Fujifilm FinePix HS22 EXR Owner's Manual [nl]

BL01292-B01
NL
DIGITAL CAMERA
FINEPIX HS20EXR
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. In deze gebruiks­aanwijzing wordt beschreven hoe u uw FUJIFILM FinePix HS20EXR digitale came­ra en meegeleverde software gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en
afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Vei­ligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwij­zing gebruikt om de ernst aan te geven van een let sel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc ties kan
WAAR-
leiden tot er nstig of fataal let sel.
SCHUWING
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc ties kan leiden tot p ersoonlijk lets el of materiële schad e.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aan­dacht beho eft (“Belang rijk”).
Cirkelvormige pic togrammen met een diagonale s treep geven aan dat die hande ling verboden is (“ Verboden”).
Opgevulde cirkels m et een uitroepteken ge ven aan dat er een han­deling moet worden verricht (“Vereist”).
WAAR SCHUWING
Als er ee n probl eem ont staat, z et u de cam era uit , verwi jder t u de batte rij, ko p­pelt u de n etadapt er van de ca mera los en h aalt u deze u it het stop contac t.
Het blijven gebruiken van de camera als deze rook verspreidt of een
Uit het
ongewone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont,
stopcontact
kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
verwijderen
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
ii
WAAR SCHUWING
Laat ge en water of a ndere vre emde voor werpen d e camera b innend ringen.
Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtko­men, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de netstro omadapter los en trek t u deze uit het stopcont act.
Vermij d
Als u de camera blijft gebruiken, kan dat leiden tot brand of een
blootstelling
elektrische schok.
aan water
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
Gebru ik de came ra niet in de b adkame r of in de douc he.
Niet gebru iken
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
in de badka-
mer of in de
douche.
Probeer nooit te demonteren of te modi ceren (open nooit de behuizing).
Het niet in acht nemen van deze voor zorgsmaatre gel kan br and of
Niet demon-
een elek trische schok vero orzaken.
teren.
Mocht de behuizing openbreken door een va l of ander ongeluk, raak de blootliggende onderdelen niet aan.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elek­trische schok of let sel door het aanrake n van besc hadigde o nder-
Raak geen
delen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk de accu en pas
interne onder-
op voor let sel of een elektr ische sch ok. Bren g het produ ct naar het
delen aan
verkooppunt voor raadpleging.
Het verb indingssn oer mag n iet wor den aan gepast, ver warmd, overmatig geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaat st.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elek trische schok k unnen veroorzak en.
Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer als het snoer b eschadigd is.
Plaats d e camera n iet op een o nstabie le onder grond.
Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probe er nooit fo to’s te maken a ls u in beweg ing bent.
Gebruik d e camera ni et tijdens h et wandel en of als u in een auto rijdt. Di t kan leiden tot een va l of een verkeerson geluk.
Raak ti jdens onwe er de meta len onder delen va n de camer a niet aan.
Dit kan tot een elekt rische sc hok leide n door de ladingsoverd racht van een blikseminslag.
Voor uw vei ligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Gebru ik de batt erij nie t voor ande re doele inden dan w aarvoo r deze bedo eld is.
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
Verwa rm, wij zig of de monte er de bat terij n iet. La at de bat terij n iet val len of stel de ze niet bloot a an schokke n. Berg de bat terij niet s amen met met alen voorw erpen op. Geb ruik geen and ere laders d an het gespec i ceer de model om de batterij op te laden.
Elk van deze handeling en kan tot ontplo ng of lekkage van de bat­terij leide n en kan brand of lets el veroorzaken .
Gebruik uitsluitend bat terijen of netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de ve r­melde spanningsvoeding.
Het gebruik van andere spanningsbronnen kan tot brand leiden.
Als de ba tte rij lek t en v loe ist of i n con tac t ko mt me t uw o gen , hu id of kle din g, spoel t u het betre ende gebied o nmiddellijk met sc hoon water en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer.
Gebru ik de lade r niet om and ere batte rijen da n hier verm eld, op te la den.
De Ni-MH-bat terijlad er is ontwo rpen voo r HR-AA N i-MH-batter ijen van FUJIFILM. Als u de lader gebruikt om gewone batterijen of an­dere typ es oplaadbare bat terijen op te l aden, dan k an dit leiden tot lekkag e, oververhitt ing of een explosie.
Als u de ba tterij bi j u draagt, p laatst u de ze in de digit ale came ra of bewaar t u de batt erij in de ha rde tas. Als u d e batteri j wilt opbe rgen, berg t u deze op in de har de tas. Al s u de batter ij wegbr engt voor r ecycl ing, bede kt u de pol en met isolatietape.
Door contact met andere batterijen of metalen voorwerpen kan de batteri j in brand vliegen of o ntplo en.
Houd ge heugenk aarten b uiten het b ereik va n kleine ki nderen .
Omdat gehe ugenkaarten kl ein zijn, kunnen ze makke lijk door k in­deren worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van klein e kinderen. Als een kind een geh eugenkaart inslikt, mo et u onmiddel lijk medische hulp zo eken of het alarmnumme r bellen.
OPGEPAST
Gebru ik de came ra niet op p laatse n met olied ampen, s toom, voch tighei d of stof.
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
OPGEPAST
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgeslo­ten voert uig of in direct zonli cht. Dit kan brand vero orzaken.
Buiten h et berei k van klei ne kinder en houde n.
Dit produ ct kan letsel aan d e handen van kinder en veroorzaken.
Plaats g een zwar e voorwe rpen op de c amera.
Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel ver­oorzaken.
Verpla ats de camer a niet terwij l deze nog stee ds met het nets noer verbon ­den is. Tre k niet aan h et snoer om d e netstr oomadap ter te ver wijdere n.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elek trische schok k unnen veroorzak en.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de stekkerverbinding loszit.
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behui­zing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de ca mera reinig t en u de camera vo or langere ti jd niet van pla n bent te gebr uiken, ve rwijd ert u de bat terij en k oppelt u d e netstr oomada pter los.
Doet u dit ni et, dan kan dat leiden to t brand of een elek trische schok.
Na het op laden die nt u de lader u it het sto pcontac t te verwi jderen .
Er kan bran d ontstaan als u de lade r in het stopcontact l aat zitten.
Als een  it ser te dich t bij ogen wor dt gebruik t, kan deze p ersoon da ar tijde­lijk door verblind raken.
