Fujifilm FINEPIX J150W, FINEPIX J100, FINEPIX J110W, FINEPIX J120 User Manual [nl]

Page 1
BL00811-B00(1)
NL
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product stelt. In deze gebruiks­aanwijzing wordt beschreven hoe u uw FUJIFILM FinePix J100, J110w, J120 of J150w digitale camera en de meegeleverde software gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
Voor meer informatie over aanverwante producten, kunt u onze website bezoeken op
http://www.fujifilm.com/products/index.html
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Probleemoplossing
Appendix
Page 2
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera correct gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiks­aanwijzing gebruikt om de ernst van het letsel of de schade aan te geven die kan ontstaan als de informatie bij het pictogram niet in acht wordt genomen en het produc t ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit picto gram geeft aan d at het niet opvolgen v an de instructie
WAAR-
kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
SCHUWING
Dit picto gram geeft aan d at het niet opvolgen v an de instructie kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de aard aan van de instructie die moet worden nageleefd.
Driehoekige pic togrammen geven aan dat deze informatie uw aandacht vereist (“Belangrijk”).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep geven aan dat die handeling verboden is (“Verboden” ).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een handeling mo et worden verricht (“Vereist ”).
ii
WAAR SCHUWING
Als er een probleem ontstaat, zet u de camera u it, verwijdert u de bat­terij en k oppelt u de neta dapter van de ca mera los en haal t u deze uit het stopcontact. Het blijven gebruiken van d e camera als deze rook
Verwij der
of een ongewone geur verspreidt of wanneer de camera een
uit het
ander gebrek vertoont, kan brand of een elek trische schok tot
stopcontact
gevolg hebben. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer. Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de came ra binnendringen. Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terecht­komen, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de wissels troomadapter los en tre kt u deze uit het stop contact. Als u de camera blijft gebruiken, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok. Neem contact op met uw FUJIFILM- dealer.
Gebr uik de ca mera n iet in d e badk amer o f in de do uche. Di t kan brand of
Niet gebru iken
een elektrische schok veroorzaken.
in de badka­mer of in de
douche
Probeer nooit om de camera te demonteren of aan te passen. (Open de be­huizin g onder geen enkel bedin g.) Gebruik de camera niet wa nneer deze is gevallen of wanneer de be huizi ng beschadigd is. Dit kan brand of
Niet
een elektrische schok veroor zaken. Neem contact op met uw
demonteren
FUJIFILM- dealer.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaatst. Dat zou het snoer kunnen beschadigen en
brand of ee n elektrische s chok kunnen veroo rzaken. Neem co n­tact op met uw FUJIFILM- dealer als het snoer beschadigd is. Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken. Probeer n ooit foto ’s te maken al s u in bewegi ng bent. Gebruik de came­ra niet tijdens het wandelen of het besturen van een voer tuig. Dit kan leiden tot een val of een verke ersongeluk. Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsoverdracht van een blikseminslag.
Page 3
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Gebruik de batterij niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze be­doeld is. Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens. Verwarm, wijzig of demonteer de batterij niet. Laat de batterij niet vallen of stel de ze niet bloot aa n schokken. Ber g de batterij ni et samen met me­talen vo orwerpen op. G ebruik gee n andere lade rs dan het ges peci ce erde model om de batterij op te laden. Elk van deze handelingen k an tot
ontploffi ng of lekkage van de batterij leiden en kan brand of letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend batterijen of wisselstroomadapters die voor gebruik met deze camera zijn goedgekeurd. Gebruik geen andere spanning dan de vermelde voedingsspanning. Het gebruik van andere spannings-
bronnen kan tot brand leiden.
Als de batterij lekt en vloeistof in contact komt met uw ogen, huid of kle­ding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk met schoon water en zoekt u m edische h ulp of belt u o nmiddel lijk het al armnumm er. Gebruik de lader niet om batterijen op te laden die hier niet worden ver­meld. De meegeleverde bat terijlader BC-45A is uitsluitend ont-
worpen voor gebruik met oplaadbare NP-45 batterijen van FUJIFILM. Indien u gewone batterijen of andere types van op­laadbare batterijen met de lader probeert op te laden, kunnen de batterijen gaan lek ken, oververhit raken of openbarsten.
Als u de bat terij bi j u draagt, p laatst u d eze in de dig itale cam era of bewa art u de batte rij in de har de tas. Als u de ba tterij wi lt opberge n, bergt u dez e op in de hard e tas. Als u d e batter ij wegbre ngt voor re cycli ng, bedek t u de pole n met isolatietape. Door contact met andere batterijen of metalen
voorwerpen kan de batterij in brand vliegen of ontploff en. Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Omdat geheugen kaarten klein zijn, kunnen ze mak kelijk door kindere n worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaar t inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het alarmnum­mer bellen .
OPGEPAST
Gebrui k de camera niet op p laatsen met ol iedampen, st oom, vochtighe id of stof. Dit kan brand of een elektrische schok veroorz aken. Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge tempera­turen zijn blootgesteld. Laat de camera niet achter in afgesloten
ruimtes zoals in e en afgesloten voert uig of in direct zonlic ht. Dit kan brand veroorzaken. Buiten het bereik van kleine kinderen houden. Dit product kan letsels veroorzaken wanneer het door een kind wordt gehanteerd. Plaats geen zware voorwerpen op de camera. Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaa ts de camera n iet terwi jl deze nog st eeds met he t netsnoer v erbon­den is. Tre k niet aan het s noer om de wisse lstrooma dapter te ver wijderen.
Dat zou het snoe r kunnen beschadig en en brand of een elek tri­sche schok kunnen veroorzaken.
Gebrui k de wisselstr oomadapte r niet wanne er de stekker b eschadig d is of de stekkerverbinding loszit. Dit kan brand of een elek trische schok
veroorzaken.
Bedek de camera of de wisselstroomadapter niet en wikkel ze niet in een doek of deken. Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen
waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de camera reinigt of u de camera voor langere tijd niet van plan bent te ge bruik en, ve rwi jder t u de ba tte rij en kopp elt u d e wiss elst rooma dap ter los. Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot brand of een elektri-
sche schok. Verwij der de lade r uit het stopc ontact wan neer het opl aden is volto oid. Er
kan brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Het gebr uik van de  itser te dic ht bij de ogen van e en persoon kan e rvoor zorgen d at de persoon ti jdelijk ve rblind raak t. Let bijzonder goed op
bij het fotograferen van b aby’s en kleine kind eren.
Als een g eheuge nkaar t wordt ve rwijd erd, kan d e kaart t e snel uit d e gleuf s prin­gen. Geb ruik uw ving er om de kaar t tegen te ho uden en laa t deze zach tjes los. La at uw ca me ra re ge l ma ti g n ak i jk en en sc h oo nm ak e n. Een oph oping van
stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok leiden. Neem contac t op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de 2 jaar van binnen te laten reinigen. Dit is echter niet gratis.
iii
Page 4
Voor uw veiligheid
Over de ba tterij en de vo eding
Dit gedeelte beschrijft hoe u met de batterij moet omgaan om deze zo lang mogelijk te kunnen gebruiken. Verkeerd gebruik kan de levens­duur verkor ten en lekkage, over verhitting en ontpl off en van de batterij tot gevolg hebben.
De batterij werd bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij op voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de batterij in de houder wanneer de batterij niet wordt gebruikt.
Opmer kingen over d e batteri j
De batterij verliest langzaam haar lading wanneer de camera niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen voor gebruik op.
De levensduur van de batterij kan worden verlengd door de camera uit te schakelen als hij niet wordt gebruikt.
Bij lage temperaturen neemt de capaciteit van de batterij af; een lege batterij wer kt vaak helemaal niet m eer wanneer het koud is. B ewaar een volledig op geladen reserveb atterij op een warme p laats en verwissel de batterij w anneer nodig; bew aar anders de batter ij in een van uw zakken en plaats de bat terij pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera. Voorkom dat de bat terij in direct contac t komt met handenwarmers of andere verwarmingsapparaten.
De batterij opladen
Laad de batterij op met de meegeleverde batterijlader (pag. 5). De laadtijd neemt toe wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan +10 °C of hoger is dan +35 °C. Probe er de batterij no oit op te laden bij tempe raturen boven 40°C; opladen is niet mogelijk bij temperaturen onder 0°C.
Probeer nooit een volledig opgeladen batterij op te laden. De batterij hoeft echter ook niet volledig ontladen te zijn om te worden opge­laden.
De batterij kan tijdens het opladen en het gebruik warm aanvoelen. Dit is normaal.
iv
Levens duur van de bat terij
Bij normale temperaturen kan de batterij ongeveer 300 keer worden opgeladen. Wanneer de batterij steeds minder lang haar lading kan vasthouden, is dat een indicatie dat het einde van de levensduur van de batterij is bereikt en dat de batterij moet worden vervangen.
Opslag
De prestaties van de batterij kunnen verslechteren als de bat terij ge­durende langere p erioden in volledig opgeladen toestand ongebr uikt blijft. Ontlaad eerst de batterij volledig.
Wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de batterij uit de camera en bewaar de batterij op een dro­ge plaats bij een omgevingstemperatuur van +15°C tot +25°C. Bewaar de batterij niet op plaatsen waar extreme temperatuurschommelin­gen voorkomen.
Attent ie: De batter ij hantere n
• Vervoer en bewaar de batterij niet naast metalen voor werpen, zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de batterij niet bloot aan open vuur of hitte.
• Probeer de batterij niet te demonteren of te modifi ceren.
• Laad de batterij alleen op met de voorgeschreven batterijladers.
• Lever oude batterij in als klein chemisch afval.
• Stel batterijen niet bloot aan schokken, bijvoorbeeld door ze te laten vallen.
• Stel batterijen niet bloot aan water.
• Houd de aansluitingen schoon.
• De batterij en de camera kunnen bij langdurig gebruik warm aanvoe­len. Dit is normaal.
Wisse lstrooma dapters (l os verkrij gbaar)
Gebruik uitsluitend de voor deze camera voorgeschreven FUJIFILM wis­selstroomadapters. Andere adapters kunnen de camera beschadigen.
• De wisselstroomadapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnens­huis.
• Zorg ervoor dat de stekker stevig op de camera wordt aangesloten.
Page 5
Voor uw veiligheid
• Schakel de camera uit voordat u de adapter afkoppelt. Koppel de adap­ter af door aan de s tekker te trekken i.p.v. aan het snoer.
• Gebruik de adapter niet met andere apparaten.
• Niet demonteren.
• Stel de adapter niet bloot aan hoge temperaturen en vocht.
• Stel de adapter niet bloot aan schokken.
• De wisselstroomadapter kan tijdens gebruik warm aanvoelen en een laag, zoemend geluid veroorzaken. Dit is normaal.
• De wisselstroomadapter k an radio-ontvangst verstoren; in dat geval moet de antenne opnieuw gericht of verplaatst worden.
De came ra gebruike n
Stel de camera niet bloot aan schokken of trillingen tijdens het op­slaan van foto’s. Dit om ervoor te zorgen dat de foto’s goed worden opgeslagen.
Elek trische in terfere ntie
Deze camera kan storing bij medische apparatuur of luchtvaartappara­tuur veroorzaken. Raadpleeg de medische staf of het cabinepersoneel om toestemming te vragen voordat u de camera in een ziekenhuis of vliegtuig gebruikt.
Vloeibare kristallen
In geval van beschadiging van het scherm moet al het mogelijke wor­den gedaan om ieder contac t met de vloeibare kristallen te vermijden. Onderneem onmiddellijk actie als een van onderstaande situaties zich voordoet:
Als vloeiba re krist allen in co ntact kom en met de hui d, moet de bet reff ende
plek onmiddellijk met een doek worden afgenomen en vervolgens met veel stromend water en zeep worden gewassen.
Als vloeiba re krist allen in c ontact k omen met de o gen, moeten de ogen on-
middellijk gedurende ten minste 15 minuten met schoon stromend water worden uitgespoeld en moet medische hulp worden ingeroe­pen.
Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel stro-
mend water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water, probeer te braken en roep medische hulp in.
Maak proefopnamen
Het is raadzaam voordat u begint met het fotograferen van belang­rijke gebeurtenissen (zoals bruiloften of voor het vertrek op reis) en­kele proefopnamen te maken die u op het scherm goed bestudeert om te controleren of de camera naar behoren functioneert. FUJIFILM Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of inkom­stenderving voortkomend uit het niet of niet goed functioneren van het product.
v
Page 6
Stel de camera niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand of
EU-confo rmiteitsve rklaring
KENNISGEVINGEN
elektrische schokken te vermijden.
Lees de “Veili gheidsopmerking en” (pagina ii–v) voor g ebruik aandach­tig door en zo rg dat u deze begrijpt.
EU-conformiteitsverkla ring
Wij
Naam: FUJIFILM Electronic Imaging Europe GmbH Adres: Benzstrasse 2
verklaren dat het product
Productnaam: FUJIFILM DIGITALE CAMER A FinePix J100/
Naam fabrikant: FUJIFILM Corporation Adres fabrikant: 7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU, TOKIO,
voldoet aan de volgende normen:
Veili gheid: EN60065: 2002 + A1 EMC: EN55022: 1998 + A1: 2000 + A2: 2003 Class B
volgens de bepaling van de EMC-richtlijn (2004/108/EG) en de richtlijn “laagspanning” (2006/95/EG).
Kleve, Duitsland 1 augustus 2008
Plaats Datum Handtekening, Managing Director
47533 Kleve, Duitsland
Fin ePix J110w/ FineP ix J120/FinePi x J150w
107-0052 JA PAN
EN55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003 EN61000-3-2: 2000 + A2: 2005 EN61000-3-3: 1995 + A1: 2001 + A2: 2003
Voor uw veiligheid
vi
Page 7
Voor uw veiligheid
Verwijd ering van ele ktrische en e lektroni sche huishou delijke ap paratuur
Verwi jdering van gebruik te ele ktrisc he & elektr onische appar atuur (van toe ­passi ng in de Europ ese Unie, Noo rwegen, IJs land en Liec htenstei n)
Opmerk ing over auteu rsrechten
Informa tie over hande lsmerkenn
Verwijd ering van ele ktrische en e lektronisc he huishoude lijke appa ratuur
Verwijdering van gebruikte elektrische & elektronische apparatuur (van toe­passi ng in de Europ ese Unie, Noo rwegen, IJs land en Liec htenstei n)
Dit symbool op het product, in de handleiding of in de garantie, en/of op de verpakking, duidt aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden be­handeld.
Het moet worden ingeleverd bij een speciaal inzamel­punt voor de rec ycling van elektrische en elektroni­sche apparatuur.
Wanneer u ervoor zorgt dat dit product na het weg­gooien juis t wordt behandeld, worde n mogelijke scha­delijke gevolgen voor mens en milieu voorkomen, die kunnen optreden wanneer dit product onjuist wordt verwerkt.
Dit symbool op de bat terijen of accumulatoren duidt aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mo ­gen worden behandeld.
Als uw apparatuur verwisselbare batterijen of accu’s bevat, moet u deze in overeenstemming met de lokale normen afzonderlijk verwijderen.
Door de rec ycling van materialen bespaart u natuurlijke bronnen. Neem contact op met uw lokale instantie voor afvalverwerking of met de winkel waarin u dit product hebt gekocht voor meer informatie over de recycling van het product.
Voor land en buiten de E uropese Un ie, Noorweg en, IJslan d en Liechten stein:
Neem contact op met uw lokale overheid en vraag naar de juiste ma­nier om dit product, inclusief de batterijen of accumulatoren, te ver­wijderen.
Opmerking over auteursrechten
De met uw digitale camera gemaakte foto’s mogen op geen enkele wijze worden gebruikt op een manier waarmee inbreuk wordt ge­pleegd op het auteursrecht van de rechthebbenden tenzij bedoeld voor eigen gebruik en/of met toestemming van de rechthebbenden. Het is mogelijk dat er beperkingen gelden op het fotograferen van optredens en tentoonstellingen, zelfs indien de foto’s zijn bedoeld voor eigen gebruik. De gebruiker dient tevens op te merken dat het overdragen van geheugenkaarten met daarop gegevens die auteurs­rechtelijk zijn beschermd slechts is toe gestaan binnen de beperkingen zoals die door het betreff ende auteursrecht zijn vastgesteld.
Informatie over handelsmerkenn
xD-Picture Card is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation. Macin­tosh, Power Macintosh, Power Mac, iMac, PowerBook, iBook en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen handelsmerken van Apple Inc. Microsof t, Windows, het Windows logo, Windows Vista en het Windows Vista logo zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Micro­soft Corporation. “Windows” is een afkorting die wordt gebruikt als verwijzing naar het Microsoft Windows besturingssysteem. Adobe en Adobe Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Het SDHC-logo is een handelsmerk .
Opmerking: De “Designed for Microsoft® Windows® XP” en het “CERTIFIED FOR Windows Vista™” logo's zijn alleen van toepassing op de camera en op het stuurprogramma van de camera.
vii
Page 8
V & A over de camera
Instelling van de camera
Vraag
Sleutelwoorden
Zie pagina
Fotograferen
Vraag
Sleutelwoorden
Zie pagina
Vragen en antwoorden zijn ingedeeld per taak.
Instelling van de camera
Vraag
Hoe stel ik de klok van de camera in? Datum en tijd 13 Als ik op reis ben, kan ik dan de camera instellen op de plaatselijke tijd? Tijdverschil 78 Hoe voorkom ik dat het scherm automatisch uit gaat? Uitschakelen 77
Hoe zet ik de geluiden van de camera uit?
Hoe worden de onderdelen van de camera genoemd? Delen van de camera 2 Wat is de betekenis van de pictogrammen in het scherm? Scherm 3 Hoe gebruik ik de menu’s? Menu’s 56 Wat betekent die knipperende indicator of foutmelding op het scherm? Hoe is het gesteld met de batterij? Batterijniveau 14
Fotograferen
Vraag
Hoeveel foto’s kan ik nog maken? Geheugencapaciteit 94 Is er het mogelijk om snel wat kiekjes te maken? A-stand 14 Hoe maak ik goede portretfoto’s? Intelligente gezichtsdetectie 19 Is er een eenvoudige manier om de instellingen aan een omgeving aan te passen? Hoe maak ik close-up foto’s? Close-ups (macrostand) 24 Hoe voorkom ik dat de fl itser gaat fl itsen?
