Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Veiligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan
ontstaan a ls de betekenis van het pic togram niet in acht wo rdt genomen en
het produc t ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit picto gram geeft aan dat het niet opvolg en van instr ucties k an
WAAR-
leiden tot er nstig of fataal lets el.
SCHUWING
Dit picto gram geeft aan dat het niet opvolg en van instr ucties k an
leiden tot pe rsoonlijk letse l of materiële schade.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen
aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pic togrammen geven aan dat deze informatie uw aandacht beho eft (“Belangr ijk”).
Cirkelvor mige pic togramme n met een diag onale stre ep geven aan
dat die hande ling verboden is (“Ver boden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven a an dat er een han deling moet worden verricht (“Vereist”).
WAAR SCHUWING
Als er ee n proble em onts taat, ze t u de came ra uit, ver wijd ert u de ba tterij , koppelt u de n etadapt er van de cam era los en ha alt u deze ui t het stopc ontact .
Het blijven g ebruiken van de camer a als deze rook verspreid t of een
Uit het
ongewone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont,
stopcontact
kan brand o f een elektrisch e schok tot gevolg hebb en.
verwijderen
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
ii
WAAR SCHUWING
Laat ge en water of an dere vre emde voor werpen d e camera bi nnendri ngen.
Als water of andere vreemde voorwer pen in de came ra terechtko men, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de
netstro omadapter los en trek t u deze uit het stopcont act.
Als u de camer a blijft g ebruiken, k an dat leiden tot brand of een
elektrische schok.
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
Gebru ik de camer a niet in de b adkamer o f in de douch e.
Niet gebru iken
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
in de badka-
mer of in de
douche.
Probe er nooit te de montere n of te modi ceren (op en nooit de b ehuizi ng).
Het niet in acht nemen van de ze voorzo rgsmaatregel kan bran d of
Niet demon-
een elek trische schok veroor zaken.
teren.
Mocht de behuiz ing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de
blootliggende onderdelen niet aan.
Het niet in acht nemen van de ze voorzo rgsmaatregel kan een el ektrische sch ok of letsel door het aanraken van beschadigd e onder-
Raak geen
delen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk de accu en pas
interne onder-
op voor let sel of een elektrische schok. Breng het product naar he t
delen aan
verkooppunt voor raadpleging.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, ver warmd, overmatig
geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op
worden geplaatst .
Deze hand elingen zouden het sn oer kunnen bescha digen en brand
of een elek trische schok kunn en veroorzaken.
•
Neem contac t op met uw FUJIFILM-d ealer als het snoer bes chadigd is.
Plaats d e camera n iet op een on stabie le onderg rond.
Hierdoor k an de camera vallen of k antelen en letsel vero orzaken.
Probe er nooit fo to’s te maken al s u in bewegi ng bent.
Gebruik de camera nie t tijdens het w andelen of als u in een auto
rijdt. Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tij dens onwe er de metal en onderd elen van de c amera ni et aan.
Dit kan tot een elektr ische schok l eiden door de ladingsoverdracht
van een blik seminslag.
Gebru ik de batt erij niet v oor ander e doelein den dan wa arvoor de ze bedoel d is.
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Verwa rm, wijz ig of demon teer de bat terij ni et. Laat d e batter ij niet va llen of
stel dez e niet bloot a an schokken . Berg de batte rij niet sam en met metal en
voorwerpen op. Gebruik geen andere laders dan het gespeci ceerde model
om de batterij op te laden.
Elk van deze ha ndelingen kan tot ontplo ng of lekkage van de batterij leide n en kan brand of lets el veroorzaken.
Gebruik uitsluiten d batterijen of netstroomadapter s die voor gebruik met
deze camera goe dgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de vermelde spanningsvoeding.
Het gebru ik van andere spannings bronnen kan tot brand l eiden.
Als de bat terij l ekt en vl oeisto f in conta ct komt me t uw ogen, h uid of kle ding,
spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk met schoon water en zoekt u
medis che hulp of b elt u onmid dellij k het alarm nummer.
Gebru ik de lader n iet om ande re batte rijen dan h ier verme ld, op te lade n.
De meegeleverde batterijlader is uitsluitend voor gebruik met het
type b atterij dat m et de camera wordt mee geleverd. A ls u de lader
gebruikt om gewone batterijen of andere types oplaadbare batterijen op te laden, dan kan dit leiden tot lek kage, over verhit ting of
een expl osie.
Gevaar voor ontplo ng als de b atteri j niet cor rect ver vange n wordt. G ebruik
allee n hetzelf de type ba tterij.
Gebruik niet in de nabij heid van ontvlambare voor werpen, explosieve ga ssen of stof.
Als u de bat terij bij u d raagt, pl aatst u deze i n de digita le camera of b ewaart
u de batt erij in de har de tas. Als u de b atterij w ilt opberg en, bergt u de ze op
in de har de tas. Al s u de batte rij wegb rengt voo r recyc ling, be dekt u de po len
met iso latieta pe.
Door conta ct met andere batterijen of metalen voorwe rpen kan de
batterij i n brand vliegen of ont plo en.
Houd ge heugenk aarten bu iten het be reik van k leine kin deren.
Omdat geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kinderen worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik
van klein e kinderen . Als een kind een geheu genkaart inslik t, moet u
onmiddel lijk medische hulp zoe ken of het alarmnummer b ellen.