Let bijzonder goed op bij het fotograferen van baby’s en kleine kinderen.
Bij het ve rwijder en van een ge heugenka art kan de kaa rt te snel ui t de sleuf schieten. Gebruik uw vinger om de kaart tegen te houden en laat de kaart voorzichtig los .
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophoping van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok lei den.
• Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de 2 jaar van binn en te laten reinigen.
• Dit is echter ni et gratis.
iii
Voor uw vei ligheid
Spanningsvoeding en batterij
* Controlee r welk typ e batterij u g ebruikt
voordat u de vo lgende be schrijv ingen leest.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de batterijen juist gebruikt en hoe u de levensduur e rvan kan verl engen. On­juist gebru ik van batterijen k an de le­vensduur ervan verkorten, maar kan ook lekk age, over verhit ting, brand of een explosie veroor zaken.
Voor deze camera gebruikt u een
1
oplaadbare Lithium-ion ba
* Bij levering is de batterij niet volle-
dig opgeladen. Laad voor gebruik de batterij altijd op.
* Plaats de batterij in de camera
of bewaar deze in de zachte tas wanneer u de b atterij met u mee­neemt.
Batterijkenmerken
De batterij verliest geleidelijk haar
• lading, zelf s wanneer de batterij niet wordt gebruikt. G ebruik een batterij die onlangs werd opgela­den (in de afgelopen twee dagen) om foto’s te nemen.
• Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt u de ca­mera zo snel mogelijk uit als deze niet wordt gebruikt.
Het aantal resterende foto’s is minder op koude locaties of bij koude temperaturen. Neem een reservebatterij me e die volledig is opgeladen. U kunt de capaciteit
iv
tterij
van de batterij ook ver hogen do or de batterij in uw zak of op een an­dere warme plaats te bewaren en net voor u een opname maakt de batterij in de camera te plaatsen. Als u een verwarmingszakje ge­bruikt, mag u dit niet rechtstreeks tegen de batterij drukken. De ca­mera werkt mogelijk niet als u een bijna lege batterij onder koude om­standigheden gebruikt.
De batterij opladen
• U kunt de bat terij opladen met de batterijlader (meegeleverd).
- De batterij kan worden opgela -
den bij een omgevingstempera­tuur tussen 0°C en +40°C. Raad­pleeg de Ge bruiksaanwijzing voor de oplaadduur van de batterij.
- Laad de batterij op bij een omge-
vingstemperatuur tussen +10°C en +35°C. Als u de batterij bij een andere temper atuur oplaadt, duurt het opladen langer omdat de prestaties van de batterij hier­door worden verminderd.
- U kunt de batterij niet opladen
bij temperaturen onder het vries­punt.
De oplaadbare Lithium-ion batterij hoeft niet volledig leeg te zijn of ontladen te worden voordat deze kan worden opgeladen.
• De bat terij kan na het oplad en of onmiddellijk na gebruik warm aan­voelen. Di t is volkomen normaal.
• Laad een volle dig opgeladen bat­terij niet opnieuw op.
Le vensduur v an de batte rij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden gebruikt. Als de prestatieduur van de batterij duidelijk afneemt, wijst dit erop dat de bat terij het einde van de levensduur he eft bereikt en dat deze vervangen moet worden.
Opmerkingen over opslag
Als de batterij voor langere perioden opgeladen wordt opgeslagen, kan de prestatie van de batterij achteruit gaan. Als de batterij voor langere tijd niet wordt geb ruikt, laat u de bat terij laten leeglopen voordat u deze op­bergt.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera.
• Bewaar de batterij op een koele plaats.
- Bewaar de batterij op een droge
plaats met een omgevingstem­peratuur tussen +15°C en +25°C.
- Bewaar de batterij niet op een
hete of extreme koude plaats.
Me t de batte rij omgaa n Veilighe ids-
waarschuwingen:
Bewaar of vervoer de batterij niet
• samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Warm de batterij niet op of gooi deze niet in het vuur.
• Probeer de batterij niet te demon­teren of te wijzigen.
• Laad de batterij niet op met niet­gespeci ceerde laders.
• Breng een versleten batterij on­middellijk weg.
Laat de batterij niet vallen of stel deze niet blo ot aan sterke schokken.
• Stel de batterij niet blo ot aan water.
• Houd de polen van de batterij al­tijd schoon.
• Bewaar de batterij niet op een hete plaats . Wanneer u de batterij gedurende een langere periode gebruikt, worden de behuizing van de camera en de batterij zelf warm. Dit is normaal. Gebruik de netstroomadapter die bij de came­ra wordt geleverd als u gedurende langere tijd opnamen maakt of fo­to’s bekijk t.
Voor deze camera gebruikt u
2
AA-alk
aline of Ni-MH (nikkelmetaal
hydride) oplaadbare batterijen
* Meer informatie over de batterijen
die u kunt gebruiken, vindt u in de Gebruiksaanwijzing van de camera.
Waarschuwingen voor het gebruik
van batterijen
• Verwarm de batterijen niet en gooi deze niet in een vuur.
• Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de ba tterij niet blo ot aan water, zorg ervoor dat deze niet nat wor­den en bewaar de batterijen niet op een vochtige plaats .
• Probeer de batterij en de bat terij­behuizingen niet te demonteren of te wijzigen.
Voor uw vei ligheid
OPGEPAST
• Stel de batterijen niet bloot aan sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
• Bewaar batterijen niet op een war­me of vochtige plaats.
• Houd de batterijen buiten het be­reik van baby’s en kleine kinderen.
• Controleer of de polen van de bat­terijen (C en D) goed zijn .
• Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en gebruik te batterijen. Gebruik niet gelijkertijd opgeladen en ontladen batterijen.
• Gebruik niet gelijkertijd verschil­lende merken batterijen.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera. Houd er re­kening mee als de camera wordt bewaard zonder batterijen, dat de tijd- en de datuminstellingen wor­den gewist.
• De batterijen voelen net na ge ­bruik warm aan. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
• Omdat de batterijen niet goed werken in koude omstandigheden of op koude locaties, kunt u de bat­terijen in uw k leding verwarmen voordat u deze gebruikt. Batterijen werken niet goed als deze koud zijn. De batterijen werken weer als een normale temperatuur is be­reikt.
