Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw
boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin® Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
◦ Zelftappende houtschroeven met een ronde kop of bouten
met een ronde kop met grootte #8 of een diameter van
4 mm (5/32 inch)
◦ Ringen en moeren in de juiste maat (indien er bouten
worden gebruikt)
◦ Boortjes in de juiste maat voor het boren van het
voorboorgat
Aandachtspunten bij de montage
Het toestel kan op de meegeleverde steun worden gemonteerd,
of in het dashboard met de set voor verzonken montage (los
verkrijgbaar).
Bepaal eerst de locatie van de verschillende onderdelen,
voordat u een onderdeel van het toestel permanent installeert.
• Op de montageplek moet het scherm duidelijk zichtbaar en
de knoppen makkelijk te bedienen zijn.
• De montageplek moet sterk genoeg zijn om het gewicht van
het toestel en de voet te dragen.
• De kabels moeten lang genoeg zijn om de onderdelen met
elkaar en met de voeding te verbinden.
• De kabels kunnen onder de beugelsteun of achter het toestel
worden geleid.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
LET OP
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw
boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Contact opnemen met Garmin Product
Support
• Ga naar www.garmin.com/support voor supportinformatie
voor uw land.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en boren
• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• Watervaste kit
• Moersleutel of dopsleutel van 3/8 inch
• Afdekband
• Hardware voor de draaivoet (niet meegeleverd)
Het toestel verzonken monteren
KENNISGEVING
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u metaal gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier,
kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen. Gebruik indien
mogelijk plastic gereedschap.
De sjabloon voor verzonken montage en het
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel te
monteren in uw dashboard.
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
1
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
Bevestig de sjabloon op de gekozen montageplaats.
2
Maak met een boor van 9,5 mm (3/8 inch) een of meer gaten
3
in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om
het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
4
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
5
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om het gat heel
6
precies op maat te krijgen.
OPMERKING: Niet alle toestellen beschikken over
7
trimkapjes.
Wrik voorzichtig de hoeken van de trimkapjes À met een plat
stukje plastic of een schroevendraaier en schuif het
gereedschap naar het midden Á om de trimkapjes te
verwijderen.
Augustus 2015Gedrukt in Taiwan190-01834-75_0B
Page 2
Zorg ervoor dat de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd
8
met de boorgaten op de sjabloon.
Als de montagegaten op het toestel niet zijn uitgelijnd,
9
markeert u de nieuwe locaties van de boorgaten.
Gebruik een boor van 3,2 mm (1/8 inch) om de gaatjes te
10
boren.
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
11
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
12
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
OPMERKING: Bedek ongebruikte aansluitingen met de
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
Installeer de rubberen pakkingstukken aan de achterzijde van
13
het toestel.
De delen van de rubberen pakking hebben een zelfklevende
strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat
u deze delen bevestigt aan het toestel.
Verwijder de 10 mm M6x1 kruiskopschroef À en maak de
1
draaivoet Á los van het voetstuk Â.
Richt de draaivoet zodanig dat de doorvoergaten à de juiste
2
richting op staan.
Gebruik de draaivoet als sjabloon, markeer de locaties waar
3
u wilt voorboren Ä.
Markeer het gat voor de kabeldoorgang Å.
4
Plaats het toestel in de houder.
14
Zet elke kabel goed vast aan een poort op de houder.
15
Plaats de vergrendelingsbeugel over de kabels.
16
Plaats het toestel in de opening.
17
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
18
meegeleverde schroeven.
Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
19
rondom het toestel.
De draaivoet installeren
Voorbereidingen treffen om kabels onder het montageoppervlak te leiden
KENNISGEVING
Gebruik schroeven of bouten met een bolle kop voor het
bevestigen van de draaivoet. Schroeven of bouten met
verzonken kop beschadigen de voet.
Voordat u de draaivoet kunt voorbereiden, moet u de locatie
kiezen waar u het voetstuk wilt installeren en bepalen of u het
voetstuk wilt bevestigen met schroeven of bouten.
Boor de drie voorboorgaten met de juiste boor.
5
Gebruik een 16 mm (5/8 in.) boor om een gat door het
6
montageoppervlak te boren op de locatie die u hebt
gemarkeerd in stap 4.
De draaivoet bevestigen zonder de kabels door de
montagevoet te voeren
U moet deze procedure alleen voltooien als u geen stroom- en
transducerkabels onder het montageoppervlak en door de
draaivoet wilt laten lopen.
Plaats het voetstuk À op het montageoppervlak en bevestig
1
deze met de juiste schroeven of bouten Á.
Plaats de draaivoet op het voetstuk en zet de 10 mm M6×1
2
kruiskopschroef weer vast.
Dicht de kabelgaten af met waterdichte kit.
3
2echoMAP
40/50 serie installatie-instructies
Page 3
De draaivoet bevestigen als de kabels door de
montagevoet heen zijn geleid
U moet deze procedure alleen voltooien wanneer u de
voedings- en transducerkabels onder het montageoppervlak en
door de draaivoet laat lopen.
