Garmin echo 201, echo 201dv, echo 301c, echo 501c, echo 301dv User manual [nl]

...
Page 1
echo™ 200, 300 en 500 serie
Gebruikershandleiding
December 2013 190-01709-35_0A Gedrukt in Taiwan
Page 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. echo™ is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Page 3

Inhoudsopgave

Inleiding.......................................................................... 1
Het toestel registreren................................................................ 1
Contact opnemen met Garmin Product Support........................ 1
Uitleg over de handleiding......................................................... 1
Numerieke waarden opgeven.................................................... 1
Aan de slag..................................................................... 1
Knoppen..................................................................................... 1
Het toestel automatisch inschakelen......................................... 1
De schermverlichting aanpassen............................................... 1
Het kleurenschema aanpassen................................................. 1
De kleurmodus instellen............................................................. 1
Transducertype selecteren........................................................ 1
Het contrast aanpassen............................................................. 1
De zoemer instellen................................................................... 1
Time-out van menu.................................................................... 2
Snel aanpassen gebruiken........................................................ 2
Pagina's.......................................................................... 2
Een pagina selecteren............................................................... 2
De pagina Volledig scherm........................................................ 2
De pagina Splitszoom................................................................ 2
De pagina Gesplitste frequentie................................................. 2
Instellingen voor logpagina........................................................ 2
De pagina Flitser........................................................................ 3
Pagina Cijfers............................................................................. 3
De kilometerteller herstellen...................................................... 3
Echolood.........................................................................3
DownVü echoloodweergave...................................................... 3
Echoloodfrequenties.................................................................. 3
Het bereik van de diepteschaal aanpassen............................... 3
De zoominstelling aanpassen.................................................... 3
Het scherm op de bodem van het water vastzetten................... 4
Het echoloodscherm onderbreken............................................. 4
De echoloodgeschiedenis weergeven....................................... 4
De schuifsnelheid van het echoloodscherm instellen................ 4
De dieptelijn weergeven en aanpassen..................................... 4
De presentatie van zwevende doelen instellen.......................... 4
De a-scope inschakelen............................................................. 4
Instellingen voor ruis en de versterking van het echoloodscherm
Alarmen...................................................................................... 5
Cijferinstellingen van het echolood............................................ 5
Systeeminstellingen................................................................... 5
Maateenheden instellen............................................................. 5
De fabrieksinstellingen herstellen.............................................. 5
Kalibratie.........................................................................5
De kielcorrectie instellen............................................................ 5
De watertemperatuurcorrectie instellen..................................... 6
De watersnelheidsensor kalibreren............................................ 6
Appendix.........................................................................6
Specificaties............................................................................... 6
De behuizing schoonmaken....................................................... 6
Het scherm schoonmaken......................................................... 6
Softwarelicentieovereenkomst................................................... 6
Index................................................................................8
......................................................................... 4
Inhoudsopgave i
Page 4
Page 5

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Het toestel registreren

Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.
Hiermee selecteert u paginaopties.
Hiermee schakelt u het toestel aan of uit en wordt de achtergrondverlichting aangepast.

Het toestel automatisch inschakelen

U kunt instellen dat het toestel automatisch aangaat als de stroom wordt ingeschakeld. Anders moet u selecteren.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Automatisch
inschakelen > Aan.

De schermverlichting aanpassen

Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Schermverlichting.
1
Selecteer en .
2

Contact opnemen met Garmin Product Support

• Ga naar www.garmin.com/support en klik op Contact Support voor ondersteuningsinformatie in uw regio.
• Bel in de VS met (913) 397.8200 of (800) 800.1020.
• Bel in het VK met 0808 2380000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870.8501241.

Uitleg over de handleiding

In deze handleiding wordt de term “selecteren” gebruikt om naar de volgende acties te verwijzen.
• Een menu-item markeren en drukken op ENTER.
• Drukken op knoppen zoals ENTER of MENU.
Als u wordt gevraagd om menu-items te selecteren, ziet u mogelijk kleine pijltjes in de tekst. Deze geven aan dat u een serie items moet selecteren met behulp van en , en dat u
ENTER moet selecteren na ieder item. Voor "selecteer MENU > Echolood pauzeren/opwinden," selecteert u bijvoorbeeld MENU, en vervolgens of totdat Echolood pauzeren/ opwinden wordt gemarkeerd. Selecteer vervolgens ENTER.

