Reproductie, aanpassing of vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, behalve voor
zover toegestaan onder de wetten op het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en
diensten van HP worden beschreven in
de expliciete garantieverklaring die bij
dergelijke producten en diensten wordt
geleverd. Niets in dit document mag
worden opgevat als een aanvullende
garantie. HP is niet aansprakelijk voor
technische of redactionele fouten of
weglatingen in dit document.
Uitgave 1, 11/2003
Handelsmerken
®
Adobe
, Adobe® PostScript®3™,
®
Acrobat
en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
AutoCAD™ is een in de V.S. geregistreerd
handelsmerk van Autodesk, Inc.
HP-UX versie 10.20 en later en HP-UX
versie 11.00 en later (in zowel 32 en 64-bits
configuratie) op alle HP 9000 computers
behoren tot de producten van het merk
Open Group UNIX 95.
Microsoft
Windows
®
, MS-DOS®, MS Windows®,
®
en Windows NT® zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten.
Netscape and Netscape Navigator zijn in
de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van Netscape
Communications Corporation.
*PANTONE
®
is Pantone, Inc's
handelsmerk voor een norm voor kleur.
®
Itanium
en Pentium® zijn gedeponeerde
handelsmerken van Intel Corporation in de
Verenigde Staten.
TrueType™ is een handelsmerk van Apple
Computer, Inc in de Verenigde Staten.
®
UNIX
is een geregistreerd handelsmerk
van de Open Group.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd
de algemene voorzorgsmaatregelen in acht
om de kans op letsel ten gevolge van brand
of elektrische schokken te beperken.
1Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie hebt gelezen en
begrepen.
2Sluit dit product uitsluitend aan op een
geaard stopcontact. Als u niet zeker
weet of een stopcontact geaard is,
kunt u advies inwinnen bij een
erkende elektricien.
3Neem alle waarschuwingen en
aanwijzingen in acht die op dit product
worden aangegeven.
4Haal het netsnoer uit het stopcontact
voordat u dit product reinigt.
5Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of wanneer u
nat bent.
6Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
7Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en
het netsnoer niet wordt beschadigd.
8Zie "Onderhoud en
probleemoplossing" als de printer niet
naar behoren functioneert.
9Dit product bevat geen onderdelen die
door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Laat
onderhoudswerkzaamheden over aan
erkende onderhoudsmonteurs.
Dank u voor de aankoop van deze printer. In deze handleiding vindt u informatie over het
installeren van de printer, het gebruik van printerfuncties en het oplossen van printerproblemen.
Aanvullende documentatie
Onderstaande documenten bieden aanvullende informatie over de printer:
z
Installatieposter
De setup poster biedt geïllustreerde setup informatie. Een afgedrukte versie van dit document
wordt bij de printer geleverd. De elektronische versie van deze handleiding is beschikbaar als
PDF-bestand (Adobe
z
Beknopte handleiding
De beknopte handleiding geeft informatie over het installeren van de printer,
de garantievoorwaarden en veiligheidsinformatie. Deze gids wordt geleverd bij de printer in
afgedrukte opmaak.
®
Acrobat® Portable Document Format) op de installatie-cd-rom.
z
Werkset (alleen Windows)
De Werkset geeft status- en onderhoudsinformatie over de printer en een stapsgewijze
begeleiding bij afdruktaken. Zie "De Werkset gebruiken" voor meer informatie.
z
Printer driver online Help (alleen Windows)
De online Help biedt informatie over het gebruik van het printerstuurprogramma.
z
Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect
Deze handleiding geeft informatie voor het configureren en het problemen oplossen van de
HP Jetdirect-afdrukserver die bij deze printer wordt gebruikt. De handleiding wordt geleverd
als pdf-bestand op de Starter CD.
z
Ingebouwde webserver
De ingebouwde webserver biedt informatie over de configuratie, status en diagnostiek over
de printer. Daarnaast bevat de webserver koppelingen naar HP Instant Support en
myPrintMileage, hulpprogramma's die helpen bij het vaststellen en oplossen van printerproblemen en de afdruktaken en printerbenodigdheden beter beheren. De ingebouwde webserver
kan worden gebruikt vanuit een standaardwebbrowser of vanuit de Werkset (alleen Windows).
Zie "De ingebouwde webserver gebruiken" voor meer informatie.
z
HP Instant Support
HP Instant Support is een Internet-hulpprogramma dat productspecifieke services,
tips voor probleemoplossing en informatie over de printer biedt. Met deze informatie kunt u
printerproblemen vaststellen en oplossen en uw afdruktaken en printerbenodigdheden beter
beheren. Zie "HP Instant Support gebruiken" voor meer informatie.
NLWW
z
Internet
De volgende HP websites hebben de nieuwste printersoftware, productinformatie en
ondersteuningsinformatie beschikbaar voor de printer.
• http://www.hp.com/support/businessinkjet2300
• http://www.hp.com
1-1
Printerconfiguraties
Deze printer is beschikbaar in de volgende configuraties.
HP Business Inkjet 2300
De HP Business Inkjet 2300 is een vierkleuren inkjetprinter met een afdruksnelheid van
26 pagina's per minuut (ppm) voor monochrome (zwart-wit) en 20 ppm voor kleurenafdrukken
in de modus Snel. De snelheid voor laserkwaliteit bedraagt 9 ppm voor monochrome en
5 ppm voor kleurenafdrukken. (Bij de vergelijking van de laserkwaliteitsnelheid is de snelheid
in pagina's per minuut van de HP Business Inkjet 2300 vergeleken met de HP Color
LaserJet 4600 bij een vergelijkbare kwaliteit. Deze vergelijking is alleen gebaseerd op de
interne testen van HP.) Deze printer kan 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi (maximaal
4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenafdrukken op premiumfotopapier,
1200 x 1200 invoer dpi) produceren.
z
Laden. Deze printer wordt geleverd met een lade voor maximaal 150 vel papier of
maximaal 30 transparanten (lade 1). Bij de printer wordt ook lade 2 geleverd met een
capaciteit van 250 vel normaal papier. Zie "Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal"
en "Ondersteunde materiaalsoorten en -formaten" voor meer informatie.
z
Aansluitmogelijkheden. De printer beschikt over een standaard bidirectionele parallelle
poort (IEEE-1284-compatibel) en een USB-poort. Daarnaast is de printer voorzien van
een EIO-sleuf (enhanced input/output).
z
Geheugen. De printer beschikt over 64 MB geheugen. De printer heeft twee
DIMM-sleuven (dual inline memory module) waarin geheugenmodules van 64 of 128 MB
RAM kunnen worden geïnstalleerd. Deze printer ondersteunt maximaal 320 MB
geheugen.(inclusief de 64 MB in de printer).
