FRANKE FDW 4510 E8P E Daily Reference Guide [nl]

INHOUDSOPGAVE
OVERZICHT .......................................................................................................................................................................................... 59
EERSTE GEBRUIK ................................................................................................................................................................................ 60
PROGRAMMATABEL .......................................................................................................................................................................... 61
OPTIES EN FUNCTIE .......................................................................................................................................................................... 62
REKKEN VULLEN ................................................................................................................................................................................. 62
DAGELIJKS GEBRUIK ......................................................................................................................................................................... 63
REINIGING EN ONDERHOUD ........................................................................................................................................................ 65
INSTALLATIE ......................................................................................................................................................................................... 66
PROBLEMEN OPLOSSEN .................................................................................................................................................................. 67
ONDERSTEUNING .............................................................................................................................................................................. 68
58
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Voordat u het apparaat gebruikt leest u de Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
OVERZICHT
NL
Service:
0000 000 00000
13
1
2
3
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
6. Lege ruimte
1. Bovenste rek
4
5
10
6
7
8
9
7. Bestekkorf
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
1112
13. Bedieningspaneel
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets
3. Controlelampje zout bijvullen
4. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
5. Nummer programma en controlelampje tijd van uitstel
6. Controlelampje tablet (tab)
11
7. Display
8. Controlelampje Multizone
9. Multizone toets
10. Uitstel toets
11. Start/Pauze-toets met controlelampje/ Tablet (Tab)
59
C
D
EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische borgelementen uit het bovenste rek.
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is noodzakelijk dat HET ZOUTRESERVOIR NOOIT LEEG IS.
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld. Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachine
(zie OVERZICHT) en moet worden gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt..
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongebruikelijk dat er een beetje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutre-
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid­del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure he­lemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten om corrosie te voorkomen.
.....................................................................................................................................................................................
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke wa­terhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleveran­cier worden opgevraagd. De fabrieksinstelling is voor gemiddelde waterhardheid.
sten weg van de opening.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• De toets P 5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje van het zout knipperen allebei.
• De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecteren (zie TABEL WATERHARDHEID).
Tabel waterhardheid
Niveau
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 0 - 7
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 8 - 14
3 Gemiddeld 12 - 16 21 - 29 15 - 20
4 Hard 17 - 34 30 - 60 21 - 42
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90 43 - 62
• Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid! Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT BIJ­VULLEN uitgeschakeld.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzachter en het verwarmingselement beschadigd raken als gevolg van de ac­cumulatie van ketelsteen. Het gebruik van zout wordt aanbevolen met elk type vaatwasmiddel.
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
°Clark
Engelse graden
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het contro- lelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display brandt.
A
B
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en om-
hoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Het gebruik van vaatwasmiddelen die niet bedoeld zijn voor vaatwa­smachines kan de slechte werking van het apparaat veroorzaken of het beschadigen.
Gebruik de opening apparaat C om het vaatwasmiddeldoseerbakje te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje D invoeren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
• De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
• Driemaal op de toets P drukken - er klinkt een pieptoon.
• Inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje van het glansspoelmiddel knipperen.
• De toets P indrukken om het niveau van het te leveren glansspoel­middel te selecteren.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid! Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op NUL (ECO) zal geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANS­SPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is. Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het model af­wasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model. Volg de bo­venstaande instructies om te controleren of dat ook voor uw machine geldt.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (1-2).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (3-4).
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid toe te voegen. In het doseerbakje D vindt u de aanwijzingen voor het doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog
te trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet. Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment, volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het program- ma dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten worden bereikt.
60
PROGRAMMATABEL
NL
Programma
1. Eco 50°
2. Auto Intensief 65°
3. Auto Gemengd 55°
4. Kristallen
5. Snel 30’ 50°
6. Stil 50°
7. Desinfecterende 65°
8. Voorspoelen
45°
- -
Drogen
-
fase
Beschikbare
functies
Duur van
*)
wasprogramma
2:20 - 3:00 16,0 - 18,0 1,20 - 1,40
2:10 - 2:50 14,5 - 16,0 1,05 - 1,25
**)
(h:min)
4:00 9,0 0,76
1:40 12,0 1,00
0:30 9,0 0,50
3:35 16,5 1,00
1:40 12,0 1,30
0:10 4,5 0,01
Waterverbruik
(liter/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 60436:2020.
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) Waarden aangegeven voor andere programma’s dan het Eco-programma zijn slechts indicatief. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
BESCHRIJVING PROGRAMMA’S
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
1 ECO
Het Eco-programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild vaatwerk, dat voor dit gebruik het meest eciënte programma is wat betreft de combinatie van energie- en waterverbruik en in overeen­stemming is met de Europese Ecodesign-wetgeving.