Numerieke waarden opgeven

U kunt numerieke waarden opgeven als u alarmen of een offset instelt.
Selecteer en om de eerste numerieke waarde te
1
selecteren. Selecteer of ENTER om naar het volgende cijfer te gaan.
2
Herhaal stap 1 en 2 om alle numerieke waarden te wijzigen.
3

Aan de slag

Het kleurenschema aanpassen

Op toestellen uit de echo 300 en 500 serie, kunt u een kleurenschema instellen voor alle echoloodschermen.
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
1
Kleurenschema.
Selecteer een kleurenschema.
2

De kleurmodus instellen

Op toestellen uit de echo 300 en 500 serie kunt u de kleurmodus van het echoloodscherm instellen voor gebruik overdag of 's nachts.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Kleurmodus.
1
Selecteer Dag of Nacht.
2

Transducertype selecteren

Voordat u het transducertype kunt selecteren, moet u weten welk transducertype u in uw bezit hebt.
U moet mogelijk het transducertype selecteren om de echolood correct te laten functioneren.
Selecteer vanuit een echoloodweergave MENU > Stel in >
1
Echoloodinstelling > Transducertype.
Selecteer een optie:
2
• Als u een transducer met dubbele bundel hebt voor frequenties van 200 of 77 kHz, selecteert u Dubbele bundel.
• Als u een transducer met dubbele frequentie hebt voor frequenties van 200 of 50 kHz, selecteert u Dubbele frequentie.
• Als u een DownVü transducer hebt, selecteert u DownVü.
• Als u een ander type transducer hebt, selecteert u deze in de lijst.

Knoppen

Het contrast aanpassen

OPMERKING: De functie is niet op alle toestellen beschikbaar.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Contrast.
1
Selecteer of .
2
TIP: Houd of ingedrukt om snel grote aanpassingen
door te voeren. Selecteer ENTER.
3

De zoemer instellen

MENU Hiermee kunt u een lijst met alle opties weergeven en verbergen.
ENTER Hiermee selecteert u een menu-item.
Hiermee schuift u door opties of wijzigt u instellingen.
Inleiding 1
U kunt instellen wanneer het toestel geluiden afspeelt.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Zoemer.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u het toestel geluid wilt laten geven als u een item selecteert en als er een alarm wordt geactiveerd, selecteert u Aan.
Page 6
• Als u het toestel alleen geluid wilt laten geven als er alarmen worden geactiveerd, selecteert u Alleen
alarmen.

Time-out van menu

Als een menu meer dan 15 seconden is geopend en er niets wordt geselecteerd, wordt het menu gesloten en het vorige scherm weergegeven.

Snel aanpassen gebruiken

Nadat u een instelling hebt aangepast en naar een pagina bent teruggekeerd, kunt u snel terug naar de opties voor instellingen.
Selecteer of .

Pagina's

Via het menu Pagina's kunt u echoloodgegevens in verschillende indelingen bekijken.

Een pagina selecteren

Selecteer MENU > Pagina's.
1
Selecteer een pagina.
2
TIP: Op toestellen uit de echo 200 en 500 serie kunt u het
menu Pagina's snel openen door in een willekeurig scherm of te selecteren.

De pagina Volledig scherm

Op de pagina Volledig scherm kunt u een volledige grafiek van de echoloodmetingen van een transducer bekijken.
Selecteer in het menu Pagina's Traditioneel of DownVü.
À Á Â
Ingezoomde diepteschaal
Zoomvenster
Dieptebereik

De breedte van het zoomscherm vergroten

U kunt de breedte van het vergrote gedeelte van de pagina Splitszoom vergroten.
Selecteer op de pagina Splitszoom achtereenvolgens MENU > Stel in > Echoloodinstelling > Gesplitste grootte >
Groot.