HP Business Inkjet 2300n
De HP Business Inkjet 2300n bevat dezelfde functies als de HP Business Inkjet 2300, plus
een HP Jetdirect-afdrukserver. HP Jetdirect-afdrukservers maken het delen van printers
mogelijk door rechtstreekse aansluiting van de printer op het netwerk.
HP Business Inkjet 2300dtn
De HP Business Inkjet 2300dtn bevat dezelfde functies als de HP Business Inkjet 2300n, plus
een automatische duplex-eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. Bij de printer
wordt ook grotere lade 2 geleverd met een capaciteit van 500 vel normaal papier.
1-2
NLWW
Printeronderdelen
Vooraanzicht
1
9
1Bedieningspaneel
2Bovenste klep
3Klep van de inktpatroon
4Uitvoerbak
1Printkopvergrendeling (biedt toegang tot het installeren of verwijderen van de printkoppen
vanuit hun kleurgecodeerde aansluiting)
2Metalen stang (houdt de haken en de printkopgrendel op hun plaats)
3Printkoppen
4Inktpatronen
Achteraanzicht
1Parallelle poort
1
5
4
3
2
1-4
2EIO-sleuf (met deze sleuf kan een HP Jetdirect-afdrukserver worden geïnstalleerd.
De HP Business Inkjet 2300n en 2300dtn-configuraties worden geleverd met een
geïnstalleerde afdrukserver).
3USB-poort
4Stroomaansluiting
5Achterpaneel (moet worden verwijderd als de optionele automatische duplex-eenheid
wordt geïnstalleerd. De automatische duplex-eenheid wordt geleverd bij de HP Business
Inkjet 2300dtn).
NLWW
Bedieningspaneel
1
2345678
10
9
1Aan/uit-knop (): hiermee wordt de printer aan en uit gezet.
2Help-knop ( ): geeft extra informatie over printerberichten of menu's.
3LCD display: toont statusberichten en foutmeldingen en het inktniveau van de
inktpatronen.
4Terug-knop (): terug naar een niveau hoger in het menu.
5Pijl-omhoog ( ) en pijl-omlaag ( ): bladert door de menuopties en verhoogt of verlaagt
numerieke waarden.
6Selecteren-knop (): Met deze knop opent u de menu's en selecteert u de gemarkeerde
menuopties.
7Knop Taak annuleren ( ): annuleert de huidige afdruktaak. Druk één keer op deze knop
om de afdruktaak te annuleren. De tijd die nodig is om te annuleren, hangt af van de
grootte van de afdruktaak. Met deze knop kunnen ook alle menu's worden gesloten.
8Knop Doorgaan ( ): Hervat het afdrukken na verwijderbare fouten. Met deze knop
kunnen ook alle menu's worden gesloten.
9Lampje Klaar: geeft een van de volgende drie statussen aan:
Aan — De printer is online en klaar om afdruktaken te accepteren.
Uit — De printer is uitgeschakeld.
Knipperend — De printer wordt geïnitialiseerd, annuleert een afdruktaak of wordt
uitgeschakeld.
10 Lampje Attentie: geeft een van de volgende drie statussen aan:
Uit — Er zijn geen omstandigheden die de aandacht vragen. Dit gaat gewoonlijk
vergezeld van een printerstatusbericht.
Knipperend — Er is een fout opgetreden in de printer waarvoor de tussenkomst van de
gebruiker vereist is (zoals een open klep of papierstoring). Dit gaat gewoonlijk vergezeld
van een foutbericht.
Knippert afwisselend met het lampje Klaar — Er is een kritische fout opgetreden en
tussenkomst van de gebruiker is vereist. Dit gaat gewoonlijk vergezeld van een
kritiek-foutbericht.
NLWW
Zie "Berichten op het bedieningspaneel" voor een lijst met berichten die op het
bedieningspaneel kunnen verschijnen. Zie "Een menustructuur van het bedieningspaneel
afdrukken" voor meer informatie over het afdrukken van een menustructuur van de
instellingen die toegankelijk zijn via het bedieningspaneel.
1-5
De printer aansluiten
Met de printer kunt u lokaal of via een netwerk afdrukken.
Lokaal afdrukken
Voor lokaal afdrukken kunt u de printer aansluiten via een USB-kabel of via een parallelle
kabel. Volg deze procedures voor de aansluiting van de printer en de installatie van de
printersoftware:
z
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel (Windows)
z
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac)
Zie "Onderdelen van de printersoftware" voor meer informatie over de printersoftware bij
de printer.
U kunt de printer op de volgende manieren delen:
z
Als u de printer via een USB-kabel of parallelle kabel op een computer met Windows hebt
aangesloten, kunt u op eenvoudige wijze in een netwerk werken. Dit wordt ook wel lokaal
gedeeld netwerkgebruik genoemd. Via deze methode kunt u de printer met andere
Windows-gebruikers delen. Zie "De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk
(Windows)" voor meer informatie.
z
Als u de printer via een USB-kabel op een computer met een Mac-besturingssysteem
hebt aangesloten, kunt u ook gebruik maken van een lokaal gedeeld netwerk. Via deze
methode kunt u de printer met andere Mac-gebruikers delen. Zie "De printer delen in een
peer-to-peer-netwerk (Mac OS)" voor meer informatie.
