ETNA CM244ZT User manual

0 (0)

GEBRUIKSAANWIJZING MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG INSTRUCTIONS FOR USE

MAGNETRON

FOUR MICRO ONDES MIKROWELLENHERD MICROWAVE OVEN

CM244ZT

NL

FR

DE

EN

Gebruiksaanwijzing

NL 3 - NL 27

Notice d’utilisation

FR 3 - FR 27

Bedienungsanleitung

DE 3 - DE 27

Instructions for use

EN 3 - EN 27

Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme - Pictograms used

Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés

Benutzte Piktogramme - Pictograms used

Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 2

INHOUD

Uw combi-magnetron

 

Inleiding

4

 

 

Bedieningspaneel

5

 

Toestelbeschrijving

6

 

Vóór het eerste gebruik

7

 

 

De klok instellen

7

 

Magnetron gebruik

8

 

Algemeen

10

 

 

Ovenfuncties tabel

11

 

Magnetronfuncties

13

 

Ovenfuncties

14

 

Combimagnetron-functies

15

 

Automatische kookprogramma’s

16

 

Voorverwarmen

18

 

Kinderslot

19

 

Pauze

19

 

Kooktips

20

 

Houd uw toestel mooi

24

Vóór gebruik

 

Gebruik

 

Kooktips

 

Onderhoud

 

 

 

 

Storingen

 

 

Wat moet ik doen als...

25

 

Technische specificaties

 

 

Productspecificaties

26

 

Uw oven en het milieu

 

 

Afvoer van het apparaat en de verpakking

27

 

NL 3

UW COMBI-MAGNETRON

Inleiding

Koken in uw nieuwe combi-magnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is uiterst simpel te bedienen, mede dankzij de automatische kooken ontdooiprogramma’s.

In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid, bediening en het onderhoud van uw combi-magnetron.

Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat gaat gebruiken!

Lees deze gebruikershandleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.

De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.

NL 4

UW COMBI-MAGNETRON

Bedieningspaneel

01

02 03

04

05

06

07

08

09

1.Functieknop

2.Vermogen-/gewichttoets

3.Snel voorverwarmen toets

4.Aan-/uittoets

5.Temperatuur-/automenutoets

6.Kloktoets

7.Start-/pauzetoets

8.Kinderslot

9.Selectieknop

NL 5

ETNA CM244ZT User manual

UW COMBI-MAGNETRON

Toestelbeschrijving

1

2

3

4

5

6

1.Bedieningspaneel

2.Verlichting

3.Grillelement

4.Inschuifniveau’s

5.Deurscharnier

6.Glasruit magnetrondeur

De volgende toebehoren worden bij uw oven geleverd:

• Rond rooster; wordt voornamelijk gebruikt voor ovenfuncties. Te gebruiken voor het bakken van gerechten.

• Draaiplateau met aandrijving;

Gebruik de combi-magnetron nooit zonder het draaiplateau. Te gebruiken voor het verwarmen en ontdooien van gerechten.

NL 6

VÓÓR GEBRUIK

Vóór het eerste gebruik

Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer de combi-magnetron op beschadigingen.

Gebruik de combi-magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.

Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.

Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.

Leg het draaiplateau in het midden van de ovenruimte met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden.

• De magnetron mag niet gebruikt worden zonder draaiplateau.

De klok instellen

Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektriciteitsnet­ wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen. In de display knippert ‘00:00’. De klok loopt zolang de combi-magnetron op netspanning is aangesloten.

1. Draai aan de selectieknop om de tijd in te stellen (tussen 00:00 en 23:59).

Na het instellen hoort u een geluidssignaal en de tijd stopt met knipperen. De klok is ingesteld.

Opmerkingen

• Als u op een later tijdstip de tijd wilt wijzigen, moet u eerst lang op de kloktoets drukken. De actuele tijd verdwijnt en vervolgens knippert de tijd.

Draai aan de selectieknop om de nieuwe tijd in te stellen en druk vervolgens weer op de kloktoets ter bevestiging.

Als u de tijd niet in de display wilt zien, drukt u kort op de kloktoets. De tijd verdwijnt. Druk nogmaals kort op de kloktoets en de tijd verschijnt weer in de display.