De pagina Gesplitste frequentie

Op de pagina Gesplitste frequentie kunt u twee frequenties bekijken.
OPMERKING: U moet in het bezit zijn van een transducer met dubbele bundel of dubbele frequentie om de pagina Gesplitste frequentie te kunnen gebruiken.
Selecteer MENU > Pagina's > Gesplitste frequentie.
Bodemdiepte
À
Watertemperatuur
Á
Watersnelheid (als er een transducer die de watersnelheid kan meten is
Â
aangesloten).
Zwevende doelen
Ã
Transducerfrequentie
Ä
Schermdiepte terwijl het beeld van rechts naar links gaat.
Å

De pagina Splitszoom

Op de pagina Splitszoom wordt rechts op het scherm een grafische voorstelling van de echoloodmetingen weergegeven, en een uitvergroot deel hiervan ziet u links op het scherm.
Selecteer MENU > Pagina's > Splits zoom.
2 Pagina's

Instellingen voor logpagina

Selecteer MENU > Pagina's > Log. Diepte: Geeft een grafisch log weer van de dieptemetingen
afgezet tegen de tijd.
Duur van het dieptelog: Hiermee stelt u de tijdschaal van het
dieptelog in. Als u de duur vergroot, worden dieptevariaties over een langere periode weergegeven. Als u de duur verkleint, worden meer details over een kortere periode weergegeven.
Schaal: Hiermee stelt u de schaal van het dieptebereik in. Als u
de schaal vergroot, worden grotere verschillen in diepte weergegeven. Als u de schaal verkleint, worden meer details van de verschillen weergegeven. Auto past het scherm zo aan dat alle logwaarden binnen de geselecteerde duur worden weergegeven.
Temperatuur: Geeft een grafisch log weer van de
watertemperatuur afgezet tegen de tijd. Als u de schaal vergroot, worden grotere verschillen in temperatuur weergegeven. Als u de schaal verkleint, worden meer details
Page 7
binnen de verschillen weergegeven. Auto past het scherm zo aan dat alle logwaarden binnen de geselecteerde duur worden weergegeven.

De pagina Flitser

Op de pagina Flitser wordt echoloodinformatie in een ronde diepteschaal weergegeven. U ziet dan wat zich onder uw boot bevindt. De schaal ziet eruit als een ring die bovenaan begint en met de klok mee oploopt. De diepte wordt aangegeven door de schaal in de ring. Er knippert echoloodinformatie op de ring als die op de aangegeven diepte wordt ontvangen. De kleuren geven verschillende sterkten van de echoloodresultaten weer.
Selecteer MENU > Pagina's > Flitser.
Diepte op uw huidige locatie
À
Diepteschaal
Á

Pagina Cijfers

Op de pagina Cijfers kunt u numerieke gegevens bekijken in plaats van een grafiek van de informatie.
Selecteer MENU > Pagina's > Cijfers.

De kilometerteller herstellen

Voordat u de kilometerteller opnieuw kunt instellen, moet u het toestel aansluiten op een transducer met een snelheidswiel.
Selecteer op de pagina Cijfers MENU > Herstel tripteller.

Echolood

De pagina Volledig scherm, de pagina Splitszoom, de pagina Gesplitste frequentie en de pagina Flitser geven een weergave van het gebied onder uw boot. U kunt deze echoloodweergaven aanpassen.
OPMERKING: Niet alle toestellen beschikken over deze functies.

DownVü echoloodweergave

OPMERKING: Niet alle modellen ondersteunen DownVü
echoloodtechnologie en transducers. OPMERKING: Als u DownVü scanning sonar wilt ontvangen,
hebt u een compatibele kaartplotter of viszoeker en een compatibele transducer nodig.
DownVü hoge-frequentie echolood biedt een duidelijker beeld onder de boot, waardoor u een gedetailleerdere weergave krijgt van structuren waar de boot overheen gaat.
Traditionele transducers zenden een kegelvormige bundel uit. De DownVü scanning sonar technologie zendt een smalle bundel uit, vergelijkbaar met de vorm van de lichtbundel in een kopieerapparaat. Deze bundel geeft een duidelijkere afbeelding van wat er zich onder de boot bevindt.