Hoe moet ik schaduwpartijen “invullen” bij een onderwerp met tegenlicht? Hoe kom ik als fotograaf zelf ook op de foto? Zelfontspanner 27
viii
Sleutelwoorden
Volume van de sluiter en de
bediening
Meldingen en aanduidingen 88
Sleutelwoorden
Opnamestand 29
Flitsstand 25Hoe voorkom ik dat het onderwerp rode ogen krijgt van het fl itsen?
Zie pagina
73
Zie pagina
Page 9
V & A over de camera
Foto’s bekijken
Vraag
Sleutelwoorden
Zie pagina
Foto’s delen
Vraag
Sleutelwoorden
Zie pagina
Hoe moet ik scherpstellen als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt? Hoe maak ik een fi lm? Films opnemen 39
Foto’s bekijken
Vraag
Hoe speel ik mijn foto’s af? Enkele foto afspelen 34 Hoe wis ik foto’s? Foto’s wissen 18 Hoe wis ik meerdere foto’s tegelijk? Wissen 37 Kan ik ook op foto’s inzoomen tijdens het afspelen? Afspeelzoom 35 Hoe speel ik meerdere foto’s tegelijk af? Multi-foto afspelen 35 Hoe speel ik alle foto’s af die op een bepaalde dag zijn gemaakt? Sorteren op datum 36 Hoe voorkom ik dat mijn foto’s per ongeluk worden gewist? Beveiligen 67 Kan ik de pictogrammen op het scherm verbergen wanneer ik foto’s afspeel?
Hoe speel ik mijn foto’s af op een televisietoestel?
Foto’s delen
Vraag
Kan ik foto’s afdrukken met mijn eigen printer? Foto’s afdrukken 43
Kan ik mijn foto’s naar mijn computer kopiëren?
Scherpstelvergrendeling 22
Sleutelwoorden
Een weergave selecteren 34
Foto’s afspelen op een televi-
sietoestel
Sleutelwoorden
Foto’s bekijken op een
computer
Zie pagina
Zie pagina
42
49
ix
Page 10
Voordat u begin
Eerste stappe
Eenvoudig fotograferen en afspele
Meer over fotografi
Meer over afspele
Film
Aansluitinge
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkin gen ............................................................ ii
KENNISGE VINGEN ......................................................................... v i
V & A over de camera ..................................................................vii i
Over deze gebruiksaanwijzing ...............................................xi i
Voordat u begintt
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies ............................................................. 1
Meegeleverde accessoires .........................................................1
Delen van de camera .................................................................... 2
Het scherm..................................................................................... 3
De instelschijf ...............................................................................4
Eerste stappenn
De batterij opladen ........................................................................5
De batterij plaatsen ........................................................................ 7
Een geheugenkaart plaatsen..................................................... 9
De camera in- en uitschakelen ................................................ 12
Opnamestand ............................................................................... 12
Afspeels tand .................................................................................. 12
Basisinstellingen ............................................................................13
Eenvoudig fotograferen en afspelenn
Fotograferen met de stand A (Automatisch) ................. 14
Foto’s bekijken................................................................................18
Meer over fotografi ee
Intelligente gezichtsdetectie en
rode-ogenverwijdering ..............................................................19
Scherpstelvergrendeling ...........................................................22
G Close-ups (macrostand)........................................................24
T De fl itser gebruiken ................................................................. 25
F De zelfontspanner gebruiken ............................................27
Opnamestand .................................................................................29
Meer over afspelenn
Afspeelfuncties ..............................................................................3 4
Afspeel zoom .................................................................................. 35
Multi-foto afspelen ......................................................................35
Sorteren op datum ......................................................................36
I Foto’s wissen .............................................................................. 37
Filmss
A Films opnemen ........................................................................39
H Films bekijken .......................................................................... 41
Aansluitingenn
Foto’s afspelen op een televisietoestel ...............................42
Foto’s afdrukken via USB ...........................................................43
De camera aansluiten .................................................................43
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................43
DPOF printopdrachten afdrukken ........................................44
Een DPOF printopdracht aanmaken ....................................46
Foto’s bekijken op een computer .......................................... 49
FinePixViewer installeren .........................................................49
De camera aansluiten .................................................................54
x
Page 11
Inhoudsopgave
Menu’
Technische informati
Probleemoplossin
Appendi
Menu’ss
Het opnamemenu .........................................................................56
Het opnamemenu gebruiken .................................................56
De opties van het opnamemenu ...........................................57
B ISO .............................................................................................58
C KWALITEIT ..............................................................................59
D
BELICHT. CORRECTIE ..........................................................60
F LICHTMEETSYSTEEM ..........................................................61
E WITBALANS ............................................................................61
G CONTINU .................................................................................62
Het afspeelmenu ...........................................................................63
Het afspeelmenu gebruiken ....................................................63
De opties van het afspeelmenu .............................................64
U VERWIJDER R. OGEN ...........................................................65
J DIAVOORSTELLING .............................................................66
L BEVEILIGEN ............................................................................67
M KOPIËREN ................................................................................68
N FOTO DRAAIEN .....................................................................70
O BEELDUITSNEDE ..................................................................71
Het menu Instellingen ................................................................72
Het menu Instellingen gebruiken .........................................72
De opties van het menu Instellingen ...................................73
a WEERGAVE ............................................................................74
b NUMMERING ........................................................................75
d DIGIT. ZOOM ......................................................................... 76
e SPAARSTAND .......................................................................76
i AFSPEEL VOLUME ...............................................................76
j LCD HELDERHEID ...............................................................76
k FORMATTEREN ....................................................................77
m UITSCHAKELEN ....................................................................77
n TIJDVERSCHIL ......................................................................78
Technische informatiee
Optionele accessoires .................................................................79
Accessoires van Fujifi lm .............................................................80
Onderhoud van de camera .......................................................81
Probleemoplossingg
Probleemoplossing ......................................................................82
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen .....................88
Appendixx
Verklarende woordenlijst ..........................................................92
Flitsstand en opnamestand ......................................................93
Capaciteit van het interne geheugen of
de geheugenkaart ........................................................................94
Specifi caties .....................................................................................95
FUJIFILM Digitale Camera Wereldwijd Netwerk .......... 100
xi
Page 12
Over deze gebruiksaanwijzing
✔✔ Probleemoplossing
........................................
pag. 82
✔✔ Verklarende woordenlij st
...............................
pag. 92
✔✔ Inhoudsopgave
................................................
pag. x
✔✔ Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....
pag. 88
✔✔ V & A over de camera
.....................................
pag. viii
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft het gebruik van de volgende FinePix-camera’s: de J100, J110w, J120 en J150w. De J100 en J110w beschikken over 2.7-inch schermen en ondersteunen geen weergave van microminiaturen; de J120 en J150w beschikken over 3.0-inch schermen en ondersteunen 100-frame mi­niatuurweergave (pag. 35). De J100 en J120 zijn uitgerust met lenzen met een brandpuntafstand van 35–175 mm (kleinbeeldformaat), de J110w en J150w met lenzen met een brandpuntafstand van 28–140 mm (kleinbeeldformaat; pag. 95). Alle andere bewerkingen worden op dezelfde manier uitgevoerd, tenzij anders aangegeven. Op de illustraties in deze gebruiksaanwijzing is de J150w te zien. Lees deze gebruiks­aanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vii aandachtig door voordat u uw camera in gebruik neemt. Informatie over specifi eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
V & A over de camera
.....................................
pag. viii
U weet wat u wilt doen, maar u weet niet hoe dat heet? U vindt het antwoord in “V & A over de camera.”
Probleemoplossing
........................................
pag. 82
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
Verklarende woordenlijst
...............................
pag. 92
Inhoudsopgave
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk over­zicht van de gehele gebruiksaanwijzing. U vindt er een lijst van de belangrijkste camerafuncties.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Lees hier wat die knipperende indicator of fout­melding op het scherm betekent.
................................................
Hier vindt u de betekenis van enkele technische termen.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD- en SDHC-geheugenkaarten. In deze gebruiksaanwijzing worden SD-geheugenkaarten eenvoudigweg “ge­heugenkaarten” genoemd. Zie pagina 9 voor meer informatie.
xii
.....
pag. x
pag. 88
Page 13
Inleiding
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: 3 Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de
camera correct bedient.
1 Opmerking: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten. 2 Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Menu’s en andere teksten die op het scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge­geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
FinePix software-cd (BELANGRIJK: lees voor het openen de licen­tieovereenkomst op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing)
wijzing (bevat deze
gebruiksaanwijzing)
• Beginnershandleiding
Oplaadbare
batterij NP-45
Polsriem
of
A/V-kabel
Batterijlader BC-45A (met voe-
dingskabel of ingebouwde stekker)
USB-kabel
De polsriem bevestigen • Cd met gebruiksaan-
Bevestig de polsriem zoals de afbeelding laat zien.
Voordat u begint
1
Page 14
Delen van de camera
Delen van de camera
19
20
21
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
9 10 11 12
1
5
6
2 3
7
8
Inleiding
Keuzek nop
Cursor omhoo g
13
14
K-knop (helderheid scherm) (zie verder) I-knop (wissen) (pag. 18)
MENU/OK-knop (pag. 13)
161718
4
15
Cursor link s
G-knop (macro) (pag. 24)
Cursor omlaa g
F-knop (zelfontspanner) (pag. 27)
16
1 Ontspanknop .....................................16–17
2 Zoombediening .......................................15
3 Flitser ................................................................25
4 Lens en lenskap .........................................12
5 J-knop ............................................. 12
6 Microfoon .....................................................39
7 Zelfontspannerlamp ..............................28
8 Scherm ..............................................................3
9 DISP (display)/BACK-knop .............. 16, 34
10 Indicatorlamp .............................................17
11 Instelschijf .......................................................4
12 Aansluiting voor USB-kabel .......43, 54
Aansluiting voor A/V-kabel ...............42
13 H-knop (afspelen) .................................34
14 Bevestigingspunt polsriem ................. 1
15 Afdekkap aansluiting wisselstroom-
Afdekklepje batterijcompartiment
17 Luidspreker ...................................................41
18 Bevestigingspunt statief
19 Geheugenkaartsleuf .............................. 10
20 Batterijcompart iment ............................. 7
21 Batterijvergrendeling ..............................7
kabel .................................................................80
2 Helderheid van het scherm
Door eventjes op de knop K te drukken, wordt de helderheid van het scherm verhoogd zodat het beter zicht­baar is in fel licht. De normale helderheid wordt hersteld nadat een foto wordt genomen.
2
Cursor rechts
T-knop (fl itser) (pag. 25)
... 7
Page 15
Inleiding
Het scherm
■■ Opname
10:00
AM
2
3
-
1
12/ 31/2050
ISO
100
NN9
250
F
3.3
■■ Afspelen
10:00
AM
12/ 31/2050
ISO
100
100-0001
N
2
3
-
1
250
F
3.3
Het scherm
De volgende aanduidingen kunnen tijdens de opname en het afspelen op het scherm verschijnen:
Opname
6 7
8 9
10
12/ 31/205012 / 31/2050
11
250
Afspelen
5
12/ 31/205012 / 31/2050
250
F
10:00
F
3.3
10:00
3.3
1234
12345
AM
2
-
1
3
ISO
100
12
13
9
14 15 16
17
18
19
1 Belichtingsmeting .........................61
2 Indicator zelfontspanner ...........27
3 Macrostand (close-up) ................24
4 Flitsstand ............................................ 25
5 Indicator Intelligente gezichts-
detectie ................................................ 19
6 Opnamestand ................................. 29
7 Batterijniveau ....................................14
8 Witbalans.............................................61
11 Datum en tijd ....................................13
12 Kwaliteit ........................................39, 59
13
Aantal resterende opnamen
14 Gevoeligheid ...................................58
15 Scherpstelwaarschuwing .........16
16 Onscherpte waarschuwing .... 25
17 Indicator schermhelderheid ..... 2
18 Indicator intern geheugen * ....... 9
19 Belichtingscompensatie ........... 60
9 Continue stand ................................62
10 Scherpstelframe..............................16
* Geeft aan dat er geen geheugenkaart in het toestel zit en dat de beelden
in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen (pag. 9).
100-0001
ISO
100
6
7
N
1 Beveiligd beeld................................67
2 DPOF-afdrukindicator ................46
3 Indicator
rode- ogenverwijder ing .............65
5 Indicator afspeelstand ...............34
6 Geschenkbeeld ..............................34
7 Framenummer .................................75
4 Indicator Intelligente
AM
2
-
1
3
gezichtsdete c tie ..................... 19, 65
Voordat u begint
... 94
3
Page 16
De instelschijf
De instelschijf
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de instelschijf tot het pictogram van de opnamestand naast het merkteken staat.
E (ONDERWERPPROGRAMMA): Kies een omgeving die geschikt is voor het onderwerp of de omstandigheden
A (VIDEO): Neem kor te fi lmpjes op met
geluid (pag. 39).
waarin wordt gefotografeerd en de camera doet de rest (pag. 30).
Inleiding
F (PORTRET): Te gebruiken voor por- tretten met zachte contouren en na­tuurlijke huidtinten (pag. 30).
A (AUTOMATISCH): Een handige stand voor eenvoudig fotograferen die wordt aanbevolen voor wie nog geen ervaring heeft met digitale camera’s (pag. 14).
B (BABY STAND): Te gebruiken voor na-
tuurlijke huidtinten op portretten van kinderen. De fl itser wordt automatisch uitgeschakeld (pag. 29).
4
C (STABILISATIE): zorgen ervoor dat er minder onscher p­te optreedt door het bewegen van de camera of het onderwerp (pag. 29).
Korte sluitertijden
D (DIGITALE ZOOM): Zoom versterken tot
3× zodat kleine of verafgelegen on­derwerpen het frame vullen (pag. 30).
V (ANTI RODE OGEN): Beperk “rode ogen” in portretten die zijn genomen met de fl itser bij weinig licht(pag. 29).
Page 17
De batterij opladen
Laadindicator
Batterijtoest and
Handeli ng
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij op voordat u de camera in gebruik neemt.
Plaats de batterij in de batterijlader.
1
Plaats de batterij in de meegeleverde batte­rijlader BC-45A zoals de afbeelding laat zien en let hierbij op de richting van de polen. De BC-45A wordt geleverd in twee types, naarge ­lang het land of de regio van verkoop: het ene type heeft een ingebouwde stekker die recht­streeks in het stopcontact wordt gestoken (A) en het andere type wordt aangesloten op het stopcontact via een voedingskabel (B).
Oplaadbare batterij NP-45
Batterijlader BC-45A
(type A)
Batterijlader BC-45A
(type B)
Pijl
Polen
Sluit de lader aan.
2
Sluit de lader aan op een stopcontact. De rode laadindicator licht op.
Type A Type B
De laadindicator
De laadindicator geeft de laadtoestand van de batterij als volgt weer:
Laadindicator
Uit
Licht rood
op
Knippert
rood
Batterijtoestand
Geen batterij
geplaatst.
Batterij volledig
opgeladen.
De batterij wordt
opgeladen.
Defect.
Handeling
Plaats de bat-
Verwijder de
batterij.
Trek de stekker
uit het stopcon-
tact en verwij­der de batterij.
Eerste stappen
terij.
5
Page 18
De batterij opladen
Laad de batterij op.
3
Het opladen is voltooid wanneer de laadin­dicator dooft. Het opladen van een volledig uitgeputte batterij duurt circa 100 minuten.
3 Attentie: Onderhoud van de batterij
• Plak geen stickers of andere voorwerpen op de bat­terij. Doet u dit wel, dan kan de batterij mogelijk niet meer uit de camera worden gehaald.
• Voorkom dat de polen van de batterij worden kortge­sloten. Anders kan de batterij oververhit raken.
• Lees alle voorzorgsmaatregelen op pagina iv.
• Gebruik uitsluitend NP-45 batterijen. Anders kan het product defect raken.
• Probeer nooit de etiketten van de batterij te verwij­deren of de behuizing te openen.
• De batterij verliest langzaam haar lading wanneer de camera niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen voor gebruik op.
3 Attentie: Gebrui k van de batterijlader
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer de lader niet wordt gebruikt.
• Verwijder vuil van de batterijaansluitingen met een schone, droge doek. Doet u dit niet, dan kan de bat­terij mogelijk niet worden opgeladen.
• Bij lage temperaturen duurt het opladen langer.
6
Page 19
De batterij plaatsen
Nadat de batterij is opgeladen, plaatst u de batterij volgens onderstaande aanwijzingen in de camera.
Open de afdekkap van het batterijcom-
1
partiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u de afdekkap van het batterijcomparti­ment opent.
3 Attentie
• Open de afdekkap van het batterijcomparti­ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs­maatregel kan beschadiging van fotobestan­den of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de af­dekkap van het batterijcompartiment opent of sluit.
Plaats de batterij.
2
Lijn de oranje streep op de batterij uit met de oranje batterijvergrende­ling en plaats de batterij in de camera terwijl u de batterijvergrendeling naar beneden drukt, zoals hiernaast is te zien. Con­troleer of de batterij goed vast zit.
Oranje
streep
Batterijvergrendeling
3 Attentie
Plaats de batterij in de juiste richting in het batte­rijcompartiment. Oefen niet te veel kracht uit en
plaats de batterij niet ondersteboven of achter­stevoren in de camera. De camera zal niet werken
wanneer de batterij achterstevoren of onderste­boven wordt geplaatst.
Eerste stappen
7
Page 20
De batterij plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijcompar-
3
timent.
De batterij verwijderen
Nadat u de camera heeft uitgeschakeld, opent u de afdekkap van het batterijcompartiment, drukt u de batterijvergrendeling omhoog en schuift u de batte­rij uit de camera zoals de afbeelding laat zien.
Batterijvergrendeling
3 Attentie
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwij­dert.
2 Tip: Een wisselstroomadapter gebruiken
De camera kan worden gevoed door de optionele wis­selstroomadapter AC-5VX met koppelstuk CP-45 (los verkrijgbaar). Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de AC-5VX en CP-45 voor meer details.
8
Page 21
Een geheugenkaart plaatsen
■■ Compatibele geheugenkaarten
Schrijfbeveiliging
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kunnen er meer foto’s worden opgeslagen op SD-geheugenkaarten (apart verkrijgbaar).