2 AUTO INTENSIEF
Automatisch programma voor zwaar vervuild vaatwerk en pannen (mag niet gebruikt worden voor kwetsbare stukken).
3 AUTO GEMENGD
Automatisch programma voor normaal vervuilde pannen en vaatwerk.
4 KRISTALLEN
Programma voor kwetsbare stukken die gevoeliger zijn voor hoge tem­peraturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
5 SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor een halve lading licht vervuil­de vaat zonder opgedroogde etensresten. Heeft geen droogfase.
6 STIL
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Garandeert een opti­male reinigende en drogende werking met de laagste geluidsemissie.
7 DESINFECTERENDE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële afwas­fase. Kan gebruikt worden voor het uitvoeren van onderhoud aan de afwasmachine.
8 VOORSPOELEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet wor­den. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Gelieve er rekening mee te houden dat de cyclus Snel 30’ bedoeld is voor licht vervuilde vaat.
61
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL). Als een optie niet com-
patibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL) gaat de bijbehorende LED 3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen.
De optie wordt niet ingeschakeld.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading» worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel te besparen. Selecteer het programma en druk daarna op de MULTIZONE-toets: het symbool van het gekozen rek verschijnt op het display. Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle rekken. Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald rek af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het apparaat wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig te verlagen. Als het bovenste rek is verwijderd, breng dan het vaatwasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats van in het vaatwasmiddelreservoir.
UITSTEL
De starttijd van het programma kan worden uitgesteld voor een periode tussen 1 en 12 uur.
1. De UITSTEL-toets indrukken: het overeenkomstige symbool «
verschijnt op het display; telkens wanneer u de toets indrukt zal de
tijd (1u, 2u, enz. tot max. 12 u) vanaf het begin van het geselecteerde
wasprogramma worden verhoogd.
2. Kies het wasprogramma, druk op de toets START/PAUZE en sluit
binnen 4 seconden de deur: de timer begint met aftellen.
3. Wanneer de tijd verstreken is, wordt het controlelampje «
uitgeschakeld en begint het wasprogramma. Druk op de UITSTEL-toets om de uitsteltijd aan te passen en een kortere periode te selecteren. Om te wissen, druk de toets herhaaldelijk in totdat het controlelampje «h» van de gekozen uitstelstart wordt uitgeschakeld.
Wanneer er een wasprogramma is gestart, kan de UITSTEL-functie niet meer worden ingesteld.
.....................................................................................................................................................................................
TABLET (Tab)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma geoptima­liseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel dat gebruikt wordt. Druk de toets START/PAUSE gedurende 3 seconden in (het bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde vaatwasmiddelen in ta­bletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze optie worden uitgeschakeld.
REKKEN VULLEN
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: gla­zen, kopjes, schoteltjes, lage saladekommen.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
....................................................................................................................................................................................
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kun­nen worden opgevouwen of opengevouwen voor een optimale rangschikking van het ser­viesgoed in het rek. in de opvouwbare kleppen worden geplaatst door de steel van elk glas in de overeenkomsti­ge sleuven in te voeren. Afhankelijk van het model:
– om de kleppen open te vouwen moet
u ze omhoog schuiven en roteren of ze losmaken van de klemmen en omlaag trekken.
– om de kleppen op te vouwen moet u ze roteren en omlaag
schuiven of ze omhoog trekken en aan de klemmen vastmaken.
Wijnglazen kunnen veilig
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om opti­maal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste rek zijn geladen te vo­orkomen. Het bovenste rek is uitgerust met een hoogteversteller bovenste rek (zie afbeelding) , zonder op de hefbomen te hoeven drukken, opheen door gewoon de zijkanten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat. Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de zijkanten van het rek druk­ken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
....................................................................................................................................................................................
SCHUIFLADE
Het bovenste rek is uitgerust met een schuiade, die kan worden gebruikt voor het vasthouden van klein serviesgoed en bestek. Voorkom dat groot serviesgoed di­rect onder de lade wordt geplaatst, voor de beste wasprestaties. De lade is uitneembaar.
62
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekom­men, bestek enz. Grote platen en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de sproeierar­men te voorkomen.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
Het onderste rek heeft een lege ruimte A (in geselecteerde modellen met verschillende nummers en posities), een speciale uittrekbare steun aan de achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter on­dersteuning van koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder ruimte in beslag nemen. Om het te gebruiken enkel het gekleurde handvat vasthouden en het naar boven trekken B, terwijl het naar voren wordt gedraaid. De ste­unen kunnen naar rechts en links schuiven om zich aan de grootte van het serviesgoed aan te passen.
