Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SEIKO EPSON
CORPORATION. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij deze
EPSON-printer. EPSON is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie bij
andere printers.
SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld
door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper
of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of
onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt
houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van SEIKO EPSON CORPORATION.
SEIKO EPSON CORPORATION kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of
problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of
verbruiksgoederen kenbaar als Original EPSON Products of EPSON Approved Products by
SEIKO EPSON CORPORATION.
EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken en EPSON ESC/P2 is een
handelsmerk van SEIKO EPSON CORPORATION.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend
als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. EPSON
maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
De printer kan afdrukken op losse vellen, kettingpapier,
doorslagpapier en etiketten.
Let op:
Gebruik geen papier met vouwen, kreukels, scheuren, vlekken of
c
stempels, of papier dat gekruld is. Gebruik altijd nieuw, schoon
papier dat voldoet aan de papierspecificaties. Zie “Papier” op
pagina 134 voor meer informatie.
De printer kan overweg met diverse papiersoorten en heeft
daarvoor twee papierbronnen: de papiergeleider en een speciaal
invoermechanisme. De keuze van de papierbron hangt af van de
papiersoort die u gebruikt. U selecteert de papierbron met de
ontgrendelhendel. Zie “Printeronderdelen” op pagina 129 voor
meer informatie.
Papierbron en papiersoort
Er zijn grofweg twee papiersoorten en twee papierbronnen. In de
volgende tabel is de relatie tussen papierbron en papiersoort
aangegeven, evenals de richting waarin het papier wordt geladen
in en uitgevoerd uit de printer.
PapierpadPapierbron
Kettingpapier *InvoermechanismeInvoermechanisme
Losse vellen **PapiergeleiderHandmatige
papierinvoer
* Kettingpapier kan ook kettingpapier met etiketten en doorslagpapier zijn.
** Losse vellen kunnen ook vellen met etiketten en doorslagpapier zijn.
2Papier gebruiken
De ontgrendelhendel voor het papier instellen
Met de ontgrendelhendel voor het papier kiest u de manier
waarop papier wordt ingevoerd in de printer. De
ontgrendelhendel heeft twee standen: voor kettingaanvoer en
voor de aanvoer van losse vellen, zoals hierna wordt uitgelegd.
Stand voor de aanvoer van losse vellen. In deze stand
wordt de papiergeleider gebruikt.
Stand voor de aanvoer van kettingpapier. In deze
stand wordt het invoermechanisme voor
kettingpapier gebruikt.
De hendel voor de papierdikte instellen
1
1
1
1
1
1
1
1
Het beste afdrukresultaat krijgt u wanneer u de hendel voor de
papierdikte in de juiste stand zet voor de dikte van het papier dat
u gebruikt.
Papier gebruiken3
1
1
1
1
Hoe hoger het nummer van de papierdiktehendel, hoe groter de
afstand tussen de degel en de printkop. Als u een vage afdruk
krijgt of er lijken tekens te ontbreken, dan hebt u de hendel
misschien verkeerd gezet (te hoog). Kiest u daarentegen een te
lage waarde, dan kan de afdruk vegen vertonen, wordt het papier
misschien niet goed ingevoerd of kan het lint beschadigd raken.
De volgende tabel bevat aanwijzingen voor het kiezen van de
juiste stand voor de gebruikte papiersoort.
PapiersoortStand van hendel voor
papierdikte
Gewoon papier
(losse vellen of kettingpapier)
Doorslagpapier (zonder carbon)
2 delen (origineel + 1 kopie)
3 delen
(origineel + 2 kopieën)
4 delen
(origineel + 3 kopieën)
5 delen
(origineel + 4 kopieën)
Etiketten2
0
1
2
3
5
4Papier gebruiken
Kettingpapier laden
Uw printer kan afdrukken op kettingpapier met een breedte van
101,6 tot 254 mm (4,0 tot 10,0 inch). Zie “Kettingpapier” op pagina
135 voor de specificaties van kettingpapier. U kunt kettingpapier
laden via het speciale invoermechanisme daarvoor.