Afdrukken via een netwerk
Als er een HP Jetdirect-afdrukserver is geïnstalleerd, kan de printer in een netwerkomgeving
worden gedeeld door deze rechtstreeks op het netwerk aan te sluiten. Via deze methode
kunnen zowel Windows- als Mac OS-gebruikers afdrukken. Zie "Aansluiten op een netwerk"
voor meer informatie.
Onderdelen van de printersoftware
Printersoftware voor Windows en Mac OS kunt u vinden op de installatie-cd-rom bij de printer.
Onderdelen Windows printersoftware
De printersoftware voor Windows bestaat uit de volgende onderdelen:
z
Printerstuurprogramma's
Printerstuurprogramma's bieden toegang tot de printerfuncties en zorgen dat de computer
met de printer kan communiceren. De volgende printerstuurprogramma's worden bij de
printer geleverd.
Besturingssysteem
Windows 98, Windows Me
*
PostScript (PS) level 3-emulatie
PCL5c, PCL6 en
1-6
Windows NT 4.0
Windows 2000
Windows XP 32-bit
Windows XP 64-bit(Alleen beschikbaar op
http://www.hp.com/support/businessinkjet2300)
NLWW
*De printerfuncties kunnen variëren al naar gelang stuurprogramma en
besturingssysteem. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma voor meer
informatie. Zie "Afdrukken met PostScript-emulatie" als u het geëmuleerde
PostScript-printerstuurprogramma op Windows 98, Windows ME of Windows NT 4.0
gebruikt.
z
Werkset
De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer.
Zie "De Werkset gebruiken" voor meer informatie.
z
Schermlettertypen
Schermlettertypen (ook wel "printerlettertypen") zijn lettertypen die door de computer
worden gebruikt en overeenkomen met de lettertypen in de printer.
Adobe PostScript
z
Aanpassingsprogramma
®
3™-schermlettertypen worden ook bijgeleverd.
Met dit hulpprogramma kunt u installatieopties selecteren en een aangepast
installatieprogramma maken dat kan worden opgestart vanuit een batchbestand. U vindt
het hulpprogramma in het menu van de installatie-cd-rom.
Onderdelen van de printersoftware voor Mac OS
De printersoftware voor Mac OS bestaat uit de volgende onderdelen:
BesturingssysteemPPD'sPDE'sHP
LaserJet-hulpprogramma
Mac OS 9 (9.1 en hoger),
Mac OS X Classic (10.1 en hoger)
Mac OS X (10.1 en hoger)
z
PPD's (PostScript-printerbeschrijvingsbestanden)
PPD's in combinatie met het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma geven toegang
tot de printerfuncties en maken het mogelijk dat de computer kan communiceren met de
printer. Een installatieprogramma voor de PPD's en andere software wordt op de
installatie-cd-rom geleverd. Gebruik het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat
bij de computer is geleverd.
z
PDE's (Printing Dialog Extensions)
PDEs zijn code plug-ins die toegang bieden tot de printerfuncties zoals het aantal
exemplaren, dubbelzijdig afdrukken en kwaliteitsinstellingen. Een installatieprogramma
voor de PDEs en andere software wordt op de Starter CD geleverd.
z
HP LaserJet-hulpprogramma
Met het HP LaserJet programma kunt u functies gebruiken die niet beschikbaar zijn in het
printerstuurprogramma. Gebruik de geïllustreerde schermen om de printerfuncties te
selecteren en taken uit te voeren met de printer, zoals volgt:
•download bestanden, bekijk lettertypen en wijzig een groot aantal printerinstellingen
•controleer het tonerniveau
•configureer en stel de printer in voor Internet Protocol (IP) of afdrukken via AppleTalk
OpmerkingHet HP LaserJet-hulpprogramma wordt niet ondersteund voor Koreaans, Japans,
Vereenvoudigd Chinees en Traditioneel Chinees.
NLWW
1-7
Andere bronnen
z
U kunt de printerinstallatiesoftware voor UNIX®-netwerken (HP-UX, Sun Solaris)
downloaden op http://www.hp.com.
z
Ga naar http://www.linuxprinting.org voor meer informatie over het gebruik van Linux met
HP-printers.
z
Ga naar http://www7.software.ibm.com/2bcprod.nsf voor meer informatie over het gebruik
van het IBM PostScript 3-emulatieprinterstuurprogramma voor IBM OS/2.
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle
kabel (Windows)
Gebruik een USB-kabel om de printer aan te sluiten op de USB-poort van een computer met
Windows 98, Windows Me, Windows 2000 of Windows XP.
Als de computer niet aan deze specificaties voldoet, sluit u de printer aan op de computer via
een parallelle kabel.
OpmerkingSluit tijdens de installatie niet gelijktijdig een USB-kabel en parallelle kabel aan op de printer.
U kunt het beste eerst de software installeren voordat u de printer op de computer aansluit.
Sluit de parallelle of USB-kabel pas aan als dit wordt gevraagd.
Als op de computer niet Windows 2000 (Service Pack 3 en hoger) of Windows XP is
geïnstalleerd, moet u de computer wellicht opnieuw opstarten om de installatie van de
software te voltooien.
In de meeste gevallen kunt u nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd en de printer op de
computer hebt aangesloten, extra printers installeren via USB-kabels zonder dat u de
printersoftware opnieuw hoeft te installeren.
Als u de printer aansluit op een computer met Windows XP 64-bits, downloadt u het
printerstuurprogramma van http://www.hp.com/support/businessinkjet2300 en installeert u het
met Printer toevoegen vanuit de map Printers of Printers en faxen.
Eerst de software installeren (aanbevolen)
Volg deze installatieprocedure als u nog geen USB-kabel of parallelle kabel hebt aangesloten.
Deze methode verdient de voorkeur.
