Hotpoint Ariston ECO7L 1252 EU User Manual [pl]

Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
NL
Nederlands,1
PL
Polski,37
ECO7L 1252
ES PT
Português, 25Español, 13
Inhoud
Installatie, 2-3
Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 4
Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 5
Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur
Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 6-7
Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten
NL
Programma’s, 8
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 9
Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 10
Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 11
Service, 12
1
Installatie
NL
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verko­opt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasauto­maat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar.
3. Ve rw i jd e r de 4 schroeven die het ap­paraat besch ermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstan­dsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen.
Een correcte nivellering geeft de machine sta­biliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aan­sluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwater­kraan met een mon­dstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeel-
ding).
Voordat u de wasau­tomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is.
2. Verbind de waterto­evoerbuis aan de wa­sautomaat door hem op de betreffende wa­tertoevoer te schroe­ven, rechtsboven aan de achterkant (zie af-
beelding).
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasauto­maat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet vol­ledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stel­voetjes aan de voor­kant losser of vaster te schroeven (zie afbeel- ding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden.
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
2
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
de volgende EEC voorschriften:
Verbind de buis, zon­der hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo­egde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
NL
af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie af- beelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in­dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke­lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wa­smiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
Afmetingen
Vermogen
Elektrische aansluitingen
Aansluiting waterleiding
Snelheid centrifuge
Controlepro­gramma’s volgens de richtlijnen 1061/2010 n 1015/2010
ECO7L 1252
breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5
van 1 tot 7 kg
zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd
max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters
tot 1200 toeren per minuu
programma 2; standaardpro­gramma voor katoen op 60°C. programma 3; standaardpro­gramma voor katoen op 40°C.
• de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Deze apparatuur voldoet aan
-2004/108/CE (Elektromagne­tische compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
3
Onderhoud en verzorging
1
2
NL
Afsluiten van water en stroom
• Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
• Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wa-
sautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kun­nen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwij der het bakje door het op te lichten en naar voren te trek­ken (zie afbeelding). Was het onder stro­mend water. Dit moet u regelmatig doen.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreini­gende pomp en hoeft dus niet te worden on­derhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder­kant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. v e r w i j d e r h e t afdekpaneel aan de vo­orkant van de wasau­tomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding);
2. draa i het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt;
Onderhoud van deur en trommel
• Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
4
Voorzorgsmaatregelen
20
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8
jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door
kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd.
• Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
• Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
• Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
• Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
• Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
• Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be­schadigd worden.
• Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
• Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
• De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
• Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
• Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Het symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het stopcontact.
2. controleer dat het water­niveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding.
3. verwijder het afdekpane­el aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding).
NL
Afvalverwijdering
• Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernie­tigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren.
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve­stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt.
5
Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma
NL
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
ON/OFF toets
PROGRAMMAKNOP
CENTRIFUGEKNOP
TEMPERATUUR
KNOP
Toets en met controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS/ UITGESTELDE START
Controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD
Toets met controlelampje
START/PAUSE
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wa­sautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program­ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte­ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven.
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempe­ratuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTEL- DE START: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de lampjes de tijd die resteert tot het starten van het program­ma (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program- ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende contro­lelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controle­lampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachi­ne weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 0,5 W
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
6
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is:
NL
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met het knipperen van het betreffende controle­lampje:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperen­de controlelampje uit en begint het ingestelde programma.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde hoofdwas
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle­lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere, eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geo­pend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent. N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het appa­raat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken.
! Als het controlelampje START/PAUSE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing (zie “Storingen en oplossingen”).
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trom­mel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets.
7
NL
Programma’s
Programmatabel
Beschrijving van het Programma
Programma’s
Speciale was
1
Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was. 90° 1200
Standaardprogramma voor katoen op
2
wit en kleurecht bont wasgoed.
Standaardprogramma voor katoen op
3
vuile witte en bonte fijne was.
4
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
4
Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
5
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
Dagelijkse was
6
Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 -
7 Overhemden/blouses
8
Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
9
Wol: Voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
Eco programma’s
Standaardprogramma voor katoen op
10
le witte en bonte fijne was.
11
Katoen
12
Synthetisch
13
Snelle was
Delprogramma’s
A
Spoelen - 1200 - -
B
Centrifugeren - 1200 - - - - 7 - - - 16’
C
Afpompen - 0 - - - - 7 - - - 2’
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
1) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma synthetisch lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
60° (1):
40° (2):
20°:
niet zo vui-
zeer vuil
niet zo
Maxima-
le Temp
(Max. 90°)
Water-
afvoer
Water-
afvoer
Water-
afvoer
Maximaal
toerental
(°C)
60°
40° 1200 -
30° 800 -
40° 600 -
20° 1200 -
(toeren
minuut)
1200 -
1200 -
Voor-
per
800 -
800 -
Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Goodnight Cyclus (programma 6). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUSE toets drukken. Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren. Standaardprogramma voor katoen op 20°C (programma 10) ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf
met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Eco programma’s
Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu. De programma’s Eco (Katoen 11, Synthetisch
12
en Snelle was 30’ 13) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor niet zo vuile was. Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden u bovendien aan manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen.