NL 7

VÓÓR GEBRUIK

Magnetron gebruik

Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie maakt het mogelijk om voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten.

De magnetron wordt gebruikt bij:

Magnetronfunctie

Combi-functie

Kookprincipe

1.De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid door middel van een distributiesysteem. Het voedsel wordt zo gelijkmatig gegaard.

2.De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel geabsorbeerd. Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.

3.De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de eigenschappen van het voedsel:

Hoeveelheid en dichtheidWatergehalte

Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)

Belangrijk

Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen gaat door, zelfs als u het voedsel uit de oven hebt gehaald.

Rusttijden in recepten en in dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te zorgen voor:

Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.

Gelijke temperaturen in alle delen van het voedsel.

Richtlijnen voor magnetronkookgerei

Kookgerei dat u voor de magnetronfunctie gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Gebruik daarom geen

metalen kookgerei. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het magnetronbestendig is, kan veilig worden gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie over geschikt kookgerei de volgende richtlijnen en gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de magnetronfunctie gebruikt.

NL 8

VÓÓR GEBRUIK

Kookgerei

Magnetron-

Opmerkingen

 

bestendig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aluminiumfolie

37

Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te voorkomen

 

 

 

 

dat bepaalde delen van het voedsel te gaar worden.

 

 

 

 

Vonkontlading kan voorkomen als de folie zich te dicht bij de

 

 

 

 

ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.

 

Porselein en aardewerk

3

Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en ivoorporselein

 

 

 

 

zijn doorgaans geschikt, tenzij ze zijn voorzien van een metalen

 

 

 

 

randje.

 

Wegwerpservies van

3

Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in wegwerpservies.

 

polyester of karton

 

 

 

Fastfoodverpakkingen

 

 

 

Polystyreenbekers

3

Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel.

 

Papieren zakken

Bij oververhitting kan het polystyreen smelten.

 

 

 

 

of krantenpapier

7

 

 

Gerecycled papier

Kan vlam vatten.

 

 

 

 

of metalen randjes

 

 

 

 

 

7

Kan vonkontlading veroorzaken.

 

Glaswerk

3

Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een metalen randje.

 

Ovenschalen

 

Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel of

 

Fijn glaswerk

 

vloeistoffen. Dun glas kan breken of barsten bij plotselinge

 

Glazen potten

 

verhitting.

 

 

 

 

Het deksel moet worden verwijderd. Alleen geschikt voor

 

 

 

 

verwarmen.

 

Metaal

 

7

Kan vonkontlading of brand veroorzaken.

 

Papier

 

3

Voor korte bereidingstijden en verwarmen. Voor het absorberen

 

 

 

Borden, bekers,

 

van overtollig vocht.

 

 

keukenpapier

7

 

 

Gerecycled papier

Kan vonkontlading veroorzaken.

 

 

 

 

 

 

 

Kunststof

3

Met name hittebestendig thermoplastisch materiaal. Andere

 

 

 

 

soorten plastic kunnen kromtrekken of verkleuren bij hoge

 

 

 

 

temperaturen. Gebruik geen melamineplastic. Kan worden

 

 

 

 

gebruikt om vocht vast te houden. Mag het voedsel niet

 

 

 

 

aanraken. Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert;

 

 

 

 

er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien kookof

 

 

 

 

ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn. Indien nodig inprikken

 

 

 

 

met een vork.

 

 

 

 

 

 

3

: Aanbevolen

 

 

 

37

: Voorzichtig

 

 

 

7: Onveilig

NL 9

GEBRUIK

Algemeen

Magnetronvermogens

In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf magnetronvermogens u kunt kiezen en voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk het vermogen te wijzigen door op de desbetreffende toets te drukken.

Vermogen

Gerecht

900 W

- Water koken, opwarmen

 

- Koken van kip, vis en groenten

700 W

- Opwarmen

 

- Koken van paddestoelen en schaaldieren

 

- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten

450 W

- Koken van rijst en soep

300 W

- Ontdooien

 

- Chocola en boter smelten

100 W

- Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten

 

- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten

 

- Consumptie-ijs zacht maken

 

- Laten rijzen van deeg

Temperatuur wijzigen

Tijdens gebruik is het mogelijk de temperatuur te wijzigen. De status van de temperatuur is af te lezen in de LED-balk. De ingestelde temperatuur is bereikt als alle blokjes van de LED-balk verlicht zijn.

