Fujifilm FINEPIX HS10 User Manual [nl]

YF00623-1B1
NL
DIGITAL CAMERA
FINEPIX HS10
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze handleiding beschrijft hoe u uw FUJIFILM FinePix HS10 digitale camera en de meegeleverde soft­ware gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
Bezoek onze website op http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html voor informatie over gerelateerde producten.
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruik t
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Veilig­heidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwij­zing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit pictogram gee ft aan dat he t niet opvolgen van instructies kan
WAAR-
leiden tot er nstig of fataal let sel.
SCHUWING
Dit pictogram gee ft aan dat he t niet opvolgen van instructies kan leiden tot p ersoonlijk lets el of materiële schad e.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aan­dacht beho eft (“Belang rijk”).
Cirkelvormige pic togramme n met een diag onale stre ep geven aan dat die hande ling verboden is (“ Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitro epteken geven a an dat er een han ­deling moet worden verricht (“Vereist”).
WAAR SCHUWING
Als er ee n probl eem ont staat, z et u de cam era uit , verwi jder t u de batte rij, ko p­pelt u de n etadapt er van de ca mera los en h aalt u deze u it het stop contac t.
Het blijven gebruiken van de camera als deze rook verspreidt of een
Uit het
ongewone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont,
stopcontact
kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
verwijderen
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
WAAR SCHUWING
Laat ge en water of a ndere vre emde voor werpen d e camera b innend ringen.
Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtko­men, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de netstro omadapter los en trek t u deze uit het stopcont act. Als u de camera blijft gebruiken, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
Gebru ik de came ra niet in de b adkame r of in de douc he.
Niet gebru iken
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
in de badka-
mer of in de
douche.
Probeer nooit om de came ra te demonter en of aan te passe n. (Open de be­huizi ng onder g een enke le omst andig heid.) Ge bruik de c amera n iet wann eer deze is ge vallen o f wanneer d e behuizi ng besch adigd is .
Niet demon-
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
teren.
• Neem conta ct op met uw FUJIFILM- dealer.
Het verb indingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaat st.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elek trische schok k unnen veroorzak en.
• Neem contact op met uw FUJIFI LM-dealer als het sno er bescha ­digd is.
Plaats d e camera n iet op een o nstabie le onder grond.
Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probe er nooit fo to’s te maken a ls u in beweg ing bent.
Gebruik d e camera nie t tijdens het wandelen o f als u in een auto rijdt. Di t kan leiden tot een va l of een verkeerson geluk.
Raak ti jdens onwe er de meta len onder delen va n de camer a niet aan.
Dit kan tot een elektrische schok leiden do or de ladingsoverdracht van een blikseminslag.
Gebru ik de batt erij nie t voor ande re doele inden dan w aarvoo r deze bedo eld is.
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
ii
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Verwa rm, wij zig of de monte er de bat terij n iet. La at de bat terij n iet val len of stel de ze niet bloot a an schokke n. Berg de bat terij niet s amen met met alen voorw erpen op. Geb ruik geen and ere laders d an het gespec i ceerd e model om de batterij op te laden.
Elk van deze handelingen kan tot ontplo ng of lekkage van de bat­terij leide n en kan brand of lets el veroorzaken .
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de ver­melde spanningsvoeding.
Het gebruik van andere spanningsbronnen kan tot brand leiden.
Als de ba tte rij lek t en v loe ist of i n con tac t ko mt me t uw o gen , hu id of kle din g, spoel t u het betre ende geb ied onmiddellijk met schoon water en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer.
Gebru ik de lade r niet om and ere batte rijen da n hier verm eld, op te la den.
De Ni-MH-bat terijlader is ontworp en voor HR -AA Ni-MH-bat terijen van Fuji lm. Als u de lader gebruikt om gewone batterijen of andere types oplaadbare batterijen op te laden, d an kan dit leiden tot lek­kage, over verhitting of e en explosie.
Als u de ba tterij bi j u draagt, p laatst u dez e in de digit ale came ra of bewaar t u de batt erij in de ha rde tas. Als u d e batteri j wilt opbe rgen, berg t u deze op in de har de tas. Al s u de batter ij wegbr engt voor r ecycl ing, bede kt u de pol en met isolatietape.
Door contact met andere batterijen of metalen voorwerpen kan de batteri j in brand vliegen of o ntplo en.
Houd ge heugenk aarten b uiten het b ereik va n kleine ki nderen .
Omdat gehe ugenkaarten klein zijn, kunne n ze makkelijk d oor kin­deren worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van klein e kinderen. Als een kind een gehe ugenkaart inslikt, moet u onmiddel lijk medische hulp zo eken of het alarmnumme r bellen.
Gebru ik de camer a niet op plaat sen met oli edampen, s toom, vocht igheid of stof.
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgeslo­ten voert uig of in direct zonli cht. Dit kan brand vero orzaken.
OPGEPAST
OPGEPAST
Buiten h et berei k van klei ne kinder en houde n.
Dit produ ct kan letsel aan d e handen van kinder en veroorzaken.
Plaats g een zwar e voorwe rpen op de c amera.
Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel ver­oorzaken.
Verpla ats de camer a niet terwij l deze nog stee ds met het nets noer verbon ­den is. Tre k niet aan h et snoer om d e netstr oomadap ter te ver wijdere n.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elek trische schok k unnen veroorzak en.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de stekkerverbinding loszit.
Dit kan br and of een elektr ische schok veroor zaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behui­zing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de ca mera reinig t en u de camera vo or langere ti jd niet van pla n bent te gebr uiken, ve rwijd ert u de bat terij en k oppelt u d e netstr oomada pter los.
Doet u dit ni et, dan kan dat leiden to t brand of een elek trische schok.
Na het op laden die nt u de lader u it het sto pcontac t te verwi jderen .
Er kan bran d ontstaan als u de lade r in het stopcontact l aat zitten.
Als een  its er te dicht bi j ogen wordt g ebruik t, kan deze pe rsoon daar t ijde­lijk door verblind raken.
Let bijzonder goed op b ij het fotogr aferen van ba by’s en klei ne kin­deren.
Als een xD-Picture Card wordt verwijderd, kan de kaa rt te snel uit de g leuf springen. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart zacht­jes los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophoping van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok lei den.
• Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de 2 jaar van binn en te laten reinigen.