NL
BESTEKKORF
Het is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het bestek beter te kunnen rangschikken. Het mag alleen aan de voorkant van het onder­ste rek worden geplaatst.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen mo­eten in de bestekmand worden gezet met de punten naar beneden gericht of horizontaal geplaatst in de opklapbare compartimenten op het bovenste rek.
A
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizon­tale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
B
DAGELIJKS GEBRUIK
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) door de P-toets in te drukken. Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het de wascyclus door op de START/Pauze-toets (het ledlamp­je brandt) te drukken en de deur binnen 4 seconden te sluiten. U hoort een enkele piep wanneer het programma start. Als de deur niet binnen 4 seconden is gesloten, hoort u een geluid ter waarschuwing. Open in dat geval de deur, druk op de START/Pauze-toets en sluit de deur weer binnen 4 seconden.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven door pieptonen en
door knipperen van het nummer van de wascyclus op het display.
De deur openen en het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT te drukken.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwi-
jderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te
beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiv­iteit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkom­stig worden verminderd.
63
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als u een verkeerd programma heeft gekozen, kunt u het programma wijzigen mits het net is begonnen: open de deur en houd de AAN/UIT-toets ingedrukt. De machine wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start de was­cyclus door de START/Pauze-toets in te drukken en de deur te sluiten binnen 4 seconden.
....................................................................................................................................................................................
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Open de deur (START/Pauze-ledlampje begint te knipperen) zonder de machine uit te schakelen (pas op voor hete stoom!) en plaats het serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de START/Pauze-toets en sluit de deur binnen 4 seconden. Het programma gaat verder vanaf het punt waarop het was onderbroken.
ADVIEZEN EN TIPS
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur geopend wordt tijdens de wascyclus, of als er sprake is van een stroomonderbreking, stopt het programma. Om de cyclus te hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken, drukt u op de START/Pauze-toets-knop en sluit u de deur binnen 4 seconden.
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo­ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen. Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien. Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand. Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla­atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre­staties hebben. Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun­nen draaien.
.....................................................................................................................................................................................
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen van
vaatwerk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER ENERGIE en water dan met de hand afwassen.
• Om de eciëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de vaat- wasmachine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwasma­chine vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant draagt bij tot het besparen van energie en water. Informatie over het correct laden van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN VULLEN. Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de speciaal daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken (Multizone) en enkel geselecteerde rekken te vullen. De vaatwasma­chine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik van de hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het geluidsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
• Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en ener­gieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasma­chine moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder lading draaien.
.....................................................................................................................................................................................
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Artikelen die niet vaatwasmachinebestendig zijn:
• Houten schalen, potten of pannen: deze kunnen worden bescha­digd door de hoge wastemperaturen.
• Met de hand gemaakte artikelen: deze zijn zelden geschikt om in de vaatwasser te wassen. De relatief hoge watertemperatuur en de gebruikte reinigingsmiddelen kunnen deze beschadigen.
• Plastic schotels: deze zijn niet hittebestendig en kunnen hun vorm verliezen. Hittebestendige plastic schalen moeten in de bovenste korf worden gewassen.
• Schotels en voorwerpen in koper, tin, zink of messing: deze hebben de neiging vlekken te maken.
• Aluminium gerechten: artikelen gemaakt van geanodiseerd alumi­nium kunnen hun kleur verliezen.
• Zilverwerk: zilveren voorwerpen kunnen vlekken vertonen.
• Glas en kristal: in het algemeen kunnen glazen en kristallen voor­werpen in de vaatwasser worden gewassen. Bepaalde glassoorten en kristallen kunnen echter saai worden en na veel wasbeurten hun helderheid verliezen. Daarom raden we u aan voor deze items het minst agressieve programma te gebruiken dat beschikbaar is.
• Versierde items: de versierde objecten die op de markt zijn, zijn over het algemeen in staat om in de vaatwasser te wassen, hoewel de kleuren na een groot aantal wasbeurten kunnen vervagen. Als u twijfelt over de kleurvastheid, is het raadzaam om slechts een paar items tegelijk te wassen gedurende ongeveer een maand.
.....................................................................................................................................................................................
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma
afgelopen is.
64
REINIGING EN ONDERHOUD
NL
Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen brandbare vloeistof-
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat kun­nen worden verwijderd met een doek die is bevochti­gd met water en een beetje azijn. De externe oppervlakken van de machine en het be­dieningspaneel kunnen met een niet-schurende doek, bevochtigd met water worden gereinigd. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
.....................................................................................................................................................................................
fen om de machine schoon te maken
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrij­gen via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer. Afhankelijk van het type slang:
.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Always keep the door of the appliance ajar in order to avoid moisture from forming and being trapped inside the machine. Clean the seals around the door and detergent dispensers regularly using a damp sponge. This will avoid food becoming trapped in the se­als, which is the main cause behind the formation of unpleasant odours.
