Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd,
worden opgeslagen in een gegevensopzoeksysteem of worden
overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, hetzij
elektronisch, mechanisch, via fotokopie of opname, of anderszins,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld
voor gebruik met deze Epson-printer. Epson is niet aansprakelijk
voor het gebruik van deze informatie voor andere printers.
Seiko Epson Corporation noch diens dochterondernemingen
kunnen door de koper van dit product of door derden
aansprakelijk worden gesteld voor schade, verlies, kosten
of uitgaven voor de koper of een derde partij ten gevolge van
een ongeluk, verkeerd gebruik of misbruik van dit product of
ongeoorloofde wijzigingen, reparaties of aanpassingen aan dit
product of (met uitzondering van de V.S.) het niet strikt naleven
van de bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation is niet aansprakelijk voor schade of
problemen die het gevolg zijn van het gebruik van opties of
verbruiksartikelen anders dan die door Seiko Epson Corporation
worden aangeduid als originele Epson-producten of door Epson
goedgekeurde producten.
1
Handelsmerken
EPSON® en EPSON ESC/P® zijn gedeponeerde handelsmerken
van Seiko Epson Corporation.
Microsoft
®
, Windows® en Windows NT® zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
®
IBM
is een gedeponeerd handelsmerk van International
Business Machines Corporation.
Algemene opmerking: Andere productnamen die in deze documentatie
worden gebruikt, worden uitsluitend ter identificatie gebruikt en zijn
mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Epson maakt
geen enkele aanspraak op deze merken.
Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen
en opmerkingen
Waarschuwingen
moeten zorgvuldig worden opgevolgd om lichamelijk letsel
w
te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen:
moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur
c
te voorkomen.
Opmerkingen
bevatten belangrijke informatie en nuttige tips over het gebruik van
uw printer.
Waarschuwingssymbool voor hete onderdelen
K Dit symbool staat op de printerkop en op andere
onderdelen om aan te geven dat deze heet kunnen worden. Raak
deze onderdelen nooit aan vlak nadat de printer is gebruikt. Laat
ze gedurende enkele minuten afkoelen voordat u ze aanraakt.
Belangrijke veiligheidsinstructies.
Lees al deze veiligheidsinstructies voordat u de printer gebruikt.
Daarnaast dient u alle waarschuwingen en instructies op de
printer zelf op te volgen.
3
Tijdens het installeren van de printer
❏Plaats de printer niet op een onstabiel oppervlak of in de buurt
van een radiator of warmtebron.
❏Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak. De printer
werkt niet goed als deze schuin of in een hoek is geplaatst.
❏Plaats dit product niet op een zacht, onstabiel oppervlak,
zoals een bed of bank of in een kleine, afgesloten ruimte,
aangezien de ventilatie hierdoor wordt belemmerd.
❏Blokkeer of bedek de sleuven en openingen in de behuizing
niet en duw geen voorwerpen in de sleuven.
❏Gebruik alleen het type stroombron dat wordt aangegeven op
het label van de printer. Als u de elektriciteitsspecificaties in
uw regio niet kent, neem dan contact op met plaatselijke
energiebedrijf of raadpleeg de leverancier.
❏Sluit alle apparatuur aan op correct geaarde stopcontacten.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde stroomgroep als
kopieerapparaten of klimaatregelingssystemen die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen beschadigde of gerafelde voedingskabel.
❏De voedingskabel moet zo worden neergelegd dat schade
door afschuren, snijden, rafelen, plooien en knikken en
andere schade wordt voorkomen.
❏Als u de printer aansluit op een stekkerdoos, zorg dan dat het
totale amperage van alle apparaten die op de stekkerdoos zijn
aangesloten niet hoger is dan het amperage van de doos. Zorg
ook dat het totale amperage van alle apparaten die op het
stopcontact zijn aangesloten niet hoger is dan het amperage
van het stopcontact.
4
❏Gebruik alleen de voedingskabel die bij dit product wordt
geleverd. Gebruik van een andere kabel kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
❏De voedingskabel van dit product is alleen bedoeld voor
gebruik met dit product. Gebruik met andere apparatuur
kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Tijdens het onderhoud van de printer
❏Verwijder de printerkabel uit het stopcontact voordat
u de printer reinigt en reinig de printer uitsluitend met
een vochtige doek.
