratiepagina af te drukken.
1
2
3
4
1Printerinformatie: algemene informatie over de printer, zoals de versie van de firmware,
de modelnaam en de hoeveelheid geheugen die is geïnstalleerd.
2Status inktcartridge : geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met behulp
van meters).
3Status print kop: de status van de printkoppen en of deze moeten worden vervangen.
4Gebeurtenissenlogboek: een log van recente gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden.
Raadpleeg HP-inkjetbenodigdhede n: beknop te garantie-informat ie vo or meer informatie over
inktpatronen van HP.
40 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 43
Een configuratiepagina afdrukken
zBedieningspaneel
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
3 Controleer of INFORMATIEMENU is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop
(Selecteren).
4 Druk op d e knop (Pijl-omlaag) tot de opt ie v o or he t af d ru k k en van de
configuratiepagina is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
5 Druk op d e knop (Pijl-omlaag) tot de opt ie v o or he t af d ru k k en van de
configuratiepagina is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop (Selecteren)
om af te drukken.
zWerkset (Windows)
Klik op het tabblad Printerstatus op Informatie over inktcartridge en vervolgens
op Afdrukken.
De firmware in de printer upgraden
HP levert firmware-upgrades voor producten. Deze upgrades bieden extra of verbeterde
functionaliteit. Wanneer er een firmware-upgrade voor de printer beschikbaar is, wordt dit
aangekondigd op de homepage van HP Instant Support. De homepage bev at een
koppeling naar de downloadsite. Informatie over beschikbare upgrades vindt u ook op
http://www.hp.com/support/businessinkjet2800.
Gebruik de methoden in de volgende secties om de firmware te upgraden. Lees voor meer
informatie het readme-bestand van de firmware-upgrade.
U hoeft het bestand met een firmware-upgrade niet op de computer te laten staan wanneer de
upgrade is uitgevoerd.
LET OPAnnuleer de firmware-upgrade niet meer als deze eenmaal is gestart. Door de procedure te
annuleren kan de firmware beschadigd raken.
De firmware upgraden vanaf de MS-DOS-prompt (alleen Windows)
OpmerkingU kunt de firmware alleen volgens deze procedure upgraden als de printer direct op de
computer is aangesloten met behulp van een parallelle kabel.
1Download het bestand met de firmware-upgrade van de HP website en sla het bestand op
de vaste schijf van uw computer op.
2Open een MS-DOS-prompt.
3Typ copy /b pad\bestandsnaam poort achter de prompt.
• pad is de locatie van het bestand met de firmware-upgrade
• bestandsnaam is de naam van het bestand met de firmware-upgrade dat u van de
website heeft gedownload
• poort is de juiste printerpoort (bijvoorbeeld LPT1)
4Druk op Enter. Het bestand met de firmware-upgrade wordt naar de printer gekopieerd en
vervangt het oude firmwarebestand.
NLWWDe firmware in de printer upgraden 41
Page 44
De printer configurere n ( Windows)
U kunt de printer direct aansluiten op een computer of delen met andere gebruikers binnen
een netwerk.
OpmerkingU moet beheerdersrechten hebben om een printerstuurprogramma te kunnen installeren in
Windows 2000 of Windows2000 XP.
Directe verbinding
U kunt de printer direct aansluiten op uw computer met een USB-kabel of een IEEE
1284-compatibele, bidirectionele parallelle kabel.
OpmerkingWindows NT 4.0 ondersteunt USB niet.
Sluit niet gelijktijdig een USB-kabel en een parallelle kabel aan op de printer.
Als u de printersoftware installeert en een printer aansluit op een Windows-computer,
kunt u extra printers op dezelfde computer aansluiten met behulp van USB-kabels.
U hoeft de printersoftware dan niet opnieuw te installeren.
Printersoftware installeren en de printer delen
U wordt aangeraden om bij het installeren van de printer eerst de software te installeren
en daarna de printer aan te sluiten, omdat het installatieprogramma voorziet in de meest
eenvoudige installatieprocedure.
Als u de kabel eerst hebt aangesloten, raadpleegt u De printer aansluiten voordat u de
software installeert.
De software installeren voordat u de printer aansluit
(aanbevolen werkwijze)
Het is aan te bevelen de Werkset te installeren. Hiermee kunt u status- en
onderhoudsinformatie over de printer en on line Help voor het oplossen van problemen met
de printer opvragen. Als u de Werkset niet installeert, verschijnen er geen foutberichten op uw
scherm en hebt u geen toegang tot de myPrintMileage-website. Zie Werkset (Windows)
voor m eer informatie.
1Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2Plaats de Starter CD in het cd-romstation. Het cd menu wordt nu automatisch geopend.
Als dat niet het geval is, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren. Blader naar het
cd-rom-station van de computer, klik op Autorun.exe en klik op Openen. Klik in het
dialoogvenster Uitvoeren op OK.
3In het CD-menu klikt u op Pri nterstuurprogramma instal lere n.
4Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
42 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 45
5Wanneer het programma dit vraagt, sluit u de USB-kabel of parallelle kabel aan op de
computer en de printer.
De wizard Nie uwe Hardware gevo nden verschijnt op het beeldscherm van de computer
en het printerpictogram wordt in de map Printers aangemaakt.
OpmerkingU kunt de printer ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type
netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Zie De printer delen in een lokaal
gedeeld netwerk.
De printer aansluiten voordat u de software installeert
Als u de printer aansluit voordat u de printersoftware installeert, verschijnt de wizard Nieuwe
Hard war e gevonde n op het beeldscherm.
OpmerkingAls u de printer hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of loskoppelen terwijl het
installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de installatie niet worden voltooid.
1Selecteer in het dialoogvenster Nieuwe Hardware gevonden, waarin u een methode kunt
kiezen om naar het stuurprogramma te zoeken, de geavanceerde optie en klik op
Volgende.
OpmerkingLaat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet automatisch zoeken naar het
stuurprogramma.
2Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de locatie van
het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere selectievakjes zijn
uitgeschakeld.
3Plaats de Starter CD in het cd-romstation.
Als het cd menu v ersch ijnt, sluit u dit.
4Blader naar de hoofdmap van de Starter CD (bijvoorbeeld D) en klik op OK.
5Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten.
Het installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even duren).
Bij Windows 98 en Windows ME moet u het installatieprogramma op dit moment voltooien
als u een niet-Engels stuurprogramma wilt installeren.
7De installatie voltooien.
OpmerkingHet installatieprogramma bevat opties voor het installeren van onderdelen die niet bij het
stuurprogramma horen, zoals de (aanbevolen) Werkset. Zie De software installeren voordat
u de printer aansluit (aanbevolen werkwijze) voor informatie over de installatie van deze
onderdelen.
U kunt de printer ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type
netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Zie De printer delen in een lokaal
gedeeld netwerk.
NLWWDe printer configureren (Windows) 43
Page 46
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks aangesloten op de USB-poort of
parallelle poort van een computer (de server) en wordt de printer gedeeld door andere
computers (clients).
OpmerkingWanneer u een rechtstreeks aangesloten printer deelt, moet u de computer met de hoogste
versie van het besturingssysteem als server gebruiken. Als u bijvoorbeeld een computer met
Windows 2000 hebt en een andere computer met een lagere versie van Windows, kunt u de
computer met Windows 2000 het beste als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de
printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel
gebruikers afdrukken op de printer.
1Klik in het bureaublad van Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of
Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies Eigenschap pen en
open het tabblad Delen.
3Klik de optie voor het delen van de printer en geef een sharenaam op voor de printer.
4Als u de printer deelt met clientcomputers met andere Windows-versies, kunt u op
Extra stuurprogramma ’s klikken om voor deze clients het stuurprogramma van hun
Windows-versie te installeren. Voor deze optionele stap moet de Starter-cd in uw
cd-rom-station zijn geplaatst.
Netwerkverbinding
Als de printer netwerkmogelijkheden heeft, kan de printer worden gedeeld in een
netwerkomgeving door deze rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type aansluiting
heeft als voordeel dat de printer via de ingesloten webserver kan worden beheerd vanaf elke
computer binnen het netwerk.
Printersoftware installeren en de printer delen
Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt.
zClient/server-netwerk: Als een compute r in uw netwerk uitsluitend fungeert als
printserver, installeert u de printersoftware op deze server (De software installeren in een
netwerk) en vervolgens op de clientcomputers (Printersoftware installeren op
clientcomputers).
zPeer-to-peer-netwerk: Als u een peer-to-peer-netwerk hebt (een netwerk zonder een
computer die uitsluitend fungeert als printse r ver), installeert u de software op de
computers waarvoor de printer wordt gebruikt (De software installeren in een netwerk).
In beide typen netwerken kunt u met behulp van de wizard Printer toevoegen van Windows
verbinding maken met een netwerkprinter (Het printerstuurprogramma installeren met de optie
Printer toevoegen).
44 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 47
De software installeren in een netwerk
Voer de onderstaande stappen uit om de printersoftware te installeren in de volgende
netwerkomgevingen:
zEen netwerk met een computer die uitsluitend fungeert als printserver.
zEen peer-to-peer-netwerk (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert
als printserver).
1Sluit de printer aan op het netwerk.
2Sluit alle programma’s af die nog geopend zijn.
3Plaats de Starter CD in het cd-romstation. Het cd menu wordt automatisch gestart.
Als dat niet het geval is, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren. Blader naar het
cd-rom-station van de computer, klik op Autorun.exe en klik op Openen. Klik in het
dialoogvenster Uitvoeren op OK.
4Klik op Printerstuurprogramma installeren en volg de aanwijzingen op het scherm om
de installatie te voltooien.
OpmerkingAls u de software installeert op de computer die fungeert als printserver, kiest u de optie voor
het delen van de printer en daarna de optie voor het installeren van de
printerstuurprogramma’s voor Windows-clients. Het installatieprogramma installeert het
stuurprogramma voor de server en kopieert de clientstuurprogramma’s naar een locatie op
de server voor gebruikers (clients).
Als u de printer wilt delen met Windows-clientcomputers, raadpleegt u Printersoftware
installeren op clientcomputers.
Printersoftware installeren op clientcomputers
Nadat de printerstuurprogramma’s zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als
printserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeel d. Afzond er lijke W in dows-gebruikers
die de printer via het netwerk willen benaderen, moeten de software op hun
computers (clients) installeren.
Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met de printer:
zDubbelklik in de map Printers op het pictogram Printer toevoegen en volg de
aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Zie Het printerstuurprogramma installeren met
de optie Printer toevoegen.
zBlader naar de printer op het netwerk en sleep deze naar de map Printers.
zVoeg de printer toe en installeer de soft ware vanaf het INF-bestand op het netwerk.
Op de Starter CD zijn de INF-bestanden opgeslagen in een map met de volgende
padnaam: <cd-station>:\Setup\Drivers\<s tu urprogramma>\<besturingssysteem>\ <taal>.
Als D bijvoorbeeld de letter van het cd-rom-station is, dan staat het Engelstalige PCL 6
INF-bestand voor Windows 2000 en Windows XP in
D:\Setup\Drivers\PCL6\Win2k_XP\English.
NLWWDe printer configureren (Windows) 45
Page 48
Het printerstuurprogramma installeren met de optie Printer toevoegen
1Klik in Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Of klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
2Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3Selecteer Netwerkprint er of Netwerkprintserver.
4Klik op Volgende.
5Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeelde printer en klik op
Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het printermodel te
selecteren.
• Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst Gedeelde p rinters.
6Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
De printer configureren (Mac OS)
U kunt de printer aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel,
maar u kunt de printer ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
De software voor een netwerkv erbinding of directe verb inding installeren
1Sluit de printer met de USB-kabel op de computer of met een netwerkkabel op het
netwerk aan.
2Plaats de Starter CD in het cd-romstation.
3Klik op Stuurprogramma instal ler en en volg de aanwijzingen op het scherm voor uw
type verbinding.
4Voltooi de installatie:
a Open het Afdrukcentrum in de map Toepassingen \Hulpprogram ma ’s.
b Klik op Voeg printer toe.
c Selecteer USB in het menu om een directe verbinding in te stellen.
-OfSelecteer voor een netwerkverbinding in een IP-netwerk Afdrukken vi a IP in het
vervolgkeuzemenu en voer vervolgens het IP-adres van de printer in of selecteer
Rendezvous.
d Selecteer de pr inter uit de lijst e n kli k op Toevoegen. Er verschijnt een stip naast de
printernaam waarmee wordt aangegeven dat de printer nu de standaardprinter is.
e Sluit Afdrukbeheer.
5Deel de printer, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
• Directe verbinding
Deel de printer met andere Macintosh-gebruikers. Zie De printer delen in een lokaal
gedeeld netwerk voor meer informatie.
• Netwerkverbind ing
Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die de printer via het netwerk willen benaderen,
moeten de printersoftware op hun computers installeren.
46 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 49
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
Ook wanneer de printer direct is aangesloten, kunt u deze met andere computers delen door
middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de
printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel
gebruikers afdrukken op de printer.