Wasmiddel
Wa-
was
Wasver-
ssen
zachter
Bleek­middel
- 7 53 2,21 78 170’
- 1,5 71 0,19 31 15’
- 1 - - - 55’
- 1,5 - - - 70’
- 7 53 0,17 63 80’
- 3 48 0,07 30 70’
- 3 71 0,04 34 30’
(Kg)
Overgebleven
Maximale lading
7 53 1,07 52,5 180’
7 53 1,00 75 170’
3,5 44 0,93 47 115’
3,5 44 0,57 46 100’
4 - - - 290’
2 - - - 70’
7 - - - 170’
7 - - - 36’
kWh
vochtigheid %
Totaal waterlt
Energieverbruik
Duur cyclus
8
Persoonlijke instellingen
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
! Uitzondering: als u het programma
2
selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen.
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1200 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 800 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool . De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma.
NL
Uitgestelde Start
Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit. Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op de toets wordt de functie uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUSE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma Zijde beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. De controlelam­pjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 11, 12, 13, A, B, C.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B, C.
Super Wash
Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garande­ert deze functie een zeer effectief wasresultaat.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 5, 8, 9, 11, 12, 13, B, C.
9
Wasmiddelen en wasgoed
M
AX
1
2
4
3
NL
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voor-
was en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vlo­eibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
! Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgo-
ed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau “max”, aangegeven op de
MAX
MAX
wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de functie “Super Wash” . Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.
centrale pin, niet wordt over­schreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra bakje 4, stelt u het program­ma “Spoelen” en activeert u de functie “Super Wash”
. Voor bleken tijdens het
Voorbereiden van het wasgoed
• Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leeg de zakken en controleer de knopen.
• Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Overhemden/blouses: gebruik het programma 7 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Gebruik het programma 8. Wol: het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzin­gen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wa­smachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wasmachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik van water en energie van The Woolmark Company de certificering Wo­olmark Apparel Care – Platinum verkregen heeft. (M1126)
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
10
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgen­de lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water­toevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan­en afvoeren.
De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
• De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
• Het hele huis zit zonder stroom.
• De deur zit niet goed dicht.
• De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
• De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
• De waterkraan is niet open.
• De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
• De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
• De buis is gebogen.
• De waterkraan is niet open.
• Het hele huis zit zonder water.
• Er is onvoldoende druk.
• De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
• De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
• Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
• De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan­en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
• Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart.
• De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Persoonlijke Instellingen).
• De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
• De afvoerleiding is verstopt.
• De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In- stallatie”).
• De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
• De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
• De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
• Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
• De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
NL
Het controlelampje START/PAUSE (oranje) en de controlelampjes van de functies knipperen snel.
Er ontstaat teveel schuim.
• Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
• Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautoma­at”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
• U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
11
Service
NL
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
• Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
• Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
• het type storing;
• het model van de machine (Mod.);
• het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open­doet.
12
Manual de instrucciones
LAVADORA
ES
Español
ECO7L 1252
Sumario
Instalación, 14-15
Desembalaje y nivelación Conexiones hidráulicas y eléctricas Primer ciclo de lavado Datos técnicos
Mantenimiento y cuidados, 16
Interrumpir el agua y la corriente eléctrica Limpiar la lavadora Limpiar el contenedor de detergentes Cuidar la puerta y el cesto Limpiar la bomba Controlar el tubo de alimentación de agua
Precauciones y consejos, 17
Seguridad general Eliminaciones Apertura manual de la puerta
Descripción de la lavadora y comienzo de un programa, 18-19
Panel de control Pilotos Poner en marcha un programa
ES
Programas, 20
Tabla de programas
Personalizaciones, 21
Seleccionar la temperatura Seleccionar el centrifugado Funciones
Detergentes y ropa, 22
Contenedor de detergentes Ciclo de blanqueo Preparar la ropa Prendas especiales Sistema de equilibrado de la carga
Anomalías y soluciones, 23
Asistencia, 24
13
Instalación
ES
! Es importante conservar este manual para po­der consultarlo en cualquier momento. En caso de venta, de cesión o de traslado, verifique que permanezca junto con la lavadora para informar al nuevo propietario sobre el funcionamiento y brindar las correspondientes advertencias.
! Lea atentamente las instrucciones: ellas con­tienen importante información sobre la instala­ción, el uso y la seguridad.
Desembalaje y nivelación
Desembalaje
1. Desembale la lavadora.
2. Controle que la lavadora no haya sufrido
daños durante el transporte. Si estuviera dañada no la conecte y llame al revendedor.