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, verschijnt q op het scherm en wordt het interne geheugen ge- bruikt voor het opslaan en weergeven van foto’s. Omdat het interne geheugen door een storing van de camera zou kunnen worden beschadigd, is het van belang dat u de foto’s die in het interne geheu­gen zijn opgeslagen regelmatig naar de harde schijf van een computer of andere mediadrager, zoals een cd of een dvd, kopieert. De foto’s kunnen ook van het interne geheugen naar een geheugenkaart worden gekopieerd (zie pagina 68). Wis daarna de foto’s uit het interne geheugen om te voorkomen dat het geheugen vol raakt.
Als er een geheugenkaart is geplaatst zoals hieronder wordt beschreven, dan wordt de geheugenkaart gebruikt voor het opslaan en weergeven van foto’s.
Compatibele geheugenkaarten
SanDisk SD- en SDHC-geheugenkaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik in de camera. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifi lm.com/pro- ducts/digital_cameras/index.html. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegaran­deerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met multimedia of xD-Picture Cards.
3 Attentie
Geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en er geen foto’s opgeslagen of gewist kunnen worden. Schakel deze schrijfbeveiliging met behulp van de schakelaar uit voordat u een geheugenkaart in de camera plaatst.
Schrijfbeveiliging
Eerste stappen
9
Page 22
Een geheugenkaart plaatsen
■■ Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Open de afdekkap van het batterijcom-
1
partiment.
Plaats de geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart vast zoals hieron­der wordt getoond en ze schuif ze volledig in het toestel.
Goudkleurige contacten
Let erop dat u de ge­heugenkaart in de juiste richting in de kaartsleuf steekt; steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen druk uit.
10
Sluit de afdekkap van het batterijcompar-
3
timent.
De geheugenkaart verwijderen
Druk zacht op de geheugenkaart en laat ze langzaam weer omhoog komen. De geheugenkaart kan nu worden verwijderd.
3 Attentie
• De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als u te hard op de kaart drukt en ze vervolgens te abrupt loslaat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is ge­haald, kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Page 23
Een geheugenkaart plaatsen
3 Attentie
• Nieuwe geheugenkaarten moeten eerst worden geformatteerd en ook alle geheugenkaarten die in een com­puter of ander apparaat zijn gebruikt, moeten opnieuw worden geformatteerd. Zie pagina 77 voor meer infor­matie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinde­ren. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• Gebruik geen miniSD- of microSD-adapters waaruit het achterste uiteinde van de kaart uit­steekt. Dergelijke adapters kunnen storingen of defecten veroorzaken. Adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD-geheugenkaart, kunnen mogelijk niet goed worden uitgeworpen; breng de camera naar een erkend servicecenter als de geheugen­kaart niet wordt uitgeworpen. Forceer de geheugenkaart niet wanneer u ze verwijdert.
• Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is de geheugenkaart te formatteren of gegevens van en naar de kaart te lezen en te schrijven. Anders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
• Plak geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten van geheugenkaarten kunnen fi lmopnamen onderbrekingen vertonen.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of beschadigd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt een map aange­maakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen; kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën en niet de originele be­standen.
Eerste stappen
11
Page 24
De camera in- en uitschakelen
Opnamestand
Afspeelstand
Opnamestand
Druk op de J-knop om de camera in te schakelen. De lens komt naar voren en de lenskap gaat open.
Druk opnieuw op de J-knop om de came­ra uit te schakelen.
2 Tip: Ove rschakelen naar de afspee lstand
Druk op de H-knop om de afspeelstand te starten. Druk de ontspanknop half in om weer terug te keren naar de opnamestand.
3 Attentie
Vlekken en vuil op de lens beïnvloeden de kwaliteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
Tip: Uitschakelen
2
Om energie te sparen, wordt in de opnamestand het scherm na ongeveer tien seconden uitgeschakeld wanneer geen actie wordt ondernomen. De helderheid kan worden hersteld door op eender welke bedieningstoets van de camera te drukken. De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld via het menu UITSCHAKELEN (zie pagina 77). Druk op de J-knop of ongeveer een seconde op de H-knop om de camera in te schakelen.
Afspeelstand
Houd de H-knop gedurende ongeveer een se­conde ingedrukt om de camera in te schakelen en het afspelen te starten.
Druk opnieuw op de H-knop om de camera uit te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de opnamestand
Druk de ontspanknop half in om de opnamestand uit te schakelen. Druk op de H-knop om weer terug te keren naar de afspeelstand.
12
Page 25
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de ca­mera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 72 voor informatie over het opnieuw instellen van de klok of het veranderen van de taal).
Kies een taal.
1
START MENU
SET NO
1.1 Druk op de keuzeknop om-
hoog, omlaag, links of rechts om een taal te selecteren.
1.2 Druk op MENU/OK.
Stel datum en tijd in.
2
2.1
Druk op de keuzeknop links of rechts om het jaar, de maand, de dag, de uren of de minuten te se­lecteren en druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen.
DATUM / TIJD NIET INGESTELD
2010 2009
1/ 1 12 : 00
MM/DD/JJ
2008
2007 2006
SET AFBREKEN
AM
Om de volgorde te veranderen waarin het jaar, de maand en de dag worden weergege­ven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op de keuzeknop omhoog of omlaag.
2.2 Druk op MENU/OK.
Tip: De klok van de camera
2
Als er gedurende langere tijd geen batterij in de camera zit, dan wordt de klok weer teruggezet en verschijnt nogmaals het taalkeuzevenster wanneer de camera weer wordt ingeschakeld. Als de batterij ongeveer twee uur in de camera heeft gezeten, kan de batterij gedurende ongeveer 24 uren uit de camera worden gehaald zonder dat de klok of de taal opnieuw ingesteld hoeven te worden.
Eerste stappen
13
Page 26
Fotograferen met de stand A (Automatisch)
Indicator
Beschrijving
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de A-stand (automatisch).
Schakel de camera in.
1
Druk op de J-knop om de camera in te schakelen.
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Selecteer A-stand.
2
Draai de instelschijf naar A.
14
Controleer het batterijniveau.
3
Controleer het batterijniveau op het scherm.
qw e
Indicator
(wit)
q
(wit)
w
(roo d) Batterij bijna leeg. Laad de batterij zo
e
(knippert
r
rood)
Batterij vrijwel vol. Batterij voor meer dan de helft leeg.
snel mogelijk op. Batterij leeg. Schakel de camera uit en laad de batterij op.
r
Beschrijving
Page 27
Fotograferen met de stand A (Automatisch)
Bepaal de compositie.
4
Richt het scherpstelframe op het onderwerp en gebruik vervolgens de zoombediening om de compositie te bepalen zodat het onderwerp binnen de begrenzingen van het scherm past.
Selecteer M om uit te
zoomen
Zoom indica tor
Selecteer L om in te
zoomen
AUTOAUTO
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met beide handen vast en laat uw ellebogen rusten in uw zij. Een onvaste hand kan bewegingsonscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van de lens en de fl itser om te voorkomen dat de foto’s onscherp of te donker (on­derbelicht) worden.
Met de optische zoom kunt u inzoomen tot factor 5×, met de digitale zoom (zie verder) kunt u nog verder inzoomen.
2 Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 22) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel­frame bevinden.
2 Tip: Digitale zoom
De digitale zoom kan worden geactiveerd door de instelschijf naar D te draaien (pag. 30) of door de optie d DIGIT. ZOOM te gebruiken in het menu Instellingen (pag. 76).
Eenvoudig fotograferen en afspelen
15
Page 28
Fotograferen met de stand A (Automatisch)
250
F
3.3
Het scherpstelraster
Druk op de DISP/BACK-knop om een scherpstelraster weer te geven of om andere indicators op het scherm te tonen of te verbergen.
AUTO
Indicators worden getoond
AUTO
Indicators
verborgen
Het scherpstelras­ter wordt getoond
Gebruikt u het scherpstelraster, dan houdt u het onder­we rp op d e p laa ts waa r t we e li jn en e lk aar kr uis en of h ou dt u één van de horizontale lijnen op de horizon gericht. Ge­bruik scherpstelvergrendeling (pag. 22) om scherp te stel­len op een onderwerp dat zich niet in het midden van het frame van de uiteindelijke foto zal bevinden.
16
worden
Scherpstelling.
5
Druk de ontspanknop half in zodat de ca­mera scherpstelt op het onderwerp dat zich in het scherpstelframe bevindt.
AUTO
250
F
3.3
Scherpstelframe
Half
indrukken
De camera selecteert een klein scherpstelframe en
stelt scherp op het
onderwerp
Als de camera i n staat is om scherp te stelle n, klin­ken twee pieptonen en licht de indicator­lamp groen op.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, wordt het scherpstelframe rood, verschijnt de f-indicator op het scherm en gaat de indica­torlamp groen knipperen. Pas de compositie aan of gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 22).
1 Opmerking
De lens kan tijdens het scherpstellen geluid maken. Dit is normaal.
Page 29
Fotograferen met de stand A (Automatisch)
De indic atorlamp
Status va n de camera
Maak de foto.
6
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de foto te maken.
2 Tip: De ontspanknop
De ontspanknop heeft twee standen. Met de ontspanknop half ingedrukt (q), wordt de scherpstelling en de belichting ingesteld; om de foto te ma­ken, drukt u de ontspanknop volledig in (w).
1 Opmerking
Als het onderwerp niet goed belicht is, dan wordt de fl itser automatisch gebruikt wanneer de foto wordt ge­maakt. Wilt u foto’s maken zonder fl itslicht, dan moet u een andere fl itsstand selecteren (pag. 25).
Twe e
Twe e
pieptonen
pieptonen
qw
qw
KLIK
KLIK
De indicatorlamp
Indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer:
De indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Knippert groen
en oranje
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood
De ca mer a is ni et i n st aa t om sch er p te ste l­len of de foto kan bewegingsonscherpte vertonen. De foto kan worden gemaakt.
Bezig met een opname. Er kunnen extra foto’s worden gemaakt.
Bezig met een opname. Er kunnen momen­teel geen extra foto’s worden gemaakt.
De fl itser wordt opgeladen; de fl itser zal niet fl itsen wanneer een foto wordt geno­men.
Lens- of geheugenfout (intern geheugen of geheugenkaart is vol of niet geformat­teerd, formatteerfout of andere geheu­genfout).
Status va n de camera
2 Tip: Waarschuwingen
Op het scherm verschijnen gedetailleerde waarschu­wingen. Zie pagina 88–91 voor meer informatie.
Eenvoudig fotograferen en afspelen
17
Page 30
Foto’s bekijken
ISO
100
100-0001
12/ 31 /2050
10: 00
AM
N
250
F
3.3
U kunt de foto’s die u heeft gemaakt op het scherm bekijken. Het verdient aanbeveling om bij belang­rijke gebeurtenissen eerst enkele proefopnamen te maken die u op het scherm controleert.
18
Druk op de H-knop.
1
De foto die het laatst is gemaakt, wordt op het scherm afgespeeld.
100-0001
N
ISO
100
12/ 31 /2050
10: 00
250
Meer foto’s bekijken.
2
Druk op keuzeknop rechts om de
AM
F
3.3
foto’s af te spelen in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, en op keuzeknop links om de foto’s af te spelen in omgekeerde volgorde.
Druk op de ontspanknop om de opna­mestand weer in te schakelen.
Foto’s wissen
Druk op de keuzeknop omhoog (I) om de foto te wissen die op het scherm wordt afgebeeld. Onderstaand dialoogscherm verschijnt.
WISSEN OK?
OK STOP
WIJZIG
Druk op de keuzeknop links om OK te se­lecteren en op MENU/OK om de foto te wis­sen. Selecteer STOP en druk op MENU/OK om het dialoogvenster te verlaten zonder de foto te wissen.
2 Tip: Het afspeelmenu
Met het afspeelmenu kunt u ook foto’s wissen (pag. 37).
Page 31
Intelligente gezichtsdetectie en rode-ogenverwijdering
Optie
Beschrijving
Met Intelligente gezichtsdetectie herkent de camera automatisch de gezichten van mensen die zich in het beeld bevinden en worden de scherpstelling en de belichting hierop aangepast. Gebruik deze functie voor groepsportretten zodat de camera niet scherpstelt op de achtergrond. De functie kan zo­wel staand (portret) als liggend (landschap) worden gebruikt en is beschikbaar in de opnamestanden A, B, C, V, D, F, I, D, M, L, K , O, N en B (pag. 29–33). Intelligente gezichtsdetectie heeft tevens de optie rode-ogenverwijdering om het eff ect van “rode ogen” door fl itslicht te voorko­men.
Schakel Intelligente gezichtsdetectie in.
1
1.1 Druk op MENU/OK om het opna-
memenu op het scherm weer te geven.
OPNAMESTANDEN
GEZICHTSDETECTIE
ISO KWALITEIT
CONTINU
INSTELLINGEN
AUTO
N
UIT
1.2 Druk de keuzetoets naar boven
of naar beneden om P GE- ZICHTSDETECTIE te selecte­ren.
1.3 Druk op de keuzeknop rechts
om de opties voor Intelligente gezichtsdetectie weer te ge­ven.
1.4 Druk op de keuzeknop omhoo g
of omlaag om de gewenste op­tie te selecteren.
Optie
Intelligente gezichtsdetectie en rode-
R AAN
ogenverwijdering aan. Te gebruiken in
V AAN
combinatie met de fl itser.
R AAN
Intelligente gezichtsdetectie aan; rode-
V UIT
ogenverwijdering uit. Intelligente gezichtsdetectie en rode-
UIT
ogenverwijdering uit.
Beschrijving
1.5 Druk op MENU/OK om de ge-
markeerde optie te selecteren en terug te keren naar de opna­mestand.
R -pictogram verschijnt op
het scherm wanneer Intelligen­te gezichtsdetectie is ingescha­keld.
Meer over fotografi e
AUTO
19
Page 32
Intelligente gezichtsdetectie en rode-ogenverwijdering
Bepaal de compositie.
2
Als gezichtsdetectie een
AUTO
AUTO
gezicht herkent, wordt het omgeven door een groe­ne rand. Als er meerdere gezichten in beeld zijn, dan selecteert de camera
Groene rand
Groene rand
het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van het beeld bevindt; de overige gezichten worden omgeven door witte randen.
Stel scherp.
3
Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en belichting in te stellen voor het onderwerp dat met de groene rand is omgeven.
3 Attentie
Als de camera geen gezichten herkent wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (pag. 84), dan stelt de camera scherp op het onderwerp dat zich in het midden van het beeld bevindt en wordt rode-ogenverwijdering uitgeschakeld.
Met de opnamestand K of B wordt de belich­ting geoptimaliseerd voor het gehele beeld in plaats van voor het gekozen portretonderwerp.
20
Page 33
Intelligente gezichtsdetectie en rode-ogenverwijdering
77
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
3 Attentie
Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspan­knop wordt ingedrukt, dan bevindt het gezicht zich wellicht niet meer in het met de groene rand omgeven gedeelte op het moment waarop de foto wordt gemaakt.
Als R AAN V AAN
VERWIJDERING R.OGENVERWIJDERING R.OGEN
is geselecteerd, wordt rode-ogenverwijdering toegepast voordat de foto wordt opgeslagen (de op­tie U VERWIJDER R. OGEN in het afspeel- menu kan ook worden gebruikt om rode ogen te verwijderen; pag. 65).
Intelligente gezichtsdetectie
Het verdient aanbeveling om Intelligente gezichtsdetectie te gebruiken wanneer u bij groeps­of zelfp ortretten de ze lfontspan­ner gebruikt (pag. 27–28).
De camera kan inzoomen op foto’s die gemaakt zijn met Intelligente gezichtsdetectie tijdens diavoorstel­lingen (pag. 66) en wanneer foto’s automatisch wor­den getoond nadat ze zijn gemaakt (pag. 74).
7
Meer over fotografi e
21
Page 34
Scherpstelvergrendeling
250
F
3.3
250
F
3.3
Voor fotocomposities waarbij het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt:
Richt het scherpstelframe op het onder-
1
werp.
AUTO
Stel scherp.
2
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en de belichting in te stellen. De scherpstelling en de belichting worden ver­grendeld zolang de ontspanknop half inge-
Bepaal de compositie opnieuw.
3
Houd de ontspanknop half ingedrukt en be­weeg de camera om de compositie te be­palen.
250
F
3.3
Maak de foto.
4
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de foto te maken.
drukt blijft (AF/AE-vergrendeling).
Volledig indrukken
Half
250
F
3.3
indrukken
Herhaal zo nodig de stappen 1 en 2 om op­nieuw scherp te stellen voordat u de foto maakt.
22
Page 35
Scherpstelvergrendeling
Automatische scherpstelling
Hoewel de camera is uitgerust met uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling, is het mogelijk dat er niet kan worden scherpgesteld op onderstaande onderwerpen. Wanneer de camera niet in staat is om automatisch scherp te stellen, gebruik dan scherpstelvergrendeling (pag. 22) om eerst scherp te stellen op een ander onder­werp dat zich op dezelfde afstand bevindt en bepaal pas daarna de compositie van de foto.
• Zeer glimmende onderwerpen, zoals spiegels of auto’s.
• Zeer snel bewegende onderwerpen.
• Onderwerpen die zich achter een raam of andere refl ecterende voorwerpen bevinden.
• Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht absorberen in plaats van refl ecteren, zoals haar of bont.
• Niet tastbare onderwerpen, zoals rook of vuur.
• Onderwerpen die niet contrasteren met de achtergrond (bijvoorbeeld een persoon in kleding die dezelfde kleur heeft als de achtergrond).
• Onderwerpen die zich voor of achter een contrastrijk voorwerp bevinden dat eveneens in het scherpstelframe valt (bijvoorbeeld een onderwerp tegen een achtergrond met veel contrasterende elementen).
Meer over fotografi e
23
Page 36
G Close-ups (macrostand)
Voor het maken van close-ups kan de macrostand worden gebruikt in de opnamestanden A, B, C, D, N, D, P, Q en B (pag. 29–33). De macrostand wordt automatisch geselecteerd in de
standen P en Q; om macrostand te selecteren in de standen A, B, C, D, N, D en B , drukt u de keuzeknop naar links (G).