Voor het delen van de all-in-one in een Macintosh-omgeving is ten minste het
volgende vereist:
zDe Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren v ia TCP/IP en moeten
een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
zDe gedeelde printer moet zijn aangesloten op een ingebouwde USB-poort op de
Macintosh-hostcomputer.
zOp de hostcomputer en de clientcompu ters die de gedeelde prin ter gebr uiken, moet
software voor het delen van een printer en het printerstuurprogramma of PPD voor de
printer geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen va n de printer en de
bijbehorende Help-bestanden installeren via het installatieprogramma.)
zOp de clientcomputers moeten de juiste HP printerstuurprogramma’s geïnstalleerd zijn.
zDe clientcomputers moeten PowerMac-computers zijn.
Raadpleeg voor meer informatie over het delen van een USB-printer de
ondersteuningsinformatie op de Apple-website (http://www.apple.com) of de Mac-Help op
de computer.
Delen met andere computers met hetzelfde besturingssysteem
Gebruik de volgende procedure om de printer te delen met Macintosh-computers met
dezelfde versie van het Mac OS:
1Schakel het delen van de printer in op de computer die is aangesloten op de
printer (de host ) .
• Mac OS X (10.2.x en hoger): Open Systeemvoorkeuren, klik op Samengebruik,
klik op Voorzieningen en schakel het selectievakje Printersamengebruik in.
2Als u wilt afdrukken vanaf de andere Macintosh-computers (clients) in het netwerk,
selecteert u eerst de printer bij USB-printer delen (Mac OS 9, versie 9.1 en hoger)
of Delen (Mac OS X, versie 10.2.x en hoger). Vervolgens selecteert u de
netwerkomgeving waarin de printer wordt gedeeld en kiest u de printer.
3Om af te drukken vanaf de andere Macintosh-computers (de clients) op het netwerk
selecteert u eerst de printer bij Delen. Vervolgens selecteert u de netwerkomgeving
waarin de printer wordt gedeeld en kiest u de printer.
NLWWDe pr int er co nfig urer en (M ac OS) 47
Page 50
Delen met computers met andere besturingssystemen
Voer de volgende stappen uit om de delen met Mac OS 9 (9.1 en hoger)-computers bij een
host met Mac O S X (10.1.5 en hoger).
OpmerkingPrinters die zijn aangesloten met USB-kabels kunnen alleen worden gedeeld tussen
computers met Mac OS 9 (9.1 en hoger) en Mac OS X (10.1.5 en hoger) via de
Classic-omgeving in de Mac OS X.
1Open op de hostcomputer met Mac OS X (10.1.5 en hoger) Systeemvoorkeuren.
Controleer of de functie voor het delen van printers is uitgeschakeld en sluit
Systeemvoorkeuren.
2Zoek de map System van Mac OS 9 (9.1 en hoger), open Regelpanelen en open
USB-printer delen. (De Classic-omgeving wordt opgestart als dit nog niet was gebeurd.)
3Klik op het tabblad Start/Stop en klik op Start.
4Als USB-printer delen aan wordt weergegeven, klikt u op het tabblad Deze printers.
5Schakel het selectievakje in van het apparaat dat u wilt delen.
6Sluit het regelpaneel.
De printersoftware verwijderen
De software voor Windows-computers verwijderen
Als u Windows 2 000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersbev oegd heden nodi g om de
printersoftware te verwijderen.
1Klik op het bureaublad van Windows op Start, wijs Programma’s aan, wijs de naam van
de printer aan en klik vervolgens op de optie voor het verwijderen van de software.
2Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen.
U kunt ook het volgende doen.
1Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een parallelle of
USB-kabel, koppelt u de kabel los van de printer.
2Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
3Ga vanuit het menu Start naar het Configuratiescherm.
4Dubbelklik op P rogram ma’s toevoegen/verwijderen.
5Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
6Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van software.
7Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te verwijderen.
OpmerkingAls het verwijderen mislukt, start u de computer opnieuw op en voert u de bovenstaande
stappen uit om de software te verwijderen.
Als de software niet met succes is geïnstalleerd of als de Uninstaller niet kan worden
gevonden, gebruikt u het hulpprogramma scrubbe r. Het hulpprogramma scrubber is niet
beschikbaar voor computers met Windows NT 4.0.
48 4 - De printer configureren en beherenNLWW
Page 51
8Koppel de printer los van de computer.
9Start Windows opnieuw op.
10 Plaats de Starter-CD in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u dit.
11 Zoe k het hulpprogramm a scrubb er op de Starter CD en voer het programma uit.
• Voor Windows 98 en Windows Me gebruikt u het bestand scrub9x.exe in de map
Utils\Scrubber\Win9x_Me.
• Voor Windows 2000 en Windows XP gebruikt u het bestand scrub2k.exe in de map
Utils\Scrubber\Win2k_XP.
De software voor Macintosh-computers verwijderen
1Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel,
koppelt u de kabel los van de printer.
2Verwijder de printerwachtrij in Afdrukbeheer.
NLWWDe printersoftware verwijderen 49
Page 52
Bedien ingspaneel
5
Vanaf het bedieningspaneel ku nt u printer instellingen wijzigen, de status van de printer
weergeven en problemen met de printer vaststellen. Afhankelijk van de opties die in de printer
zijn geïnstalleerd, kunnen er extra menu-opties op het bedieningspaneel verschijnen.
Berichten op het bedie ningspaneel
Dit hoofdstuk bevat een korte beschrijving van een aantal berichten die op het
bedieningspaneel kunnen verschijnen. Volg de instructies op de display of het
computerscherm om de berichten af te handelen, of schakel de printer uit en weer in.
Als het bericht ook hierna nog wordt weergegeven, gaat u naar Andere bronnen met
productinformatie zoeken.
Typen berichten op het bedieningspaneel
De volgende berichttypen kunnen op het bedieningspaneel worden weergegeven wanneer de
printer is ingeschakeld.
zStatusberichten
Geven de huidige status van de printer aan. U hoeft niets te doen. Bijvoorbeeld: TAAK
VERWERKEN, TAAK AN NULEREN of GEREED.
zWaarschuwingsberichten
Brengen u op de hoogte van belangrijke gebeurtenissen, zonder dat de werking van de
printer wordt onderbroken. Bijvoorbeeld: INKT IN ZWART IS BIJNA OP.
zFoutberichten
Worden weergegeven als er een bepaalde actie moet worden uitgevoerd, zoals het
plaatsen van afdrukmateriaal of het verhelpen van een papierstoring.
Als er een foutcode verschijnt, schakelt u de printer uit en weer in. Als het bericht nog
steeds wordt weergegeven, noteert u de foutcode en gaat u naar HP Instant Support voor
meer informatie (zie HP Instant Support). Als er een apparaatstoring optreedt, neemt u
contact op met HP (zie Telefonische ondersteuning van HP).
50 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 53
Berichten op het bedieningspaneel
De volgende tabel bevat een aantal berichten die regelmatig op het bedieningspaneel
verschijnen.
Voor informatie over:
zHet vervangen van de printkoppen of inktcartridges: Zie De inktcartridges vervangen en
Onderhoud van de printkoppen.
zHet laden van papier: Zie Papier plaatsen.
BerichtBeschrijving
SLUIT ALLE KLEPPENDe printer kan niet af drukken omdat een of meer
kleppen zijn geo pend.
Zorg ervoor dat alle kl eppen goed zijn gesloten.
ACHTERPANEEL IS OPENHet toegangspaneel aan de achterzi jde is niet goed
gesloten.
Druk stevig op het pane el tot het vastklikt.
[LADE X OF ACCESSOIRE] IS NIET
BESCHIKBAAR...
WAGENSTORING...Een obstakel verhindert verplaatsing van de wagen.
PLAATS [FORMAAT] PAPIE R IN LADE [X] . DRUK
OP DOORGAAN.
PLAATS [TYPE][FORMAAT] PAP IER IN LADE
[X]. DRUK OP DOORGAA N.
PAPIERSTORING...Er is afdr ukmateriaal vastgelopen in de printer.
AFGEDRUKTE PAGINA WO RDT GEDROO GD. DRUK
OP DOORGAAN.
De lade of automatische duplexeenheid is niet
beschikbaar.
Druk op de knop
uit een andere lade wilt gebruiken of niet dubbelzijdig
wilt afdrukken. Druk op de knop
afdruktaak te annuleren.
Open de bovenklep, verwijder het obstakel en druk op
de knop
afdrukken.
De opgegeven lade is lee g of bevat afdrukmater iaal
waarvan het type en/ of fo rmaat niet overeenkomt met
de waarde die voor de afdruktaak is geselecteerd.
Plaats het juiste afdrukmateriaal in de lade en druk op
de knop
afdrukken.
Zie Papierstoringen verhelpen.
De printer wacht totd at de af gedrukte pagina droog is
voordat het afdrukken wordt voortgezet. U kunt de
pagina uit de uitvoerlade verwi jderen (doe dit
voorzichtig om te vo orkom en dat de i nkt v lekt) . Druk op
de knop
drukken.
(Doorgaan) om door te gaan met
(Doorgaan) om door te gaan met
(Doorgaan) om de volgende pagina af te
(Doorgaan) als u afdrukmateriaal
(Annuleren) om de
VERWIJDER AFGEDRUKTE PAGINA'S UIT DE
UITVOERLADE. DRUK OP DOORGAAN.
De uitvoerbak is vol.
Verwijder de afgedrukte pagina’s en druk op de knop
(Doorgaan ) om door te gaan me t afdrukken.
PRINTKOP [KLEUR] IS NIET GESCHIKT
INKTCARTRIDGE [KLEUR] VERV ANGEN
NLWWBerichten op het bedieningspaneel 51
De printkop of inktc artridge is incompatibel of defect.
Vervang de desbetreffende printkop of inktcartridge
door een exemplaar van HP om verder te gaan met
afdrukken.
Page 54
BerichtBeschrijving
PRINTKOP [KLEUR] ONT BREEKT
INKTCARTRIDGE [KLEUR] ONTB REEKT
INKT IN [KLEUR] IS B IJNA OPDe inkt in een van de inktcartridges is bijna op en de
INKTCARTRIDGE [KLEUR ] IS LEEG
INKTCARTRIDGE [KLEUR ] IS VERVA LLEN
INKTCARTRIDGE [KLEUR] VERV ALT BINNENKOR T Wanneer de inktcartridge vervalt, vervangt u deze
ONBEKENDE INKTCARTRI DGE [KLEUR ]...Er is een inktcartridge van een andere l e verancier
De printkop of inktc art ridge ontbreekt of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de pri ntkop of inktcartridge zich in de
sleuf met de juiste kleurcode bevindt en druk er stevig
op tot de kop of cartridge vastzit.
inktcartridge moet worden vervangen.
Druk op de knop
wissen.
Een inktcartridge is leeg of vervallen.
Vervang de desbetreffende inktcartridge door een
cartridge va n HP om verder te gaan me t afdrukken.
door een nieuwe inktcartridge van HP.
Druk op de knop
wissen.
dan HP aangetroffen.
Vervang de inktcar tridge door een inktcartridge
van HP.
Als u verder wilt afdrukken met de inktcart ridge van
een andere leverancier dan HP, houdt u de knop
(Aan/Uit) ingedrukt, drukt u driemaal op
(Doorgaan) en laa t u de knop (Aan/Uit) los.
Mogelijk hee ft dit een negatieve invloed op de
afdrukkwaliteit en de informatie over het inktniveau.
Er mogen inktcartridges van een ander merk worden
gebruikt, maar HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid
van deze inktcart ridges niet garanderen. Reparatie of
service als gev olg van het gebruik van bi jgevulde
inktcartridges of cartridges di e niet van HP zi jn,
valt niet onder de garantie.
Als u in de veronderstelling bent dat u een
inktcartridge van HP hebt aangeschaft, gaat u naar
http://www.hp.com/go/anticounterfeit.
(Doorgaan) om dit bericht te
(Doorgaan) om dit bericht te
ONVOLDOENDE GEHEUGENDe printer heeft m eer gegevens van de computer
ontvangen dan in het geh eugen van de printer
kunnen worden opgeslagen. Probeer het bestand te
comprimeren voordat u het afdrukt of gebruik een
lagere afdrukkwaliteit. U kunt ook DIMM’s toevoegen
om het geheugen van de printer uit te breiden.
Druk op de knop
te wissen.
UITSCHAKELENDe printer wordt voor bereid om te worden
uitgeschakel d. Even geduld a.u.b.
TAAK VERWERKEN...De printer voert bepaalde taken uit. Even geduld a.u.b.
GEREEDDe printer is gereed voor afdruktaken.
(Doorgaan) om dit bericht
52 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 55
Menu’s op het bedieningspaneel
Informatiemenu
Dit menu bevat printerinformatiepagina’s met gegevens over de printer en de configuratie
van de printer. Als u een informatiepagina wilt afdrukken, schuift u naar de gewenste
pagina en drukt u op de knop (Selecteren).
BerichtBeschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKENMet deze optie d ruk t u een ove rzich t af van de menus tr uctuur
van de printer.
CONFIGURATIEPAGINA A FDRUKKEN Met deze optie drukt u een pagina af met de huidige
printercon fi guratie (zoals de firmwareversie, het model, de
geïnstalleerde accessoi res, I/O-ondersteuning of andere
informatie). Als een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd,
wordt een tweede pagina afgedrukt, met daarop de
instellingen van de HP Jetdirect -printserver.
DIAGNOSTISCHE PAGINA
AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKENMet deze optie drukt u een demonstratiepagina af.
PCL-LETTERTYPEN AFDR UKKENMet deze optie drukt u de beschikbare PCL-lettertypen af.
PS-LETTERTYPEN AFDRU KKENMet deze optie drukt u de beschikbare PS-lettertypen
IP-ADRES WEERGEVENMet deze optie geeft u het st andaard IP-adres van de
Met deze optie drukt u een diagnostische pagina af met de
huidige printer con figurati e, inf ormati e over de pri ntkop pen en
technische informatie.
(geëmuleerd PostScript) af.
printer weer.
NLWWMenu’s op het bedieningspaneel 53
Page 56
Menu Papierverwerking
Met deze instelling en co nfig ureer t u de standaardopt ies voo r het afdrukmat eriaal .
De instellingen die u in de softwaretoepassing die u gebruikt om af te drukken of in het
printerstuurprogramma configureert, hebben prioriteit boven instellingen op het
bedieningspaneel voor de huidige afdruktaak.
BerichtWaarde of submenuBeschrijving
FORMAAT LADE 1NIET INGESTELD
SUPER B (33 X 48 CM)
A3 NOBI
A3
A4
A5
A6
B4 (JIS)
B5 (JIS)
EXECUTIVE
LEGAL
LETTER
VERKLARING
11 X 17
ENVELOP NR. 10
ENVELOP A2
ENVELOP C5
ENVELOP C6
ENVELOP DL
JAPANSE ENVELOP KAKU NR. 2
MONARCH-ENVELOP
JAPANSE ENVELOP CHOU NR. 3
JAPANSE ENVELOP CHOU NR. 4
HP WENSKAARTENENVELO P
10,2 X 15,2 CM MET T AB
10,2 X 15,2 CM
12,7 X 20,3 CM
OFUKU HAGAKI
HAGAKI-KAART
AANGEPAST
Met deze optie kunt u het
papierformaat voor lade1
selecteren.
Standaardinstelling = NIET
INGESTELD
SOORT LADE 1NIET INGESTELD
GEWOON PAPIER
HP PREMIUM PAPIER
HP HEAVYWEIGHT PREMI UM PAPER
HP PREMIUM TRANSPARA NTEN
HP PREMIUM PLUS TRAN SPARANTEN
HP EVERYDAY FOTOPAPI ER, MAT
HP EVERYDAY FOTOPAPI ER, MATGL ANZEND
HP COLORFAST GLANZEN D FOTOPAP IER
HP PREMIUM + GLANZEN D FOTOPAP IER
HP PREMIUM + MAT FOT OPAPIER
HP PREMIUM GLANZEND FOTOPAPIE R
HP FOTOPAPIER, GLANZ END
HP BROCHURE & FLYER, GLANZEND
HP BROCHURE & FLYER, MAT
Met deze optie kunt u de
papiersoort voor l ade 1
selecteren.
Standaardinstelling = NIET
INGESTELD
54 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 57
BerichtWaarde of submenuBeschrijving
FORMAAT LADE 2NIET INGESTELD
SUPER B (33 X 48 CM)
A3 NOBI
A3
A4
B4 (JIS)
B5 (JIS)
EXECUTIVE
LEGAL
LETTER
VERKLARING
11 X 17
AANGEPAST
SOORT LADE 2NIET INGESTELD
GEWOON PAPIER
STANDAARDLADELADE 1
LADE 2
Met deze optie kunt u het
papierformaat voor lade 2
selecteren.
Standaardinstelling = NIET
INGESTELD
Met deze optie geeft u de
papiersoort voor l ade 2 weer.
Standaardinstelling = NIET
INGESTELD
Met deze optie kunt u de
standaardlade instellen. Al s u
geen lade selecteert in het
printerstuurprogramma, haalt de
printer afdrukmateriaal uit deze
lade.
Standaardinstelling = LADE 2
MATERIAALSOORT
AUTOMATISCH
VASTSTELLEN
AFDRUKSNELHEID
SNEL NORMAAL
HELLING VOOR
UITVOERLADE
UIT
AAN
HOOG
LAAG
AAN
UIT
Met deze optie kunt u de
papiersoort sensor activeren.
Standaardinstelling = UIT
Deze optie helpt u de
afdruksnelhei d te verbeteren
wanneer de afdrukkwaliteit Snel
Normaal is geselecteerd.
Standaardinstelling = HOOG
Hiermee kan de ladehelling van
de printer worden verl engd om
papier vast te houden totdat dit
naar de uitvoerlade wordt
gebracht.
Standaardinstelling = UIT
NLWWMenu’s op het bedieningspaneel 55
Page 58
Menu Apparaat instellen
De opties van dit menu beïnvloeden het gedrag van de printer. Configureer de printer volgens
uw afdrukbehoeften.
BerichtWaarde of submenuBeschrijving
PS/PCL-FOUTPAGINA'S
AFDRUKKEN
AFDRUKKEN ZONDER
TOEZICHT
SYSTEEM INSTELLENPERSO NALITYMet deze optie kunt u de
I/OI/O-TIME-OUTMet deze optie kunt u de tijdsduur
UIT
AAN
UIT
AAN
TAALMet deze optie kunt u de
Met deze optie kunt u een lijst van PS/
PCL6-fouten afd rukken.
Standaardinst ellin g = UIT
Met deze optie kunt u de print er
zodanig inst ell en dat deze tijdelijk
stopt tijdens het afdrukken van gr ote
afdruktaken (na elke 100 pagina’ s)
zodat u de uitvoerlade kunt legen.
Standaardinst ellin g = UIT
standaardpersonality instellen op
automatisch overschakelen, PCL5,
PCL6 of PostScript-emulatie.
Standaardinst ellin g = AUT O
standaardtaal instellen. Selecteer de
gewenste taal in de lijst van
ondersteunde talen.
Standaardinst ellin g = NED ERLANDS
instellen (tussen 5 en 300 seconden)
die de printer wacht op rester ende
gegevens voor een afdruktaak. Al s
deze tijd wordt overschreden, wordt
het afdrukken van de taak gestart .
Standaardinst ellin g = 15
EIOMet deze opti e hebt u toegang tot
submenu’s voo r de
HP Jetdirect-printserver als deze is
geïnstalleerd. Zie Netwerkparameters
wijzigen via het bedieningspaneel
voor meer informatie.
FABRIEKSINSTELLINGEN
HERSTELLEN
JA
NEE
Met deze optie herstelt u voor alle
waarden de waarden die in de fabriek
zijn ingesteld voor de printer.
De printer opnieuw instellen
Mogelijk moet u in de volgende situaties de printer opnieuw instellen:
zU wilt de standaardinstellingen van de printer herstellen.
zDe verbinding tussen de printer en de computer is verbroken.
LET OPMogelijk verliest u configuratie-instellingen van de printer als u de optie voor het herstellen
van de fabrieksinstellin gen in dit menu gebruikt.
OpmerkingAls een HP Jetdirect -printserver in de printer is geïnstalleerd, worden de standaardinstellingen
van de printserver niet hersteld wanneer u deze optie kiest. Zie De HP Jetdirect-printserver
resetten voor het opnieuw instellen van de HP Jetdirect-printserver.
56 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 59
Menu Afdrukken
U gebruikt de opties in dit menu wanneer u afdrukt vanuit MS-DOS®, UNIX of Linux.
Als uw computer Windows of Mac OS gebruikt, configureert u deze instellingen via
het printerstuurprogramma.
BerichtWaarde of submenuBeschrijving
EXEMPLAREN1 - 100Met deze optie stelt u het aantal
exemplaren in dat u wilt
afdrukken.
Standaardinstelling = 1
STANDAARDPAPIERF
ORMAAT
STANDAARDPAPIERS
OORT
STANDAARDKWALITE
ITSNIVEAU
LETTER
A4
GEWOON PAPIER
HP PREMIUM PAPIER
HP HEAVYWEIGHT PREMI UM PAPER
HP PREMIUM TRANSPARA NTEN
HP PREMIUM PLUS TRAN SPARANTEN
HP EVERYDAY FOTOPAPI ER, MAT
HP EVERYDAY FOTOPAPI ER, MATGL ANZEND
HP COLORFAST GLANZEN D FOTOPAP IER
HP PREMIUM + GLANZEN D FOTOPAP IER
HP PREMIUM + MAT FOT OPAPIER
HP PREMIUM GLANZEND FOTOPAPIE R
HP FOTOPAPIER, GLANZ END
HP BROCHURE & FLYER, GLANZEND
HP BROCHURE & FLYER, MAT
SNEL
SNEL, NORMAAL
NORMAAL
BEST
Met deze optie kunt u het
standaardpapierformaat instellen.
Standaardinstelling = LETTER
Met deze optie kunt u de
Met deze optie kunt u het
standaardniveau voor de
afdrukkwaliteit selecteren. Deze
instelling wordt gebruikt als voor
de afdruktaak geen instelling voor
de afdrukkwalitei t is geselecteerd.
Standaardinstelling = NORMAAL
DUBBELZIJDIGUIT
AAN
A4/LETTER
NEGEREN
NLWWMenu’s op het bedieningspaneel 57
NEE
JA
Deze optie verschijnt alleen
wanneer een automatis che
duplexeenheid i s geïnstalleerd.
Stel de waarde in op AAN als u op
beide zijden (dubbelzijdig) wilt
afdrukken of sele cteer UI T als u
slechts één zijde van een vel
papier wilt bedrukken.
Zie Dubbelzijdig af drukken
(duplexing) voor meer
informatie.
Standaardinstelling = UIT
Met deze optie stelt u de pri nter
zodanig in dat een taak van
A4-formaat word t afgedrukt op
papier van Letter-f ormaat als er
geen A4-papier is geladen en
omgekeerd.
Standaardinstelling = NEE
Page 60
BerichtWaarde of submenuBeschrijving
PCLPAGINALENGTE
ORIËNTATIE
GROOTTE LETTERTYPE
PITCH LETTERTYPE
PUNTGROOTTE LETTERTY PE
SYMBOOLSET
ISE-LETTERTYPEN
CR AAN LF TOEVOEGEN
Met deze optie kunt u
PCL-instellingen (Printer Control
Language) configureren wanneer
u de printerpersonality PCL 5c of
PCL 6 gebruikt.
Menu Onderhoud
Menu Afdrukkwaliteit
Met de opties van dit menu kunt u aspecten van de afdrukkwaliteit aanpassen,
zoals kalibratie, printkopuitlijning en kwaliteitsniveau.
.
BerichtWaarde of
submenu
PRINTKOPPEN UITLIJNE NN.v.t.Met deze optie start u het uitlijnen van de
KLEURKALIBRATIEN.v.t.Met deze optie start u het kalibreren van de
Beschrijving
printkoppen.
kleuren.
KALIBRATIE NIEUWE REGELN.v.t.Met deze optie start u het kal ibreren van nieuwe
regels.
PRINTKOPPEN REINIGENN.v.t.Met deze optie star t u het rei nigen van de
printkoppen.
Menu Diagnostiek
Met de opties in dit menu kunt u het gebeurtenissenlogboek van de printer weergeven.
BerichtBeschrijving
LOGBOEK WEERGEVENMet deze optie geeft u de laats te 10 gebeurtenissen op
het bedieningspaneel weer, te beginnen bij de meest
recente gebeurtenis.
Menu Papierbaantest
Met de opties in dit menu kunt u verschillende onderdelen van de printer testen zodat u
problemen kunt vaststellen en oplossen.
BerichtBeschrijving
TEST STARTEN
BRON
DUBBELZIJDIG
EXEMPLAREN
Met de opties in dit menu kunt u de papierverwerkingsfuncties
van de printer testen. Als u problemen onderv indt bij het afdrukken
vanuit een van de laden of het afdruk ken op beide zijden van de
pagina, voert u deze test uit om te controleren of de papierbaan
correct werkt.
58 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 61
Netwerkparameters wijzigen via het bedieningspaneel
Het submenu EIO (Enhanced Input/Output) verschijnt alleen in het menu I/O wanneer een
HP Jet direct-printserver is geïnstalleerd. Als de printer een HP Jetdirect-printserver bevat,
kunt u bas isnetwerk param eters configureren m et de opties van het menu EIO.
Netwerkprinterbeheerders kunnen ook gebruikmaken v an HP Web Jetadm in of de
ingebouwde webserver om deze en andere parameters op afstand te configureren.