• Dit is echter ni et gratis.
iii
Voor uw veiligheid
Spanningsvoeding en batterij
* Controleer we lk type batteri j u gebruikt
voordat u de vo lgende beschrij vingen
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de batterijen juist gebruikt en hoe u de levensduur e rvan kan verl engen. On­juist gebru ik van batterijen k an de le­vensduur ervan verkorten, maar kan ook lekk age, oververhitting, brand of een explosie veroor zaken.
Voor deze camera gebruikt u een
1
oplaadbare Lithium-ion batterij
* Bij levering is de batterij niet volle-
dig opgeladen. Laad voor gebruik de batterij altijd op.
* Plaats de batterij in de camera
of bewaar deze in de zachte tas wanneer u de b atterij met u mee­neemt.
Batterijkenmerken
De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelf s wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Gebruik een batterij die onlangs werd opgela­den (in de afgelopen twee dagen) om foto’s te nemen.
• Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt u de ca­mera zo snel mogelijk uit als deze niet wordt gebruikt.
Het aantal resterende foto’s is minder op koude locaties of bij koude temperaturen. Neem een reservebatterij mee die volledig is opgeladen. U kunt de capaciteit van de batterij ook verhogen door
leest.
iv
de batterij in uw zak of op een an­dere warme plaats te bewaren en net voor u een opname maakt de batterij in de camera te plaatsen. Als u een verwarmingsz akje ge­bruikt, mag u dit niet recht streek s tegen de batterij drukken. De ca­mera werkt mogelijk niet als u een bijna lege batterij onder koude om­standigheden gebruikt.
De batterij opladen
• U kunt de batterij opladen met de batterijlader (meegeleverd).
- De batterij kan worden opgela-
den bij een omgevingstempera­tuur tussen 0°C en +40°C. Raad­pleeg de Ge bruiksaanwijzing voor de oplaadduur van de batterij.
- Laad de batterij op bij een omge-
vingstemperatuur tussen +10°C en +35°C. Als u de batterij bij een andere temper atuur oplaadt, duurt het opladen langer omdat de prestaties van de batterij hier­door worden verminderd.
- U kunt de batterij niet opladen
bij temperaturen onder het vries­punt.
De oplaadbare Lithium-ion batterij
• hoeft niet volledig leeg te zijn of ontladen te worden voordat deze kan worden opgeladen.
• De bat terij kan na het opladen of onmiddellijk na gebruik warm aan­voelen. Di t is volkomen normaal.
• Laad een volledig opgeladen bat­terij niet opnieuw op.
Le vensduur v an de batte rij
Bij normale temperaturen k an de batterij minimaal 300 keer worden gebruikt. Als de prestatieduur van de batterij duidelijk afneemt, wijst dit erop dat de bat terij het einde van de levensduur he eft bereikt en dat deze vervangen moet worden.
Opmerkingen over opslag
Als de batterij voor langere perioden
• opgeladen wordt opgeslagen, kan de prestatie van de batterij achteruit gaan. Als de batterij voor langere tijd niet wordt geb ruikt, laat u de bat terij laten leeglopen voordat u deze op­bergt.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera.
• Bewaar de batterij op een koele plaats.
- Bewaar de batterij op een droge
plaats met een omgevingstem­peratuur tussen +15°C en +25°C.
- Bewaar de batterij niet op een
hete of extreme koude plaats.
Me t de batte rij omgaa n Veilighe ids-
waarschuwingen:
Bewaar of vervoer de batterij niet
• samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Warm de batterij niet op of gooi deze niet in het vuur.
• Probeer de batterij niet te demon­teren of te wijzigen.
• Laad de batterij niet op met niet­gespeci ceerde laders.
• Breng een versleten batterij on­middellijk weg.
• Laat de batterij niet vallen of stel deze niet bloot aan sterke schok­ken.
• Stel de b atterij niet bloot aan wa­ter.
• Houd de polen van de batterij al­tijd schoon.
• Bewaar de batterij niet op een hete plaats . Wanneer u de b atterij gedurende een langere periode gebruikt, worden de behuizing van de camera en de batterij zelf warm. Dit is normaal. Gebruik de netstroomadapter die bij de came­ra wordt geleverd als u gedurende langere tijd opnamen maakt of fo­to’s bekijk t.
Voor deze camera gebruikt u
2
AA-alkaline of Ni-MH (nikkelmetaal hydride) oplaadbare batterijen
* Meer informatie over de bat terijen
die u kunt gebruiken, vindt u in de Gebruiksaanwijzing van de camera.
Waarschuwingen voor het gebruik
van batterijen
• Verwarm de batterijen niet en gooi deze niet in een vuur.
• Bewaar of vervoer de batter ij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de ba tterij niet blo ot aan water, zorg ervoor dat deze niet nat wor­den en bewaar de batterijen niet op een vochtige plaats.
Voor uw veiligheid
OPGEPAST
• Probeer de batterij en de batterij­behuizingen niet te demonteren of te wijzigen .
• Stel de batterijen niet bloot aan sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
• Bewaar batterijen niet op een war­me of vochtige plaats.
• Houd de batterijen buiten het be­reik van baby’s en kleine kinderen.
• Controleer of de polen van de bat­terijen (C en D) goed zijn .
• Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en gebruik te batterijen. Gebruik niet gelijkertijd opgeladen en ontladen batterijen.
• Gebruik niet gelijkertijd verschil­lende merken batterijen.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera. Houd er re­kening mee als de camera wordt bewaard zonder batterijen, dat de tijd- en de datuminstellingen wor­den gewist.
• De batterijen voelen net na ge­bruik warm aan. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
• Omdat de bat terijen niet goed werken in koude omstandigheden of op koude locaties, kunt u de bat­terijen in uw k leding ver warmen voordat u deze gebruikt. Batterijen werken niet goed als deze koud zijn. De batterijen werken weer als
een normale temperatuur is b e­reikt.
• Vuil (zoals vingerafdrukken) op de batterijpolen verhindert dat d e batterij goed kan worden opgela­den en het aantal opnamen wordt hierdoor verminderd. Maak de batterijpolen voorzichtig met een droge, zachte doek schoon voor­dat u deze oplaadt.
Als er vloeistof lekt uit de bat­terij, maak t u het batterijcom­partiment grondig schoon en plaatst u daarna nieuwe bat­terijen.
Als batterijvloeisto f op uw handen of kleding komt, rei­nigt u deze grondig met wa­ter. Batterijvloeistof k an blind­heid veroor zaken wanneer dit in uw ogen komt. Wrijf niet in uw ogen wann eer dit gebeur t. Spoel uw ogen met schoon water en neem contact op met een ar ts.
