Harman kardon AVR 130 User Manual [nl]

AVR 130 Audio/ VideoReceiver
HANDLEIDING
DIGITAL LOGIC 7
VID 1
DVD
CD
TAPE
6 CH
VID 2
VID 3
PRO LOGIC
3 STEREO DSP
5 CH. STEREO
SURR. OFF
Surr. Select
Coaxial
RDS
Power for the Digital Revolution
®
®
Carsten Olesen
Harman Kardon Europe
09/03
2 INHOUD
3 Inleiding 4 Veiligheid 4 Opstellen & Uitpakken 5 Bedieningsorganen 7 Aansluitingen
9 Afstandsbediening 12 Installeren en aansluiten 12 Audio-apparatuur 12 Video-apparatuur 13 SCART AV-aansluitingen 14 Lichtnetuitgangen 14 Luidsprekerkeuze en -opstelling 15 Systeemconfiguratie 15 In gebruik nemen 15 Instellingen voor elke gebruikte ingang 15 Instelling ingang 15 Opzet luidsprekers 16 Opzet surround 17 Drievoudig Wisselfilter 17 Globaal/Onafhankelijk
Bas Manager Geheugen
17 Instellingen onafhankelijk van de
gekozen ingang
18 Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
18 Luidsprekeropzet 18 Stereo Digitale Functie 18 Vertraging 18 Nachtfunctie 19 Uitgangen 21 Bediening 22 Basisbediening 22 Ingangskeuze 22 Gebruik hoofdtelefoon 22 Overzicht surroundfuncties 22 Keuze surroundfuncties 22 Digitale audioweergave 23 Digitale bron kiezen 23 Digitale status 23 Surround Functies 24 Nachtfunctie 24 Opnemen 24 Aanpassen uitgangsniveaus 25 6-Kanaals Directe Ingang 25 Helderheid display 25 Geheugenbeveiliging 25 Gebruik van de tuner 26 RDS 26 Programmeren afstandsbediening 27 Programmeren met codes 28 Geprogrammeerde apparaatfuncties 28 Macro’s programmeren 29 Volume doorschakelen 29 Kanaalkeuze doorgeven 29 Transport doorschakelen 29 Resetten geheugen afstandsbediening 30 Functie overzicht 32 Problemen 32 Processor resetten 33 Technische gegevens
Inhoud
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie­ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een oplichtende indicatie in de display op de voorzijde aan.
1
(cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
(cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
(cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer International
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische nor­men:
EN 55013/6.1990
EN 55020/12.1994
EN 60065:1993
EN 61000-3-2/4.1995
INLEIDING 3
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 130 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier. De AVR 130 is ontworpen om u optimaal te laten genieten van alle spanning en effecten van filmgeluid en alle nuances in de muziek. Dankzij ingebouwde Dolby
®
Digital en DTS-decoders biedt de AVR 130 zes audiokanalen die het digitale filmgeluid van de nieuwste DVD­en LD-films, naast digitale televisie uitzendingen op de beste manier tot uitdrukking brengen.
In de AVR 130 worden complexe digitale scha­kelingen gebruikt om dit allemaal te verwezenlij­ken, maar het installeren en bedienen zijn toch heel eenvoudig. Gekleurde aansluitingen en een programmeerbare afstandsbediening maken de AVR gemakkelijk te bedienen. Om optimaal ple­zier te hebben van uw receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen deze handleiding in zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle ver­bindingen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitge­voerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en bedieningsorga­nen en kunt u alle mogelijkheden van de AVR 130 benutten.
Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR 130 is een van de veelzijdigste, multi­functionele A/V receivers die er op de markt zijn en biedt talloze luistermogelijkheden. Naast Dolby Digital en DTS decoders voor digitale bronnen is er ook een reeks analoge geluids­functies, voor gebruik met CD, VCR,TV de inge­bouwde FM/MG tuner van de AVR zelf. Naast de nieuwste Dolby Pro Logic
®
II decoders, Dolby 3 Stereo, Dolby 3 Stereo en speciale zaal- en theatereffecten bieden alleen de Harman Kardon receivers met Logic 7 een breder en ruimer geluidseffect. Eveneens exclusief voor Harman Kardon is VMAx, dat gebruikt maakt van een eigen pro­cessing om een open en ruimtelijk klankbeeld te creëren via slechts twee luidsprekers.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de AVR 130 ook gemakkelijk te configureren voor optimaal resultaat met uw luidsprekers in uw luis­terruimte. Een Stereo-Direct functie passeert de digitale processor om alle subtiele eigenschap­pen van het originele analoge, tweekanaals signaal te behouden, terwijl het bas management, beschikbaar in zowel de surround als de digitale stereo functies, meer mogelijkheden biedt om het signaal aan uw smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Voor een maximale flexibiliteit bezit de AVR 130 aansluitingen voor vier video apparaten, inclusief de aansluitingen op het frontpaneel, alle met zowel composiet als S-video ingangen. Er zijn nog twee extra audio ingangen, plus in totaal zes digitale ingangen en daarmee kan de AVR 130 ook de nieuwste digitale audiobronnen verwerken. Coax en optische digitale uitgangen zijn beschikbaar voor directe verbinding met digitale recorders.
Een video opname uitgang en een zeskanaals ingang maakt de AVR 130 vrijwel toekomstze­ker, daar alles aanwezig is om ook met de nieu­we formaten van morgen te kunnen werken.
De krachtige versterker van de AVR 130’s is gebouwd op de traditionele Harman Kardon technologieën voor de eindversterkers om een optimaal dynamisch bereik te kunnen bieden met elke denkbare programmabron.
Alweer vijftig jaar geleden was Harman Kardon was de uitvinder van de high-fidelity receiver. Met state-of-the-art schakelingen en andere die hun betrouwbaarheid hebben bewezen is de AVR 130 één van de beste receivers die Harman Kardon ooit in deze prijsklasse heeft aangeboden.
Ingebouwde Dolby Digital en DTS decoders op basis van Crystal
®
Chip
Technology
Logic 7 en VMAx functies exclusief voor Harman Kardon
ProLogic II decoder, de nieuwste
technologie van Dolby Laboratories.
Stereo Direct Functie voor tweekanaals
weergave die de DSP processor passeert om de kwaliteit van analoge bronnen volledig te behouden.
Stereo Digitale Functie voor program-
meerbaar bas management van de lage frequenties tussen de hoofd luidsprek­ers en de subwoofer.
Digitale ingangen op de voorzijde voor gemakkelijk aansluiten van draagbare apparatuur en de nieuwste video spelletjes
Talloze digitale ingangen en uitgangen
6 Kanaals Directe Ingang voor gebruik
met DVD-Audio of SACD spelers en andere producten met ingebouwde sur­round sound decoders.
Kleur gecodeerde Ingangen, Uitgangen
en Luidsprekeraansluitingen overeenkomstig de CEA standaard en gemakkelijke installatie.
Afstandsbediening met ingebouwde codes.
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
4 VEILIGHEID
Veiligheid
Belangrijke veiligheidsinformatie
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR 130 is ontworpen voor gebruik met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leve­rancier voordat het apparaat met het lichtnet verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net­snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmiddellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stek­ker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende repa­rateur.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen, zijn speciaal ontwor­pen om schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateri­aal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun­nen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen wor­den. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste­vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op een schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit pro­duct in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende ventilatie is. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een dergelijke ondergrond, daar dan de ventila­tiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde­len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde­len, want deze kunnen de afwerking van meta­len onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten los­genomen zijn en dat de stekker van het appa­raat zelf uit het stopcontact genomen is.
BEDIENINGSORGANEN 5
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De
lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
5
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de configuratie kiest u met deze toetsen uit de beschikbare mogelijkheden die in de display
Ú
worden aangegeven.
6
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie TONE IN verschijnt in de
display
Ú
en met de regelaars lage tonen
^
, hoge tonen*en balans&kan het signaal naar de luidsprekers worden gecorri­geerd. Staat de indicatie TONE OUT in de dis­play, dan wordt het signaal ‘recht’ weergegeven.
Bedieningsorganen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 )
! @ # $ % ^ & * ( Ó
Ô  Ò Ú Û Ù ı ˆ ˜ ¯
Netschakelaar Standby Lichtnetindicatie Hoofdtelefoonuitgang Insteltoetsen Klankregeling in/uit Surround Functie Groep Keuze Afstemmen FM/MG Voorkeurposities
Ingangskeuze RDS functies Surround Functiekeuze Surroundfunctie indicaties Sensor afstandsbediening Lage tonen Balans Hoge tonen Volume Instellen
Ingangsindicaties Vertraging Digitale ingangskeuze Display Kanaalkeuze Luidsprekerkeuze Digitale ingang 3 optisch Digitale ingang 3 coax Video 3 ingang Luidspreker/Kanaal Indicatie
DIGITAL LOGIC 7
VID 1
DVD
CD
FMAM
TAPE
VID 2
VID 3
PRO LOGIC
3 STEREO DSP
5 CH. STEREO
SURR. OFF
1
2
4
Ù
78
Ò
)
%
$
Ú¯
&
˜
ˆ
ı
(
Ô
6
#
5
9
Ó
5
@
6 CH
Surr. Select
Coaxial 3
^
3
Û
!
RDS
*
6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de
Onderste Displayregel
Ú
en dan drukt u op
Surround Functiekeuze
#
om door de beschikbare functies te schakelen. Druk hier bij­voorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround
Functiekeuze
#
om de verschillende opties te
kiezen.
8
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig­naal gevonden dan verschijnt MANUAL TUNED of AUTO TUNED in de display
Ú
(met de hand afgestemd of automatisch afgestemd). Zie pagina 25 voor meer informatie over afstemmen.
9
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 27 voor nadere informatie.
)
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 27 voor nadere informatie.
!
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
@ RDS functie: indrukken om de verschillen- de boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 28 voor nadere informatie over RDS.
#
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie
Groep Keuze
7
om een functiegroep te kie­zen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 22.
$
Surroundfunctie indicaties: een blauw
LED licht op bij de actieve surroundfunctie.
%
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt.
^
Klankregeling laag: draai aan deze knop om de lage frequenties in de linker en rechterka­nalen max. 10 dB te versterken of te verzwak­ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de kamerakoestiek.
&
Balans: draai aan deze knop om beide front kanalen even luid te laten klinken.
Opmerking: normaal gesproken dient deze rege­laar ongeveer in het midden (’12 uur’) te staan.
*
Klankregeling hoog: draai aan deze knop om de hoge frequenties in de linker en rechter­kanalen max. 10 dB te versterken of te verzwak­ken. Stel in naar smaak en afhankelijk van de kamerakoestiek.
(
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt auto­matisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
Ó
Instellen: regelt het instellen en configure­ren van de in de display
Ú
aangegeven instel­ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen. Deze toets wordt ook gebruikt om de helderheid van de display te wijzigen. Zie pagina 27.
Ô
Ingangsindicatie: een blauw LED licht op
bij de ingang van de AVR die in gebruik is.
Vertragingstijd: druk op deze toets om een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 19 voor nadere informatie over vertragingstijden.
Ò
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets om te kiezen tussen de optische
en
coax
digitale ingangen. Zie pagina 24-26 en
verder voor meer informatie over digitale audio.
Ú
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
Û
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen­de kanalen in te stellen met behulp van een externe audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 27.
Ù
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 17 voor meer informatie over installatie en configu­ratie.
ı
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
ˆ
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aanslui­ting hebben.
˜
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijde­lijke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
¯
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wan­neer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen centrum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 18 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereo­bron aangeeft. Gaat het om een digitale bron dan geven de indicaties aan welke kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knip­perende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 19 voor nadere infor­matie over deze indicaties.
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
¢
·
°
¤
°
b
c
d
e
¡
d
b
·
ª
a
£
§
¤
       
       
       
Tape ingangen Tape uitgangen Video 1 audio ingangen MG antenne Video 1 audio uitgangen DVD audio ingangen FM antenne CD ingang
Digitale audio uitgangen Coax digitale ingangen Subwoofer uitgang TV/monitor uitgang Front/Centrum luidsprekeruitgangen Surround luidsprekeruitgangen Geschakelde lichtnetuitgang Ongeschakelde lichtnetuitgang
Netsnoer DVD video ingangen Video 1 video uitgangen Video 2 audio ingangen Video 2 video ingangen Optisch digitale ingangen Video 1 video ingangen 6-Kanaals Directe Ingang
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiore- corder.
