Garmin Instinct Geel User manual

INSTINCT
Gebruikershandleiding
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo en ANT+®, Auto Lap®, Auto Pause®, Edge®, inReach®, TracBack®, VIRB® en Virtual Partner® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Connect™, Garmin Explore™, Garmin Express™, Garmin Move IQ™, Instinct™, QuickFit™, tempe™, TrueUp™ en Xero™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
American Heart Association® is een geregistreerd handelsmerk van American Heart Association, Inc. Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A03603

Inhoudsopgave

Inleiding........................................................................... 1
Overzicht van het toestel............................................................ 1
Het bedieningsmenu weergeven........................................... 1
Widgets weergeven............................................................... 1
Het toestel opladen..................................................................... 1
Uw smartphone koppelen met uw toestel................................... 1
Productupdates...........................................................................1
Garmin Express instellen....................................................... 2
Activiteiten en apps....................................................... 2
Een activiteit starten................................................................... 2
Tips voor het vastleggen van activiteiten............................... 2
Een activiteit stoppen..................................................................2
Een aangepaste activiteit maken................................................ 2
Binnenactiviteiten........................................................................2
De loopbandafstand kalibreren.............................................. 2
Buitenactiviteiten.........................................................................3
Uw afdalingen weergeven......................................................3
De metronoom gebruiken...................................................... 3
Zwemmen................................................................................... 3
Zwemtermen.......................................................................... 3
Slagtypen............................................................................... 3
Tips voor zwemactiviteiten..................................................... 3
Rusten tijdens zwemmen in een zwembad........................... 3
Training met het trainingslog..................................................3
Hartslagmeetfuncties..................................................... 4
Hartslagmeter aan de pols..........................................................4
Het toestel dragen..................................................................4
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens........................... 4
De hartslagwidget gebruiken................................................. 4
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen........... 4
De polshartslagmeter uitschakelen........................................ 4
Training........................................................................... 4
Uw gebruikersprofiel instellen..................................................... 4
Fitnessdoelstellingen............................................................. 4
Hartslagzones........................................................................ 5
Uw hartslagzones instellen............................................... 5
Berekeningen van hartslagzones...................................... 5
Activiteiten volgen....................................................................... 5
Automatisch doel................................................................... 5
De bewegingswaarschuwing gebruiken................................ 5
Slaap bijhouden..................................................................... 5
Uw slaap automatisch bijhouden...................................... 6
De modus Niet storen gebruiken.......................................6
Minuten intensieve training.................................................... 6
Minuten intensieve training opbouwen.............................. 6
Garmin Move IQ™ gebeurtenissen....................................... 6
Instellingen voor activiteiten volgen....................................... 6
Activiteiten volgen uitschakelen........................................ 6
Workouts.....................................................................................6
Een workout vanuit Garmin Connect volgen......................... 6
Een workout beginnen........................................................... 6
De trainingsagenda................................................................ 6
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken.................... 7
Intervalworkouts..........................................................................7
Een intervalworkout maken....................................................7
Een intervalworkout starten................................................... 7
Een intervalworkout stoppen..................................................7
Virtual Partner® gebruiken......................................................... 7
Een trainingsdoel instellen.......................................................... 7
Een trainingsdoel annuleren.................................................. 7
Racen tegen een eerder voltooide activiteit............................... 7
Persoonlijke records................................................................... 8
Uw persoonlijke records weergeven...................................... 8
Een persoonlijk record herstellen
Een persoonlijk record verwijderen........................................ 8
Alle persoonlijke records verwijderen.................................... 8
...........................................8
Klok.................................................................................. 8
Een alarm instellen..................................................................... 8
De afteltimer instellen................................................................. 8
De stopwatch gebruiken............................................................. 8
De tijd synchroniseren met GPS.................................................8
Waarschuwingen instellen.......................................................... 8
Navigatie......................................................................... 9
Uw locatie bewaren.................................................................... 9
Uw opgeslagen locaties verwijderen..................................... 9
Hoogtemeter, barometer en kompas weergeven....................... 9
Een via-punt projecteren.............................................................9
Navigeren naar een bestemming............................................... 9
Een koers maken en volgen op uw toestel................................. 9
Een Man-over-boord-locatie markeren en de navigatie ernaartoe
starten......................................................................................... 9
Navigeren met Peil en ga........................................................... 9
Tijdens een activiteit navigeren naar uw vertrekpunt................. 9
Navigeren naar het vertrekpunt van uw laatst opgeslagen
activiteit....................................................................................... 9
Stoppen met navigeren............................................................ 10
De oppervlakte van een gebied berekenen.............................. 10
Kaart......................................................................................... 10
Schuiven en zoomen op de kaart........................................ 10
Geschiedenis................................................................ 10
Werken met de geschiedenis................................................... 10
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 10
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 10
De afstandteller gebruiker.........................................................10
Activiteiten synchroniseren....................................................... 10