Echoloodfrequenties

OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk van
de gebruikte transducer. Door de frequentie in te stellen, past u het echolood aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte. Hogere frequenties maken gebruik van smallere bundels en zijn
daarom beter voor snelle weergave en bij een ruwe zee. De weergave van bodem en thermoclines (inversielagen) kan beter zijn wanneer u een hogere frequentie gebruikt.
Lagere frequenties maken gebruik van bredere bundels, die een groter gebied bestrijken en de visser meer doelen laten zien, maar kunnen ook meer oppervlakteruis genereren en de continuïteit van bodemsignalen verslechteren bij een ruwe zee. Bredere bundels genereren grotere visbogen, waardoor ze ideaal zijn voor het opsporen van vis. Bredere bundels werken ook beter in diep water, omdat de lagere frequentie beter doordringt in diep water. Ze kunnen ook worden gebruikt om te zoeken naar structuren zoals stapels takken op de bodem.
Wanneer u twee frequenties tegelijk gebruikt op de pagina Gesplitste frequentie, kunt u dieper kijken met de lagere frequentie en tegelijkertijd meer details zien met de hogere frequentie.

Een frequentie selecteren

Selecteer MENU.
1
Selecteer Frequentie of FREQUENTIE.
2
Selecteer een frequentie.
3

Het bereik van de diepteschaal aanpassen

U kunt het bereik van de rechts in het scherm weergegeven diepteschaal aanpassen. Automatisch bereik houdt de bodem in het onderste eenderde gedeelte van het echoloodscherm, en kan handig zijn voor het volgen van de bodem wanneer er geleidelijke of minder grote dieptewijzigingen zijn.
Wanneer de diepte plotseling verandert, bijvoorbeeld bij een klif of breuk, kunt u door middel van een handmatige aanpassing het door u opgegeven dieptebereik weergeven. De bodem wordt op het scherm weergegeven zolang de bodem zich binnen het handmatig ingestelde bereik bevindt.
Selecteer MENU > Bereik.
1
Selecteer een optie.
2
• Als u het toestel het bereik automatisch wilt laten aanpassen op basis van de diepte, selecteert u Auto.
• Als u het bereik handmatig wilt vergroten of verkleinen, selecteert u Handmatig en vervolgens of .
OPMERKING: Als u het bereik op één pagina instelt, geldt die instelling voor alle pagina's.

De zoominstelling aanpassen

U kunt de zoominstelling handmatig aanpassen door het bereik en een vaste begindiepte in te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer het dieptebereik 15 meter en de begindiepte 5 meter is, geeft het toestel een vergroot gebied tussen 5 meter diep en 20 meter diep weer.
U kunt de zoominstelling ook automatisch door het toestel laten instellen door een bereik op te geven. Het toestel berekent het zoomgebied dan vanaf de bodem van het water. Als u bijvoorbeeld een bereik van 10 meter selecteert, geeft het toestel een vergroot gebied weer vanaf de bodem van het water tot 10 meter boven de bodem.
Selecteer MENU > Zoom.
1
Selecteer Handmatig zoomen of Autozoom.
2
Selecteer Bereik en vervolgens of om de vergroting
3
van het ingezoomde gebied te vergroten of te verkleinen.
Echolood 3
Page 8
Selecteer zo nodig Diepte om het ingezoomde venster naar
4
boven of beneden bij te stellen. OPMERKING: Het ingezoomde venster volgt de bodem
alleen in de automatische modus.

Het scherm op de bodem van het water vastzetten

U kunt het scherm vastzetten op de bodem van het water. Als u bijvoorbeeld een bereik van 20 meter selecteert, geeft het toestel een gebied weer vanaf de bodem van het water tot 20 meter boven de bodem. Het bereik wordt aan de rechterkant weergegeven.
Selecteer in een echoloodweergave MENU > Zoom >
1
Bodem vast.
Selecteer een bereik.
2

Het echoloodscherm onderbreken

Selecteer in een echoloodweergave MENU > Echolood pauzeren/opwinden of MENU > Echolood pauzeren.