AUTO
Het G-pictogram verschijnt op het scherm wanneer de macrostand is ingeschakeld
Als de macrostand is ingeschakeld, stelt de camera scherp op onderwerpen die zich nabij het midden van het scherm bevinden. Gebruik de zoombediening om de compositie te bepalen.
Druk opnieuw op de keuzeknop links (G) om de macrostand uit te schakelen. De macrostand kan ook worden geannuleerd door de camera uit te schakelen of door een andere opnamestand te selecte­ren.
1 Opmerking
Het is raadzaam om een statief te gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
24
Page 37
T De fl itser gebruiken
Stand
Beschrijving
Gebruik de fl itser als er weinig licht is, bijvoorbeeld ‘s avonds of bij weinig licht binnenshuis.
Druk op de keuzeknop rechts (T) om een fl itsstand te selecteren. Telkens wan- neer de keuzeknop wordt ingedrukt, wordt een andere fl itsstand geselecteerd. In iedere opnamestand, behalve AUTO, verschijnt er een pictogram op het scherm om de geselecteerde fl itsstand aan te geven. Selecteer een van de volgende opties (niet alle opties zijn in iedere opnamestand beschikbaar; zie pag. 93):
Stand
AUTO
(geen pictogram)
T (invulfl its)
X (fl itser uit)
U (synchroni-
satie met lange
sluitertijd)
De fl itser fl itst wanneer nodig. Aanbevolen voor de meeste situaties.
De fl itser fl itst steeds wanneer een foto wordt gemaakt. Te gebruiken bij onderwerpen met tegenlicht en voor het verkrijgen van natuurlijke kleuren bij het fotograferen met helder licht. De fl itser fl itst niet, zelfs wanneer het onderwerp niet goed belicht is. g verschijnt op het scherm bij trage sluitertijden om ervoor te waarschuwen dat de foto’s onscherp kunnen zijn. Het is raadzaam een statief te gebruiken. Om bij het fotograferen ‘s nachts zowel het onderwerp als de achtergrond vast te leggen (helder verlichte delen kunnen overbelicht worden). Wanneer I is geselecteerd voor A ON- DERWERPPROGRAMMA, kan de sluitertijd oplopen tot 4 seconden. Gebruik een statief.
Beschrijving
Als de camera de fl itser zal gebruiken, verschijnt c op het scherm wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
3 Attentie
De fl itser kan voor iedere opname diverse keren fl itsen. Houd de camera stil totdat de opname volledig klaar is.
Meer over fotografi e
25
Page 38
T De fl itser gebruiken
Rode-ogenverwijdering
Wanneer Intelligente gezichtsdetectie is ingesteld op R AAN V AAN (pag. 19), is rode-ogen- verwijdering ( met lange sluitertijd (W). Rode-ogenverwijdering reduceert het eff ect van “rode ogen” dat wordt veroorzaakt door de weerkaatsing van het fl itslicht in de pupillen van het onderwerp, zoals in ne­venstaande afbeelding.
V) beschikbaar in de standen AUTOMATISCH (q), invulfl its (r) en synchronisatie
26
Page 39
F De zelfontspanner gebruiken
9
De camera is uitgerust met een zelfontspanner met twee vertragingen: een vertraging van 10 secon­den om de fotograaf in staat te stellen om zelf op de foto te komen en een vertraging van 2 seconden om bewegingsonscherpte als gevolg van het indrukken van de ontspanknop te voorkomen. De zelf­ontspanner is in iedere opnamestand beschikbaar.
Stel de zelfontspanner in.
1
De huidige instelling van de zelfontspanner verschijnt op het scherm. Druk op de keuzeknop om­laag (F) om een andere instelling te selecteren. Telkens wanneer de keuzeknop wordt ingedrukt, wordt een andere instelling geselecteerd.
Stel scherp.
2
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
3 Attentie
Zorg er wel voor dat u zich achter de camera bevindt wanneer u de ont­spanknop half indrukt. Als u voor de lens staat, heeft dit invloed op de scherpstelling en de belichting.
Activeer de zelfontspanner.
3
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de zelfontspanner te activeren. De aanduiding op het scherm laat het aantal seconden tot het openen van de sluiter zien. Wilt u de zelfontspanner onderbre­ken voordat de foto is genomen, druk dan op DISP/BACK.
AUTO
Selecteer Z (zelfontspanner uit), S (10 sec. vertraging) of R (2 sec. vertraging)
9
Meer over fotografi e
27
Page 40
F De zelfontspanner gebruiken
Vlak voordat de foto wordt genomen, begint de zelf­ontspannerlamp op de voorkant van de camera te knipperen. Als de vertraging van twee seconden is ge­selecteerd, dan knippert de zelfontspannerlamp gedu­rende deze tijd.
Intelligente gezichtsdetectie
Het is raadzaam Intelligente gezichtsdetectie (pag. 19) te gebruiken wanneer u de zelfontspanner gebruikt voor groeps- of zelfportretten omdat u er dan zeker van kunt zijn dat de camera scherpstelt op de gezichten. Bij ge­bruik van de zelfontspanner met Intelligente gezichtsdetectie stelt u de zelfontspanner in zoals wordt beschre­ven in stap 1 en drukt u daarna de ontspanknop helemaal in om de zelfontspanner te activeren. De gezichtsde­tectie zal tijdens de vertraging worden uitgevoerd en vlak voordat de sluiter opent, zullen de scherpstelling en de belichting worden ingesteld. Zorg ervoor dat het onderwerp niet beweegt totdat de foto is gemaakt.
1 Opmerking
De zelfontspanner wordt automatisch uitgeschakeld nadat de foto is gemaakt en wanneer een andere opna­mestand of de afspeelstand wordt geselecteerd en wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
28
Page 41
Opnamestand
AA AUTOMATISCH
BB BABY STAND
CC STABILISATIE (BEELDSTABILISATIE)
VV ANTI RODE OGEN
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp of de omgeving past. Om een opnamestand te kiezen, draait u de instelschijf naar de gewenste instelling. De volgende standen zijn beschikbaar:
AUTOMATISCH
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere fo­to’s (pag. 14). Deze opnamestand kan vrijwel altijd worden gebruikt.
BABY STAND
Kies deze stand voor natuurlijke huidtinten bij het maken van kinderportretten. De fl itser wordt au­tomatisch uitgeschakeld.
STABILISATIE (BEELDSTABILISATIE)
Selecteer deze opnamestand om foto’s te ma­ken met een korte sluitertijd zodat er minder onscherpte optreedt door het bewegen van de camera of het onderwerp.
ANTI RODE OGEN
Beperk rode ogen in portretten die zijn genomen met de fl itser bij weinig licht (pag. 26).
1 Opmerking
In iedere opnamestand, behalve B (pag. 31), wordt de instelling B ISO vastgezet op AUTO (pag. 58). Zie pagina 93 voor beperkingen van de fl itsstand.
Meer over fotografi e
29
Page 42
Opnamestand
DD DIGITALE ZOOM
FF PORTRET
EE ONDERWERPPROGRAMMA
DIGITALE ZOOM
Kies een krachtigere zoom wanneer u wilt scherp­stellen op kleine of verafgelegen onderwerpen. De digitale zoom is ingesteld op factor 3× en de op­tische zoom kan worden aangepast door middel van de zoombediening om in te zoomen tot factor
×
, wat samen een zoomfactor van 15× geeft.
5
ML
Zoom indica tor
3 Attentie
Digitale zoom levert een lagere beeldkwaliteit op dan optische zoom.
2 Tip: d DIGIT. ZOOM
De optie d DIGIT. ZOOM in het menu Instellingen kan worden gebruikt om digitaal zoomen mogelijk te maken in andere opnamestanden. Op die manier kan de digitale zoom worden aangepast door middel van de zoombediening.
Digitale
zoom (3×)
Gecombineerde zoom (3× - 15×)
Optische zoom
(tot 5×)
PORTRET
Selecteer deze opnamestand om portretten met zachte contouren en natuurlijke huid­tinten te maken.
ONDERWERPPROGRAMMA
Een keuze uit 13 “omgevingen”, elk aangepast aan bepaalde omstandigheden voor opnames of een specifi ek t ype onder werp, kunnen worden toege ­wezen aan de E-positie op de instelschijf.
Draai de instelschijf naar E.
1
Druk op MENU/OK om het opname-
2
menu op het scherm weer te geven.
OPNAMESTANDEN
ONDERWERPPROGRAMMA
GEZICHTSDETECTIE
ISO
KWALITEIT
CONTINU
AUTO
UIT
N
30
Page 43
Opnamestand
BB HANDMATIG
GG LANDSCHAP
HH SPORT
Druk op de keuzeknop omhoog of
3
omlaag om A ONDERWERPPRO­GRAMMA te selecteren.
Druk op de keuzeknop rechts om
4
een lijst met programma’s weer te geven.
HANDMATIG
LANDSCHAP
SPORT NACHT
Deze stand geeft scherpe + kleurrijke landschapsfoto's
OK AFBREKEN
Druk op de keuzeknop omhoog of
5
omlaag om een programma te se­lecteren (pag. 31–33).
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
6
de optie te activeren.
Zolang de instelling niet werd gewijzigd zoals hierboven wordt beschreven, zal het gekozen programma worden geselecteerd wanneer de instelschijf op E wordt gezet. De standaard in­stelling is G.
HANDMATIG
In deze stand heeft u de volledige controle over de opname, met inbegrip van gevoeligheid (pag.
58), belichtingscompensatie (pag. 60), belichtings­meting (pag. 61), kwaliteit (pag. 59) en witbalans (pag. 61).
LANDSCHAP
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere dag­lichtfoto’s van gebouwen en landschappen. De fl itser wordt automatisch uitgeschakeld.
SPORT
Gebruik deze opnamestand voor het fotograferen van be­wegende onderwerpen. Er wordt prioriteit gegeven aan snellere sluitertijden.
Meer over fotografi e
31
Page 44
Opnamestand
II NACHT
DD NATURAL LIGHT
MM STRAND
LL SNEEUW
JJ VUURWERK
NACHT
Om ‘s nacht en in het sche­merdonker foto’s te maken, kunnen sluitertijden tot 3 se­conden worden gebruikt. Om bewegingsonscherpte te voor­komen, is het raadzaam een statief te gebruiken.
NATURAL LIGHT
Om het aanwezige licht bin­nenshuis op natuurlijke wijze vast te leggen of te fotogra­feren op plaatsen waar fl it­sen niet mogelijk is. De fl itser wordt uitgeschakeld en de gevoeligheid wordt verhoogd om bewegingsonscherpte te reduce­ren.
STRAND
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere foto’s van zonovergoten stranden.
SNEEUW
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere foto’s waarin de schittering van de sneeuw optimaal tot haar recht komt.
VUURWERK
Trage sluitertijden worden ge­bruikt om het uitdijende licht van vuurwerk vast te leggen. Druk op de keuzeknop naar links of rechts om een keuze te maken uit sluitertijden tussen 8 seconden en ½ seconde. Om onscherpte te voorkomen, is het raadzaam een statief te gebruiken. De fl itser wordt automatisch uitgeschakeld.
32
Page 45
Opnamestand
KK ZONSOPKOMST
PP BLOEMEN
OO FEESTEN
NN MUSEUM
QQ DOCUMENTEN
ZONSOPKOMST
Selecteer deze opnamestand om de levendige kleuren van zonsondergangen en zonsop­komsten vast te leggen.
BLOEMEN
Selecteer deze opnamestand om levendige close-ups van bloemen te maken. De camera stelt scherp binnen het macro­bereik en de fl itser wordt uit­geschakeld.
FEESTEN
Om achtergrondverlichting onder omstandigheden met weinig licht vast te leggen.
MUSEUM
Gebruik deze opnamestand op plaatsen waar fl itslicht of camerageluid ongewenst is. De fl itser, de luidspreker en de zelfontspannerlamp worden uitgeschakeld.
1 Opmerking
Fotograferen is niet overal toegestaan. Vraag toestem­ming voordat u begint te fotograferen.
DOCUMENTEN
Maak duidelijke foto’s van ge­drukte tekst of tekeningen. De camera stelt scherp binnen het macrobereik.
Meer over fotografi e
33
Page 46
Afspeelfuncties
ISO
100
100-0001
12/ 31 /2050
10: 00
AM
N
250
F
3.3
ISO
100
100-0001
12/ 31 /2050
10: 00
AM
N
250
F
3.3
Druk op de H-knop om de foto af te spelen die als laatste is gemaakt.
100-0001
N
ISO
100
12/ 31 /2050
10: 00
250
AM
F
3.3
Druk op keuzeknop rechts om de foto’s af te spelen in de volgorde waarin ze
Een weergave selecteren
Druk diverse keren op de DISP/BACK-knop om een van de onderstaande weergaven te selecteren.
100-0001
N
ISO
100
zijn gemaakt, en op keuzeknop links
12/ 31 /2050
10: 00
om de foto’s af te spe len in omg ekeerde volgorde.
Meer over afspelen
Om snel door de foto’s te bla­deren, houdt u de keuzeknop ingedrukt. De foto’s op de geheugenkaart worden weer­gegeven als kleine miniatuur-
250
Indicators worden getoond
AM
F
3.3
2050
12/29 12/30
12/31
Sorteren op
8/14
datum
weergaven, terwijl de huidige foto wordt gemar­keerd. Laat de keuzeknop los om de gemarkeerde foto op het volledige scherm te bekijken.
1 Opmerking
Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt, worden tijdens het afspelen aangeduid met het pictogram h (“Geschenkbeeld”).
34
Indicators
worden
verborgen
Page 47
Afspeelfuncties
Afspeelzoom
Multi-foto afspelen
ISO
100
100-0001
12/ 31/ 2050
10: 00
AM
N
Afspeelzoom
Selecteer L om in te zoomen op het beeld dat op dat moment wordt getoond op het scherm; selecteer M om uit te zoomen. Nadat op de foto is ingezoomd, kan de keuzeknop worden gebruikt om de foto te verschuiven.
Zoom indica tor
Druk op DISP/BACK om de normale afspeelstand te herstellen.
1 Opmerking
De maximale zoomverhouding is afhankelijk van het formaat van de foto. De afspeelzoom is niet beschik­baar voor foto’s die werden genomen in het formaat l.
Het navigatievenster toont het gedeelte van de foto dat op het scherm wordt weergegeven
Multi-foto afspelen
Speel een foto af op volledig formaat en selecteer M om het aantal afgebeelde foto’s te wijzigen.
100-0001
N
ISO
100
12/31/2050
10: 00
AM
Druk op de M-
knop om het
aantal getoonde
miniaturen te
verhogen tot twee
of negen (J100/
J110w) of twee,
Selecteer L om het aantal weergegeven foto’s te verkleinen.
negen of honderd
(J120/J150w).
Gebruik de keuzeknop om een foto te selecteren en druk vervolgens op MENU/OK om de geselec­teerde foto op volledig formaat af te spelen. Ge­bruik tijdens het afspelen van negen- of van de honderd-miniaturen weergave, de keuzeknop omhoog en omlaag om meer foto’s te bekijken.
Meer over afspelen
35
Page 48
Afspeelfuncties
Sorteren op datum
Sorteren op datum
Selecteer sorteren op datum om foto’s te bekijken die op een bepaalde datum zijn gemaakt.
Druk op DISP/BACK tot het scherm
1
sorteren-op-datum wordt weerge­geven.
2050
12/29 12/30
12/31
1/14
Gebruik de keuzeknop om de pijl
2
(s) in de linkerbovenhoek van het scherm te selecteren.
Druk op de keuzeknop links om de
3
datum te selecteren.
2050
12/29 12/30
12/31
14
36
Druk op de keuzeknop omhoog of
4
omlaag om een datum te selecte­ren.
Druk op de keuzeknop rechts om
5
terug te keren naar het sorteren-op­datum scherm.
Gebruik de keuzeknop om een foto
6
te selecteren en druk vervolgens op MENU/OK om de geselecteerde foto op oorspronkelijk formaat af te spe­len.
Page 49
I Foto’s wissen
De optie WISSEN van het afspeelmenu kan worden gebruikt om stilbeelden en fi lms te wissen en daarmee de beschikbare ruimte in het interne geheugen of op de geheugenkaart te vergroten (zie pagina 18 voor informatie over het wissen van foto’s tijdens het afspelen van een enkele foto). Let op.
Gewiste foto’s kunnen niet worden teruggehaald. Kopieer eerst alle belangrijke foto’s naar een compu­ter of ander opslagapparaat.
Druk op MENU/OK om het afspeelme-
1
nu op het scherm weer te geven.
AFSPEELMENU
WISSEN
VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING
)
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
Druk op de keuzeknop omhoog of
2
omlaag om WISSEN te selecteren.
Druk op de keuzeknop rechts om de
3
wisopties weer te geven.
AFSPEELMENU
WISSEN
VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
AFBREKEN
ENKELE FOTO ALLE FOTO'S
)
Druk op de keuzeknop omhoog of
4
omlaag om ENKELE FOTO of ALLE FOTO’S te selecteren.
Druk op MENU/OK om de opties weer
5
te geven die voor het geselecteerde item beschikbaar zijn (zie pag. 38).
2 Tips: Foto’s wissen
• Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, worden de foto’s van de geheugenkaart gewist; anders worden de foto’s uit het interne geheugen gewist.
• Beveiligde foto’s kunnen niet worden gewist. Verwij­der eerst de beveiliging van foto’s die u wilt wissen (pag. 67).
• Als er een waarschuwing verschijnt die vermeldt dat de geselecteerde foto’s deel uitmaken van een DPOF­printopdracht, druk dan op MENU/OK om de foto’s te wissen.
Meer over afspelen
37
Page 50
Foto’s wissen
■■ ENKELE FOTO
: Geselecteerde foto’s wissen
■■ ALLE FOTO’S
: Alle foto’s wissen
I Foto’s wissen
ENKELE FOTO
Wanneer u ENKELE FOTO
: Geselecteerde foto’s wissen
WISSEN OK?
selecteert, verschijnt neven­staand dialoogscherm.
OK AFBREKEN
Druk op de keuzeknop links of rechts om langs de foto’s te bladeren en druk op MENU/OK om de huidige foto te wis­sen (de foto wordt onmiddellijk gewist; zorg ervoor dat u niet de verkeerde fo­to’s wist).