Geschiedenis verwijderen.........................................................10
Connected functies...................................................... 11
Bluetooth meldingen inschakelen............................................. 11
Meldingen weergeven.......................................................... 11
Meldingen beheren.............................................................. 11
Bluetooth technologie uitschakelen..................................... 11
Smartphone-verbindingswaarschuwingen in- en
uitschakelen......................................................................... 11
Een verloren mobiel toestel lokaliseren.................................... 11
Garmin Connect........................................................................11
De software bijwerken met de Garmin Connect app........... 12
De software bijwerken via Garmin Express......................... 12
Garmin Connect op uw computer gebruiken.................. 12
Gegevens handmatig synchroniseren met Garmin
Connect................................................................................12
Garmin Explore™..................................................................... 12
Uw toestel aanpassen.................................................. 12
Widgets..................................................................................... 12
De widgetlijst aanpassen..................................................... 13
inReach afstandsbediening................................................. 13
De inReach afstandsbediening gebruiken...................... 13
VIRB afstandsbediening...................................................... 13
Een VIRB actiecamera bedienen.................................... 13
Een VIRB actiecamera bedienen tijdens een activiteit... 13
Instellingen van activiteiten en apps......................................... 13
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 14
Een kaart aan een activiteit toevoegen................................ 14
Waarschuwingen................................................................. 14
Een waarschuwing instellen............................................ 15
Auto Lap...............................................................................15
Ronden op afstand markeren......................................... 15
Auto Pause® inschakelen.................................................... 15
Inhoudsopgave i
Automatisch klimmen inschakelen....................................... 15
3D-snelheid en -afstand....................................................... 15
De Lap-knop in- en uitschakelen......................................... 16
Auto Scroll gebruiken........................................................... 16
UltraTrac.............................................................................. 16
Time-outinstellingen voor de spaarstand............................. 16
Uw lijst met activiteiten aanpassen........................................... 16
Een activiteit of app verwijderen............................................... 16
Het bedieningsmenu aanpassen.............................................. 16
De watch face aanpassen........................................................ 16
Sensorinstellingen.................................................................... 16
Kompasinstellingen.............................................................. 16
Het kompas handmatig kalibreren.................................. 16
De noordreferentie instellen............................................ 17
Hoogtemeterinstellingen...................................................... 17
De barometrische hoogtemeter kalibreren...................... 17
Barometerinstellingen.......................................................... 17
De barometer kalibreren................................................. 17
Kaartinstellingen....................................................................... 17
Navigatie-instellingen................................................................17
Kaartfuncties aanpassen..................................................... 17
Koersinstellingen..................................................................17
Navigatiewaarschuwingen instellen..................................... 17
Systeeminstellingen.................................................................. 18
Tijdinstellingen..................................................................... 18
De schermverlichtingsinstellingen wijzigen.......................... 18
De sneltoetsen aanpassen.................................................. 18
De maateenheden wijzigen................................................. 18
Toestelgegevens weergeven.................................................... 18
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven........................................................................... 18
Draadloze sensoren..................................................... 19
De draadloze sensoren koppelen............................................. 19
Een optionele fietssnelheids- of fietscadanssensor
gebruiken.................................................................................. 19
Voetsensor................................................................................19
Kalibratie van de voetsensor verbeteren............................. 19
Uw voetsensor handmatig kalibreren.................................. 19
Snelheid en afstand van voetsensor instellen..................... 19
tempe™.................................................................................... 19
Toestelinformatie......................................................... 19
Specificaties..............................................................................19
Informatie over de levensduur van de batterij...................... 19
Gegevensbeheer...................................................................... 20
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 20
Bestanden verwijderen........................................................ 20
Onderhoud van het toestel.......................................... 20
Toestelonderhoud..................................................................... 20
Het toestel schoonmaken.................................................... 20
De banden vervangen.............................................................. 20
Problemen oplossen.................................................... 21
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt...................... 21
Is mijn smartphone compatibel met mijn toestel?..................... 21
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 21
Kan ik mijn Bluetooth sensor gebruiken bij mijn horloge?........ 21
Uw toestel opnieuw opstarten.................................................. 21
Alle standaardinstellingen herstellen........................................ 21
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 21
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren....................... 21
De temperatuurmeting is niet nauwkeurig................................ 22
De levensduur van de batterij verlengen.................................. 22
Activiteiten volgen..................................................................... 22
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet weergegeven....... 22
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn.................... 22
De stappentellingen op mijn toestel en mijn Garmin Connect
account komen niet overeen................................................ 22
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet te kloppen............... 22
Mijn minuten intensieve training knipperen.......................... 22
Meer informatie......................................................................... 22
Appendix....................................................................... 22
Gegevensvelden....................................................................... 22
Wielmaat en omvang................................................................ 25
Symbooldefinities......................................................................25
Index.............................................................................. 26
ii Inhoudsopgave

