Garmin Camper 1090 User manual [nl]

RV 890 / CAMPER 890 / RV 1090 /
CAMPER 1090
Gebruikershandleiding
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
BC™, Fusion®, Fusion-Link™, Garmin Drive™, Garmin Express™ en myTrends™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van dit woordmerk of deze logo's door Garmin is een licentie verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. HISTORY® en het H logo zijn handelsmerken van A+E Networks en zijn beschermd in de Verenigde Staten en andere landen over de hele wereld. Alle rechten voorbehouden. Gebruikt met toestemming. microSD® en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. TripAdvisor® is een geregistreerd handelsmerk van TripAdvisor LLC. Ultimate Campgrounds is een handelsmerk van The Ultimate Public Campground Project. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. WiFi® en WiFi CERTIFIED MiraCast™ zijn geregistreerde merken van Wi-Fi Alliance Corporation.

Inhoudsopgave

Aan de slag..................................................................... 1
Overzicht van het toestel............................................................ 1
Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten.................. 1
De opschroefbare houder op het dashboard installeren........ 2
De adapter voor de kogelsteun installeren............................ 2
Het toestel in- of uitschakelen.....................................................2
GPS-signalen ontvangen............................................................ 3
Startscherm................................................................................ 3
Een app openen.................................................................... 3
Snelkoppelingen toevoegen aan het startscherm.................. 3
Meldingen weergeven............................................................ 3
Statusbalkpictogrammen....................................................... 3
Het aanraakscherm gebruiken....................................................3
De helderheid van het scherm aanpassen................................. 3
Voertuigprofielen............................................................ 3
Een voertuigprofiel toevoegen.................................................... 4
Autoprofiel...................................................................................4
Een voertuigprofiel selecteren.................................................... 4
Propaantanks toevoegen............................................................ 4
Een voertuigprofiel bewerken..................................................... 4
Functies voor het waarschuwen van de
bestuurder....................................................................... 4
Waarschuwingen voor de bestuurder in- of uitschakelen........... 5
Roodlichtcamera's en flitsers...................................................... 5
Navigeren naar uw bestemming................................... 5
Routes........................................................................................ 5
Een route starten........................................................................ 5
Een route starten op de kaart................................................ 5
Naar huis navigeren............................................................... 5
Uw thuislocatie bewerken................................................. 5
Uw route op de kaart.................................................................. 5
Geavanceerde rijbaanassistentie.......................................... 6
Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken............................ 6
De gehele route op de kaart weergeven................................ 6
Aankomst bij uw bestemming..................................................... 6
Parkeren bij uw bestemming..................................................6
Uw actieve route wijzigen........................................................... 6
Een locatie aan uw route toevoegen..................................... 6
Uw route aanpassen.............................................................. 7
Een omweg maken................................................................ 7
De routeberekeningsmodus wijzigen..................................... 7
De route stoppen........................................................................ 7
Routesuggesties gebruiken........................................................ 7
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden.................... 7
Files op uw route vermijden................................................... 7
Tolwegen vermijden............................................................... 7
Tolvignetten vermijden........................................................... 7
Punten vermijden op de route................................................ 7
Milieuzones vermijden........................................................... 7
Aangepast vermijden............................................................. 8
Een weg vermijden............................................................8
Een gebied vermijden....................................................... 8
Een eigen te vermijden punt uitschakelen........................ 8
Eigen te vermijden punten verwijderen............................. 8
Locaties zoeken en opslaan.......................................... 8
Nuttige punten............................................................................ 8
HISTORY nuttige punten vinden........................................... 8
Nationale parken zoeken............................................................ 8
Campings zoeken....................................................................... 9
Campings met voorzieningen zoeken.................................... 9
Camperservices zoeken............................................................. 9
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk....................... 9
Een adres zoeken
Een locatie zoeken op categorie................................................ 9
Zoeken binnen een categorie................................................ 9
Locatiezoekresultaten................................................................. 9
Het zoekgebied wijzigen............................................................. 9
Eigen nuttige punten................................................................. 10
POI Loader installeren......................................................... 10
Eigen nuttige punten zoeken............................................... 10
Parkeren................................................................................... 10
Parkeergelegenheid zoeken in de buurt van uw huidige
locatie...................................................................................10
Betekenis van parkeerkleuren en -symbolen....................... 10
Zoekfuncties............................................................................. 10
Een kruispunt zoeken.......................................................... 10
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten................. 10
Foursquare............................................................................... 10