Druk op DISP/BACK wanneer u alle foto’s die u wilde wissen, heeft gewist.
ALLE FOTO’S
: Alle foto’s wissen
Wanneer u ALLE FOTO’S selecteert, verschijnt neven­staand bevestigingsscherm.
Druk op MENU/OK om alle on­beveiligde foto’s te wissen.
Tijdens het wissen wordt ne­venstaand scherm weergege­ven. Druk op DISP/BACK om met wissen te stoppen voordat alle foto’s zijn gewist (foto’s die werden gewist voordat op de knop werd gedrukt, kunnen niet worden teruggehaald).
ALLES WISSEN?
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
OK AFBREKEN
AFBREKEN
38
Page 51
A Films opnemen
STANDBY
12
s
12
s
STANDBY
Maak korte fi lmpjes van 30 frames per seconde. Geluid wordt opgenomen via de ingebouwde micro­foon; voorkom dat de microfoon tijdens het opnemen wordt bedekt.
Draai de instelschijf naar A (fi lm-
1
stand).
12
s
De beschikbare tijd
STANDBY
wordt weergegeven op het scherm.
Het beeldformaat selecteren
Wilt u het beeldformaat se­lecteren, druk dan op MENU/ OK en selecteer C KWALI-
OPNAMESTANDEN
KWALITEIT
INSTELLINGEN
TEIT. Kies m (640 × 480 pixels) voor een hogere kwa­liteit of n (320 × 240 pixels) voor een langere opnametijd. Druk op MENU/OK om terug te keren naar de fi lmopnamestand.
Bepaal de compositie door middel
2
van de zoombediening.
12
s
STANDBY
Zoom indica tor
Wanneer de opname eenmaal is gestart, kan de zoom niet worden veranderd.
29
s
53
s
Films
39
Page 52
Films opnemen
12
s
A Films opnemen
Druk de ontspanknop volledig in om
3
de opname te starten.
12
s
REC
Y REC en de resterende opnametijd verschijnen op het scherm
1 Opmerking
De camera stelt de scherpstelling in wanneer de op­name wordt gestart; de belichting en de witbalans worden tijdens de opname voortdurend aangepast. De kleuren en de helderheid van het beeld kunnen enigszins afwijken van het beeld dat werd getoond voordat de opname begon.
Druk de ontspanknop half in om de
4
opname te stoppen. De opname wordt automatisch beëindigd wan­neer de maximale fi lmlengte wordt bereikt of het geheugen vol is.
2 Tip
Het is niet nodig om de ontspanknop ingedrukt te houden tijdens het opnemen.
1 Opmerking
Films worden met mono geluid opgeslagen als motion JPEG-bestanden met een maximale bestandsgrootte van 2 GB en een minimumlengte van 1 sec. Zie pagina 94 voor meer informatie over opnametijden.
40
Page 53
H Films bekijken
100-006
12/ 31 /2050
10: 00
AM
Bewerking
Beschrijving
15
s
Tijdens het afspelen (pag. 34), worden fi lms op het scherm getoond zoals nevenstaande afbeelding laat zien. De vol­gende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd tijdens het afspelen van een fi lm:
Bewerking
Weergave
starten/
pauzeren
Afspelen
stoppen/
wissen
Vooruit-/
achteruit-
spoelen
Volume
instellen
Druk op de keuzeknop omlaag om het afspelen te starten. Druk opnieuw om te pauzeren.
Druk op de keuzeknop omhoog om het afspe­len te beëindigen. Wanneer het afspelen is gepauzeerd, wordt de huidige fi lm gewist door op de keuzeknop omhoog te drukken. Druk op de keuzeknop naar rechts om vooruit te spelen, naar links om terug te spoelen. Als het afspelen is gepauzeerd, zal de fi lm met een frame tegelijk vooruit of achteruit gaan wanneer op de keuzeknop wordt gedrukt. Druk op MENU/OK om het afspelen te pauze­ren en de volumeregeling weer te geven. Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om het volume in te stellen; druk opnieuw op MENU/OK om het afspelen te hervatten.
Beschrijving
12/ 31 /2050
AFSPELEN
10: 00
AM
De voortgang wordt op het scherm weergege-
100-006
ven tijdens het afspelen.
15
s
STOP PAUZE
2 Tip: Films beki jken op een compute r
Kopieer de fi lms naar de computer voordat u ze op de computer afspeelt.
3 Attentie
• Voorkom dat de luidspreker tijdens het afspelen wordt bedekt.
• In fi lms met zeer heldere onderwerpen kunnen witte verticale of donkere horizontale strepen verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Voortgangsbalk
Films
41
Page 54
Foto’s afspelen op een televisietoestel
Sluit de camera aan op een televisietoestel en stem het toestel af op het videokanaal om foto’s te laten zien aan een groep. Sluit de meegeleverde A/V-kabel aan zoals onderstaande afbeelding laat zien.
Sluit de gele stekker aan op de video-ingang
Aansluiten op A/V-kabelaansluiting
Sluit de witte stekker aan op de audio-ingang
Houd H gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen. Het scherm van de camera wordt uitgeschakeld en foto’s en fi lms worden op het televisiescherm afgespeeld. De vo­lume-instelling van de camera heeft geen invloed op het met het televisietoestel weergegeven geluid; gebruik de volumeregeling van het televisietoestel om het volume in te stellen.
1 Opmerkingen
• Gebruik de optionele wisselstroomadapter AC-5VX met koppelstuk CP-45 om de camera gedurende langere
Aansluitingen
perioden van voeding te voorzien (pag. 80).
• De beeldkwaliteit neemt tijdens het afspelen van fi lms wat af.
3 Attentie
Let er bij het aansluiten van de A/V-kabel op dat u de stekkers volledig in de aansluitingen steekt.
42
Page 55
Foto’s afdrukken via USB
De camera aansluiten
Geselecteerde foto’s afdrukken
Als de printer PictBridge ondersteunt, dan kan de camera rechtstreeks op de printer wor­den aangesloten en kunnen foto’s worden afgedrukt zonder ze eerst naar een computer te hoeven kopiëren. Het kan voorkomen dat de printer niet alle hieronder beschreven functies ondersteunt.
De camera aansluiten
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan zoals de
1
afbeelding laat zien en schakel de printer in.
Houd de H-knop gedurende ongeveer een
2
seconde ingedrukt om de camera in te schake­len. a USB verschijnt op het scherm gevolgd door het rechtsonder afgebeelde PictBridge­scherm.
USB
PICTBRIDGE
TOTAAL:
00000
PRINTS
00
FOTO OK WIJZIG
Geselecteerde foto’s afdrukken
Druk op de keuzeknop links of rechts
1
om de foto te kiezen die u wilt af­drukken.
Druk op de keuzeknop omhoog of
2
omlaag om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99).
Herhaal de stappen 1–2 om meer
3
foto’s te selecteren. Druk op MENU/OK om een bevestigingsscherm weer te geven als alle instellingen voltooid zijn.
PRINT DEZE FOTO'S
TOTAAL:
9
PRINTS
OK AFBREKEN
Druk op MENU/OK om het afdrukken
4
te starten.
Aansluitingen
43
Page 56
Foto’s afdrukken via USB
DPOF printopdrachten afdrukken
2 Tip: De opnamedatum afdrukken
Wilt u de opnamedatum afdrukken, dan drukt u in de stappen 1–2 op DISP/BACK om het menu PictBridge weer te geven (zie “DPOF printopdrachten afdrukken”). Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om MET DATUM r te selecteren en druk op MENU/OK om terug te keren naar het PictBridge-scherm (om foto’s zonder opnamedatum af te drukken, selecteert u PRINT ZON- DER DATUM). De opnamedatum wordt niet afgedrukt als de klok van de camera niet was ingesteld op het moment waarop de foto werd gemaakt.
1 Opmerking
Als er geen foto’s zijn geselecteerd wanneer op de MENU/OK-knop wordt gedrukt, dan wordt één afdruk van de huidige foto gemaakt.
DPOF printopdrachten afdrukken
Om de printopdracht af te drukken die met K OPDRACHT (DPOF) in het afspeelmenu (pag.
63) werd aangemaakt:
Druk in het PictBridge-scherm op
1
DISP/BACK om het menu PictBridge
te openen.
PICTBRIDGE
MET DATUM
PRINT ZONDER DATUM
PRINT DPOF
Druk op de keuzeknop omhoog of
2
omlaag om b PRINT DPOF te se- lecteren.
Druk op MENU/OK om een bevesti-
3
gingsvenster weer te geven.
PRINT DPOF OK?
TOTAAL: 9 PRINTS
OK AFBREKEN
44
Page 57
Foto’s afdrukken via USB
Druk op MENU/OK om het afdrukken
4
te starten.
Tijdens het afdrukken
Tijdens het afdrukken wordt nevenstaand scherm weerge­geven. Druk op DISP/BACK om het afdrukken te annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt (bij sommige printers kan het afdrukken al worden beëindigd voordat de huidige foto is voltooid).
Als het afdrukken wordt onderbroken, druk dan op H om de camera uit en weer aan te zetten.
De camera afkoppelen
Control eer o f de aan duiding “ BEZIG ME T PRINT EN” niet op het scherm wordt weergegeven en druk op H om de camera uit te schakelen. Koppel de USB-kabel af.
BEZIG MET PRINTEN
AFBREKEN
1 Opmerkingen
• Gebruik de optionele wisselstroomadapter AC-5VX met koppelstuk CP-45 om de camera gedurende lan­gere perioden van voeding te voorzien.
• Druk foto’s af uit het interne geheugen of van geheu­genkaarten die met deze camera zijn geformatteerd.
• Als de printer geen ondersteuning voor het afdrukken van de datum biedt, dan is de optie MET DATUM r in het menu PictBridge niet beschikbaar en wordt op de foto’s in de DPOF printopdracht geen datum afge­drukt. Bij het afdrukken via een rechtstreekse USB-aansluiting
• worden de standaard instellingen van de printer voor het papierformaat en de afdrukkwaliteit gebruikt.
Aansluitingen
45
Page 58
■■ MET DATUM
/ ZONDER DATUM
Een DPOF printopdracht aanmaken
Een DPOF printopdracht aanmaken
De optie K OPDRACHT (DPOF) in het afspeel- menu kan worden gebruikt om een digitale “printopdracht” aan te maken voor PictBridge­compatibele printers (pag. 43) of andere appara­ten die ondersteuning bieden voor DPOF.
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een
norm waarmee foto’s kunnen worden af­gedrukt op basis van “printopdrachten” die in het interne geheugen of op een geheu­genkaart zijn opgeslagen. De printopdracht bevat informatie over welke foto’s en in welke aantallen de foto’s moeten worden afgedrukt.
Foto’s afdrukken via USB
MET DATUM rr
/ ZONDER DATUM
Wilt u de DPOF printopdracht aanpassen, selec­teer dan K OPDRACHT (DPOF) in het afspeel- menu en druk op de keuzeknop omhoog of om­laag om MET DATUM r of ZONDER DATUM te selecteren.
AFSPEELMENU
WISSEN
MET DATUM
ZONDER DATUM
VERWIJDER R. OGEN
ALLES RESETTEN
DIAVOORSTELLING
)
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
MET DATUM r: Druk de opnamedatum af op de foto.
ZONDER DATUM: Druk de foto af zonder opnamedatum.
Druk op MENU/OK en volg de onderstaande stap­pen.
Druk op de keuzeknop links of
1
rechts om een foto af te spelen die u aan de printopdracht wilt toevoe­gen of uit de printopdracht wilt verwijderen.
46
Page 59
Foto’s afdrukken via USB
ISO
100
100-0001
12/ 31 /2050
10: 00
AM
N
Druk op de keuzeknop omhoog of
2
omlaag om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99). Wilt u een foto uit een printopdracht verwijderen, druk dan op de keuzeknop omlaag totdat het aantal afdrukken 0 bedraagt.
00001
)
Totaal aantal afdrukken
Aantal kopieën
GEREED
PRINTOPDRACHT (DPOF
DPOF:
PRINTS
01
KIES FOTO
Herhaal de stappen 1–2 om de
3
printopdracht te voltooien. Druk op MENU/OK om de printopdracht op te slaan wanneer de instellingen zijn voltooid, of druk op DISP/BACK om af te sluiten zonder de printopdracht te veranderen.
Het totale aantal afdrukken wordt
4
op het scherm afgebeeld. Druk op MENU/OK om af te sluiten.
De foto’s in de huidige printop­dracht worden tijdens het af­spelen aangeduid met een b.
12/ 31 /2050
10: 00
AM
100-0001
ISO
N
100
Aansluitingen
47
Page 60
Foto’s afdrukken via USB
■■ ALLES RESETTEN
ALLES RESETTEN
Wilt u de huidige printafdruk annuleren, selecteer dan ALLES RESETTEN in het
RESETTEN ALLE DPOF OK?
RESETTEN ALLE DPOF OK?
menu K OPDRACHT (DPOF). Het nevenstaande bevestigingsvenster verschijnt; druk op MENU/OK om alle foto’s uit de printopdracht te verwijderen.
OK AFBREKEN
1 Opmerkingen
• Verwijder de geheugenkaart om een printopdracht aan te maken of te wijzigen voor foto’s die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
• Printopdrachten kunnen maximaal 999 foto’s bevatten.
• Als een geheugenkaart wordt geplaatst waarop een printopdracht staat die met een an­dere camera is aangemaakt, dan verschijnt nevenstaand venster. De printopdracht wordt geannuleerd als op MENU/OK wordt gedrukt; er moet een nieuwe printopdracht worden aangemaakt volgens bovenstaande aanwijzingen.
OK AFBREKEN
RESETTEN OK?
RESETTEN OK?
OK AFBREKEN
OK AFBREKEN
48
Page 61
Foto’s bekijken op een computer
FinePixViewer installeren
FinePixViewer installeren S: Windows
Bestur ings-
systee m
Proces sor
RAM
Vereist e vrije ruimte o p de
harde sc hijf
Beelds cherm
Overig e
De meegeleverde FinePixViewer software kan worden gebruikt om uw foto’s naar een computer te kopiëren zodat u de foto’s kunt bewaren, bekijken, organiseren en afdrukken. Installeer FinePixViewer volgens de onderstaande aanwijzingen voordat u verder gaat. Sluit de camera niet aan op de compu- ter voordat de installatie is voltooid.
FinePixViewer installeren
Er zijn versies van FinePixViewer voor zowel Windows (FinePixViewer S) als Macintosh (FinePixViewer). De instructies voor installatie onder Windows staan op pagina’s 49–51, de instructies voor installatie op Macintosh computers op pagina’s 52–53.
FinePixViewer installeren S: Windows
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
1
Besturings-
systeem
Processor
Vereist e vrije ruimte o p de
harde schijf
Beeldscherm
Overige
Voorgeïnstalleerde versies van Windows Vista, Windows XP Home Edition (Service Pack 2 of hoger), Windows XP Professional (Service Pack 2 of hoger) of Windows 2000 Professional (Service Pack 4 of hoger)
Win dows Vista: 800 MHz Pentium 4 of hoger (3 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows XP: 800 MHz Pentium 4 of hoger (2 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows 2000: 200 MHz Pentium of hoger
Win dows Vista: 512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
RAM
Windows XP: 512 MB of meer
Windows 2000: 128 MB of meer
Voor de installatie is minimaal 450 MB vereist plus 600 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer (15 GB of meer wordt aanbevolen voor gebruik onder Windows Vista, 2 GB of meer voor gebruik onder Windows XP)
800 × 600 pixels of hoger met 16-bits kleuren of hoger (1024 × 768 pixels of hoger met 32-bits kleuren aanbevolen)
Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegarandeerd.
• Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevolen) vereist; voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist
Aansluitingen
49
Page 62
Foto’s bekijken op een computer
3 Attentie
Ander versies van Windows worden niet ondersteund. Op zelfgebouwde computers en op computers waar­op oudere versies van Windows zijn geüpgrade, kan de werking niet worden gegarandeerd.
Start de computer op. Zorg ervoor dat u bent aangemeld als een gebruiker met beheerdersrech-
2
ten.
Sluit alle actieve toepassingen af en plaats de installatie-cd in een cd-rom-station.
3
Windows Vista
Als het dialoogvenster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op SETUP.exe. Vervolgens verschijnt een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer”; klik op Toes ta an.
Het installatieprogramma wordt automatisch opgestart; klik op Installing FinePixViewer en volg de aanwijzingen op het scherm om FinePixViewer S te installeren. Merk op dat de Windows-cd mogelijk wordt vereist tijdens de installatie.
Als het installatieprogram ma niet automatisc h opstart
Als het installatieprogramma niet automatisch opstart, selecteert u Computer of Deze computer in het menu Start (Windows Vista/XP) of dubbelklikt u op het pictogram Deze computer op het bureaublad (Win­dows 2000). Vervolgens dubbelklikt u op het pictogram FINEPIX CD om het venster FINEPIX CD te openen en dubbelklikt u op SETUP of SETUP.exe.
50
Page 63
Foto’s bekijken op een computer
Indien u wordt gevraagd Windows Media Player of DirectX te installeren, dan volgt u de aanwijzin-
4
gen die op het scherm verschijnen om de installatie te voltooien.
Verwijder desgevraagd de installatie-cd uit het cd-rom-station en klik op Opnieuw opstarten om
5
de computer opnieuw op te s tarten. Bewaar de installatie -cd op een droge plaats die niet blootstaat aan direct zonlicht voor het geval u de software later opnieuw moet installeren. Het versienummer dat bovenaan op het label van de cd wordt vermeld, heeft u wellicht nodig wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning of bij het updaten van de software.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 54.
Aansluitingen
51
Page 64
Foto’s bekijken op een computer
FinePixViewer installeren: Macintosh
Model
Proces sor
Bestur ingssystee m
RAM
Vereist e vrije ruimte
op de har de schijf
Beelds cherm
Overig e
FinePixViewer installeren: Macintosh
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
1
Model
Processor PowerPC of Intel
Besturingssysteem
RAM 256 MB of meer
Vereiste vrije ruimte
op de har de schijf
Beeldscherm 800 × 600 pixels of hoger met duizenden kleuren of hoger
Overige
Nadat u de computer heeft opgestart en alle actieve toepassingen heeft afgesloten, plaatst u de
2
installatie-cd in een cd-rom-station. Dubbelklik op het pictogram FinePix CD op het bureaublad en
Power Macintosh G3, PowerBook G3, Power Mac G4, iMac, iBook, Power Mac G4 Cube, PowerBook G4, Power Mac G5, MacBook, MacBook Pro, Mac mini of Mac Pro
Mac OS X versie 10.3.9–10.4.11 (sinds 1 augustus 2008; ga naar http://www.fujifilm.com voor meer in­formatie)
Voor de installatie is minimaal 200 MB vereist plus 400 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer
• Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegaran­deerd.
• Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevo­len) vereist; voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist
dubbelklik op Installer for Mac OS X.
Er verschijnt een dialoogvenster met diverse installatieopties; klik op Installing FinePixViewer om
3
de installatie te starten. Voer desgevraagd de naam en het wachtwoord van de beheerder in, klik op OK en volg de aanwijzingen op het scherm om FinePixViewer te installeren. Klik op Exit om het installatieprogramma af te sluiten nadat de installatie is voltooid.
52
Page 65
Foto’s bekijken op een computer
Neem de installatie-cd uit het cd-rom-station. Merk op dat de cd mogelijk niet verwijderd kan wor-
4
den wanneer Safari actief is; sluit Safari zo nodig af om de cd te verwijderen. Bewaar de installatie­cd op een droge plaats die niet blootstaat aan direct zonlicht voor het geval u de software later opnieuw moet installeren. Het versienummer dat bovenaan op het label van de cd wordt vermeld, heeft u wellicht nodig wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning of bij het upda­ten van de software.
Selecteer Programma’s in het menu Ga van de Macintosh Finder om de toe-
5
passingsmap te openen. Dubbelklik op het pictogram Fotolader en selecteer Voorkeuren… uit het toepassingsmenu van Fotolader.
Het dialoogvenster Fotolader-voorkeuren verschijnt. Selecteer Andere… in het menu Open bij aansluiting camera en selecteer FPVBridge in de map “Toepassingen/FinePixViewer” en klik op Open.
Selecteer Stop Fotolader in het toepassingsmenu Fotolader.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 54.
Aansluitingen
53
Page 66
De camera aansluiten
De camera aansluiten
Als de foto’s die u wilt kopiëren op een ge-
1
heugenkaart zijn opgeslagen, plaats dan de geheugenkaart in de camera (pagina 9). Als er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, dan worden de foto’s gekopieerd die in het in­terne geheugen zijn opgeslagen.
3 Attentie
Spanningsverlies tijdens het kopiëren kan gege­vensverlies of beschadiging van het interne geheu­gen of de geheugenkaart tot gevolg hebben. Laad de batterijen volledig op voordat u de camera op de computer aansluit of gebruik de optionele wis­selstroomadapter AC-5VX met koppelstuk CP-45.
Schakel de camera uit en sluit de meegele-
2
verde USB-kabel aan zoals de afbeelding laat zien, waarbij u erop let dat de stekkers volledig in de aansluitingen worden gestoken. Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; ge­bruik geen USB-hub noch eventuele USB-aan­sluitingen in het toetsenbord.
Foto’s bekijken op een computer
Houd de H-knop gedurende ongeveer een
3
seconde ingedrukt om de camera in te scha­kelen. FinePixViewer wordt automatisch opge­start en de “Wizard Foto’s opslaan” verschijnt. Volg de aanwijzingen op het scherm om de fo­to’s naar de computer te kopiëren. Klik op CAN- CEL om af te sluiten zonder foto’s te kopiëren.
3 Attentie
Als FinePixViewer niet automatisch opstart, dan is de software mogelijk niet goed geïnstalleerd. Koppel de camera af en installeer de software op­nieuw.
Selecteer How to Use FinePixViewer in het menu Help van FinePixViewer voor meer infor­matie over het gebruik van FinePixViewer.
1 Opmerking
De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld terwijl hij op een computer is aangesloten.
54
Page 67
Foto’s bekijken op een computer
3 Attentie
• Gebruik uitsluitend geheugenkaarten die met de ca­mera zijn geformatteerd en waarop foto’s staan die met de camera zijn genomen. Als er een geheugen­kaart wordt geplaatst waarop een groot aantal foto’s staat, dan kan het enkele momenten duren voordat FinePixViewer opstart en is FinePixViewer mogelijk niet in staat de foto’s te importeren of op te slaan. Ge­bruik in dergelijke gevallen een geheugenkaartlezer om de foto’s te kopiëren.
• Controleer of de indicatorlamp uit is voordat u de camera uitschakelt of de USB-kabel afkoppelt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan gegevensverlies of beschadiging van het interne ge­heugen of de geheugenkaart tot gevolg hebben.
• Koppel de camera af voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
• In bepaalde gevallen is het niet mogelijk om met FinePixViewer toegang te krijgen tot foto’s die zich op een netwerkserver bevinden op dezelfde manier als op een standalone computer.
• Bij het gebruik van diensten waarvoor een internet­verbinding vereist is, is de gebruiker verantwoordelijk voor alle door de telefoonmaatschappij en/of inter­netprovider in rekening gebrachte kosten.
De camera afkoppelen
Controleer eerst of de indicatorlamp uit is, volg de aanwijzingen op het scherm om de camera uit te schakelen en maak de USB-kabel los.
De installatie van FinePixViewer ongedaan maken
Maak de installatie van FinePixViewer alleen onge­daan wanneer u de software opnieuw wilt installeren of niet langer gebruikt. Sluit FinePixViewer af, koppel de camera af en sleep de map “FinePixViewer” uit “Ap­plicaties” naar de Prullenbak en selecteer Leeg prul- lenmand in het menu Finder (Macintosh), of open het Confi guratiescherm en gebruik “Programma’s en onderdelen” (Windows Vista) of “Programma’s wijzi­gen/verwijderen” (overige versies van Windows) om de installatie van FinePixViewer ongedaan te maken. Onder Windows kunnen er diverse dialoogvensters verschijnen; lees de teksten van de dialoogvensters aandachtig voordat u op OK klikt.
Aansluitingen
55
Page 68
Het opnamemenu
Het opnamemenu gebruiken
Het opnamemenu kan worden gebruikt om de instellingen aan te passen aan diverse omstandighe­den.
Het opnamemenu gebruiken
Druk op MENU/OK om het opname-
1
menu op het scherm weer te geven.
OPNAMESTANDEN
GEZICHTSDETECTIE
ISO KWALITEIT
CONTINU
INSTELLINGEN
AUTO
N
UIT
1 Opmerking
De in het opnamemenu getoonde opties zijn af­hankelijk van de geselecteerde opnamestand.
Druk op de keuzeknop omhoog of
2
omlaag om het gewenste menu­item te selecteren.
Menu’s
Druk op de keuzeknop rechts om de
3
opties van het geselecteerde item weer te geven.
OPNAMESTANDEN
GEZICHTSDETECTIE
ISO KWALITEIT
CONTINU
INSTELLINGEN
Druk op de keuzeknop omhoog of
4
omlaag om de gewenste optie te
UIT
EERSTE
AUTO
OFF
3
N
selecteren.
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
5
de optie te activeren.
56
Page 69
Het opnamemenu
De opties van het opnamemenu
Menu-ite m
Beschrijving
Opties
Standaar d
De opties van het opnamemenu
Menu-item
ONDERWERP-
A
PROGRAMMA
P GEZICHTSDETECTIE
B ISO
Kies een programma voor E-stand (pag. 30).
Schakel Intelligente gezichtsdetectie en rode­ogenverwijdering aan of uit (pag. 19). Stel de ISO-gevoe ligheid in (pag. 58). Kies een ho­gere waarde als het onderwerp slecht belicht is.
C KWALITEIT Kies het beeldformaat en de -kwaliteit (pag. 59).
BELICHT. CORRECTIE
D
F
LICHTMEETSYSTEEM
E WITBALANS
Stel de belichtingstijd in voor heldere, donkere of contrastrijke onderwerpen (pag. 60). Kies hoe de belichting wordt gemeten in de B- stand (pag. 61). Pas de kleur aan voor verschillende lichtbronnen (pag. 61).
Beschrijving
Opties
G/H/I/D/M/L/J/
K/P/O/N/Q/B
R AAN V AAN /
R AAN V UIT / UIT
AUTO/ 3200 j / 1600 /
800 / 400 / 200 / 100 / 64
g F/gN/h/i/j/
k/l
–2 EV tot +2 EV in stapp en
1
/
van
3 EV
u/v/w
Standaard
G
R AAN
V AAN
AUTO
g N
±0
u
AUTO/a/b/c/d/e/f AUTO
G CONTINU Maak meerdere foto’s snel achter elkaar (pag. 62). y/UIT UIT
H INSTELLINGEN
Voer de basisinstellingen van de camera in, zoals de taal en de datum en tijd (pag. 72).
Q/R/S/T
Menu’s
57
Page 70
Het opnamemenu
BB ISO
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de camera voor licht. Om bewegingsonscherpte bij omstan­digheden met weinig licht te voorkomen, kan een hogere waarde worden gebruikt; in foto’s die met hoge gevoeligheid zijn gemaakt, kunnen echter wel spikkels voorkomen. Als de instelling
AUTO
is
geselecteerd, past de camera de gevoeligheid automatisch aan de omstandigheden aan.
17
N ISO
100
17
17
N ISO
100
17
ISO
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de camera voor licht. Om bewegingsonscherpte bij omstan­digheden met weinig licht te voorkomen, kan een hogere waarde worden gebruikt; in foto’s die met hoge gevoeligheid zijn gemaakt, kunnen echter wel spikkels voorkomen. Als de instelling geselecteerd, past de camera de gevoeligheid automatisch aan de omstandigheden aan.
In iedere opnamestand, behalve B, wordt de gevoeligheid ingesteld op AUTO; er kunnen geen andere waarden worden geselecteerd. Andere instellingen dan
AUTO
is
17
17
N
17
N
M
M
17
ISO
100
ISO
100
AUTO worden met een pictogram op het scherm weergegeven. Met de instelling 3200 j worden formaten groter dan j ingesteld op j (pag. 59). Instellin-
gen die werden gewijzigd t.o.v. de waarde die door de gebruiker werd geselec­teerd, worden weergegeven in het geel.
58
Page 71
CC KWALITEIT
KWALITEIT
Optie
Voor afdrukken tot
Selecteer het formaat en de kwaliteit van de te maken foto’s. Grote foto’s kunnen zonder kwali­teitsverlies op groot formaat worden afgedrukt; kleine foto’s vergen minder geheugen, waardoor er meer foto’s opgeslagen kunnen worden.
Optie
g F
31 × 23 cm (g) of 31 × 21 cm (h). Kies g F voor afdrukken van hoge kwaliteit, h
g N
voor een beeldverhouding van 3 : 2.
h i 22 × 16 cm j 17 × 13 c m k 14 × 10 cm
5 × 4 cm. Geschikt voor e-mail en webpagi-
l
na’s.
Voor afdrukken tot
Het aantal foto’s dat met de huidige instellingen (pag. 94) kan worden opgeslagen, wordt op het scherm weergegeven naast het pictogram voor de beeldkwaliteit.
Het opnamemenu
Beeldverhouding
Foto’s die zijn gemaakt met beeldkwaliteitinstelling h hebben een beeldverhouding van 3 : 2, wat gelijk is aan een frame van een 35mm fi lm. Foto’s, gemaakt met alle overige instellingen, hebben een beeldverhouding van 4 : 3.
AUTO AUTO
4 : 3 3 : 2
1 Opmerkingen
• Bij een instelling van i of hoger worden gevoe­ligheden boven 1600 ingesteld op 1600. Instellingen die werden gewijzigd t.o.v. de waarde die door de gebruiker werd geselecteerd, worden weergegeven in het geel.
• De gekozen beeldkwaliteit verandert niet als de camera wordt uitgeschakeld of een andere opna­mestand wordt geselecteerd.
Menu’s
59
Page 72
D
D
BELICHT. CORRECTIE
BELICHT. CORRECTIE
Gebruik de belichtingscompensatie wanneer u zeer heldere, zeer donkere of zeer contrastrijke onderwerpen wilt fotograferen.
Een positieve waarde (+) verhoogt de belichting
Het opnamemenu
Een waarde voor de belichtingscompensatie selecteren
Onderwerpen met tegenlicht: kies
waarden van +
2
/
3 EV tot +1
2
/
3 EV
(zie de Verklarende woorden­lijst op pagina 92 voor uitleg over de betekenis van “EV”)
Zeer re ecterende onderwer- pen of zeer heldere composities (sneeuwlandschappen, e.d.): +1 EV
Een negatieve waarde (–) verlaagt de belichting
Composities met veel lucht: +1 EV
Onderwerpen met spotverlichting (vooral met een
2
donkere achtergrond): –
/
3 EV
Weinig re ecterende onderwerpen (naaldbomen of
2
donker gekleurde bladeren): –
/
3 EV
1 Opmerkingen
• Belichtingscompensatie is enkel beschikbaar in de stand B .
• Bij andere instellingen dan ±0 verschijnt het pictogram i op het scherm. De instelling van de belichtingscom-
pensatie verandert niet wanneer de camera wordt uitgeschakeld; kies de waarde ±0 om de normale belich­tingsregeling te herstellen. De belichtingscompensatie wordt uitgezet wanneer de fl itsstand wordt ingesteld op AUTO of q (automatisch met rode-ogenverwijdering); wanneer de fl itsstand is ingesteld op T of r, dan wordt de belichtingscompensatie uitgezet als het onderwerp onderbelicht is.
60
Page 73
Het opnamemenu
FF LICHTMEETSYSTEEM
EE WITBALANS
Optie
Beschrijving
LICHTMEETSYSTEEM
Kies hoe de camera de belichting meet (enkel stand B; niet beschikbaar wanneer Intelligente gezichtsdetectie is ingeschakeld).
u MULTI: Automatische omgevingsherkenning
wordt gebruikt om de belichting aan te passen aan diverse omstandigheden.
v SPOT: De camera meet de belichting in het
midden van het frame. Deze functie wordt aan­bevolen wanneer de achtergrond veel helder­der of donkerder is dan het onderwerp. Deze functie kan worden gebruikt met scherpstel­vergrendeling (pag. 22) om de belichting van onderwerpen te meten die zich niet in het cen­trum bevinden.
w INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op
het gemiddelde van het volledige frame. Dat le­vert een gelijkmatige belichting op gedurende meerdere opnamen met dezelfde belichting.
WITBALANS
Selecteer een instelling die overeenkomt met de lichtbron zodat uw foto’s natuurlijke kleuren krij­gen (zie de Verklarende woordenlijst op pagina 92 voor uitleg over de betekenis van “witbalans” ).
Optie
AUTO De witbalans wordt automatisch ingesteld.
a Voor onderwerpen in direct zonlicht. b Voor onderwerpen in de schaduw. c
Voor “daglicht” tl-buizen.
d Voor “warmwitte” tl-buizen. e Voor “koelwitte” tl-buizen. f Voor gloeilampverlichting.
Beschrijving
Als AUTO niet het gewenste resultaat oplevert (bij­voorbeeld bij het maken van close-ups), selecteer dan de instelling die met de lichtbron overeenkomt.
1 Opmerkingen
• Deze optie is enkel beschikbaar in de B -stand.
• Automatische witbalans wordt gebruikt met de fl it­ser. Schakel de fl itser uit (pag. 25) om met een andere instelling foto’s te maken.
De resultaten variëren met de omstandigheden waaron­der wordt gefotografeerd. Speel de foto’s direct af om op het scherm te controleren of de kleuren naar wens zijn.
Menu’s
61
Page 74
Het opnamemenu
GG CONTINU
CONTINU
Selecteer y EERSTE 3 om beweging vast te leggen in een reeks foto’s. De camera maakt een serie van 3 foto's wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
1 Opmerkingen
• De fl itser wordt automatisch uitgeschakeld (pag. 25) en de scherpstelling en de belichting worden alleen bij de eerste foto van iedere serie ingesteld. De eerder ingestelde fl itsstand wordt weer geselecteerd wanneer
G CONTINU op UIT wordt ingesteld.
• De framesnelheid is afhankelijk van de sluitertijd.
• Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van het beschikbare geheu­gen. Nadat de laatste opname is gemaakt, kan het opslaan van de serie enige tijd duren. De gemaakte foto’s worden, terwijl ze worden opgeslagen, op het scherm getoond.
OPSLAAN FILESOPSLAAN FILES
62
Page 75
Het afspeelmenu
Het afspeelmenu gebruiken
Met het afspeelmenu kunt u de foto’s beheren die in het interne geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
Het afspeelmenu gebruiken
Druk op H om de afspeelstand in te
1
schakelen (pag. 34).
Druk op MENU/OK om het afspeelme-
2
nu op het scherm weer te geven.
AFSPEELMENU
WISSEN
VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING
)
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
Druk op de keuzeknop rechts om de
4
opties van het geselecteerde item weer te geven.
AFSPEELMENU
WISSEN
VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
Druk op de keuzeknop omhoog of
5
omlaag om de gewenste optie te
AFBREKEN
ENKELE FOTO ALLE FOTO'S
)
selecteren.
Druk op de keuzeknop omhoog of
3
omlaag om het gewenste menu­item te selecteren.
Druk op MENU/OK om de geselecteer-
6
de optie te activeren.
Menu’s
63
Page 76
De opties van het afspeelmenu
De opties van het afspeelmenu
Optie
Beschrijving
De volgende opties zijn beschikbaar:
Optie
I WISSEN Om de geselecteerde foto’s of alle foto’s te wissen (pag. 37). U VERWIJDER R. OGEN J DIAVOORSTELLING Om foto’s in een diavoorstelling af te spelen (pag. 66).
K OPDRACHT (DPOF)
L BEVEILIGEN Om foto’s tegen wissen te beveiligen (pag. 67).
M KOPIËREN
N FOTO DRAAIEN Om foto’s te draaien (pag. 70). O BEELDUITSNEDE Om een vergroting van een foto te maken (pag. 71). H INSTELLINGEN
Maak kopieën met verminderde rode ogen (pag. 65).
Om foto’s te selecteren voor afdruk met een DPOF- en PictBridge-compatibele prin­ter (pag. 46).
