Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
echo™ is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke
toestemming van Garmin.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Contact opnemen met Garmin Product
Support
• Ga naar www.garmin.com/support en klik op Contact
Support voor ondersteuningsinformatie in uw regio.
• Bel in de VS met (913) 397.8200 of (800) 800.1020.
• Bel in het VK met 0808 2380000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870.8501241.
Uitleg over de handleiding
In deze handleiding wordt de term “selecteren” gebruikt om naar
de volgende acties te verwijzen.
• Een menu-item markeren en drukken op ENTER.
• Drukken op knoppen zoals ENTER of MENU.
Als u wordt gevraagd om menu-items te selecteren, ziet u
mogelijk kleine pijltjes in de tekst. Deze geven aan dat u een
serie items moet selecteren met behulp van en , en dat u
ENTER moet selecteren na ieder item. Voor "selecteer MENU >
Echolood pauzeren/opwinden," selecteert u bijvoorbeeld
MENU, en vervolgens of totdat Echolood pauzeren/
opwinden wordt gemarkeerd. Selecteer vervolgens ENTER.
Aan de slag
Knoppen
U moet mogelijk het transducertype selecteren om de echolood
correct te laten functioneren.
Selecteer vanuit een echoloodweergave MENU > Stel in >
1
Echoloodinstelling > Transducertype.
Selecteer een optie:
2
• Als u een transducer met dubbele bundel hebt voor
frequenties van 200 of 77 kHz, selecteert u Dubbele bundel.
• Als u een transducer met dubbele frequentie hebt voor
frequenties van 200 of 50 kHz, selecteert u Dubbele frequentie.
• Als u een DownVü transducer hebt, selecteert u DownVü.
• Als u een ander type transducer hebt, selecteert u deze in
de lijst.
OPMERKING: Het echo 101 toestel ondersteunt alleen
frequenties van 200 kHz.
Het contrast aanpassen
OPMERKING: De functie is niet op alle toestellen beschikbaar.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Contrast.
1
Selecteer of .
2
TIP: Houd of ingedrukt om snel grote aanpassingen
door te voeren.
Selecteer ENTER.
3
De zoemer instellen
U kunt instellen wanneer het toestel geluiden afspeelt.
Selecteer MENU > Stel in > Alarmen > Zoemer.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u het toestel geluid wilt laten geven als u een item
selecteert en als er een alarm wordt geactiveerd,
selecteert u Aan.
• Als u het toestel alleen geluid wilt laten geven als er
alarmen worden geactiveerd, selecteert u Alleen
alarmen.
Time-out van menu
Als een menu meer dan 20 seconden is geopend en er niets
wordt geselecteerd, wordt het menu gesloten en het vorige
scherm weergegeven.
Snel aanpassen gebruiken
Nadat u een instelling hebt aangepast en naar een pagina bent
teruggekeerd, kunt u snel terug naar de opties voor instellingen.
Selecteer of .
MENU Hiermee kunt u een lijst met alle opties weergeven en verbergen.
ENTER Hiermee selecteert u een menu-item.
Hiermee schuift u door opties of wijzigt u instellingen.
Hiermee schakelt u het toestel aan of uit en wordt de
achtergrondverlichting aangepast.
Echoloodweergave
Het toestel automatisch inschakelen
U kunt instellen dat het toestel automatisch aangaat als de
stroom wordt ingeschakeld. Anders moet u selecteren.
Selecteer MENU > Stel in > Systeem > Automatisch
inschakelen > Aan.
Transducertype selecteren
Voordat u het transducertype kunt selecteren, moet u weten
welk transducertype u in uw bezit hebt.
Inleiding1
Page 6
Bodemdiepte
À
Watertemperatuur (als er een transducer met temperatuurmeting is
Á
aangesloten)
Schermdiepte als het beeld van rechts naar links gaat
Â
Echolood
DownVü echoloodweergave
OPMERKING: Niet alle modellen ondersteunen DownVü
echoloodtechnologie en transducers.
OPMERKING: Als u DownVü scanning sonar wilt ontvangen,
hebt u een compatibele kaartplotter of viszoeker en een
compatibele transducer nodig.
DownVü hoge-frequentie echolood biedt een duidelijker beeld
onder de boot, waardoor u een gedetailleerdere weergave krijgt
van structuren waar de boot overheen gaat.
Traditionele transducers zenden een kegelvormige bundel uit.
De DownVü scanning sonar technologie zendt een smalle
bundel uit, vergelijkbaar met de vorm van de lichtbundel in een
kopieerapparaat. Deze bundel geeft een duidelijkere afbeelding
van wat er zich onder de boot bevindt.
Echoloodfrequenties
OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk van
de gebruikte transducer.
Door de frequentie in te stellen, past u het echolood aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte.
Hogere frequenties maken gebruik van smallere bundels en zijn
daarom beter voor snelle weergave en bij een ruwe zee. De
weergave van bodem en thermoclines (inversielagen) kan beter
zijn wanneer u een hogere frequentie gebruikt.