Gebru ik de came ra niet op pl aatsen m et olieda mpen, sto om, vocht igheid of s tof.
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
OPGEPAST
OPGEPAST
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen
zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgesloten voert uig of in direct zonlicht . Dit kan brand veroo rzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
Dit produc t kan letsel aan de h anden van kinderen ve roorzaken.
Plaats g een zwar e voorwer pen op de ca mera.
Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verpla ats de camera n iet terwijl d eze nog steeds m et het netsno er verbonden is. Tre k niet aan he t snoer om de n etstro omadapt er te verwi jderen.
Deze hand elingen zouden het sn oer kunnen bescha digen en brand
of een elek trische schok kunn en veroorzaken.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de
stekke rverbi nding los zit.
Dit kan bra nd of een elektris che schok veroorz aken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een
doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de ca mera reini gt en u de came ra voor lang ere tijd ni et van plan be nt te
gebru iken, ver wijder t u de batter ij en koppe lt u de nets troomad apter los .
Doet u dit ni et, dan kan dat leiden tot b rand of een elektr ische schok.
Na het op laden die nt u de lader ui t het stop contact t e verwij deren.
Er kan bran d ontstaan als u de lader i n het stopcontact la at zitten.
Als een i tser te dicht b ij ogen word t gebruik t, kan deze per soon daar ti jdelijk door verblind raken.
Let bijzond er goed op bij het foto graferen van baby ’s en kleine kinderen .
Bij het ve rwijder en van een gehe ugenkaar t kan de kaar t te snel uit de sl euf
schieten. Gebruik uw vinger om de kaart tegen te h ouden en laat de ka art
voorzichtig los.
Personen die door de uitgeworpen kaart worden geraakt kunnen letsel
oplopen.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophopi ng van stof in uw camer a kan tot brand of ee n elektrische
schok lei den.
• Neem contac t op met uw FUJIFILM-dealer om de camer a om de 2
jaar van binn en te laten reinigen.
• Dit is echter nie t gratis.
Haal uw v ingers va n het its ervens ter voorda t de its er afgaat .
Anders zou u brandwonden kunnen oplopen.
Houd het its erven ster sch oon en ge bruik de its er niet al s het vens ter word t
belemmerd.
Anders k an rook of verkleuri ng ontstaan.
iii
Voor uw veiligheid
Spanningsvoeding en batterij
* Contro leer welk ty pe batter ij u gebruik t
voordat u de volgende beschrijvingen
leest.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de
batterijen juist gebruikt en hoe u de
levensduur e rvan kan verle ngen. Onjuist gebru ik van batterijen k an de levensduur er van verkor ten, maar kan
ook lekk age, oververhitting, brand
of een explosie veroorzaken.
Voor deze camera gebruikt u een
1
oplaadbare Lithium-ion ba
* Bij levering is de batterij niet volle-
dig opgeladen. Laad voor gebruik
de batterij altijd op.
* Plaats de batterij in de camera
of bewaar deze in de zachte tas
wanneer u de batterij met u meeneemt.
■ Batterijkenmerken
De batterij verliest geleidelijk haar
•
lading, zelfs wanneer de batterij
niet wordt gebruikt. Gebruik een
batterij die onlangs werd opgeladen (in de afgelopen twee dagen)
om foto’s te nemen.
• Om de levensduur van de batterij
te maximaliseren, schakelt u de camera zo snel mo gelijk uit als deze
niet wordt gebruikt.
•
Het aantal resterende foto’s is
minder op koude locaties of bij
koude temperaturen. Neem een
reservebatterij mee die volledig is
opgeladen. U kunt de capaciteit
iv
tterij
van de batterij ook verhogen door
de batterij in uw zak of op een andere warme plaats te bewaren en
net voor u een opname maak t de
batterij in de camera te plaatsen.
Als u een verwarmingsz akje gebruikt, mag u dit niet recht streek s
tegen de batterij drukken. De camera werk t mogelijk niet als u een
bijna lege batterij onder koude omstandigheden gebruikt.
■ De batterij opladen
• De laadtijd neemt toe wanneer
de omgevingstemperatuur lager
is dan 10 °C of hoger is dan 35 °C .
Probeer de batterij nooit op te laden bij temper aturen boven 40 °C ;
opladen is niet mogelijk bij temperaturen onder 0 °C .
•
De oplaadbare Lithium-ion batterij
hoeft niet volledig leeg te zijn of
ontladen te worden voordat deze
kan worden opgeladen.
• De bat terij kan na het opladen of
onmiddellijk na gebruik warm aanvoelen. Dit is volkomen normaal.
• Laad een volledig opgeladen batterij niet opnieuw op.
■ Le vensduur v an de batte rij
Bij normale temperaturen kan de
batterij minimaal 300 keer worden
gebruikt. Als de prestatieduur van
de batterij duidelijk afneemt, wijst dit
erop dat de bat terij het einde van de
levensduur he eft bereikt en dat deze
vervangen moet worden.
■ Opmerkingen over opslag
•
Als de batterij voor langere perioden
opgeladen wordt opgeslagen, kan
de prestatie van de batterij achteruit
gaan. Als de batterij voor langere tijd
niet wordt geb ruikt, laat u de batter ij
laten leeglopen voordat u deze opbergt.