Kookduur wijzigen

Tijdens gebruik is het mogelijk de kookduur te wijzigen. De stappen voor het instellen van de kookduur zijn als volgt (de maximale kookduur is afhankelijk van de gekozen modus):

Instellen

0 - 1 min.

1 - 5 min.

5 - 15 min.

15 - 60 min.

60 min.+

 

 

 

 

 

 

Stap

1 sec.

10 sec.

30 sec.

1 min.

5 min.

 

 

 

 

 

 

NL 10

GEBRUIK

Ovenfuncties tabel

Raadpleeg onderstaande tabel voor het kiezen van de juiste ovenstand. Lees ook de instructies op de verpakking voor het bereiden van het gerecht.

 

Functie

Modus

 

 

 

Magnetron

 

Magnetron

Magnetron

 

 

 

 

 

 

 

 

• Gebruik de magnetronfunctie om groenten,

 

 

 

 

 

aardappelen, rijst, vis en vlees te koken en op

 

 

 

 

 

te warmen.

 

Oven

 

Hetelucht

Hetelucht

 

 

 

 

 

 

• Met de hetelucht oven kunt u gerechten

 

 

 

 

bereiden op dezelfde manier als in een

 

 

 

 

traditionele oven. De magnetron wordt hierbij

 

 

 

 

niet gebruikt.

U wordt geadviseerd de oven voor te verwarmen tot de juiste temperatuur voordat u het gerecht in de oven plaatst.

 

Grill met

Grill + Ventilator

 

 

ventilator

• Gebruik deze functie om gerechten gelijkmatig

 

 

te braden en tegelijkertijd een bruin korstje te

 

 

geven.

 

Hetelucht +

Hetelucht + Onderwarmte

 

 

Onderwarmte

• Deze functie wordt gebruikt voor het bakken

 

 

van pizza, vochtig gebak, vruchtentaarten,

 

 

bladerdeeg en kruimeldeeg.

Grill Grill

De grill is uitermate geschikt voor het bereiden van dunne stukken vlees en vis.

NL 11

GEBRUIK

 

Functie

Modus

 

 

 

Magnetron +

 

 

Hetelucht

Magnetron + Hetelucht

 

 

 

 

 

 

Oven

 

 

 

• Gebruik deze functie om snel gerechten te

+

 

 

 

 

braden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grill +

Magnetron + Grill + Ventilator

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ventilator

• Gebruik deze combinatie voor kleinere porties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vlees, vis en groenten.

Het bereiden gaat snel en het voedsel krijgt een lekker bruin, knapperig korstje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hetelucht +

Magnetron + Hetelucht + Onderwarmte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderwarmte

• Gebruik deze combinatie voor gerechten die

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

snelle garing nodig hebben en waarvan de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bodem extra verwarmd moet worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grill

Magnetron + Grill

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Deze functie is ideaal om snel gerechten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

te koken en tegelijkertijd een bruin korstje

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

te geven. Bovendien­ kunt u er ook mee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gratineren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• De magnetron en de grill functioneren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gelijktijdig. De magnetron kookt en de grill

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

braadt.

 

 

Auto-

 

 

P01 - P13

Automatische kookprogramma’s

 

 

 

 

 

 

programma’s

 

 

 

• Automatische kookprogramma’s kunnen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gebruikt worden voor het braden van alle

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

soorten vlees.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Er zijn 13 Auto-programma’s te kiezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Kies het programma en het gewicht van het

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gerecht.

 

 

Ontdooien

 

 

d01 + d02

Ontdooien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Er zijn 2 ontdooiprogramma’s te kiezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Kies het programma en het gewicht van het

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gerecht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opmerking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie hoofdstuk ‘Kooktips’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NL 12

GEBRUIK

Magnetronfuncties

• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.