Het kettingpapier goed positioneren
1
1
1
Wanneer u kettingpapier laadt, moet u erop letten dat het papier
recht voor het invoermechanisme ligt, zodat het papier
probleemloos in de printer wordt getrokken (zie illustratie).
1
1
1
1
1
1
1
1
Papier gebruiken5
1
Kettingpapier laden met het invoermechanisme
Wanneer u kettingpapier gebruikt, is het aan te bevelen om de
functie Auto tear-off in te schakelen in de standaardinstellingen
van de printer. Zie “De standaardinstellingen van de printer” op
pagina 41 voor meer informatie.
1. Zet de ontgrendelhendel voor het papier in de stand voor
kettingpapier.
2. Schuif de zijgeleider helemaal naar links.
6Papier gebruiken
3. Druk aan de achterzijde van de printer de hendels omhoog
die de geleiders van het kettingpapier vasthouden, zodat ze
vrijkomen.
hendel voor
kettingpapiergeleider
1
1
1
4.Plaats de linkergeleider voor kettingpapier zodanig dat de
pennen op de geleider zich links van de pijl (nulpositie)
bevinden op de achterzijde van de printer. Zet de geleider
vervolgens vast door de hendel ervan weer terug te duwen.
Opmerking:
Er wordt met afdrukken begonnen bij de pijl (nulpositie) achter op
de printer. Het deel dat niet kan worden bedrukt bevindt zich links
van de pijl.
5.Breng de rechtergeleider voor kettingpapier ongeveer op de
juiste plaats voor uw papier, maar zet de geleider nog niet vast.
1
1
1
1
1
1
1
1
Papier gebruiken7
1
6. Schuif de middelste papiersteun in het midden tussen de twee
geleiders.
7. Open het klepje boven op beide geleiders.
klepje op geleider
voor kettingpapier
8.Plaats de eerste twee gaten van het kettingpapier over de
geleidepennen aan beide zijden. Zorg ervoor dat u het papier
met de afdrukzijde naar boven plaatst.
8Papier gebruiken
Let op:
Zorg ervoor dat het eerste vel van uw stapel kettingpapier
c
een strakke, rechte rand heeft, zodat een probleemloze invoer
in de printer mogelijk is.
1
9. Sluit de klepjes van de geleiders.
10. Trek het papier strak door de rechtergeleider te verschuiven.
Zet de geleider vervolgens vast door de hendel ervan terug te
duwen.
Opmerking:
Installeer de lintcassette voordat u de printer aanzet. Anders kan
het papier vastlopen.
1
1
1
1
1
1
1
1
1
11. Zet de printer aan. De printer is nu klaar om af te drukken.
Papier gebruiken9
1
1
Opmerking:
❏ Zorg er altijd voor dat er ten minste één vel meer is dan nodig.
Kettingpapier wordt niet altijd goed ingevoerd als het papier niet
door de speciale geleiders loopt.
❏ Trek het papier niet uit het invoermechanisme wanneer de printer
aanstaat. Dit kan papier- of printerstoringen veroorzaken. Ook kan
daardoor de instelling voor de beginpositie van het papier ontregeld raken.
❏ Trek papier dat na een druk op de knop Load/Eject niet volledig
is uitgevoerd, niet zomaar uit de printer. Dit kan papier- of
printerstoringen veroorzaken. Ook kan daardoor de instelling voor
de beginpositie van het papier ontregeld raken.
❏ Als de eerste regel te hoog of te laag op uw pagina komt, kunt u deze
positie bijstellen met de functie Micro Adjust. Dit wordt beschreven
in “De beginpositie instellen” op pagina 20.
De afscheurfunctie gebruiken
Met de afscheurfunctie kunt u het kettingpapier automatisch
doorvoeren naar de afscheurrand van de printer wanneer u klaar
bent met afdrukken. Vervolgens kunt u de bedrukte vellen
gemakkelijk afscheuren. Wanneer u verdergaat met afdrukken,
keert het papier automatisch terug naar de beginpositie van het
vel, zodat er tussen de verschillende afdruktaken geen papier
verloren gaat.