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt.

Widgets weergeven

Uw toestel wordt geleverd met diverse, vooraf geïnstalleerde widgets en als u uw toestel koppelt met een smartphone zijn er nog meer widgets beschikbaar.
• Selecteer UP of DOWN.
Het toestel bladert door de beschikbare widgets.
• Selecteer GPS om meer opties en functies voor een widget
weer te geven.

Overzicht van het toestel

Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen. Selecteer om het toestel in te schakelen.
LIGHT
Houd ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
CTRL
Selecteer om de activiteitenlijst weer te geven en een activiteit te starten of stoppen.
GPS
Selecteer om een optie te kiezen in een menu. Houd ingedrukt om GPS-coördinaten te bekijken en uw locatie
op te slaan.
Selecteer om terug te keren naar het vorige scherm. Houd ingedrukt om het klokmenu weer te geven.
BACK SET
Selecteer om door de widgets en menu's te bladeren. Houd ingedrukt om het hoogtemeter-, barometer- en kompas-
DOWN
scherm weer te geven.
ABC
Selecteer om door de widgets en menu's te bladeren. Houd ingedrukt om het menu weer te geven.
UP MENU

Het bedieningsmenu weergeven

Het bedieningsmenu bevat opties om bijvoorbeeld de modus Niet storen in te schakelen, de knoppen te vergrendelen of het toestel uit te schakelen.
OPMERKING: U kunt de opties toevoegen aan het bedieningsmenu, de volgorde ervan wijzigen en ze verwijderen (Het bedieningsmenu aanpassen, pagina 16).
Houd CTRL ingedrukt in een scherm.
1

Het toestel opladen

WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer. Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
Steek het kleine uiteinde van de USB-kabel in de oplaadpoort
1
op het toestel.
Steek het grote uiteinde van de USB-kabel in een USB-
2
oplaadpoort. Laad het toestel volledig op.
3

Uw smartphone koppelen met uw toestel

Om gebruik te maken van de connected functies van het Instinct toestel moet het rechtsreeks via de Garmin Connect™ app worden gekoppeld, in plaats van via de Bluetooth® instellingen op uw smartphone.
U kunt de Garmin Connect app via de app store op uw
1
telefoon installeren en openen. Houd uw smartphone binnen 10 m (33 ft.) van uw toestel.
2
Selecteer CTRL om het toestel in te schakelen.
3
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, is de koppelmodus ingeschakeld.
TIP: Als u de koppelingsmodus handmatig wilt activeren, kunt u MENU ingedrukt houden en Instellingen > Koppel telefoon selecteren.
Selecteer een optie om uw toestel toe te voegen aan uw
4
Garmin Connect account:
• Als dit het eerste toestel is dat u koppelt met de Garmin Connect app, volgt u de instructies op het scherm.
• Als u al een ander toestel vanuit de Garmin Connect app hebt gekoppeld via het of , selecteert u Garmin toestellen > Voeg toestel toe, en volgt u de instructies op het scherm.
Selecteer UP of DOWN om door de opties te bladeren.
2
Inleiding 1

Productupdates

Installeer Garmin Express™ (www.garmin.com/express) op uw computer. Installeer de Garmin Connect app op uw smartphone.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de volgende diensten voor Garmin® toestellen:
• Software-updates
• Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
• Productregistratie

Garmin Express instellen

Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
1
Ga naar www.garmin.com/express.
2
Volg de instructies op het scherm.
3

Activiteiten en apps

Uw toestel kan worden gebruikt voor binnen-, buiten-, sport- en fitnessactiviteiten. Wanneer u een activiteit start, worden de sensorgegevens weergegeven en vastgelegd op uw toestel. U kunt activiteiten opslaan en delen met de Garmin Connect community.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van fitnessgegevens.