Video 1 audio ingangen: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een VCR of andere videobron.
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
Video 1 audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
DVD audio ingangen: verbind deze ingan­gen met de analoge audio uitgangen op een DVD of andere video bron.
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
CD-ingang: verbind deze ingang met de analoge uitgangen van een CD-speler of CD­wisselaar.
Digitale audio uitgangen: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digi­tale recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
Coax digitale ingangen: verbind deze ingang met de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen RF digitaal signaal van een LD-speler op deze ingang aan.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die ver­sterker verbonden.
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang met de composiet en/of S-video ingang van een TV monitor of videoprojector om het signaal van een videobron die met de video keuzeschakelaar op de receiver is gekozen.
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de front/centrum luid­sprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere informatie.
Surround luidsprekeruitgangen: verbind deze uitgangen met de overeenkomstige + en – aansluitingen van de linker en rechter surround luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidspre­kers altijd goed op de polariteit: de rode + van de AVR komt aan de rode + van de luidspreker en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte – van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere informatie.
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan met
standby
2
op de AVR worden ingeschakeld.
Ongeschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan con­stant van spanning worden voorzien, ook wan­neer de AVR in standby staat, maar alleen wan­neer de netschakelaar
1
van de AVR
ingedrukt is.
Opmerking: Het totale opgenomen vermogen van de apparaten die op de lichtnetuitgangen zijn aangesloten, mag niet hoger zijn dan 100 watt via de ongeschakelde uitgang
en
50 watt via de geschakelde uitgang
.
Netsnoer: verbind de stekker met een ongeschakeld stopcontact.
DVD video-ingangen: verbind deze ingan­gen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
Video 1 video uitgangen: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
Video 2 audio ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
Video 2 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere videobron.
Optisch digitale ingangen: verbind deze ingang met de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of standaard digitaal PCM-signaal zijn.
Video 1 video ingangen: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
OPMERKING: sluit of de Video of de S-Video uitgang van een S-Video bron aan op de AVR, maar nooit beide tegelijk daar dit tot storingen in het beeld kan leiden.
6-Kanaals Directe Ingang: deze ingang wordt gebruikt voor het aansluiten van DVD­Audio of SACD spelers met discrete analoge uit­gangen.
AFSTANDSBEDIENING 9
Afstandsbediening
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q   
! " # $ % & ' ( ) *
Inschakelen IR-zender Programma indicatie Uitschakelen Ingangskeuze AVR keuze MG/FM keuze Testsignaal Sluimerfunctie Surroundfunctie Nachtfunctie Kanaalkeuze
⁄/¤
toetsen
toets Instellen Digitale keuze Cijfertoetsen Tunerfunctie Directfunctie Afstemmen Macro’s Transportfuncties Volgende/vorige RDS-functies Voorkeuze hoger/lager Wissen Geheugen Vertraging/vorig kanaal
Luidsprekerkeuze Geen functie Volume hoger/lager TV/Video Muting Dimmer Dolby Functiekeuze DTS Functiekeuze Logic 7 Functiekeuze Stereo Functiekeuze DTS Neo:6 Functiekeuze 6-Kanaals Directe Ingang
Opmerking: de hier gebruikte functienamen slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wan­neer de afstandsbediening voor andere appara­ten wordt gebruikt. Zie pagina 30 voor een over­zicht van deze functies.
e
7
l
o
q
j
n
p
s
u
a
f
g
8
k
m
v
$
r
%
&
t
w
c
b
d
#
*
"
!
` z
y
x
) ( '
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: de afstandsbediening van de AVR
kan geprogrammeerd worden om maximaal 7 apparaten, inclusief de AVR zelf, te besturen. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt eerst de ingangskeuze
4
indrukken en het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken.Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR inge­steld op het bedienen van de AVR en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassette­decks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere producten bedienen via de codes die al aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 29 over het pro­grammeren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun­nen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de functies van de afstandsbediening voor de AVR beschreven. Zie pagina 32 voor informatie over andere functies voor de toetsen van de afstandsbediening.
0
Inschakelen: druk op deze toets om de netspanning van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is gekozen, uit-
gezonderd Tape.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma indicatie: deze driekleuren indicatie leidt u door het programmeren van de afstandsbediening en zie pagina 29 voor infor­matie over het programmeren van de afstands­bediening.
3
Uitschakelen: druk op deze toets om de AVR of een gekozen apparaat in standby te zet­ten.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands­bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient. Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op AVR-keuze
5
om de func­ties van de AVR met de afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagina 26.
7
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te star­ten. Zie pagina 20 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
8
Sluimerfunctie: druk op deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook wordt gebruikt om een ander kanaal te kiezen op tv, vcr en sat.
Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om kanalen te kiezen op uw TV, VCR, AUX en SAT ontvanger wanneer die gekozen zijn.
9
Surroundfunctie: druk op deze toets om de surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u met de toetsen
⁄/¤
C
de gewenste sur­roundfunctie. Zie pagina 24 voor nadere infor­matie. Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om kanalen te kiezen op de TV, VCR, AUX en SAT-ontvanger, wanneer deze gekozen zijn met de ingangskeuze
4
.
A
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 26 voor nadere informatie.
B
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
C
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
E
en dan opnieuw met de ⁄/¤het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 27 voor aanvullende informatie.
C
⁄/¤
: worden voor meerdere functies gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie van het apparaat, de luidsprekers voor configura­tie te kiezen, of de digitale ingang te kiezen. Worden tevens gebruikt om vertragingstijden in te voeren nadat op Vertraging
is gedrukt.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is met de codes van een ander apparaat, worden deze toetsen ook gebruikt voor 'automatisch zoeken. Zie pagina 29 voor nadere informatie.
D‹: deze toets heeft geen functie bij de AVR. Is een TV of DVD-speler gekozen, dan kan deze toets gekozen worden om de menu's daar­van te navigeren.
E
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertra­gingstijd, instelling van de luidsprekerconfigura­tie en het uitgangsniveau van de kanalen.
F
Digitale keuze: druk op deze toets om een van de digitale ingangen
ıˆ
te kiezen. Zie pagina 25 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
G
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden inge­voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
H
Afstemfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automati­sche afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
Ú
de aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door op
Afstemming
J8te drukken gaat de
frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat AUTO (automatische afstemming) in de display
Ú
dan wordt door op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 25 voor meer informatie.
I
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
G
de frequentie in. Zie pagina
27 voor nadere informatie.
J
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
H
gedrukt, of
Afstembereik
9
ingedrukt gehouden zodat
AUTO in de display
Ú
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt MANUAL in de
display
Ú
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige stappen. Zie pagina 25 voor meer informatie.
90
min80min70min60min50min
30
40
min20min10min
min
OFF
AFSTANDSBEDIENING 11
Afstandsbediening
K
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 30 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
L
Transportfuncties: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders (zie pagina 29 voor aan­vullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening).
M
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhan­kelijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan. Ziet pagina 38 voor aanvullende informatie.
N
RDS-functies: indrukken om de verschil­lende informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 28 voor nadere informatie over RDS.
O
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
4
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD).
P
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
Q
Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display
Ú
en
u heeft dan vijf seconden om met de
Cijfertoetsen
G
een positie voor het geheugen te kiezen. Zie pagina 25 voor meer informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op deze toets om het instellen van de vertra­gingstijd in te stellen, die door de AVR bij sur­round gebruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instellen
E
te drukken en dan met ⁄/
¤
C
in te stellen. Druk nogmaals op instellen
E
om het proces af te ronden. Zie pagina 19 voor aanvullende informatie.
›: deze toets heeft geen functie bij de AVR. Is een TV of DVD-speler gekozen, dan kan deze toets gekozen worden om de menu's daar­van te navigeren.
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te confi­gureren op het door u gebruikte luid­sprekersysteem.Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Com het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op instellen
E
en kies het type luidspreker. Zie pagina 17 voor aanvullende informatie.
Geen Functie: deze toets heeft geen functie voor de bediening van de AVR maar is beschik­baar voor het programmeren met de code van een andere afstandsbediening. Zie pagina 30.
!
Volume hoger/lager: verhoogt of
verlaagt het afspeelniveau van het systeem.
"
TV/Video: deze toets heeft op de AVR geen functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen het signaal van de speler of receiver en de externe video input van de speler. Raadpleeg de hand­leiding van de speler of receiver voor details over deze functie.
#
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met
Ingangskeuze
4
worden ingedrukt om het programmeren te activeren. Zie pagina 29 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Opmerking: drukt u op een van de toetsen die overeenkomt met het gekozen apparaat, dan knippert de overeenkomstige keuzetoets
45
kort om de keuze te bevestigen.
$
Dimmer: indrukken om de dimmer te activeren zodat de helderheid van de display wordt verminderd, of geheel wordt uit­geschakeld. Eenmaal indrukken om de stan­daardfunctie op te roepen, maximale helderheid en de indicatie DIMMERFULL in de
display
Ú
. Nogmaals binnen vijf seconden
indrukken om de helderheid met 50% terug te nemen; indicatie DIMMER HALF. Weer binnen vijf seconden indrukken om de display geheel uit te schakelen. Denk er aan dat deze functie tijdelijk is; bij het inschakelen van de AVR wordt altijd op volle sterkte gestart. Verder blij­ven de Lichtnetindicatie
3
en het blauwe attentielicht in de volumeregelaar altijd op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit ten teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
%
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby func­tie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro
Logic II met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking op pagina 7. Zie pagina 29 over de beschikbare Dolby surround functies.
&
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidspreker­configuratie.
'
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functies te kiezen. Zie pagina 29 voor de beschikbare Logic 7 functies.
(
Stereo Functiekeuze: indrukken om een stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets gedrukt zodat DSP SURR OFF in de
display
Ú
verschijnt, werkt de AVR in de passeerfunctie met echte volledig analoge tweekanaals links/rechts stereoweergave, zonder surround processing of bas management, in tegenstelling tot andere functies waarbij digitale processing wordt gebruikt. Verschijnt SUR- ROUND OFF in de display
Ú
dan hoort
u stereoweergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte 5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 18 voor meer informatie over stereoweergave.
)
DTS Neo:6 Functiekeuze: indrukken van deze toets schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijfkanaals signaal wordt gemaakt vanuit een stereosignaal van een PCM of een analoog ingangsignaal. De eerste keer dat u indrukt kiest de laatste DTS Neo:6 surround functie die het laatst werd gebruikt en elke keer dat nog eens wordt gedrukt verschijnen de functies in deze volgorde:
*
6-Kanaals Directe Ingang: indrukken om de component te kiezen die is verbonden met de
6-Kanaals Directe Ingang
N
. Denk er aan dat wanneer u de Zes Kanaals Directe Ingang wilt gebruiken in combinatie met een videobron u eerst de videobron dient te kiezen met één van de Ingangskeuzes
4
. Druk dan op deze
toets om de 6-Kanaals Directe Ingang
N
als bron te kiezen.
DTS Neo:6 MUSIC
DTS Neo:6 CINEMA
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de volgende wijze kleurgecodeerd: Luidsprekers en audio in/uitgangen: wit (links, luid­sprekers front) en rood (rechts,luidsprekers front). Luidsprekers: groen (centrum), blauw (links sur­round) en grijs (rechts surround). Audio uitgang: paars (subwoofer). Composiet video in/uitgangen: geel. Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
aan.
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiore­corder met de tape ingang
. Verbind de analoge ingangen RECORD/IN met de uitgan­gen Tape uitgang
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen met de juiste ingangen op achterzijde van de AVR. Let erop dat de optisch en Coax digitale ingangen
ıˆ
kunnen worden gebruikt met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met een PCM-signaal (S/P-DIF) van een traditionele CD-, MD- of LD-speler.
4. Verbind de Coax of Optisch digitale uit-
gangen
op de achterzijde van de AVR met de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnens­huis zijn, of een aansluiting op het kabelsys­teem. Als de antenne is aangesloten via een lint­kabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen

. Voor een optimale signaaloverdracht naar de luid­sprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keurmerk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw instal­lateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vra­gen over kabel die door de muur wordt gevoerd. Bij het aansluiten van de luidsprekers vooral goed letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatieve"/"zwarte" draad met dezelfde aan­sluiting op zowel de receiver als de luidspreker.
Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/ "rode" draad met de aansluitingen van dezelfde kleur op de AVR en luidsprekers.
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfa­brikanten zich houden aan de industriële stan­daard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspre­ker is, vraag dan uw leverancier om advies voor­dat u verder gaat met de aansluiting, of raad­pleeg de fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
8. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten op de lijnniveau subwooferuitgang
en de lijningang van een subwoofer met ingebouwde versterker. Wordt een passieve subwoofer gebruikt, verbind dan deze uitgang met de ingang van een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnni­veau ingang, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor de juiste aanslui­ting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satel­lieten en een passieve subwoofer wordt aange­sloten op de uitgangen front luidsprekers
,
en NIET op de subwooferuitgang.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan­gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen

op de achterzijde. De audio en video Record/In ingangen van de VCR worden verbonden met de Video 1 uitgangen

van de AVR.
2. Verbind de analoge audio- en video-ingangen van een satellietontvanger, kabelconverter, televisie of andere videobron met de Video 2

.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgan­gen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang

.
4. Verbind de aansluitingen Video Monitor
out
van de receiver met de composiet- en S-video ingang van de televisiemonitor of videoprojector.
Opmerking over video aansluitingen:
• S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten.
Installeren en aansluiten
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Installeren en aansluiten
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal video­apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecor­ders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch ver­bindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High
8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbin­ding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij­wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap­ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, cam­corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (normale videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan­gen van de AVR) en welke voor het weergavesig­naal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran­cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara­ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de signaalrichting zoals die is aangegeven in
bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzin­gen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara­tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT zowel de normale als de S-video aansluitingen, uitgezonderd de TV, zie punt 2.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de AVR het composiet videosignaal niet om naar S-video of omgekeerd.Wanneer zowel video als S-video bronnen gebruikt worden, dienen dus beide verbindingen van de AVR naar de TV gemaakt worden, waarbij ook de juiste ingang op de TV gekozen wordt.
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers schakelt het signaal de TV automatisch tussen 4:3/16:9 formaten - bij 16:9 TV's of bij 4:3 TV's die naar 16:9 omschakelbaar zijn - en wordt de RGB en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand in de juiste positie gezet te worden.
Black
Yellow
Red
Afbeelding 1:
Scart/cinch adapter voor
weergave;
Richting: scart
cinch
Black
Red
Blue
Yellow
Green
White
Afbeelding 2:
Scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
Richting: scart cinch
Black
Yellow
Red
Afbeelding 3:
Cinch/scart adapter voor
weergave:
Richting: cinch
scart
Rot
Schwarz
S-Video In
Afbeelding 4:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: scart
cinch
Schwarz
Rot
Blau
Gelb
S-Video In
S-Video Out
Afbeelding 5:
Scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Richting: scart cinch
Rot
Schwarz
S-Video Out
Afbeelding 6:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: cinch
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
Groen
(1)
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, B.V. bruin en grijs
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en aansluiten
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan­gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel vermogen opneemt, zoals eindversterkers of monitoren. Het totale opgenomen vermogen mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang
voert alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa­raten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
OPMERKING: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti­veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang
voert alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is aangesloten en de lichtnetschakelaar
1
ingedrukt is.
Tenslotte wordt, nadat alle aansluitingen tot stand gebracht zijn, de stekker van het netsnoer in een spanning voerend stopcontact van 220-240 V. De AVR 130! is dan bijna gereed voor gebruik!
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voor­komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid­sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluids­kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrale luidspre­ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoe­stisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, worden de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid­spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opge­steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luid­spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid­sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver­vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul­taat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luid­spreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luister­positie bevindt. Aan de hand van deze uitgangs­punten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw systeem.Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio­overgangen van de front luidsprekers gebalan­ceerd klinken. Surround luidsprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luis­terpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie. De luidsprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte wor­den opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instructies van de fabrikant van de sub­woofer op, of experimenteer om de beste locatie voor een subwoofer in de luisterruimte te vin­den.
Right Front Speaker
Left Front
Speaker
No more than
60cm
Center Front Speaker
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een TV-toestel of een projector achter het scherm.
B) De afstand tussen de linker en rechter luidsprekers dient gelijk te zijn aan de afstand tussen de luisterpositie en het scherm. Experimenteer met de opstelling van de front luidsprekers door deze iets dichterbij te zetten dan de centrum luidspreker.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
TV of projectiescherm
Centrum
Front links Front rechts
Alternatieve opstelling tegen achterwand
Max. 2 meter
TV or Projection Screen
Center Front
Left Front
Speaker
No more than 2m
speakers are used
when rear-mounted
Speaker
Optional Rear-Wall Mounting
Right Front
Speaker
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten, dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over twee soorten geheugens, individu­ele geheugens die verbonden zijn met de geko­zen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidsprekers of vertra­gingstijden die door de surround processor gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instel­lingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder het beschermende plastic van de sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan kan de reikwijdte van de afstandsbediening negatief worden beïnvloed.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aange­geven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
2
te
drukken, of met de ingangskeuze
!
op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze
5
, of op een van de toetsen
Ingangskeuze
46
te drukken. De licht-
netindicatie
3
wordt nu blauw ten teken dat
het apparaat ingeschakeld is en de display
Ú
licht op.
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensys­teem waarmee verschillende instellingen gemaakt kunnen worden voor de luidspreker­configuratie, digitale ingangen, surround functie, vertragingstijden en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat betekent dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingan­gen met verschillende bronnen kunt combineren, dan wel verschillende luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het bas management sys­teem en het gebruik van de centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden deze instellingen weer geactiveerd wanneer de ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is alle ingangen voor een analoge bron (behalve de DVD ingang, waarvoor de Coax Digitale Ingang 1
de standaard is, met Logic 7 MUSIC als surround functie, alle luidsprekers ingesteld op “small” (klein) en een aangesloten subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een juiste configuratie met digitale of analoge ingan­gen, de aangesloten luidsprekers en de surround functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze
!
op de voorzijde te drukken
tot de naam van de gewenste ingang in de
display
Ú
verschijnt en de blauwe LED oplicht
naast de naam van de ingang bij de Ingangs-
indicaties
Ô
De ingang kan ook worden
gekozen door op de juiste Ingangskeuze
46
op de afstandsbediening te drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale ingang met de gekozen bron (indien nodig, anders blijft de analoge gekozen). Druk op digi-
tale ingangskeuze
ÒFop de voorzijde of
op de afstandsbediening. Binnen vijf seconden kiest u de ingang met de keuzetoetsen op de voorzijde
5
of de ⁄/¤ toetsen Cop de afstandsbediening, tot de gewenste digitale of analoge ingang in de display
Ú
verschijnt.
Druk vervolgens op instellen
E
om de nieu­we digitale koppeling op te slaan. Nadatr de instelling voor een ingang is gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor alle andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppeling later weer worden veranderd; het geheugen van de AVR onthoudt de instellingen tot ze worden veranderd.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luid­sprekers met de AVR worden gebruikt en is belangrijk. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet, en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik voor elke instelling hier de positie LARGE (groot) wanneer traditionele luidspre­kers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instel­ling SMALL (klein) voor kleinere, satellietach­tige luidsprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties. Onthoud dat elke luidsprekeropzet die afwijkt van de standaard instelling (zie boven) afzonderlijk en per ingang van de AVR dient te worden ingesteld.
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande stappen om de luidsprekers te configureren:
1. Druk op Luidspreker
Ùop de
afstandsbediening of de voorzijde. De woorden SPEAKER SIZE (luidsprekergrootte) verschijnen in de display
Ú
.
2. Druk op Instellen
EÓ.
3. Wanneer FRONT SPEAKER in de display
Ú
verschijnt drukt u op Instellen
E
Ó
om verder te gaan.
4. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op Insteltoetsen
5
op de voorzijde tot
FRONT LARGE of FRONT SMALL verschijnt, overeenkomend met de luidsprekers die u voor links front en rechts front gebruikt, conform de omschrijving hiervoor.
Wanneer SMALL wordt gekozen, zullen de lage tonen voor de front kanalen alleen naar de subwooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan dat bij deze instelling en zonder een sub­woofer geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij stereo om een zo zuiver mogelij­ke weergave van de DSP's te garanderen.
Wordt LARGE gekozen, dan wordt een full­range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie van de subwoofer (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoof­er worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset met twee front satellieten en een passieve sub­woofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen
, dan dienen de front luidspre-
kers ingesteld worden op LARGE.
5. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft voltooid, drukt u op de insteltoets
EÓ,en
vervolgens op de
/¤ toetsen
C
op de
afstandsbediening of de keuzetoetsen
5
op
het frontpaneel om het display te veranderen in
CENTER SPEAKER.
6. Druk opnieuw op de insteltoets
EÓen
gebruik de
/¤ toetsen
C
op de afstandsbe-
diening of de keuzetoetsen
5
op het front­paneel, om de optie te selecteren die het beste uw systeem beschrijft dat gebaseerd is op de definities van de middelste speaker die weerge­geven zijn in de vorige sectie.
Wordt SMALL gekozen, dan zullen de lagen tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge­steld op LARGE en de subwoofer is uitge­schakeld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zul­len de lage tonen van het centrum kanaal uit­sluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer LARGE is gekozen zal het volledige frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale sur­roundfuncties wordt (behalve in de Pro Logic II Music functie) GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd.
Wordt NONE (geen) gekozen, dan wordt geen signaal naar het centrum kanaal gestuurd. De receiver werkt nu met een 'fantoom' centrum kanaal, waarbij de informatie voor het centrum kanaal naar de linker en rechter front luidspre­kers wordt gestuurd en het laag naar de sub­woofer, mits SUB L/R+LFE is gekozen op de regel SUBWOOFER regel van dit menu (ziew ver­derop). Deze functie is noodzakelijk wanneer geen centrum luidspreker aanwezig is. Denk er aan dat voor gebruik van de Logic 7C surround functie een centrum luidspreker noodzakelijk is, maar Logic 7M werkt ook uitstekend zonder een centrum luidspreker.
7. Wanneer de keuze voor het centrum kanaal is gemaakt, drukt u op de insteltoets
EÓen
vervolgens op
/¤
C
op de afstandsbedie-
ning of de keuzetoetsen
5
op de voorzijde,
tot de display SURR SPEAKER aangeeft.
8. Druk nogmaals op de insteltoets
EÓen
gebruik
/¤
C
op de afstandsbediening of de
keuzetoetsen
5
op de voorzijde en kies de optie die het beste bij uw systeem past en overeen­komt met de in de voorgaande paragraaf gege­ven omschrijving van de surround luidsprekers.
Wordt SMALL (klein) gekozen dan wordt, wanneer de subwoofer uitgeschakeld is, het laag bij alle digitale surround functies naar de front luidsprekers gestuurd en wanneer de subwoofer ingeschakeld is, naar de subwoofer. Bij analoge surround functies is dit afhankelijk van de geko­zen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer LARGE is gekozen wordt het volledi­ge frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de sur­round kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer NONE is gekozen, zal de surround informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor optimale weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie i.p.v. Dolby Pro Logic.
9. Wanneer de keuze voor het surround kanaal is gemaakt, drukt u op de insteltoets
EÓen
vervolgens op
/¤
C
op de afstandsbedie-
ning of de keuzetoetsen
5
op de voorzijde,
tot de display
S-W SPEAKER aangeeft.
10. Druk op de insteltoets
EÓen vervol-
gens op de
/¤ toetsen
C
op de afstandsbe-
diening of de keuzetoetsen
5
op het front­paneel om de optie te kiezen die het beste met uw subwoofersysteem overeenkomt.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities.Wanneer de front links/rechts luidsprekers op SMALL staan wordt de sub- woofer automatisch op SUB gezet, wat bete­kent dat deze actief is.Wanneer de front links/rechts luidsprekers op LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR, druk dan op
⁄/¤
C5tot SUB NONE in
de display verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Om die optie te kiezen drukt u op
⁄/¤
C5tot SUB LFE in de display ver-
schijnt.
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, Druk op
⁄/¤
C5tot SUB L/R+LFE in de display
verschijnt. Is deze optie gekozen dan wordt een 'compleet' signaal naar de linker en rechter front luidsprekers gestuurd, terwijl de subwoofer de lage frequenties voor links en rechts beneden de wisselfrequentie van 80 Hz ontvangt.