Verbinding maken met uw Foursquare account.................. 10
Foursquare nuttige punten zoeken...................................... 10
Foursquare locatiegegevens weergeven............................. 10
TripAdvisor................................................................................11
TripAdvisor nuttige punten vinden....................................... 11
Recent gevonden locaties bekijken.......................................... 11
De lijst met recent gevonden locaties wissen...................... 11
De huidige locatiegegevens weergeven................................... 11
Nooddiensten en tankstations vinden.................................. 11
Routebeschrijving naar uw huidige locatie.......................... 11
Een snelkoppeling toevoegen.................................................. 11
Een snelkoppeling verwijderen............................................ 11
Locaties opslaan....................................................................... 11
Een locatie opslaan..............................................................11
Uw huidige locatie opslaan.................................................. 11
Een opgeslagen locatie bewerken....................................... 11
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen............ 11
Een opgeslagen locatie verwijderen.................................... 11
....................................................................... 9
De kaart gebruiken....................................................... 12
Kaartfuncties............................................................................. 12
Een kaartfunctie weergeven................................................ 12
Verderop................................................................................... 12
Naderende locatie weergeven............................................. 12
De categorieën verderop aanpassen................................... 12
Steden op de route................................................................... 12
Naderende steden en afritten met diensten bekijken.......... 12
Waarschuwings- en gevarensymbolen..................................... 12
Beperkingen......................................................................... 13
Waarschuwingen over de wegomstandigheden.................. 13
Waarschuwingen................................................................. 13
Reisinformatie........................................................................... 13
Reisgegevens op de kaart weergeven................................ 13
De reisgegevensvelden aanpassen................................ 13
Het reislog weergeven......................................................... 13
Reisinformatie herstellen..................................................... 13
Verkeersproblemen op uw route weergeven............................ 13
Verkeersinformatie op de kaart weergeven......................... 13
Verkeersproblemen zoeken................................................. 13
De kaart aanpassen..................................................................13
De kaartlagen aanpassen.................................................... 13
Het kaartgegevensveld aanpassen..................................... 13
Het kaartperspectief wijzigen............................................... 13
Live Services, verkeersinformatie en
smartphonefuncties..................................................... 14
Koppelen met uw smartphone.................................................. 14
Tips na het koppelen van de toestellen............................... 14
Extra Bluetooth toestellen koppelen.................................... 14
Naar een adres of locatie gaan met de Garmin Drive App....... 14
Smart notifications.................................................................... 14
Meldingen ontvangen.......................................................... 14
Inhoudsopgave i
Handsfree bellen.......................................................................15
Telefoneren.......................................................................... 15
Een oproep ontvangen........................................................ 15
De gespreksopties gebruiken.............................................. 15
Een telefoonnummer als voorinstelling instellen.................. 15
Draadloze headsets.................................................................. 15
Bluetooth functies in- of uitschakelen....................................... 15
Meldingen van app weergeven of verbergen (Android™)... 15
Meldingscategorieën voor uw Apple® toestel weergeven of
verbergen............................................................................. 15
Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken...................... 15
Een gekoppeld Bluetooth toestel verwijderen.......................... 15
Verkeersinformatie....................................................... 15
Verkeersinformatie ontvangen met behulp van uw
smartphone............................................................................... 16
Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een
verkeersinformatie-ontvanger................................................... 16
Verkeersinformatie op de kaart weergeven.............................. 16
Verkeersproblemen zoeken................................................. 16
Spraakopdracht............................................................ 16
Tips voor spraakopdrachten..................................................... 16
Garmin Spraakgestuurde navigatie starten.............................. 16
Uw aankomsttijd controleren.................................................... 16
Een oproep plaatsen met uw stem........................................... 16
Toestelinstellingen wijzigen met uw stem................................. 16
De apps gebruiken....................................................... 17
De gebruikershandleiding op uw toestel weergeven................ 17
Reisplanner...............................................................................17
Een reis plannen.................................................................. 17
Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen..... 17
De volgorde van tussenstops op een route
optimaliseren................................................................... 17
Attracties op uw route ontdekken........................................ 17
Routeopties wijzigen............................................................ 17
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis............... 17
Uw actieve route wijzigen en opslaan.................................. 17
TracBack®................................................................................ 17
Uw recente spoor terugvolgen............................................. 17
Uw recente spoor als reis opslaan....................................... 17
Fusion-Link™ Draadloze afstandsbedienings-app................... 18
Verbinding maken met een stereo via Bluetooth................. 18
Verbinding maken met een stereo via een draadloos