De A A Ni-MH-b atterij en juist ge brui-
ken
Ni-MH-batterijen die een lange tijd
• niet worden gebruikt kunnen wor­den “uitgeschakeld”. Bovendien kunnen Ni-MH-batterijen die her­haaldelijk worden opgeladen als deze slechts gedeeltelijk zijn ont­laden, last hebben van het “geheu­gene ect”. Ni-MH-batterijen die zijn “uitgeschakeld” of last hebben
van het “geheugene ect” leveren na opladen slecht gedurende een korte tijd voeding. Om dit pro­bleem te voorkomen, ontlaadt en laadt u deze verschillende keren met de camerafunctie “Oplaadbare batterijen ontladen”. Uitschakelen en geheugenproblemen zijn type­rend voor Ni-MH-batterijen en dit betekent niet dat de batterij defect is. Raadple eg de Gebruiksaanwij- zing procedure voor het “Oplaad­bare batterijen ontladen”.
OPGEPAST
Gebruik de functie “Oplaadbare bat­terijen ontladen” niet als u alk aline­batterijen gebruikt.
• Gebruik de snelle batterijlader (af­zonderlijk verkrijgbaar) wanneer u Ni-MH-batterijen gebruikt. Raad ­pleeg de i nstructies die b ij de lader zijn geleverd zo dat u de lader goed gebruikt.
• Gebruik de batterijlader niet om andere bat terijen op te laden.
• De batterijen vo elen warm aan na­dat deze zijn opgeladen.
• De camera gebruikt een kleine hoeveelh eid voeding als de ca­mera is uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat wanneer u de Ni-MH-batterijen een lange tijd in de camera laat zitten, de batterijen te veel worden ontladen. Hierdoor worden ze zelfs na opnieuw opla­den, onbruikbaar.
• Ni-MH-batterijen ontladen auto­matisch, zelfs als deze niet worden
gebruikt. Hierdoor kan de ge­bruiksduur worden verkort.
• Ni-MH-batterijen slijten snel als deze te veel worden ontladen (bijvoor beeld wanneer u deze bat­terijen in een zaklamp gebruikt). Ontlaad de batterijen met de ca­merafunctie “Discharging rechar­geable batteries” (oplaadbare bat­terijen ontladen).
• Ni-MH-batterijen hebben een be­perkte levensduur. Wanneer een batterij slechts een korte tijd kan worden gebruikt na herhaaldelijke ontladen en opladen, kan dit bete­kenen dat de batterij niet meer kan worden gebruikt.
Batterijen weggooien
• Gooi batterijen weg conform de plaatselijke regelgeving.
Opmerkingen voor beide modellen
3
(
)
1, 2
Netstroomadapte r
Gebruik altijd de netstroomadapter voor uw camera. Het gebruik van een netstroomadapter van een an­der merk dan de netstroomadapter van FUJIFILM k an uw digitale camer a beschadigen. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van uw camera voor meer informa­tie over de netstroomadapter.
• Gebruik de netstroomadapter uit­sluitend binnenshuis.
• Steek het verbindingssnoer stevig in de DC-ingangaansluiting.
v
Voor uw veiligheid
• Schakel de FUJIFILM Digitale ca­mera uit voordat u het snoer van de DC-ingangaansluiting loskop­pelt. Om deze los te maken, trekt u voorzichtig aan de stekker. Trek niet aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet voor andere doeleinden dan voor uw digitale camera.
• Tijdens het gebruik kan de net­stroomadapter warm aanvo elen. Dit is normaal.
• Demonteer de netstroomadapter niet. Dit k an gevaarlijk zijn.
• Gebruik de netstroomadapter niet op een warme en vochtige plaats.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken.
• De netstroomadapter k an een zoemend geluid maken. Dit is nor­maal.
• Als de netstroomadapter in de nabijheid van een radio wordt ge­bruikt, kan deze statische elektrici­teit veroorzaken. Als dit gebeurt, plaatst u de camera uit de buurt van de radio.
Voordat u d e camera geb ruikt
Te stop nam en vo or fo togr a e
Vóór het maken van belangrijke fo­to’s (zoals bij huwelijken of tijdens reizen), kunt u het bes te altijd eerst een testopname maken om te con­troleren of alles functioneert.
• FUJIFILM Cor poration aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor een eventueel verlies (zo als de fo-
vi
togra ekosten of inkomensverlies door de fotogra e) ontstaan ten gevolge van een storing van het product.
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toe­stemming van de eigenaar niet wor­den gebruikt op een manier die de copyrightwetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld zijn. Er zijn bepaalde be­perkingen van toepassing bij het fo­tograferen van optredens op podia, evenementen en tentoonstellingen, zelfs wanne er de foto’s alleen voor privé-gebruik bestemd zijn. De ge­bruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een ge­heugenkaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uitsluitend toegestaan is bin­nen de beperkingen opgelegd door de regelgeving in het kader van deze auteursrechten.
O mgaan met uw d igitale c amera
Stel de camera tijdens het maken en opslaan van foto’s niet bloot aan schokken om correcte opnames te garanderen.
Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is, moet u voorzichtig zijn met de vloeibare kristallen in het scherm. Neem onmiddellijk maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet.
• Als vloeibare k ristallen met uw huid in aanraking komen, moet u de desbetre ende plaats met een doek droog wrijven en goed was­sen met zeep en s tromend water.
• Als er vloeibare kristallen in uw oog terechtkomen, moet u dat oog gedurende minimaal 15 minuten spoelen met schoon water en dan medische hulp zoeken. Als vloeibare kristallen worden
• ingeslikt, moet u uw mond goed spoelen met water. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te geven. Zo ek medische hulp.
Informatie over handelsmerken
E en xD-Picture Card™ zijn han­delsmerken van FUJIFILM Corpora­tion.
• IBM PC/AT is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corp. uit de V.S.
• Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep.
• Het handelsmerk IrSimple™ is ei­gendom van de Infrared Data As­sociation®.
• Het handelsmerk IrSS™ of IrSim­pleShot™ is eigendom van de Infra­red Data Association®.
• Het SDHC-logo is een handels­merk.
• Het HDMI-logo is een handels­merk.
• YouTube is een handelsmerk van Google Inc.
• Overige bedrijfs- of productna­men zijn handelsmerken of gere ­gistreerde handelsmerken van de respectieve ondernemingen.