• Vuil (zoals vingerafdrukken) op de batterijpolen verhindert dat de batterij goed kan worden opgela­den en het aantal opnamen wordt hierdoor verminderd. Maak de batterijpolen voorzichtig met een droge, zachte doek schoon voor­dat u deze oplaadt.
Als er vloeistof lekt uit de batte ­rij, maak t u het batterijco mparti­ment grondig schoon en plaatst u daarna nieuwe batterijen.
Als batterijvloeistof op uw handen of kleding komt, rei­nigt u deze grondig met wa­ter. Batterijvloeistof kan blind­heid veroor zaken wanneer dit in uw ogen komt. Wrijf niet in uw ogen wann eer dit gebeur t. Spoel uw ogen met scho on water en neem contact op met een ar ts.
De A A Ni-MH-b atterij en juist ge brui-
ken
Ni-MH-batterijen die een lange tijd
• niet worden gebruikt kunnen wor­den “uitgeschakeld”. Bovendien kunnen Ni-MH-batterijen die her­haaldelijk worden opgeladen als deze slechts gedeeltelijk zijn ont­laden, last hebben van het “geheu­gene ect”. Ni-MH-batterijen die zijn “uitgeschakeld” of last hebben van het “geheugene ect” leveren na opladen slecht gedurende een korte tijd voeding. Om dit pro-
bleem te voorkomen, ontlaadt en laadt u deze verschillende keren met de camerafunctie “Oplaadbare batterijen ontladen”. Uitschakelen en geheugenproblemen zijn type­rend voor Ni-MH-batterijen en dit betekent niet dat de batterij defect is. Raadple eg de Gebruiksaanwij- zing procedure voor het “Oplaad­bare batterijen ontladen”.
OPGEPAST
Gebruik de functie “Oplaadbare bat­terijen ontladen” niet als u alkaline­batterijen gebruikt.
• Gebruik de snelle batterijlader (af­zonderlijk verkrijgbaar) wanneer u Ni-MH-batterijen gebruikt. Raad­pleeg de i nstructies die b ij de lader zijn geleverd zo dat u de lader goed gebruikt.
• Gebruik de batterijlader niet om andere bat terijen op te laden.
• De batterijen vo elen warm aan na­dat deze zijn opgeladen.
• De camera gebruikt een kleine hoeveelh eid voeding als de ca­mera is uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat wanneer u de Ni-MH-batterijen een lange tijd in de camera laat zitten, de batterijen te veel worden ontladen. Hierdoor worden ze zelfs na opnieuw opla­den, onbruikbaar.
• Ni-MH-batterijen ontladen auto­matisch, zelfs als deze niet worden gebruikt. Hierdoor kan de ge­bruiksduur worden verkort.
• Ni-MH-batterijen slijten snel als deze te veel worden ontladen (bijvoor beeld wanneer u deze b at­terijen in een zaklamp g ebruik t). Ontlaad de batterijen met de ca­merafunctie “Discharging rechar­geable batteries” (oplaadbare bat­terijen ontladen).
• Ni-MH-batterijen hebben een be­perkte levensduur. Wanneer een batterij slechts een korte tijd kan worden gebruikt na herhaaldelijke ontladen en opladen, kan dit bete­kenen dat de batterij niet meer kan worden gebruikt.
Batterijen weggooien
• Gooi batterijen weg conform de plaatselijke regelgeving.
Opmerkingen voor beide modellen
3
(1, 2)
Ne
tstroomadapter
Gebruik altijd de netstroomadapter voor uw camera. Het gebruik van een netstroomadapter van een an ­der merk dan de netstroomadapter van FUJIFILM k an uw digitale camer a beschadigen. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van uw camera voor meer informa­tie over de netstroomadapter.
• Gebruik de netstroomadapter uit­sluitend binnenshuis.
• Steek het verbindingssnoer stevig in de DC-ingangaansluiting.
• Schakel de FUJIFILM Digitale ca­mera uit voordat u het snoer van de DC-ingangaansluiting loskop-
v
Voor uw vei ligheid
pelt. Om deze los te maken, trekt u voorzichtig aan de stekker. Trek niet aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet voor andere doeleinden dan voor uw digitale camera.
• Tijdens het gebruik k an de net­stroomadapter warm aanvoelen. Dit is normaal.
• Demonteer de netstroomadapter niet. Dit k an gevaarlijk zijn.
• Gebruik de netstroomadapter niet op een warme en vochtige p laats.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schok ken. De netstroomadapter kan een zoe-
• mend geluid maken. Dit is normaal.
Als de netstroomadapter in de nabij­heid van een r adio wordt gebruik t, kan deze statische elektriciteit veroorzaken. Als dit gebeurt, plaatst u de camera uit de buurt van de radio.
Voordat u d e camera geb ruikt
Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbewolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs­maatregel kan schade aan de beeld­sensor van de camera toebrengen.
Te stop nam en vo or fo togr a e
Vóór het maken van belangrijke fo­to’s (zoals bij huwelijken of tijdens reizen), kunt u het bes te altijd eerst een testopname maken om te con ­troleren of alles functioneert.
FUJIFILM Corporation aanvaardt
• geen verantwoordelijkheid voor een
vi
eventueel verlies (zoals de fotogra­ ekosten of inkomensverlies door de fotogra e) ontstaan ten gevolge van een storing van het product .
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toe­stemming van de eigenaar niet wor­den gebruikt op een manier die de copyright wetten overtree dt, tenzij deze uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld zijn. Er zijn bepaalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van op­tredens op podia, evenementen en ten­toonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privé-gebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugen­kaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uit­sluitend toegestaan is binnen de beper­kingen opgelegd door de regelgeving in het kader van deze auteursrechten.
O mgaan met uw d igitale c amera
Stel de camer a tijdens het maken e n op­slaan van foto’s ni et bloot aan schok ken om correcte opnames te garanderen.
Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is, moet u voor zichtig zijn met de vloei­bare kristallen in het scherm. Neem onmiddelli jk maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet.
• Als vloeibare kristallen met uw huid in aanraking komen, moet u de desbetre ende plaats met een doek droog wrijven en goed was­sen met zeep en s tromend water.
• Als er vloeibare kristallen in uw oog terechtkomen, moet u dat oog gedurende minimaal 15 minuten spoelen met schoon w ater en dan medische hulp zoeken.