De echoloodgeschiedenis weergeven

OPMERKING: Niet alle toestellen beschikken over deze functie.
Selecteer in een echoloodweergave MENU > Echolood
1
pauzeren/opwinden.
Selecteer of om de verticale lijn aan te passen.
2
Selecteer of om de horizontale dieptelijn aan te passen.
3

De schuifsnelheid van het echoloodscherm instellen

U kunt bepalen hoe snel de echoloodgegevens van rechts naar links schuiven. Een hogere schuifsnelheid geeft meer details weer, met name als u vaart of op de motor vaart. Een lagere schuifsnelheid geeft echoloodgegevens langer op het scherm weer.
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
1
Schuifsnelheid.
Selecteer een schuifsnelheid.
2
OPMERKING: Als u de schuifsnelheid op een pagina instelt,
geldt die instelling voor alle pagina's.

De dieptelijn weergeven en aanpassen

U kunt een horizontale lijn in het echoloodscherm weergeven en aanpassen. De diepte van de lijn wordt rechts op het scherm aangegeven.
OPMERKING: Als u een dieptelijn op een pagina weergeeft, wordt die dieptelijn op alle pagina's weergegeven.
Selecteer MENU > Dieptelijn > Aan.
1
Selecteer of .
2

De presentatie van zwevende doelen instellen

OPMERKING: Als u de weergave van zwevende doelen op een
pagina instelt, geldt die instelling voor alle pagina's. OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle
transducers.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met dieptegegevens weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodgegevens weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodgegevens en dieptegegevens weergegeven.
Selecteer in een echoloodweergave MENU > Stel in >
1
Echoloodinstelling > Vissymbolen.
Selecteer een optie.
2

De a-scope inschakelen

De a-scope is een verticale flitser rechts in de echoloodweergave op volledig scherm. Met deze functie worden de meest recentelijk ontvangen echoloodgegevens uitvergroot zodat deze eenvoudiger te zien zijn. Dit kan handig zijn als u vissen wilt detecteren die zich dicht bij de bodem bevinden.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle transducers.
Selecteer op de pagina op volledig scherm MENU > Stel in > Echoloodinstelling > A-scope > Aan.
A-Scope
À
Diameter van de echoloodkegel op de huidige diepte
Á

Instellingen voor ruis en de versterking van het echoloodscherm

U kunt de ruis op het echoloodscherm en de versterking van het echoloodscherm aanpassen.
Met de instelling voor versterking regelt u de gevoeligheid van de echoloodontvanger om de waterdiepte en helderheid van het water te compenseren. Als u de versterking vergroot, ziet u meer details. Als u de versterking verkleint, krijt u minder ruis op het scherm.
OPMERKING: Als u de versterking op een pagina instelt, geldt die instelling voor alle pagina's.

De versterking handmatig instellen

Selecteer MENU > Versterking > Handmatig.
1
Selecteer totdat u ruis gaat zien in het watergedeelte van
2
het scherm. Selecteer om de versterking iets te verlagen.
3

De versterking automatisch instellen

OPMERKING: Als u de versterking op de pagina Gesplitste
frequentie wilt instellen, moet u elke frequentie apart instellen.
Selecteer MENU > Versterking.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u automatisch zwakkere echoloodresultaten met hogere gevoeligheid en meer ruis wilt instellen, selecteert u Auto-Hoog.
• Als u automatisch echoloodresultaten met gemiddelde gevoeligheid en gemiddelde ruis wilt instellen, selecteert u Auto-Middel.
• Als u automatisch echoloodresultaten met lagere gevoeligheid en minder ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Laag.

Ruisonderdrukking instellen

U kunt de weergave van zwakke echoloodsignalen beperken door de instelling voor ruisonderdrukking te verhogen.
4 Echolood
Page 9
OPMERKING: Als u ruisonderdrukking op één pagina instelt, geldt die instelling voor alle pagina's.
OPMERKING: Als u ruisonderdrukking op de pagina Gesplitste frequentie wilt instellen, moet u elke frequentie apart instellen.
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
1
Ruisonderdrukking.
Stel het ruisonderdrukkingsniveau in.
2

Oppervlakteruis verbergen

U kunt instellen of u de echoloodsignalen nabij het wateroppervlak wilt weergeven of verbergen. Als u oppervlakteruis verbergt, wordt de schermweergave overzichtelijker.
OPMERKING: Als u de oppervlakteruis op één pagina weergeeft of verbergt, geldt die instelling voor alle pagina's.
Selecteer MENU > Stel in > Echoloodinstelling >
Oppervlakteruis > Verberg.