OpmerkingAls u Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersprivileges
nodig om het printerstuurprogramma te installeren.
1Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch
geopend.
Als de cd niet automatisch start, klikt u op Start en daarna op Uitvoeren. In het venster
met de opdrachtregel typt u de letter van het cd-rom-station gevolgd door :\SETUP
(bijvoorbeeld D:\SETUP).
1-8
3In het cd-menu klikt u op Printerstuurprogramma installeren.
4Selecteer de gewenste taal en klik op OK.
5Volg de instructies op het scherm.
6Klik op Aangesloten op deze computer en op Volgende wanneer het programma om
het aansluitingstype vraagt.
NLWW
7Voer een van de volgende procedures uit:
•Voor een USB-aansluiting: Selecteer USB-kabel en klik op Volgende.
•Voor een parallelle aansluiting: Klik op Parallelle kabel en selecteer de parallelle poort
waarop de printer is aangesloten (normaal gesproken LPT1). Klik op Volgende.
OpmerkingU word aangeraden de Werkset te installeren. Hiervoor klikt u op Normale installatie
(Aanbevolen). Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u in de lijst met opties opgeven
welke onderdelen van de Werkset u wilt installeren. De Werkset geeft informatie over de status
en het onderhoud van de printer. Bovendien biedt de Werkset toegang tot documentatie en
hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen. Als u de Werkset niet installeert,
worden er geen foutberichten van de printer weergegeven op uw computer en hebt u geen
toegang tot de website voor myPrintMileage. Zie "De Werkset gebruiken" voor meer
informatie.
8Volg de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met de installatie.
U kunt de printer tijdens de installatie delen. Zie "Een printer delen die op de computer is
aangesloten" voor het delen van de printer na de installatie.
9Wanneer het programma dit vraagt, sluit u de USB-kabel of parallelle kabel aan op de
computer en de printer.
De wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt op het scherm en het printerpictogram
wordt in de map Printers gemaakt.
Eerst de hardware installeren
Als u een USB-kabel of parallelle kabel hebt aangesloten voordat u de software start,
verschijnt de wizard Nieuwe hardware gevonden op het scherm van de computer. Volg deze
aanwijzingen om de installatie te voltooien.
OpmerkingSchakel de printer niet uit en verwijder de kabel niet van de printer als het
printerinstallatieprogramma wordt uitgevoerd. Wanneer u dit wel doet, wordt het
installatieprogramma niet voltooid.
1In het venster waarin u een methode kunt selecteren om naar het stuurprogramma te
gaan, selecteert u de geavanceerde optie en klikt u op Volgende.
OpmerkingDe hardwarewizard mag niet automatisch zoeken naar het stuurprogramma.
2Schakel het selectievakje in waarmee u de locatie van het stuurprogramma kunt opgeven
en controleer of de andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.
3Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station.
Wanneer het cd-menu verschijnt, klikt u twee keer op Afsluiten om het cd-menu te
sluiten.
4Blader naar de hoofdmap van de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld D:) en klik op OK.
5Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
U kunt de printer tijdens de installatie delen. Zie "Een printer delen die op de computer is
aangesloten" voor het delen van de printer na de installatie.
NLWW
6Klik op Voltooien.
•Nadat u de installatie hebt voltooid, wordt het printerinstallatieprogramma automatisch
gestart. Dit kan enkele minuten duren. Voor Windows 98 en Windows ME moet u nu
het installatieprogramma voltooien als u een stuurprogramma in een andere taal dan
het Engels wilt installeren.
•Het installatieprogramma bevat opties waarmee u onderdelen die niet bij het
stuurprogramma horen, zoals de Werkset, kunt installeren. U kunt het beste de
Werkset installeren.
1-9
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)
In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks aangesloten op de USB-poort of
parallelle poort van een computer (de server) en wordt de printer gedeeld door andere
computers (clients). Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een
beperkt gebruik van de printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer
neemt af wanneer veel gebruikers afdrukken naar de gedeelde printer.
U kunt de printer in een lokaal gedeeld netwerk delen wanneer:
z
De computer die is aangesloten op de printer onder Windows draait.
z
De printer wordt gedeeld met andere Windows-gebruikers. (De printer kan niet worden
gedeeld met Mac-gebruikers.)
Zie "Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac)" om de printer aan te sluiten op
een Macintosh en deze met andere Mac OS-gebruikers te delen.
Een printer delen die op de computer is aangesloten
OpmerkingWanneer u een lokaal aangesloten printer deelt, gebruikt u de computer met het meest recente
besturingssysteem als de server. U kunt het beste Windows 2000 of Windows XP als server
gebruiken.
1Volg een van de onderstaande stappen vanaf het Windows-bureaublad:
• Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000:
Klik op Start en kies Instellingen en Printers.
•Windows XP:
Klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Of klik op Start en kies Configuratiescherm en Printers en faxapparaten.
2Klik met de rechtermuisknop op de printer, kies Eigenschappen en klik op de tab Delen.
3Selecteer de optie voor het delen van de printer en geef de printer een share-naam.
4Als u de printer deelt met gebruikers van andere Windows-versies, kunt u op Extra
stuurprogramma's klikken om hun stuurprogramma's te installeren. Voor deze optionele
stap moet de installatie-cd-rom in het cd-rom-station zijn geplaatst.
Als Windows NT 4.0 de server is, moeten beheerders het stuurprogramma voor de
gebruikersmodus van Windows 2000 en Windows XP op de server installeren. Windows 2000
en Windows XP kunnen namelijk afdrukken met het stuurprogramma voor de kernelmodus
van Windows NT 4.0.
Het stuurprogramma voor de gebruikersmodus van Windows 2000 en Windows XP op de
Windows NT 4.0-server installeren:
1Klik op de tab Algemeen en klik op de knop Nieuw.
2Wanneer het programma u vraagt naar bestanden, gaat u naar de map Windows 2000 en
Windows XP op de installatie-cd-rom en selecteert u het stuurprogramma voor de
gebruikersmodus.