Lagere frequenties maken gebruik van bredere bundels, die een
groter gebied bestrijken en de visser meer doelen laten zien,
maar kunnen ook meer oppervlakteruis genereren en de
continuïteit van bodemsignalen verslechteren bij een ruwe zee.
Bredere bundels genereren grotere visbogen, waardoor ze
ideaal zijn voor het opsporen van vis. Bredere bundels werken
ook beter in diep water, omdat de lagere frequentie beter
doordringt in diep water. Ze kunnen ook worden gebruikt om te
zoeken naar structuren zoals stapels takken op de bodem.
Een frequentie selecteren
Selecteer MENU.
1
Selecteer Frequentie of FREQUENTIE.
2
Selecteer een frequentie.
3
Het bereik van de diepteschaal aanpassen
U kunt het bereik van de rechts in het scherm weergegeven
diepteschaal aanpassen. Automatisch bereik houdt de bodem in
het onderste eenderde gedeelte van het echoloodscherm, en
kan handig zijn voor het volgen van de bodem wanneer er
geleidelijke of minder grote dieptewijzigingen zijn.
Wanneer de diepte plotseling verandert, bijvoorbeeld bij een klif
of breuk, kunt u door middel van een handmatige aanpassing
het door u opgegeven dieptebereik weergeven. De bodem
wordt op het scherm weergegeven zolang de bodem zich
binnen het handmatig ingestelde bereik bevindt.
Selecteer MENU > Bereik.
1
Selecteer een optie.
2
• Als u het toestel het bereik automatisch wilt laten
aanpassen op basis van de diepte, selecteert u Auto.
• Als u het bereik handmatig wilt vergroten of verkleinen,
selecteert u Handmatig en vervolgens of .
OPMERKING: Als u het bereik op één pagina instelt, geldt
die instelling voor alle pagina's.
De zoominstelling aanpassen
U kunt de zoominstelling handmatig aanpassen door het bereik
en een vaste begindiepte in te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer
het dieptebereik 15 meter en de begindiepte 5 meter is, geeft
het toestel een vergroot gebied tussen 5 meter diep en 20
meter diep weer.
U kunt de zoominstelling ook automatisch door het toestel laten
instellen door een bereik op te geven. Het toestel berekent het
zoomgebied dan vanaf de bodem van het water. Als u
bijvoorbeeld een bereik van 10 meter selecteert, geeft het
toestel een vergroot gebied weer vanaf de bodem van het water
tot 10 meter boven de bodem.
Selecteer MENU > Zoom.
1
Selecteer Handmatig of Auto.
2
Selecteer Bereik en vervolgens of om de vergroting
3
van het ingezoomde gebied te vergroten of te verkleinen.
Selecteer zo nodig Diepte om het ingezoomde venster naar
4
boven of beneden bij te stellen.
OPMERKING: Het ingezoomde venster volgt de bodem
alleen in de automatische modus.
Het echoloodscherm onderbreken
Selecteer MENU > Pauze.
De schuifsnelheid van het echoloodscherm
instellen
U kunt bepalen hoe snel de echoloodgegevens van rechts naar
links schuiven. Een hogere schuifsnelheid geeft meer details
weer, met name als u vaart of op de motor vaart. Een lagere
schuifsnelheid geeft echoloodgegevens langer op het scherm
weer.
Selecteer MENU > Stel in > Echolood > Schuif.
1
Selecteer een schuifsnelheid.
2
OPMERKING: Als u de schuifsnelheid op een pagina instelt,
geldt die instelling voor alle pagina's.
De presentatie van zwevende doelen
instellen
OPMERKING: Als u de weergave van zwevende doelen op een
pagina instelt, geldt die instelling voor alle pagina's.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle
transducers.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met dieptegegevens
weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodgegevens
weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodgegevens
en dieptegegevens weergegeven.
Selecteer MENU > Stel in > Echolood > Vis-id.
1
Selecteer een optie.
2
Instellingen voor ruis en de versterking van
het echoloodscherm
U kunt de ruis op het echoloodscherm en de versterking van het
echoloodscherm aanpassen.
Met de instelling voor versterking regelt u de gevoeligheid van
de echoloodontvanger om de waterdiepte en helderheid van het
water te compenseren. Als u de versterking vergroot, ziet u
meer details. Als u de versterking verkleint, krijt u minder ruis op
het scherm.
OPMERKING: Als u de versterking op een pagina instelt, geldt
die instelling voor alle pagina's.
2Echolood
Page 7
De versterking handmatig instellen
Selecteer MENU > Versterking > Handmatig.
1
Selecteer totdat u ruis gaat zien in het watergedeelte van
2
het scherm.
Selecteer om de versterking iets te verlagen.
3
De versterking automatisch instellen
Selecteer MENU > Versterking.
1
Selecteer een optie:
2
• Als u automatisch zwakkere echoloodresultaten met
hogere gevoeligheid en meer ruis wilt instellen, selecteert
u Auto-Hoog.
• Als u automatisch echoloodresultaten met gemiddelde
gevoeligheid en gemiddelde ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Middel.