Leid de kabels door het middengat van 16 mm (5/8 in.) dat u
1
hebt geboord tijdens de voorbereidingen om kabels onder het
montageoppervlak te leiden.
Plaats het voetstuk op het montageoppervlak.
2
Leid de kabels door de kabelgaten.
3
Bevestig het voetstuk losjes met de juiste schroeven of
4
bouten.
Plaats de draaivoet op het voetstuk, maar bevestig deze niet.
5
Plaats de houder of het toestel in de draaivoet (Het toestel in
6
de houder installeren, pagina 3).
Trek de stroom- en transducerkabels ver genoeg door, zodat
7
de draaivoet genoeg speling heeft om volledig in de
gewenste posities te draaien wanneer de kabels zijn
aangesloten.
Verwijder de houder en de draaivoet van het voetstuk.
8
Breng watervaste kit aan op het middengat van 16 mm (5/
9
inch) en op de kabelgaten.
Maak het voetstuk stevig vast met de juiste schroeven of
10
bouten.
Plaats de draaivoet op het voetstuk en bevestig deze met de
11
bijgeleverde 10 mm M6×1 kruiskopschroef.
8
De houder installeren in de draaivoet
Trek de vergrendelingsarm À omhoog.
1
Volg de meegeleverde instructies om uw transducer correct
1
te installeren op uw boot.
Leid de transducerkabel naar de achterkant van uw toestel,
2
verwijderd van bronnen die elektronische interferentie
kunnen veroorzaken.
Sluit de transducerkabel aan op de juiste poort van uw
3
toestel.
De kabels aansluiten op de houder
De connectors op de kabels zijn genummerd, zodat ze in de
juiste poorten op het toestel of de houder passen. De
aangesloten kabels worden op hun plek gehouden door een
vergrendelingsbeugel.
Verwijder de kabelvergrendelingsbeugel van de houder.
1
Vergelijk de kleine inkepingen À op elke kabelconnector met
2
de nummers op elke poort om te bepalen welke kabel bij
welke poort hoort.
Zet elke kabel goed vast aan een poort.
3
Plaats de vergrendelingsbeugel Á over de kabels en schuif
4
de beugel omlaag om de kabels op hun plek te houden.
Plaats de houder in de draaivoet Á.
2
Plaats de draaivoet in de gewenste kijkhoek.
3
Druk de vergrendelingsarm omlaag.
4
De kabels en connectors installeren
Verbinden met de voeding
Geleid de voedingskabel van de draaivoet naar de accu of
1
zekeringenkast van de boot.
Verleng de draden indien nodig met een draad van .52 mm
2
(20 AWG) of dikker.
Sluit de rode draad aan op het positieve aansluitpunt van de
3
accu of zekeringenkast en sluit de zwarte draad aan op het
negatieve aansluitpunt.
Het toestel op een transducer aansluiten
OPMERKING: De simulatormodus wordt ingeschakeld voor het
toestel indien de verbinding tussen het toestel en de transducer
niet is beveiligd.
Ga naar www.garmin.com of neem contact op met uw lokale
Garmin dealer om te bepalen welke transducer het beste
aansluit op uw behoeften.
echoMAP 40/50 serie installatie-instructies3
2
U hoort een duidelijke klik wanneer de vergrendelingsbeugel
correct is geïnstalleerd.
Het toestel in de houder installeren
Als uw toestel een houder gebruikt en u hebt de kabels
aangesloten op de houder, kunt u het toestel snel in de houder
plaatsen, zonder dat u kabels hoeft aan te sluiten.
Plaats het voetstuk van het toestel onder in de houder.
1
Kantel het toestel in de richting van de houder totdat deze op
2
zijn plek zit.
U hoort een duidelijke klik wanneer het toestel correct in de
houder is geïnstalleerd.
Het toestel uit de houder nemen
Druk op de ontgrendelingshendel À op de houder tot het
1
toestel is ontgrendeld.
Page 4
Kantel het toestel naar voren en haal het uit de houder.
+
-
2
Draadboom
• De draadboom verbindt het toestel met de voeding en
NMEA® 0183 toestellen.
• Het toestel heeft een interne NMEA 0183 poort die wordt
gebruikt om NMEA
sluiten.
• Gebruik draden met een doorsnede van .52 mm2 (20 AWG)
of groter als de voedings- of aardedraden moeten worden
verlengd.
• Als u de NMEA 0183 draden of alarmdraden moet verlengen,
moet u daarvoor draden met een doorsnede van 0,33 mm
(22 AWG) gebruiken.
OnderdeelDraadfunctieDraadkleur
À
Á
Â
Ã
NMEA 0183 interne poort Rx (in)Bruin
NMEA 0183 interne poort Tx (uit)Blauw
Aarding (voeding en NMEA 0183)Zwart
VoedingRood
De kabelgeleider verbinden met voeding
Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het
1
toestel.