Als vloeibare kristallen worden inge­slikt, m oet u uw mond goed sp oelen met water. Drink grote hoeveelhe­den water en probeer over te geven. Zoek medische hulp.
Hoewel het LCD-paneel is vervaar­digd met zeer geavanceerde tech­nieken kunnen er zwarte plekken of continu verlichte plekken zijn. Dit is geen defect en is niet van invloed op de opgenomen beelden.
Informatie over handelsmerken
XD-Picture Card en E zijn handels- merken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn ont­wikkeld do or DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en an­dere landen gedeponeerde handels­merken van Ap ple Inc. Windows 7, Windows V ista en het W indows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft­groep. Adobe en Adobe Reader zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmer­ken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. D e SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo is een handelsmer k. YouTube is een handels­merk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaanwijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de betre ende rechthebbenden. Deze camera kan medische en lucht­vaartapparatuur verstoren. Vraag in de ziekenhuis- of bij de luchtvaart­maatschappij om toestemming voor­dat u uw fotocamera in een zieken­huis of vlieg tuig gebruikt.
O pmerkin gen over ele ktrisc he storin g
Als de camera in ziekenhuizen of vliegtuigen wordt gebruikt, dan kan deze camera storing van andere ap­paratuur in h et vliegtuig of zieke nhuis veroorzaken. Raadp leeg de betre en­de regelgeving voor meer informatie.
Toelichting op het kleurentelevisiesysteem
NTSC: National Television Sys tem
Committee, speci caties voor een kleurentelevisiesysteem, hoofdzakelijk van to epassing in de V.S., Canada en Japan.
PAL: Phase Alternation by Line,
een kleurentelevisiesysteem hoofdzakelijk toe gepast in Europa en China.
E xif Print (E xif ver. 2.3)
Exif Print For mat is een nieuw bestands­formaat voor digitale camera’s dat een grote hoeveelheid opname-informatie voor optimale afdrukken bevat.
BELANGRI JKE OPMERKING: Lees ee rst
voorda t u de softwa re gebruik t
Direct of indirect expor teren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de to estem­ming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
Over deze gebruiksaanwijzing
✔✔ Waarschuwingsvensters en -aa nduidingen
.....
109
✔✔ Probleemoplossing
........................................
102
✔✔ Inhoudsopgave
...............................................
viii
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vi aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
Inhoudsopgave
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle camera­functies worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Lees hier wat het knipperende pictogram of de foutmelding in het LCD-scherm betekent.
Temperatuurwaarschuwing
De camera schakelt automatisch uit voordat de temperatuur of de temperatuur van de batterij boven de veilige grens uitkomt. Foto’s die worden gemaakt terwijl een temperatuurwaarschuwing wordt weergegeven, kunnen een hoger ruisniveau of afwijkende helderheid bevatten (overbelichte of onderbelichte foto’s). Schakel de camera uit en wacht tot de camera is afgekoeld voordat u deze weer inschakelt (P 105, 110).
...............................................PP
.....PP
viii
109
Probleemoplossing
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
........................................PP
102
vii
Voordat u begin
Eerste stappe
Eenvoudig fotograferen en afspele
Meer over fotogra
Meer over afspele
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................ ii
Over deze gebruiksaanwijzing ...............................................vii
Voordat u begintt
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies .............................................................1
Meegeleverde accessoires .........................................................1
Delen van de camera .................................................................... 2
LCD-indicators.............................................................................. 5
Eerste stappenn
De draagriem en de lensdop ...................................................... 7
De batterijen plaatsen .................................................................. 8
Een geheugenkaart plaatsen .................................................. 10
De camera in- en uitschakelen ................................................ 13
Basisinstellingen............................................................................14
Eenvoudig fotograferen en afspelenn
Fotograferen met de stand R (E AUTO)................ 15
Foto’s bekijken................................................................................20
Meer over fotogra ee
Opnamestanden ............................................................................21
O(E AUTO/E Prioriteit) .................................22
B AUTOMATISCH .......................................................................23
Adv. GEAVANCEERD ...................................................................23
SP1/SP2 ONDERWERPPROGRAMMA ...................................25
N BEW. PANOR. 360 .............................................................27
P: PROGRAMMA AE .....................................................................28
S: SLUITER AE .................................................................................29
A: DIAFRAGMA AE ........................................................................29
viii
M: HANDMATIG.............................................................................30
C: AANGEPAST ...............................................................................30
Scherpstelvergrendeling ...........................................................31
De AE/AF LOCK-knop .........................................................................32
Belichting vergrendelen .........................................................32
Scherpstelling vergrendelen ................................................32
F Opnamestanden Macro en Super Macro
(close- ups).........................................................................................33
N De  itser gebruiken (Superintelligente  itser) ...........34
J De zelfontspanner gebruiken ...........................................36
d Belichtingscompensatie .....................................................37
Gevoeligheid ...................................................................................38
Belichtingsmeting .........................................................................39
Stand Automatische Scherpstelling .....................................40
Scherpstelstand .............................................................................41
Witbalans ..........................................................................................43
I Continustand (continu fotograferen) ............................44
b Intelligente gezichtsdetectie ............................................48
n Gezichtsherkenning ..............................................................49
Nieuwe gezichten toevoegen .................................................49
Bekijken, bewerken en verwijderen van bestaande
gegevens ......................................................................................... 50
Automatisch gezichten toevoegen ......................................50
Meer over afspelenn
Afspeelfuncties .............................................................................. 52
Continu fotograferen .................................................................52
I Favorieten: Foto’s waarderen.............................................52
Afspeel zoom .................................................................................. 53
Multi-Frame afspelen .................................................................54
A Foto´s wissen.............................................................................55
Inhoudsopgave
Film
Aansluitinge
Menu’
Foto-informatie weergeven ..................................................... 56
Een foto zoeken ..............................................................................57
X Fotoboek hulp .........................................................................58
Een fotoboek maken ...................................................................58
Fotoboeken bekijken .................................................................59
Bewerken en verwijderen van fotoboeken .......................59
Panorama's bekijken ....................................................................60
Filmss
Films opnemen ............................................................................... 61
Filmbeel dformaat ........................................................................ 62
a Films afspelen...........................................................................63
Aansluitingenn
Foto’s afspelen op een televisietoestel...............................64
Foto’s afdrukken via USB ...........................................................66
De camera aansluiten .................................................................66
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................66
DPOF printopdrachten afdrukken ........................................67
Een DPOF printopdracht aanmaken.....................................69
Foto’s bekijken op een computer .......................................... 72
Het installeren van de software .............................................72
De camera aansluiten .................................................................76
Menu’ss
De menu’s gebruiken: Opnamestanden ............................78
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................78
De opties van het menu Opnamestanden.........................78
A E MODUS .......................................................................78
A Adv. MODUS ...........................................................................78
A ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................78
N ISO ...............................................................................................78
O BEELDGROOTTE .....................................................................78
T BEELDKWALITEIT ...................................................................79
U DYNAMISCH BEREIK .............................................................80
P FILMSIMULATIE ......................................................................80