O pmerkin gen over ele ktrisc he storin g
Als de camera in ziekenhuizen of vliegtuigen wordt gebr uikt, dan kan deze camera storing van andere apparatuur in het vliegtuig of zie­kenhuis veroorzaken. Raadpleeg de betre ende regelgeving voor meer informatie.
Toelichting op het kleurentelevisiesy-
steem
NTSC: National Television Sys tem
Committee, speci caties voor een kleurentelevisiesyste em, hoofdzakelijk van toepassing in de V.S., Canada en Japan.
PAL: Phase Alternation by Line,
een kleurentelevisiesysteem hoofdzakelijk toegepast in Europa en China.
E xif Print (E xif ver. 2.2)
Exif Print For mat is een nieuw be­standsformaat voor digitale ca­mera’s dat een grote hoeveelheid opname-informatie voor optimale afdrukken bevat.
Over deze gebruiksaanwijzing
✔✔ Inhoudsopgave
...............................................
pag. xii
✔✔ V & A over de camera
.....................................
pag. viii
✔✔ Verklarende woordenlijst
...................................................................
pag. 128
✔✔ Beperkingen op de camera-instellingen
..............................................
Beginnershandleiding
✔✔ Probleemoplossing
......................................
pag. 117
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
...
pag. 124
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vi aandachtig door voordat u de ca­mera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand over­zicht.
V & A over de camera
U weet wat u wilt doen, maar u weet niet hoe dat heet? U vindt het antwoord in “V & A over de ca­mera”.
.....................................
pag. viii
Inhoudsopgave
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. De belangrijkste camerafuncties worden er in behandeld.
...............................................
pag. xii
Probleemoplossing
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
Verklarende woordenlijst
...................................................................
Hier vindt u de betekenis van enkele technische termen.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD en SDHC-geheugenkaarten. In deze gebruiksaanwijzing worden SD-geheugenkaarten kortweg “geheugenkaarten” genoemd. Zie pagina 10 voor meer informatie.
......................................
pag. 117✔✔
pag. 128
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Lees hier wat die knipperende indicator of fout­melding op het LCD-scherm of in de elektronische zoeker betekent.
...
pag. 124
Beperkingen op de camera-instellingen
..............................................
Raadpleeg de Beginnershandleiding voor beperkingen op de beschikbare opties in elke opnamestand.
Beginnershandleiding
vii
V & A over de camera
Instelling van de camera
Vraag
Sleutel woorden
Zie pagina
Foto’s delen
Vraag
Sleutel woorden
Zie pagina
Vragen en antwoorden zijn ingedeeld per taak.
Instelling van de camera
Vraag
Hoe stel ik de klok van de camera in? Datum en tijd 14 Als ik op reis ben, kan ik dan de camera instellen op de plaatselijke tijd? Hoe voorkom ik dat het LCD-scherm automatisch uit gaat? Uitschakelen 111 Hoe maak ik het LCD-scherm lichter of donkerder? LCD helderheid 111
Hoe zet ik de geluiden van de camera uit?
Hoe worden de onderdelen van de camera genoemd? Delen van de camera 2 Wat is de betekenis van de pictogrammen in het LCD-scherm? LCD-indicators 5 Hoe gebruik ik de menu’s? Menu’s 82 Wat betekent die knipperende indicator of foutmelding? Meldingen en aanduidingen 124 Hoe is het gesteld met de batterijen? Batterijniveau 15
Foto’s delen
Vraag
Kan ik foto’s afdrukken met mijn eigen printer? Foto’s afdrukken 71 Kan ik mijn foto’s naar mijn computer kopiëren?
Foto’s bekijken op een computer
Sleutelwoorden
Tijdverschil 108
Bedienings- en sluitervolume 105
Stille stand 18
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
76
viii
V & A over de camera
Fotograferen
Vraag
Sleutel woorden
Zie pagina
Fotograferen
Vraag
Hoeveel foto’s kan ik nog maken? Geheugencapaciteit 129 Is het mogelijk om snel wat kiekjes te maken? Hoe voorkom ik onscherpe foto’s? IS mode 17 Hoe maak ik goede portretfoto’s? Intelligente gezichtsdetectie 88 Kan ik een bewegend voorwerp verschillende malen vastleggen in één foto? Kan ik foto’s nemen die geen bewegende voorwerpen bevatten? Bewegingsverwijd. 24 Kan ik zelf de instellingen bepalen voor verschillende scènes? Onderwerpprogramma 25 Is er een eenvoudige manier om de instellingen aan een omgeving aan te passen? Hoe maak ik close-up foto’s? Hoe voorkom ik dat de  itser gaat  itsen?
Hoe moet ik schaduwpartijen “invullen” bij een onderwerp met tegenlicht? Hoe kan ik in één keer een reeks foto’s maken? Continue opname 43 Kan ik foto’s nemen voor- of nadat ik op de ontspanknop heb gedrukt? Vastleggen beste opname 45 Hoe schakel ik de lamp aan de voorkant van de camera uit? AF-hulplicht 35 Hoe kom ik als fotograaf zelf ook op de foto? Zelfontspanner 40 Hoe maak ik een panorama? Bewegend panorama 27 Hoe moet ik scherpstellen als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt? Kan ik foto’s maken met opgeslagen instellingen? C-modus 33 Kan ik de sluitertijd en de diafragma-opening instellen? P, S, A, en M standen 29
Sleutelwoorden
B stand
Meerv. Beweg. Vastl. 23
M-stand
Macrostand (Close-up opnamen)
Flitsstand 38Hoe voorkom ik dat het onderwerp rode ogen krijgt van het  itsen?
Scherpstelvergrendeling 34
Zie pagina
21
15
37
ix
V & A over de camera
Vraag
Sleutel woorden
Zie pagina
Vraag
Hoe stel ik de belichting in? Belichtingscompensatie 47 Kan ik  lms maken tegen een hoge beeldfrequentie? High speed- lm 64 Kan ik andere types  lms maken? Films opnemen 64 Hoe kader ik foto’s met de zoeker? EVF/LCD-knop 4
Sleutelwoorden
Zie pagina
x
V & A over de camera
Foto’s bekijken
Vraag
Sleutel woorden
Zie pagina
Foto’s bekijken
Vraag
Hoe speel ik mijn foto’s af? Enkele foto afspelen 20 Hoe wis ik de huidige foto? Kan ik een andere foto selecteren om te wissen? Foto’s wissen 61 Kan ik ook op foto’s inzoomen tijdens het afspelen? Afspeelzoom 56 Hoe speel ik meerdere foto’s tegelijk af? Multi-foto afspelen 57 Hoe kan ik foto’s vinden? Een foto zoeken 58 Hoe voorkom ik dat mijn foto’s per ongeluk worden gewist? Beveiligen 96 Kan ik de pictogrammen op het LCD-scherm verbergen wanneer ik foto’s afspeel? Kan ik mijn foto’s in een diavoorstelling afspelen? Diavoorstelling 94 Kan ik een korte voice memo aan mijn foto’s toevoegen? Voice memo 101 Kan ik van mijn foto’s een uitsnede maken om ongewenste elementen te verwijderen? Kan ik kleine kopieën van foto’s maken? Nieuw formaat 98 Kan ik foto’s uit het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren?