• Als u de camera voor langere tijd
niet gebruikt, verwijdert u de batterij uit de cam era.
• Bewaar de batterij op een koele
plaats.
- Bewaar de batterij op een droge
plaats met een omgevingstemperatuur tussen +15°C en +25°C.
- Bewaar de batterij niet op een
hete of extreme koude plaats.
■ Me t de batte rij omgaa n Veilighe ids-
waarschuwingen:
Bewaar of vervoer de batterij niet
•
samen met metalen voorwerpen
zoals kettinkjes of haarspelden.
• Warm de batterij niet op of gooi
deze niet in het v uur.
• Probeer de batterij niet te demonteren of te wijzigen.
• Laad de batterij niet op met nietgespeci ceerde laders.
• Breng een ver sleten bat terij onmiddellijk weg.
•
Laat de batterij niet vallen of stel
deze niet blo ot aan sterke schokken.
• Stel de batter ij niet bloot aan water.
• Houd de polen van de batterij altijd schoon.
• Bewaar de batterij niet op een
hete plaats . Wanneer u de b atterij
gedurende een langere periode
gebruikt, worden de behuizing
van de camera en de batterij zelf
warm. Dit is normaal. Gebruik de
netstro omadapter die bij de cam era wordt geleverd als u gedurende
langere tijd opnamen maakt of foto’s bekijk t.
De camera gebruikt AA-alkaline-,
2
oplaadbare Ni-MH- (nikk
of AA-lithiumbatterijen
* Meer informatie over de batterijen
die u kunt gebruiken, vindt u in de
Gebruiksaanwijzing van de camera.
■ Waa rschuw ingen voor h et gebrui k
van batterijen
• Verwarm de batterijen niet en gooi
deze niet in een vuur.
• Bewaar of vervoer de batter ij niet
samen met metalen voorwerpen
zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de bat terij niet bloot aa n water,
zorg ervoor dat deze niet nat worden en bewaar de batterijen niet
op een vochtige plaats.
• Probeer de batterij en de batterij-
behuizingen niet te demonteren of
te wijzigen.
• Stel de batterijen niet bloot aan
sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde
of verkleurde batterijen.
• Bewaar batterijen niet op een war-
me of vochtige plaats.
• Houd de batterijen buiten het be-
reik van baby’s en kleine kinderen.
elmetaalhydride)
Voor uw veiligheid
OPGEPAST
• Controleer of de polen v an de bat-
terijen (C en D) goed zijn.
• Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en
gebruik te batterijen. Gebruik niet
gelijkertijd opgeladen en ontladen
batterijen.
• Gebruik niet gelijkertijd verschil lende merken batterijen.
• Als u de camera voor langere tijd
niet gebruikt, verwijdert u de batterij uit de camera. Houd er re kening mee als de camera wordt
bewaard zonder batterijen, dat de
tijd- en de datuminstellingen worden gewist.
• De batterijen voelen net na gebruik warm aan. Schakel voordat u
de batterijen verwijdert, de camera
uit en wacht tot de batterijen zijn
afgekoeld.
• Omdat de batterijen niet goed
werken in koude omstandigheden
of op koude lo caties, kunt u de batterijen in uw kleding ver warmen
voordat u deze gebruikt. Batterijen
werken niet goed als deze koud
zijn. De batterijen werken weer als
een normale temperatuur is b ereikt.
• Vuil (zoals vingerafdrukken) op de
batterijpolen verhindert dat de
batterij goed kan worden opgeladen en het aantal opnamen wordt
hierdoor verminderd. Maak de
batterijpolen voorzichtig met een
droge, zachte doek schoon voordat u deze oplaadt.
Als er vloeistof lekt uit de batterij, maak t u het batterijco mpartiment grondig schoon en plaatst
u daarna nieuwe batterijen.
Als batterijvloeistof op uw
handen of kleding komt, reinigt u deze grondig met water. Batterijvloeistof k an blindheid veroor zaken wanneer dit
in uw ogen komt. Wrijf niet in
uw ogen wann eer dit gebeur t.
Spoel uw ogen met schoon
water en neem contact op
met een ar ts.
■ De A A Ni-MH-ba tterije n juist geb ruiken
Ni-MH- batterijen die een lange tijd
•
niet worden gebruikt kunnen worden “uitgeschakeld”. Bovendien
kunnen Ni-MH-batterijen die herhaaldelijk worden opgeladen als
deze slechts gedeeltelijk zijn ontladen, last hebben van het “geheugene ect”. Ni-MH-batterijen die
zijn “uitgeschakeld” of last hebben
van het “geheugene ect” leveren
na opladen slecht gedurende een
korte tijd voeding. Om dit probleem te voorkomen, ontlaadt en
laadt u deze verschillende keren
met de camerafunc tie “Oplaadbare
batterijen ontladen”. Uitschakelen
en geheugenproblemen zijn typerend voor Ni-MH-batterijen en dit
betekent niet dat de batterij defect
is. Raadpleeg de Gebruiksaanwij-zing procedure voor het “Oplaadbare batterijen ontladen”.
OPGEPAST
Gebruik de functie “Oplaadbare batterijen ontladen” niet als u alkalinebatterijen gebruikt.