Wanneer u de afscheurfunctie wilt gebruiken, schakelt u deze
functie in en selecteert u de juiste papierlengte voor kettingpapier
in de standaardinstellingen van de printer. Zie
“Standaardinstellingen wijzigen” op pagina 47 voor instructies
over het wijzigen van de standaardinstellingen.
Als de perforatie tussen de pagina’s niet precies samenvalt met
de afscheurrand van de printer, kunt u dit bijstellen met de functie
Micro Adjust. Zie “De afscheurpositie instellen” op pagina 19
voor meer informatie.
Wanneer de afscheurfunctie aanstaat, wordt het papier
automatisch doorgevoerd naar de afscheurpositie zodra een
volledige pagina gegevens is ontvangen of bij de ontvangst van
een paginadoorvoeropdracht zonder verdere gegevens.
De automatische afscheurfunctie werkt als volgt.
10Papier gebruiken
1.Wanneer de printer klaar is met afdrukken, wordt de
perforatie van de laatste afgedrukte pagina naar de
afscheurpositie gebracht.
Scheur alle afgedrukte pagina’s af aan de rand van de
printerkap.
afscheurrand
Opmerking:
Als de perforatie tussen de pagina’s niet precies samenvalt met de
afscheurrand van de printer, kunt u dit bijstellen met de functie
Micro Adjust. Dit wordt beschreven in “De afscheurpositie
instellen” op pagina 19.
2. Wanneer u verdergaat met afdrukken, keert het papier
automatisch terug naar de beginpositie en wordt verder
afgedrukt.
1
1
1
1
1
1
1
1
Kettingpapier verwijderen
Voer de onderstaande stappen uit om kettingpapier uit de printer
te verwijderen.
1. Wanneer de automatische afscheurfunctie is ingeschakeld,
gaat het papier automatisch naar de afscheurpositie.
2. Scheur de afgedrukte pagina’s af.
3. Druk op de knop Load/Eject om het kettingpapier achteruit
uit de printer en naar de stand-bypositie te voeren.
4. Als u het kettingpapier volledig uit de printer wilt
verwijderen, moet u de klepjes boven op beide geleiders van
het kettingpapier openen. Haal het papier uit het
invoermechanisme en sluit de klepjes.
Papier gebruiken11
1
1
1
1
Losse vellen laden
Uw printer kan afdrukken op losse vellen met een breedte van 90
tot 257 mm (3,5 tot 10,1 inch). Zie “Losse vellen” op pagina 135
voor de specificaties van losse vellen.
Opmerking:
Als u lang papier in de printer plaatst (zoals papier van Legal-formaat),
zorg dan wel dat er voldoende ruimte achter de printer is.
Voer de onderstaande stappen uit om losse vellen papier in de
printer te laden met behulp van de papiergeleider.
1. Zorg ervoor dat de papiergeleider en de lintcassette zijn
gemonteerd zoals beschreven op het blad Installatie. Sluit
vervolgens de klepjes op de kettingpapiergeleiders achter op
de printer en druk de hendels van deze geleiders neer, zodat
ze worden vastgezet.
Opmerking:
Installeer de lintcassette voordat u de printer aanzet. Anders kan
het papier vastlopen.
2. Zet de printer aan.
3. Zet de ontgrendelhendel voor het papier in de stand voor
losse vellen.
12Papier gebruiken
4. Schuif de zijgeleider tegen het teken.
teken voor zijgeleider
5. Plaats een vel papier in de printer met de linkerzijde van het
papier tegen de zijgeleider. Schuif het papier zo ver mogelijk
in de printer, tot het vel niet verder kan. Let erop dat u het
papier met de afdrukzijde naar boven en met de bovenzijde
naar voren in de printer plaatst.
1
1
1
1
1
1
1
1
Na enkele seconden gaat het papier automatisch naar de
laadpositie. De printer is nu klaar om af te drukken.
Opmerking:
❏ Als de rol van de papiertoevoer wel draait maar het papier toch niet
wordt geladen, verwijdert u het papier volledig en plaatst u het
opnieuw in de printer.