Hoe speel ik mijn foto’s af op een televisietoestel?
Foto’s afspelen op een televisie-
Sleutelwoorden
De b-toets
De DISP/BACK-toets 17
Uitsnede (bijsnijden) 97
Kopiëren 99
toestel
Zie pagina
20
69
xi
Voordat u begin
Eerste stappe
Eenvoudig fotograferen en afspele
Meer over fotogra
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................ ii
Over deze gebruiksaanwijzing ...............................................vii
V & A over de camera ..................................................................vii i
Voordat u begintt
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies ............................................................. 1
Meegeleverde accessoires .........................................................1
Delen van de camera ....................................................................2
LCD-indicators.............................................................................. 5
De functieknop ............................................................................6
Eerste stappenn
De draagriem en de lensdop ...................................................... 7
De batterijen plaatsen .................................................................. 8
Een geheugenkaart plaatsen ..................................................10
De camera in- en uitschakelen ................................................ 13
Basisinstellingen............................................................................14
Eenvoudig fotograferen en afspelenn
Foto’s nemen in de M-modus
(scèneherkenning) ........................................................................15
Foto’s bekijken................................................................................20
Meer over fotogra ee
OPNAMESTANDEN ........................................................................21
M SCÈNEHERKENNING ....................................................21
B AUTOMATISCH .......................................................................21
Adv. GEAVANCEERD ...................................................................21
SP1/SP2 ONDERWERPPROGRAMMA ...................................25
N BEWEGEND PANORAMA ...............................................27
P ROGRAMMA AE .........................................................................29
S SLUITER AE ..................................................................................30
A DIAFRAGMA AE ......................................................................... 31
M HANDMATIG ..............................................................................32
C AANGEPAST ................................................................................33
Scherpstelvergrendeling ...........................................................34
De AE/AF LOCK-knop .........................................................................36
Belichting vergrendelen .........................................................36
Scherpstelling vergrendelen ................................................36
F Macrostand (Close-up opnamen) ....................................37
N De  itser (Intelligent Flash) gebruiken ...........................38
h De zelfontspanner gebruiken ............................................40
c Instantzoom ..............................................................................42
I Continustand (continu fotograferen) ............................43
d Belichtingscompensatie .....................................................47
Gevoeligheid ...................................................................................48
Belichtingsmeting .........................................................................49
Stand Automatische Scherpstelling .....................................50
Scherpstelstand .............................................................................51
Witbalans ..........................................................................................53
xii
Inhoudsopgave
Meer over afspele
Film
Aansluitinge
Menu’
Meer over afspelenn
Afspeelfuncties .............................................................................. 55
Afspeel zoom .................................................................................. 56
Multi-Frame afspelen .................................................................57
Een foto zoeken ..............................................................................58
Panorama’s bekijken ...................................................................59
Foto’s bekijken die in één keer genomen werden .........60
A Foto’s wissen .............................................................................61
Foto-informatie weergeven .....................................................63
Filmss
F Films opnemen ........................................................................64
a Films afspelen...........................................................................66
Films afknippen ............................................................................. 67
Films aan elkaar plakken ...........................................................68
Aansluitingenn
Foto’s afspelen op een televisietoestel...............................69
Foto’s afdrukken via USB ...........................................................71
De camera aansluiten .................................................................71
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................71
DPOF printopdrachten afdrukken ........................................73
Een DPOF printopdracht aanmaken.....................................74
Foto’s bekijken op een computer .......................................... 76
Het installeren van de software .............................................76
De camera aansluiten .................................................................80
Menu’ss
De menu’s gebruiken: OPNAMESTANDEN.........................82
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................82
De opties van het menu Opnamestanden.........................83
O BEELDGROOTTE ..................................................................85
T BEELDKWALITEIT ................................................................86
U DYNAMISCH BEREIK...........................................................86
P FINEPIX KLEUR .....................................................................87
d WB FIJNAFSTEMMEN.........................................................87
b GEZICHTSDETECTIE ...........................................................88
J AE BKT EV-STAPPEN ...........................................................89
I FLITSLICHT ............................................................................89
g EXTERNE FLITSER ................................................................89
E SNELLER AF en AE ..............................................................91
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................92
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................92
De opties van het Afspeelmenu .............................................93
I DIAVOORSTELLING ............................................................94
B VERWIJDER R. OGEN ..........................................................95
D BEVEILIGEN ...........................................................................96
G BEELDUITSNEDE .................................................................97
O NIEUW FORMAAT ...............................................................98
C FOTO DRAAIEN ....................................................................98
E KOPIËREN ...............................................................................99
F VOICE MEMO ......................................................................101
J BEELDVERHOUDING ....................................................... 103
xiii
Inhoudsopgave
Technische informati
Probleemoplossin
Appendi
Het menu Instellingen .............................................................104
Het menu Instellingen gebruiken ...................................... 104
De opties van het menu Instellingen ................................ 105
N TIJDVERSCHIL ................................................................... 108
K FORMATTEREN ................................................................. 109
A WEERGAVE .........................................................................109
B NUMMERING ......................................................................110
I AFSPEELVOLUME .............................................................. 111
J LCD HELDERHEID ............................................................. 111
M UITSCHAKELEN ..................................................................111
j RAW .......................................................................................112
j SCHERPSTELLOEP .............................................................112
P ONTLADEN (Alleen Ni-MH-batterijen) ..................... 113
Tec hnische informatiee
Optionele accessoires ............................................................... 114
Accessoires van FUJIFILM ........................................................115
Onderhoud van de camera .....................................................116
Probleemoplossingg
Probleemoplossing ....................................................................117
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen ...................124
Appendixx
Verklarende woordenlijst ........................................................128
Capaciteit van het interne geheugen of de
geheugenkaart .............................................................................129
Technische gegevens ................................................................130
xiv
Inleiding
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: c Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de ca-
mera correct bedient.