11. Wanneer alle luidsprekerkeuzes voor de gekozen ingang zijn gemaakt, drukt u tweemaal op instellen
EÓof u wacht drie seconden
tot de display weer naar normaal terugkeert.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties
luidspreker/kanaal functie
¯
telkens wan­neer een luidsprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het mid­delste vakje en de twee buitenste vakjes met cir­keltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Systeemconfiguratie
een luidsprekerpositie verschijnt, dan is die posi­tie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Als voorbeeld zijn in onderstaande afbeelding, de luidsprekers links en rechts vooraf ingesteld op LARGE, de centrum, links surround en rechts sur­round luidsprekers staan op SMALL en de sub­woofer is actief.
Drievoudig Wisselfilter
De AVR 130 is in zijn prijsklasse uniek dankzij het drievoudig wisselfilter. Waar conventionele slechts één instelling kennen, biedt het Triple Crossover systeem van Harman Kardon de moge­lijkheid verschillende frequenties in te stellen voor de front links/rechts, centrum en surround luidsprekers. Op die manier wordt ook een naad­loos klankbeeld verkregen wanneer in een sys­teem verschillende merken of typen luidsprekers worden gebruikt in deze drie groepen.
Wanneer u niet vertrouwd bent met de betekenis van een wisselfrequentie, deze term geeft aan dat het volledige frequentiebereik wordt verdeeld tussen de front luidsprekers en de subwoofer. Daar de subwoofer speciaal is gemaakt voor weergave van lage frequenties, kan deze geen hoge frequenties weergeven. Omgekeerd, door de hoofdluidsprekers van het laag te bevrijden kunnen kleinere luidsprekers worden gebruikt, zoals ‘satellietluidsprekers’. Het correct instellen van de wisselfrequentie betekent dat elke luid­spreker het werk doet waarvoor hij is ontworpen, zonder bijverschijnselen of beschadiging doordat de verkeerde signalen worden toegevoerd. Om volledig profijt te trekken van de Triple Crossover functie is het verstandig de handleiding van uw luidsprekers te raadplegen en te zien wat de laagste weer te geven frequentie is. Die frequen­tie wordt dan gebruikt voor de instellingen op deze pagina.
De standaard af fabriek instelling voor alle luid­sprekers is 100 Hz. Hebben uw luidsprekers een wisselfilter met die frequentie dan hoeft u verder geen instelling te maken en kunt u naar de vol­gende stap doorgaan. Hebben uw hoofdluidspre­kers echter een wisselfrequentie van 80 Hz, wis­selt uw centrum luidspreker op 120 Hz en de sur­round luidsprekers op weer een ander punt, dan kunt u al deze frequenties afzonderlijk instellen en zo een juist evenwicht houden op de lage fre­quenties naar de subwoofer en de balans van de hoofdluidsprekers.
Is het instellen van een andere wisselfrequentie nodig, ga dan als volgt te werk:
1. Druk op Luidsprekers
Ù
2. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op
‹/›
5
op de voorzijde zodat
SPEAKERXOVER in de display
Ú
verschijnt en druk dan op InstellenEÓ om het wisselfilter menu te openen.
3. Zodra FRONT3X-FREQ in de display
Ú
verschijnt drukt u op Instellen
om de instelling voor de front links/rechts luidspre­kers te wijzigen.
4. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening of
op
‹/›
5
op de voorzijde om door de beschik­bare keuzes te lopen en wanneer de wisselfre­quentie die past bij uw luidsprekers in de dis-
play
Ú
verschijnt, drukt u op InstellenEÓ om naar de luidspreker groep keuze terug te gaan.
5. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening of
op
‹/›
5
op de voorzijde om een andere groep
te kiezen, CENTER FREQ voor de centrum luidspreker of SURR3X-FREQ voor het instellen van de wisselfrequentie van de surround luidsprekers en druk op Instellen
EÓzodra
de gewenste groep verschijnt om de instelling te veranderen en ga verder als in 4 beschreven.
6. Wanneer alle vereiste wisselfilter instellingen zijn gemaakt drukt u op Instellen
EÓom
naar normaal gebruik terug te gaan.
Globaal/Onafhankelijke Bas Manager Geheugen
Een functie uniek in deze klasse voor de AVR is de mogelijkheid verschillende luidsprekerinstellin­gen per ingang afzonderlijk op te slaan. In de meeste gevallen zult u van deze mogelijkheid geen gebruik hoeven te maken, vooral niet wan­neer de luidsprekers alle van het in frequentie beperkte satelliet type zijn. Zijn echter de front luidsprekers van het grote, breedband type, kan het zijn dat u verschillende instellingen “large” (groot) of “small” (klein) instellingen voor tuner of CD wilt maken, als u tweekanaals stereomu­ziek wenst, in tegenstelling tot DVD of andere videobronnen waar een subwoofer wel moet worden ingeschakeld.
Wanneer u geen verschillende luidspreker confi­guraties wenst voor elke ingang, slaat u de vol­gende paragraaf over.
Om gebruik te maken van deze mogelijkheid, volgt u deze stappen:
1. Configureer de luidsprekergrootte als aange­geven op pagina 15/16. Dit is de basisinstelling voor alle ingangen.
2. Kies een ingang die u een andere instelling wilt meegeven dan de basisinstelling door op de gewenste Ingangskeuze
4
te drukken.
3. Druk op Luidsprekerkeuze
Ùen ver-
volgens op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op
‹/›
5
op de voorzijde zodat BASS-
MANAGER in de display
Ú
verschijnt. Druk
dan op Instellen
EÓ.
4. Wanneer GLOBAL in de display
Ú
verschijnt, drukt u op
/
¤
C
op de afstands-
bediening of op
‹/›
5
op de voorzijde om
INDEPENDENT te kiezen. Druk op
Instellen
EÓom dit in het geheugen op te
slaan.
5. Nu verschijnt de BASSMANAGER aanwijzing weer in de display
Ú
als teken dat de AVR ingesteld kan worden op verschillende wisselfilter instellingen voor elke ingang. Om de instellingen te maken wacht u eerst vijf seconden tot het apparaat naar normaal bedrijf terugkeert. Op dat moment kiest u een andere ingang en u herhaalt de aanwijzingen voor Luid­sprekeropzet en Triple Crossover Setting
als hiervoor aangegeven.
Opzet Surround
Zijn de luidsprekers eenmaal ingesteld, dan dient de surroundfunctie die u met elke ingang wilt gebruiken te worden ingesteld.Aangezien de surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlij­ke smaak, bent u vrij in uw keuze – die boven­dien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 24 kan u helpen de functie te kiezen die het beste past bij de gekozen ingang. Om echter de instelling van de parameters voor de AVR gemakkelijker te maken is het verstandig de standaard instelling van Logic 7 Music functie voor de meeste analoge ingangen zo te laten en Dolby Digital voor de ingangen die met digitale bronnen zijn verbon­den. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal worden afgespeeld.
Om de gewenste surroundfunctie in combinatie met een ingang in te stellen drukt u op
surroundfunctie
7
op de voorzijde of op
9
op de afstandsbediening en op
⁄/¤
C
tot de
gewenste surroundfunctie in de display
Ú
verschijnt.
Terwijl de functie gewijzigd wordt, licht eveneens een blauw LED op naast de naam van de functie bij surround functie indicaties
$
op het
frontpaneel.
Denk er aan dat Dolby Digital en DTS alleen ver­schijnen wanneer een digitale ingang is gekozen.
LR
C
SL SR
LFE
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Nadat de surroundfunctie met de huidige ingang is gekozen, herhaalt u de instelling met alle ingangen die u wilt gebruiken. De surroundfunctie kan later op elk moment worden veranderd en het geheugen van de AVR onthoudt de gemaakte instelling tot deze wordt veranderd.
Configureren Surround Uit (Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zui­verheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleine­re luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze
(
tot SURROUND O FF in de displayÚen de Surround Functie
$
met SURROUND
OFF oplicht, zal de AVR het analoge materiaal
direct doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte over­geslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als LARGE (groot) geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig­naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
Ù.
2. Druk op Instellen
EÓom het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op
‹/›
5
op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen. SUBNONE schakelt de subwoofer uit, terwijl SUB <L+R> deze inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op Instellen
EÓom naar normaal bedrijf terug
te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) func­tie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband sig­naal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn
maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo luisteren niet de Bypass functie te gebrui­ken, maar de DSP SURROUND OFF functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op Stereofunctie
(
tot SUR-
ROUND OFF in de display
Ú
verschijnt en
de DSP en
SURR. OFF Surroundfunctie
$
beide oplichten. Licht alleen SURR. OFF
Surroundfunctie$op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
In deze functie wordt de instelling voor de front links/rechts luidsprekers en de subwoofer gevolgd van de specifieke luidspreker configuratie op pagina 15.
Instelling vertraging
Alleen voor de Dolby of DTS functies dient de vertragingstijd ingesteld te worden. Denk er aan dat de vertragingstijd voor andere functies niet instelbaar is.
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken ook verschil­lend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kamerakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden.
De fabrieksinstelling (zie Surround Functie Overzicht op pagina 24) is geschikt voor de meeste luisterkamers, maar in sommige gevallen zijn de afstanden tussen de front en de surround luidsprekers ongebruikelijk en dat kan tot gevolg hebben dat het geluid van de front kanalen geen eenheid meer vormt met de surround kanalen.
Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren, gaat u als volgt te werk:
1. Meet de afstand in meters tussen de luister/kijk-positie tot de front luidsprekers.
2. Meet de afstand tussen de luister/kijkpositie tot de surround luidsprekers.
3. Druk op Vertraging
.
4. Druk op
/
¤
C
tot UNIT verschijnt.
5. Druk op Instellen
EÓen kies FEET of
METER. Druk op Instellen om te bevestigen.
6. Wanneer FRONT DELAY in de display
Ú
verschijnt drukt u op Instellen
.
7. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening of
op
‹/›
5
op de voorzijde om de afstand van de front links/rechts luidsprekers tot uw luisterposi­tie in te voeren. Druk op Instellen
EÓwan-
neer dit afgerond is.
8. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening of
op
‹/›
5
op de voorzijde tot CENTER
DELAY in de display
Ú
verschijnt en druk op
Instellen
EÓ.
9. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening of
op
‹/›
5
op de voorzijde om de afstand van de centrum luidspreker tot de luisterpositie in te voeren en druk op Instellen
EÓ.
10. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op
‹/›
5
op de voorzijde tot SURR
DELAY in de onderste display regel verschijnt
en druk op Instellen
EÓ.
11. Druk op
/
¤
C
op de afstandsbediening
of op
‹/›
5
op de voorzijde om de afstand van de surround luidsprekers tot de luisterpositie in te voeren en druk op Instellen
EÓ.
12. Nadat alle instellingen zijn gemaakt keert de AVR in vijf seconden naar normaal bedrijf terug.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dyna­misch bereik en de verstaanbaarheid van het film­geluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse­ling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Denk er aan dat de nachtfunctie alleen beschik­baar is bij de Dolby Digital surroundfunctie.
Om de nachtfunctie in te stellen drukt u op
ingangskeuze
!
op de voorzijde of op
4
op de afstandsbediening en u kiest de ingang die is gekoppeld aan de digitale ingang en de Dolby Digital surroundfunctie.
Druk vervolgens op nachtfunctie
A
op de afstandsbediening. Zodra op deze toets wordt gedrukt verschijnt
D-RANGE (Dynamic Range
- dynamisch bereik) gevolgd door de huidige instelling (MID, MAX, OFF) in de display
Ú
.
Druk binnen vijf seconden op
⁄/¤
C
om de
gewenste instelling te kiezen:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) in de display ver- schijnt is de nachtfunctie uitgeschakeld.
MID (medium): wanneer MID (medium) in de display staat, wordt een geringe compressie toe­gepast.
MAX: wanneer MAX in de display staat, wordt maximale compressie toegepast.
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Systeemconfiguratie
Wanneer u de nachtfunctie wilt gebruiken, raden wij u aan de MID (medium) instelling als uit­gangspunt te gebruiken en later zonodig op MAX over te schakelen.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toe­voegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn inge­steld, is het normaal dat de surround luidspre­kers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart worden ingesteld voor elke digitale en analoge surround functie. Daarmee kunnen niveauver­schillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhanke­lijk van de gekozen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of verlaagd worden, afhankelijk van de gekozen surround functie. Denk er aan dat instellingen voor elke surround functie effec­tief zullen zijn voor alle ingangen die gekoppeld zijn aan die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel terugdraaien. Zorg er tenslotte voor dat balans
&
in het midden staat ‘op 12 uur’.