1-10
NLWW
Een printer gebruiken die op een andere computer is aangesloten
U kunt clients op drie verschillende manieren op de printer aansluiten:
z
Installeer de printersoftware vanaf de Starter-CD. Wanneer het programma dit vraagt,
selecteert u Aangesloten via netwerk en vervolgens Clientinstallatie voor client-server afdrukken.
z
Blader naar de printer op het netwerk en sleep de printer naar de map Printers.
z
Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand in het netwerk. Vraag
de netwerkbeheerder waar het INF-bestand is opgeslagen.
U kunt de INF-bestanden op de installatie-cd-rom vinden met het volgende pad:
<CD>:\Setup\Drivers\<stuurprogramma>\<besturingssysteem>\<taal>.
Als D: bijvoorbeeld de letter van het cd-rom-station is, bevindt het Engelstalige PCL6
INF-bestand voor Windows 2000 en Windows XP zich in
D:\Setup\Drivers\PCL6\Win2k_XP\English.
Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac)
Installeer eerst de software en sluit de printer vervolgens aan op de computer. Als de
installatie is voltooid, kunt u de printer met andere Mac-gebruikers delen. Zie "De printer delen
in een peer-to-peer-netwerk (Mac OS)" voor meer informatie.
1Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch
geopend.
Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het cd-pictogram
op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. U kunt
dit pictogram vinden in de map Installer:<taal> op de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld
Installer:English voor de Engelse versie).
2Volg de instructies op het scherm.
3Sluit de kabel aan tussen de poorten op de computer en de printer.
4Schakel de printer in.
5Voltooi de installatie op een van de volgende manieren:
•Mac OS 9 (9.1 en hoger): Voltooi stap 6 tot en met 10.
•Mac OS X (10.1 en hoger): Voltooi stap 11 tot en met 13.
Mac OS 9 (9.1 en hoger):
6Op de harde schijf dubbelklikt u op het pictogram Desktop Printer Utility in Toepassingen
(Mac OS 9): Programmamap.
7Selecteer in het pop-up menu LaserWriter8, selecteer Printer (USB) in de lijst en klik
vervolgens op OK.
8Zorg dat HP Business Inkjet 2300 is geselecteerd en klik op Selecteren.
NLWW
9In het gedeelte PostScript printerbeschrijvingsbestand (PPD) van het venster dat
verschijnt, klik op Auto Setup.
10 Klik op Aanmaken. Het printericoon verschijnt op uw bureaublad.
1-11
Mac OS X (10.1 en hoger)
11 Open het Afdrukcentrum (in de map Toepassingen\Hulpprogramma's) en klik op Printer
toevoegen.
12 In het pop-up menu selecteert u USB.
13 Selecteer HP Business Inkjet 2300 in de lijst en klik op Toevoegen. Er verschijnt een
stip naast de printernaam of de printernaam wordt vet weergegeven om aan te geven dat
deze printer nu de standaardprinter is.
De printer delen in een peer-to-peer-netwerk (Mac OS)
1Op de computer die is aangesloten op de printer opent u USB-printer delen in het
Configuratiescherm en deelt u de printer. Vervolgens voegt u de printer toe aan de
netwerkomgeving. Raadpleeg de Mac Help voor meer informatie.
2Voor andere gebruikers die willen afdrukken, moet de printer eerst worden gekozen bij
USB-printer delen. Vervolgens selecteert u de netwerkomgeving waarin de printer wordt
gedeeld en kiest u de printer.
Aansluiten op een netwerk
Als er een HP Jetdirect-afdrukserver is geïnstalleerd, kan deze in een netwerkomgeving
worden gedeeld door deze rechtstreeks op het netwerk aan te sluiten. Deze configuratie biedt
betere afdrukprestaties dan afdrukken via aansluitingen buiten het netwerk en de mogelijkheid
om de printer te delen met Windows- en Mac OS-gebruikers.
De HP Business Inkjet 2300n en 2300dtn worden geleverd met een geïnstalleerde
HP Jetdirect-afdrukserver. Als u een HP Jetdirect-afdrukserver voor de HP Business Inkjet
2300 hebt aangeschaft, installeert u deze in de printer en sluit u de printer aan op het netwerk.
Zie "Een interne HP Jetdirect-afdrukserver installeren" voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma op een computer of server installeren
(Windows)
Installeer het printerstuurprogramma op de computer die als server wordt gebruikt.
1Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch
geopend. Als het CD-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u op Start en
vervolgens op Uitvoeren. In het venster met de opdrachtregel typt u de letter van het
cd-rom-station gevolgd door :\SETUP (bijvoorbeeld D:\SETUP).
3In het cd-menu klikt u op Printerstuurprogramma installeren.
4Kies de taal en klik op OK.
5Volg de instructies op het scherm.
1-12
6Wanneer het programma u vraagt naar het type verbinding, selecteert u Aangesloten via
netwerk en klikt u op Volgende. Selecteer vervolgens Elementaire netwerkinstallatie
voor een PC of server (aanbevolen) en klik op Volgende.
NLWW
7Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
8Wanneer u een server als computer wilt instellen, voert u de volgende handelingen uit.
a Selecteer de optie voor het delen van de printer en selecteer de installatie van de
printerstuurprogramma's voor Windows-clients. Het installatieprogramma installeert
het printerstuurprogramma voor de server en kopieert de clientstuurprogramma's naar
een locatie op de server voor gebruikers (clients).
b Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Zie "Het printerstuurprogramma op een Windows-client installeren" voor het delen van de
printer door Windows-gebruikers. Zie "De software voor een netwerkprinter op een Macintosh
installeren" voor het delen van de printer door Mac OS-gebruikers.