• Gebruik de snelle batterijlader (afzonderlijk verkrijgbaar) wanneer u
Ni-MH-batterijen gebruik t. Raadpleeg de i nstructies die bij d e lader
zijn geleverd zodat u de lader goed
gebruikt.
• Gebruik de batterijlader niet om
andere batterijen op te laden.
• De batterijen voelen warm aan nadat deze zijn opgeladen.
• De c amera gebruikt een kleine
hoeveelh eid voeding als de camera is uitgeschakeld. Houd er
rekening mee dat wanneer u de
Ni-MH-batterijen een lange tijd in
de camera laat zitten, de batterijen
te veel worden ontladen. Hierdoor
worden ze zelfs na opnieuw opladen, onbruikbaar.
• Ni-MH-batterijen ontladen automatisch, zelfs als deze niet worden
gebruikt. Hierdoor kan de gebruiksduur worden verkort.
• Ni-MH-batterijen slijten snel als
deze te veel worden ontladen
(bijvoorbeeld wanneer u deze batterijen in een z aklamp gebruikt).
Ontlaad de batterijen met de camerafunctie “Discharging rechargeable batteries” (oplaadbare batterijen ontladen).
• Ni-MH-batterijen hebben een beperkte levensduur. Wanneer een
batterij slechts een korte tijd kan
worden gebruikt na herhaaldelijke
ontladen en opladen, kan dit betekenen dat de bat terij niet meer kan
worden gebruikt.
■ Batterijen weggooien
OPGEPAST: Gooi batterijen weg con-
form de plaatselijke regelgeving.
Opmerkingen voor beide modellen
3
(1, 2)
■ N
etstroomadapter
Gebruik altijd de netstroomadapter
voor uw camera. Het gebruik van
een netstroomadapter van een ander merk dan de netstroomadapter
van FUJIFILM ka n uw digitale camer a
beschadigen.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing
van uw camera voor meer informatie over de netstroomadapter.
• Gebruik de netstroomadapter uitsluitend binnenshuis.
• Steek het verbindingssnoer stevig
in de DC-ingangaansluiting.
• Schakel de FUJIFILM Digitale camera uit voordat u het snoer van
de DC-ingangaansluiting loskoppelt. Om de ze los te maken, trekt
u voorzichtig aan de stekker. Trek
niet aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet
voor andere doeleinden dan voor
uw digitale camera.
• Tijdens het gebruik k an de netstroomadapter warm aanvo elen.
Dit is normaal.
• Demonteer de netstroomadapter
niet. Dit kan gevaarlijk zijn.
v
Voor uw veiligheid
• Gebruik de netstroomadapter niet
op een warme en vochtige plaats.
• Stel de netstroomadapter niet
bloot aan sterke schokken.
•
De netstroomadapter kan een zoemend geluid maken. Dit is nor maal.
•
Als de netstroomadapter in de nabijheid van een r adio wordt gebruik t, kan
deze statische e lektriciteit ve roorzaken.
Als dit gebeu rt, plaatst u de ca mera uit
de buurt v an de radio.
Voordat u d e camera gebr uikt
Richt de camera niet op extreem
heldere lichtbronnen, zoals de zon
bij een onbewolkte lucht. Het niet
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de beeldsensor van de camera toebrengen.
■ Tes topnamen vo or fotogr a e
Vóór het maken van belangrijke foto’s (zoals bij huwelijken of tijdens
reizen), kunt u het bes te altijd eers t
een testopname maken om te con troleren of alles functioneer t.
FUJIFILM Corporation aanvaardt
•
geen verantwoordelijkheid voor een
eventueel verlies (zoals de fotogra ekosten of inkomensverlies door
de fotogra e) ontstaan ten gevolge
van een stor ing van het product.
■ Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale
camerasysteem mogen zonder toestemming van de eigenaar niet worden gebruikt op een manier die de
copyright wetten overtreedt, tenzij deze
uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld
vi
zijn. Er zijn bepaalde beperkingen van
toepassing bij het fotograferen van optredens op podia, evenementen en tentoonstellingen, zelfs wanneer de foto’s
alleen voor privé-gebruik bestemd zijn.
De gebruiker wordt er ook op gewezen
dat het overdragen van een geheugenkaart die foto’s of gegevens bevat die
onder de copyrightwetten vallen, uitsluitend toegestaan is binnen de beperkingen opgelegd door de regelgeving
in het kade r van deze auteursrechten.
■ Omgaan met uw digitale camera
Stel de camera t ijdens het maken en o pslaan van foto’s nie t bloot aan schokk en
om correcte opnames te garanderen.
■ Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is,
moet u voor zichtig zijn met de vloeibare kristallen in het scherm. Neem
onmiddellij k maatregelen als één van
de volgende situaties zich voordoet.
• Als vlo eibare kris tallen met uw
huid in aanraking komen, moet u
de desbetre ende plaats met een
doek droog wrijven en goed wassen met zeep en s tromend water.
• Als er vlo eibare kristallen in u w oog
terechtkomen, moet u dat oog
gedurende minimaal 15 minuten
spoelen met schoon water en dan
medische hulp zoeken.
•
Als vloeibare kristallen worden ingesli kt, moe t u uw m ond goe d spo ele n
met water. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te geven.
Zoek medis che hulp.
Hoewel het LCD-paneel is vervaardigd met zeer geavanceerde technieken kunnen er zwarte plekken of
continu verlichte plekken zijn. Dit is
geen defect en is niet van invloed op
de opgenomen beelden.