d WB VERSCHUIVING ...............................................................81
f KLEUR ......................................................................................... 81
e TOON..........................................................................................81
H SCHERPTE .................................................................................81
h GELUIDSREDUCTIE ................................................................81
GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
Z
b GEZICHTSDETECTIE ..............................................................81
n GEZICHTSHERKENNING ......................................................81
F FILMSCHERPSTELLING.........................................................82
W FILMMODUS ............................................................................82
J AE BKT EV-STAPPEN ..............................................................82
I FLITSLICHT ...............................................................................82
g EXTERNE FLITSER ...................................................................83
K AANGEP. INSTELLEN .............................................................83
2 ELEKTR. WATERPAS ..............................................................83
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................84
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................84
De opties van het Afspeelmenu .............................................84
X FOTOBOEK HULP ...................................................................84
x WISSEN ......................................................................................84
j MARK. VOOR OPL. ................................................................84
I DIAVOORSTELLING ...............................................................85
B VERWIJDER R. OGEN .............................................................86
D BEVEILIGEN ..............................................................................86
G BEELDUITSNEDE ....................................................................87
O NIEUW FORMAAT ..................................................................87
.....................................81
ix
Inhoudsopgave
Technische informati
Probleemoplossin
Appendi
C FOTO DRAAIEN .......................................................................88
E KOPIËREN..................................................................................88
F VOICE MEMO ...........................................................................89
n VERWIJDER GEZICHTSHERK. ............................................89
K PRINTOPDRACHT (DPOF) ...................................................89
J BEELDVERHOUDING ............................................................90
Het menu Instellingen ................................................................91
Het menu Instellingen gebruiken .........................................91
De opties van het menu Instellingen ...................................92
F DATUM/TIJD ............................................................................92
N TIJDSVERSCHIL .......................................................................92
L a ................................................................................92
o STILLE STAND ..........................................................................92
R RESET .........................................................................................93
K FORMATTEREN .......................................................................93
A WEERGAVE ...............................................................................93
B NUMMERING ...........................................................................94
G BEDIENINGSVOLUME ...........................................................94
H SLUITER VOLUME ...................................................................94
e SLUITERGELUID ......................................................................94
I AFSPEEL VOLUME ..................................................................95
J LCD HELDERHEID ..................................................................95
E EVF/LCD ....................................................................................95
M UITSCHAKELEN .......................................................................95
1 SNELST ......................................................................................95
L 2X STABILISATIE .....................................................................95
B VERWIJDER R. OGEN .............................................................96
C AF-HULPLICHT ........................................................................96
k MODUS AE/AF-VERG. ..........................................................96
v KNOP AE/AF-VERGR. ...........................................................96
j RAW ............................................................................................96
x
j SCHERPSTELLOEP ..................................................................97
t ORIG. FOTO OPSLAAN .........................................................97
m AUTO ROT. WEERG. ..............................................................97
O SCHERMKLEUR .......................................................................97
c UITLEG TONEN ........................................................................97
Q VIDEO SYST. ............................................................................97
S AANGEPAST RESETTEN .......................................................98
T BATTERIJTYPE .........................................................................98
P ONTLADEN (alleen Ni-MH batterijen) ...........................98
Tec hni sche i nfo rmatiee
Optionele accessoires .................................................................99
Accessoires van FUJIFILM ....................................................... 100
Onderhoud van de camera .....................................................101
Probleemoplossingg
Probleemoplossing ................................................................... 102
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen .................. 109
Appendixx
Capaciteit van het interne geheugen of de
geheugenkaart ............................................................................. 113
Technische gegevens ................................................................114
Inleiding
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: 3 Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de ca-
mera correct bedient.
1 Opmerking: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten. 2 Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge­geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
Voordat u begint
AA alkaline (LR6) batterijen (×4)
Zonn ekap CD- ROM
Lensdop USB-kabel A/ V-kabel
• Draagriem
• Beginnershandleiding
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
Inleiding
1 Bedieningsknop ........................28, 38, 44
2 Functieknop ................................................21
3 Stroomvoerend koppelstuk ......83, 100
4 AF-hulplicht .................................................96
Lampje voor de zelfontspanner .....36
5 Lens
6 ON/OFF-schakelaar ....................................13
7 Sluiterknop ...................................................17
8 d (belichtingscompensatie)-knop ............37
2
9 I-knop (continu fotograferen) .................. 44
10 Afdekkap van de
geheugenkaar t sleuf ............................... 11
11 Riemoog ..........................................................7
12 Geheugenkaartsleuf ..............................11
13 Flitslicht ..........................................................34
14 Microfoon ............................................. 61, 89
15 N-knop ( i t s e r u i t k l a p p e n ) ...........................34
16 Luidspreker ...........................................63, 89
17 Afdekkap pool
18 Focusring .......................................................41
19 Zoomring ......................................................16
20 Aansluiting voor HDMI-kabel .......... 64
21 Aansluiting voor een USB-kabel
.....................................................................66, 76
22 Aansluiting voor een A/V-kabel ....64
Inleiding
23 Scherm .................................................... 5
24 Statiefopzetstuk 25 Afdekkap van het
batterijencompar timent ............. 8
26 Dioptrieregelaar ................................4
27 Indicatorlampje ............................... 19
28 IS
O-knop (gevoeligheid) .................... 38
k-knop (inzoomweergave) ...............53
29 AE-knop (zelfb elichting) .....................39
n-knop (uitzoomweergave) ..............53
30 AF-knop (automatische scherps telling)
.................................................................. 40
g-knop (Intelligente gezichtsdetectie)
...........................................................53, 70
De keuzeknop
Cursor omhoo g RAW-knop (P 18)
b (wiss en)-knop (P 20)
Cursor link s
F (macr o)-knop (P 33)
Cursor omlaa g
J (zelfontspanner)-knop (P 36)
31 AF C-S- M-knop (scherpstelstand) .....41
info-knop ............................................ 56
32 WB-knop (witbalans) ..........................43
H-knop (een foto zoeken) ................57
33 Elektronische zoeker ...................... 4
34 Oogsensor ............................................4
35 EV
F/LCD-knop (schermkeuze) .............4
36 -knop ( l m o p n a m e ) ........................61
37 AE/AF LOCK-knop (vergrendeling
zelfbelichting/automatische scherpstelling)
...................................................................32
38 Keuzeknop (zie hieronder)
39 a-knop (afspelen) .............................52
40
DISP (display)/BACK-knop
MENU/OK-knop (P 14)
Cursor rechts
N
( itser)-knop (P 34)
..........18, 52
Voordat u begint
3
De elektronische zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD­scherm, kan worden gebruikt wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waar­door het erg moeilijk is om iets op het scherm te zien. Druk op de EVF/LCD-knop om te selecteren uit de standen automatisch wisselen, lcd-scherm of elektronische zoe­ker. Wanneer de stand automatisch wisselen is ingesteld, schakelt de elektronische zoeker automatisch in wanneer u uw oog aan de elektronische zoeker plaatst en het lcd-scherm wordt ingeschakeld wanneer u uw oog wegneemt (merk op dat de oogsensor mogelijk niet reageert wanneer u een bril draagt of wanneer uw hoofd in een hoek staat ten opzichte van de camera).