Een activiteit starten

Als u een activiteit start, wordt GPS automatisch ingeschakeld (indien vereist).
Selecteer in de klok GPS.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer een activiteit uit uw lijst met favorieten.
• Selecteer en selecteer een activiteit uit de lange activiteitenlijst.
Ga naar buiten naar een plek met vrij zicht op de lucht tijdens
3
activiteiten waarvoor u een GPS-signaal nodig hebt, en wacht tot het toestel klaar is.
Het toestel is klaar als het uw hartslag weergeeft, GPS­signalen ontvangt (indien nodig) en verbinding maakt met uw draadloze sensoren (indien nodig).
Selecteer GPS om de timer te starten.
4
Het toestel legt alleen activiteitgegevens vast als de activiteitentimer loopt.

Tips voor het vastleggen van activiteiten

• Laad het toestel op voordat u aan de activiteit begint (Het
toestel opladen, pagina 1).
• Selecteer UP of DOWN om meer gegevenspagina's weer te geven.

Een activiteit stoppen

Selecteer GPS.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u de activiteit weer wilt hervatten, selecteert u Hervat.
• Als u de activiteit wilt opslaan en wilt terugkeren naar
horlogemodus, selecteert u Sla op > OK.
• Als u de activiteit wilt onderbreken en later wilt hervatten,
selecteert u Hervat later.
• Selecteer Terug naar start > TracBack om langs de
afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
• Selecteer Terug naar start > Rechte lijn om via het
meest directe pad naar het startpunt van uw activiteit te navigeren..
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
• Als u de activiteit wilt verwijderen en wilt terugkeren naar
horlogemodus, selecteert u Gooi weg > Ja.
OPMERKING: Na het stoppen van de activiteit, wordt deze na 30 minuten automatisch op het toestel opgeslagen.

Een aangepaste activiteit maken

Selecteer op de watch face GPS > Voeg toe.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Kopieer activiteit om uw aangepaste activiteit
te maken op basis van een van uw opgeslagen activiteiten.
• Selecteer Overig om een nieuwe aangepaste activiteit te
maken.
Selecteer indien nodig een activiteittype.
3
Selecteer een naam of voer een aangepaste naam in.
4
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een volgnummer, bijvoorbeeld: Fiets(2).
Selecteer een optie:
5
• Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan te passen. U kunt bijvoorbeeld de gegevensschermen of automatische functies aanpassen.
• Selecteer OK om de aangepaste activiteit op te slaan en te gebruiken.
Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te
6
voegen.

Binnenactiviteiten

Het Instinct toestel kan worden gebruikt voor training binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op een hometrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld.
Als hardlopen of wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden snelheid, afstand en cadans berekend met behulp van de versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de snelheid-, afstand- en cadansgegevens verbetert na een aantal hardloopsessies of wandelingen in de buitenlucht met behulp van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de nauwkeurigheid omlaag. U kunt gebruikmaken van een optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te leggen.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt (zoals een snelheids- of cadanssensor).

De loopbandafstand kalibreren

Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de loopband wilt vastleggen, kalibreert u de loopbandafstand nadat u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u verschillende loopbanden gebruikt, kunt u de loopbandafstand handmatig kalibreren op elke loopband of na elke hardloopsessie.
Start een loopbandactiviteit (Een activiteit starten, pagina 2)
1
en ren minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband. Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u GPS.
2
Selecteer een optie:
3
• Als u de loopbandafstand voor de eerste keer wilt kalibreren, selecteert u Sla op.
U wordt gevraagd de kalibratie van de loopband te voltooien.
• Als u de loopbandafstand na de eerste kalibratie handmatig wilt kalibreren, selecteert u Kalibreren/opsl > Ja.
2 Activiteiten en apps
Bekijk de gelopen afstand op het scherm van de loopband en
4
voer de afstand in op uw toestel.

Buitenactiviteiten

Het Instinct toestel wordt geleverd met een aantal vooraf geladen apps voor buitenactiviteiten, zoals hardlopen en fietsen. Bij buitenactiviteiten wordt GPS ingeschakeld. U kunt nieuwe activiteiten toevoegen op basis van standaardactiviteiten, zoals wandelen of roeien. U kunt ook aangepaste activiteiten aan uw toestel toevoegen (Een aangepaste activiteit maken, pagina 2).