■ Informatie over handelsmerken
XD-Picture Card en E zijn handels-
merken van FUJIFILM Corporation. De
hierin gebruikte lettertypen zijn ontwikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de
Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple
Inc. Windows 8, Windows 7, Windows
Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Adobe
en Adobe Reader zijn in de Verenigde
Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
De SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo
is een handelsmerk. YouTube is een
handelsmerk van Google Inc. Facebook
is een handelsmerk van Facebook, Inc.
Alle overige in deze gebruiksaanwijzing
genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreff ende rechthebbenden.
■ O pmerkin gen over elek trisch e storing
Als de camera in ziekenhuizen of
vliegtuigen wordt gebr uikt, dan k an
deze camera storing van andere apparatuur in h et vliegtuig of zieke nhuis
veroorzaken. Raadpleeg de betre ende regelgeving voor meer informatie.
■ E xif Print (Ex if ver. 2.3)
Exif Print Format is een nieuw bestandsformaat voor digitale camera’s dat een
grote hoeveelheid opname -informatie
voor optimale afdrukken bevat.
BELANGRIJK E OPMERKING: Lees eers t
voorda t u de softwa re gebruik t
Direct of indirect expor teren, in zijn
geheel of gedeeltelijk, van software
met een licentie zonder de toestemming van de van toepassing zijnde
bestuursorganen is verboden.
Over deze gebruiksaanwijzing
✔✔ Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....
107
✔✔ Probleemoplossing
..........................................
✔✔ Inhoudsopgave
...............................................
viii
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vi aandachtig door voordat u de
camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand
overzicht.
Inhoudsopgave
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht
van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle camerafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Lees hier wat het knipperende pictogram of de
foutmelding in het LCD-scherm betekent.
Geheugenkaarten
Foto’s kunnen worden opgeslagen op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (P 9), in deze handleiding
wordt ernaar verwezen als “geheugenkaarten”.
...............................................P P
.....P P
107
Probleemoplossing
viii
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de
oplossing hier.
..........................................P P 9999
vii
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotogra e
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................. ii
Over deze gebruiksaanwijzing ...............................................vii
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
3 Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de ca-
mera correct bedient.
1 Opmerking: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten.2 Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.P : Pagina’s elders in deze gebruiksaanwijzing waarop andere relevante informatie staat.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weergegeven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van
de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
AA alkaline (LR6) batterijen (×3)LensdopDraagriem
• Beginnershandleiding
* Een USB-kabel is niet inbegrepen. Gebruik een mini-USB-kabel (verkrijgbaar bij derden) met een maximale lengte van 60 cm.
Voordat u begint
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
Inleiding
A M icrofoon .....................................................53
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators
kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
M Scherpstelframe........................................32
K Macrostand (close-up) ..........................34
L Indicator zelfontspanner .....................37
A G eschenkbe eld ........................................ 4 4
B Indicator stille stand ...............................88
C Geavanc. lter .............................................22
100
N
D Indicator rode-
ogenverwijder ing ....................................81
E Indicator Intelligente
gezichtsdetec tie ....................................... 30
F Indicator afspeelstand ..................19, 44
Inleiding
....
42
De functieknop
De functieknop
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de functieknop
en zet u het pictogram van de gewenste opnamestand tegenover het merkteken dat naast de functieknop is aangebracht.
Inleiding
Voordat u begint
P, S , M: Hiermee hebt u volledige controle over de camera-instellingen, waaronder diafragma (M) en/of sluitertijd (M
en S) (P 27).
M (SCÈNEHERKENNING): een “richten
en fotograferen” stand waarbij de camera
automatisch wordt ingesteld voor de
scène (P 14).
B (AUTO): een eenvoudige “richten-en-
fotograferen” stand, speciaal voor beginnende gebruikers van digitale camera’s
(P 20).
I (DOORLOPENDE OPNAME):
Camera neemt foto’s terwijl de sluitertoets is ingedrukt. (P 20).
N (BEWEGEND PANORAMA): neem een
reeks foto’s en combineer ze om een panorama te maken (P 25).
SP1/SP2 (ONDERWERPPROGRAMMA): kies
een stand die bij het onderwerp of de
omstandigheden past, en de camera
doet de rest (P 24).
Adv.(GEAVANCEERD): Geavanceerde foto-
technieken op eenvoudige wijze (P 21).
5
De draagriem en de lensdop
De draagriem bevestigen
De lensdop
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigingsogen zoals onderstaande afbeelding laat zien.
Eerste stappen
3 Attentie
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan
de camera vallen.
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals afgebeeld.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem
verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door
het oog (q) en bevestig de lensdop daarna aan de
draagriem (w).
6
De batterijen plaatsen
Batterijbehuizing
De camera gebruikt drie alkaline-, lithium- of oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type AA. Er worden drie
alkalinebatterijen bij de camera geleverd. Plaats de batterijen volgens onderstaande aanwijzingen in de
camera.
Open de afdekkap van het batterijencom-
1
partiment.
Schuif de vergrendeling van het batterijencompartiment in
de aangegeven richting en open de afdekkap van het batterijencompartiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u de afdekkap van het batterijencompartiment
opent.