Om foto’s te kopiëren van het interne geheugen naar een geheugenkaart of vice versa (pag. 68).
Om de basisinstellingen van de camera in te voeren (pag. 72).
Beschrijving
Het afspeelmenu
64
Page 77
Het afspeelmenu
UU VERWIJDER R. OGEN
Deze optie wordt gebruikt bij foto’s die werden gemaakt met behulp van Intelligente gezichtsdetectie om kopieën te maken die werden verwerkt om rode ogen te verwijderen.
VERWIJDER R. OGEN
Deze optie wordt gebruikt bij foto’s die werden gemaakt met behulp van Intelligente gezichtsdetectie om kopieën te maken die werden verwerkt om rode ogen te verwijderen.
Speel de foto af op het scherm (foto’s die wer-
1
den genomen met Intelligente gezichtsdetec­tie worden aangeduid door het pictogram R) en selecteer U VERWIJDER R. OGEN in het afspeelmenu (pag. 63).
VERWIJDEREN OK?
Druk op MENU/OK. Het bericht dat
2
hier hieronder links wordt getoond, wordt weergegeven terwijl de ca­mera de foto analyseert. Wanneer rode ogen worden gedetecteerd, wordt het bericht hier­onder rechts weergegeven terwijl de camera de foto verwerkt om een kopie aan te maken met verminderde rode ogen.
OK AFBREKEN
1 Opmerkingen
• Rode ogen kunnen niet worden verwijderd wanneer de camera niet in staat is om een gezicht te detecteren of het gezicht in profi el wordt getoond. Het resultaat kan verschillen naargelang de omgeving. Rode ogen kunnen niet worden verwijderd uit foto’s die al werden verwerkt door middel van rode-ogenverwijdering of uit foto’s die werden genomen met andere apparaten.
• De tijd die nodig is om een foto te verwerken, hangt af van het aantal gedetecteerde gezichten.
• Kopieën die werden aangemaakt met U VERWIJDER R. OGEN worden aangeduid door een d-pictogram tijdens het afspelen.
DETECTIE IN WERKING
STOPPEN
VERWIJDERING R.OGEN
Menu’s
65
Page 78
JJ DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
Optie
Beschrijving
AFSPEELMENU
Met deze functie kunt u uw foto’s afspelen in een auto­matische diavoorstelling. Kies het type voorstelling en druk
AFSPEELMENU
WISSEN
WISSEN
VERWIJDER R. OGEN
VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
OPDRACHT (DPOF
OPDRACHT (DPOF
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
NORMAAL
NORMAAL
NORMAAL
NORMAAL FADE-IN
FADE-IN FADE-IN
FADE-IN
)
)
MULTI BEELD
MULTI BEELD
op MENU/OK om te beginnen. U kunt op ieder moment tijdens de voorstelling op DISP/BACK drukken om een helpscherm weer te geven. Opgenomen fi lms worden automatisch af­gespeeld en de diavoorstelling gaat na afl oop van de fi lm automatisch verder. De diavoorstelling kan op elk gewenst moment worden beëindigd door op MENU/OK te drukken.
1 Opmerking
De camera wordt tijdens diavoorstellingen niet auto­matisch uitgeschakeld.
Het afspeelmenu
Optie
NORMAAL
FADE- IN
NORMAAL R
FADE- IN R
Druk op de keuzeknop links of rechts om een foto voor- of achteruit te gaan. Selecteer FAD E-I N om overgangen tussen foto’s weer te geven.
Zie boven, maar de camera zoomt automatisch in op gezichten die met Intelligente gezichtsdetectie zijn her­kend (pag. 19).
Beschrijving
MULTI BEELD Geef meerdere foto’s tegelijk weer.
66
Page 79
LL BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
■■ FOTO
■■ BEVEILIG ALLES
■■
U kunt foto’s beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. De volgende opties zijn beschikbaar.
FOTO
Geselecteerde foto’s beveiligen.
Druk op de keuzeknop links of rechts
1
om de gewenste foto af te spelen.
BEVEILIGEN OK?
OK AFBREKEN
Onbeveiligde foto Beveiligde foto
Druk op MENU/OK om de foto te be-
2
veiligen. Als de foto al is beveiligd,
WIS BEVEILIGING?
OK AFBREKEN
dan wordt de beveiliging ongedaan gemaakt wanneer op MENU/OK wordt gedrukt.
Herhaal de stappen 1–2 om meer fo-
3
to’s te beveiligen. Druk op DISP/BACK om af te sluiten.
Het afspeelmenu
BEVEILIG ALLES
Druk op MENU/OK om alle fo to’ s te
ALLES BEVEILIGEN?
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
beveiligen, of op DISP/BACK om af te sluiten zonder de beveiliging van de foto’s te veranderen.
ALLES RESETTEN
Druk op MENU/OK om de bevei-
OK AFBREKEN
ALLES RESETTEN?
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
liging van alle foto’s ongedaan te maken, of op DISP/BACK om af te sluiten zonder de beveiliging
OK AFBREKEN
van de foto’s te veranderen.
Als het aantal foto’s waarop de bewerking moet worden uitgevoerd erg groot is, dan wordt nevenstaande afbeel-
AFBREKENAFBREKEN
ding op het scherm weerge­geven. Druk op DISP/BACK om af te sluiten voordat de bewerking is voltooid.
3 Attentie
Beveiligde foto’s worden wel gewist wanneer de ge­heugenkaart of het interne geheugen wordt gefor­matteerd (pag. 77).
Menu’s
67
Page 80
MM KOPIËREN
KOPIËREN
U kunt foto’s kopiëren van het interne geheugen naar een geheugenkaart, of vice versa.
Het afspeelmenu
Druk op de keuzeknop omhoog
1
of omlaag om q INTERN t p KAART (foto’s kopiëren van intern geheugen naar geheugenkaart) of p KAART
t q INTERN (foto’s kopiëren van geheu- genkaart naar intern geheugen) te selecteren.
Druk op de keuzeknop rechts om de
2
opties van het geselecteerde item weer te geven.
KOPIËREN
INTERN
KAART INTERN
VOLGEND AFBREKEN
KAART
CARD
FOTO
ALLE FOTO'S
68
Druk op de keuzeknop omhoog of
3
omlaag om FOTO of ALLE FOTO’S te selecteren.
Druk op MENU/OK.
4
2 Tip: Foto’s van een geheugenkaart kopiëren naar een an-
dere geheugenkaart
Om foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart te kopiëren, plaatst u eerst de geheugenkaart met de fo­to’s en kopieert u de foto’s naar het interne geheugen. Daarna verwijdert u de kaart, plaatst u de andere ge­heugenkaart en kopieert u de foto’s vanuit het interne geheugen naar deze kaart.
Page 81
Het afspeelmenu
■■ FOTO
100-0001
■■ ALLE FOTO’S
100-0001
FOTO
Geselecteerde foto’s kopiëren.
Druk op de keuzeknop links of rechts
1
om de gewenste foto af te spelen.
Druk op MENU/OK om de foto te kopi-
2
eren.
Herhaal de stappen 1–2 om meer
3
foto’s te kopiëren. Druk op DISP/BACK
KOPIËREN OK?
om af te sluiten wanneer de bewer­king is voltooid.
OK AFBREKEN
ALLE FOTO’S
Druk op MENU/OK om alle foto’s
100-0001
te kopiëren, of op DISP/BACK om
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
af te sluiten zonder de foto’s te kopiëren.
3 Attentie
• Het kopiëren wordt onderbroken wanneer de be­stemming onvoldoende capaciteit heeft.
• Informatie voor DPOF printopdrachten wordt niet meegekopieerd (pag. 46).
ALLES KOPIËREN?
OK AFBREKEN
100-0001
Menu’s
69
Page 82
NN FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
Standaard worden foto’s die als
FOTO DRAAIEN
portret (staand) zijn gemaakt als landschap (liggend) weer­gegeven. Gebruik deze optie
AFBREKENWIJZIG
AFBREKENWIJZIG
om de foto’s in de juiste rich­ting op het scherm af te spelen. Deze instelling heeft geen enkele invloed op de manier waarop ze op een computer of een ander apparaat wor­den weergegeven.
1 Opmerkingen
• Beveiligde foto’s kunnen niet worden gedraaid. Ver­wijder de beveiliging van foto’s die u gedraaid wilt afspelen (pag. 67).
• De camera is mogelijk niet in staat om foto’s te draai­en die met andere camera’s zijn gemaakt.
Om een foto te draaien, speelt u de foto af en se­lecteert u N FOTO DRAAIEN in het afspeelmenu (pag. 63).
Het afspeelmenu
Druk op de keuzeknop omlaag om
1
de foto 90 ° rechtsom, of op de keu­zeknop omhoog om de foto 90 ° linksom te draaien.
Druk op MENU/OK om d e bewerk ing te
2
bevestigen (druk op DISP/BACK om af te sluiten zonder de foto te draaien).
De foto wordt de volgende keer tijdens het afspe­len automatisch gedraaid.
70
Page 83
Het afspeelmenu
OO BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
Gebruik de afspeelstand om een foto af te spelen en selecteer O BEELDUITSNEDE in het afspeel- menu (pag. 63).
Gebruik de zoombediening om op de foto
1
in te zoomen, en de keuzeknop om de foto te verschuiven totdat het gewenste gedeelte wordt afgespeeld (druk op DISP/BACK om terug te keren naar de afspeelstand zonder een uit­vergroting te hebben gemaakt).
Zoom indica tor
BEELDUITSNEDE
OK AFBREKEN
Het navigatievenster toont het gedeelte van de foto dat op het scherm wordt weergegeven
Druk op MENU/OK. Er verschijnt een
2
bevestigingsscherm.
OPSLAAN OK?
OK AFBREKEN
Bovenaan het scherm wordt het formaat (i, j, k of l; zie pagina 59) van de kopie
getoond. Als het formaat l is, wordt OK in het geel weergegeven. Grotere uitvergrotin­gen produceren grotere kopieën; alle kopieën hebben een beeldverhouding van 4 : 3.
Druk op MENU/OK om de uitvergro-
3
ting op te slaan in een afzonderlijk bestand.
Menu’s
71
Page 84
Het menu Instellingen
Het menu Instellingen gebruiken
Het menu Instellingen gebruiken
Geef het menu Instellingen weer.
1
1.1 Druk op MENU/OK om het menu
voor de huidige stand weer ge­ven.
Pas de instellingen aan.
3
3.1 Druk op de keuzeknop om-
hoog of omlaag om een menu­item te selecteren.
72
1.2 Druk op de keuzeknop omhoog
of omlaag om H INSTELLIN- GEN te selecteren.
1.3 Druk op de keuzeknop rechts
om het menu Instellingen weer te geven.
INSTELLINGEN
WEERGAVE NUMMERING DIGIT. ZOOM SPAARSTAND
Kies een pagina.
2
2.1 Druk op de keuzeknop links of
rechts om een pagina te selec­teren.
2.2 Druk op de keuzeknop omlaag
om het menu te openen.
1.5
CONT.
UIT
AAN
3.2 Druk op de keuzeknop rechts
om de opties van het geselec­teerde item weer te geven.
INSTELLINGEN
FORMATTERENFORMATTEREN
/LANG
UITSCHAKELEN
TIJDVERSCHILTIJDVERSCHIL VIDEO SYST.VIDEO SYST.
S
3.3 Druk op de keuzeknop om-
5
MIN
ENGLISH
2
MIN
2 MIN
UIT
NTSC
hoog of omlaag om een optie te selecteren.
3.4 Druk op MENU/OK om de gese-
lecteerde optie te activeren.
Page 85
Het menu Instellingen
De opties van het menu Instellingen
Menu-it em
Beschr ijving
Opties
Standaa rd
Q
R
S
T
De opties van het menu Instellingen
Menu-item
a WEERGAVE
b NUMMERING
Q
d DIGIT. ZOOM
e SPAARSTAND
f DATUM/ TIJD Om de klok van de camera in te stellen (pag. 13). g BEDIENING VOL. Stel het volume in van de camerabediening.
R
h SLUITER VOLUME Stel het volume in van de sluiter. i AFSPEEL VOLUME j LCD HELDERHEID
k FORMATTEREN
lr Om een taal te selecteren (pag. 13). Zie pagina 96 ENGLISH
S
m
UITSCHAKELEN
n TIJDVERSCHIL
o VIDEO SYST.
TpRESET
Om aan te geven hoe lang foto’s moeten worden ge­toond nadat ze zijn gemaakt (pag. 74). Om de naamgeving van bestanden te bepalen (pag. 75). Om digitale zoom te activeren of te deactiveren (pag.
76). Energiebesparing van het scherm in- of uitschakelen (pag. 76).
Stel het volume in voor het afspelen van fi lms (pag. 76). Om de helderheid van het scherm in te stellen (pag. 76). Om het interne geheugen of een geheugenkaart te formatteren (pag. 77).
Om de tijd voor het uitschakelen in te stellen (pag. 77). Om de klok op de plaatselijke tijd in te stellen (pag. 78). Om een videostand voor aansluiting op een televisie­toestel te selecteren (pag. 42). Reset alle instellingen behalve DATUM/TI JD, TIJDVER- SCHIL, en VIDEO SYST. naar de standaard waarden. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op keuze­knop links of rechts om OK te selecteren en druk op
MENU/OK.
Beschrijving
Opties
CONTINU / 3 SEC / 1.5 SEC /
ZOOM (CONTINU) / UIT
CONTINU / RESET CONTINU
AAN / UIT UIT
AAN / UIT AAN
T (hoog) / U (midden) /
V (laag) / W UIT (dempen)
——
–5 +5 0
——
5 MIN / 2 MIN / UIT 2 MIN
Y/XY
NTSC / PAL
——
Standaa rd
1.5 S EC
U
Menu’s
73
Page 86
Het menu Instellingen
aa WEERGAVE
WEERGAVE
Kies een andere optie dan UIT om foto’s weer te geven op het scherm na de opname. Foto’s kunnen worden weergegeven gedurende 1,5 s (1.5 SEC), 3 s (3 SEC) of totdat de MENU/OK-knop wordt inge­drukt (CONTINU en ZOOM (CONTINU)). Wanneer ZOOM (CONTINU) werd geselecteerd, kan worden ingezoomd op foto’s die zijn genomen met een kwaliteit hoger dan l om de scherpstelling en an­dere details te controleren (zie pagina 35). Wanneer Intelligente gezichtsdetectie is ingeschakeld (pag.
19), zal de camera automatisch inzoomen op het gezicht dat werd gebruikt om de scherpstelling en
belichting in te stellen; druk op de keuzeknop omlaag om door te gaan naar de andere gedetecteerde gezichten. Merk op dat ZOOM (CONTINU) is uitgeschakeld tijdens continu opnemen (pag. 62) en dat de kleuren die worden weergegeven tijdens de instelling 1.5 SEC en 3 SEC kunnen afwijken van de kleuren op de uiteindelijke foto.
74
Page 87
Het menu Instellingen
bb NUMMERING
100-0001
100-0001
NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in bestanden waarvan de be­standsnamen beginnen met een viercijferig bestandsnummer dat telkens met één wordt verhoogd. Tijdens het afspelen wordt het
Framenummer
Framenummer
100-0001
100-0001
Bestandsnummer
Bestandsnummer
bestandsnummer weergegeven, zoals de afbeelding rechts laat zien. Met NUMMERING kan het bestandsnummer worden terug­gezet op 0001, bijvoorbeeld omdat er een nieuwe geheugenkaart
Mapnummer
Mapnummer
is geplaatst of omdat de geheugenkaart of het interne geheugen opnieuw is geformatteerd.
CONTINU: De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst be­schikbare bestandsnummer, naargelang welk van de twee hoger is. Selecteer deze opties om minder bestanden met dezelfde bestandsnaam te krijgen.
RESET: De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen is geformatteerd.
1 Opmerkingen
• Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, dan wordt de ontspanknop geblokkeerd (pag. 90).
• Door p RESET te kiezen (pag. 73) wordt de framenummering niet gereset.
• De framenummers van foto’s die met andere camera’s zijn genomen, zijn meestal niet dezelfde.
Menu’s
75
Page 88
Het menu Instellingen
dd DIGIT. ZOOM
ee SPAARSTAND
ii AFSPEEL VOLUME
jj LCD HELDERHEID
DIGIT. ZOOM
Als deze instelling op AAN wordt gezet en L wordt geselecteerd wanneer het maximale bereik van optische zoom is bereikt, dan wordt digitale zoom gebruikt waardoor het beeld nog verder wordt uitvergroot. Om digitale zoom te annule­ren, zoomt u uit tot het minimale bereik van digi­tale zoom en selecteert u M.
AUTO
Zoom in­dicator
Zoom indica tor,
DIGIT. ZOOM uit
MMLL
Optische zoom (tot 5 ×)
3 Attentie
Digitale zoom levert een lagere beeldkwaliteit op dan optische zoom.
Zoom indica tor,
DIGIT. ZOOM aan
Optische zoom
(tot 5 ×)
Digitale
zoom
SPAARSTAND
Wanneer AAN is geselecteerd, wordt het scherm na ongeveer tien seconden uitgeschakeld om energie te sparen wanneer geen actie wordt on­dernomen. De helderheid kan worden hersteld door de ontspanknop half in te drukken. Het scherm wordt niet gedimd in de fi lmstand of tij­dens het afspelen van foto’s.
AFSPEEL VOLUME
Druk op de keuzeknop om­hoog of omlaag om het vo­lume voor fi lmweergave in te stellen en druk op MENU/OK om
VOLUME
7
OK AFBREKEN
de instelling te activeren.
LCD HELDERHEID
Druk op de keuzeknop om-
LCD HELDERHEID
hoog of omlaag om de helder­heid van het scherm in te stel­len en druk op MENU/OK om de
0
OK AFBREKEN
instelling te activeren.
76
Page 89
Het menu Instellingen
kk FORMATTEREN
mm UITSCHAKELEN
FORMATTEREN
FORMATTEREN
Met deze functie kan het in­terne geheugen of een ge­heugenkaart worden gefor­matteerd. Wanneer er een
FORMATTEREN
FORMATTEREN OK?
FORMATTEREN OK?
ALLE DATA WORDT GEWIST!
ALLE DATA WORDT GEWIST!