Uw afdalingen weergeven

Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën of snowboarden vast met de functie Automatische afdaling. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor afdalingen tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe afdalingen worden automatisch geregistreerd op basis van uw bewegingen. De timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer afdaalt en wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de pauzestand staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling vervolgen om de timer weer te starten. U kunt de gegevens over de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer loopt.
Start een ski- of snowboardactiviteit.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Bekijk afdalingen.
3
Selecteer UP en DOWN om details over uw laatste afdaling,
4
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken. Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling weergegeven.

De metronoom gebruiken

De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een snellere, tragere of meer consistente cadans.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
Selecteer op de watch face GPS.
1
Selecteer een activiteit.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer de activiteitinstellingen.
4
Selecteer Metronoom > Status > Aan.
5
Selecteer een optie:
6
• Selecteer Slagen/minuut om een waarde in te voeren op
basis van de cadans die u wilt aanhouden.
• Selecteer Waarschuw.freq. om de frequentie van de
tikken aan te passen.
• Selecteer Geluiden om de toon en trillingen van de
metronoom aan te passen.
Selecteer zo nodig Bekijk om de metronoomtonen te
7
beluisteren voordat u gaat hardlopen. Ga hardlopen (Een activiteit starten, pagina 2).
8
De metronoom wordt automatisch gestart. Selecteer UP of DOWN tijdens het hardlopen om het
9
metronoomscherm weer te geven. Houd zo nodig MENU ingedrukt om de
10
metronoominstellingen te wijzigen.

Zwemmen

LET OP
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor zwemmen aan de oppervlakte. Duiken met het toestel kan schade aan het toestel veroorzaken en leidt ertoe dat de garantie komt te vervallen.
OPMERKING: Het toestel kan geen polshartslaggegevens vastleggen tijdens het zwemmen.

Zwemtermen

Baan: Eén keer de lengte van het zwembad. Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Er wordt een slag geteld elke keer dat uw arm
waaraan het toestel is bevestigd een volledige cyclus voltooit.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30 seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op. Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij golf, een lage score is beter dan een hoge.

Slagtypen

Identificatie van het type slag is alleen beschikbaar voor zwemmen in een zwembad. Het type slag wordt aan het eind van een baan weergegeven. Slagtypen worden weergegeven in uw zwemgeschiedenis en in uw Garmin Connect account. U kunt ook een slagtype selecteren als een aangepast gegevensveld (Gegevensschermen aanpassen, pagina 14).
Vrij Vrije slag
Terug Rugslag
Borst Borstslag
Vlinder Vlinderslag
Wissel Meerdere slagtypen in een interval
Training Voor het vastleggen van oefeningen (Training met het trai-
ningslog, pagina 3)

Tips voor zwemactiviteiten

• Volg de instructies op het scherm om de grootte van het zwembad te selecteren of een aangepaste grootte in te voeren voordat u een zwemactiviteit start.
Als u weer een zwemactiviteit in een zwembad start, gebruikt het toestel de grootte van dit zwembad. U kunt MENU ingedrukt houden, de activiteitsinstellingen selecteren en Grootte van bad selecteren om de grootte te wijzigen.
• Selecteer BACK om een rustpauze vast te leggen tijdens het zwemmen in een zwembad.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen voor zwemmen in een zwembad vast.

Rusten tijdens zwemmen in een zwembad

Op het standaardrustscherm worden twee rust-timers weergegeven. Ook worden het tijdstip en de afstand van het laatste voltooide interval weergegeven.
OPMERKING: Tijdens een rustperiode worden geen zwemgegevens vastgelegd.
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit BACK om een
1
rustperiode te starten. De schermweergave verandert in witte tekst op een zwarte
achtergrond en het rustscherm wordt weergegeven. Selecteer tijdens een rustperiode UP of DOWN om andere
2
gegevensschermen weer te geven (optioneel). Selecteer BACK en ga verder met zwemmen.
3
Herhaal de procedure voor volgende rustintervallen.
4