Om de uitgangen te kalibreren en in te stellen gaat u als volgt te werk. Het is verstandig voor een optimale instellig, deze te doen vanaf uw favoriete luisterpositie. Daar de instellingen voor elke surround functie gemaakt moeten worden, is het aan te bevelen een ingang te kiezen die gekoppeld is aan een willekeurige Dolby Pro Logic II functie, daarvoor de instellingen te maken en dan alle ingangen die u gebruikt langs te lopen en de daaraan gekoppelde surround­functies. Herhaal zonodig de instellingen voor een nog niet ingestelde surroundfunctie.
1. Kies een willekeurige ingang die is gekoppeld aan een Dolby Pro Logic II surround functie door op Ingangen
!4te drukken tot de Pro
Logic Surround indicatie
$
in de display
oplicht.
2. Druk op testsignaal
7#. De aanduiding
TEST-T F L 0DB verschijnt in de display
Ú
.
3. Het testsignaal rouleert dan met de klok mee en blijft twee seconden op elke luidspreker staan. Tijdens het rouleren lichten de indicaties
FL, C, FR, SR, SL (Front Left, Center,
Front Right, Surround Right, Surround Left) in de display
Ú
op.Als een extra indicatie tijdens het rouleren wordt de juiste positie ook aange­geven via de luidspreker/kanaalfunctie
¯
met een knipperende letter voor het kanaal. Draai nu het volume wat hoger tot u het signaal goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen, maar voordat u het testsignaal uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te controleren of alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten. Luister tijdens het rouleren of het geluid uit de luidspreker komt die in de display wordt aangegeven. Is dat NIET het geval schakel de AVR dan met de netschakelaar 1 uit en controleer de aansluitingen van desbetreffende luidspreker.
Nadat de luidsprekerposities gecontroleerd zijn laat u hettestsignaal weer rouleren en u luistert of alle kanalen even luid klinken. Met de front links luidspreker als referentie drukt u op
⁄/¤
C
op de afstandsbediening om alle luidspre­kers op hetzelfde niveau te krijgen. Door op een van de toetsen
⁄/¤
te drukken zal het testsig­naal op de luidspreker van dat moment blijven om de instelling te kunnen maken.Vijf seconden na het loslaten van de toets zal het rouleren ver­der gaan.
Ga door met corrigeren tot alle luidsprekers het­zelfde niveau hebben. Let op dat de instellingen uitsluitend gemaakt worden met
⁄/¤
C
op de afstandsbediening en NIET met de volumere­gelaar.
OPMERKING: het uitgangsniveau van de sub­woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 27.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
(!het niveau
op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen.
Daarna drukt u op testsignaal
#7om de
testtoon uit te schakelen en het proces af te ron­den.
BELANGRIJK: de gemaakte instelling is actief voor de nu gekozen surroundfunctie en tevens voor andere ingangen met dezelfde surround­functie. Om de uitgangsniveaus met andere sur­roundfuncties te corrigeren, schakelt u door alle ingangen met ingangskeuze
!
op de voorzij-
de of de juiste ingangstoets
4
op de afstandsbediening. Wanneer de indicatie van een surroundfunctie waarvoor de niveaus nog niet zijn gecorrigeerd in de display
Ú
oplicht,
of de blauw LED licht op in de surround
indicatie
$
, herhaal dan de bovenomschreven instelling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers bewust verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
OPMERKING: niveau inregeling is niet beschik­baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan­gezien er geen surround luidsprekers gebruikt worden (en er dus geen niveauverschillen kun­nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde kamer). Maar om niveauverschillen te compen­seren tussen stereo,VMAx en andere surround­functies (onafhankelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie pagina 28, ook voor de Surround uit (stereo) en VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina beschreven instellingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeuren nadat naar meerdere bronnen is geluisterd met verschillende soorten programmamateriaal. Deze geavanceerde instel­lingen worden op pag. 27 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd wor­den.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of wanneer u de instellingen naar eigen inzicht wilt veranderen, volg dan een­voudig de aanwijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat elke wijziging van de instellingen in het geheugen van de AVR opgeslagen worden, ook wanneer deze wordt uitgeschakeld, tenzij een reset wordt uitgevoerd (zie pagina 34).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genie­ten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe recei­ver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u netschakelaar
1
op het front­paneel in om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aangegeven door de oranje kleur van de
lichtnetindicatie
3
. Vanuit de standby positie
kan het apparaat worden ingeschakeld door op
standby
2
of op ingangskeuze!op het
frontpaneel te drukken, of op AVR keuze
5
.
Merk op dat de lichtnetindicatie
3
blauw. wordt. Het apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingescha­keld worden door op één van de ingangskeuze
456"
toetsen te drukken op de
afstandsbediening.
OPMERKING: na op ingangskeuze
4
gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
op de afstandsbediening. De voeding
naar een apparaat op de geschakelde licht-
netuitgang
op de achterzijde is aangeslo-
ten, zal spanningsloos worden en de
lichtnetindicatie
3
wordt oranje.Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar1.
OPMERKING: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor automatische uitschakeling, drukt u op
sluimerfunctie
8
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
Wanneer de geprogrammeerde sluimertijd voor­bij is, schakelt het apparaat automatisch uit (naar standby). Denk er aan dat de display naar halve sterkte gaat als de sluimerfunctie is gepro­grammeerd. Om de sluimerfunctie te laten ver­vallen drukt u op Sluimerfunctie
8
en houdt
deze vast tot de display weer de normale sterkte heeft en de aanwijzing SLEEP OFF in de
display
Ú
verschijnt.
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
456"
op de
afstandsbediening.
OPMERKING: na op ingangskeuze
4
gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR functie te laten besturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
!
op het frontpaneel te drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR automatisch naar de digitale ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren voor die bron is geprogrammeerd.
De video 3 ingang
˜
op het frontpaneel kan gebruikt worden om een apparaat als een videospel of een camcorder tijdelijk aan te sluiten op uw home entertainment systeem.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen, verschijnt de naam van die ingang in de display
Ú
en een groene LED licht op naast de naam
van de gekozen ingang bij de indicaties
Ô
op
de voorzijde.
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video 1 uitgangen
en video monitor uitgang. Zo kan tegelijkertijd naar verschillende bronnen worden gekeken en geluisterd.
• Is een videobron gekozen, dan wordt het audiosignaal naar de luidsprekers gevoerd en het videosignaal wordt naar de juiste monitor
uitgang
gestuurd, en kan via de monitor die met de AVR is verbonden, worden bekeken.
Gebruik hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
(
op het frontpaneel of volume hoger/lager
!
op de afstandsbediening.
• De regelaar balans
&
wordt gebruikt om de onderlinge klankbalans tussen de front luidsprekers links en rechts in te stellen.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen druk u op de toets muting
#
. Dit zal het sig­naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Druk nogmaals op
muting
#
om het geluid weer in te schake-
len.
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling
laag
^
en de klankregeling hoog
*
gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamerakoestiek te compenseren. Merk op dat deze regelaars geen invloed hebben bij gebruik van de 6-kanaals directe ingang.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
6
zodat de indicatie TONE OUT tijde-
lijk in de display
Ú
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op
klankregeling in/uit
6
zodat TONE I N tij-
delijk in de display
Ú
verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofd­telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de
hoofdtelefoonuitgang
4
op het front­paneel. Merk op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord HEADPHONE kort door de display
Ú
loopt en dat alle luidsprekers uitgeschakeld wor­den. Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
90
min80min70min60min50min
40
min
30
min20min10min
OFF
20 BEDIENING
Bediening
BEDIENING 21
Bediening
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN BEREIK VERTRAGINGSTIJD
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf Midden: 0 – 5 ms
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects. Standaard: 0 ms
Surround: 0 – 15 ms Standaard: 0 ms
DTS Alleen met digitale bronnen DTS gecodeerd. Beschikbaar op speciale DVD, LD en Vertragingstijd niet instelbaar.
audiodiscs. Maximaal vijf audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low Frequency Effects.
Dolby Pro Logic II
LOGIC 7 C Een nieuwe functie die in elke opname, stereo of surround, de surroundinformatie optimaal Vertragingstijd niet instelbaar. LOGIC 7 M benut. Bij surround materiaal is de plaatsing nauwkeuriger, overgangen en bewegingen
rustiger en realistischer dan bij andere decodertechnieken. Logic 7 vergroot de ruimtelijkheid en vergroot het toneel bij conventionele stereo- en muziekprogramma’s door de natuurlijke informatie in stereo-opnamen te gebruiken. Logic 7C of Cinema is bedoeld voor filmgeluid. Logic 7M of Muziek is bedoeld voor muziek.
DOLBY 3 STEREO Gebruikt de informatie van een surround of tweekanaals stereoprogramma om het Geen surround kanalen.
centrumkanaal te creëren. Bovendien de achter surround informatie zorgvuldig gemixt met de front kanalen links en rechts, voor meer realisme. Voor gebruik zonder surround-luidsprekers, maar met een centrum luidspreker.
THEATER De THEATER functie zorgt voor een geluidsbeeld dat overeenkomt met het standaard Vertragingstijd niet instelbaar.
akoestische klankbeeld in een theater met stereo en zelfs puur mono bronnen.
HALL 1 De beide zaalfuncties komen overeen met een kalne zaal (HALL 1) en een Vertragingstijd niet instelbaar. HALL 2 middelgrote concertzaal (HALL 2), met stereo en zelfs puur mono bronnen.
VMAx Near Bij gebruik van alleen de beide front luidsprekers biedt de gepatenteerde Harman Kardon Geen surround kanalen. VMAx Far VMAx een driedimensionaal beeld met de illusie van fantoom luidpsrekers op centrum en
surround posities.VMAx N (near field) is voor luisteren op minder dan 1,5 meter van de luidsprekers;VMAx F (far field) voor luisteren op meer dan 1,5 meter afstand.
5 Kanaals stereo Maakt gebruik van meerdere luidsprekers om een stereosignaal zowel voor als achter in Geen vertraging in deze functie.
de kamer te positioneren. Ideaal bij een party, plaatst hetzelfde geluid in front links als surround links, en in front rechts en surround rechts. Het centrum kanaal krijgt een mono somsignaal van het in-fase material van links en rechts.
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts weergave Geen surround kanalen. Surround Uit (passeren) van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt met DSP Surround Uit analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby Laboratories en decodeert een breedband en discreet signaal voor links, centrum, rechts, rechts surround en links surround van zowel matrix surround gecodeerde pro­gramma's als conventionele stereobronnen. De Dolby Pro Logic II Movie functie werkt optimaal bij filmgeluid dat is opgenomen met een matrix systeem, doordat echte links, centrum en rechts achter signalen worden gebruikt. De Pro Logic II Music functie is bedoeld voor gebruik bij muziek, opgenomen in matrix of in stereo, met discrete links en rechts kanalen.
Overzicht Surroundfuncties
Film: 10 ms - 25 ms, Standaard instelling - 10 ms, Muziek: 0 ms - 15 ms, Standaard instelling - 0 ms
22 BEDIENING
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde program­ma’s en standaard stereo en zelfs mono pro­gramma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luisterfunc­ties beschikbaar op de AVR.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een persoonlijke zaak, net als het soort programma dat u gebruikt. Films,CD's en TV-programma's met de logo's van een van de belangrijke surround processen, zoals Dolby Surround, worden afge­speeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music (bij muziek) surround of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breed­bandig en discreet 5.1 kanaals surround signaal van de surround gecodeerde programma's ont­staat met een stereo links/rechts signaal, net als in werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van links komt alleen links, zie details op pagina 23.
Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0 signalen (bijvoorbeeld 'D.D. 2.0' nummers van een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie, binnenkomend via een willekeurige digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en ook van deze opnamen een volledig 5.1 surround sound zal decoderen (zie ook 'Dolby Digital' op pagina 26).