Waarschuwing! Let op met babyvoeding:

Let op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes babyvoeding na verwarming.

Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.

Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de magnetron.

1.Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te schakelen.

‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is

zichtbaar.

2. Draai aan de selectieknop om de kookduur in te stellen.

De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde vermogen.

3.Druk op de vermogen-/gewichttoets om het magnetronvermogen in te instellen.

’900’ knippert in de display.

4. Draai aan de selectieknop om het magnetronvermogen in te stellen (tussen 100 W en 900 W). Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/gewichttoets of wacht totdat het vermogen in de display stopt met knipperen.

U hoort een geluidssignaal.

5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.

Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.

Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na 5 minuten automatisch uit.

NL 13

GEBRUIK

Ovenfuncties

1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te schakelen.

‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is

zichtbaar.

2. Draai de functieknop één positie naar rechts.

Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur verschijnen in

de display en het ovenfunctie icoon is zichtbaar.

3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te kiezen

(zie hoofdstuk ‘Ovenfuncties tabel’). Als het symbool stopt met

knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één stap terug door

de functieknop een positie naar links te draaien.

4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) de tijd en/of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2 of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets. De tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectieknop stelt u vervolgens de gewenste tijd en/of temperatuur in. Druk ter bevestiging nogmaals op de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.

De in te stellen tijd en/of temperatuur is afhankelijk van de gekozen modus.

5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.

Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.

Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combi-magnetron na 15 minuten automatisch uit.

NL 14

GEBRUIK

Combimagnetron-functies

1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te schakelen.

‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is

zichtbaar.

2. Draai de functieknop twee posities naar rechts.

Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur verschijnen in

de display en het magnetronfunctie icoon en ovenfunctie icoon zijn

zichtbaar.

3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te kiezen

(zie hoofdstuk ‘Ovenfuncties tabel’). Als het symbool stopt met

knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één stap terug door

de functieknop een positie naar links te draaien.

4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) het vermogen,

de tijd en/of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2

of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de vermogen-/gewichttoets, de kloktoets of de temperatuur-/

automenutoets. Het vermogen, de tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectieknop stelt u vervolgens het gewenste vermogen, de gewenste tijd en/of temperatuur/stand in. Druk

ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/gewichttoets, de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.

Het in te stellen vermogen en de in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de gekozen functie.

5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.

Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.

Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combi-magnetron na 5 minuten automatisch uit.

NL 15

GEBRUIK

Automatische kookprogramma’s

Er zijn 15 automatische kookprogramma’s. U hoeft alleen maar het programma te kiezen en vervolgens het gewicht in te stellen. In het gekozen programma zijn het vermogen, de tijd en de temperatuur al vastgelegd.

Programma

Categorie

Item

P01**

Groenten

Verse groenten

P02**

Bijgerechten

Gekookte aardappelen (geschild)

P03*

Bijgerechten

Gebakken aardappelen

 

 

U hoort een geluidssignaal. Draai

 

 

de aardappelen om. De combi-

 

 

magnetron schakelt automatisch door

 

 

naar de volgende fase.

P04

Kip/vis

Stukjes kip/vis

 

 

U hoort een geluidssignaal. Draai de

 

 

stukjes kip om. De combi-magnetron

 

 

schakelt automatisch door naar de

 

 

volgende fase.

P05*

Deegwaren

Cake

P06*

Deegwaren

Appeltaart

P07*

Deegwaren

Quiche

P08**

Verwarmen

Drinken/soep

P09**

Verwarmen

Bord eten

P10**

Verwarmen

Saus/stamppot/ovenschotel

P11*

Kant en klaar

Diepvries pizza

P12*

Kant en klaar

Bevroren ovenfriet

 

 

U hoort een geluidssignaal. Draai de

 

 

ovenfriet om. De combi-magnetron

 

 

schakelt automatisch door naar de

 

 

volgende fase.

P13*

Kant en klaar

Bevroren lasagne

 

 

 

d01

Vlees, kip/vis

U hoort een geluidssignaal, waarna

(ontdooien)**

 

de combi-magnetron stopt.