❏ Als het papier wordt ingevoerd voordat u het helemaal goed hebt
gelegd, verhoogt u de instelling Manual feed wait time in de
standaardinstellingen van de printer. Zie “Standaardinstellingen
wijzigen” op pagina 47 voor meer informatie.
Papier gebruiken13
1
1
1
1
❏ Zie “De beginpositie instellen” op pagina 20 en volg de daar gegeven
instructies als u de positie na het laden van het papier nog wilt
aanpassen.
❏ Trek papier dat na een druk op de knop Load/Eject niet volledig
is uitgevoerd, niet zomaar uit de printer. Dit kan papier- of
printerstoringen veroorzaken. Ook kan daardoor de instelling voor
de beginpositie van het papier ontregeld raken.
Een bedrukt vel papier wordt uit de printer geworpen en blijft op
de papiergeleider liggen. De lampjes Paper Out en Pause gaan
branden. Als u een document van meerdere pagina’s afdrukt,
verwijdert u het bedrukte vel en plaatst u een nieuw vel in de
papiergeleider. De printer voert het vel automatisch in en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking:
Druk op de knop Load/Eject als het bedrukte vel niet uit de printer
komt.
Speciaal papier laden
Doorslagpapier
De printer kan afdrukken op doorslagpapier in de vorm van
zowel losse vellen als kettingpapier. Dergelijk papier mag uit
maximaal vijf delen bestaan, inclusief het origineel.
Let op:
❏ Gebruik alleen doorslagpapier zonder carbonpapier ertussen
c
of doorslagpapier met carbon op de achterzijde van het papier.
❏ Wanneer u doorslagpapier gebruikt met een gelijmde rand
bovenaan, moet u het papier met de lijmzijde naar voren in
de printer plaatsen.
Zet vóór het afdrukken de papierdiktehendel in de juiste stand
voor het doorslagpapier dat u gebruikt. Zie de tabel in “De hendel
voor de papierdikte instellen” op pagina 3.
14Papier gebruiken
Losse vellen doorslagpapier laadt u in de printer met behulp van
de papiergeleider. Zie “Losse vellen laden” op pagina 12 voor
instructies. U kunt kettingdoorslagpapier op dezelfde manier in
de printer laden als gewoon kettingpapier. Zie “Kettingpapier
laden” op pagina 5 voor instructies.
Let op:
Wanneer u afdrukt op doorslagpapier, moet u ervoor zorgen dat
c
uw software zo is ingesteld dat uitsluitend wordt afgedrukt
binnen het afdrukgebied van het papier. Wanneer wordt
afgedrukt op de rand van doorslagpapier, kan de printkop
beschadigd raken. Zie “Afdrukgebied” op pagina 143 voor meer
informatie over het afdrukgebied.
1
1
1
1
Etiketten
U kunt twee soorten etiketten gebruiken: etiketten op losse vellen
en etiketten op kettingpapier. Gebruik geen losse vellen etiketten
op een glanzend rugvel. Dergelijk papier heeft de neiging te gaan
glijden, waardoor de invoer ervan niet altijd goed gaat.
Voer de onderstaande stappen uit om etiketten in de printer te laden:
Let op:
Gebruik etiketten alleen in normale gebruiksomstandigheden.
c
Etiketten zijn namelijk erg gevoelig voor temperatuur en
luchtvochtigheid.
1. Controleer het volgende:
❏ De software moet zo zijn ingesteld dat alleen binnen het
afdrukgebied wordt afgedrukt. Zie “Afdrukgebied” op
pagina 143 voor meer informatie over het afdrukgebied.
Let op:
Wanneer wordt afgedrukt op de rand van een etiket, kan de
c
printkop beschadigd raken.
❏ De automatische afscheurfunctie moet zijn uitgeschakeld
in de standaardinstellingen van de printer.
2. Laad de etiketten in de printer zoals beschreven in “Losse
vellen laden” op pagina 12 of “Kettingpapier laden” op
pagina 5.
1
1
1
1
1
1
1
1
Papier gebruiken15
Etiketten afscheuren en uitvoeren
Wanneer u kettingpapier gebruikt, moet u de etiketten altijd
afscheuren en uit de printer voeren zoals hierna beschreven.