3 Attentie
• Open de afdekkap van het batterijencompartiment nooit wanneer de camera is ingeschakeld.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beschadiging van fotobestanden of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap
van het batterijencompartiment opent of sluit.
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen met de
“+” en “–” polen in de juiste
richting in het batterijencompartiment zoals wordt
aangegeven met de aanduidingen aan de binnenkant van het compartiment.
3 Attentie
• Plaats de batterijen in de juiste richting in het batterijencompartiment.
• Gebruik nooit ba tterije n waarvan de
behuizing is beschadigd of loslaat en
gebruik oude en nieuwe batterijen,
batterijen met verschillende ladingsniveaus of batterijen van verschillende merken niet samen. Als
deze voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen,
kunnen de batterijen gaan lekken of oververhit raken.
• Gebruik nooit m angaan of NiCd bat terijen.
De capaciteit van alkaline batterijen kan per merk ver-
•
schillen en kan bij temperaturen onder 10 °C aanzienlijk dalen, Ni-MH batterijen verdienen de voorkeur.
•
De levensduur van de batterijen kan door vingervlekken
of vuil op de polen van de batterijen worden verkort.
Batterijbehuizing
Eerste stappen
7
De batterijen plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
3
timent.
Sluit de afdekkap van het
batterijencompartiment
en schuif hem vast totdat
de vergrendeling vastklikt.
3 Attentie
Oefen geen kracht uit. Als de afdekkap van het batterijencompartiment niet wil sluiten, controleer dan
of de batterijen goed zijn geplaatst en probeer het
opnieuw.
2 Tip: Een w isselstrooma dapter gebruiken
De camera kan worden gevoed door een optionele
wisselstroomadapter en DC-koppelstuk (los verkrijgbaar).
Het batterijtype selecteren
Als u de batterijen vervangt door
batterijen van een ander type,
dan dient u het batterijtype in te
stellen met behulp van de optie
INSTELLINGEN
BATTERIJTYPE
LITHIUM
ALKALINE
NI-MH
TBATTERIJTYPE in het menu
Instellingen (
P
89) om er zeker
van te zijn dat het batterijniveau goed wordt weergegeven en de camera niet onverwachts wordt uitgeschakeld.
8
Een geheugenkaart plaatsen
■■ Compatibele geheugenkaarten
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
De camera kan foto’s opslaan op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (apart verkrijgbaar).
Compatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera
te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html. Met andere geheugenkaarten kan de werking
niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of
MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Attentie
Geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en
het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp
van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
Eerste stappen
9
■■ Een geheugenkaar t plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Open de afdekkap van het batterijencom-
1
partiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de
camera is uitgeschakeld
voordat u de afdekkap
van het batterijencompartiment opent.
Plaats de geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart in de richting zoals
hieronder aangegeven en schuif deze in het
apparaat totdat hij aan de achterkant van de
sleuf vastklikt.
Let erop dat u de geheugenkaart
in de juiste richting in de kaartsleuf
steekt, steek de kaart er niet schuin
in en oefen geen kracht uit.
Klik
Een geheugenkaart plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
3
timent.
Sluit de afdekkap van
het batterijencompartiment en schuif hem
vast totdat de vergrendeling vastklikt.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitgeschakeld, druk de geheugenkaart
voorzichtig naar beneden en laat
hem vervolgens langzaam los. De
geheugenkaart kan nu worden
verwijderd.
3 Attentie
• De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als
u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te abrupt loslaat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald,
kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt
niet op een defect.
10
Een geheugenkaart plaatsen
3 Attentie
• Voorkom dat de camera wo rdt uitgeschak eld of dat de gehe ugenkaart wo rdt verwijde rd terwijl de ca mera bezig is me t het formatte ren van
de geheug enkaart of me t het lezen van, of sc hrijven naar, de geh eugenkaar t. Anders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
• Nieuwe SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie pagina 91
voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD/SDHC/SDXC-kaart,
worden mogelijk niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend
servicecenter. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten kunnen lmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik een
G-kaart of hoger bij het opnemen van HD- lms.
• Door het formatteren van een geheugenkaart wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U
mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken,
wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van
geheugenkaarten te wissen; kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet
de originele bestanden.
Eerste stappen
11
De camera in- en uitschakelen
Opnamestanden
Afspeelstand
Opnamestanden
Druk op de G-knop om de camera in te schakelen.
De lens wordt automatisch uitgeschoven.
Afspeelstand
Houd de a-knop gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen en het
afspelen te starten.
Druk nogmaals op G-knop om de camera
weer uit te schakelen.
2 Tip: Overscha kelen naar de afspe elstand
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de
ontspanknop half in om weer terug te keren naar de opnamestand.
3 Attentie
• Zorg ervoor dat de lensdop is verwijderd vooraleer u de
camera inschakelt.
• De camera kan beschadigd of defect raken als de lens bij
het uitschuiven wordt tegengehouden.
Vingervlekken en vuil op de lens zijn van invloed op de kwa-
•
liteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
• De G-knop koppelt de camera niet volledig af van
de voeding.
2 Tip: Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld
via het menu M UITSCHAKELEN (zie pagina 93).
Druk nogmaals op de a-knop of druk op de
G-knop om de camera uit te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de opnamestand
Druk de ontspanknop half in om over te schakelen naar
de opnamestand. Druk op de a-knop om terug te keren
naar het afspelen.