Training met het trainingslog

De trainingslogfunctie is alleen beschikbaar voor zwemmen in een zwembad. Met deze functie kunt u handmatig kick set­oefeningen, zwemoefeningen met één arm of andere zwemoefeningen vastleggen die afwijken van de vier belangrijkste zwemslagen.
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit UP of DOWN om het
1
oefeninglogscherm weer te geven.
Activiteiten en apps 3
Selecteer BACK om de oefeningstimer te starten.
2
Selecteer BACK na afloop van uw oefeninginterval.
3
De oefeningstimer stopt, maar de activiteitentimer blijft de hele zwemsessie vastleggen.
Selecteer een afstand voor de voltooide oefening.
4
Afstandsinstellingen worden gebaseerd op de voor het activiteitenprofiel geselecteerde zwembadafmetingen.
Selecteer een optie:
5
• Selecteer BACK als u een andere oefeninginterval wilt
starten.
• Selecteer UP of DOWN om terug te keren naar de
zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten.

Hartslagmeetfuncties

Dit Instinct toestel heeft een polshartslagmeter en is ook compatibel met borsthartslagmeters (apart verkrijgbaar). In de hartslagwidget kunt u hartslaggegevens bekijken. Als de gegevens van zowel de polshartslag als de borsthartslag beschikbaar zijn, gebruikt uw toestel de borsthartslaggegevens.

Hartslagmeter aan de pols

Het toestel dragen

• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting, mag het toestel tijdens het hardlopen of de training niet bewegen.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de achterkant van het toestel.
• Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 4 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
• Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over nauwkeurigheid.

Tips voor onregelmatige hartslaggegevens

Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het toestel omdoet.
• Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
• Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel niet wordt bekrast.
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
• Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw activiteit begint.
• Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
• Spoel het toestel na elke training af met schoon water.

De hartslagwidget gebruiken

De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm) en een grafiek van uw hartslag gedurende de afgelopen 4 uur weer.
Selecteer op de wijzerplaat UP of DOWN om de
1
hartslagwidget weer te geven. Selecteer GPS om de gemiddelde waarden van uw hartslag
2
in rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.

Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen

U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Instinct toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge toestel tijdens het fietsen of naar een VIRB® actiecamera tijdens een activiteit.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de levensduur van batterij.
Houd MENU ingedrukt vanuit de hartslagwidget.
1
Selecteer Opties.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Deel hartslag om nu te beginnen met het
verzenden van hartslaggegevens.
• Selecteer Zend uit bij activiteit om de hartslaggegevens
te verzenden tijdens activiteiten met tijdmeting (Een
activiteit starten, pagina 2).
Het Instinct toestel begint uw hartslaggegevens te verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagwidget bekijken terwijl u hartslaggegevens verzendt.
Koppel uw Instinct toestel met uw Garmin ANT+® compatibele
4
toestel. OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg uw gebruikershandleiding.
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
®

De polshartslagmeter uitschakelen

De standaardwaarde voor de instelling Polshartslag is Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de polshartslagmeter, tenzij u een ANT+ hartslagmeter koppelt met het toestel.
Houd MENU ingedrukt vanuit de hartslagwidget.
1
Selecteer Opties > Status > Uit.
2

Training

Uw gebruikersprofiel instellen

U kunt uw instellingen voor geslacht, geboortejaar, lengte, gewicht en hartslagzone bijwerken. Het toestel gebruikt deze informatie om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
Houd MENU ingedrukt.
1
Selecteer Instellingen > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.
3

Fitnessdoelstellingen

Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe te passen.
4 Hartslagmeetfuncties
• Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw training.
• Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen
van hartslagzones, pagina 5) gebruiken om de beste
hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden. Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de
rekenmachines die beschikbaar zijn op internet. Bij sommige sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de maximale hartslag te meten. De standaard maximale hartslag is 220 min uw leeftijd.