Let op:
Voer etiketten nooit achteruit door de printer met de knop
c
Load/Eject. Etiketten kunnen gemakkelijk loskomen en
vastlopen in de printer.
1. Scheur aan de achterzijde van de printer het laatste vel
etiketten af dat in de printer zit. Zie de volgende illustratie.
2. Druk op de knop LF/FF om het laatste vel etiketten vooruit uit
de printer te voeren.
Let op:
Laat de etiketten tussen de verschillende afdruktaken door niet in
c
de printer zitten. Ze gaan dan krullen en kunnen losraken en
vastlopen in de printer als u weer gaat afdrukken.
16Papier gebruiken
Afwisselend kettingpapier en losse vellen
gebruiken
U kunt gemakkelijk van kettingpapier overstappen op losse
vellen (en omgekeerd) zonder het kettingpapier uit het
invoermechanisme te hoeven verwijderen.
Overstappen op losse vellen
1
1
1
Voer de onderstaande stappen uit om van kettingpapier over te
stappen op losse vellen.
1. Wanneer de automatische afscheurfunctie is ingeschakeld,
gaat het papier automatisch naar de afscheurpositie.
2. Scheur de afgedrukte pagina’s af.
Let op:
❏ Scheur het papier altijd af voordat u het achteruit door
c
de printer voert. Voert u te veel papier achteruit door de
printer, dan kan het papier vastlopen.
❏ Voer etiketten nooit achteruit door de printer met de knop
Load/Eject. Etiketten kunnen gemakkelijk loskomen
en vastlopen in de printer. Zie “Etiketten afscheuren en
uitvoeren” op pagina 16 voor meer informatie over het
verwijderen van etiketten uit het papierpad.
3. Druk op de knop Load/Eject om het kettingpapier achteruit
naar de stand-bypositie te voeren. Het papier zit nog steeds
vast in het invoermechanisme, maar bevindt zich niet meer in
het papierpad.
1
1
1
1
1
1
1
1
Papier gebruiken17
1
4. Zet de ontgrendelhendel voor het papier in de stand voor
losse vellen.
Nu kunt u losse vellen in de printer laden met behulp van de
papiergeleider. Zie “Losse vellen laden” op pagina 12 voor meer
informatie.
Overstappen op kettingpapier
Voer de onderstaande stappen uit om van losse vellen over te
stappen op kettingpapier.
1. Druk op de knop Load/Eject om het laatste bedrukte vel los
papier uit de printer te voeren.
2. Zorg ervoor dat er kettingpapier in de printer zit, zoals
beschreven in “Kettingpapier laden met het
invoermechanisme” op pagina 6.
3. Zet de ontgrendelhendel voor het papier in de stand voor
kettingpapier.
Zodra er gegevens worden ontvangen, gaat het kettingpapier
automatisch van stand-by naar de laadpositie.
18Papier gebruiken
De functie Micro Adjust gebruiken
Power
LF/FFLoad/Eject
Micro Adjust
Paper Out
Met de functie Micro Adjust kunt u het papier vooruit en
achteruit schuiven in stappen van 0,141 mm (1/180 inch). Zo
kunt u heel precies de beginpositie en de afscheurpositie voor
het papier bepalen.
1
1
De afscheurpositie instellen
Als de perforatie tussen de pagina’s niet precies samenvalt met
de afscheurrand van de printer, kunt u de perforatie naar de
afscheurpositie verplaatsen met de functie Micro Adjust.
Voer de onderstaande stappen uit om de afscheurpositie in te
stellen:
Opmerking:
De ingestelde afscheurpositie blijft van toepassing zolang u niets
verandert aan deze instelling, dus ook wanneer u de printer uitzet.
1. Zorg ervoor dat het papier zich op de huidige afscheurpositie
bevindt.
2. Houd de knop Pause ongeveer drie seconden ingedrukt. Het
lampje Pause begint te knipperen en de modus Micro Adjust
wordt geactiveerd.