Deze camera heeft een dioptrieinstelling om zich aan individuele oogsterkten aan te passen. Laat de dioptrieregelaar op en neer glijden tot de zoekerweergave scherp­gesteld is.
Inleiding
EVF
LCD
Oogsensor
4
LCD-indicators
LCD-indicators
■■ Opname
10:00
AM
250
F
4.5
12/31/2050
■■ Afspelen
100-0001
400
10:00
AM
1 / 250
F
4.5
12/31/2050
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
14 Filmsimulatie ...............................................80
15 Witbalans.......................................................43
16 Batterijniveau ................................................ 6
17 2x stabilisatie ..............................................95
18
... 4 4
Belichtingscompensatie-indicator
19 Belichtingscompensatie ......................37
20 Diafragma 21 Sluitertijd
22 Datum en tijd ..............................................14
23 Onscherptewaarschuwing .....34, 109
24 Scherpstelframe........................................31
25 Indicator zelfontspanner .....................36
26 Macrostand (close-up) ..........................33
27 Flitsstand .......................................................34
7 Dynamisch bereik ....................................80
8 E-stand ...............................................22
9 Portretverbetering ..................................25
10 Markeren voor uploaden naar ........ 84
11 Fotoboek hulp ...........................................58
12 Voice memo-indicator ..........................89
13 DPOF-afdrukindicator ...........................67
14 Beveiligd beeld..........................................86
15 Favorieten .....................................................52
P
12/31/2050
250
10:00
F
4.5
* a: geef t aan dat er geen geheugen-
kaart in het toestel zit en dat de beel­den in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen (P 10).
Afspelen
YouTube
12/31/2050 1/250
10:00
F
4.5
AM
AM
800
100-0001
400
1 Opnamestand ............................................21
2 Indicator intelligente gezichtsdetec-
9
N
tie........................................................................48
3 Belichtingsmeting ...................................39
4
Opnamestand continu fotograferen
5 Indicator stille stand ....................... 18, 92
6
Scherpstellingswaarschuwing
7 Indicator intern geheugen *
8 Filmmodus ................................................... 61
9 Temperatuurwaarschuwing ...105, 110
10 Resterend aantal opnamen .............113
11 Gevoeligheid ..............................................38
12 Beeldformaat/Beeldkwaliteit ...78, 79
13 Dynamisch bereik ....................................80
1 Indicator afspeelstand ..................20, 52
2 Indicator intelligente gezichtsdetec-
tie................................................................48, 86
3 Indicator rode-ogenverwijdering
N
.............................................................................86
4 Pro focus stand, pro low-light stand
.....................................................................23, 24
5 Geschenkbeeld .........................................52
6 Framenummer ...........................................94
... 17, 109
Inleiding
Voordat u begint
...37
5
Inleiding
Indica tor
Beschr ijving
Batterijniveau
Het ladingsniveau van de batterij wordt als volgt weergege­ven:
Indicator
GEEN PICTOGRAM De batterijen zijn vrijwel geheel ontla-
den.
B (rood)
A (knippert rood)
1 Opmerking
Het kan voorkomen dat er geen waarschuwing voor een te laag batterijniveau op het LCD-scherm verschijnt voordat de camera wordt uitgeschakeld. Dit kan vooral het geval zijn met batterijen die eerder volledig leeg zijn geraakt. Het stroomverbruik kan per functie enorm vari­eren, bij sommige functies en bij het overschakelen van de opnamestand naar de afspeelstand wordt de waar­schuwing voor een te laag batterijniveau (B) mogelijk slechts kort of helemaal niet getoond voordat de camera wordt uitgeschakeld.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen zo snel mogelijk. De batterijen zijn leeg. Schakel de camera uit en vervang de batterijen.
Beschrijving
Ind icators verber gen en weergeven
Druk op de DISP/BACK-knop om opname-informatie en rasterlijnen op het LCD-scherm weer te geven.
6
De draagriem en de lensdop
De draagriem bevestigen
De lensdop
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigings­ogen zoals onderstaande afbeelding laat zien.
3 Attentie
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan de camera vallen.
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals afgebeeld.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door het oog (q) en bevestig de lensdop daarna aan de draagriem (w).
Eerste stappen
7
De batterijen plaatsen
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Deze camera kan worden gevoed door vier AA alkaline, lithium of oplaadbare Ni-MH batterijen. Er wordt een pakje met vier alkaline batterijen met de camera meegeleverd. Plaats de batterijen volgens onder­staande aanwijzingen in de camera.
Open de afdekkap van het batterijencom-
1
partiment.
Schuif de vergrendeling van het batterijencom­partiment in de aange­geven richting en open de afdekkap van het bat­terijencompartiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voor­dat u de afdekkap van het batterijencompartiment opent.