Het printerstuurprogramma op een Windows-client installeren
Zodra het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de server, kan de printer worden
gedeeld. Afzonderlijke Windows-gebruikers die de netwerkprinter willen gebruiken, moeten de
printersoftware op hun computers (clients) installeren. Een clientcomputer kan op drie
verschillende manieren op de printer worden aangesloten:
z
In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de
aanwijzingen voor de installatie van een netwerkprinter.
z
Installeer de printersoftware vanaf de Starter-CD. Wanneer het programma dit vraagt,
selecteert u Aangesloten via netwerk en vervolgens Clientinstallatie voor
client-server afdrukken.
z
Blader naar de printer in het netwerk en sleep de printer naar de map Printers.
z
Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand in het netwerk. Vraag
de netwerkbeheerder waar het INF-bestand is opgeslagen.
U kunt de INF-bestanden op de installatie-cd-rom vinden met het volgende pad:
<CD>:\Setup\Drivers\<stuurprogramma>\<besturingssysteem>\<taal>.
Als D: bijvoorbeeld de letter van het cd-rom-station is, bevindt het Engelstalige PCL6
INF-bestand voor Windows 2000 en Windows XP zich in
D:\Setup\Drivers\PCL6\Win2k_XP\English.
Het printerstuurprogramma installeren via de optie Printer toevoegen
1Volg een van de onderstaande stappen vanaf het Windows-bureaublad:
•Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000:
Klik op Start en kies Instellingen en Printers.
•Windows XP:
Klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Of klik op Start en kies Configuratiescherm en Printers en faxapparaten.
2Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3Voer een van de volgende procedures uit:
•Windows 98, Windows ME, Windows 2000 en Windows XP:
Selecteer de optie voor netwerkprinters.
•Windows NT 4.0:
Selecteer Netwerkafdrukserver.
NLWW
4Klik op Volgende.
1-13
5Voer een van de volgende procedures uit:
•Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeelde printer en klik op
Vo lg e n de . Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het printermodel te
selecteren.
•Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst met Gedeelde printers.
6Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Netwerkpoort toevoegen aan de printer
Als u al printersoftware hebt geïnstalleerd met het printerinstallatieprogramma en u een poort
wilt maken om de printer en de HP Jetdirect-afdrukserver via een netwerk met elkaar te
verbinden, voert u de volgende handelingen uit:
1In de map Printers klikt u met de rechtermuisknop op de printer en kiest u
Eigenschappen.
2Voer een van de volgende procedures uit:
•Windows NT, Windows 2000 en Windows XP:
Selecteer het tabblad Poorten en klik vervolgens op Poort toevoegen.
•Windows 98 en Windows ME:
Selecteer het tabblad Details en klik vervolgens op Poort toevoegen.
3Selecteer een nieuwe HP-standaardpoort en wijs de poort toe aan de printer.
4Klik op OK.
De software voor een netwerkprinter op een Macintosh installeren
Afzonderlijke Mac OS-gebruikers die de netwerkprinter willen gebruiken, moeten de
printersoftware op hun computers installeren.
1Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch
geopend.
Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het cd-pictogram
op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. U kunt
dit pictogram vinden in de map Installer:<taal> op de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld
Installer:English voor de Engelse versie).
2Volg de instructies op het scherm.
3Voltooi de installatie op een van de volgende manieren:
•Mac OS 9 (9.1 en hoger): Voltooi stap 4 tot en met 8.
•Mac OS X (10.1 en hoger): Voltooi stap 9 tot en met 11.
Mac OS 9 (9.1 en hoger)
4Op de harde schijf dubbelklikt u op het pictogram Desktop Printer Utility in Toepassingen
(Mac OS 9): Programmamap.
1-14
5Selecteer in het pop-up menu LaserWriter8, selecteer Printer (AppleTalk) in de lijst en
klik vervolgens op OK.
6Controleer of HP Business Inkjet 2300 is geselecteerd en klik op Selecteren.
7In het gedeelte PostScript printerbeschrijvingsbestand (PPD) van het venster dat
verschijnt, klik op Auto Setup.
8Klik op Aanmaken. Het printericoon verschijnt op uw bureaublad.
U kunt de Kiezer ook gebruiken om de printer te selecteren en toe te voegen. Open Kiezer,
selecteer LaserWriter en HP Business Inkjet 2300 en klik op Setup om het PPD-bestand te
selecteren.
NLWW
Mac OS X (10.1 en hoger)
9Open het Afdrukcentrum (in de map Toepassingen\Hulpprogramma's) en klik op Printer
toevoegen.
10 Voer een van de volgende procedures uit:
•Als u een AppleTalk-netwerk gebruikt, selecteert u AppleTalk in het pop-upmenu.
•Wanneer u een LPR netwerk gebruikt, dient u in het pop-upmenu LPR printer met gebruik van IP te selecteren en vervolgens typt u het IP-adres voor de printer. In Mac
OS X (10.2.3 of hoger) selecteert u Rendezvous, waarmee u automatisch apparaten
kunt vinden en verbinden via elk IP-netwerk.
11 Selecteer HP Business Inkjet 2300 in de lijst en klik op Toe voe ge n. Er verschijnt een stip
naast de printernaam of de printernaam wordt vet weergegeven om aan te geven dat
deze printer nu de standaardprinter is.
De printersoftware verwijderen
Volg de onderstaande procedures voor het verwijderen van de printersoftware.
Software in Windows verwijderen (alle versies)
1Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2Ga vanuit het menu Start naar het Configuratiescherm.
3Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen.
4Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
5Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van software.
6Selecteer Alles verwijderen om de printersoftware te verwijderen. Selecteer Modify the
existing installation als u afzonderlijke onderdelen wilt verwijderen (u moet de
installatie-cd-rom hiervoor in het cd-rom-station plaatsen).
7Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware of
-onderdelen te voltooien.
OpmerkingAls u Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersprivileges
nodig om de printersoftware te verwijderen.
U kunt het verwijderprogramma ook als volgt uitvoeren: klik op het menu Start en kies
Programma's, hp business inkjet 2300 series en Uninstall hp business inkjet 2300
series (de werkelijke stappen zijn afhankelijk van het besturingssysteem). Volg de
aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien.