a Mededeling: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten. b Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge­geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de camera meegeleverd:
AA alkalinebatterijen (LR6) (×4) USB-kabel A/V-kabel
Draagriem
• Beginnershandleiding
Voordat u begint
Lensdop cd- rom
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
Inleiding
1 Bedieningsknop ................ 23, 29, 43, 48
2 Functieknop ...........................................6, 21
3 Stroomvoerend koppelstuk .....89–90
4 AF-hulplicht .................................................35
Lampje voor de zelfontspanner .....41
5 Lens
6 ON/OFF-s chakelaar ....................................13
7 Sluiterknop ...................................................19
2
8 d (belichtingscompensatie)-knop ............47
9 I-knop (continu fotograferen) ...................43
10 Afdekkap van de
geheugenkaar t sleuf ............................... 11
11 Riemoog ..........................................................7
12 Geheugenkaartsleuf ..............................11
13 Flitslicht ..........................................................38
14 Microfoon .......................................... 64, 101
15 N-knop ( i t s e r u i t k l a p p e n ) ...........................38
16 Luidspreker ........................................66, 102
17 Afdekkap pool
18 Focusring .......................................................51
19 Zoomring ......................................................16
20 Aansluiting voor HDMI-kabel ...........69
21 Aansluiting voor
A/V- en USB-kabel ................... 69, 71, 80
Inleiding
22 Scherm .............................................................. 5
23 Statiefopzetstuk 24 Afdekkap van het
batterijencompar timent ....................... 8
25 Dioptrieregelaar .......................................... 4
26 Indicatorlampje ......................................... 19
27 ISO-knop (gevoeligheid) ...............................48
k-knop (inzoomweergave) .........................56
28 AE-knop (zelfb elichting) ...............................49
n-knop (uitzoomweergave) ........................56
29 AF-knop (automatische scherps telling)........50
g-knop (Intelligente gezichtsdetectie)
..................................................................... 56, 74
De keuzeknop
Cursor n aar boven
c (instantzoom)-knop (pag. 42)/ b (wissen)-knop (pag. 20)
Curso r naar links
F-knop (macro) (pag. 37)
Cursor naar ben eden
h-knop (zelfontspanner) (pag. 40)
30 AF C-S-M -knop (scherpstelstand) ...............51
info-knop ....................................................... 63
31 WB-knop (witbalans) ....................................53
H-knop (een foto zoeken) ..........................58
32 Elektronische zoeker ................................ 4
33 Oogsensor ...................................................... 4
34 EVF/LCD-knop (schermkeuze) .......................4
35 -knop ( l m o p n a m e ) ................................. 64
36 AE/AF LOCK-knop (vergrendeling zelfbelich-
ting/automatische scherpstelling) .....................36
37 Keuzeknop (zie hieronder)
38 a-knop (afspelen) .......................................55
DISP (display)/BACK-knop
39
MENU/OK-knop (pag. 14)
Cursor naar rechts
N-knop ( i t s e r ) (pag. 38)
............. 17, 18, 55
Voordat u begint
3
De elektronische zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD­scherm, kan worden gebruikt wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waar­door het erg moeilijk is om iets op het scherm te zien. Als AAN is geselecteerd voor de u EVF/LCD AUTO SWITCH in het instellingenmenu (pag. 105), schakelt de elektro- nische beeldzoeker automatisch aan als u uw oog bij de beeldzoeker brengt en het scherm schakelt aan als u uw oog verwijdert (denk eraan dat het mogelijk is dat de oogsensor niet werkt als u een bril draagt of wanneer uw hoofd zich in een bepaalde hoek ten opzichte van de camera bevindt). Om te schakelen tussen het scherm en de elektronische beeldzoeker wanneer UIT is geselecteerd voor de u EVF/LCD AUTO SWITCH, drukt u op de EVF/LCD-knop.
Deze camera heeft een dioptrieinstelling om zich aan individuele oogsterkten aan te passen. Laat de dioptrieregelaar op en neer glijden tot de zoekerweergave scherp­gesteld is.
Inleiding
EVF
LCD
Oogsensor
4
LCD-indicators
LCD-indicators
■■ Opname
10:00
AM
12 / 31/ 2050
250
F
4.5
■■ Afspelen
100-0001
400
12 / 31/ 2050
10:00
AM
2
-
1
1 / 250
F
4.5
3
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen: De weergegeven indicators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
13 Datum en tijd .............................................. 14
14 Temperatuurwaarschuwing .......... 120
15
Aantal beschikbare foto’s
16 Gevoeligheid ..............................................48
17 Beeldkwaliteit en -formaat .......85–86
18 Dynamisch bereik ....................................86
19 FINEPIX-kleur ...............................................87
20 Witbalans.......................................................53
21 Batterijniveau .............................................. 15
22 IS mode ..........................................................17
23 Belichtingsindicator ........................ 32, 47
24 Belichtingscompensatie ......................47
7 Beveiligd beeld..........................................96
8 DPOF-afdrukindicator ...........................73
9 Voice memo-indicator .......................101
...95
10 Framenummer .........................................110
11 Dynamisch bereik ....................................86
56, 97
.................. 129
P
12/31/2050
250
10:00
F
4.5
* a: geeft aan dat er geen geheu-
genkaart in het toestel zit en dat de beelden in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen (pag. 10).
Afspelen
12/31/2050 1/250
10:00
F
4.5
AM
AM
-
1
2
3
800
100-0001
400
1 Intern geheugenindicator * ................10
2 Foto scherpstellen ...........................34, 50
9
3 Stille stand .................................................... 18
N
4 Stand continu opname ........................43
5 Meting .............................................................49
6 Indicator intelligente
gezichtsdete ctie ............................................ 88
7 Opnamestand ............................................21
8 Flitslichtstand .............................................38
9 Macrostand (close-up) ..........................37
10 Indicator zelfontspanner .....................40
11 Scherpstelwaarschuwing .........18, 124
12 Onscherptewaarschuwing ..... 38, 124
1 Geschenkbeeld .........................................55
2 Indicator stille stand ............................... 18
3 Gezicht verzachten .................................26
N
Indicator rode-ogen verwijdering
4 5 Indicator intelligente
gezichtsdete ctie ..................................