❏Mors geen vloeistoffen op de printer.
❏Behalve zoals specifiek in deze handleiding wordt
beschreven mag u zelf geen onderhoud aan de printer plegen.
❏Verwijder de printerkabel uit het stopcontact en neem voor
onderhoud contact op met bevoegd onderhoudspersoneel in
de volgende gevallen:
i. Als de stroomkabel of stekker is beschadigd.
ii. Als een vloeistof in de printer is terechtgekomen.
iii. Als de printer is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
iv. Als de printer niet normaal werkt of als de prestaties
merkbaar veranderen.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare gassen in of in de
buurt van dit product. Dit kan brand veroorzaken.
❏Gebruik alleen de bedieningselementen die in de
bedieningsinstructies worden beschreven.
5
❏Als u van plan bent de printer in Duitsland te gebruiken, let dan
op het volgende:
Voor een adequate beveiliging tegen kortsluiting en
oververhitting van deze printer moet het gebouw zijn
voorzien van een stroomonderbreker van 16 ampère.
Bei Anschluss des Druckers an die Stromversorgung muss
sichergestellt werden, dass die Gebaudeinstallation mit einer
16 A-Sicherung abgesichert ist.
Met betrekking tot papiergebruik
❏De afdrukkwaliteit van etiketten hangt af van de temperatuur
en de luchtvochtigheid. Gebruik etiketten daarom alleen onder
de normale gebruiksomstandigheden die hierna worden
beschreven:
Temperatuur: 15 tot 25 °C
Luchtvochtigheid: 30 - 60% RH
❏Laat geen etiketten in de printer achter tussen afdruktaken;
ze kunnen om de plaat krullen en vastlopen wanneer het
afdrukken wordt hervat.
❏Plaats geen papier dat is omgekruld of gevouwen.
Tijdens het gebruik van de printer
❏Gebruik alleen de bedieningselementen die worden
beschreven in de gebruikersdocumentatie. Een onjuiste
afstelling van andere bedieningselementen kan leiden tot
schade die reparatie door een bevoegde technicus vereist.
❏Nadat u de printer hebt uitgezet, dient u altijd minstens vijf
seconden te wachten voordat u de printer weer aanzet. Als
u dit niet doet, kan de printer beschadigd raken.
6
❏Zet de printer niet uit terwijl de zelftest wordt afgedrukt.
Druk altijd op de knop Pause als u het afdrukken wilt
stoppen en zet daarna de printer uit.
❏Sluit de voedingskabel niet aan op een stopcontact met het
verkeerde voltage voor uw printer.
❏Vervang de printerkop nooit zelf aangezien u daarbij de
printer kunt beschadigen. Andere onderdelen van de printer
moeten eveneens worden gecontroleerd als de printerkop
wordt vervangen.
❏U moet de printerkop met de hand verplaatsen als u de
lintcassette wilt vervangen. Als u de printer zojuist hebt
gebruikt, kan de printerkop heet zijn; laat de printerkop
enkele minuten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk
Gebruik van opties
Epson (UK) Limited is niet aansprakelijk voor schade of
problemen die het gevolg zijn van het gebruik van opties of
verbruiksartikelen anders dan die door Epson (UK) Limited
worden aangeduid als originele Epson-producten of door
Epson goedgekeurde producten.
Veiligheidsinformatie
Waarschuwing:
Dit apparaat moet worden geaard. Raadpleeg het op de printer
w
vermelde voltage en controleer of het voltage van het apparaat
overeenkomt met het voltage van het stopcontact.
7
Belangrijk:
De draden in de voedingskabel van dit apparaat hebben verschillende
kleuren met de volgende code:
Groen en geel — Aarde
Blauw — Neutraal
Bruin — Onder spanning
Als u een stekker moet aansluiten:
Aangezien de kleuren van de voedingskabel van dit apparaat
mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde aanduidingen die
de aansluitpunten van de stekker aangeven, dient u als volgt te
werk te gaan:
De groene en gele draad moeten worden verbonden met het
aansluitpunt in de stekker met de letter E of het symbool voor
aarde (G).
De blauwe draad moet worden verbonden met het aansluitpunt
in de stekker met de letter N.
De bruine draad moet worden verbonden met het aansluitpunt
in de stekker met de letter L.
Als de stekker is beschadigd, dient u de kabel te vervangen of een
bevoegd elektricien te raadplegen.