12
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera
volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 88 voor informatie over het opnieuw instellen van de
klok of het veranderen van de taal).
Kies een taal.
1
START MENU
ENGLISH
FRANCAIS
DEUTSCH
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
SET NO
Stel de datum en tijd in.
2
DATUM/TIJD NIET INGESTELD
2016
2015
JJ. MM. DD
1. 1 12 : 00
2014
2013
2012
OKAFBREKEN
2 Tip: De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, worden de cameraklok en batterijtype gereset en
wordt het taalkeuzevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Als de batterijen gedurende 10 uur
in de camera hebben gezeten, kunnen de batterijen ongeveer 24 uur uit de camera worden verwijderd zonder dat de
klok, de taal of het batterijtype wordt gereset.
1.1 Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om een taal te marke-
ren.
1.2 Druk op MENU/OK.
2.1 Druk op de keuzeknop links of rechts om het jaar, de maand, de
datum, de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuze-
AM
knop omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om
de volgorde te veranderen waarin het jaar, de maand en de datum
worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op
de keuzeknop omhoog of omlaag.
2.2 Druk op MENU/OK. Een bericht betre ende het batterijtype wordt
weergegeven; gebruik, om het juiste type batterij te speci ceren,
de optie T BATTERIJTYPE (P 89) in het instellingenmenu als
het type verschilt van het type dat in de camera is geplaatst.
Eerste stappen
13
Foto’s maken in de modus M (Scèneherkenning)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de stand M (automatisch).
Schakel de camera in.
1
Druk op de G-knop om de camera in te
schakelen.
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Selecteer de stand
2
Zet de functieknop op
14
M
M
M
In deze opnamestand analyseert de camera automatisch
de compositie en selecteert
een scène die voor de omstandigheden en het type onderwerp het meest geschikt is:
• b(PORTR ET): Menselijke portretten.
.
.
• c(LANDSCHAP): Kunstmatig of natuurlijk landschap.
• d(NACHT): Onderbelicht landschap.
• e(MACR O): Onderwerp dicht bij de camera.
• f (NACHTPO RTRET): Onderbelicht portretonderwerp.
• g(TEGENLICHTPORTRET): Portretonderwerp met tegenlicht.
a (AUTO) is geselecteerd als geen van bovenstaande moge-
lijkheden is gedetecteerd.
Geselecteerde scène
Foto’s maken in de modus M (Scèneherkenning)
Indicat or
Beschr ijving
Controleer het batterijniveau.
3
Controleer het batterijniveau op het LCDscherm.
qw
Indicator
GEEN PICTOGRAM De batterijen zijn vrijwel geheel
ontladen.
B
q
(rood)
A
w
(knippert rood)
Opmerking
1
Het kan voorkomen dat er geen waarschuwing voor
een te laag batterijniveau op het LCD-scherm verschijnt voordat de camera wordt uitgeschakeld. Dit
kan vooral het geval zijn met batterijen die eerder
volledig leeg zijn geraakt. Het stroomverbruik kan per
functie enorm variëren, bij sommige functies en bij het
overschakelen van de opnamestand naar de afspeelstand wordt de waarschuwing voor een te laag batterijniveau (B) mogelijk slechts kort of helemaal niet
getoond voordat de camera wordt uitgeschakeld.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen zo snel mogelijk.
De batterijen zijn leeg. Schakel de
camera uit en vervang de batterijen.
Beschrijving
Bepaal de compositie.
4
Gebruik de zoomregelaar om de foto in het
LCD-scherm te plaatsen.
Selecteer W om uit te zoomen
Zoom indica tor
2 Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (P 32) om scherp te
stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstelframe bevinden.
Selecteer T om in te
zoomen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
15
Foto’s maken in de modus M (Scèneherkenning)
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met
beide handen vast en laat uw
ellebogen rusten in uw zij. Een
onvaste hand kan bewegingsonscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere
voorwerpen uit de buurt van de
lens en de itser om te voorkomen dat de foto’s onscherp of te
donker (onderbelicht) worden.
Opname-informatie
Druk op de DISP/BACK-knop om opname-informatie en
rasterlijnen op het LCD-scherm weer te geven.
Om compositiehulplijn te gebruiken, houdt u het onderwerp op de plaats waar twee lijnen elkaar kruisen
of houdt u één van de horizontale lijnen op de horizon
gericht. Bij gebruik van HD-framing worden hulplijnen
met een beeldverhouding van 16:9 weergegeven om
het kadreren van HD-foto's te vergemakkelijken. Gebruik
scherpstelvergrendeling (P 32) om scherp te stellen op
onderwerpen die zich niet in het midden van het frame
van de uiteindelijke foto zullen bevinden.
Onscherpe foto’s vermijden
Als het onderwerp slecht belicht is, kan onscherpte, veroorzaakt door camerabewegingen, worden verminderd
door middel van de optie L IS MODE in het instellingen-
menu (P 89).
te voorkomen.
1 Opmerking
Gebruik de instelling UIT om beeldstabilisatie uit te schakelen wanneer u een statief gebruikt.
Let wel, bewegingsonscherpte is niet altijd
16
Foto’s maken in de modus M (Scèneherkenning)
Stel scherp.
5
Druk de ontspanknop half in om de
camera scherp te stellen.