• Als u automatisch echoloodresultaten met lagere
gevoeligheid en minder ruis wilt instellen, selecteert u
Auto-Laag.
Alarmen
Selecteer MENU > Stel in > Alarmen.
Accu: Gaat af wanneer de accuspanning een opgegeven
minimumvoltage bereikt.
Diep water: Gaat af wanneer de waterdiepte groter is dan de
opgegeven diepte.
Drift: Gaat af wanneer de dieptewisselingen op uw huidige
locatie groter zijn dan de opgegeven diepte.
Vis: Gaat af wanneer het toestel en zwevend doel detecteert.
• laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
• laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
• laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.
Ondiep water: Gaat af wanneer de waterdiepte kleiner is dan
de opgegeven diepte.
Watertemperatuur: Gaat af wanneer de watertemperatuur
meer dan ± 2 °F (± 1,1 °C) afwijkt. Alarminstellingen worden
opgeslagen wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: U moet het toestel aansluiten op een
transducer met temperatuursensor om dit alarm te kunnen
gebruiken.
Systeeminstellingen
Selecteer MENU > Stel in > Systeem.
Taal: Hiermee stelt u taal van de tekst op het scherm in.
Systeeminformatie: Hiermee kunt u informatie over de
software weergeven.
Maateenheden instellen
Selecteer MENU > Stel in > Eenheden.
Diepte: Stelt de maateenheid voor diepte in op voet (vt), meters
(m), of vadem (vdm).
Temperatuur: Stelt de maateenheid voor temperatuur in op
Fahrenheit (°F) of Celsius (°C).
OPMERKING: U hebt een transducer met
temperatuurmeting nodig om de temperatuur weer te geven.
Appendix
Specificaties
SpecificatieModelWaarde
Temperatuurbereikecho 101 en 151Van 5° tot 131°F (van
echo 201, 301 en 500
serie
Kompasveilige afstandecho 101 en 151 10 inch (250 mm)
echo 201 en 30110 inch (250 mm)
echo 500 serie15,75 inch (400 mm)
Spanningsbereik van
voedingsbron
Nominale stroomAlle modellen1 A
ZekeringAlle modellenAGC/3AG - 3,0 A
Diepte zoetwater*echo 1511600 voet (488 m) bij
echo 101Van 10 tot 20 V
echo 201, 301 en 500
serie
echo 201, 201dv, 301
en 301dv
echo 500 en 500dv
serie
*De maximale diepte is afhankelijk van het zoutgehalte van het
water, de bodemsoort en andere wateromstandigheden.
De behuizing schoonmaken
KENNISGEVING
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
Maak de behuizing van het toestel (niet het scherm) schoon
1
met een doek die is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel.
Veeg het toestel vervolgens droog.
2
Het scherm schoonmaken
KENNISGEVING
Schoonmaakmiddelen met ammoniak beschadigen de
antispiegelende coating.
Het toestel is voorzien van een speciale antispiegelende coating
die gevoelig is voor huidvetten, was en schurende
reinigingsmiddelen.
Breng lenzenvloeistof (die specifiek geschikt is voor
1
antispiegelende coatings) aan op de doek.
Veeg het scherm voorzichtig met een schone, pluisvrije doek
2
schoon.
Softwarelicentieovereenkomst
DOOR HET TOESTEL TE GEBRUIKEN VERKLAART U DAT U
DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DE VOLGENDE
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST ZULT NALEVEN.
LEES DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG.
Garmin Ltd. en/of haar dochterondernemingen (“Garmin”) kent
u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in
dit toestel (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te
gebruiken bij het normale gebruik van dit product. De titel,
eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten in en op
de Software blijven in bezit van Garmin en/of haar
dochtermaatschappijen.
U erkent dat de Software het eigendom is van Garmin en/of
haar externe leveranciers en wordt beschermd door de
wetgeving met betrekking tot auteursrechten van de Verenigde
Staten van Amerika en internationale verdragen inzake
auteursrechten. U erkent bovendien dat de structuur,
organisatie en code van de Software, waarvan de broncode niet
wordt verschaft, waardevolle handelsgeheimen van Garmin
-15° tot 55°C)
Van 5° tot 131°F (van
-15° tot 55°C)
Van 10 tot 28 V
77 kHz
1750 voet (533 m) bij
77 kHz
2300 voet (701 m) bij
77 kHz
Appendix3
Page 8
en/of haar externe leveranciers zijn en dat de Software in de
broncodevorm een waardevol handelsgeheim van Garmin en/of
haar externe leveranciers blijft. U verklaart dat u de Software of
elk deel daarvan niet zult decompileren, demonteren, wijzigen,
onderwerpen aan reverse assembling of reverse engineering,
herleiden tot door mensen leesbare vorm of afgeleide werken
zult maken op basis van de Software. U verklaart dat u de
software niet zult exporteren of herexporteren naar landen die
de exportwetten van de Verenigde Staten van Amerika of enig
ander toepasselijk land schenden.