6 Indicator afspeelstand ..........................55
Inleiding
Voordat u begint
5
De functieknop
De functieknop
Om een opnamestand te selecteren draait u aan de functieknop en zet u het pictogram van de gewenste opnamestand tegenover het merkteken dat naast de functieknop is aangebracht.
Inleiding
B (AUTOMATISCH): Een handige stand voor eenvoudig fotograferen die wordt aanbe­volen voor wie nog geen ervaring heeft met digitale camera’s (pag. 21).
M (SCÈNEHERKENNING): Een stand voor eenvoudig fotograferen waarin de camera automatisch instelt in functie van de scè­ne (pag. 15).
Adv. (GEAVANCEERD): Geso sticeerde tech- nieken op een makkelijke manier uitge­legd (pag. 21).
SP1, SP2 (ONDERWERPPROGRAMMA): Kies een omgeving die geschikt is voor het on­derwerp of de omstandigheden waarin wordt gefotografeerd en de camera doet de rest (pag. 25).
6
P, S, A, M (pag. 29): Selecteren voor vol­ledige controle over camera-instellingen, inbegrepen lensopening (M en A) en/of sluitersnelheid (M en S).
C (AANGEPAST): Opgeslagen instellingen voor P-, S-, A- en M-modi terugroepen (pag. 33).
N (BEWEGEND PANORAMA): Bewegende panorama’s maken (pag. 27).
De draagriem en de lensdop
De draagriem bevestigen
De lensdop
De draagriem bevestigen
Bevestig de meegeleverde draagriem aan de twee riemogen zoals hieronder wordt weergegeven.
c Attentie
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan de camera vallen.
De lensdop
Om de lensdop te verwijderen of te vervangen, moet u zoals getoond op de vergrendeling drukken.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door het oog en beves­tig de lensdop daarna aan de draagriem.
Eerste stappen
7
De batterijen plaatsen
Omhulsel van de batterij
Omhulsel van de batterij
De camera maakt gebruik van vier AA alkaline-, lithium- of oplaadbare Ni-MH-batterijen. Er worden vier alkalinebatterijen bij de camera meegeleverd. Plaats de batterijen in de camera zoals hieronder wordt be­schreven.
Open de afdekkap van het batterijcomparti-
1
ment.
Schuif de vergrendeling van het batterijcompartimen in de richting die wordt aan­gegeven en open de afdek­kap van het batterijcompar­timent.
a Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voor­dat u de afdekkap van het batterijencompartiment opent.
c Voorzorgsmaatregelen
• Open de afdekkap van het batterijencomparti­ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat­regel kan beschadiging van fotobestanden of ge­heugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap van het batterijencompartiment opent of sluit.
8
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen in de richting die wordt aangege­ven door de “+” en “–” tekens in het batterijcompartiment.
3 Voorzorgsmaatregelen
• Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat­terijcompartiment.
Gebruik nooit batterijen met een
losgeraakt of beschadigd omhulsel en gebruik nooit oude en nieuwe batterijen met verschillende laad­niveaus sa men of verschillen de ty­pes batterijen. Anders kunnen
de batterijen gaan lekken of oververhit geraken.
Gebruik nooit mangaan- of Ni-Cd- batterijen.
• De capaciteit van alkalinebat­terijen hangt af van de fabrikant en daalt bij tem­peraturen lager dan 10°C. We raden het gebruik van Ni-MH-batterijen aan.
Vingerafdrukken of ander vuil op de polen van de batterij kan de levensduur van de batterij verkorten.
Omhulsel van
Omhulsel van de batterij
de batterij
De batterijen plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijcomparti-
3
ment.
Sluit de afdekkap van het bat­terijcompartiment en schuif hem er opnieuw in tot de vergrendeling weer op zijn plaats klikt.
c Attentie
Gebruik hierbij geen geweld. Als de afdekkap van het bat­terijcompartiment niet sluit, controleer dan of de batterijen er in de juiste richting inzitten en probeer het opnieuw.
Het batterijtype kiezen
Nadat u de batterijen hebt ver­vangen door batterijen van een ander type, selecteer het batterij­type door gebruik te maken van de optie T BATTERIJTYPE in het
INSTELLINGEN
AUTO ROT. WEERG. SCHERMKLEUR UITLEG TONEN VIDEO SYST. AANGEP. RESETTEN
SET
BATTERIJTYPE
LITHIUM
ALKALINE
NI-MH
5 6
instellingenmenu (pag. 107) om ervoor te zorgen dat het batterijniveau correct wordt weergegeven en de camera niet onverwacht uitvalt.
b Tip: Een netstroomadapter gebruiken
De camera kan worden gevoed door een optionele net­stroomadapter en een koppelstuk (los verkrijgbaar). Raad­pleeg de handleidingen die bij de netstroomadapter en het koppelstuk worden geleverd voor meer informatie.
Eerste stappen
9
■■ Compatibele geheugenkaarten
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kun­nen er meer foto’s worden opgeslagen op optionele SD-geheugenkaarten (los verkrijgbaar).
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, a dan wordt het interne geheugen gebruikt voor het opslaan en weergeven van foto’s. Omdat het interne geheugen door een storing van de camera zou kunnen worden beschadigd, is het van belang dat u de foto’s die in het interne geheugen zijn opgeslagen regelmatig naar de harde schijf van de computer of andere mediadragers, zoals cd’s of dvd’s, kopieert. De foto’s kunnen ook van het interne geheugen naar een geheugenkaart worden gekopieerd (zie pagina 99). Wis daarna de foto’s uit het interne geheugen om te voorkomen dat het geheugen vol raakt.
Als er een geheugenkaart is geplaatst zoals hieronder wordt beschreven, dan worden de foto’s opgeslagen op de geheugenkaart.
Compatibele geheugenkaarten
De SD- en SDHC-geheugenkaarten, gefabriceerd door FUJIFILM en SanDisk, zijn getest en goedge­keurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaar­ten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html. Met andere geheu- genkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera kan niet gebruikt worden met xD-Picture Cards of met MultiMediaCard (MMC)-apparaten.
c Attentie
SD-geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp van het schakelaartje, voordat u de SD-geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
10
■■ Een geheugenkaar t plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Open de afdekkap van de geheugenkaart-
1
sleuf.
a Opmerking
Controleer of de camera uit­geschakeld is vooraleer de afdekkap van de geheugen-
kaartsleuf te openen.