3. Quite los 4 tornillos de protección para el transporte y la aran­dela de goma con el correspondiente di­stanciador ubicados en la parte posterior (ver la figura).
4. Cubra los orificios con los tapones de plástico
suministrados con el aparato.
5. Conserve todas las piezas: cuando la lavadora
deba ser transportada nuevamente, deberán volver a colocarse.
Una cuidadosa nivelación brinda estabilidad a la máquina y evita vibraciones, ruidos y despla­zamientos durante el funcionamiento. Cuando se instala sobre moquetas o alfombras, regule los pies para conservar debajo de la lavadora un espacio suficiente para la ventilación.
Conexiones hidráulicas y eléctricas
Conexión del tubo de alimentación de agua
1. Conectar el tubo de tubo enroscándolo a un grifo de agua fría con la boca roscada de 3/4 gas (ver la figura). Antes de conectarlo, haga correr el agua hasta que esté límpida.
2. Conecte el tubo de alimentación a la lava­dora enroscándolo en la toma de agua cor­respondiente ubicada en la parte posterior derecha (arriba) (ver la
figura).
3. Controle que en el tubo no hayan pliegues ni estrangulaciones.
! Los embalajes no son juguetes para los niños.
Nivelación
1. Instale la lavadora sobre un piso plano y rígi-
do, sin apoyarla en las paredes, muebles ni en ningún otro aparato.
2. Si el piso no está perfectamente hori­zontal, compense las irregularidades desen­roscando o enroscan­do las patas delanteras (ver la figura); el ángulo de inclinación medido sobre la superficie de trabajo, no debe supe­rar los 2º.
14
! La presión de agua del grifo debe estar com­prendida dentro de los valores contenidos en la tabla de Datos técnicos (ver la página corre-
spondiente).
! Si la longitud del tubo de alimentación no es la suficiente, diríjase a un negocio especializado o a un técnico autorizado.
! No utilice nunca tubos ya usados.
! Utilice los suministrados con la máquina.
65 - 100 cm
Conexión del tubo de descarga
Conecte el tubo de de­scarga, sin plegarlo, a una tubería de descar­ga o a una descarga de pared colocadas a una altura del piso entre 65 y 100 cm;
o apóyelo en el borde de un lavamanos o de una bañera, uniendo la guía suministrada con el aparato, al gri­fo (ver la figura). El extremo libre del tubo de descarga no debe permanecer sumergi­do en el agua.
! No se aconseja utilizar tubos de prolongación, si fuera indispensable hacerlo, la prolongación debe tener el mismo diámetro del tubo original y no superar los 150 cm.
! No utilice prolongaciones ni conexiones múltiples.
! El cable no debe estar plegado ni sufrir com-
presiones.
! El cable de alimentación debe ser sustituido sólo por técnicos autorizados.
¡Atención! La empresa fabricante declina toda responsabilidad en caso de que estas normas no sean respetadas.
Primer ciclo de lavado
Después de la instalación y antes del uso, realice un ciclo de lavado con detergente y sin ropa, seleccionando el programa 2.
Datos técnicos
Modelo
Dimensio­nes
Capacidad
ECO7L 1252
ancho 59,5 cm. altura 85 cm. profundidad 53,5 cm.
de 1 a 7 kg.
ES
Conexión eléctrica
Antes de enchufar el aparato, verifique que:
• la toma tenga la conexión a tierra y haya sido hecha según las normas legales;
• la toma sea capaz de soportar la carga máxima de potencia de la máquina indicada en la tabla de Datos técnicos (ver al costado);
• la tensión de alimentación esté comprendida dentro de los valores indicados en la tabla de Datos técnicos (ver al costado);
• la toma sea compatible con el enchufe de la lavadora. Si no es así, sustituya la toma o el enchufe.
! La lavadora no debe ser instalada al aire libre, ni siquiera si el lugar está reparado, ya que es muy peligroso dejarla expuesta a la lluvia o a las tormentas.
! Una vez instalada la lavadora, la toma de cor­riente debe ser fácilmente accesible.
Conexiones eléctricas
Conexiones hídricas
Velocidad de centrifugado
Programas de control según las directivas 1061/2010 y 1015/2010
ver la placa de característi­cas técnicas aplicada en la máquina
presión máxima 1 MPa (10 bar) presión mínima 0,05 MPa (0,5 bar) capacidad del cesto 52 litros
máxima 1200 r.p.m.
Programa 2: programa normal de algodón a 60°C. Programa 3: programa normal de algodón a 40°C.
Esta máquina cumple con lo establecido por las siguien­tes Directivas de la Comuni­dad:
- 2004/108/CE (Compatibili­dad Electromagnética)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Baja Tensión)
15
Loading...
+ 33 hidden pages