OpmerkingWelke opties beschikbaar zijn in het menu, is afhankelijk van de specifieke printserver die
is geïnstalleerd.
Menu EIO
Met de opties in dit menu kunt u de netwerkparameters voor de printer configureren. Als u de
huidige netwerkinstellingen van de printer wilt controleren, drukt u een configuratiepagina af.
Zie Informatie over de con figuratiepagin a en deze pagina afdrukken.
BerichtWaarde of submenu Beschrijving
CFG NETWERKNEE
JA
TCP/IP
IPX/SPX
ATALK
DLC/LLC
CFG TCP/IPNEE
AAN
UIT
JA
Met deze optie geef t u aan of u de EIO
Jetdirect-menu-opties wilt gebruiken. U moet deze
optie op JA instell en telkens wanneer u het EIO
Jetdirect-menu wilt gebruiken.
Met deze optie schakelt u een protocol i n of ui t.
Selecteer UIT om een protocol uit te schakelen.
Met deze optie geef t u aan of u het menu TCP/IP
wilt gebruiken en de parameters voor het TCP/
IP-p ro tocol wilt in stellen.
In het menu T C P /IP k un t u B OOTP=JA of DHCP=JA
opgeven als u de TCP/IP- parameters automatisch
door een BootP- of DHCP-server wilt laten
configurer en wanneer de printer is ingeschakeld.
Als u BOOTP=NE E en DHCP=NEE opgeeft, kunt u AUTO IP=JA opgeven als u automatisch een
link-localadres 169.254.x.x wilt toewijzen.
Als u BOOTP=NEE, DHCP=NEE en AUTO IP=NEE opgeeft,
kunt u de volgende TCP/IP -parameters handmatig
instellen via het bedieningspaneel:
zIP-adres (IP)
zSubnetmask er (SM)
zSyslogserver (LG)
zStandaardgateway (GW)
zInactiviteitsti m e-out (standaardinstelling is
270 seconden; met 0 schakelt u de time-out uit)
Bij het instellen van IP-nummers drukt u op de knop
(Pijl-omhoog ) om het nummer met1 te
verhogen. Druk op de knop (Pijl-omlaag) om het
nummer met 1 te verlagen. Druk op de knop
(Selecteren)
om uw selectie te bevestigen.
NLWWNetwerkparameters wijzigen via het bedieningspaneel 59
Page 62
BerichtWaarde of submenu Beschrijving
CFG IPX/SPXNEE
JA
INTERNETHTTPS
HTTP/HTTPS
Met deze optie geeft u aan of u het menu IPX/SPX
wilt gebruiken en de parameters voor het IPX/
SPX-protocol wilt instellen.
In het menu IPX/ SPX kunt u d e framet ypepa rameter
voor uw netwerk opgeven.
zDe standaardinstelling is AUTO, w aarbi j he t
frametype automatisch wordt ingesteld op en
beperkt tot het eerst e type dat wordt
gedetecteerd.
zVoor Ethernet-netwerken kunt u het frametype
EN_8023, EN_II, EN_8022 of EN_SNAP selecteren.
zVoor Token Ring-netwerken kunt u het
frametype TR_8022 of TR_SNAP selecteren.
In het submenu voor Toke n Ring-kaa rten kunt u ook
de parameter NetWare Source Routing opgeven.
Hiervoor kunt u AUTO (de standaar dinstelling), UIT, ENKELE R of ALLEE N RT selecteren.
Voor configur atiebeheer geeft u aan hoe de
ingebouwde webserver communicatie accepteert:
alleen via HTTPS (Secure HTTP), of zowel via
HTTP als via HTTPS.
zHTTPS: voor veilige, gecodeerde communicatie
wordt alleen HTTPS-toega ng geaccepteerd.
De printserver wordt weergegeven als een
veilige si te .
zHTTP/HTTPS: zowel HTTP- als HTTPS-toegang
is toegestaan.
BEVEILIGINGBEHOUDEN
HERSTELLEN
CFG VERBINDINGNEE
JA
Geef aan of de huidige beveil igingsinstellingen
van de printserver worden opgeslagen of dat u
de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
zBEHOUDEN (standaardinstell ing): de huidige
beveiligingsinstellingen blijven behouden.
zHERSTELLEN: de beveiligingsinstellingen worden
weer ingesteld op de fabri eksinstellingen.
Met deze optie geeft u aan of u de
netwerkverbindingssnelheid en
-communicat iemodus van de HP Jetdirect
10/100Base-TX printserver handm atig wilt
configureren.
De HP Jetdirect -i nstellingen moeten overeenkomen
met die van het netwerk. De standaardinstelling is
NEE, wat betekent dat de menu-opties voor de
configuratie van de verbinding worden genegeerd.
Als u JA selecteert, kunt u een van de volgende
menu-opties voor de configuratie van de verbinding
selecteren:
De HP Jet direct-printserver selecteert automa tisch een NetWare-frametype. Het frametype
kan het best alleen handmatig worden geselecteerd als de printserver niet het juiste frametype
selecteert. U kunt controleren welk frametype door de HP Jetdirect-printserver is geselecteerd
door een configuratiepagina af te drukken via het bedieningspaneel. Zie Informatie over de
Standaard zijn alle ondersteunde netwerkprotocollen ingeschakeld. Het uitschak elen van
ongebruikte protocollen heeft de volgende voordelen:
zEr wordt minder netwerkverkeer gegenereerd door de printer.
zU voorkomt dat onbevoegde gebruikers kunnen afdrukken op de printer.
zDe configuratiepagina bevat uitsluitend relevante gegevens.
zOp het bedieningspaneel kunnen protocolspecifieke foutberichten en waarschuwingen
worden weergegeven.
Netwerkprotocollen uitschakelen
OpmerkingSchakel het protocol IPX/SPX niet uit als gebruikers van Windows 98, Windows NT,
Windows ME, Windows 2000 of Windows XP afdrukken op de printer.
1Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel om de menu’s te openen.
2Druk op de knop (Pijl-omlaag) om APPARAAT INSTELLEN te m arkeren en druk
vervolgens op de knop (Selecteren).
3Druk op de knop (Pijl-omlaag) om I/O te markeren en druk vervolgens op de knop
(Selecteren).
NLWWNetwerkparameters wijzigen via het bedieningspaneel 61
Page 64
4Druk op de knop (Pijl-omlaag) om SUBMENU EIO te ma rkeren en druk vervolgens op de
knop (Selecteren).
5Druk op de knop (Pijl-omlaag) om het netwerkprotocol te markeren dat u wilt
uitschakelen en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
6Druk op de knop (Pijl-omlaag) om UIT te markeren en druk vervolgens op de knop
(Selecteren).
7Druk op de knop (Annuleren) om terug te keren naar de status GEREED.
De HP Jetdirect-printserver resetten
Het resetten van de HP Jetdirect-printserver houdt in dat de fabrieksinstellingen van de
Jetdirect-printserver worden hersteld.
OpmerkingWanneer u de fabrieksinstellingen van de HP Jetdirect-printserver herstelt, gaan alle eerder
opgeslagen EIO-instellingen verloren.
De HP Jetdirect-printserver opnieuw instellen
1Druk op de knop (Aan/Uit) om de printer uit te schakelen.
2Schakel de printe r in terwijl u de kn oppen (Terug) en (Doorgaan) ingedrukt houdt.
Menustructuur van bedieningspaneel afdrukken
U kunt de menustructuur afdrukken van de instellingen die via het bedieningspaneel
toegankelijk zijn.
1Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2Druk op de knop (Pijl-omlaag) om INFORMATIE te markeren
en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
3Druk op de knop (Selecteren) om MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN te selecteren.
62 5 - BedieningspaneelNLWW
Page 65
Printerinstellingen wijzigen via het bedieningspaneel
U kunt printeropties via het bedieningspaneel, maar ook op twee andere manieren instellen.
U kunt ook het printerstuurprogramma gebruiken of de softwaretoepassingen waarmee u
afdrukt. Instellingen in het printerstuurprogram ma en in toepas singen hebben prioriteit boven
instellingen op het bediening sp aneel v oor de huidige afdruktaak. Toepassingsinst elli ngen
hebben weer prioriteit boven de inste llingen in het standaardprinterstuurpr ogr amma.
De menu-opties van het bedieningspaneel zijn genummerd van 1 tot en met 9. Als een
menu meer dan negen opties heeft, worden de extra opties aangegeven met een letter van
A tot en met Z. De nummer- en letterwaarden worden echter niet vermeld in de procedures
in dez e handle iding .
Druk op de knop (Help) voor meer informatie over een menu of optie van het
bedieningspaneel.
Toegang tot de menu’s en instellingen
1Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel om de menu’s te openen.
2Blader in het menu of submenu met de instellingen die u wilt wijzigen.
• Druk op de knop (Pijl-om laag) of (Pijl-omhoog) om het gewenste menu te
markeren. (Houd een van beide knoppen ingedrukt om automatisch door de selecties
te schuiven.) Druk op de knop (Selecteren) om het gewenste menu te openen.
Herhaal deze procedure als u submenu’s wilt openen.
• Druk op de knop (Pijl-om laag) of (Pijl-om hoog) om de gewens te instelling te
markeren en druk vervolgens op de knop (Selecteren) om de instelling op te slaan.
Op het bedieningspaneel verschijnt een sterretje (*) naast de instelling om aan te
geven dat de nieuwe instell ing nu de standa ardinstelling is.
3Druk op de knop (Annuleren) om de menu’s te sluiten en terug te keren naar de status
GEREED. Als u 30 seconden lang geen knop indrukt, keert de printer automatisch terug
naar de status GEREED.
NLWWPrinterinstellingen wijzigen via het bedieningspaneel 63
Page 66
Onderh oud en
6
probleemoplossing
De inktcartridges vervangen
U kunt het inktniveau controleren via het bedieningspaneel of de ingebouwde webserver.
Zie Overzicht van hulpmiddel en voor het beheer van printers voor informatie over
deze hulpmiddelen.
Installeer de cartridge direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd. Verwijder een
cartridge niet voor langere tijd uit de printer.
LET OP
OpmerkingAls u wilt weten welke cartridges bestemd zijn voor gebruik met uw printer, raadpleegt u
Er mogen inktcartridges van een ander merk worden gebruikt, maar HP kan de kwaliteit of
betrouwbaarheid van deze inktcartridges niet garanderen. Reparatie of service als gevolg
van het gebruik van bijgevulde inktcartridges of cartridges die niet van HP zijn, vallen niet
onder de garantie.
Benodigdheden.
Een inktcartridge vervangen
1Controleer of de printer is ingeschakeld.
2Til de klep van de inktcartridge omhoog.
64 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 67
3Pak de lege inktcartridge tussen uw duim en wijsvinger en trek de cartridge stevig naar
u toe.
4Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
5Plaats de inktcartridge in de sleuf met de kleurcode van de inktcartridge. Druk de cartridge
goed op zijn plaats.
6Sluit de klep van de inktcartridge.
Onderhoud van de pr intkoppen
Als tekens onvolledig worden afgedrukt of punten of lijnen op de afdruk ontbreken, kan dit
het gevolg zijn van verstopte inktsproeiers. In dat geval moet u de printkoppen reinigen.
Als u wilt weten welke cartridges bestemd zijn voor gebruik met uw printer, raadpleegt u
Benodigdheden.
Als de kwaliteit van de afdruk afneemt, voert u de volgende stappen uit:
zControleer de status van de printkoppen.
zStar t de automatische reinigingsproced ure voor printkoppen.
zReinig de contacten van de printkoppen handmatig.
zVervang de printkoppen indien het probleem na het reinigen blijft bestaan.
LET OP
HP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de printer die het gevolg is van
het wijzigen van de printkoppen.
De status van de printkoppen controleren
OpmerkingAls de status van een printkop slecht is, reinigt of vervangt u de printkop.
zMet behulp van de configuratiepagina
Controleer het gedeelte over de status van de printkoppen op de configuratiepagina.
Zie Informatie over de con figuratiepagin a en deze pagina afdrukken.
zMet be hu lp van de in gebouwde we b s erver
1 Open de ingebouwde webserver. Zie De ingesloten webserver openen.
2 Klik op het tabblad Informatie .
3 Klik op Inktbenodigdheden in het linker deelvenster.
NLWWOnderhoud van de printkoppen 65
Page 68
De printkoppen uitlijnen
Nadat u een printkop hebt vervangen, worden de printkoppen automatisch uitgelijnd om de
afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als uit de afgedrukte pagina’s echter blijkt dat de printkoppen
niet goed zijn uitgelijnd, kunt u deze handmatig uitlijnen.
zVia het bedienings paneel
1 Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2 Druk op de knop (Pijl-omhoog) tot ONDERHOUD is gemarkeerd en druk vervolgens
op de knop (Selecteren).