 

 

Draai het gerecht om en druk op

d02

Brood,

de start-/pauzetoets om het

(ontdooien)**

gebak en

ontdooiprogramma te vervolgen.

 

fruit

 

Let op!

• Bij de automatische kookprogramma’s wordt gebruik gemaakt van de magnetronfunctie­. Gebruik geen metalen voorwerpen (zie hoofdstuk ‘Magnetron gebruik’.

Bij de programma’s met een * wordt het toestel voorverwarmd. Tijdens het voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt het voorverwarmsymbool.

NL 16

GEBRUIK

Na het voorverwarmen klinkt er een geluidsignaal en knippert het voorverwarmsymbool.

Plaats het gerecht op de glazen bakplaat in de oven op inschuifniveau 1 en druk op de start-/pauzetoets.

Bij de programma’s met ** wordt alleen gebruik gemaakt van de magnetronfunctie.

1.Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te schakelen.

‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is zichtbaar.

2.Draai de functieknop drie posities (P01) of vier posities (d01) naar rechts.

Tijd, gewicht en het eerste nummer van de automatische programma’s verschijnen in de display en het ontdooi icoon/ automatisch programma icoon is zichtbaar.

3.Draai de selectieknop naar rechts om een automatisch kookprogramma te kiezen. Als het symbool stopt met knipperen, is het gekozen programma actief.

U kunt één stap terug door de functieknop een positie naar links te draaien.

4.Druk op de vermogen-/gewichttoets om het gewicht in te instellen.

Het gewicht knippert in de display.

5.Met de selectieknop stelt u vervolgens een gewicht in. Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/gewichttoets.

Het in te stellen gewicht is afhankelijk van het gekozen programma.

6.Druk op de start-/pauzetoets om het automatische kookprogramma te starten.

Bij de automatische programma’s met een * wordt het toestel voorverwarmd. Tijdens het voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt het voorverwarmsymbool.

Na het voorverwarmen klinkt er een geluidsignaal en knippert het voorverwarmsymbool. Plaats het gerecht op de glazen bakplaat in de oven op inschuifniveau 1 en druk op de start-/pauzetoets.

Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit. Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combi-magnetron na 5 minuten automatisch uit.

NL 17

GEBRUIK

Voorverwarmen

De voorverwarmfunctie kan ingeschakeld worden vanuit de volgende functie’s:

 

Modus

Voorverwarmen

Magnetronfuncties

Magnetron

7

Ovenfuncties

Hetelucht

3

 

Grill met Hetelucht

3

 

Hetelucht + Onderwarmte

3

 

Grill

7

Combimagnetron-

Magnetron + Hetelucht

3

functies

 

 

 

Magnetron + Grill met

3

 

ventilator

 

 

Magnetron + Onderwarmte

3

 

+ Hetelucht

 

 

Magnetron + Grill

7

• De voorverwarmfunctie werkt alleen indien één van bovenstaande functies reeds gekozen is. Tijdens het voorverwarmen werkt de magnetron niet.

U kunt de rest van de instellingen voor of na het kiezen van de voorverwarmfunctie aanpassen.

1. Druk op de snel voorverwarmen toets.

Het voorverwarm icoon verschijnt in de display.

2. Druk op de start-/pauzetoets om het voorverwarmen te starten.

Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is hoort u driemaal een geluidssignaal.

Het voorverwarmen kan gestopt worden door de ovendeur te openen of op de aan-/uittoets te drukken.

3. Druk op de start-/pauzetoets om het vooraf ingestelde kookproces te starten.

Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na 15 minuten automatisch uit.

NL 18

GEBRUIK

Kinderslot

Pauze

U kunt uw combi-magnetron ‘op slot’ zetten, zodat het ongewenst starten van de combi-magnetron wordt voorkomen.

Let op:

Het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de combimagnetron uitgeschakeld is.

De (huidige) tijd is zichtbaar in de display.

In werking stellen van het kinderslot:

Druk gelijktijdig op de temperatuur-/automenutoets en start-/ pauzetoets en houd deze toetsen vast totdat er een geluidssignaal klinkt

In de display verschijnt een sleutel icoon. Alle bedieningsfuncties zijn buiten werking gesteld.