OK STOPPEN
OK STOPPEN
OK
OK
geheugenkaart in de camera is geplaatst, dan verschijnt p in het dialoogven­ster dat hier rechts wordt afgebeeld en wordt de geheugenkaart geformatteerd. Wanneer er geen geheugenkaart is geplaatst, dan verschijnt q en wordt het interne geheugen geformatteerd. Druk op keuzeknop links om OK te selecteren, en op MENU/OK om te beginnen met formatteren.
3 Attentie
• Alle gegevens—inclusief beveiligde foto’s—worden gewist. Kopieer belangrijke foto’s eerst naar een com­puter of ander opslagapparaat.
• Tijdens het formatteren mag de afdekkap van het batterijcompartiment niet worden geopend.
UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wan­neer de camera niet wordt bediend. De batterij gaat langer mee als voor een kortere tijd wordt gekozen; bij instelling op UIT moet de camera handmatig worden uitgeschakeld. De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld wanneer de camera is aangesloten op een printer (pag. 43) of computer (pag. 54) en tijdens diavoorstellingen (pag. 66).
2 Tip: De c amera opnieuw inschakelen
Om de camera na automatische uitschakeling weer in te schakelen, drukt u op de J-knop of houdt u de H-knop gedurende ongeveer een seconde inge­drukt (pag. 12).
Menu’s
77
Page 90
Het menu Instellingen
nn TIJDVERSCHIL
12/ 31 /2050
10: 00
AM
TIJDVERSCHIL
Gebruik deze functie tijdens het reizen om de klok van de camera in te stellen op de plaatselijke tijd van uw bestemming zonder de tijd van thuis te verliezen.
78
Voer het verschil tussen de plaatselijke tijd
1
en de tijd van uw eigen tijdzone in.
1.1 Druk op de keuzeknop omho og
of omlaag om X LOKAAL te selecteren.
1.2 Druk op de keuzeknop rechts om
het tijdverschil weer te geven.
TIJDSVERSCHIL
12/ 31 /2050
10: 00 AM
12/ 31 /2050
10: 00 AM
00 : 00
OK AFBREKEN
1.3 Druk op de keuzeknop links of
rechts om +, –, uren of minuten te selecteren; druk op omhoog of omlaag om de instelling te wijzigen. De minimale wijziging is 15 minuten.
1.4 Druk op MENU/OK als de instel-
ling is voltooid.
Schakel over tussen de plaatselijke tijd en
2
de tijd van uw eigen tijdzone.
Selecteer X LOKAAL en druk op MENU/OK om de klok van de camera in te stellen op de lokale tijd. Selecteer Y THUIS om de klok van de camera in te stellen op de tijd van uw eigen tijdzone. Als X LOKAAL is geselecteerd, dan verschijnt gedurende drie seconden het X-pictogram op het scherm wanneer de opnamestand wordt ingescha­keld en wordt de datum in het geel weer­gegeven.
AUTO
12/ 31 /2050
10: 00
AM
Controleer of de datum en tijd correct zijn nadat u de tijdzone heeft veranderd.
Page 91
Optionele accessoires
■■ Print
■■ Audio/video
■■ Computer-gerelateerd
De camera ondersteunt een grote verscheidenheid aan accessoires van FUJIFILM en andere merken. De volgende accessoires zijn beschikbaar vanaf augustus 2008.
Computer-gerelateerd
Audio/video
TV (verkrijgbaar via de detailhandel)
Audio/video-
uitgang
Print
PictBridge-compatibele printer (verkrijgbaar via de detailhandel)
USB
Printer (verkrijgbaar via de detailhandel)
SD/SDHC-
geheugenkaart
USB
Computer (verkrijgbaar via de detailhandel)
SD-kaar tsleuf of kaartlezer
Tec hni sch e in format ie
79
Page 92
Optionele accessoires
Accessoires van Fujifi lm
Accessoires van Fujifi lm
Vanaf augustus 2008 zijn de volgende accessoires van FUJIFILM verkrijgbaar. Ga naar http://www.fujifilm. com/products/digital_cameras/index.html of raadpleeg uw Fujifi lm-dealer voor de meest recente infor-
matie over beschikbare accessoires in uw regio.
Oplaadbare Li-ion batterij NP-45 (meegeleverd): Extra NP-45 slimline batterijen kunnen zo nodig apart worden gekocht.
Bat terijlader BC-45: Vervangende batterijladers kunnen zo nodig apart worden gekocht. De BC-45 laadt een NP-45 batterij op in ongeveer 180 minuten bij +23 °C.
Wisselstroomadapter AC-5VX (vereist koppelstuk CP-45): Te gebruiken bij langdurig afspelen en bij het naar een computer kopiëren van foto’s (de vorm van de adapter en de stekker kunnen per land variëren).
Koppelstuk CP-45: Om de wisselstroomadapter AC-5VX op de camera aan te kunnen slui­ten.
80
Page 93
Onderhoud van de camera
Opslag en gebruik
■■ Water en zand
■■ Condensatie
Reiniging
Op reis
Om langdurig van uw camera te kunnen genieten, moeten onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Opslag en gebruik
Neem de batterij en de geheugenkaart uit de came­ra wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Bewaar en gebruik de camera niet op plaatsen waar de camera wordt blootgesteld aan, of in contact kan komen met:
• regen, stoom of rook
• vocht en vuil
• direct zonlicht of zeer hoge temperaturen, zoals in een auto op een zonnige dag
• extreme kou
• sterke trillingen
• sterke magnetische velden, zoals een zendmast, hoogspanningskabel, radarstation, motor, trans­formator of magneet
• vluchtige chemicaliën, zoals pesticiden
• rubber of vinyl
Water en zand
Water en zand kunnen ook de camera en de interne circuits en mechanismen beschadigen. Bescherm de camera tegen zand en water wanneer u de ca­mera meeneemt naar het strand e.d. Leg de camera niet neer op een natte of vochtige ondergrond.
Conde nsatie
Door plotselinge temperatuursstijgingen, zoals wanneer u op een koude dag een verwarmd gebouw binnen­komt, kan er in de camera condensatie optreden. Als dit gebeurt, schakelt u de camera uit en wacht u minimaal een uur voordat u de camera weer inschakelt. Als zich condensatie op de geheugenkaart voordoet, verwijdert u de kaart en wacht u totdat alle condens is verdampt.
Reiniging
Gebruik een blaaskwast om stof van de lens en het scherm te verwijderen en neem ze vervolgens met een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd door de lens of het scherm voorzichtig te reinigen met een FUJIFILM lensreinigingsdoekje waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloei­stof is aangebracht. Wees voorzichtig om geen kras­sen op de lens of het scherm te maken. De came­rabehuizing kan worden schoongemaakt met een zachte, droge doek. Gebruik nooit alcohol, verf ver­dunner of andere vluchtige chemicaliën.
Op reis
Houd de camera bij u in uw handbagage. Bagage die moet worden ingecheckt, kan aan hevige schok­ken worden blootgesteld waardoor de camera zou kunnen worden beschadigd.
Tec hni sch e in format ie
81
Page 94
Probleemoplossing
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
Voeding en batterij
Probleem
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Voed ing
De batterij raakt snel leeg.
Probleemoplossing
De camera wordt plot­seling uitgeschakeld.
De batterij wordt niet opgeladen.
Het opladen duurt lang. Het is te koud. Laad de batterij op bij kamertemperatuur. iv
Batterijlader
De laadindicator licht op, maar de batterij wordt niet opgeladen.
82
Mogeli jke oorzaak
De batterij is leeg.
De batterij is niet in de juiste richting in het batterijcompartiment geplaatst. De afdekkap van het batterijcomparti­ment is niet vergrendeld. De wisselstroomadapter en het koppel­stuk zijn niet goed aangesloten.
De batterij is koud.
Er zit vuil op de polen van de batterij.
De batterij werd al vele malen opgeladen.
De batterij is leeg.
De wisselstroomadapter of het koppelstuk is afgekoppeld. De batterij is niet goed in de batterijlader geplaatst. De batterij is niet in de juiste richting in het batterijcompartiment geplaatst.
Er zit vuil op de polen van de batterij.
De batterij werd al vele malen opgeladen.
Oplossing
La ad de batt erij op of plaa ts ee n vol ledi g opg e­laden reservebatterij.
Plaats de batterij in de juiste richting. 7
Vergrendel de afdekkap van het batterijcom­partiment. Sluit de wisselstroomadapter en het koppel­stuk goed aan. Warm de batterij op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de batterij pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera. Maak de polen schoon met een zachte, droge doek. Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe. La ad de batt erij op of plaa ts ee n vol ledi g opg e­laden reservebatterij. Sluit de wisselstroomadapter en het koppel­stuk goed aan.
Plaats de batterij goed in de batterijlader. 5
Plaats de batterij in de juiste richting. 5
Maak de polen schoon met een zachte, droge doek. Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet oplaadt.
Pagina
5, 7
8
7
5, 7
Page 95
Menu’s en schermen
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
Probleem
De menu’s en de schermen zijn niet in het Nederlands.
Opname
Probleem
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop wordt
Fotograferen
Scherpstelling
ingedrukt.
Na het maken van een foto wordt het scherm donker.
De camera stelt niet scherp.
Probleemoplossing
Mogelijke oorzaak
De optie l r in het menu Instellin- gen is niet ingesteld op Nederlands.
Het geheugen is vol.
Het geheugen is niet geformatteerd.
Er zit vuil op de contacten van de geheugen­kaart. De geheugenkaart is beschadigd. Plaats een nieuwe geheugenkaart. 9
De batterij is leeg.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld. Schakel de camera in. 12, 77
De fl itser heef t gefl itst.
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera. Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera. Het onderwerp is niet geschikt voor automati­sche scherpstelling.
Mogelijke oorzaak
Selecteer NEDERLANDS.13
Plaats een nieuwe geheugenkaart of maak ruimte door foto’s te wissen. Formatteer het interne geheugen of de ge­heugenkaart. Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij.
Het scherm kan donker worden terwijl de fl itser weer wordt opgeladen. Wacht totdat de fl itser is opgeladen.
Gebruik de macrostand.
Schakel de macrostand uit.
Gebruik scherpstelvergrendeling. 22
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
9, 37
77
10
5, 7
25
24
Probleemoplossing
83
Page 96
Probleemoplossing
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
84
Intelligente gezichtsde­tectie
Close-ups
Flitser
Probleem
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar.
Gezichten worden niet herkend.
Er is een verkeerd onderwerp gekozen.
De macrostand is niet beschikbaar.
De fl itser fl itst niet.
Sommige fl its­standen zijn niet beschikbaar. Het onderwerp wordt niet volle­dig door de fl itser verlicht.
Mogelijke oorzaak
De camera is ingesteld op stand G, H , J , P of Q .
Het gezicht van het onderwerp wordt verbor­gen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.
Het gezicht va n het onderwerp beslaat sle chts een minuscuul deel van het beeld.
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal. De camera wordt schuin gehouden. Houd de camera recht. Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht. Het gekozen onder werp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijkste onderwerp. De camera is ingesteld op stand F, V, G , H , I, M , L, J , K , O of A. De fl itser wordt opgeladen. Wacht totdat de fl itser is opgeladen. 17 De stand B, G , D, J, P , N of A is ge- selecteerd.
De batterij is leeg.
De continue stand van de camera is ingescha­keld. De fl itser is uitgeschakeld (X). Selecteer een andere fl itsstand. 25 De camera is ingesteld op stand A, B, C,
V, D, G , H , I, D, M , L, J , K , P , O, N, Q of A.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser.
Het venster van de fl itser is bedekt. Houd de camera op de juiste wijze vast. 15
Selecteer een andere opnamestand.
Verwijder het voorwerp dat het gezicht ver­bergt. Pas de compositie zo aan dat het gezicht van het onder werp een groter deel van het beeld beslaat. Vraag het onder werp het hoofd rechtop te houden.
Zorg voor meer licht. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling.
Selecteer een andere opnamestand. 29
Selecteer een andere opnamestand. 29
Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij.
Selecteer UIT voor G CONTINU.62
Selecteer een andere opnamestand. 29
Breng het onderwerp dichterbij. 96
Oplossing
Pagina
5, 7
29
19
15 —
22
Page 97
Probleemoplossing
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oploss ing
Pagina
Beeldproble­men
Opslaan
Afspelen
Foto’s
Audio
Wissen
Nummering
Probleem
De foto’s zijn bewo­gen.
De foto’s hebben spikkels.
De foto’s worden niet opgeslagen.
Probleem
De foto’s zijn korrelig.
Afspeelzoom is niet beschikbaar.
Er is geen geluid tijdens het afspelen van een fi lm.
De geselecteerde foto’s worden niet gewist. De bestandsnumme­ring wordt onver­wacht teruggezet.
Mogelijke oorzaak
De lens is vuil. Maak de lens schoon. 81
De lens is bedekt.
f verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood. g verschijnt tijdens het fotograferen. Gebruik de fl itser of een statief. 25 De omgevingstemperatuur is hoog en het on­derwerp is onderbelicht.
De voeding werd tijdens het fotograferen on­derbroken.
De foto’s zijn gemaakt met een camera van een ander merk of model. De foto’s zijn gemaakt in het formaat l of met een camera van een ander merk of model. Het volume is te laag ingesteld. Stel het volume in. 41, 76
De microfoon was bedekt.
De luidspreker is bedekt.
Sommige van de te wissen foto’s zijn bevei­ligd.
De afdekkap van het batterijcompartiment werd geopend terwijl de camera was inge­schakeld.
Mogelijke oorzaak
Houd geen voorwerpen of vingers voor de lens. Controleer de scherpstelling voordat u de foto maakt.
Dit is normaal en duidt niet op een defect. Kies een lagere gevoeligheid. Schakel de camera uit voordat u de wissel­stroomadapter/het koppelstuk aansluit. De bestanden, de geheugenkaart en het inter­ne geheugen kunnen beschadigd worden als de camera ingeschakeld blijft.
Houd de camera tijdens het fi lmen op de juiste wijze vast. Houd de camera tijdens het afspelen op de juiste wijze vast. Maak de beveiliging ongedaan met het apparaat waarmee de beveiliging is aange­bracht. Schakel de camera uit voordat u de afdekkap van het batterijcompartiment opent om de batterij of een geheugenkaart te plaatsen.
Oplossing
Oplossing
——
——
Pagina
15
16, 22,
88
58
Pagina
39
41
67
12, 75
Probleemoplossing
85
Page 98
Aansluitingen
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oplos sing
Pagina
Probleem
Geen beeld of geluid.
TV
Geen kleur.
De computer herkent
Computer
de camera niet. Foto’s kunnen niet worden afgedrukt. Er wordt maar een
PictBridge
exemplaar afgedrukt. De datum wordt niet afgedrukt.
Probleemoplossing
Mogeli jke oorzaak
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 42 De meegeleverde A/V-kabel werd aangesloten tijdens het afspelen van een fi lm. Het kanaal van het televisietoestel is ingesteld op “TV”.
De camera is niet ingesteld op het juiste video­systeem.
Het volume van het televisietoestel is te laag. Stel het volume in.
De camera is niet ingesteld op het juiste video­systeem.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 54
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 43 De printer is niet ingeschakeld. Schakel de printer in.
De printer is niet compatibel met PictBridge.
Sluit de camera pas aan nadat het afspelen is beëindigd.
Stel het kanaal in op “VIDEO”.
Stel de instelling o VIDEO SYST. van de ca- mera in op hetzelfde systeem als het televisie­toestel.
Stel de instelling o VIDEO SYST. van de ca- mera in op hetzelfde systeem als het televisie­toestel.
Oplossing
Pagina
41, 42
42, 73
42, 73
86
Page 99
Diversen
Proble em
Mogeli jke oorzaak
Oplos sing
Pagina
Probleem
Er gebeurt niets wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera functioneer t niet naar behoren.
Mogelijke oorzaak
Tijdelijke storing van de camera.
De batterij is leeg.
Tijdelijke storing van de camera.
Probleemoplossing
Oplossing
Verwijder de batterij en plaats hem terug of koppel de wisselstroomadapter en het koppel­stuk af en weer aan. Laad de batterij op of plaats een volledig opge­laden reservebatterij. Verwijder de batterij en plaats hem terug of koppel de wisselstroomadapter en het koppel­stuk af en weer aan. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer het probleem zich blijft voordoen.
Pagina
7
5, 7
7, 10 0
Probleemoplossing
87
Page 100
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarsc huwing
Beschr ijving
Oplos sing
Op het scherm kunnen de volgende waarschuwingen worden weergegeven:
Waarschuwing
O (rood) Batterij bijna leeg.
N (knipper t rood) Batterij leeg.
g
f
(rood weergegeven
met een rood scherp-
stelframe)
e
(knipper t rood)
SCHERPSTELFOUT
ZOOM DEFEC T
GEEN KAART
KAART N IET
GEFORMATTEERD!
BEVEILIGDE KAART
Lange sluitertijd. De foto kan bewegingsonscherpte gaan vertonen.
De camera is niet in staat scherp te stellen.
Het onderwerp is te helder of te donker. De foto wordt over- of onderbelicht.
Storing van de camera.
Geen geheugenkaart geplaatst wanneer KOPIË - REN in het afspeelmenu wordt geselec teerd. De geheugenkaart of het interne geheugen is niet geformatteerd.
De contacten van de geheugenkaart moeten wor­den schoongemaakt.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer (pag. 100).
De geheugenkaart is schrijfbeveiligd.
Beschrijving
Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij.
Gebruik de fl itser of plaats de camera op een statief.
• Gebruik scherpstelvergrendeling om eerst scherp te stellen op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt en bepaal pas daarna de compositie van de foto (pag. 22).
• Probeer een onderbelicht onderwerp scherp te stel­len op een afstand van ongeveer 2 m.
• Gebruik bij het maken van close-ups de macrostand om scherp te stellen.
Gebruik de fl itser als het onderwerp te donker is.
Schakel de camera uit en weer aan zonder de lens aan te raken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer het probleem zich blijft voordoen (pag. 100).
Plaats een geheugenkaart.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart (pag. 77). Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Formatteer de geheugenkaart (pag. 77) wan­neer de melding wordt herhaald. Wanneer de melding voortdurend terugkomt, moet de geheugenkaart wor­den vervangen.
Verwijder de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart (pag. 9).
Oplossing
88
Loading...