netwerk................................................................................ 18
Muziek afspelen................................................................... 18
Muziek afspelen.............................................................. 18
Een bron selecteren........................................................ 18
De afspeelknoppen......................................................... 18
Audiobediening.................................................................... 18
Het volume van een zone aanpassen............................. 18
Tonen aanpassen........................................................... 18
De instelling Luid uitschakelen voor een zone................ 18
De versterking aanpassen voor een extern toestel......... 18
Luidsprekerzones............................................................ 19
DSP-instellingen..............................................................19
Voorinstellingen................................................................... 19
Een zender als voorinstelling instellen............................ 19
Een voorinstelling in een lijst selecteren......................... 19
Voorinstellingen verwijderen........................................... 19
Audio-instellingen.................................................................19
Instellingen voor luidsprekerzone................................... 19
Servicegeschiedenis loggen..................................................... 20
Servicecategorieën toevoegen............................................ 20
Servicecategorieën verwijderen........................................... 20
Namen van servicecategorieën wijzigen............................. 20
Een servicerecord bewerken............................................... 20
Servicerecords verwijderen
Recente routes en bestemmingen weergeven......................... 20
De weersverwachting weergeven............................................. 20
Het weer voor een andere plaats weergeven...................... 20
..................................................20
Instellingen................................................................... 20
Navigatie-instellingen................................................................20
Kaart- en voertuiginstellingen................................................... 20
Kaarten inschakelen............................................................ 21
Verbinding maken met een draadloos netwerk........................ 21
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen.......................... 21
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder........................... 21
Verkeersinstellingen................................................................. 21
Scherminstellingen................................................................... 21
Instellingen voor geluid en meldingen...................................... 21
Volume van geluid en meldingen aanpassen...................... 21
Locatieservices in- of uitschakelen........................................... 21
De taal instellen........................................................................ 22
Datum- en tijdinstellingen......................................................... 22
Toestelinstellingen.................................................................... 22
De instellingen herstellen......................................................... 22
Toestelinformatie......................................................... 22
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven................................................................................ 22
Specificaties..............................................................................22
Het toestel opladen................................................................... 22
Onderhoud van het toestel.......................................... 22
Garmin Support Center.............................................................22
Kaarten en software bijwerken via een WiFi netwerk.............. 22
Kaarten en software bijwerken met Garmin Express............... 23
Garmin Express installeren.................................................. 23
Toestelonderhoud..................................................................... 23
De behuizing schoonmaken................................................ 23
Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 23
Diefstalpreventie.................................................................. 23
Het toestel herstellen................................................................ 24
Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen...................... 24
De steun van de zuignap verwijderen.................................. 24
De zuignap van de voorruit halen........................................ 24
Problemen oplossen.................................................... 24
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 24
De steun houdt mijn toestel niet op zijn plaats als ik rijd.......... 24
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen............................. 24
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn voertuig..................... 24
De batterij blijft niet erg lang opgeladen................................... 24
Mijn toestel maakt geen verbinding met mijn telefoon.............. 24
Appendix....................................................................... 24
Achteruitrijcamera's.................................................................. 24
Een BC™ 35 achteruitrijcamera koppelen met een Garmin
navigatietoestel.................................................................... 24
Een bedrade achteruitrijcamera aansluiten......................... 25
Opnamen van de achteruitrijcamera weergeven................. 25
Schakelen tussen camera's............................................ 25
De oriëntatie van de camera wijzigen............................. 25
Een dashboardcamera aansluiten op de steun met
stroomvoorziening.................................................................... 25
Gegevensbeheer...................................................................... 25
Informatie over geheugenkaarten........................................ 25
Een geheugenkaart installeren voor kaarten en
gegevens............................................................................. 25
De geheugenkaart formatteren............................................ 25
Het toestel aansluiten op uw computer................................ 26
Gegevens van uw computer overzetten.............................. 26
GPX-bestanden vanaf uw computer overbrengen............... 26
GPX-bestanden exporteren met de Garmin Drive app........ 26
ii Inhoudsopgave
GPX-bestanden importeren met de Garmin Drive app........ 26
GPX-bestanden exporteren met een geheugenkaart.......... 26
GPX-bestanden importeren met een geheugenkaart.......... 26
Extra kaarten kopen..................................................................26
Accessoires aanschaffen.......................................................... 26
Index.............................................................................. 27
Inhoudsopgave iii