Om een breed omringend klankbeeld te creëren en alle bewegingen duidelijk te houden bij ana­loge opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music functie wat een dramatische verbetering oplevert vergeleken met Dolby Pro Logic I van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het program­ma in stereo wordt uitgezonden. Films met surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor­den met elke analoge surround functie, zoals Pro Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio­nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze program­ma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aange­geven als drager van standaard surround infor­matie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een omringend surround klankbeeld leveren, gebruik makend van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Druk op Surround Functiekeuze
#
om de specifieke functie binnen de gewenste groep te kiezen (voorbeeld: binnen de Dolby functiegroep zijn de opties Dolby Pro Logic I, Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movies en Dolby 3 Stereo). Om met de afstandsbediening een sur­round functie te kiezen drukt u op één van de toetsen
9%&'()
tot de gewens­te functie verschijnt. Door op een toets te druk­ken verschijnt de functie in de display
Ú
. Terwijl de functie verandert licht een blauwe LED op naast de Surround functies
$
op de voor­zijde. Denk er aan dat de gekozen functie aan de ingang gekoppeld blijft tot een andere wordt gekozen.
Opmerking: de naam van elke surround functie loopt door de display
Ú
terwijl de functies worden gekozen. Om te voorkomen dat het kie­zen van de surroundfunctie onbedoeld wordt ver­laten, drukt u op
/
¤
C
terwijl de functie nog
zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS slechts gekozen kunnen worden wanneer een digitale bron gekozen is. Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren gekozen functie.Voor meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hier­boven gegeven aanwijzingen voor de afstands­bediening tot SURR OFF in de display
Ú
verschijnt.
Digitale audioweergave
Digitale audio is een belangrijke vooruitgang ten opzichte van de vroegere analoge matrix surround systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kana­len: front links,midden, front rechts, links sur­round en rechts surround. Elk kanaal reproduceert het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien heb­ben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baska­naal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3® ) is een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel­lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu­lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
ıˆ
van de AVR. Voor DVD­spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerd materiaal is op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler, voorzien van een digitale uitgang, gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio­CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. Sluit zo'n speler aan op de optisch of coax digitale ingang
ıˆ
van de AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de handleiding van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controle­ren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun­nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon­den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of
Bediening
BEDIENING 23
Bediening
LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program­ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de digitale (optisch of coax)
ingang

op de achterzijde, of op een
digitale ingang
ıˆ
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV te voeren en een analoog signaal te leveren voor opname.Druk vervolgens op de digitale ingangskeuze
Ò
F
en gebruik vervolgens de ⁄/¤C
op de
afstandsbediening of instellen
5
op het front-
paneel, tot de gewenste keuze OPTICAL of COAX in de display
Ú
verschijnt. Druk op
instellen
ÓEom de gewenste keuze in te
voeren.
Wanneer een PCM bron speelt verschijnt kort de aanwijzing PCM in de display
Ú
. Tijdens PCM weergave kunt u elke surround functie kiezen als beschreven op pagina 21 en 22, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo­ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe­lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD­spelers aan op de digitale (optisch of coax)
ingang
ıˆ
op de achterzijde of op de voorzijde. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang
op de achterzijde, naast de
digitale uitgangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD, kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening of op de voorzijde, als in deze handleiding beschreven, om het videosignaal (indien aanwe­zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van eerder gemaakte instellingen bij de configuratie van het systeem, zie pagina 17), kies dan de digi­tale bron met de digitale ingangskeuze
F
Ò
en gebruik
⁄/¤
C
op de afstandsbediening of
de insteltoetsen
5
op de voorzijde om de
OPTICAL
(OPT)
or COAXIAL
(COAX)
ingangen te kiezen, als aangegeven
in de display
Ú
.
Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automa­tisch signaleren of het om een meerkanaals Dolby Digital, DTS bron of een conventioneel PCM sig­naal, het standaard signaal van CD-spelers gaat.
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR het type bitstream data is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voorbeeld: bij DTS bitstre­am activeert het apparaat de DTS-decoder en bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Bij binnen­komst van PCM data van CD's en LD's en sommi­ge muziek DVD's of bepaalde nummers op nor­male DVD's, kan de juiste surroundfunctie met de hand worden gekozen. Daar de beschikbare sur­roundfuncties worden bepaald van het type digita­le data, maakt de AVR gebruik van een aantal indi­caties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display
Ú
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 program­ma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround infor­matie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luid­spreker configuratie is ingesteld op de aan­wezigheid van een subwoofer.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig­nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto­matisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpak­king. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelen­de disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal indicatie
¯
in de display Úop de voorzijde. Wanneer een standaard stereosignaal of matrix surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge signalen alleen respectievelijk een linker en een rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur­round opnamen, die de surround informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digitale signalen daarentegen kunnen één tot zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd zijn. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de let­ters oplichten conform het signaal dat wordt ont­vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe­wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor
5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties indi­caties oplichten.
OPMERKING: Veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste discs geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een disc meerdere syste­men aanbiedt, zullen wellicht instellingen van de DVD-speler veranderd moeten worden (meestal
24 BEDIENING
via 'Audio Select' of vie een menu op de disc) om een compleet 5.1 signaal naar de AVR te zenden, of het gewenste geluid en de juiste taal te kiezen ('2.0' audionummers kunnen afgespeeld worden met alle Pro Logic II of VMAx functies, zie Dolby Digital op pagina 26). Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voor­beelden van speciaal materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD­speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veranderingen in de bitstream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties luidsprekers/kanaal
functie
¯
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knippe­rende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digi­taal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volle­dig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt verme­den dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beper­ken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wan­neer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunc-
tie
A
op de afstandsbediening. Druk vervolgens op ⁄/¤Com de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt u op ⁄/¤Ctot de aanwijzing onderin de video display en de display
Ú
D-RANGE O FF.
De nachtfunctie kan ook gekozen worden om altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina 20 voor nadere informatie over het gebruik van deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
¯
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weer­gave terugkeren.
2. Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet door de AVR verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het gebruikte type digitaal surround signaal dat gecodeerd is en stelt zichzelf daar op in.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig­heden enkele van de analoge surroundfuncties niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby 3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum­mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor­gaande pagina) of gekozen data formaat (zie ‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen
of Video 1uitgangen, wanneer de bron alleen is verbonden met een digi­tale ingang op de AVR. Maar het analoge tweeka­naals signaal van die bron, de ‘mixdown’ naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, ook wanneer de digitale ingang van de AVR gekozen blijft. Bovendien worden de digitale signa­len worden doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig­nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgan­gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgeno­men door recorders aan te sluiten op de uitgan­gen Tape Outputs of Video 1. Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op één van de
digital audio uitgangendan kunt u de digi-
tale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen doorgestuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
OPMERKINGEN:
• De AVR kan een analoog signaal omzetten in een digitaal signaal. Op die manier kan het ana­loge of digitale signaal op een CD-R worden opgenomen via de digitale uitgang. Denk er aan dat wijziging van het formaat (b.v. van Dolby Digital naar PCM of omgekeerd) niet mogelijk is. Bovendien dient de digitale recorder geschikt te zijn voor het uitgangssignaal.
Voorbeeld: het PCM digitale signaal van een CD-speler kan worden opgenomen op CD-R of MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS in digitale vorm niet. Het Dolby Digital of DTS signaal opne­men is niet mogelijk wanneer alleen de digitale ingang van de AVR is aangesloten. Het analoge signaal van zo'n bron kan echter wel worden opgenomen.
• Een analoge opname te maken van een Dolby Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de bron uitsluitend is aangesloten op een digitale ingang van de AVR. Een analoog tweekanaals signaal van deze bron kan wel opgenomen wor­den (zie punt 5 ‘Belangrijk bij digitale weergave’ op de voorgaande pagina).
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 20-21. In sommige geval­len is het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen met programmamateriaal waarmee u ver­trouwd bent. Bovendien kan het niveau van de subwoofer alleen via deze procedure gecorri­geerd worden.
Om de uitgangen met behulp van program­mamateriaal in te stellen, kiest u eerst de sur­round functie waarvoor u de luidsprekers wilt instellen (zie opmerking verderop), door de gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de gewenste surround functie, start het program­mamateriaal en stel het referentieniveau voor de linker en rechter front luidsprekers met de
volumeregelaar
(#.
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk dan op Kanaalkeuze
CÛen merk op dat
FRONT L LEVEL gedurende vijf seconden
in de display
Ú
verschijnt. Om het niveau te
veranderen drukt u eerst op instellen
EÓen
vervolgens verlaagt of verhoogt u het niveau met
keuze
5
of
⁄/¤
C
. Gebruik hiervoor NIET de volumeregelaar, daar deze de referentie zal veranderen.
Bediening
BEDIENING 25
Bediening
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
instellen
FÓen druk op keuze5of
op
⁄/¤
C
om het volgende kanaal dat u wilt
instellen te kiezen. Om het niveau van de sub­woofer in te stelle drukt u op keuze 5 of op
⁄/¤
C
tot WOOFER LEVEL in de dis-
play
Ú
verschijnt. Deze indicatie verschijnt alleen wanneer de subwoofer tijdens het confi­gureren ook was gekozen. Zie pagina 17.
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
Ú
en in beeld verschijnt, op instel-
len
EÓen volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de
insteltoets
EÓen de AVR zal terugkeren
naar normale bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor aan­gegeven zal automatisch ook de niveaus die worden aangegeven tijdens de Instelling van het Uitgangsniveau (zie pagina 20) overeenkomstig veranderen en zullen in het geheugen van de AVR bewaard blijven, ook wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.Voor wat betreft de Stereo en VMAx functies, is de hier beschreven procedu­re de enige methode om een uitgangsniveau in te stellen, d.w.z. om een VMAx niveau met ande­re functies in overeenstemming te brengen.
Directe 6-kanaals ingang
De AVR is uitgerust voor uitbreiding in de toe­komst door toepassing van extra, externe adap­ters voor formaten die de AVR niet kan verwer­ken.Wordt er een adapter aangesloten op de directe 6 kanaals ingang
, dan kiest u die
door op de 6-kanaals directe ingang
*
te drukken. De directe ingang voor de 6-kanalen kan tevens gekozen worden door op ingangs-
keuze
!
op het frontpaneel te drukken. Druk op deze toets tot de aanwijzing CH DIRECT (direct kanaal) in display
Ú
verschijnt en de
groene LED naast de indicatie 6CH
DIRECT (6 kanaals) ingangsindicatie
Ô
. Let op dat bij gebruik van de directe 6 kanaals ingang geen surroundfunctie gekozen kan wor­den, aangezien de externe decoder de bewerking bepaalt. Bovendien staat er blauw signaal op de opname-uitgangen bij gebruik van de directe 6-kanaals ingang en ook de klankregeling
^*
en balans &werken niet.
Helderheid display
De displayÚop het frontpaneel van de AVR is standaard ingesteld op een helderheidsniveau dat voldoende is om de informatie in een nor­maal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is ech­ter mogelijk dat u onder bepaalde omstandighe­den de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
De helderheid van het display kan gewijzigd worden door de toets instellen
F
3 seconden
ingedrukt te houden, tot in de display
Ú
de
aanwijzing VFD FULL (volledig) aangegeven wordt. Binnen 3 seconden dient u
‹/›
instellen
5
in te drukken tot de gewenste helderheid si
bereikt. Op dat moment drukt u weer op
instellen
Ó
om de instelling te activeren.
Ook kan de helderheid van de display worden veranderd door op dimmer
$
op de afstands­bediening te drukken. Denk er aan dat de blauwe LED in de volumeregelaar en de lichnteindi-
catie
op normale sterkte blijven branden ten
teken dat het apparaat nog aan staat.
Geheugenbeveiliging
De AVR is uitgerust met een geheugenbeveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de net­spanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 1 weke behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
Gebruik van tuner
De AVR is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD­gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeur­zenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM
6
op de afstandsbedie­ning om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingang
!
te drukken tot de
tuner geactiveerd is, dan wel door direct op
MG/FM
9
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM
6
of op de
MG/FM
9
om tussen MG en FM om te schake-
len, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
Drukt u op deze toets zodat AUTO in de dis-
play
Ú
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8Jte drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie AUTO S T TUNED verschijnt kort wanneer de tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of een FM mono zender is afgestemd. Druk nog­maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol­gende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat MANUAL in de display
Ú
verschijnt zal de afgestemde fre­quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt MANUAL TUNED in de display
Ú
.