Het contrast aanpassen

U kunt het bereik en de intensiteit van de kleuren instellen door de helderheid en het contrast van DownVü transducers aan te passen.
Met de contrastknoppen stelt u de kleuren in voor doelen met hoge intensiteit en ruis met lage intensiteit. Een hoge contrastinstelling geeft een groter verschil in kleur tussen ruis en doelen. Een lage contrastinstelling heeft meer middentinten.
Selecteer MENU > Contrast.
1
Gebruik de schuifregelaar om het contrast te verhogen of te
2
verlagen.

De kleurintensiteit aanpassen

De helderheid bepaalt de intensiteit van de kleuren. Een hogere waarde voor de helderheid maakt doelen gemakkelijker te zien door een hogere kleurintensiteit. Een lagere waarde voor de helderheid verbergt achtergrondruis door een lagere kleurintensiteit.
Selecteer MENU > Helderheid.
1
Selecteer een handmatige waarde of selecteer een optie:
2
• Als u automatisch zwakkere echoloodresultaten met hogere gevoeligheid en meer ruis wilt instellen, selecteert u Auto-Hoog.
• Als u automatisch echoloodresultaten met gemiddelde gevoeligheid en gemiddelde ruis wilt instellen, selecteert u Auto-Middel.
• Als u automatisch echoloodresultaten met lagere gevoeligheid en minder ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Laag.

Alarmen

Selecteer MENU > Stel in > Alarmen. Accu: Gaat af wanneer de accuspanning een opgegeven
minimumvoltage bereikt.
Diep water: Gaat af wanneer de waterdiepte groter is dan de
opgegeven diepte.
Drift: Gaat af wanneer de dieptewisselingen op uw huidige
locatie groter zijn dan de opgegeven diepte.
Vis: Gaat af wanneer het toestel en zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen worden gedetecteerd.
Ondiep water: Gaat af wanneer de waterdiepte kleiner is dan
de opgegeven diepte.
Watertemperatuur: Gaat af wanneer de watertemperatuur
meer dan ± 1,1 °C (± 2 °F) afwijkt. Alarminstellingen worden opgeslagen wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: U moet het toestel aansluiten op een transducer met temperatuursensor om dit alarm te kunnen gebruiken.

Cijferinstellingen van het echolood

U kunt instellen welke numerieke waarden worden weergegeven op de pagina Volledig scherm, de pagina Splitszoom en de pagina Gesplitste frequentie. Het is mogelijk de grootte van de cijfers aan te passen.
Selecteer MENU > Stel in > Cijfers echolood.
Accu: Geeft de accuspanning weer. Cijfergrootte: Hiermee kunt u de cijfergrootte instellen. Tripteller: Geeft de kilometerteller weer.
OPMERKING: Het toestel moet worden aangesloten op een
transducer met snelheidswiel om de kilometerteller te kunnen gebruiken.
Watersnelheid: Geeft de watersnelheid weer.
OPMERKING: Het toestel moet worden aangesloten op een
transducer met snelheidswiel om de watersnelheid te kunnen weergeven.
Watertemperatuur: Geeft de watertemperatuur weer.
OPMERKING: Het toestel moet zijn aangesloten op een
transducer met temperatuursensor om de watertemperatuur te kunnen weergeven.

Systeeminstellingen

Selecteer MENU > Stel in > Systeem. Taal: Hiermee stelt u taal van de tekst op het scherm in. Systeeminformatie: Hiermee kunt u informatie over de
software weergeven.

Maateenheden instellen

Selecteer MENU > Stel in > Eenheden. Diepte: Stelt de maateenheid voor diepte in op voet (vt), meters
(m), of vadem (vdm).
Afstand: Stelt de maateenheid voor afstand in. Temperatuur: Stelt de maateenheid voor temperatuur in op
Fahrenheit (°F) of Celsius (°C). OPMERKING: U hebt een transducer met
temperatuurmeting nodig om de temperatuur weer te geven.
Watersnelheid: Stelt de maateenheid voor de watersnelheid in.
OPMERKING: U hebt een transducer met
watersnelheidsmeting nodig om de watersnelheid weer te geven.