Aan de slag

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
• Werk de kaarten en software op uw toestel bij (Kaarten en
software bijwerken via een Wi‑Fi netwerk, pagina 22).
• Bevestig het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de
voeding (Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten,
pagina 1).
• Pas het volume (Volume van geluid en meldingen
aanpassen, pagina 21) en de helderheid van het display
aan (De helderheid van het scherm aanpassen, pagina 3).
• Stel een voertuigprofiel in voor uw camper (Een
voertuigprofiel toevoegen, pagina 4).
• Navigeer naar uw bestemming (Een route starten,
pagina 5).

Overzicht van het toestel

Het toestel en de steun bevatten magneten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen magneten interferentie veroorzaken met sommige interne medische en elektronische apparatuur, zoals pacemakers, insulinepompen of harde schijven in laptopcomputers. Houd het toestel uit de buurt van medische en elektronische apparatuur.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden.
Open de hendel , druk de zuignap tegen de voorruit en
1
duw de hendel naar achteren, naar de voorruit toe. De hendel moet naar de bovenkant van de voorruit gericht
zijn.
Steek de voertuigvoedingskabel in de aansluitpoort op de
2
steun. Draai indien nodig de duimschroef op de zuignapsteun en
3
de moer op de kogelsteun los en stel de steun af voor een betere weergave en bediening.
Microfoon voor handsfree bellen en spraakopdrachten
Volumeregeling
Aan-uitknop
Micro-USB stroom- en datapoort
Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens
Interface magnetische steun met 14-pins connector
Luidspreker
Draai de duimschroef op de zuignapsteun en de moer op de
4
kogelsteun vast. Plaats het toestel op de magnetische steun.
5

Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten

WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Aan de slag 1
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
6
stroomvoorziening in uw auto.

De opschroefbare houder op het dashboard installeren

Voordat u de steun met balkoppeling op uw dashboard kunt monteren, moet u eerst een geschikte locatie op het dashboard selecteren.
WAARSCHUWING
Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de montageplek voldoet aan alle toepasselijke wetten en regels, en niet uw zicht op de weg belemmert bij de veilige bediening van uw voertuig.
Plaats de duimschroef in de steun en draai deze vast om
6
de arm van de kogelsteun vast te zetten.

De adapter voor de kogelsteun installeren

Uw toestel wordt geleverd met een 1-inch kogelsteun die compatibel is met montageoplossingen van derden.
Verwijder de vier schroeven waarmee de houder aan
1
de magnetische steun is bevestigd.
LET OP
Houd rekening met bedrading, meters, airbags, airbag­afdekkingen, airco en andere onderdelen wanneer u voorboorgaten boort en de steun in het voertuig bevestigt. Garmin® is niet verantwoordelijk voor eventuele schade en gevolgen die voortvloeien uit de installatie.
LET OP
Garmin adviseert installatie door een deskundige van de balsteun met schroefbevestiging.
Plaats de steun op de geselecteerde locatie.
1
Gebruik de steun als sjabloon en teken de drie plekken voor
2
de schroeven af.
Boor voorboorgaten (optioneel).
3
Voor sommige bevestigingsplaatsen is het boren van
voorboorgaten noodzakelijk.
Monteer de steun stevig op het oppervlak met behulp van de
4
meegeleverde schroeven .
Plaats de arm van de kogelsteun in de steun.
5
Verwijder de houder.
2
Maak de 1-inch kogelsteun aan de magnetische steun
3
vast met de schroeven die u tijdens stap 1 hebt verwijderd.

Het toestel in- of uitschakelen

• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop , of sluit u het toestel aan op stroom.
• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt
u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld. In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt
het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
2 Aan de slag
• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aan­uitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm verschijnt. Dan selecteert u Uitschakelen.

GPS-signalen ontvangen

Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS­ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen ontvangt.
Het toestel inschakelen.
1
Controleer of verschijnt in de statusbalk en schakel
2
locatieservices in als dit niet het geval is (Locatieservices in-
of uitschakelen, pagina 21).
Ga zo nodig naar een open gebied met een helder zicht op
3
de hemel, ver weg van hoge gebouwen en bomen. Satellieten zoeken... verschijnt boven aan de navigatiekaart
totdat het toestel uw locatie heeft bepaald.

Startscherm

OPMERKING: De lay-out van het startscherm kan variëren als
dit is aangepast.
• Selecteer een app-snelkoppeling in het startscherm.
• Selecteer , selecteer een tabblad en selecteer een app.