Uitschakelen van het kinderslot:

Druk gelijktijdig op de temperatuur-/automenutoets en start-/ pauzetoets en houd deze toetsen vast totdat er een geluidssignaal klinkt.

In de display verdwijnt het sleutel icoon. De combi-magnetron kan weer normaal worden gebruikt.

Als uw combi-magnetron in werking is, kunt u het toestel ‘op pauze’ zetten.

1.Druk op de start-/pauzetoets.

Het symbool van de ingestelde modus gaat knipperen.

2.Druk nogmaals op de start-/pauzetoets om het proces weer door te laten gaan.

Het symbool van de ingestelde modus stopt met knipperen.

NL 19

KOOKTIPS

Opwarmen en koken

De combi-magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u in de combi-magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.

Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge gerechten.

Gerechten afdekken met combi-magnetronfolie of een passende deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel voorzichtig verwijderen.

Let op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!

Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen.

Zet aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze in de combi-magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een velletje op vormt.

Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten ééntot tweemaal roeren of keren.

Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de hoogste combi-magnetronstand.

Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.

Nadat de combi-magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te warmen.

Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd een bekertje water in de combi-magnetron. Anders bestaat er, door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.

Ontdooien

Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.

Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.

NL 20

KOOKTIPS

Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een pauze in.

Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.

Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van gerechten. Plaats koude (diepvries) gerechten nooit direct op het glazen draaiplateau. Door temperatuurverschillen kan deze barsten!

Factoren die van invloed zijn op het kookproces

De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.

Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden van lichte, poreuze gerechten.

De randen worden snel droog en taai.

Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van elkaar, liefst cirkelvormig, in de combi-magnetron plaatst.

Plaats, bij gebruik van de magnetron-/combi-magnetronfuncties, eerst het ronde rooster op het draaiplateau. Plaats daarna het gerecht op het rooster. Op deze manier kan de warmte goed circuleren en is uw gerecht snel klaar.

Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie blokkeert de combi-magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken voorkomt u dat ze te snel garen.

Combimagnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht door. De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.

Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de combimagnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’ saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.

Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.

NL 21

KOOKTIPS

Basistechnieken

Plaatsen

Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau. Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst worden ontvangen de meeste microgolven.

Roeren

Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.

Omdraaien

Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan regelmatiger en sneller.

Prikken

Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en fruit, barsten open in de combi-magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.

Controleren

Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal gerechten net voordat ze gaar zijn uit de combi-magnetron.

Nagaren

Laat gerechten, nadat u ze uit de combi-magnetron hebt gehaald, over het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.

NL 22

KOOKTIPS

Koken van groente

Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.

Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.

Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.

Dek de schaal altijd af met een deksel of combi-magnetronfolie.

Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.

Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.

Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.

Koken van vis

Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen, vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is geworden.

NL 23

ONDERHOUD

Houd uw toestel mooi

Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet, kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.

Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten gerechten, bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het oppervlak kunnen aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte altijd schoon maken.

GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor het glas kan barsten.

GEBRUIK GEEN hogedrukof stoomreiniger om de combimagnetron schoon te maken.

Als de afdichting van de combi-magnetron sterk is vervuild, sluit de deur niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.

Reinig de binnenen buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel en maak de oven met een droge doek goed droog. Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler (rechterzijde van de ovenruimte) schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot

vonkvorming.

• Reinig de binnenzijde direct na gebruik. Verwijder overgekookt vocht en voedselresten­ met een vochtige doek. Achtergebleven kruimels en vocht absorberen microgolven en verlengen de kooktijd.

Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook in de vaatwasmachine.

Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in de ovenruimte zet. Schakel de combi-magnetron gedurende twee minuten in op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.

NL 24

STORINGEN

Wat moet ik doen als...

Als de kookresultaten niet naar wens zijn, er vonken overspringen in de combi-magnetron, de combi-magnetron niet start etc., probeer dan eerst zelf de oorzaak van de storing te vinden voordat u de servicedienst belt.

Controleer:

Zit de stekker in het stopcontact?

Is de deur goed gesloten?

Is het vermogen en de bereidingsduur goed ingesteld?