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct
I
te drukken en vervol-
gens met de cijfertoetsen
G
de frequentie van de zender in te voeren. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt auto­matisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
om de frequentie opnieuw in te voeren.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie
H
op de afstandsbediening
of op Ontvangstbereik
9
op de voorzijde te
drukken. Daarop verschijnt kort MANUAL in de display
Ú
en dooft vervolgens.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschre­ven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
Q
op de afstands-
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ú
.
2. Binnen vijf seconden kiest u nu met de cijfer­toetsen
G
de positie waarop u de zender wilt vastleggen. Eenmaal ingevoerd verschijnt het gekozen nummer in de display
Ú
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
G
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen. drukt u op voorkeurposities
)
op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
O
op de afstandsbediening.
26 BEDIENING
Bediening
RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aandui­ding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen over de zender of muziek­specificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-sys­teem maximaal te benutten.
RDS-Afstemming
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het signaal bevat RDS-data geeft de AVR automa­tisch de naam van de zender of een programma­service aan in de display
Ú
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemach­tigde of de oproepletters aangeven. Door op
RDS functies
@Nte drukken kunt u door
de verschillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, B.V. de naam van de omroep)
• Zendfrequentie
(FREQ)
• Programmasoort (PTY) zoals in onder­staand overzicht aangegeven.
• Radiotekst (
RT) met een specifiek bericht via
de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord TEXT (tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer
CT(clock time) gekozen is. De nauw-
keurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display
Ú
de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd)
na enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge­lijkheid programmacodes voor de soort program­ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzen­ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (ALLEEN RDS)
TRAFFIC (Verkeersinformatie)
NEWS: Nieuws
AFFAIRS: Actualiteiten
INFO: Algemene informatie
SPORT: Sport
EDUCATE: Educatief
DRAMA:Drama
CULTURE: Cultuur
SCIENCE: Wetenschap
VARIED: Gevarieerde praatprogramma’s
POP : Populaire muziek
ROCK: Rockmuziek
MOR: Middle of the Road-muziek
LIGHT: Licht klassieke muziek
CLASSICS: Ernstige klassieke muziek
OTHER M: Andere muziek
WEATHER: Weerbericht
FINANCE: Financiële informatie
CHILDREN: Kinderprogramma’s
SOCIAL: Sociale zaken
RELIGION: Religieuze uitzendingen
PHONE I N:Telefoon talkshows
TEST: Test
TRAVEL: Reis- en toeristische informatie
LEISURE: Hobby en vrije tijd
JAZZ: Jazz muziek
COUNTRY: Country muziek
NATION: Nationale muziek
OLDIES: Goud van oud
FOLK M: Volksmuziek
DOCUMENT: Documentaire
TEST: Nood test
ALARM: Noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
@Ntot de huidige PTY in de
display
Ú
aangegeven wordt.
2. Zodra het PTY aangegeven wordt, drukt u op
voorkeuze hoger/lager
)O, of houdt
deze toets ingedrukt om door de lijst van beschikbare PTY typen, als hierboven aangege­ven, te schakelen. Om snel en eenvoudig te zoe­ken naar de volgende zender die PTY gegevens uitzendt, kunt u de toets voorkeuze
hoger/lager
)Ogebruiken tot RDS
ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
8J; de tuner begint de FM-band noor boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4. Terwijl de PTY in de display knippert, maakt de tuner een complete scan van de gehele FM­band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding NONE (geen) en keert de tuner terug naar de zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
OPMERKINGEN:
• Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE (geen) aangeeft.
• Sommige zenders zender continu verkeersin­formatie uit. Deze zenders vindt u door TRAFFIC (verkeer) te kiezen, een optie in het NEWS (nieuws) overzicht. De AVR zoekt dan de juiste zender, ook al is er op dat moment misschien geen verkeersinformatie.
BEDIENING 27
Bediening
De AVR is voorzien van een krachtige afstandsbe­diening, die niet alleen de functies van de recei­ver bedient, maar tevens de meest gangbare merken audio en video apparatuur, inclusief CD­spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s (videorecorders) satellietontvangers en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes voor de door u gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de meeste andere afstandsbedieningen te laten ver­vallen en te vervangen door slechts één, inwen­dig verlichte, universele afstandsbediening.
Programmeren met codes
Af fabriek is de afstandsbediening geheel gepro­grammeerd voor alle functies van de AVR, plus die van de meeste Harman Kardon CD recorders, DVD-spelers, CD-spelers en cassettedecks. Bovendien kan via een van de onderstaande methoden de afstandsbediening geprogram­meerd worden voor de bediening van een groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Opmerking: de ingangskeuze Video 3
4
kan niet met codes geprogrammeerd worden daar dit een ingangscode voor de AVR zelf is. Alleen de standaard (default) code ‘001’ kan op de AVR keuze
5
worden geprogrammeerd.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands­bediening te programmeren op verschillende pro­ducten:
1. Gebruik de tabel in het afzonderlijke boekje om de driecijferige code op te zoeken die zowel bij het merk als bij het specifieke product (VCR, TV, enz.) hoort. Vindt u meer dan één nummer voor een apparaat, probeer dan de verschillende mogelijkheden.
2. Zet het product dat u wilt programmeren aan met de afstandsbediening van de AVR.
3. Druk op ingangskeuze
4
voor het type
product dat u wilt programmeren en muting
#
en houd beide vast. Zodra de
programma indicatie
2
amber wordt en knippert laat u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme­ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste driecijferige code in met de cijfertoetsen
G
. Wanneer het apparaat dat u program­meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft als bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi­ge code in tot het apparaat wel uitschakelt. Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
en zie dat de rode indica­tie onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program­meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie­ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20 seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3 worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de cij-
fertoetsen
G
en druk weer op de
ingangskeuze
4
. Druk op een willekeurige transportfunctie die op afstand kan worden bediend, B.V. pauze of weergave
M
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a hierboven met het volgende driecijferige code­nummer in de tabel voor dat merk en type pro­duct, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening uit, om er zeker van te zijn dat het product goed werkt. Bedenk dat veel fabrikanten een aantal verschillende combinaties gebruiken, het is daar­om een goed idee niet alleen te controleren of het commando voor inschakelen, maar ook of volume, kanaal en transport naar behoren wer­ken.Als de functies niet goed werken heeft u waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge­voerde code reageert, de gezochte code niet in de tabel voorkomt, of werken niet alle producten goed, probeer dan de afstandsbediening te pro­grammeren met de automatische zoekmethode.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbe­diening met een Harman Kardon CD Recorder.
Op de fabriek is de afstandsbediening voor­geprogrammeerd voor besturing van de Harman Kardon CD-spelers.Tevens kunnen de meeste functies op de Harman Kardon CD-recorders (zie overzicht op pagina 32) bestuurd worden nadat code ‘002’ is ingevoerd bij de CD keuze
4
als hiervoor beschreven. Om terug te gaan naar de CD-speler besturing voert u weer code ‘001’ in.
Automatische zoekmethode
Wanneer het apparaat dat u op de afstandsbe­diening van de AVR wilt programmeren niet in het boekje met de codes voorkomt, of niet goed werkt, kunt u de code als volgt programmeren met de Auto Search functie. Merk op dat de automatische zoekmethode uitsluitend werkt voor apparaten met een op afstand bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR aan.
2. Druk de ingangskeuze
4
voor het bedoel-
de product (B.V. VCR, TV) en de muting
#
gelijktijdig in. Zodra de programma indicatie
2
amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie­ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro­grammeren en u drukt op
C
en houd deze vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie onder ingangskeuze
4
knippert een reeks codes uit de ingebouwde database van de afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa­raat dat geprogrammeerd moet worden uitscha­kelt laat u toets
C
los. Denk er aan dat het een paar minuten kan duren voordat de juiste code is gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wanneer de toets
niet op tijd werd losgela­ten nadat het apparaat werd uitgeschakeld, kan de juiste code worden 'overschreven', doe daar­om een test: schakel het apparaat weer in en, terwijl de ingangskeuze
4
rood oplicht drukt
u eenmaal op
C
en dan ook eenmaal op
¤
C
. Schakelt het apparaat nu uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan is deze ‘over­schreven’. Om de juiste code terug te vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder ingangs-
keuze
4
nog brandt meermaals (niet vasthou-
den) op
¤
C
om terug te gaan door de codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening om er zeker van te zijn dat het product werkt. Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal verschillende codecombinaties gebruiken, en het is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat volume, kanaal en transport goed werken. Als niet alle functies goed werken, kunt u de automatische zoekmethode gebruiken om een andere code te zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati­sche zoekmethode, is het altijd goed om de exacte code te kennen, zodat deze zonodig later gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd. U kunt ook de codes uitlezen om te controleren welk apparaat geprogrammeerd is op een specifieke keuzetoets.
28 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
1. Druk de ingangskeuze4voor het be­doelde product (b.v. VCR, TV) en de muting
+
gelijktijdig in. Zodra de programma /SPL­indicatie
2
amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
2. Druk op instellen
F
. De indicatie pro-
gramma
2
knippert groen in een tempo dat overeenkomt met de driecijferige code, met steeds één seconde pauze tussen de cijfers.Tel het aantal knipperingen tussen de pauzes om de code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1, tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen driemaal knipperen staat voor ‘0’.
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een pauze van één seconde, met daarop zes maal knipperen, gevolgd door een pauze van één seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven de code 164 aan.
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID2/TV __________
VID3/CBL/SAT ______________________
VID4 ______________________________
TAPE ______________________________
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd op de codes van andere appa­raten, drukt u op de juiste ingangskeuze
4
om de afstandsbediening om te schakelen van bediening van de AVR naar het andere product. Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze kort oplichten, om aan te geven dat de bediening op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe­ven de toetsen niet altijd overeen te komen met de functie die op de afstandsbediening of toets staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere toetsen veranderen van functie en corresponderen met de secundaire indicatie op de afstandsbedie­ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie­toetsen fungeren ook als programma hoger/lager toetsen bij de bediening van een TV-toestel, videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 32 om te zien welke functie een toets bedient. Kies in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient (B.V. TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding van de afstandsbediening op pagina 32. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen genum­merd.
Om er achter te komen welke functie een toets voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het nummer van de toets in het Functie Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u bestuurt. Voorbeeld: toets nummer 49 is de Macro 2 toets voor de AVR, maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger set-top boxen. Toets nummer 28 is de vertraging voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er daarom aan dat de nummers die de toetsfuncties in de linker kolom omschrijven, anders zijn dan die welke in deze handleiding worden gebruikt om de functies van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstands­bediening van de AVR met andere appara­ten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets gebruiken voor dezelfde productcategorie. Daarom is het belangrijk dat u controleert of de code die u heeft ingevoerd wel op alle functies werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken, controleer dan of er een andere code is die meer functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk dat de functies zoals opgesomd in het functie overzicht, niet overeenstemmen met het juiste commando voor een functie, terwijl het apparaat op het commando reageert. In dat geval is het verstandig de reactie van het apparaat te noteren op dezelfde regel van de tabel, of een aparte notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstandsbe­diening van de AVR, dan moet de rode indicatie onder de ingangskeuze
4
vóór het te bedie­nen product kort knipperen. Knippert het echter wel voor sommige, maar niet voor alle functies van een bepaald product, betekent dat NIET dat er een probleem is met de afstandsbediening, maar dat er geen functie geprogrammeerd is voor de toets die ingedrukt werd.
• De afstandsbediening is voorgeprogrammeerd met de codes van apparaten van de nieuwste generatie en kunnen afwijken van die welke voor eerdere generaties werden gebruikt.
Macro's programmeren
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte combinaties van bevelen vastleggen en met één druk op een knop van de afstandsbediening van de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan een macro maximaal 19 verschillende codes van de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem in te schakelen, bronnen te veranderen, en ande­re veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR afstandsbediening kan maximaal vijf ver
schillende macro combinaties opslaan, én in combinatie met de netschakelaar
0
, en vier
andere die toegankelijk zijn via de toets macro
K
.
1. Druk tegelijk op muting
#
en op macro
K
die u wilt programmeren of op de
netschakelaar
0
. Merk op dat de laatst
gebruikte ingangskeuze rood zal oplichten en
programma indicatie
2
knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door op de toets voor het bedoelde bevel te drukken. Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan bestaan, telt elke handeling, ook het omschake­len naar een ander apparaat, als een stap. De
programma indicatie
2
knippert groen als
bevestiging dat u een bevel heeft ingevoerd.