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
2
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
• Raadpleeg de installatie-instructies die bij uw NMEA 0183
compatibele toestel zijn geleverd voor informatie over hoe u
de polen A (+) en B (-) van de zendende (Tx) en
ontvangende (Rx) draden kunt herkennen.
Aansluitschema voor de NMEA 0183
OnderdeelBeschrijving
À
Á
Â
0183 compatibele toestellen aan te
Voedingsbron met 12 V gelijkstroom
Kabelgeleider
NMEA 0183-compatibel toestel
2
Onderdeel Functie van
Ê
Ë
Ì
Í
Garmin-draad
VoedingRoodVoeding
AardingZwartAarding gegevens
TxBlauwRx/A (+)
RxBruinTx/A (+)
Kleur van
Garmin-draad
Functie van draad
NMEA 0183-toestel
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
Schakel de kaartplotter in.
1
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
2
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
Volg de instructies op het scherm.
3
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
4
Het toestel werkt weer normaal zodra het softwareupdateproces is voltooid.
Verwijder de geheugenkaart.
5
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de softwareupdate niet voltooid.
Specificaties
ToestelSpecificatieWaarde
echoMAP 40 Afmetingen (B×H×D)10,2 x 16,8 x 4,6 cm (4 x 6,6 x
Schermgrootte (B×H)5,4 x 9,5 cm (2,1 x 3,7 in.)
Gewicht0,4 kg (0,9 lbs.)
IngangsspanningVan 10 tot 18 V gelijkstroom
Max. vermogen5 W
Kompasveilige afstand 20 cm (8 in.)
echoMAP 50 Afmetingen (B×H×D)17,3 x 13,5 x 4,4 cm (6,81 x
Schermgrootte (B×H)9 x 9 cm (3,54 x 3,54 in.)
Gewicht0,58 kg (1,28 lbs.)
IngangsspanningVan 10 tot 20 V gelijkstroom
Max. vermogen7,1 W
Kompasveilige afstand 75 cm (29,5 in.)
Alle modellen TemperatuurbereikVan -15° tot 55°C (van 5° tot
MateriaalPolycarbonaat
WaterbestendigheidIEC 60529 IPX7
Zendvermogen (RMS)** 500 W
Maximale diepte***701 m (2300 ft) bij 77 kHz
Frequenties****• Traditioneel: 50, 77 of
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water
tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga
voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
**Afhankelijk van transducerrating en diepte.
***Maximale diepte, afhankelijk van transducer, zoutgehalte,
bodemsoort en andere watercondities.
****Afhankelijk van het echoMAP model.
1,8 in.)
5,35 x 1,73 in.)
131°F)
200 kHz
• DownVü: 260 of 455 kHz.
4echoMAP
40/50 serie installatie-instructies
Page 5
NMEA
0183-informatie
TypeTelegramBeschrijving
ZendenGPAPBAPB: Koers- of spoorcontrole
(stuurautomaat) telegram 'B'
GPBODBOD: Richting (beginpunt naar
bestemming)
GPBWCBWC: Richting en afstand tot
via-punt
GPGGAGGA: GPS-positiegegevens
(Global Positioning System)
GPGLLGLL: Geografische positie
(breedtegraad en lengtegraad)
GPGSAGSA: GNSS-DOP en actieve
satellieten
GPGSVGSV: GNSS-satellieten in
weergave
GPRMBRMB: Aanbevolen minimale
navigatie-informatie
GPRMCRMC: Aanbevolen minimale
specifieke GNSS-gegevens
GPRTERTE: Routes
GPVTGVTG: Grondkoers en -snelheid
GPWPLWPL: Locatie van via-punt
GPXTEXTE: Koersfout
PGRMEE: Geschatte fout
PGRMMM: Kaartdatum
PGRMZZ: Hoogte
SDDBTDBT: Diepte onder transducer
SDDPTDPT: Diepte
SDMTWMTW: Watertemperatuur
SDVHWVHW: Watersnelheid en koers
OntvangenDPTDiepte
DBTDiepte onder transducer
MTWWatertemperatuur
RMC/GGA/GLLGPS-positie
VHWWatersnelheid en koers
WPLLocatie van via-punt
DSCDSC-gegevens (Digital
Selective Calling)
DSEUitgebreide Digital Selective
Calling
HDGKoers, afwijking en variatie
HDMKoers, magnetisch
MWDWindrichting en -snelheid
MDAMeteorologische composiet
MWVWindsnelheid en -hoek
VDMAIS VHF Data Link-bericht
U kunt de volledige informatie over NMEA-indeling (National Marine
Electronics Association) en telegrammen aanschaffen bij: NMEA,
Seven Riggs Avenue, Severna Park, MD 21146 USA (www.nmea.org)
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
echoMAP™ is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
NMEA® is een geregistreerd handelsmerk van de National Marine Electronics
Association.