Staan er voorwerpen in de combi-magnetron die er niet thuishoren?

Is het juiste keukengerei gebruikt?

Is het draaiplateau in de combi-magnetron?

Zijn de ventilatieopeningen niet geblokkeerd?

Is het voedsel voldoende ontdooid?

Is het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?

Is het kinderslot ingeschakeld?

NL 25

TECHNISCHE SPECIFICATIES

Op het gegevensplaatje aan de binnenzijde van het toestel worden de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.

Productspecificaties

Afmetingen toestel (bxdxh)

595 mm x 550 mm* x 460 mm

 

 

Inbouwmaten

560 mm x 550 mm x 450 mm

 

 

Combimagnetron inhoud

44 liter

 

 

Diameter draaiplateau

360 mm

 

 

Netvoeding

230 V ~ / 50 Hz

 

 

Aansluitwaarde

3350 W

 

 

Combimagnetronvermogen

900 W

 

 

* Diepte is exclusief 20 mm dikte van het dashboard.

NL 26

UW OVEN EN HET MILIEU

Afvoer van het apparaat en de verpakking

Dit product is gemaakt van duurzame materialen. Aan het einde van zijn nuttige leven moet het apparaat echter op een verantwoorde manier worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informeren.

De verpakking van het apparaat kan worden gerecycled. Er is gebruikgemaakt van de volgende materialen:

karton

polyethyleenfolie (PE)

CFC-vrij polystyreen (hard PS-schuim)

Gooi deze materialen op een verantwoorde manier weg conform de wettelijke bepalingen.

Op het product staat een pictogram van een afvalcontainer met een kruis erdoor. Dit geeft aan dat huishoudelijke apparatuur afzonderlijk moet worden afgevoerd. Het apparaat mag aan het einde van zijn nuttige leven dan ook niet worden verwerkt via de normale afvalstroom. U moet het inleveren bij een gemeentelijk afvalinzamelingspunt of bij een verkooppunt dat dit voor u aanbiedt.

Door huishoudelijke apparatuur afzonderlijk in te zamelen, wordt voorkomen dat het milieu en de volksgezondheid schade wordt berokkend. De materialen die bij de vervaardiging van dit apparaat zijn gebruikt, kunnen worden hergebruikt en dat betekent een aanzienlijke besparing in energie en grondstoffen.

Verklaring van overeenstemming

Wij verklaren hierbij dat onze producten voldoen aan de betreffende Europese richtlijnen, normen en voorschriften, alsook aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen.

NL 27

NL 28

INDICE

Votre four à micro-ondes multicuisson

Introduction

4

Panneau de commande

5

Description de l’appareil

6

Avant utilisation

Avant la première utilisation

7

Programmation de l’horloge

7

Utilisation micro-ondes

8

Opération

Général

10

Tableau des fonctions du four

11

Fonctions du four à micro-ondes

13

Fonctions du four

14

Fonctions du four à micro-ondes multicuisson

15

Programmes de cuisson automatiques

16

Préchauffage

18

Sécurité enfants

19

Pause

19

Conseils de cuisson

Conseils de cuisson

20

Entretien

Entretien de votre appareil

24

Pannes

Que faire si...

25

Instructions d’installation

Specifications de produit

26

Votre four et l’environnement

Que faire de l’emballage et de l’appareil usé

27

FR 3

VOTRE FOUR À MICRO-ONDES MULTICUISSON

Introduction

Cuisiner avec votre nouveau four à micro-ondes multicuisson est simple et sûr. Vous servirez en un tour de main des plats délicieux. Le four est ultrasimple à utiliser, grâce aux programmes de cuisson et de décongélation automatiques.

Vous trouverez dans ce manuel des informations à propos de l’installation, des mesures de sécurité, de l’utilisation et de l’entretien de votre four à micro-ondes.

Veuillez lire les consignes de sécurité fournies séparément avant d’utiliser l’appareil !

Avant d’utiliser l’appareil, lisez attentivement cette notice d’utilisation et rangez-la en lieu sûr pour vous y référer ultérieurement.

Les instructions d’installation sont livrées séparément.

FR 4

Loading...
+ 78 hidden pages