Vervang zekeringen alleen door een zekering met het juiste
formaat en vermogen.
8
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk,
Singapore en Hongkong
Vervang zekeringen alleen door zekeringen met het juiste formaat
en vermogen.
Veiligheidsvereisten
Stekker:
Gebruik een 3-pins stekker die is geregistreerd bij de juiste
veiligheidsinstantie.
Flexibele kabel:
Gebruik een dubbel geïsoleerde flexibele kabel die is
gecertificeerd* volgens de relevante IEC- of BS-normen.
Connector op het apparaat:
Gebruik een connector die is gecertificeerd* volgens de relevante
IEC- of BS-normen.
* Gecertificeerd door een lid van het IECEE CB Scheme.
Uw EPSON® LQ-300+II 24-pins dot-matrixprinter biedt
afdrukken van hoge kwaliteit en superieure prestaties in een
compacte eenheid. Tot de functies van de printer behoren:
❏Verschillende papierbanen die precies aansluiten op uw
wensen.
❏De mogelijkheid om een groot aantal verschillende
papiersoorten te verwerken, waaronder kettingpapier,
meervoudige formulieren (met één origineel en maximaal
drie kopieën), etiketten, losse vellen en enveloppen.
❏Hoge afdruksnelheden van maximaal 300 cps (tekens per
seconde) bij 10 cpi (tekens per inch).
Uw printer wordt geleverd met het printerstuurprogramma
en andere software, waaronder EPSON Status Monitor 3 voor
Microsoft
hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 kunt u de status
van uw printer snel en gemakkelijk controleren.
®
Windows® XP, Me, 98, 2000 of NT 4.0. Met het
14
Papierverwerking
Afdrukken op kettingpapier
De printer kan kettingpapier verwerken met een breedte van
101,6 mm (4,0 inch) t/m 254 mm (10,0 inch). Afhankelijk van de
positie van de tractor, kunt u deze gebruiken als pull-tractor of
als push-tractor. De volgende richtlijnen kunnen handig zijn bij
het bepalen van de positie van de tractor:
❏Wilt u overschakelen van afdrukken op losse vellen naar
afdrukken op kettingpapier en vice versa zonder dat u de
papiertoevoer hoeft te verwijderen? Wilt u kettingpapier
vel voor vel afscheuren? Gebruik de tractor in de
push-tractor-positie. (De tractor is standaard in deze positie
geïnstalleerd als de printer wordt geleverd). Zie het volgende
gedeelte.
❏Wilt u afdrukken op etiketten, meervoudige formulieren
of andere documenten waarvoor een nauwkeurige
afdrukpositie vereist is? Gebruik de tractor dan als
pull-tractor. Zie “Afdrukken met de pull-tractor” voor
instructies.
15
Afdrukken met de push-tractor
Als u de push-tractor gebruikt, is het raadzaam de functie
voor automatisch afscheuren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling) in te schakelen. Zie “De
standaardinstellingen van de printer”.
Volg de onderstaande stappen om kettingpapier te laden met
gebruik van de push-tractor:
1.Zorg ervoor de printer uitstaat. Verwijder het
printerdeksel en de papiergeleider en plaats de
papierontgrendelingshendel in de positie voor kettingpapier.
2.Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling
hiervan naar voren te trekken.
16
3.Verschuif de linkergeleide-eenheid en gebruik hierbij de
schaal op de printer als richtlijn. De printer drukt rechts van de
positie met de markering
van de geleide-eenheid terug om de eenheid te vergrendelen.
Verschuif vervolgens de rechtergeleide-eenheid om deze in te
stellen op de breedte van het papier, maar vergrendel de
eenheid niet. Verplaats de papiersteun totdat deze zich
halverwege de geleide-eenheden bevindt.
4.Zorg ervoor dat het papier een scherpe, rechte invoerrand
heeft. Open de afdekkingen van de geleide-eenheden.
Plaats de eerste gaten in het papier over de pinnen van de
geleide-eenheden en sluit de afdekking van de eenheden.
Verschuif de rechtergeleide-eenheid om eventuele speling
in het papier te verwijderen en vergrendel de eenheid. Het
papier bevindt zich nu in de geladen positie.