Plaats de geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart in de getoonde rich­ting en schuif ze in tot ze vastklikt achteraan de sleuf.
Klik!
3 Attentie
Let erop dat u de geheugen­kaart in de juiste richting in de kaartsleuf steekt; steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Als de kaart niet correct ge­plaatst wordt, worden de foto’s opgeslagen op het interne geheugen.
Een geheugenkaart plaatsen
Sluit de geheugenkaartsleuf.
3
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitge­schakeld, druk de geheugenkaart voorzichtig naar beneden en laat hem vervolgens langzaam los. De geheugenkaart kan nu worden verwijderd.
c Voorzorgsmaatregelen
• De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als u op de kaart drukt en deze vervolgens te abrupt los­laat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald, kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Eerste stappen
11
Een geheugenkaart plaatsen
c Voorzorgsmaatregelen
Voorkom dat de camera word t uitgeschakeld of dat d e geheugenkaart wo rdt verwijderd ter wijl de camera bezig is me t het formatteren van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. Anders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
• Formatteer de geheugenkaarten voor het eerste gebruik of na gebruik in een computer of ander apparaat. Zie pagina 109 voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD- of microSD-adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD-geheugenkaart, wor­den mogelijk niet goed uitgeworpen; breng de camera naar een erkend servicecenter als de geheugenkaart in de camera vast blijft zitten. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD-geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik een kaart met een schrijfsnelheid van klasse 4 (4MB/sec.) of beter, wanneer u  lms in HD opneemt.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of bescha­digd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen; kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of hernoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
12
De camera in- en uitschakelen
Draai de ON/OFF-schakelaar op ON om camera in te schakelen.
OFF (UIT) te selecteren en de camera uit te schakelen.
b Tip: Over schakelen naar de a fspeelstan d
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk op­nieuw op de a-knop of druk de sluiterknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
c Attentie
Vlekken en vuil op de lens beïnvloeden de kwaliteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
b Tip: Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de ca­mera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld via het menu M UITSCHAKELEN (p a g . 111). Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automa­tisch werd uitgeschakeld, draait u de ON/OFF-schakelaar op OFF en dan weer op ON.
Eerste stappen
13
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 105 voor informatie over het opnieuw instellen van de klok of het veranderen van de taal).
Kies een taal.
1
START MENU
ENGLISH
FRANCAIS DEUTSCH ESPAÑOL PORTUGUÊS
NOSET
Stel de datum en tijd in.
2
DATUM/TIJD NIET INGESTELD
2012 2011
1. 1 12
2010
JJ. MM. DD
2009 2008
AFBREKENOK
b Tip: De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, dan wordt de klok weer teruggezet en verschijnt het taalkeuzevenster wanneer de camera weer wordt ingeschakeld. Als de batterijen enige tijd in de camera hebben gezeten, of als gedurende ongeveer tien uur een optionele netstroomadapter aangesloten is geweest, dan kunnen de batterijen gedurende ongeveer zeven dagen uit de camera worden gehaald zonder dat de klok- en taalopties opnieuw ingesteld hoeven te worden.
14
1.1 Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om een taal te kiezen.
1.2 Druk op MENU/OK.
2.1 Druk op de keuzeknop links of rechts om het jaar, de maand, de da-
tum, de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuzeknop
:
00
omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om de volg-
AM
orde te veranderen waarin het jaar, de maand en de datum worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op de keuze­knop omhoog of omlaag.
2.2
Druk op MENU/OK. Er wordt een bericht weergegeven over het batterijty­pe; als het type verschilt van het type dat in de camera werd geplaatst, maak dan gebruik van de optie in het instellingenmenu T BATTERIJ- TYPE (pag. 107) om het correcte type te speci ceren.
Foto’s nemen in de M-modus (scèneherkenning)
Indica tor
Beschr ijving
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s in de M-modus kunt nemen (voor andere opname­opties, raadpleeg pagina 21).
Schakel de camera in.
1
Draai de ON/OFF-scha- kelaar naar ON.
Selecteer de M-modus.
2
Draai de functieknop naar M.
M
In deze stand analyseert de came­ra automatisch de compositie en wordt de juiste omgevingsstand geselecteerd in functie van het onderwerp en de opnameomstan­digheden:
b (PORTRET): Portret van personen.
c (LANDSCHAP): Kunstmatig of natuurlijk landschap.
d (NACHT): Slecht verlicht landschap.
e (MACRO): Onderwerp dicht bij camera.
f (NACHTPORTRET): Slecht verlicht portret.
g (POR TRET MET TEGENLI CHT): Portret met tegenlicht. a (AUTO) wordt geselecteerd als geen van bovenstaande elementen wordt gedetecteerd.
Geselecteerde scène
Controleer het batterijniveau.
3
Controleer het batterijniveau op het LCD-scherm.
Indicator
De batterijen zijn gedeeltelijk leeg.
De batterijen zijn vrijwel leeg. Laad de
B
batterijen zo snel mogelijk op.
(roo d)
A
De batterijen zijn volledig leeg. Schakel
(knippert
de camera uit en vervang de batterijen.
rood)
1 Opmerking
Het is mogelijk dat er geen batterijwaarschuwing wordt weergegeven voordat de camera uitschakelt, vooral wan­neer de batterijen opnieuw gebruikt werden nadat ze al eens volledig leeg waren geweest. Het stroomverbruik varieert sterk in functie van de modus; het is mogelijk dat een waarschuwing voor een laag batterijniveau (B) niet wordt weergegeven of dat het pas wordt weergegeven kort voordat de camera uitschakelt in bepaalde modi of wanneer er overgeschakeld wordt van de opname- naar de afspeelstand.
Beschrijving
Eenvoudig fotograferen en afspelen
15
Foto’s nemen in de M-modus (scèneherkenning)
2
x
25
x
Bepaal de compositie.
4
Maak gebruik van de zoom­ring om de compositie in het scherm te plaatsen.
Naar links draaien om
uit te zoomen
Zoom indica tor
Zoom ring
Naar rechts draaien om
in te zoomen
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met beide handen vast en laat uw ellebogen rusten in uw zij. Bewegen of een onvaste hand kan bewegingson­scherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere voor­werpen uit de buurt van de lens en de  itser om te voorkomen dat de foto’s onscherp of te donker (on­derbelicht) worden.
25
2
x
x
Zoomverhoudingen
b Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 34) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het centrum van het kader bevinden.
16
Loading...
+ 119 hidden pages