3 Attentie
• Open de afdekkap van het batterijencomparti­ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat­regel kan beschadiging van fotobestanden of ge­heugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap van het batterijencompartiment opent of sluit.
8
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen met de “+” en “–” polen in de juiste richting in het batterijencompartiment zoals wordt aangegeven met de aanduidingen aan de binnenkant van het compartiment.
3 Attentie
• Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat­terijencompartiment.
Gebruik no oit batte rijen waa rvan de
behuizing is beschadigd of loslaat en gebruik oude en nieuwe batterij­en, batterijen met verschillende la­dingsniveaus of batterijen van ver­schillende merken niet samen. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, kunnen de batterijen gaan lek­ken of oververhit raken.
Gebruik nooit mangaan of NiCd batterijen. De capaciteit van alkaline batterijen kan per merk ver-
• schillen en kan bij temperaturen onder 10 °C aanzien­lijk dalen, Ni-MH batterijen verdienen de voorkeur.
De levensduur van de batterijen kan door vingervlekken of vuil op de polen van de batterijen worden verkort.
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
De batterijen plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
3
timent.
Sluit de afdekkap van het batterijencomparti­ment en schuif hem vast totdat de vergrendeling vastklikt.
3 Attentie
Oefen geen kracht uit. Als de afdekkap van het batterijencompartiment niet wil sluiten, controleer dan of de batterijen goed zijn geplaatst en probeer het opnieuw.
2 Tip: Een wiss elstroomadap ter gebruiken
De camera kan worden gevoed door een optionele wisselstroomadapter en DC-koppelstuk (los verkrijg­baar).
Het batterijtype selecteren
Als u de batterijen vervangt door batterijen van een ander type, dan dient u het batterijty­pe in te stellen met behulp van
INSTELLINGEN
LITHIUM
ALKALINE
BATTERIJTYPE
NI-MH
de optie T BATTERIJTYPE in het menu Instellingen (P 91) om er zeker van te zijn dat het batterijniveau goed wordt weergegeven en de camera niet onverwachts wordt uit­geschakeld.
Eerste stappen
9
Een geheugenkaart plaatsen
■■ Compatibele geheugenkaarten
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kun­nen er meer foto’s worden opgeslagen op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (los verkrijgbaar).
Compatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www. fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Attentie
Geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten, in deze gebruiksaanwijzing vermeld als “geheugenkaarten”.
10
■■ Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Open het afdekklepje van de geheugen-
1
kaartsleuf.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u het afdekklepje van de geheugenkaartsleuf opent.
Plaats de geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart in de richting zoals hieronder aangegeven en schuif deze in het apparaat totdat hij aan de achterkant van de sleuf vastklikt.
Klik
Een geheugenkaart plaatsen
Let erop dat u de geheugen­kaart in de juiste richting in de kaartsleuf steekt, steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Als de geheugenkaart niet of niet cor­rect is geplaatst, verschijnt a op het LCD-scherm en wordt het interne geheugen gebruikt voor opname en afspelen.
Sluit het afdekklepje van de geheugenkaart-
3
sleuf.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitge­schakeld, druk de geheugenkaart voorzichtig naar beneden en laat hem vervolgens langzaam los. De geheugenkaart kan nu worden verwijderd.
3 Attentie
• De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te ab­rupt loslaat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald, kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Eerste stappen
11
Een geheugenkaart plaatsen
3 Attentie
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren van de geheug enkaart of met het l ezen van, of schrijven n aar, de geheugenkaar t. Anders kan de geheugenkaart worden bescha-
digd.
• Nieuwe SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugen­kaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie “K FOR- MATTEREN” (P 93) voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD/SDHC/SDXC-kaart, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend servicecenter. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik een G kaart of hoger bij het opnemen van HD- of high-speed  lms.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of bescha­digd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
12
De camera in- en uitschakelen
Draai de ON/OFF-schakelaar op ON om camera in te schakelen.
OFF (UIT) te selecteren en de camera uit te schakelen.
b Tip: Overs chakelen naar de af speelstand
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk op­nieuw op de a-knop of druk de sluiterknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
c Attentie
• Vlekken en vuil op de lens beïnvloeden de kwaliteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
• De ON/OFF-schakelaar koppelt de camera niet volledig af van de voeding.
b Tip: Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de ca­mera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld via het menu M UITSCHAKELEN (P 95). Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automatisch werd uitgeschakeld, draait u de ON/OFF-schakelaar op OFF en dan weer op ON.
Eerste stappen
13
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 93 voor informatie over het opnieuw instellen van de klok of het veranderen van de taal).
START MENU
ENGLISH
FRANCAIS DEUTSCH ESPAÑOL PORTUGUÊS
SET NO
Selecteer een taal en druk op MENU/OK.
1
1 Opmerking
Druk op DISP/BACK om de huidige stap over te slaan. De stappen die u nu over­slaat worden nogmaals getoond wanneer u de camera opnieuw inschakelt.
DATUM/TIJD NIET INGESTELD
2013 2012
JJ. MM. DD
1. 1 12 : 00
2011
2010 2009
OK AFBREKEN
AM
De datum en tijd worden getoond. Druk op de keuzeknop links of rechts
2
om het jaar, de maand, de datum, de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om de volgorde te veranderen waarin het jaar, de maand en de datum worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op de keuzeknop omhoog of omlaag. Druk op MENU/OK als de instel­ling is voltooid.
Een bericht betre ende het batterijtype wordt weergegeven; gebruik,
3
om het juiste type batterij te speci ceren, de optie T BATTERIJTYPE (P 9) in het instellingenmenu als het type verschilt van het type dat in de camera is geplaatst.
2 Tip: De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, worden de cameraklok en batterijtype gereset en wordt het taalkeuzevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
14
Fotograferen met de stand R (E AUTO)
Scène
Hoofdo n-derwer p
AUTO
LAND­SCHAP
NACHT
MACRO
STRAND
ZONSOP-
KOMST
SNEEUW
HEMEL
GEBLADERT E
HEMEL &
GEBLADERT E
Niet-por tret (lands chap)
Portr et
Normal e belichting Achterg rondver­lichti ng
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de stand R (E AUTO).
Selecteer de stand O.
1
Schakel de camera in en draai de functieknop naar O. De R-aanduiding verschijnt op het LCD- scherm.