3. Druk op de knop LF/FF D om het papier vooruit te bewegen
en op de knop Load/Eject U om het papier achteruit te
bewegen, tot de perforatie in het papier zich precies ter hoogte
van de afscheurrand van de printerkap bevindt.
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Papier gebruiken19
Opmerking:
De printer heeft een minimale en een maximale afscheurpositie.
Zodra u deze overschrijdt, hoort u een pieptoon en stopt het papier.
4. Scheur de afgedrukte pagina’s af.
5.Druk op de knop Pause om de modus Micro Adjust te
verlaten.
Wanneer u verdergaat met afdrukken, keert het papier
automatisch terug naar de beginpositie van het vel en wordt
verder afgedrukt.
De beginpositie instellen
De beginpositie is de plaats op de pagina waar de printer begint
af te drukken. Als de afdruk te hoog o f te laag op de p agina komt,
kunt u deze positie instellen met de functie Micro Adjust.
Voer de onderstaande stappen uit om de beginpositie in te stellen:
Opmerking:
❏ De beginpositie blijft van toepassing zolang u niets verandert aan
deze instelling, dus ook wanneer u de printer uitzet.
❏ De instelling van de bovenmarge die u kunt opgeven in sommige
software, heeft voorrang op de beginpositie die u opgeeft met de
functie Micro Adjust. Wijzig de betreffende instellingen daarom zo
nodig in uw software.
1. Zorg ervoor dat de printer aanstaat.
2.Druk op de knop Pause om het afdrukken te stoppen. Het
lampje Pause gaat branden.
3. Laad papier in de printer. Druk op de knop Load/Eject om
het kettingpapier naar de ingestelde beginpositie te voeren.
Til de printerkap eventueel op, zodat u de positie van het
papier kunt zien.
20Papier gebruiken
4. Houd de knop Pause ongeveer drie seconden ingedrukt. Het
lampje Pause begint te knipperen en de modus Micro Adjust
wordt geactiveerd.
5. Druk op de knop LF/FF D om de beginpositie lager op de
pagina te krijgen en druk op de knop Load/Eject U om de
beginpositie hoger op de pagina te krijgen.
1
1
Opmerking:
❏ De printer heeft een minimale en een maximale beginpositie.
Zodra u deze overschrijdt, hoort u een pieptoon en stopt het
papier.
❏ Ook wanneer het papier de standaardbeginpositie bereikt, hoort
u een pieptoon en stopt het papier even. U kunt deze
standaardinstelling bij het instellen van de beginpositie
gebruiken als referentiepunt.
6. Druk na het instellen van de beginpositie op de knop Pause
om de modus Micro Adjust te verlaten.
De EPSON-printersoftware die met de printer wordt
meegeleverd bestaat uit een driver en EPSON Status Monitor 3.
De printerdriver is software waarmee uw computer de printer
aanstuurt. Door de printerdriver te installeren zorgt ervoor u dat
uw Windows-toepassingen optimaal kunnen profiteren van alle
mogelijkheden van de printer.
Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de status van de printer in
de gaten houden. Deze software waarschuwt u bovendien
wanneer er fouten optreden en geeft tips voor het oplossen van
problemen. EPSON Status Monitor 3 wordt automatisch
geïnstalleerd tijdens het installeren van de printerdriver.
Opmerking:
❏ Voordat u verdergaat, moet u de printerdriver op uw computer
hebben geïnstalleerd zoals beschreven op het blad Installatie.
❏ In de printerdriver wordt alleen de naam LQ-630 weergegeven voor
de printer, ook als u een LQ-630S hebt. Selecteer dus LQ-630 bij
het installeren van of werken met de printerdriver, ook als u een
LQ-630S hebt.
De printerdriver gebruiken onder Windows
Me, 98 en 95
U kunt de printerdriver openen via uw Windows-toepassingen
of via het menu Start.
❏ Wanneer u de printerdriver opent vanuit een
Windows-toepassing, gelden de instellingen die u opgeeft
alleen voor de toepassing waarmee u op dat moment aan het
werk bent. Zie “De printerdriver openen vanuit
Windows-toepassingen” op pagina 25 voor meer informatie.
24Printersoftware
Loading...
+ 130 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.