3 Controleer of AFDRUKKWALITEIT is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop(Selecteren).
4 Controleer of PRINTKOPPEN UITLIJN EN is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop(Selecteren).
zMet be hu lp van de in gebouwde we b s erver
1 Open de ingebouwde webserver. Zie De ingesloten webserver openen.
2 Klik op het tabblad Instellin gen.
3 Klik op Diagnostiek in het linker deelvenster.
4 Selecteer in het gedeelte Printkoppen de optie voor het uitlijnen van printkoppen in de
vervolgkeuzelijst.
Printkoppen automatisch reinigen
OpmerkingReinig de printkoppen alleen wanneer dat nodig is; het reinigen kost inkt en verkort de
levensduur van de printkoppen. U kunt kiezen uit drie reinigingsniveaus. Voer na het eerste
reinigingsniveau alleen het volgende niveau uit als de resultaten niet bevredigend zijn.
zVia het bedienings paneel
1 Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2 Druk op de knop (Pijl-omhoog) tot ONDERHOUD is gemarkeerd en druk vervolgens
op de knop (Selecteren).
3 Controleer of AFDRUKKWALITEIT is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop(Selecteren).
4 Druk op de knop (Pijl-omhoog) tot de optie voor het reinigen van de printkoppen is
gemarkeerd en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
zMet be hu lp van de in gebouwde we b s erver
1 Open de ingebouwde webserver. Zie De ingesloten webserver openen.
2 Klik op het tabblad Instellin gen.
3 Om de printkoppen te reinigen klikt u op Diagnostiek in het linker deelvenster.
Selecteer vervolgens het juiste reinigingsniveau uit de vervolgkeuzelijst in het
gedeelte Printkoppen.
66 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 69
De printkoppen vervangen
OpmerkingVervang de printkoppen alleen nadat u hebt geprobeerd de printkoppen te reinigen.
Zie Printkoppen automatisch reinigen en De contacten van de printkoppen handmatig
reinigen.
1Controleer of de printer is aangesloten en ingeschakeld.
2Til eerst de klep van de inktcartridge en vervolgens de klep van de printkoppen omhoog.
3Til de printkopgrendel omhoog om deze te openen.
4Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf
te trekken.
5Haal de nieuwe printkop uit de verpakking en verwijder de beschermtape.
6Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop. Druk de printkop
goed op zijn plaats.
NLWWOnderhoud van de printkoppen 67
Page 70
7Sluit de printkopgrendel. Druk de grendel omlaag om ervoor te zorgen dat deze goed
is vergrendeld.
8Sluit de kleppen.
9Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en twee testpagina’s zijn afgedrukt.
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen
Als u wilt weten welke printkoppen compatibel zijn met uw printer,
raadpleegt u Benodigdheden
LET OP
Reinig de contacten van de printkoppen alleen nadat u hebt geprobeerd de printkoppen
automatisch te reinigen. Zie Printkoppen automatisch reinigen. De contacten van de
printkoppen bevatten gevoeli ge elekt ronis che onderdelen die gemakkelijk kunnen
worden beschadigd.
1Controleer of de printer is aangesloten en ingeschakeld.
2Til de klep van de inktcartridge en de klep van de printkoppen omhoog.
3Wacht twee of drie seconden. Verwijder daarna de stekker van de printer uit het
stopcontact.
68 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 71
4Til de printkopgrendel omhoog om deze te openen.
5Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf
te trekken.
LET OP
6Verwijder eventuele inkt voorzichtig van de contacten op de printkop. Gebruik
hiervoor een droog wattenstokje of een zachte, droge doek zonder rafels die geen
vezels achterlaat.
Neem alleen de contacten van de printkop af. Als u de sproeiers aan de onderkant van de
printkop afneemt, kan de printkop ernstig beschadigd raken.
7Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop. Druk de printkop
goed op zijn plaats.
LET OP
NLWWOnderhoud van de printkoppen 69
Gebruik geen drinkwater of alcohol, omdat u de printkoppen hiermee kunt bescha digen.
Page 72
8Na het reinigen plaatst u de printkop op een vel papier of een papieren servetje.
9Reinig de contacten van de printkopsleuven van de printer met een vochtig wattenstokje.
Laat alle elektrische contacten ten minste vijf minuten drogen voordat u de printkoppen
terugplaatst.
10 Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan. Het bedieningspaneel moet nog steeds
aangeven dat er een printkop ontbreekt.
11 Als u een printkop vervangt, haalt u de nieuwe printkop uit de verpakking en verwijdert u
vervolgens de beschermende tape.
12 P laats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop. Druk de printkop
goed op zijn plaats.
13 Sluit de printkopgrendel. Controleer of deze goed is vergrendeld.
14 Herhaal de bovenstaand e stappen, indien nodig, voor de andere printkoppen .
15 Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina is afgedrukt.
Als de printer geen uitlijnpagina afdrukt, vervangt u de printkop die u hebt gereinigd.
De kleur kalibreren
Nadat u een printkop hebt vervangen, worden de kleuren automatisch gekalibreerd om de
afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als u niet tevreden bent met het kleurresultaat, kunt u de
kleuren ook handmatig kalibreren.
zVia het bedienings paneel
1 Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2 Druk op de knop (Pijl-omhoog) tot ONDERHOUD is gemarkeerd en druk vervolgens
op de knop (Selecteren).
3 Controleer of AFDRUKKWALITEIT is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop(Selecteren).
4 Druk op d e knop (Pijl-om laag) tot KLEURKALIBRATIE is gemarkeerd en druk
vervolgens op de knop (Selecteren).
Er wordt een kleurkalibratiepagina afgedrukt.
5 Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel om de procedure te voltooien.
Nieuwe regel kalibreren
Als er regelmatige horizontale strepen verschijnen in de afgedrukte tekst of afbeeldingen,
kalibreert u de nieuwe regel.
De nieuwe regel kalibreren
1Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel.
2Druk op de knop (Pijl-omhoog) tot ONDERHOUD i s gemarke erd
en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
3Controleer of AFDRU KKWALITEIT is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop(Selecteren).
70 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 73
4Druk op de knop (Pijl-omlaag) tot KALIBRATIE NIE UWE REGEL is gemarkeerd en druk
vervolgens op de knop (Selecteren).
Er worden twee kalibratiepagina’s voor nieuwe regel afgedrukt.
5Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel om de procedure te voltooien.
a Zoek op de kalibratiepagina het vak dat de minste horizontale strepen heeft en noteer
het nummer ervan.
b Druk op de knop (Pijl -omh oog) of (Pijl-omlaag) om het nummer van het vak te
selecteren en druk vervolgens op de knop (Selecteren).
Tips en bronnen voor het oplossen van problemen
Gebruik de volgende tips en hulpmiddelen om afdrukproblemen op te lossen.
zZie Papierstoringen verhelpen voor informatie over papierstoringen.
zZie Papierinvoerproblemen oplossen voor informatie over papierinvoerproblemen,
zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
Sommige printerproblemen kunnen worden opgelost door de printer te resetten.
De printer resetten
1Druk op de knop (Aan/Uit) om de printer uit te schakelen.
2Verwijder de stekker van de printer uit het stopcontact.
3Wacht ongeveer 20 seconden voordat u de stekker weer in het stopcontact steekt.
4Druk op de knop (Aan/Uit) om de printer in te schakelen.
Algemene tips voor het oplossen van problemen
Voer de volgende controles uit:
zHet Aan/uit-lampje brandt (knippert niet). Nadat de printer is aangezet, heeft de printer
ongeveer 45 seconden nodig om op te warmen.
zControleer of de printer gereed is voor gebruik.
zZorg dat er geen foutberichten op het scherm worden weergegeven.
zZorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten. Zorg dat de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact en is
ingeschakeld. Zie Printerspecificaties voor spanningsvereisten.
zMedia moeten goed in de lade geplaatst zijn en niet in de printer zijn vastgelopen.
zPrintkoppen en inktcartridges moeten goed geplaatst zijn in de juiste met kleuren
gecodeerde sleuven. Druk de printkoppen en inktcart rid ges goed op hun plaats.
Controleer of de tape van alle printkoppen is verwijderd.
zDe printkopgrendel en alle kleppen moeten gesloten zijn.
zHet achterpan eel en de automatisc he duplexeenheid moeten stevig op hun plaats zitten.
zAlle verpakkingstape en -materialen moeten van de printer zijn verwijderd.
zZorg dat de printer een configuratiepagina kan afdrukken. Zie I nformatie over de
configuratiepagina en deze pagina afdrukken .
NLWWTips en bronnen voor het oplossen van problemen 71
Page 74
Zorg dat de printer is ingesteld als huidige printer of standaardprinter.
z
Windows-gebruikers kunnen de printer als standaardprinter instellen in de map Printers.
Mac-gebruikers kunnen de printer in de Kiezer of in het Afdrukcentrum instellen als
standaardprinter. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor meer info rm at ie.
zZorg dat Afd rukken onder breken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
zZorg dat er zijn niet te veel programma’s actief z ijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
de programma’s die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de
taak opnieuw afdrukt.
De taal voor het bedieningspaneel opnieuw instellen
1Druk op de knop (Aan/Uit) om de printer uit te schakelen.
2Druk op de knop (Aan/Uit) en houd deze ingedrukt en druk vervolgens eenmaal
op de knop (selectieknop).
3Laat de knop (Aan/Uit-knop) los.
De printer wordt geïnitialiseerd en de voorkeurstaal moet worden ingesteld.
4Blader met de knop (Pijl-omhoog) of de knop (Pijl omhoog) en druk op de knop
(selectieknop) om de taal te selecteren.
Afdrukproblemen oplossen
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact.
Zie Printerspecificaties voor spanningsvereisten.
Alle printerlampjes knipperen
Er is een fout opgetreden die niet kan worden hersteld.
Reset de printer. Zie De printer resetten.
Als het probleem zich blijf t voordoen, neemt u contact op met HP.
Zie O ndersteu ning en garantie.
72 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 75
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
Controleer de printerinstelling
Zie Alge men e tips voor het oplossen van problemen.
Controleer de initialisatie van de printkoppen
Na vervanging of installatie van printkoppen worden er automatisch twee testpagina’s
afgedrukt om de printkoppen uit te lijnen. Deze procedure duurt ongeveer acht minuten.
U moet wachten tot de automatische testpagina’s zijn afgedrukt voordat u documenten
kunt afdrukken.
Controleer de installatie van de printersoftware
Als de printer tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld, moet er een
waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen. Gebeurt dit niet, dan is de
printersoftware wellicht niet goed geïnstalleerd. Om dit op te lossen verwijdert u
de software van uw computer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Zie De
printersoftware verwijderen.
Controleer de kabelaansluitingen
zZorg dat beide uiteinden van de kabel (USB, parallel of netwerk) goed zijn aangesloten.
zAls de printer is aangesloten op een netwerk, doet u het volgende:
• Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt.
• Controleer of u niet een telefoonsnoer hebt gebruikt om de printer aan te sluiten.
• Controleer of de hub, schakelaar of router van het netwerk is ingeschakeld
en functioneert.
Controleer de printerinstelling voor een netwerko mgeving
Controleer of het juiste printerstuurprogramma en de juiste printerpoort worden
gebruikt. V oor mee r informatie over netwerkverbindingen raadpl eegt u De printer
configureren (Windows), De printer configureren (Mac OS) of de documentatie bij
uw netwerk.
Controleer de eigen firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De persoonlijke firewall is een beveiligingsprogramma dat de computer beschermt tegen
indringers. De firewall kan echter ook de communicatie tussen computer en printer
blokkeren. Als u een communicatieprobleem met de printer hebt, kunt u proberen de
firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, is de firewall niet
de oorzaak van het communicatieprobleem. Schakel de firewall dan weer in.
Als de communicatie met de printer wordt hersteld wanneer u de firewall uitschakelt,
kunt u proberen een statisch IP-adres aan de printer toe te wijzen en de firewall weer in
te sc hakelen . Zie Net werkopt ies configureren.
NLWWAfdrukproblemen oplossen 73
Page 76
Printer accepteert de printkop niet
Inspecteer de printkop
Verwijder de printkop en controleer of de beschermende tape volledig is verwijderd.
Reinig de printkop
Voer de printkopreinigingsprocedure uit. Zie P rintk oppen autom ati sch reinigen.
Schakel de printer uit nadat u de printkop hebt verwijderd.
Nadat u de printkop hebt verwijderd, schakelt u de printer uit en weer in zonder de
printkop te installeren. Start de printer opnieuw en plaats de printkop terug.
Het afdrukken duurt lang.
Controleer de systeemconfiguratie
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor de printer.
Zie Printerspecificaties.
Controleer de poortinstelling
De poortconfiguratie van uw systeem is mogelijk niet ingesteld op ECP.
Raadpleeg de documentatie bij de computer voor informatie over het aanpassen van
poortinstellingen en con tactgegev ens v an de computer fabr ikant .
Controleer de instellingen van de printersoftware
De printer drukt langzamer af wanneer Beste of Maximale dpi-waarde is geselecteerd
als afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruks nel heid door andere af druk ins te llin gen te
selecteren in het printerstuurprogramma. Zie Afdru kinstellingen wijzigen.