OpmerkingAls de software niet kan worden verwijderd of als het verwijderprogramma niet kan worden
gevonden, probeert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software op de
installatie-cd-rom. Zie onderstaande stappen.
NLWW
1-15
Het hulpprogramma voor het verwijderen van software ("scrubber")
uitvoeren
1Koppel de printer los van de computer.
2Start Windows opnieuw op.
3Plaats de Starter-CD in het cd-rom-station.
4Zoek de "scrubber" op de installatie-cd-rom en voer het programma uit.
•Voor Windows 98 en Windows Me:
Gebruik het bestand scrub9x.exe in de map Utils\Scrubber\Win9x_Me.
•Voor Windows 2000 en Windows XP:
Gebruik het bestand scrub2k.exe in de map Utils\Scrubber\Win2k_XP.
1-16
NLWW
Installeren van optionele
2
accessoires
De volgende accessoires zijn beschikbaar voor de printer.
z
Automatische duplex-eenheid
z
HP Jetdirect-afdrukserver
z
Printergeheugenmodules
z
Lade 2 voor 500 vel
Zie "HP benodigdheden en accessoires bestellen" voor meer informatie over het bestellen van
accessoires.
Automatische duplex-eenheid
De printer kan automatisch afdrukken op beide zijden van het papier met de automatische
duplex-eenheid. Indien uw printer geen auto-duplex module bevat, kan deze afzonderlijk worden
gekocht.
Een automatische duplex-eenheid installeren
1Druk op de (Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten
2Druk op de knoppen op het achterpaneel en verwijder het paneel van de printer.
3Schuif de automatische duplex-eenheid in de printer totdat deze vastklikt.
NLWW
Nadat u de automatische duplex-eenheid hebt geïnstalleerd, moet u deze activeren in het
printerstuurprogramma (zie "De optionele accessoires in het printerstuurprogramma activeren").
Zie "Afdrukken op beide zijden van de pagina" voor meer informatie over het gebruik van de
automatische duplex-eenheid.
2-1
Als u een ander besturingssysteem dan Windows of Mac OS gebruikt, hoeft u de
automatische duplex-eenheid niet te activeren. Als u op beide zijden van de pagina wilt
afdrukken, schakelt u de instelling
(Afdrukken, menu).
DUBBELZIJDIG
op het bedieningspaneel in
HP Jetdirect-afdrukserver
De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld door deze rechtstreeks op het
netwerk aan te sluiten via een HP Jetdirect-afdrukserver. Een HP Jetdirect-afdrukserver levert
betere prestaties dan wanneer u afdrukt via niet-netwerkaansluitingen en biedt tevens
flexibiliteit bij het voorbereiden van een locatie voor de printer. De HP Jetdirect-afdrukserver
kan worden gebruikt in client-server- en peer-to-peer-afdrukconfiguraties.
De HP Business Inkjet 2300n en 2300dtn worden standaard geleverd met een geïnstalleerde
HP Jetdirect-afdrukserver. Zie "Netwerkaccessoires" voor een lijst met
HP Jetdirect-afdrukservers die kunnen worden aangeschaft voor de HP Business Inkjet 2300.
Een interne HP Jetdirect-afdrukserver installeren
Let opDe HP Jetdirect-afdrukserver bevat elektronische onderdelen die kunnen worden beschadigd
door statische elektriciteit. Voorkom de ontwikkeling van statische elektriciteit door
herhaaldelijk contact te maken met een ongelakt metalen oppervlak op de printer. Draag zo
mogelijk een geaarde polsband (of een soortgelijk hulpmiddel). Wees altijd voorzichtig met de
afdrukserverkaart. Raak de elektronische componenten of de circuits niet aan.
1Druk op (aan/uit) om de printer uit te zetten en trek het netsnoer uit het stopcontact.
2Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de twee schroeven te verwijderen waarmee
het klepje van de EIO-sleuf op de printer is bevestigd. Verwijder vervolgens het klepje.
Deze schroeven en het klepje hebt u later nodig.
3Steek de HP Jetdirect-afdrukserverkaart stevig in de EIO-sleuf.
4Plaats de schroeven die bij de HP Jetdirect-afdrukserverkaart zijn geleverd en draai
deze vast.
5Sluit een netwerkkabel aan tussen de HP Jetdirect-afdrukserverkaart en het netwerk.
2-2
NLWW
Controleer of de printer werkt
1Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
2Druk een configuratiepagina af.
a Druk op (selecteren) op het bedieningspaneel.
b Druk op (pijl-omlaag) om
c Druk op (pijl-omlaag) om
INFORMATIE
te markeren en druk op (selecteren)
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
te markeren en druk
.
op(selecteren).
Er worden twee pagina's afgedrukt. De tweede pagina is de Jetdirect-configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie over de installatie (bijvoorbeeld LAN HW ADDRESS) die u
wellicht nodig hebt als u de printer installeert op de netwerkcomputers.
Als de Jetdirect-configuratiepagina niet wordt afgedrukt, moet u de afdrukserverkaart
verwijderen en opnieuw installeren om ervoor te zorgen dat deze goed in de sleuf is
geplaatst.
Meer informatie verkrijgen
Als er problemen optreden met het afdrukken via het netwerk, kunt u de volgende bronnen
raadplegen.
DocumentOmschrijving
Beheerdershandleiding
voor HP Jetdirect
Documentatie voor het
besturingssysteem en het
netwerkbesturingssysteem
Deze gids, geleverd op de Starter CD, geeft gedetailleerde informatie
over het installeren en het gebruik van uw HP Jetdirect-afdrukserver.