.....................................................................................................................................................................................
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverhe­den. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de wate­rinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig con­troleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de slang wellicht lek en moet worden vervangen. Voor waterstopslangen: controleer het kleine veiligheidsklepinspec­tievenster (zie pijl). Als het rood is werd de waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een nieuwe worden vervangen. Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl de slang wordt losgeschroefd.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte lters of vreemde vo­orwerpen in het ltersysteem of de sproeiarmen kan de slechte wer­king ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger verbruik van hulpbronnen veroorzaken. Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten cir­culeren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als het lter is losgeraakt.
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het l­tersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein, beende-
ren, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ- DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail) (Afb. 4)
1 2
B
A
A
3 4
C
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt. Voor het verwijderen van de boven­ste sproeierarm de kunststof bor­gring linksom draaien. De bovenste
sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te trekken.
65
WATERVERZACHTEND SYSTEEM
Waterverzachters reduceren automatisch de waterhardheid en voorkomen bijgevolg ketelsteenvorming op de verwarmer en dragen bij tot een eciëntere reiniging.
Dit systeem wordt automatisch met zout geregenereerd, u dient dus het zoutreservoir te vullen wanneer het leeg is.
De frequentie van de regeneratie hangt af van de instelling van het waterhardheidniveau - standaard wordt de regeneratie uitgevoerd om de 6 Eco-cyclussen met het waterhardheidniveau ingesteld op 3.
INSTALLATIE
Het regeneratieproces start tijdens de laatste spoeling en eindigt tijdens de droogfase, voordat de cyclus beëindigt.
• Eén enkele regeneratie verbruikt: ~3,5 liter water;
• Doet de cyclus 5 minuten langer duren;
• Verbruikt minder dan 0,005 kWh energie.
Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is,
kan het op de rug worden gekanteld.
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd. De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie. Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen komen of dat de slangen geplet worden.
.....................................................................................................................................................................................
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
• Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
• De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie en de
kraan open draaien. Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met een specialistische winkel of een erkende technicus. De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel Techni­sche Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine naar behoren functioneren. Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet samengedrukt is. SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE WATERTOEVOERSLANG:
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK
.....................................................................................................................................................................................
0,05 ÷ 1 MPa (0.5 ÷ 10 bar) 7,25 – 145 psi
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang aansluiten op een aftapleiding met een minimale dia­meter van 2 cm A. De aansluiting van de afvoerslang moet op een ho­ogte zijn, variërend van 40 tot 80 cm vanaf de vloer of het oppervlak waar de afwasmachine op rust. Verwijder voordat u de waterafvoers­lang aansluit op de gootsteenafvoer de plastic plug B.
MAX 80 cm
MIN 40 cm
.....................................................................................................................................................................................
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij defecten of lekken binnen het apparaat. Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra veiligheidssysteem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging zelfs garandeert bij een breuk in de toevoerslang. De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoerslang mag onder geen be­ding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
• De aansluiting geaard s en aan de huidige regelgeving oldoet;
Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting van het apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie OVERZICHT).
• Het netspanningsvoltage valt binnen de waarden die staan aange­geven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
• Het stopcontact is compatibel met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker te vervangen (zie ONDERSTEUNING). Gebruik geen verlengkabels of me­ervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd moeten de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn. De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn. Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door de fabri­kant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke gevaren te voorkomen. Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze voorschriften niet worden nageleefd. The Company shall not be held responsible for any incidents, if these regulations are not observed.
.....................................................................................................................................................................................
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer ongelijk is kunnen de voorste poten van het apparaat worden afge­steld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct waterpas staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het beweegt of trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet de zelfklevende transparante strip onder de houten plank vastplakken, om het te beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant van de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel met een opening van 8 mm. De moersleutel naar rechts draaien om de hoogte te vergroten en naar links om de hoogte te verkleinen.
.....................................................................................................................................................................................
AFMETINGEN EN CAPACITEIT:
BREEDTE 448 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
VERMOGEN 10 standaard couverts
66
NL
PROBLEMEN OPLOSSEN
Als uw vaatwasmachine niet goed werkt, doorloopt u de onderstaande lijst om te controleren u of u het probleem kunt verhelpen. Voor ande­re fouten of problemen neemt u contact op met de bevoegde Consumentenservice, de contactgegevens ervan vindt u in de garantieboekje. De fabrikant verzekert dat de reserveonderdelen tenminste 10 jaren na de datum van productie van dit apparaat te verkrijgen zullen zijn.