1 Opmerking
De lens kan tijdens het scherpstellen geluid maken;
dit is normaal. In de M-modus past de camera
continu de scherpstelling aan. Hierdoor raken de
batterijen sneller uitgeput.
Als de camera in staat is om scherp te stellen, klinken twee pieptonen en licht de indicatorlamp
groen op.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen,
wordt het scherpstelframe rood, verschijnt
s op het LCD-scherm en begint de indicatorlamp groen te knipperen. Pas de compositie
aan of gebruik scherpstelvergrendeling (
P32).
Maak de foto.
6
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de foto te maken.
2 Tip: Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee standen. Als de ontspanknop
half (q) wordt ingedrukt, worden de scherpstelling en de
belichting ingesteld; om de foto te maken, drukt u de ontspanknop vervolgens volledig in (w).
Twe e
pieptonen
q
Half indrukken
1 Opmerking
Als het onderwerp slecht belicht is, kan het AF-hulplicht
beginnen te branden om te helpen bij het scherpstellen
(P 33). Zie pagina 35 voor informatie over het gebruik
van de itser bij weinig licht.
Volledig indru kken
Klik
w
Eenvoudig fotograferen en afspelen
17
De indicatorlamp
De indic atorlamp
Status van d e camera
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt
weer:
De indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Waarschuwing voor bewegingson-
Knippert groen
Knippert groen
en oranje
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood
2 Tip: Waarschuwingen
Op het LCD-scherm verschijnen gedetailleerde waarschuwingen. Zie de pagina’s 107–110 voor meer informatie.
scherpte, scherpstelling of belichting.
De foto kan worden gemaakt.
Bezig met een opname. Er kunnen extra foto’s worden gemaakt.
Bezig met een opname. Er kunnen
momenteel geen extra foto’s worden
gemaakt.
De itser wordt opgeladen; wanneer
een foto wordt genomen, wordt niet
ge itst.
Lens- of geheugenfout (geheugenkaart vol of niet geformatteerd, formatteerfout of andere geheugenfout).
Status va n de camera
Foto’s maken in de modus M (Scèneherkenning)
18
100-0001
WISSEN
AFBREKENOK
GEKOZEN VELDEN
ALLE FOTO'S
ENKELE FOTO
Foto’s bekijken
U kunt de foto’s die u heeft gemaakt op het LCD-scherm bekijken. Het verdient aanbeveling om bij belangrijke gebeurtenissen eerst enkele proefopnamen te maken die u op het LCD-scherm controleert.
1
2
Druk op de a-knop.
De foto die het laatst is gemaakt, wordt op het
LCD-scherm afgespeeld.
100-0001
Meer foto’s bekijken.
Druk op keuzeknop rechts om de
foto’s af te spelen in de volgorde
waarin ze zijn gemaakt, en op keuzeknop links om de foto’s af te spelen in omgekeerde volgorde.
Druk op de ontspanknop om de opnamestand
weer in te schakelen.
Foto’s wissen
Druk op de keuzeknop omhoog (b) om de
foto te wissen die op het LCD-scherm wordt
afgespeeld. Onderstaand dialoogscherm
verschijnt.
•
Selecteer ENKELE FOTO en
druk op MENU/OK.
• U kunt de foto wissen door op
WISSEN OK?
MENU/OK te drukken.
OKAFBREKEN
U kunt het dialoogvenster verlaten zonder de foto te
wissen door op DISP/BACK te drukken.
2 Tip: Het Af speelmenuMet het Afspeelmenu kunt u ook foto’s wissen (P 77).
Eenvoudig fotograferen en afspelen
19
Opnamestanden
M
SCÈNEHERKENNING
BB AUTOMATISCH
II DOORLOPENDE OPNAME
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past. Dit doet u door de functieknop in de gewenste
stand te zetten (P 5). De volgende opnamestanden zijn beschikbaar:
M
In deze opnamestand analyseert de camera de gehele compositie en wordt automatisch de onderwerpstand geselecteerd die voor de omstandigheden en het onderwerp het meest geschikt is (
Meer over fotogra e
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere foto’s.
Deze opnamestand kan vrijwel altijd worden gebruikt.
Hiermee legt u beweging vast in een reeks foto’s.
Gebruik de optie R CONTINU in het opname-
menu om een modus voor doorlopende opname
te kiezen.
SCÈNEHERKENNING
AUTOMATISCH
DOORLOPENDE OPNAME
20
P
c Attentie
• Scherpstelling en belichting worden bepaald bij de
eerste foto in iedere serie. De itser wordt automatisch
uitgeschakeld en wanneer u de opnamemodus wijzigt,
wordt de eerder geselecteerde itsmodus hersteld.
• De beeldsnelheid varieert afhankelijk van de sluitertijd,
14).
opnameomstandigheden en het aantal foto’s in elke serie.
• Het aantal foto’s dat in één serie kan worden gemaakt,
is afhankelijk van het onderwerp en de camera-instellingen. Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van het beschikbare geheugen.
• Indien de zelfontspanner wordt gebruikt als L en N
zijn geselecteerd, wordt er slechts één foto gemaakt
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
• Bij de instelling J kunnen er in de heldere delen van
het beeld witte strepen verschijnen, dit kan worden
voorkomen door de stand K te selecteren.
Loading...
+ 101 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.