Hartslagzones

Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones berekend op basis van de percentages van uw maximale hartslag.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt afzonderlijke hartslagzones voor verschillende sportprofielen instellen, zoals hardlopen, fietsen en zwemmen. Stel uw maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige caloriegegevens tijdens uw activiteit. U kunt ook iedere hartslagzone en uw hartslag in rust handmatig opgeven. U kunt uw zones handmatig aanpassen op het toestel of via uw Garmin Connect account.
Houd op de watch face MENU ingedrukt.
1
Selecteer Instellingen > Gebruikersprofiel > Hartslag.
2
Selecteer Maximum hartslag en voer uw maximale hartslag
3
in. Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
4
U kunt de gemiddelde hartslag in rust op basis van uw toestel gebruiken, of u kunt een aangepaste hartslag in rust instellen.
Selecteer Zones > Op basis van.
5
Selecteer een optie:
6
• Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer %HSR om de zones als een percentage van uw
hartslagreserve weer te geven en te wijzigen (maximale hartslag min hartslag in rust).
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone.
7
Selecteer Sporthartslag toev en selecteer een sportprofiel
8
om een afzonderlijke hartslagzone in te stellen (optioneel).
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van
maximale hartslag
1 50–60% Ontspannen, comfortabel
2 60–70% Comfortabel tempo, iets
Waargenomen inspanning
tempo, regelmatige adem­haling
diepere ademhaling, gesprek voeren is mogelijk
Voordelen
Aerobische training voor beginners, verlaagt het stressni­veau
Standaardcardiovas­culaire training; korte herstelperiode
Zone % van
maximale hartslag
3 70–80% Gematigd tempo, gesprek
4 80–90% Hoog tempo en enigszins
5 90–100% Sprinttempo, kan niet lang
Waargenomen inspanning
voeren iets lastiger
oncomfortabel; zware ademhaling
worden volgehouden; ademhaling zwaar
Voordelen
Verbeterde aerobi­sche capaciteit, optimale cardiovascu­laire training
Verbeterde anaerobi­sche capaciteit en drempel, hogere snelheid
Anaerobisch en musculair uithou­dingsvermogen; meer kracht

Activiteiten volgen

De functie voor het volgen van activiteiten houdt uw dagelijkse stappentelling, afgelegde afstand, minuten intensieve training, opgelopen trappen, verbrande calorieën en slaapstatistieken bij voor elke vastgelegde dag. Uw verbrande calorieën omvatten uw gewone stofwisseling plus door activiteiten verbrande calorieën.
Het aantal stappen dat u gedurende de dag hebt gezet, wordt weergegeven in de stappenwidget. Het aantal stappen wordt regelmatig bijgewerkt.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van fitnessgegevens.

Automatisch doel

Uw toestel maakt automatisch een dagelijks stapdoel dat is gebaseerd op uw voorgaande activiteitenniveaus. Wanneer u tijdens de dag beweegt, toont het toestel hoe u het aantal
stappen van uw stapdoel nadert .
Als u de functie Automatisch doel niet wilt gebruiken, kunt u een persoonlijk stapdoel instellen via uw Garmin Connect account.

De bewegingswaarschuwing gebruiken

Langdurig zitten kan leiden tot ongewenste veranderingen in uw metabolisme. De bewegingswaarschuwingen sporen u aan om te blijven bewegen. Na een uur inactiviteit worden Beweeg! en de bewegingsbalk weergegeven. Vervolgens verschijnen extra segmenten in de balk na elke volgende 15 minuten inactiviteit. Het toestel laat ook een pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (Systeeminstellingen,
pagina 18).
Maak een korte wandeling (minimaal enkele minuten) om de waarschuwing te verwijderen.

Slaap bijhouden

Het toestel detecteert automatisch uw slaap wanneer u slaapt en het houdt uw bewegingen bij gedurende uw normale slaaptijden. U kunt uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account. Slaapstatistieken omvatten het totale aantal uren slaap, slaapniveaus en perioden van beweging tijdens de slaap. U kunt uw slaapstatistieken inzien via uw Garmin Connect account.
OPMERKING: Dutjes worden niet aan uw slaapstatistieken toegevoegd. U kunt de modus Niet storen gebruiken om de meldingen en waarschuwingen uit te schakelen; alarmen
Training 5
worden hierdoor niet uitgeschakeld (De modus Niet storen
gebruiken, pagina 6).
Uw slaap automatisch bijhouden
Draag het toestel terwijl u slaapt.
1
Upload uw slaapgegevens naar de Garmin Connect site
2
(Gegevens handmatig synchroniseren met Garmin Connect,
pagina 12).
U kunt uw slaapstatistieken inzien via uw Garmin Connect account.
De modus Niet storen gebruiken
U kunt de modus Niet storen gebruiken om de schermverlichting, geluidssignalen en trilsignalen uit te schakelen. U kunt deze modus bijvoorbeeld gebruiken als u slaapt of naar een film kijkt.
OPMERKING: U kunt uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account. U kunt de optie Slaaptijd inschakelen in de systeeminstellingen om de modus Niet storen automatisch te activeren tijdens uw normale slaaptijden (Systeeminstellingen, pagina 18).
Houd CTRL ingedrukt.
1
Selecteer .
2

