Naar een bestemming navigeren
Het kompas gebruiken
Routes maken en tracks gebruiken
Naar een punt navigeren met behulp van Waarheen?:
1. Tik in het hoofdmenu op Waarheen?
2. Tik op een categorie.
3. Tik op het item waarheen u wilt navigeren.
4. Tik op Ga. Uw koers wordt aangegeven door een gekleurde
lijn.
5. Tik op > Kompas.
6. Gebruik het kompas om naar uw bestemming te navigeren.
Informatietoets
Navigeren naar een punt op de kaart:
1. Tik in het hoofdmenu op Kaart.
2. Tik op het punt op de kaart.
3. Tik op de informatietoets bovenin het
scherm.
4. Tik op Ga > > Kompas.
5. Gebruik het kompas om naar uw
bestemming te navigeren.
Als u wilt stoppen met navigeren, tikt u op
Waarheen? > Navigatie stoppen.
De kompaspagina openen:
Tik in het hoofdmenu op Kompas.
Houd het kompas tijdens het
navigeren horizontaal.
De peilingwijzer wijst naar
uw bestemming, ongeacht de
richting waarin u beweegt. Als de
peilingwijzer naar de bovenkant
van het kompas wijst, gaat u
Datavelden
De richting
waarin u
momenteel
gaat.
Koers naar
bestemming
Een nieuwe route maken en aeggen:
1. Tik in het hoofdmenu op Routeplanner > <Maak route> >
2. Tik op een categorie.
3. Tik op het eerste item op de route.
4. Tik op Gebr. > <Selecteer vlgnd pt>.
5. Herhaal dit tot de route compleet is.
6. Tik op om de route op te slaan.
7. Tik op > Waarheen? > Routes om de route af te leggen.
rechtstreeks op uw bestemming af.
Als de peilingwijzer in een andere richting wijst, verander dan
van richting totdat de wijzer naar de bovenkant van het kompas
wijst.
Kalibreer het kompas nadat u lange afstanden hebt
afgelegd, als u de batterijen hebt vervangen of in geval van
temperatuurschommelingen.
Het elektronische kompas kalibreren (Oregon 300, 400t,
400c en 400i):
1. Houd de Oregon horizontaal als u buiten bent en zorg dat
u zich niet in de buurt van objecten bevindt die invloed op
magnetische velden hebben, zoals auto’s, gebouwen en
hoogspanningsmasten.
2. Tik in het hoofdmenu op Instellingen > Koers > Druk om te
beginnen met kompaskalibratie.
3. Tik op Start en volg de aanwijzingen op het scherm.
Uw tracks vastleggen:
1. Tik in het hoofdmenu op Instellingen > Tracks > Tracklog.
2. Tik op Opnemen, niet tonen of Opnemen, tonen op krt.
Als u Opnemen, tonen op kaart selecteert, geeft een stippellijn
op de kaartpagina uw track weer.
Uw huidige track wissen:
Tik in het hoofdmenu op Instellingen > Reset > Wis huidige
Ga naar www.garmin.com voor meer documentatie en informatie.
Mei 2008 Onderdeelnummer 190-00927-55 Rev. A Gedrukt in Taiwan
<Selecteer eerste pt> om een beginpunt te selecteren.
track > Ja.
© 2008 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
OREGON
™
-serie
verkorte handleiding
De batterijen plaatsen
Aan de slag
De kaartpagina gebruiken
Waypoints maken en bewerken
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie
in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere
belangrijke informatie.
De Oregon inschakelen:
Druk op de aan/uit-toets.
Als u de Oregon wilt uitschakelen, houdt u
De Oregon werkt op twee AA-batterijen (niet meegeleverd).
Gebruik alkaline-, NiMH- of lithiumbatterijen.
Gebruik hoogwaardige batterijen voor optimale prestaties en
De schermverlichting aanpassen:
1. Druk terwijl de Oregon is ingeschakeld kort
een maximale levensduur van de batterijen. De beste prestaties
worden geleverd met lithiumbatterijen en oplaadbare NiMH-
2. Tik op of om de helderheid aan te
batterijen van minder dan een jaar oud met een capaciteit van
meer dan 2500 mAh.
De batterijen plaatsen:
1. Til het lipje op en verwijder
de batterijklep.
2. Plaats de batterijen met de
polen in de juiste richting.
3. Plaats de batterijklep terug
en duw het lipje omlaag.
OPMERKING: verwijder de batterijen als u de Oregon enkele
maanden lang niet gaat gebruiken. Opgeslagen gegevens gaan niet
verloren wanneer u de batterijen verwijdert.
De batterijsoort selecteren:
1. Tik in het hoofdmenu op Instellingen > Systeem >
Batterijsoort.
2. Selecteer Alkaline, Lithium, of NiMH.
LipjeBatterijdeksel
Het scherm vergrendelen of ontgrendelen:
1. Druk de aan/uit-toets kort in.
2. Tik op Scherm vergrendelen (of Scherm ontgrendelen).
GPS-satellietsignalen ontvangen:
1. Ga naar buiten, naar een open gebied, ver weg van hoge
2. Schakel de Oregon in. Het ontvangen van satellietsignalen
De balken in het hoofdmenu geven de satellietsterkte aan.
Als de balken groen zijn, ontvangt de Oregon satellietsignalen.
de
aan/uit-toets ingedrukt.
op de
passen.
gebouwen en bomen.
kan een paar minuten duren.
aan/uit-toets.
Hoofdmenu
Tik op Kaart om naar de
Schaal
kaartpagina te gaan. Uw huidige
locatie wordt aangegeven door een
locatiemarkering .
In- of uitzoomen:
Tik op of .
Schuiven over de kaart:
Tik in de kaartpagina op het
scherm en versleep deze.
Gedetailleerde informatie
over een punt op de kaart
bekijken:
1. Schuif indien nodig naar de
locatie die u wilt bekijken en tik
erop.
2. Tik voor meer informatie op
de informatietoets bovenin het
scherm.
Gegevensvelden weergeven of verbergen:
1. Tik in het hoofdmenu op Instellingen > Kaart > Toon
datavelden.
2. Tik op Nooit, Tijdens navigatie, of Altijd.
De gegevensvelden op de kaartpagina wijzigen
1. Tik op een van de gegevensvelden op de kaartpagina.
2. Tik op een gegevenstype.
Zoomknoppen
Locatiemarkering
Informatietoets
Uw huidige locatie als waypoint markeren en het
waypoint bewerken:
1. Tik in het hoofdmenu op Markeer waypoint.
2. Tik op Opslaan en bewerken.
Tik op het kenmerk dat u wilt wijzigen.
•
Tik op letters, cijfers en symbolen om
•
wijzigingen aan te brengen.
Tik op (behalve wanneer u symbolen
•
wijzigt). Wijzig indien nodig andere
kenmerken.
Tik op .
•
Een waypoint bewerken:
1. Tik in het hoofdmenu op Waypoint Manager.
2. Raak het wegpunt aan dat u wilt bewerken.
Een waypoint verwijderen:
1. Tik in het hoofdmenu op Waypoint Manager.
2. Tik op het waypoint dat u wilt verwijderen.
3. Tik op Wis waypoint.
Een waypoint verplaatsen naar uw huidige locatie:
1. Tik in het hoofdmenu op Waypoint Manager.
2. Raak het wegpunt aan dat u wilt verplaatsen.
3. Tik op Herplaats hier.