Er wordt een blanco pagina afgedrukt
Controleer de papierinstellingen
zControleer of de paginabreedte en -lengte in het printerstuurprogramma overeenkomen
met de breedte en lengte van het afdrukmateriaal in de lade. Zie
Afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer de parallelle poort op uw computer
Zorg ervoor dat de printer rechtstreeks op de parallelle poort is aangesloten. Deel de poort
niet met andere apparaten, zoals een zip-station of andere printers.
74 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 77
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst.
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst.
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de randen van het papier zijn
geplaatst en of de lade niet te vol is. Zie Papier plaatsen.
Controleer het papierformaat
zDe inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document
groter is dan het gebruikte papier.
zControleer of het geselecteerde papierformaat in het printerstuurprogramma overeenkomt
met het formaat van het papier in de lade.
zAls u een computer met Windows gebruikt, selecteert u de optie LaserJet-marges
emuleren in het printerstuurprogramma om het document af te drukken met
LaserJet-formaat.
Controleer de marge-instellingen
Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen,
controleer dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van de printer
vallen. Zie De minimum ma rges instellen.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie.
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma.
Controleer de instelling van Lay-out behouden (Windows).
Als u een automatische duplexeenheid gebruikt om autom atisch dubbe lzijdig af te
drukken, zorgt u dat Lay-out behouden is ges electeerd in het printerstuurprogram m a.
Als u deze opt ie uitschake lt, kunnen pagina’s op ongewens te plaats en worden
afgebroken. Zie Dubbelzijdig afdrukken (duplexing).
Controleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel
Als de oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellin gen mogelijk niet goed
geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende
softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op
met de softwarefabrikant.
NLWWAfdrukproblemen oplossen 75
Page 78
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
Controleer de printkoppen en inktcartridges
Vervang verstopte of versleten printkoppen en lege inktcartridges (zie Onderhoud van
de printkoppen). Probeer vervolgens opnieuw af te drukken.
Controleer de papierkwaliteit
Het papier is mogelijk te vochtig of te ruw. Controleer of het papier voldoet aan de
HP-s p ecificatie s (zie Papier selecteren) en probeer opnieuw af te drukken.
Controleer de papiersoort in de printer
zControleer of de lade geschikt is voor de geladen papiersoort. Zie Informat ie over de
specificaties van ondersteund papier.
zControleer of u in het printerstuurprogramma de lade hebt geselecteerd die de gewenste
Controleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel
Zie Con troleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel.
Er worden vreemde tekens afgedrukt.
Wanneer het afdrukken van een taak wordt onderbroken, herk ent de printer mogelijk het
resterende gedeelte van de taak niet.
Annuleer de huidige afdruktaak en wacht totdat de printer opnieuw gereed is om af te
drukken. Wanneer de printer niet terugkeert naar de Gereed-toestand annuleert u alle
afdrukopdrachten en wacht u opnieuw. Wanneer de printer gereed is, verzendt u de
afdruktaak opnieuw. Als op het beeldscherm een dialoogvenster verschijnt met de vraag of
u nogmaals wilt afdrukken, klikt u op Annuleren.
Controleer de kabelaansluitingen
Als de printer en computer zijn aangesloten met een USB- of parallelle kabel, kan het
probleem worden veroorzaakt door een slechte kabelverbinding.
Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het probleem zich
herhaalt, schakelt u de printer uit, verwijdert u de kabel van de printer, schakelt u de
printer weer in zonder kabel en verwijdert u eventuele resterende taken. Wanneer het
Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel opnieuw aan op de printer.
Controleer het documentbestand.
Het bestand is mogelijk bes c hadigd. Als u wel andere documenten vanuit dezelfde
toepassing kunt afdrukken, probeer dan een eventuele reservekopie van het document af
te drukken.
76 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 79
De in kt wordt uitgesmeerd
Controleer de afdruk instellingen
zLaat documenten waarvoor veel inkt is gebruikt wat langer drogen dan normaal. Dit is met
name van belang voor transparanten. Selecteer in het printerstuurprogramma de
afdrukkwaliteit Beste. Verleng ook de droogtijd voor de inkt en verlaag de inktverzadiging
met het inktvolume. U vindt deze instellingen bij de geavanceerde functies (Windows) o f
inktfuncties (Mac OS) in de printersoftware. Een lagere inktverzadiging kan echter leiden
tot vagere afdrukken.
zBij de ins telling Beste kunnen kleurend oc umenten met veel verschillende kleuren gaan
kreuken en de kleuren kunnen worden uitgesmeerd. Probeer de andere instellingen voor
afdrukkwaliteit om de hoeveelheid inkt te verminderen of gebruik HP Premium papier voor
afdrukken met levendige kleuren. Zie Afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer het type afdrukmateriaal.
Sommige typen afdrukmateriaal absorberen de inkt niet goed. Hierdoor droogt de inkt
langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Zie Papier selecteren.
Controleer de marge-instellingen.
Als u een computer met Windows gebruikt, controleert u of de optie voor het
minimaliseren van marges niet is geselecteerd.
Reinig de binnenkant van de automatische duplex-eenheid.
Na intensief gebruik van de printer kan er inkt aan de binnenkant van de automatische
duplex-eenheid achterblijven waardoor de inkt uitloopt als er dubbelzijdig wordt afgedrukt.
Als u de achtergebleven inkt wilt verwijderen, moet u een doek zonder rafels gebruiken
om de binnenkant van de automatische duplex-eenheid te reinigen.
NLWWSlechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten 77
Page 80
De helling van de uitvoerlade van de printer inschakelen
Als u afdrukt in de modus Snel Normaal (standaard) of Snel, maakt de printer geen
gebruik van de uitvoerhelling om elke afgedrukte pagina vast te houden voordat deze in
de uitvoerlade terechtkomt. Als de printer begint met het afdrukken van de volgende
pagina terwijl de afgedrukte pagina op de uitvoerlade ligt te drogen, schuurt de laatste
pagina mogelijk tegen de afgedrukte pagina op de uitvoerlade waardoor de inkt kan
uitlopen. De ernst van het uitlopen is afhankelijk van de hoeveelheid inkt die op elke
afgedrukte pagina is gebruikt.
Om te voorkomen dat afgedrukte pagina's tegen elkaar schuren, gebruikt u de
afdrukmodus Normaal of Beste. U kunt echter ook de HELLING VOOR UITVOERLADE op het
bedieningspaneel van de printer. Zie het Menu Papierverwerking
De inkt vult de tekst of illustraties niet volledig
Controleer de inktcartridges.
Inktcartridges kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege cartridges. U kunt ook
proberen de cartridges te verwijderen en opnieuw te installeren. Let daarbij op dat
ze goed vastklikken. Zie De inktcartridges vervangen.
Controleer het type afdrukmateriaal.
Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw printer.
Zie Papier selecteren.
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof
Controleer de afdrukmodus.
Met de instellin gen Snel Normaal en Snel in het printerstuurprogramma kunt u sneller
afdrukken. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u conceptversies wilt afdrukken. Voor een
beter resultaat selecteert u Normaal of Beste. Zie Afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer de ingestelde papiersoort.
Als u op transparanten of andere speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het bijbehorende
materiaal zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken op speciaal
afdrukmateriaal en speciale formaten.
Controleer de inktcartridges.
Als lijnen in tekst of afbeeldingen onvolledig of onjuist worden afgedrukt, zijn een of meer
inktcartridges mogelijk leeg of defect. Vervang de lege of defecte inktcartridges.
Kleur en worden als zwart-wit afgedrukt
Controleer de afdruk instellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
78 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 81
De verkeerde kleuren worden afgedrukt
Controleer de afdruk instellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Controleer de printkoppen.
Zodra de afdrukkwaliteit zichtbaar afneemt, moeten de printkoppen mogelijk worden
gereinigd. Zie Onderhoud van de printkoppen.
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen
Controleer de afdruk instellingen
Sommige papiersoortinstellingen (zoals Transparantenen Fotopapier) en
afdrukkwaliteitsinstellingen (zoals Beste) gebruiken meer inkt dan andere instellingen.
Kies andere afdrukinstellingen in het printerstuurprogramma en controleer of u de juiste
papiersoort hebt geselecteerd. Zie Afdrukinstellingen wijzigen.
Inktcartridges controleren
Controleer of er met de inktcartridges is geknoeid. Het navullen van inktcartridges en het
gebruik van incompatibele inkten kan het ingewikkelde afdruksysteem ontrege len,
hetgeen kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de
printer. Nagevulde inktcartridges worden niet door de garantie van HP gedekt en worden
niet door HP ondersteund. Zie voor bestelinformatie HP benodigdheden en accessoires.
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd
Controleer de printkoppen
De printkoppen worden automatisch uitgelijnd wanneer een printkop wordt vervangen.
U kunt de afdru kkwaliteit mogelijk nog verbeteren door de printkoppen handmatig uit te
lijnen. Zie Onderhoud van de printkoppen.
Plaatsing van afbeeldingen controleren
Controleer met de zoomfunctie of met de functie afdrukvoorbeeld van uw applicatie of zich
ruimtes tussen de afbeeldingen bevinden.
Punten of lijnen ontbreken in de tekst of afbeeldingen
Controleer de printkoppen
Mogelijk moeten de printkoppen of de printkopcontacten worden gereinigd.
Zie Onderhoud van de printkoppen.
NLWWSlechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten 79
Page 82
Papierinvoerproblemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u veelvoorkomende papierinvoerproblemen
kunt oplossen.
Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u
Papierstoringen verhelpen.
De lade kan niet worden geplaatst
zWanneer de lade uit de printer is verwijderd, zet u de printer uit en weer aan.
Plaats de lade opnieuw in de pri nter.
zZorg dat de lade zich op één lijn met de opening van de printer bevindt.
zControleer of er papier is vastgelopen.
Het papi er is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printer en de gebruikte lade.
Zie Informatie over de specificaties van ondersteund papier.
Het papier in lade1 of lade2 wordt niet ingevoerd
zControleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de laden zijn geplaatst voor
het papierformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak)
tegen de stapel papier zijn geplaatst.
zControleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer glad
door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
zControleer of de lade goed is geplaatst.
Het papier wordt niet goed uitgevoerd
zControleer of het verlengstuk van de uitvoerbak is uitgetrokken. Als dit niet het geval is,
kunnen afdrukken uit de printer vallen.
zVerwijder al het papi er uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal
vellen bevatten.
zAls de automatische duplexeenheid onjuist is geïnstalleerd tijdens een dubbelzijdige
afdruktaak, wordt er mogelijk papi er aan de achterzijde van de prin ter uitg evoerd.
Installeer de automatische duplexeenheid opnieuw of sluit de klep.
Pagina’s worden scheef ingevoerd
zControleer of de lengte- en breedtegeleiders goed tegen de stapel afdrukmateri aal zijn
geplaatst, maar niet zo dat het papier kreukt of opbolt.
zCombineer geen verschillende soort en en format en afdr ukm ater iaal in dezelfde lade.
zControleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer glad
door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
80 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 83
Er worden meerdere pagina’s tegelijk ingevoerd
zControleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de laden zijn geplaatst voor
het papierformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak)
tegen de stapel papier zijn geplaatst.
zControleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
zWaaier de stapel papier niet voordat u het papier plaatst. Het waaieren van de stapel
papier kan statische elektriciteit veroorzaken en kan leiden tot de invoer van meerdere
vellen tegelijk.
zGa voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een lade in de printer. Wanneer u volle
laden met te veel kracht in de printer plaatst, kunnen vellen papier in de printer
terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en kunnen mee rdere vellen tegelijk
worden ingevoerd.
Printerbeheerproblemen oplossen
Ingebouwde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van h et netwerk
zControleer of u niet een telefoonsnoer hebt gebruikt om de printer aan te sluiten.
zControleer of de netwerkkabel goed is aangesloten op de printer.
zControleer of de hub, schakelaar of router va n het netwerk is ingeschakeld
en functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Zie Printerspecificaties.
Controleer het IP-adr es van de printer
zDruk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres van de printer op de tweede pagina.
Zie Informatie over de con figuratiepagin a en deze pagina afdrukken.
zPing de printer met het IP-adres vanaf een MS-DOS-prompt. Als het IP-adres bijvoorbeeld
123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist.
NLWWPrinterbeheerproblemen oplossen 81
Page 84
Installatieproblemen oplossen
Voor problemen tijdens de printerinstallatie raadpleegt u de volgende oplossingen:
Problem en bij het afdrukken van een testpagina
Na vervanging of installatie van printkoppen worden er automatisch twee testpagina’s
afgedrukt om de printkoppen uit te lijnen. Deze procedure duurt ongeveer acht minuten.
U kunt de testpagina’s na afloop weggooien. Als de pagina’s niet worden afgedrukt, gaat u
naar Algemene tips voor het oplossen van problemen of lijn t u de printkop pen handm at ig uit
(zie De printkoppen uitlijnen).