PROBLEMEN
Zoutindicator
brandt
Glansspoel­middelindicator brandt
De afwasmachi­ne start niet of reageert niet op opdrachten.
De afwasmachine pompt niet af. Weergave op het display: 3 en de AAN/UIT-led knippert snel.
De afwasmachine maakt veel lawaai.
Het vaatwerk is niet schoon.
De afwasmachine vult zich niet met water. Weergave op het display: H, 6 en de AAN/UIT-led knippert snel.
De vaatwasma­chine beëindigt de cyclus voor­tijdig. Weergave op het display: 15 en de AAN/UIT-led knippert snel.
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Zoutreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het zoutniveau blijven branden gedurende een aantal afwascycli).
Glansspoelmiddelreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het glansspoelmiddel blijven branden gedu­rende een aantal afwascycli).
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten. De cyclus wordt onderbroken als de deur > 4 seconden wordt geopend.
Het reageert niet op opdrachten. Weergave op het display: 9 of 12 en de AAN/UIT-led knippert snel
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN). De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien,
ze worden door het vaatwerk belemmerd. Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL). Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd. De dop op het glansspoelmiddelcomparti­ment is niet correct afgesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
Geen water in de watertoevoer of de kraan is gesloten.
Er zit een knik in de toevoerslang.
De zeef in de watertoevoerslang is ver­stopt; het moet gereinigd worden.
De afvoerslang bevindt zich te laag of heveling in het huishoudelijke afvalwater­systeem.
Lucht in watertoevoer. Controleer de watertoevoer op lekken of andere problemen die lucht inlaten.
Vul reservoir bij met zout (voor meer informatie - raadpleeg pagina 60). Pas de waterhardheid aan - zie tabel, pagina 60.
Vul reservoir bij met glansspoelmiddel (voor meer informatie - raadpleeg pagina 60).
Om veiligheidsredenen wordt de vaatwasmachine niet automatisch opnieuw gestart wanneer er opnieuw stroom is. Open de deur van de vaatwasmachi­ne, druk op de START/Pauze-toets en sluit de deur binnen 4 sec.
De deur krachtig aanduwen totdat u de „klik” hoort.
Druk op START/Pauze en sluit de deur binnen 4 seconden.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma opnieuw starten. Als het probleem aanblijft, trekt u de stekker van het apparaat 1 minuut lang uit, breng dan de stekker terug in.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN). Start de actuele wascyclus opnieuw: schakel de afwasmachine UIT, vervolgens terug in, selecteer een nieuw pro­gramma, druk op START/Pauze en sluit de deur binnen 4 seconden. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of dat de kraan loopt.
Controleer of er geen knik in de toevoerslang zit (zie INSTALLATIE), de afwa- smachine herprogrammeren en rebooten.
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine uitschakelen en inscha­kelen en een nieuw programma starten.
Controleer of het uiteinde van de afvoerslang zich op de juiste hoogte be­vindt (zie INSTALLATIE).Controleer de heveling in het huishoudelijke afvalwa­tersysteem, installeer zo nodig een luchttoevoerklep.
67
ONDERSTEUNING
012
Neem bij bedieningsproblemen contact op met een technisch servicecentrum van Franke. Maak nooit gebruik van de diensten van onbevoegde technici.
Speciceer:
– soort storing – apparaatmodel (art.)
– serienummer (S.N.) Wanneer u contact opneemt met de consumentenservice moet u de codes vermelden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de linker- of rechterkant in de deur van de afwasmachine.
De modelinformatie kan gevonden worden aan de hand van de QR-code die op het energielabel aangegeven is. Het label bevat ook de model-ID die kan worden gebruikt om het portaal van het register te raadplegen op https://eprel.ec.europa.eu (disponible en determinados modelos solamente).
© Franke Technology and Trademark Ltd., Switzerland
Built-in dishwasher /
FDW XXX XXX XXX
XXXXXXXXXXXX
Made in Poland /
Energy efficiency class for RF A Safety class I
XXX-XXX V ~XX Hz X,XX Max.XXXX W XXXX W
XXXXXXXXXXXX
XXX.XXXX.XXX
TYPE: DWX-DEAXXX-X
XX A
÷
X MPa
WWW.FRANCE.COM
xxxxxxxxxxxx
I.C.
FXXXXXXRMMDDXXXX
[CERTIFICATION AREA]
FDW XXX XXX XXX
[BAR-CODE AREA]
XXXXXXXXXXXX
S/N
xxxxxxxxxxxx
68
Loading...