Snelkoppelingen toevoegen aan het startscherm

Selecteer .
1
Selecteer een app-tabblad om extra toepassingen weer te
2
geven. Houd uw vinger op een toepassing en sleep deze naar een
3
locatie op het startscherm.

Meldingen weergeven

Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden.
1
De lijst met meldingen wordt weergegeven. Selecteer een optie:
2
• Selecteer de melding om de hierin vermelde handeling of app te starten.
• Veeg de melding naar rechts om weg te halen.

Statusbalkpictogrammen

De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel.
Locatieservices is ingeschakeld (Locatieservices in- of uitscha-
kelen, pagina 21).
Bluetooth® technologie is ingeschakeld.
Verbonden met een Bluetooth toestel.
Verbonden met een WiFi® netwerk (Verbinding maken met een
draadloos netwerk, pagina 21).
Actief voertuigprofiel. Veeg twee keer omlaag en selecteer de voertuigprofielinstellingen (Voertuigprofielen, pagina 3).
Batterijniveau.
Veeg omlaag om meldingen weer te geven. Veeg twee keer omlaag om de instellingen en helderheid van de
schermverlichting snel aan te passen.
Selecteer om een route te starten.
Selecteer om de kaart weer te geven.
Selecteer om uw voertuigprofiel te wijzigen.
Selecteer om weerberichten voor uw huidige locatie weer te geven. De Garmin Drive™ app is vereist.
Selecteer om smartphone meldingen weer te geven. De Garmin Drive app is vereist.
Selecteer deze optie om het app-overzicht te openen. Het app­overzicht bevat snelkoppelingen naar alle apps op uw toestel.
Houd ingedrukt om de achtergrond aan te passen of widgets toe te voegen aan het startscherm.

Een app openen

Het startscherm bevat snelkoppelingen voor veelgebruikte apps. Het app-overzicht bevat alle apps die op uw toestel zijn geïnstalleerd, onderverdeeld in twee tabbladen. Het tabblad Navigatie bevat Garmin apps die handig zijn voor navigatie, logistiek en het vastleggen van diensturen. Het tabblad Extra bevat apps die handig zijn voor communicatie en andere taken.
Selecteer een optie om een app te openen:

Het aanraakscherm gebruiken

• Tik op het scherm om een item te selecteren.
• Sleep of veeg uw vinger over het scherm om te pannen of te scrollen.
• Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
• Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.

De helderheid van het scherm aanpassen

Het toestel kan gebruikmaken van een omgevingslichtsensor om de helderheid van het scherm automatisch aan te passen aan de lichtomstandigheden in uw voertuig (Scherminstellingen,
pagina 21). U kunt ook de helderheid aanpassen via het
meldingenpaneel of het instellingenmenu.
Selecteer een optie:
1
• Veeg twee keer vanaf de bovenkant van het scherm
omlaag om de basisinstellingen in het meldingenpaneel uit te vouwen.
• Selecteer Instellingen > Toestel > Scherm >
Helderheidsniveau.
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
2

Voertuigprofielen

WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden.
Voertuigprofielen 3
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie­en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype afzonderlijk worden aangepast.
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig die u hebt ingevoerd.

Een voertuigprofiel toevoegen

U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper waarvoor u uw toestel gebruikt.
Selecteer het voertuigprofiel in het startscherm.
1
Selecteer uw voertuigtype:
2
• Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Camper.
• Selecteer Camper met trailer om een motorhome met
trailer toe te voegen.
• Selecteer Voertuig met trailer om een auto met caravan
toe te voegen.
Selecteer zo nodig het type trailer:
3
• Selecteer Reistrailer om een camper die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Vijfde wiel om een camper die met een
opleggerkoppeling wordt getrokken, toe te voegen. OPMERKING: Dit type trailer is niet in alle regio's
beschikbaar.
• Selecteer Boottrailer om een boottrailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Caravan om een trailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
4
in te voeren.
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel bewerken en aanvullende gegevens invoeren (Een
voertuigprofiel bewerken, pagina 4).

Propaantanks toevoegen

OPMERKING: Deze functie is niet op alle productmodellen
beschikbaar. Als u propaangastanks aan uw voertuigprofiel toevoegt, vermijdt
het toestel routes door gebieden waar beperkingen op propaantanks uw route mogelijk beïnvloeden. Het toestel geeft ook een waarschuwing wanneer u een gebied nadert waar u uw propaantanks dient uit te schakelen.af te sluiten.
Selecteer > Voeg tank toe in het voertuigprofiel.
1
Voer het gewicht van de propaantank in en selecteer Sla op.
2

Een voertuigprofiel bewerken

U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid, toevoegen aan een voertuigprofiel.
Selecteer in het startscherm de voertuigprofielwidget
1
(Startscherm, pagina 3). Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
2
Selecteer een optie:
3
• Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen. selecteert u
en vervolgens het te wijzigen veld.
• Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen,
selecteert u > > Wijzig profielnaam.
• Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u >
> Verwijder.
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
VOORZICHTIG
Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en verkeersborden.