Problemen bij het installeren van de software
Controleer de computervereisten
Controleer of de computer voldoet aan de systeemvereisten.
Zie Minimale systeemvereisten.
Control eer of aan de installatiever eist en wor dt vold aan
zVoordat u software op een computer met Windows installeert, moeten alle andere
programma’s zijn afgesloten.
zAls het pad naar het cd-rom-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
zAls uw computer de cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd is beschadigd.
U kunt het printerstuurprogramma downloaden vanaf http://www.hp.com/support/
businessinkjet2800.
Het printerstuurprogramma opnieuw installeren
Als u Windows gebruikt en de computer kan de printer niet vinden, voert u het
hulpprogramma voor het verwijderen van software ("Scrubber", te vinden in de map
Utils\Scrubber op de Starter-cd) uit. Hiermee verwijdert u het printerstuurprogramma
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Zie De printersoftware verwijderen.
82 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 85
Problemen met aansluiten op een netwerk
OpmerkingAls u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het installatieprogramma
opnieuw uitvoeren.
Algemene net werkpr ob lemen oplo ssen
Als u de printersoftware niet op de computer kunt installeren, moet u het volgende controleren:
zAlle kabelverbindingen tussen de computer en printer moeten in orde zijn.
zHet netwerk functioneert en de netwerk-hub is ingeschakeld.
zAlle toepassingen moeten zijn afgeslote n of uitgeschakeld, inclusief eventuele
antivirusprogramma’s en persoonlijke firewalls.
zDe printer moet op hetzelfde subnet zijn geïnstalleerd als de computers die van de printer
gebruikmaken.
zAls het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de configuratiepagina af
en voert u het IP-adres handmatig in het installatieprogramma in. Zie Informatie over de
configuratiepagina en deze pagina afdrukken .
zPing de printer met het IP-adres vanaf een MS-DOS-prompt. Als het IP-adres bijvoorbeeld
123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist.
zAls u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de netwerkpoorten die in
het printerstuurprogramma zijn gemaakt, overeenkomen met het IP-adres van de printer.
1 Druk een configuratiepagina af. Zie Informatie over de configuratiepagina en deze
pagina afdrukken.
2 Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op
Printers of Printers en faxapparaten.
3 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies Eigenschappen
en open het tabblad Poorten.
4 Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik op P o ort configureren.
5 Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster met het IP-adres op de configuratiepagina:
deze twee moeten aan elkaar gelijk zijn. Als de IP-adressen niet overeenkomen,
wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de configuratiepagina.
6 Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te sluiten.
Problemen met aansluiten op een bedraad netwerk
zAls het verbindingslampje op de netwerkconnector niet brandt, controleer t u of voldaan is
aan alle Algemene tips voor het oplossen van problemen voorwaarden.
zHoewel niet wordt aangeraden een vast IP-adres aan de printer toe te wijzen, k unt u
sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een firewallconflict) mogelijk
oplossen door een vast IP-adres aan de printer toe te wijzen. Zie voo r meer informatie
Netwerkopties configureren.
NLWWInstallatieproblemen oplossen 83
Page 86
Papiers toringen verhelpen
Papierstoringen voorkomen
zZorg dat uitvoerlade 2 correct is aangebracht en dat de printer en de lades op een vlak
oppervlak zijn geplaatst.
zControleer of niets de papierbaan blokkeert.
zPlaats niet te veel papier. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund papier.
zPlaats het papier op de juiste wijze. Zie Papier plaatsen.
zGebruik geen gekreukt papier.
zGebruik altijd afdru kmateri aal dat voldoet aan de specificaties. Zie Papier selecteren.
zZorg dat de uitvoerbak niet te vol is wanneer u gaat afdrukken.
zControleer of het afdrukmateriaa l goed tegen de rechterzijde van de lade ligt.
zControleer of de lengte- en breedtegeleiders goed tegen de stapel afdrukmateri aal zijn
geplaatst, maar niet zodanig dat het papier kreukt of opbolt.
zAls u de lade heeft verlengd, mag u de ladevergrendeling niet indrukken terwijl u de lade
naar binnen schuift. Als u dit wel doet, wordt de lade namelijk weer korter wanneer u de
lade naar binnen drukt, waardoor het papier vastloopt.
Vastgelopen papier verwijderen
1Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
2Controleer het paneel aan de achterzijde of de automatische duplexeenheid.
a Druk op de knoppen aan weerszijden van het paneel aan de achterzijde of de
automatische duplexeenheid en verwijde r de eenheid.
b Wanneer u het vastgelopen papier hebt gevonden, pakt u het papier met beide handen
vast en trekt u het naar u toe.
84 6 - Onderhoud en probleemoplossingNLWW
Page 87
c Wanneer u het vastgelopen papier niet ziet, drukt u op de knoppen aan de
voorzijde van de automatische duplexeenh eid en verwijdert u de klep. Wanneer u
het vastgelopen papier hebt gevonden, verwijdert u het voorzichtig uit de printer.
Sluit de klep.
d Plaats het paneel aan de achterzijde of de automa tische duplex eenhei d weer in
de printer.
3Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, tilt u de uitvoerbak omhoog en controleert
u of er papier is vastgelopen in lade 1. Wanneer er papier is vastgelopen in de lade,
doet u het volgende:
a Trek lade 1 naar buiten.
b Trek het papier naar u toe.
WAARSCHUWING!
c Controleer of het afdrukmateriaal goed is uitgelijnd in de lade, plaats de lade weer in de
printer en laat de uitvoerbak zakken.
4Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd, trekt u de
lade uit de printer en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo niet, doe u
dan het volgende:
a Controleer of de printer is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het stopcontact.
b Til de printer van lade 2 af.
c Verwijder het vastgelopen papier onder uit de printer of uit lade 2.
d Plaats de printer terug op lade 2.
5Open de bovenklep. Als er papier is achtergebleven in de printer, controleert u of de
wagen geheel rechts in de printer staat en verwijdert u papiersnippers of verkreukeld
afdrukmateriaal en trekt u het afdrukmateriaal boven uit de printer.
Kom niet met uw handen in de printer als de printer aanstaat en de wagen vastzit. Als u de
bovenste klep opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit
niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
6Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen, zet u de printer
aan (als u de printer hebt uitgezet) en drukt u op de knop (Doorgaan) om het afdrukken
te hervatten.
De printer zal de volgende pagina afdrukken. U moet de vastgelopen pagina’s opnieuw naar
de printer verzenden.
NLWWPapierstoringen verhelpen 85
Page 88
HP benodigdheden en
A
accessoires
Dit hoofdstuk bevat informatie over HP benodigdheden en accessoires voor de printer.
De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website
van HP (http://www.hpshopp ing.co m) voor de nieuwste updates. U kunt ook producten
aanschaffen via de website.
Afdrukbenodigdheden on line bestellen
U kunt afdrukbenodigdheden, behalve op de website van HP, ook bestellen via de
ingebouwde webserver of de Werkset (Windows).
Systeemvereisten voor het bestellen van afdrukbenodigdheden
Om de Werkset te kunnen gebruiken moet aan de volgende systeemvereisten zijn voldaan:
zInternetaansluiting.
zEen printer die met een parallelle of USB-kabel op de computer is aangesloten, of op
het netwerk is aangesloten.
zEen geïnstalleerde Werkset (alleen voor Windows).
Om ingebouwde webserver te kunnen gebruiken moet aan de volgende vereisten
zijn v oldaan:
zEen printer die op het netwerk is aangesloten.
zEen webbrowser op uw computer (Netscape Navigator 4.8 of Microsoft Internet
Explorer 5 .0 of hoger).
Afdrukbenodigdheden bestellen
1In de Werkset (Windows): in het tabblad Printerstatus klikt u op On line bestellen.
Uw standaardwebbrowser wordt gestart en er wordt een website weergegeven.
Vanuit de ingebouwde webserver: klik in het tabblad Informatie op
Benodigd he den bestelle n .
2Volg de aanwijzingen op de website om afdrukbenodigdheden te selecteren en
te bestellen.
86 A - HP benodigdheden en accessoiresNLWW
Page 89
Accessoires
Accessoires en kabels
Invoerlade voor 250 velC8261A
HP automatische duplexeenheidC8258A
HP IEEE-1284 A-B parallelle kabel (2 meter )C2950A
HP IEEE-1284 A-B parallelle kabel (3 meter )C2951A
HP USB A-B (2 meter)C6518A
Geheugenmodules
HP 64-MB SDRAM-DIMMQ1887A
HP 128-MB SDRAM-DIMMC9121A
Netwerkinterfaces
HP Jetdirect 620N-printserver/internetaansluiting (EIO-module,
Fast Ethernet)
HP Jetdirect 625N-printserver/internetaansluiting (EIO-module, Gigabit)J7960A
Externe HP Jetdirect 170X-printserver via USB (Fast Ethernet)J3258B
Externe HP Jetdirect 175X-printserver via USB (Fast Ethernet)J6035B
Externe HP Jetdirect 310X-printserver via USB (Fast Ethernet)J6038A
Externe HP Jetdirect 500X-printserver via USB (Fast Ethernet)J3264A
Draadloze HP Jetdirect 680N 802.11b EIO-printserverJ6058A
Externe HP Jetdirect EW2400 Fast Ethernet 802.11g bekabelde en
draadloze prin tserver
Draadloze HP BT3100 Bluetooth-printeradapter (USB 1.0 of
parallelleinterfaces)
HP PSA (Print Server Appliance) 4250J7941A
J7934A
J3265A
J7951A
J6072A
NLWWAccessoires 87
Page 90
Benodigdheden
Inktbenodigdheden
Inktcartridges
HP 10 ZwartC4844A
HP 11 CyaanC4836A
HP 11 MagentaC4837A
HP 11 GeelC4838A
Printkoppen
HP 11 ZwartC4810A
HP 11 CyaanC4811A
HP 11 MagentaC4812A
HP 11 GeelC4813A
HP afdrukmaterialen
Gewoon papier
HP Bright White inkjetpapier
500 velLetter (8,5 x 11 inch)HPB1124
500 velA4 (210 x 297 mm)C18 25A
200 velA3 (297 xj 420 mm)C1858A
250 velTabloid (11 x 17 inch)B1724
250 velLetter (8,5 x 11 inch)B250
HP Office papier
2500 velLetter (8,5 x 11 inch)25005
10-riems doosLetter (8,5 x 11 inch)C8511
10-riems doosLegal (8,5 x 14 inches)C8514
Tabloid (11 x 17 inch)C1117
88 A - HP benodigdheden en accessoiresNLWW
Page 91
HP Office gerecycled papier
500 velLetter (8,5 x 11 inch)E1120
500 velLetter (8,5 x 11 inch)E1420
HP Multipurpose papier
5-riems doosLetter (8,5 x 11 inch)M115R
250 velLetter (8,5 x 11 inch)25011
500 velLetter (8,5 x 11 inch)M1120
500 velLetter (8,5 x 11 inch)MR311
500 velLegal (8,5 x 14 inches )M1420
Fotopapier
HP Premium Plus fotopapier
20 vel, glanzendLetter (8,5 x 11 inch)C6831A
50 vel, glanzendLetter (8,5 x 11 inch)Q1785A
20 vel, glanzend4 x 6 inchQ1977A
20 vel, matLetter (8,5 x 11 inch)C6950A
20 vel, matA4 (210 x 297 mm)C6951A
20 vel, glanzendA4 (210 x 297 mm)C6832A
25 vel, glanzendA3 (297 x 420 mm) (Azië/Paci fic)Q5497A
20 vel, glanzendA3 (297 x 420 mm) (Europa)Q5496A
25 vel, glanzendTabloid (11 x 17 inch)Q5495A
HP Premium fotopapier
100 vel, matLetter (8,5 x 11 inch)C6563A
100 vel, glanzendLetter (8,5 x 11 inch)C5477A
50 vel, glanzendLetter (8,5 x 11 inch)C6979A
15 vel, glanzendA4 (210 x 297 mm)Q2519A
20 vel, glanzendA3 (297 x 420 mm)C6059A
20 vel, glanzendTabloid (11 x 17 inch)C6058A
HP fotopapier
20 vel, dubbelzijdig glanzendLetter (8,5 x 11 inch)C1846A
20 vel, dubbelzijdig glanzendA4 (210 x 297 mm)C1847A
20 vel, enkelzijdi g glanzendA4 (210 x 297 mm)C6765A
HP Every day fotopapier
100 vel, dubbelzijdig, matLetter (8,5 x 11 inch)C7007A
25 vel, dubbelzijdig, matLetter (8,5 x 11 inch)C6983A
25 vel, dubbelzijdig, matglanzendA4 (Azië/Pacific) (210 x 297 mm)C7006A
25 vel, enkelzijdi g, matglanzendA4 (210 x 297 mm)Q5451A
25 vel, enkelzijdi g, matglanzendLetter (8,5 x 11 inch)Q5498A
100 vel, enkelzijdig, matglanzend10 x 16,3 mm (Europa)Q5441A
NLWWBenodigdheden 89
Page 92
Papier voor zakelijke correspondentie
HP brochure- en flyerpapier
50 vel, dubbelzijdig, glanzendLe tt er (8,5 x 11 inch)C6817A
50 vel, matLetter (8,5 x 11 inch)C6955A
100 vel, in drieën gevouwen, dubbelzijdig,
glanzend
100 vel, in drieën gevouwen, matLetter (8,5 x 11 inch)Q5443A
100 vel, in drieën gevouwen, matA4 (210 x 297 mm)Q6590A
50 vel, in drieën gevouwen, dubbelzijdig,
glanzend
50 vel, dubbelzijdig, glanzendA4 (210 x 297 mm)C6818A
100 vel, matA4 (210 x 297 mm)Q6592A
100 vel, matLetter (8, 5 x 11 inch)Q5445A
150 vel, dubbelzijdig, glanzendLetter (8,5 x 11 inch)Q1987A
50 vel, matA3 (297 x 420 mm)Q6591A
50 vel, dubbelzijdig, glanzendA3 (297 x 420 mm)C6821A
50 vel, dubbelzijdig, glanzendTabloid (11 x 17 inch)C6820A
Letter (8, 5 x 11 inch)C7020A
A4 (210 x 297 mm)Q2525A
HP Premium presentatiepapier
150 velLetter (8,5 x 11 inch)Q5449A
150 velA4 (210 x 297 mm)Q6593A
100 velA3 (297 x 420 mm)Q6594A
100 velTabl oid (11 x 17 inch)Q6595A
HP Premium transparanten
20 velLetter (8,5 x 11 inch)C3828A
50 velLetter (8,5 x 11 inch)C3834A
20 velA4 (210 x 297 mm)C3832A
50 velA4 (210 x 297 mm)C3835A
HP Premium Plus transparanten
20 velA4 (210 x 297 mm)C7031A
20 velLetter (8,5 x 11 inch)C7030A
50 velA4 (210 x 297 mm)C7029A
50 velLetter (8,5 x 11 inch)C7028A
HP Premium inkjetpapier
200 velLetter (8,5 x 11 inch)51634Y
200 vel, gecoat, matA4 (210 x 297 mm)51634Z
100 vel, gecoat, extra zwaarA4 (210 x 297 mm)C1853A
100 velA3 (297 x 420 mm)C1856A
100 velTabl oid (11 x 17 inch)C1855A
90 A - HP benodigdheden en accessoiresNLWW
Page 93
Onderst eu nin g en garanti e
B
Als de printer niet naar behoren werkt en de oplossingen uit Onderhoud en probleemoplossing
het probleem niet verhelpen, kunt u gebruikmaken van een van de onderstaande
ondersteuningsservices.