Minuten intensieve training

Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de World Health Organization, ten minste 150 minuten activiteit per week met gemiddelde inspanning, zoals wandelen met verende tred, of 75 minuten activiteit per week met intensieve inspanning, zoals hardlopen.
Het toestel registreert de intensiviteit van uw activiteit en de tijd die u besteedt aan activiteiten van gemiddelde tot hoge intensiviteit (hartslaggegevens zijn vereist om hoge intensiviteit te kwantificeren). Om het aantal minuten dat u per week wilt besteden aan een intensieve activiteit te behalen, moet u deelnemen aan ten minste 10 opeenvolgende activiteiten van gemiddelde tot hoge intensiviteit. Het toestel telt het aantal minuten gemiddelde intensiviteit op bij het aantal minuten hoge intensiviteit. Na optelling is het totale aantal minuten hoge intensiviteit verdubbeld.
Minuten intensieve training opbouwen
Uw Instinct toestel berekent het aantal minuten intensieve training door uw hartslaggegevens te vergelijken met uw gemiddelde hartslag in rust. Als de hartslag is uitgeschakeld, berekent het toestel het aantal minuten gemiddelde inspanning door het aantal stappen per minuut te analyseren.
• Begin een activiteit met tijdmeting voor de meest nauwkeurige berekening van het aantal minuten intensieve training.
• Sport minimaal 10 minuten bij een gemiddeld of inspannend intensiteitsniveau.
• Draag uw toestel dag en nacht om uw hartslag in rust zo nauwkeurig mogelijk te meten.
Garmin Move IQ™ gebeurtenissen
De functie Move IQ detecteert automatisch activiteitspatronen van minimaal 10 minuten, zoals wandelen, hardlopen, fietsen, zwemmen en cross-trainen. U kunt het type en de duur van de gebeurtenis weergeven op uw Garmin Connect tijdlijn, maar deze worden niet weergegeven in uw lijst met activiteiten, snapshots of nieuwsfeed. U kunt een activiteit met tijdmeting vastleggen op uw toestel als u meer details en nauwkeurigheid wenst.

Instellingen voor activiteiten volgen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Activiteiten volgen.
Status: Hiermee wordt de functie voor het volgen van
activiteiten uitgeschakeld.
Bewegingsmelding: Geeft een bericht en de bewegingsbalk
weer op de digitale watch face en het stappenscherm. Het toestel laat ook een pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (Systeeminstellingen, pagina 18).
Doelwaarschuwingen: Hiermee kunt u doelwaarschuwingen in-
en uitschakelen. Doelwaarschuwingen worden weergegeven voor uw dagelijkse stappendoel, het doel voor het dagelijkse aantal opgelopen trappen en het doel voor het wekelijkse aantal minuten intensieve training.
Move IQ: Hiermee kunt u Move IQ gebeurtenissen in- en
uitschakelen.
Activiteiten volgen uitschakelen
Als u het volgen van activiteiten uitschakelt, worden het aantal stappen, het aantal opgelopen trappen, het aantal minuten intensieve training, uw slaaptijd en Move IQ gebeurtenissen niet vastgelegd.
Houd MENU ingedrukt.
1
Selecteer Instellingen > Activiteiten volgen > Status > Uit.
2

Workouts

U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en calorieën. U kunt workouts maken met Garmin Connect of een trainingsplan selecteren met ingebouwde workouts van Garmin Connect en deze overzetten naar uw toestel.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.

Een workout vanuit Garmin Connect volgen

Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 11).
Selecteer een optie:
1
• Open de Garmin Connect app.
• Ga naar connect.garmin.com. Maak een workout en sla deze op.
2
Selecteer of Verzend naar toestel.
3
Volg de instructies op het scherm.
4

Een workout beginnen

Voordat u een workout kunt beginnen, moet u een workout downloaden van uw Garmin Connect account.
Selecteer op de wijzerplaat GPS.
1
Selecteer een activiteit.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Training > Mijn workouts.
4
Selecteer een workout.
5
OPMERKING: Alleen workouts die compatibel zijn met de
geselecteerde activiteit worden in de lijst weergegeven. Selecteer Start workout.
6
Selecteer GPS om de timer te starten.
7
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende onderdelen van de workout, stapnotities (optioneel), het doel (optioneel) en de huidige workoutgegevens weer.

De trainingsagenda

De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden. Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden, worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
6 Training
Loading...
+ 22 hidden pages