Autoprofiel

Het autoprofiel is een vooraf geladen voertuigprofiel voor gebruik in een personenauto zonder trailer. Wanneer het autoprofiel wordt gebruikt, berekent het toestel automatisch standaardroutes voor auto's. Speciale routes voor grote voertuigen zijn niet beschikbaar. Sommige functies en instellingen die specifiek voor grote voertuigen zijn bedoeld, zijn niet beschikbaar als het autoprofiel wordt gebruikt.

Een voertuigprofiel selecteren

Telkens wanneer u uw toestel inschakelt, wordt u gevraagd een voertuigprofiel te selecteren. U kunt op elk moment handmatig overschakelen naar een ander voertuigprofiel.
Selecteer een optie:
1
• Veeg tweemaal naar beneden vanaf de bovenkant van het scherm en selecteer het pictogram voertuigprofiel, zoals of .
• Selecteer in het startscherm de widget Voertuigprofiel (Startscherm, pagina 3).
Selecteer een voertuigprofiel.
2
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven, inclusief de afmetingen en het gewicht.
Selecteer Selecteer.
3
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer. U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. Niet alle waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.
Scholen: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft, indien
beschikbaar, de geldende maximumsnelheid bij een naderende school of schoolzone weer.
Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een
geluidssignaal en markeert het pictogram voor maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.
Wijziging maximumsnelheid: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft de maximumsnelheid weer voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt aanpassen.
Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal om
aan te geven dat u een spoorwegovergang nadert.
Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal
om aan te geven dat u een dierenoversteekplaats nadert.
Bochten: Het toestel geeft een geluidssignaal om een bocht in
de weg aan te geven.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal als u
op hogere snelheid langzaamrijdend verkeer nadert. Voor gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie, pagina 15).

4 Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

Risico van aan de grond lopen: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg nadert waar u met uw voertuig kunt vastlopen.
Zijwind: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een weg nadert waar u risico hebt op zijwind.
Smalle weg: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een weg nadert die mogelijk te smal is voor uw voertuig.
Steile heuvel: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een steile heuvel nadert.
Staats- en landgrenzen: Het toestel geeft een geluidssignaal
en geeft een bericht weer wanneer u een staats- of landgrens nadert.
Sluit propaan af: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft
een bericht weer wanneer u een weg nadert waar propaan moet worden afgesloten.

Waarschuwingen voor de bestuurder in- of uitschakelen

U kunt verschillende soorten waarschuwingen voor bestuurders in- of uitschakelen.
Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder >
1
Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder.
Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in
2
of uit.

Roodlichtcamera's en flitsers

LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor sommige productmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
• In sommige gebieden kan uw toestel flitser- en roodlichtcameragegevens ontvangen wanneer het is verbonden met een smartphone waarop de Garmin Drive app wordt uitgevoerd.
• U kunt de Garmin Express™ software (garmin.com/express) gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente cameragegevens te ontvangen.

Navigeren naar uw bestemming

Routes

Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (De
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 7) en te
vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina 7).
• Het toestel kan automatisch wegen vermijden die niet passen bij het actieve voertuigprofiel.
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route
starten, pagina 5).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen.
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 6).

Een route starten

Selecteer Waarheen? en zoek een locatie (Locaties zoeken
1
en opslaan, pagina 8).
Selecteer een locatie.
2
Selecteer een optie:
3
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens
een route te selecteren. Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route
en voegt u routepunten aan de route toe.
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart, pagina 5). Aan de rand van de kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route
toevoegen, pagina 6).

Een route starten op de kaart

U kunt een route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
Selecteer Bekijk kaart.
1
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
2
weer te geven. Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
3
adres. Selecteer Ga!.
4

Naar huis navigeren

De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
1
Voer zo nodig uw thuislocatie in.
2
Uw thuislocatie bewerken
Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.
1
Voer uw thuislocatie in.
2

Uw route op de kaart

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.
Navigeren naar uw bestemming 5
Loading...
+ 25 hidden pages