De fabrieksinstellingen herstellen

OPMERKING: Tijdens deze procedure worden alle gegevens
verwijderd die u hebt ingevoerd.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Systeeminformatie
1
> Fabrieksinstellingen. Selecteer een optie.
2

Kalibratie

De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de oppervlaktemeting voor de diepte van een kiel te compenseren, zodat de diepte kan worden gemeten vanaf de onderkant van de kiel in plaats van vanaf de locatie van de transducer.
Kalibratie 5
Page 10
Selecteer een optie op basis van de locatie van de
1
transducer:
• Als de transducer op de waterlijn À is geïnstalleerd, meet u de afstand tussen de transducer en de kiel van de boot. Voer deze waarde in stap 3 in als een positief getal.
• Als de transducer onder aan de kiel Á is geïnstalleerd, meet u de afstand tussen de transducer en de waterlijn. Voer deze waarde in stap 3 in als een negatief getal.

Appendix

Specificaties

Specificatie Model Waarde
Temperatuurbereik echo 101 en 151 Van 5° tot 131°F (van
echo 201, 301 en 500 serie
Kompasveilige afstand echo 101 en 151 10 inch (250 mm)
echo 201 en 301 10 inch (250 mm)
echo 500 serie 15,75 inch (400 mm)
Spanningsbereik van voedingsbron
Nominale stroom Alle modellen 1 A
Zekering Alle modellen AGC/3AG - 3,0 A
Diepte zoetwater* echo 151 1600 voet (488 m) bij
echo 101 Van 10 tot 20 V
echo 201, 301 en 500 serie
echo 201, 201dv, 301 en 301dv
echo 500 en 500dv serie
*De maximale diepte is afhankelijk van het zoutgehalte van het water, de bodemsoort en andere wateromstandigheden.

De behuizing schoonmaken

-15° tot 55°C)
Van 5° tot 131°F (van
-15° tot 55°C)
Van 10 tot 28 V
77 kHz
1750 voet (533 m) bij 77 kHz
2300 voet (701 m) bij 77 kHz
Selecteer MENU > Stel in > Kalibratie > Kielcorrectie.
2
Gebruik de pijlknoppen om de in stap 1 gemeten
3
kielcorrectie in te voeren.

De watertemperatuurcorrectie instellen

U kunt de temperatuurcorrectie instellen om de temperatuurmeting van een sensor voor de watertemperatuur te compenseren.
Meet de watertemperatuur aan de hand van een transducer
1
met temperatuursensor die is aangesloten op het toestel. Meet de watertemperatuur met een thermometer of een
2
andere temperatuursensor die nauwkeurig is. Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de
3
watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2. Het resultaat is de temperatuurcorrectie. Voer deze waarde
in stap 6 in als een positief getal als de op de kaartplotter aangesloten sensor een koudere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is. Voer deze waarde in stap 6 in als een negatief getal als de op de kaartplotter aangesloten sensor een warmere watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is.
Selecteer MENU > Stel in > Kalibratie >
4
Temperatuuroffset.
Gebruik de pijlknoppen om de in stap 3 gemeten
5
temperatuurcorrectie in te voeren.

De watersnelheidsensor kalibreren

Selecteer MENU > Stel in > Kalibratie > Kalibreer
1
vaarsnelheid.
Volg de instructies op het scherm.
2
OPMERKING: U moet de topsnelheid opgeven zoals die
door een externe bron, bijvoorbeeld een GPS, wordt gemeten. Voer niet de watersnelheid van een aangesloten transducer met snelheidswiel in.
KENNISGEVING
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
Maak de behuizing van het toestel (niet het scherm) schoon
1
met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
Veeg het toestel vervolgens droog.
2

Het scherm schoonmaken

KENNISGEVING
Schoonmaakmiddelen met ammoniak beschadigen de antispiegelende coating.
Het toestel is voorzien van een speciale antispiegelende coating die gevoelig is voor huidvetten, was en schurende reinigingsmiddelen.
Breng lenzenvloeistof (die specifiek geschikt is voor
1
antispiegelende coatings) aan op de doek. Veeg het scherm voorzichtig met een schone, pluisvrije doek
2
schoon.