OPMERKING: druk voor het invoeren van een inschakelbevel van een apparaat tijdens het invoeren van een macro op muting
#
.
Gebruik NIET de werkelijke netschakelaar.
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze
4
in te drukken voordat u naar een ander apparaat omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
5
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies worden geprogrammeerd
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie8om de bevelen op te slaan. De rode indicatie onder de ingangskeuze
45
knippert en dooft dan.
Voorbeeld: om de Macro 1
K
toets te pro­grammeren zodat de AVR, TV worden ingescha­keld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
K
en op
muting
#
en laat deze los.
• Denk er aan dat de programma indicatie amber zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
5
.
• Druk op muting
#
om het inschakelen van
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
4
om de vol-
gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
#
om het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
8
om het proces af te ronden en de macro op te slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
K
drukt.
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
#
en op de toets
macro
K
waarop de bevelen die u wilt wissen
zijn opgeslagen.
Programmeren afstandsbediening
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 29
Programmeren afstandsbediening
2. Merk op dat de programma indicatie
2
amber knippert en dat de LED onder de AVR keuze
5
rood wordt.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lager
9
.
4. De rode LED onder de AVR keuze dooft en de programma indicatie
2
wordt groen,
knippert driemaal en dooft.
5. Zodra de programma indicatie
2
dooft
en de macro is gewist.
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden geprogrammeerd om volume hoger/lager
!
en muting#te regelen van een TV of de AVR in combinatie met een van de zes appa­raten die met de afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld: daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het geluidssysteem bij TV-kij­ken, kan het handig zijn het volume van de AVR te regelen, hoewel de afstandsbediening is omgeschakeld op de tv.
Om de afstandsbediening van de volumerege­laar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze
4
voor het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt koppelen en muting
#
tot de rode indicatie
onder de ingangskeuze
4
op lichte en merk
op dat programma indicatie
2
amber knip-
pert.
2. Druk op volume hoger
!
en merk op dat
programma indicatie
2
stopt amber te
knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeu-
ze
4
, afhankelijk van welke volumeregeling u
wilt koppelen aan het doorschakelen. De pro-
gramma indicatie
2
knippert driemaal
groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR te activeren ondanks het feit dat deze gescha­keld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV
$
en muting#. Vervolgens
drukt u op Volume hoger
!
, gevolgd door
AVR keuze
5
.
OPMERKING: wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke configuratie van de afstands­bediening na een doorschakeling van het volu­me geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze stappen. Druk in het voorbeeld hierboven in de stappen één en drie op Video/TV ingang.
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de kanaalkeuze van de VCR,TV, kabel- of satellietontvanger in uw systeem wordt gebruikt in combinatie met andere apparaten die worden bediend. Voorbeeld: bij het besturen van de VCR wilt u wellicht een ander kanaal kiezen op de kabel- of satellietaansluiting zonder eerst van de afstands­bediening van het andere apparaat te hoeven terugschakelen naar bediening van de AVR. Om de afstandsbediening te programmeren op door­schakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen en op muting
#
tot de rode indicatie onder de
ingangskeuze oplicht en de programma indi-
catie
2
knippert in amber.
2. Druk op volume lager
!
en merk op dat
programma indicatie
2
stopt amber te
knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran­deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
4
en op muting#. Laat
de toetsen los en druk op volume lager
!
,
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
4
.
OPMERKING: om de doorschakeling van de kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelij­ke configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op
VID 1/VCR ingangskeuze in stap 1 and 3.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de transportfuncties
L
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit, pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in samenhang met de andere functies zullen wer­ken met een van de andere apparaten die door de afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder het apparaat dat voor de afstands­bediening van de AVR is gekozen te moeten ver­anderen. Om de afstandsbediening te program­meren op transport doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Ingang
4
om de bron te kiezen
die u wilt besturen en op mute
#
tot de rode
indicatie onder de ingangskeuze oplicht en de programma indicatie
2
knippert in amber.
2. Druk op weergave
L
. De programma
indicatie
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR
5
of op keuze4en laat weer los om het apparaat waarvan u de trans­portfunctie wilt veranderen. De programma
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
4
en op muting#.
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
L
, gevolgd door de CD ingangskeuze4.
OPMERKING: om de transport doorschakeling
te verwijderen en naar de oorspronkelijke configuratie terug te keren, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
OPMERKING: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert, eerst controleren of de programmering nodig voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of satel­lietontvangers is uitgevoerd.
Resetten geheugen afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een home theater systeem, zult u soms de afstands­bediening geheel opnieuw willen programmeren om verwarring van bevelen, macro’s of door­schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U doet dat door de afstandsbediening in de oor­spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten. Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen wor­den gewist en alles opnieuw moet worden inge­voerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’Gtot de programma
indicatie
2
amber knippert.
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
4
dooft en de programma indicatie2stopt met knipperen en wordt groen.
4. De programma indicatie
2
blijft groen tot de afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van het aan­tal bevelen dat in de afstandsbediening zijn opgeslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma indicatie
2
dooft is de afstandsbediening teruggezet in de fabrieksinstelling.
30 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
Nr. Toets naam AVR functie DVD CD/CDR
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Muting 4 AVR AVR keuze 5 DVD DVD ingang DVD 6 CD CD ingang CD Keuze 7 Tape Tape ingang 8 VID 1 Video 1 ingang
9 VID 2 Video 2 ingang 10 VID 3 Video 3 ingang 11 DIM DIM 12 MG/FM Tuner ingang 13 6 Kan. Ingang 6 Kan. Ingang 14 6 Kanaals ingang 6 kanaals ingang 15 Test Testsignal -/ingangskeuze 16 TV TV/DVD -/CDP keuze 17 Volume hoger Volume hoger Volume hoger 18 Surroundfunctie
Surroundfunctie
-/CDR keuze 19 Nacht Nachtfunctie Ondertitels in/uit 20 Spare 21 Volume lager Volume lager Volume lager 22 Kanaal/Gids Kanaal fijnregeling Titel 23
Verplaatsen/hoger Hoger 24 Luidspreker/menu Luidspreker/correctie Menu Intro/- 25
Verplaatsen/correctie links Links 26 Instellen Instellen Enter 27
Verplaatsen/correctie rechts Rechts 28 Digital/exit Digitale ingang Open/dicht 29
¤
Verplaatsen correctie lager Lager 30 Vertraging/vorig kanaal Vertraging correctie Terug Open/dicht 31 1 111 32 2 222 33 3 333 34 4 444 35 5 555 36 6 666 37 7 777 38 8 888 39 Afstemming Tunerfunctie Hoofdstuk Herhalen 40 9 999 41 0 000 42 Geheugen Geheugen Audio Tijd/CDR display 43 Afstemmen hoger Afstemmen hoger 44 Direct Direct frequentie ingeven Hoek Willekeurig 45 Wissen Wissen Wissen Wissen 46 Voorkeuze hoger Voorkeuze hoger Langzaam vooruit +10/- 47 Afstemmen lager Afstemmen lager -/
hoger nummer 48 RDS RDS Select Disc overslaan Disc overslaan 49 Voorkeuze lager
Voorkeuze/afstemmen lager
Langzaam achteruit 50 M1 51 M2 52 M3 53 M4 54 Dolby Dolby Functie 55 DTS Sur DTS 5.1 Functie 56 DTS Neo:6 DTS Neo:6 Functie 57 Logic 7 Logic 7 Functie 58 Stereo Stereo Functie 59 Overslaan Achteruit Skip – Skip – 60 Overslaan Vooruit Skip + Skip + 61 Terugspoelen Zoeken achteruit Zoeken achteruit 62 Weergave Weergave Weergave 63 Snel vooruit Zoeken vooruit Zoeken vooruit 64 Opname -/opname 65 Stop Stop Stop 66 Pauze Pauze Pauze
FUNCTIE OVERZICHT 31
Functie overzicht
Nr. Toets naam Tape VCR (VID 1) TV (VID 2) CBL (VID 3) SAT (VID 3)
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Power On 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Muting 4 AVR 5 DVD 6 CD 7 Tape Tape 8 VID 1 VCR ingang
9 VID 2 TV ingang 10 VID 3 Video 3 ingang CBL/SAT Select 11 DIM 12 MG/FM 13 6 Kan. Ingang 14 6 Kanaals ingang 15 Test 16 TV TV/VCR TV/VCR TV/kabel TV/Sat 17 Volume hoger Volume hoger Volume hoger 18 Surroundfunctie Kanaal – Kanaal – Kanaal – 19 Nacht 20 Spare 21 Volume lager Volume lager 22 Kanaal/Gids Info/gids Info/gids 23
Hoger Hoger Hoger Hoger 24 Luidspreker/menu Menu Menu Menu Menu 25
Links Links Links Links 26 Instellen Enter Enter Enter Enter 27
Rechts Rechts Rechts Rechts 28 Digitaal/exit Exit Exit Exit Exit 29
¤
Lager Lager Lager Lager 30 Vertraging/vorig kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal 31 1 1111 32 2 2222 33 3 3333 34 4 4444 35 5 5555 36 6 6666 37 7 7777 38 8 8888 39 Afstemming 40 9 9999 41 0 0000 42 Geheugen 43 Afstemmen hoger 44 Direct 45 Wissen Wissen Wissen Wissen Wissen 46 Voorkeuze hoger 47 Afstemmen lager 48 RDS 49 Voorkeuze lager 50 M1 Cancel Sluimer PPV Cancel 51 M2 Favoriet Favoriet 52 M3 Passeren Volgende 53 M4 Muziek Alt 54 Dolby Music Alt 55 DTS Sur Music Alt 56 DTS Neo:6 Music Alt 57 Logic 7 Music Alt 58 Stereo Music Alt 59 Overslaan Achteruit Scan – Page – Page – 60 Overslaan Vooruit Scan + Page + Page + 61 Terugspoelen Terugspoelen Terugspoelen Dag – Dag – 62 Wergave Weergave Weergave 63 Snel vooruit Doorspoolen Doorspoolen Dag + Dag + 64 Opname Opname/opn. pauze Opname 65 Stop Stop Stop 66 Pauze Pauze
32 PROBLEMEN
PROBLEMEN
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
2
. Druk vervolgens tegelijk op
klankregeling
6
.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instel­lingen en zenders opnieuw moeten worden inge­steld.
OPMERKING: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uit­gangsniveaus van de luidsprekers, de uitgangsni­veaus, surroundfuncties, toewijzing van de digita­le ingangen en de opgeslagen radiozenders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er ver­antwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar 1wordt ingedrukt. • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld • Muting ingeschakeld • Druk op muting
#
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geluid hoorbaar maar display licht niet op • Display helderheid uitgeschakeld • Volg de aanwijzingen over de helderheid van de display op
pagina 27
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
standby2rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid uit surround en • Onjuiste surroundfunctie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Onjuiste configuratie • Controleer de luidsprekerfunctie
• Stereo of mono programma • Bij Dolby surroundfuncties kan geen informatie voor achterkanalen aanwezig zijn
• Luidsprekers verkeerd aangesloten • Controleer luidspreker aansluitingen eventueel met testsignaal
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
5
Sensor afstandsbediening
%
• Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
geblokkeerd door een voorwerp of meubel
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
Indicatie in kanaalaanduiding knippert • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
display
¯
en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
wordt gestuurd
TECHNISCHE GEGEVENS 33
TECHNISCHE GEGEVENS
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
50 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
Vijf kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 40 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 95 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1 W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 100 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) + 25 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 msec
Slew rate 40 V/msec
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/65 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,15/0,3% Stereo kanaalscheiding 35 dB @ 1 kHz Selectiviteit +400kHz: 70dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1720 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit +10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Video frequentiebereik 10 Hz – 8 MHz (-3 dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 72 W zonder signaal, 580 W maximum
(twee kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 168 mm Diepte 390 mm Gewicht 10,9 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon is een geregistreerd handelsmerk en ‘Power for the Digital Revolution’ is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories, Inc. Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories,Inc. Alle rechten voorbehouden.
‘DTS’ en ‘DTS Digital Surround’ zijn handelsmerken van Digital Theater Systems Inc.
††
UltraStereo is een handelsmerk van UltraStereo Corp.VMAx is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc. en is een implementatie van Cooper Bauck Transaural Stereo patent onder licentie.
Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Lexicon, Inc.
Crystal is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer International: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 09/2003 Harman Kardon, Incorporated Part No.: CQX1A861Z
Loading...