Deze handleiding bevat bovendien informatie over de volgende
onderwerpen:
HP softwareoplossingen voor HP Jetdirect-afdrukservers
z
TCP/IP-configuraties
z
LPD-services (Line Printer Daemon) op de HP
z
Jetdirect-afdrukserver gebruiken
Afdrukken via FTP
z
Berichten op de configuratiepagina en probleemoplossing
z
Ingebouwde webserver die toegang biedt tot configuratie- en
z
beheerpagina's voor de afdrukserver en het apparaat
Deze documentatie wordt bij de computer of het
netwerkbesturingssysteem geleverd. In de documentatie wordt
informatie gegeven over eenvoudige printertaken voor alle
netwerkprinters.
NLWW
Naast deze bronnen kunt u tevens HP Web Jetadmin raadplegen voor printerinformatie en
configuratiefuncties. Zie "HP Web Jetadmin gebruiken" voor meer informatie.
Ga naar http://www.hp.com/support/businessinkjet2300 voor meer informatie over HP Web
Jetadmin en andere HP-software voor netwerkprinters.
2-3
Printergeheugenmodules
Wanneer u vaak ingewikkelde afbeeldingen of PostScript-documenten afdrukt of wanneer u
met de optionele automatische duplex-eenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) wilt afdrukken,
kunt u meer geheugen toevoegen aan de printer.
OpmerkingHet toevoegen van geheugen aan de printer geeft de mogelijkheid om ingewikkeldere taken
te verwerken. Het hoeft echter niet de verwerkingssnelheid te verhogen.
De printer beschikt over 64 MB geheugen. De printer heeft twee DIMM-sleuven waarin
geheugenmodules van 64 of 128 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Deze printer
ondersteunt maximaal 320 MB geheugen (inclusief de 64 MB in de printer). Dit extra
geheugen is verkrijgbaar als accessoire. Zie "HP benodigdheden en accessoires bestellen"
voor meer informatie.
Druk een configuratiepagina af als u wilt uitzoeken hoeveel geheugen er in de printer is
geïnstalleerd. Zie "Een configuratiepagina afdrukken" voor meer informatie.
Een DIMM installeren
Let opDIMM's bevatten elektronische componenten die door statische elektriciteit beschadigd
kunnen raken. Voorkom de ontwikkeling van statische elektriciteit door herhaaldelijk contact
te maken met een ongelakt metalen oppervlak op de printer. Draag zo mogelijk een geaarde
polsband (of een soortgelijk hulpmiddel). Wees altijd voorzichtig met de DIMM's. Raak de
elektronische componenten of de circuits niet aan.
OpmerkingDe DIMM-sleuven bevinden zich aan de linkerzijde van de printer. Zie "Als de printer geen
zijklep heeft" voor instructies over het installeren van de DIMM als de printer geen zijklep in
het linkerpaneel heeft.
1Als u nog geen configuratiepagina hebt afgedrukt, drukt u deze af om uit te zoeken
hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u extra geheugen gaat toevoegen.
Zie "Een configuratiepagina afdrukken" voor meer informatie.
2Druk op de(Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten.
3Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los.
4Ontgrendel en verwijder de zijklep aan de linkerzijde van de printer.
5Verwijder de DIMM-klep.
4
5
2-4
6Duw de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMM-sleuf naar buiten om deze te
ontgrendelen.
NLWW
7Haal de DIMM uit de antistatische verpakking.
8Lijn de DIMM uit zodat de uitsparingen op de onderste rand evenwijdig staan aan de
markeringen op de DIMM-sleuf.
9Druk de DIMM in de sleuf tot deze vastklikt.
9
8
OpmerkingAls u een DIMM wilt verwijderen, ontgrendelt u de vergrendelingen op de DIMM-sleuf door
deze naar buiten te duwen.
10 Plaats de DIMM-klep terug.
11 Plaats de zijklep terug.
11
12 Plaats de kabels en het netsnoer opnieuw en zet de printer aan.
10
De geheugeninstallatie controleren
Volg deze procedure om te controleren of de DIMM juist is geïnstalleerd.
1Controleer of
aangezet. Als een foutmelding verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet juist is
geïnstalleerd.
GEREED
op het bedieningspaneel verschijnt wanneer de printer wordt
NLWW
2Druk een nieuwe configuratiepagina af. Zie "Een configuratiepagina afdrukken" voor meer
informatie.
3Controleer het geheugengedeelte op de configuratiepagina en vergelijk dit met de
configuratiepagina die is afgedrukt voordat u de DIMM hebt geïnstalleerd. Wanneer het
geheugen niet groter is geworden, kan er een van de volgende problemen zijn
opgetreden:
•De DIMM is wellicht niet correct geïnstalleerd. Verwijder de DIMM en herhaal de
installatieprocedure.
•De DIMM is wellicht defect. Probeer een nieuwe DIMM.
2-5
Als de printer geen zijklep heeft
Voer de volgende handelingen uit voor het installeren van de DIMM als de printer geen zijklep
in het linkerpaneel heeft.
1Als u nog geen configuratiepagina hebt afgedrukt, drukt u deze af om uit te zoeken
hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u extra geheugen gaat toevoegen.
Zie "Een configuratiepagina afdrukken" voor meer informatie.
2Druk op de(Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten.
3Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los.
4Til de printer van lade 2 af.
5Open de bovenklep.
6Verwijder de schroeven aan de bovenkant van het zijpaneel met een
kruiskopschroevendraaier.
7Pak de bovenkant van het paneel vast en verwijder het uit de printer.
5
6
7
8Verwijder de DIMM-klep.
9Duw de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMM-sleuf naar buiten om deze te
ontgrendelen.
10 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Lijn de DIMM uit zodat de uitsparingen op
de onderste rand evenwijdig staan aan de markeringen op de DIMM-sleuf.
11 Druk de DIMM in de sleuf tot deze vastklikt.
11
8
OpmerkingAls u een DIMM wilt verwijderen, ontgrendelt u de vergrendelingen op de DIMM-sleuf door
deze naar buiten te duwen.
10
2-6
12 Plaats de DIMM-klep terug.
NLWW
Loading...
+ 102 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.