Softwarelicentieovereenkomst

DOOR HET TOESTEL TE GEBRUIKEN VERKLAART U DAT U DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DE VOLGENDE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST ZULT NALEVEN. LEES DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG.
Garmin Ltd. en/of haar dochterondernemingen (“Garmin”) kent u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit toestel (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken bij het normale gebruik van dit product. De titel, eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten in en op de Software blijven in bezit van Garmin en/of haar dochtermaatschappijen.
U erkent dat de Software het eigendom is van Garmin en/of haar externe leveranciers en wordt beschermd door de wetgeving met betrekking tot auteursrechten van de Verenigde Staten van Amerika en internationale verdragen inzake auteursrechten. U erkent bovendien dat de structuur, organisatie en code van de Software, waarvan de broncode niet wordt verschaft, waardevolle handelsgeheimen van Garmin
6 Appendix
Page 11
en/of haar externe leveranciers zijn en dat de Software in de broncodevorm een waardevol handelsgeheim van Garmin en/of haar externe leveranciers blijft. U verklaart dat u de Software of elk deel daarvan niet zult decompileren, demonteren, wijzigen, onderwerpen aan reverse assembling of reverse engineering, herleiden tot door mensen leesbare vorm of afgeleide werken zult maken op basis van de Software. U verklaart dat u de software niet zult exporteren of herexporteren naar landen die de exportwetten van de Verenigde Staten van Amerika of enig ander toepasselijk land schenden.
Appendix 7
Page 12

Index

A
aan-uitknop 1 alarmen, echolood 5
C
contrast 1 correctie, kiel 5
D
DownVü 3
E
echolood 2–4
a-scope 4 alarmen 5 bodem vast 4 cijfers 3 dieptelijn 4 diepteschaal 2, 3 DownVü 3 flitser 2, 3 frequenties 1–3, 5 kilometerteller 3 log 2 nummers 2, 5 presentatie 2, 5 ruis 4, 5 schuifsnelheid 4 versterking 4 weergaven 2 zoomen 2, 3 zwevende doelen 2, 4
F
fabrieksinstellingen 5
G
gegevens 1
H
help 1
I
instellingen 1, 3
systeeminformatie 5
K
kielcorrectie 5 knoppen 1
aan-uit 1
M
maateenheden 5
O
onderbreken 4
P
pagina. Zie echolood pagina's. Zie echolood productregistratie 1
S
scherminstellingen 1 schermverlichting 1 snel aanpassen 2 softwarelicentieovereenkomst 6 specificaties 6 systeeminformatie 5
T
taal 5 time-out 2 toestel
registratie 1
schoonmaken 6 toestel registreren 1 transducer 1–3
W
water
snelheid 6 temperatuurcorrectie 6
Z
zoemer 1 zoomen, echolood 3
8 Index
Page 13
Page 14
www.garmin.com/support
913-397-8200 1-800-800-1020
1-866-429-9296 +43 (0) 820 220230
+ 32 2 672 52 54
+420 221 985466 +420 221 985465
+ 358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99
+ 39 02 36 699699 (+52) 001-855-792-7671
0800 0233937 +47 815 69 555
00800 4412 454 +44 2380 662 915
0808 238 0000 +44 (0) 870 8501242
+385 1 5508 272 +385 1 5508 271
+ 45 4810 5050
(+35) 1214 447 460
+386 4 27 92 500
+34 93 275 44 97
Mobilfunk max. 60 ct./Anruf
+ 46 7744 52020
Garmin International, Inc.
1200 East 151st Street
Olathe, Kansas 66062, VS
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park
Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd Koninkrijk
Garmin Corporation
No. 68, Zhangshu 2nd Road, Xizhi Dist.
New Taipei City, 221, Taiwan (Republiek China)
0861 GARMIN (427 646) +27 (0)11 251 9999
+49 (0)180 6 427646 20 ct./Anruf. a. d. deutschen Festnetz,
© 2013 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Loading...