Elektronische ondersteuning
U kunt ondersteuning van HP krijgen via de volgende elektronische hulpbronnen:
zInternet
Bezoek de printerwebsite op hp.com voor de nieuwste software en de meeste recente
informatie over producten, besturingssystemen en ondersteuning:
http://www.hp.com/support/businessinkjet2800
zWerkset (Windows)
De Werkset biedt eenvoudige, stapsgewijze oplossingen voor veel voorkomend e
afdrukproblemen. Zie Werkset (Windows).
Telefonisc he ondersteuning van HP
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het
HP K lantenondersteuningscentrum.
Voordat u belt
Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons
Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn.
1Druk de configuratiepagina van de printer af. Raadpleeg Info rmatie over de
configuratiepagina en deze pagina afdrukken voor aanwijzingen voor het afdrukken van
deze pagina. Als de printer niet afdrukt, houdt dan de volgende informatie bij de hand.
a het modelnummer en serienummer. (Kijk op de achterzijde van de printer.)
b het printermodel.
2Ga na welk besturingssysteem u gebruikt, zoals Windows 98 SE.
3Als de printer is aangesloten op een netwerk controleer dan het besturingssyste em van
het netwerk, zoals Windows NT Server 4.0.
4Controleer of uw printer op uw computer is aangesloten via een parallelle aansluiting,
USB-aansluiting of netwerkaansluiting.
NLWWElektronische ondersteuning 91
Page 94
5Noteer het versienummer van het printerstuurprogramma en de printersoftware, zoals
HP B usine ss Inkjet 2800 Serie versie: 62.43.12.0. (U vindt het versienummer van het
printerstuurprogramm a door het dialoogv en ster met print er instellingen of eigenschappen
te openen en op het tabblad Info te klikken.)
6Wanneer u problemen hebt met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing, noteer
dan de naam en het versienummer van die toepassing.
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
In veel landen biedt HP gratis telefonische ondersteuning gedurende de garantieperiode.
Maar sommige van de onderstaande telefoonnum me rs zijn mogelijk niet kosteloos.
Zie voor de meest recente lijst met telefoonnummers http://www.hp.com/support.
HP bietet während der Gewährl eistungsfrist
vielerorts gebührenfreien telefonischen Support an.
Die nachfolgend aufgelisteten Rufnum mern sind
jedoch unter Umstä nden nicht gebührenfrei.
Zur weiteren Klärung oder um zusätzliche Information
zu erhalten, können Sie Kontakt mit der
Online-Kundenbetreuung von HP
(http://www.hp.com/cpso-support/guide/psd/
Ondersteuning i n Hindi & Engels
Indonesië+62 (21) 350 3408
Israël9 830 4848
Italië02 3859 1212
Jamaica0-800-711-2884
Japan0570-000-511(Navi Dial, alleen inwoners
Software1 jaar
Accessoires1 jaar
Inktpatronen6 maande n*
Printkoppen1 jaar*
Printerrandapparatuur (zie de volgende gegevens)1 jaar
**Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie over garantie http://www.hp.com/support/inkjet_warranty.
Geldigheid van be perkte garantie
1Hewlett-Packard verstrekt aan de eindgebruiker de garantie dat bovengenoemde
producten van HP vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten gedurende bovengenoemde
periode die begint op de dag van aankoop door de klant.
2Wat softwareproducten betreft, geldt de beperkte garantie van HP uitsluitend voor
niet-uitvoerbare programmeerinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een
product ononderbroken of vrij van fouten is.
3De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat
van normaal gebruik van het product en is niet van toepassing bij andere problemen, met
inbegrip van defecten die het resultaat zijn van:
a verkeerd of ondeskundig onderhoud of aanpassing;
b software, informatiedragers, onde rdelen of benodigd heden die niet door HP worden
geleverd of ondersteund;
c gebruik dat niet in overeenstemming is met de specificaties van het product;
d niet-toegestane m odificat ies of misbruik.
4Wat printerproducten van HP betreft, heeft het gebruik van een niet door HP vervaardigde
of een nagevulde inktpatroon geen invloed op de garantie aan de klant of op eventuele
ondersteuningscontracten van HP met de klant. Als defecten of beschadigingen van de
printer echter aan het gebruik van een niet door HP vervaardigde of een nagevulde
inktpatroon kunnen worden toegeschreven, zal HP de gebruikelijke arbeidsuren en
materiaalkosten voor het repareren van het betreffende defect of de betreffende
beschadiging van de printer in rekening brengen.
5Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gebracht van een defect van een
product dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP ofwel
gerepareerd ofwel vervangen naar goeddunken van HP.
6Als een defect product dat onder de garantie van HP valt, niet door HP gerepareerd of
vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het defecte product terugbetalen
binnen een redelijke termijn nadat HP op de hoogte is gebracht van het defect.
7HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling zo lang de klant het defecte
product niet aan HP heeft geretourneerd.
8Een vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn op voorwaarde dat het ten minste
dezelfde functionaliteit bezit als het product dat vervangen wordt.
96 B - Ondersteuning en garantieNLWW
Page 99
9Producten van HP kunnen gereviseerde onderdelen, componenten of materialen
bevatten, waarvan de prestaties gelijkwaardig zijn aan die van nieuwe producten.
10 De beperkte garantieverklaring van HP is geldig in alle landen of regio’s waar het product
van HP waarop deze garantie betrekking heeft, door HP wordt gedistribueerd. Contracten
voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van de klant, zijn verkrijgbaar bij
ieder erkend HP servicekantoor in landen of regio’s waar het product door HP of een
erkende importeur wordt gedistribueerd.
Beperking van garanti e
IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS TOEGESTAAN, VERSTREKKEN NOCH
HP, NOCH DERDE LEVERANCIERS ENIGE ANDERE GARANTIE OF VOORW AARDE,
HETZIJ UITDRUKKELIJKE OF STILZ WIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN
VERKOOPBAARHEID , BEVREDIGEND E KW AL IT EIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL.
Beperking van aansprakelijkheid
1In zoverre door de plaatselijke wet is toegestaan, zijn de rechtsmid delen in dez e
garantieverklaring het enige en exclusieve verhaal van de klant.
2IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS TOEGESTAAN, MET
UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE V ERPLICHTINGEN IN DEZE
GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN DERDE LEVERANCIERS ONDER GEEN
BEDING AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN
INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, ZIJ HET OP BASIS VAN CONTRACT,
BENADELING OF ENIG ANDERE JURIDISCHE THEORIE EN OF HP AL DAN NIET
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
Plaatselijke wet
1Deze garantieverklaring biedt de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over
andere rechten beschikken die in de VS van staat tot staat, in Canada van provincie tot
provincie en elders van land tot land of regio tot regio kunnen verschillen.
2In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wet, zal deze
garantieverklaring als aangepast en in overeenstemmi ng met dergelijke plaatselijke wet
worden beschouwd. Krachtens der gel ijke plaat s elijke wet is het mogelijk dat bepaalde
afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant van toepassing
zijn. Sommige staten in de VS en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten
(inclusief provincies in Canada) kunnen bijvoorbeeld:
a de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring als tenietgedaan
beschouwen ter bescherming van de wettelijk voorgeschreven rechten van de klant
(bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk);
b de mogelijkheid van een fabrikant voor het doen gelden van dergelijke afwijzingen of
voorwaarden anderzijds beperken; of
c de klant aanvullende rechten onder de garantie bieden, de tijdsduur van stilzwijgende
garanties bepalen die niet door de fabrikant afgewezen kan worden, en beperkingen op
de tijdsduur van stilzwijgende garanties niet toestaan.
3MET BETREKKING TOT CONSUMENTENTRANSACTIES IN AUSTRALIË EN
NIEUW-ZEE LA N D WORDEN DE WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN
DIE VAN TOEPASSING Z IJN OP DE AANKOOP VAN PRODUCTEN VAN HP AAN
DERGELIJKE KLANTEN, DOOR DE VO ORW AARDEN IN DEZE
GARANTIEVER KL ARIN G NI ET TE N IET GEDAAN, BEPERKT OF VERANDERD,
BEHALVE IN ZOVERRE DOOR DE WET IS TOEGESTAAN, EN VORMEN DE
VOORWAARDEN VAN DEZE GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP
DEZE RECHTEN.
NLWWBeperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard 97
Page 100
HP-inkjetbenodigdheden: be knopte garantie-informatie
OpmerkingDeze informatie is bedoeld als een eenvoudige samenvatting van de volledige
garantieverklaring van HP. Voor de volledige garantieverklaring gaat u naar www.hp.com/
support/inkjet_warranty en selecteert u het betreffende product.
Valt uw product onder de garantie?
Als u denkt dat uw inktpatroon of printkop defect is, kunt u deze retourneren en uw geld
terugkrijgen of een vervangend product krijgen, mits aan ALLE volgende voorwaarden is
voldaan:
zInktpatroon: de patroon is niet leeg.
zPrintkop: de gegarandeerde gebruikstermijn is nog niet verstreken.
• Zwarte printkop: 530 ml
• Kleurenprintkop: 200 ml
OpmerkingWanneer u wilt controleren hoeveel inkt de huidige printkop heeft verwerkt, kijkt u bij “Totale
inktverbruik (ml)” in het gedeelte “Status printkop” op de configuratiepagina.
zInktpatroon: deze is niet opnieuw gevuld of gereviseerd en er is niet anders zins mee
geknoeid.
zPrintkop of inktpatroon: de datum waarop de garantie afloopt, is nog niet verstreken. In
onderstaande afbeelding ziet u waar u de datum waarop de garantie voor uw product
afloopt, kunt vinden.
Locaties voor de datum waarop de garantie afloopt
Datumnotatie: JJJJMMDD
Afbeelding 1: Nieuwe
printkoppen
Afbeelding 2: Oudere
printkoppen
Afbeelding 3: Inktpatronen
Uiterste installatiedatum
Zorg ervoor dat u het product installeert voor de uiterste installatiedatum die is vermeld op de
verpakking. Wanneer u het product installeert voor of op deze datum, heeft u gegarandeerd
minimaal de volgende gebruiksduur vóór de datum waarop de garantie afloopt:
• Printkop: één jaar (afhankelijk van het maximale totale inktverbruik)
• Inktpatroon: zes maanden
98 B - Ondersteuning en garantieNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.