Het o-pictogram
In de stand R past de camera de scherpstelling continu aan en wordt voortdurend gezichtsdetectie uitge­voerd. Hierdoor raakt de batterij sneller uitgeput. Op het LCD-scherm wordt het o-pictogram getoond.
EXR-pictogrammen (P 23)
De camera analyseert de scène en se­lecteert de gewenste E-stand.
Scènepictogrammen
De camera selecteert automatisch de juiste scène.
Scène
Hoofdon-derwerp
Niet-portret (landschap)
Normale belichting
Portre t
Achtergrondver­lichting
LAND-
AUTO
acd* euv wx y z bcbdb*
gcg
SCHAP
NACHT
MACRO
——
ZONSOP-
STRAND
KOMST
ub vb wb xb yb zb
ug vg wg xg yg zg
* Als n wordt weergegeven, maakt de camera een serie foto’s (Geavanceerde anti-scherpte; P 22).
c Attentie
De geselecteerde stand kan wisselen afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Als de stand en het onder­werp niet overeenkomen, selecteer stand B (P 23) of kies SP1/SP2 (P 25) en selecteer handmatig een scène.
SNEEUW
RESOL.PRIOR. H.ISO&L.RUIS PRIOR.D-BER.
HEMEL
GEBLADERTE
S T U
HEMEL &
GEBLADERTE
Eenvoudig fotograferen en afspelen
15
Fotograferen met de stand R (E AUTO)
Bepaal de compositie.
2
Maak gebruik van de zoom­ring om de compositie in het scherm te plaatsen.
Zoom ring
Naar links draaien om
uit te zoomen Zoom indica tor
2 Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (P 31) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel­frame bevinden.
Naar rechts draaien om
in te zoomen
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met beide handen vast en laat uw ellebogen rusten in uw zij. Een onvaste hand kan bewegings­onscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van de lens en de  itser om te voorko­men dat de foto’s onscherp of te donker (onderbelicht) worden.
16
Fotograferen met de stand R (E AUTO)
Stel scherp.
3
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
Als de camera in staat is om scherp te stellen, klin­ken twee pieptonen en licht de indicatorlamp groen op.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, wordt het scherpstelframe rood, verschijnt s op het LCD-scherm en begint de indicatorlamp groen te knipperen. Pas de compositie aan of gebruik scherpstelvergrendeling (P 31).
Maak de foto.
4
Druk de ontspanknop rustig en vol­ledig in om de foto te maken.
2 Tip: Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee standen. Als de ontspan­knop half (q) wordt ingedrukt, worden de scherpstelling en de belichting ingesteld; om de foto te maken, drukt u de ontspanknop vervolgens volledig in (w).
Twe e
pieptonen
q w
Half indrukken
1 Opmerking
Als het onderwerp slecht belicht is, kan het AF-hulplicht beginnen te branden om te helpen bij het scherpstellen (P 96). Zie pagina 34 voor informatie over het gebruik van de  itser bij weinig licht.
Volledig indrukken
Klik
Eenvoudig fotograferen en afspelen
17
Fotograferen met de stand R (E AUTO)
jj-optie s
RAW-knop i ngedrukt
Stille stand
Wanneer u niet wilt dat de camera geluiden maakt of licht geeft, drukt u op de DISP/BACK-knop totdat o op het LCD-scherm verschijnt (let wel, de stille stand is niet beschikbaar tijdens het afspelen van een video of voice memo).
De luidspreker, de  itser en het AF hulplicht/de zelfont­spannerlamp worden uitgeschakeld en  its- en volume­instellingen kunnen niet worden aangepast (let er op dat de  itser nog verder zal  itsen in de C-stand). Wilt u de camera weer normaal laten werken, druk dan op de
DISP/BACK-knop totdat het o-pictogram verdwijnt.
RAW-knop
Druk op de RAW-knop om de opname-indeling tijdelijk te wijzigen. Na het nemen van een foto wordt de opna­me-indeling teruggezet naar de optie die geselecteerd is voor j RAW in het menu Instellingen (P 96).
-opties
RAW+JPEG JPEG RAW JPEG UIT
RAW-knop ingedrukt
RAW+JPEG
18
De indicatorlamp
De indic atorlamp
Status va n de camera
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer:
De indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Waarschuwing voor bewegingson-
Knippert groen
Knippert groen
en oranje
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood
2 Tip: Waarschuwingen
Op het LCD-scherm verschijnen gedetailleerde waarschu­wingen. Zie de pagina’s 109–112 voor meer informatie.
scherpte, scherpstelling of belichting. De foto kan worden gemaakt. Bezig met een opname. Er kunnen ex­tra foto’s worden gemaakt. Bezig met een opname. Er kunnen momenteel geen extra foto’s worden gemaakt. De  itser wordt opgeladen; wanneer een foto wordt genomen, wordt niet ge itst. Lens- of geheugenfout (geheugen­kaart vol of niet geformatteerd, format­teerfout of andere geheugenfout).
Status va n de camera
Fotograferen met de stand R (E AUTO)
Eenvoudig fotograferen en afspelen
19
100-0001
Foto’s bekijken
U kunt de foto’s die u heeft gemaakt op het LCD-scherm bekijken. Het verdient aanbeveling om bij belang­rijke gebeurtenissen eerst enkele proefopnamen te maken die u op het LCD-scherm controleert.
Druk op de a-knop.
1
De foto die het laatst is gemaakt, wordt op het LCD-scherm afgespeeld.
Meer foto’s bekijken.
2
Druk op keuzeknop rechts om de foto’s af te spelen in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, en op keu­zeknop links om de foto’s af te spelen in omge­keerde volgorde.
Druk op de ontspanknop om de opnamestand weer in te schakelen.
20
100-0001
Foto’s wissen
Druk op de keuzeknop omhoog (b) om de foto te wissen die op het LCD-scherm wordt afgespeeld. Onderstaand dialoogscherm verschijnt.
WISSEN OK?
OK
ANNULEREN
INSTELLEN
Druk op de keuzeknop omhoog om OK te selecteren en op MENU/OK om de foto te wissen. Selecteer ANNULEREN en druk op MENU/OK om het dialoogvenster te verlaten zonder de foto te wissen.
2 Tip: Het Afspeelmenu Met het Afspeelmenu kunt u ook foto’s wissen (P 55).
Loading...
+ 102 hidden pages