0
af. Druk de vergrendelingshendel
17
Let op:
Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant van
c
de printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen en
alleen als de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt u
dat de printer beschadigd raakt of de positie voor de bovenkant
van het formulier wordt verwijderd.
5.U kunt de papiergeleider gebruiken om het binnenkomende
papier te scheiden van het afgedrukte papier. Houd de
papiergeleider horizontaal vast en plaats de inkepingen in
de geleider over de nokjes van de printer (zie onderstaande
afbeelding). Schuif de papiergeleider naar de voorzijde van
de printer totdat u voelt dat deze vastklikt en stel daarna de
randgeleiders in op de breedte van het papier.
6.Zet de printer aan.
18
7.Zorg ervoor dat het printerdeksel gesloten is. Druk op de knop
LF/FF om het papier in de invoerpositie te plaatsen. Het
afdrukken wordt gestart zodra de printer gegevens heeft
ontvangen.
8.Nadat het afdrukken is voltooid, voert u de stappen in het
volgende gedeelte uit om het afgedrukte document af te
scheuren. Als de eerste afgedrukte regel op de pagina te
hoog of te laag wordt weergegeven, kunt u de positie
hiervan wijzigen met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig
aanpassen). Zie “De positie voor de bovenkant van het
formulier aanpassen”.
Let op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
c
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
Als u meer gegevens verzendt, wordt het papier automatisch
teruggevoerd naar de laadpositie.
Een afgedrukt document verwijderen uit de
push-tractor
Voer de volgende stappen uit om het afgedrukte document te
verwijderen:
1.Druk op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)).
Controleer of de lampjes Tear Off(Font) (Afscheuren
(Lettertype)) knipperen. (Hiermee wordt aangegeven dat
het papier zich in de afscheurpositie bevindt.)
19
2.Open de afdekking van de papiergeleider en scheur het
afgedrukte document af langs de daarvoor bestemde rand
van de papierspanningseenheid.
Opmerking:
Als de perforatie van het papier niet goed is uitgelijnd met de
afscheurrand, kunt u de afscheurpositie aanpassen met de functie
Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen). Zie “De afscheurpositie
aanpassen”.
Let op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor
c
de bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de
printer beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van
het formulier worden verwijderd.
3.Sluit de afdekking van de papiergeleider.
Wanneer u doorgaat met afdrukken, wordt het papier
automatisch teruggevoerd naar de positie voor de bovenkant
van het formulier en wordt het afdrukken gestart.
Als u kettingpapier naar de stand-bypositie wilt voeren, waar
u het papier kunt verwijderen, drukt u op de knop Load/Eject
(Laden/Uitwerpen). Open vervolgens de afdekkingen van de
geleide-eenheden van de tractor en verwijder het papier.
20
Let op:
Sch
c
eur het afgedrukte document altijd af voordat u op de knop
Load/Eject (Laden/Uitwerpen) drukt. Als meerdere pagina's
tegelijk in omgekeerde volgorde worden ingevoerd, kan het papier
vastlopen.
Weer overschakelen op losse vellen
Als u wilt overschakelen op losse vellen, drukt u op de knop
Load/Eject (Laden/Uitwerpen). De printer voert het papier nu
achterwaarts in de stand-bypositie. Voer daarna de stappen in
“Losse vellen laden” uit.
Let op:
Scheur het afgedrukte document altijd af voordat u op de knop
c
Load/Eject (Laden/Uitwerpen) drukt. Als meerdere pagina's
tegelijk in omgekeerde volgorde worden ingevoerd, kan het papier
vastlopen.
Afdrukken met de pull-tractor
Als u kettingpapier wilt laden met gebruik van de pull-tractor,
dient u de tractor in de pull-tractor-positie zetten aan de hand van
stap 1 t/m 3 van deze procedure. Als de tractor zich al in deze
positie bevindt, zorgt u ervoor dat de printer is uitgeschakeld en
gaat u verder met stap 6.
Let op:
❏Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant
c
van de printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen
en alleen als de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt
u dat de printer beschadigd raakt of de positie voor de
bovenkant van het formulier wordt verwijderd.
❏Als u de pull-tractor gebruikt, is het raadzaam de functie
voor automatisch afscheuren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling) uit te schakelen om te voorkomen
dat het papier vastloopt.
21
1.Zet de printer uit en verwijder het printerdeksel en de
papiergeleider. Verwijder daarna de papierspanningseenheid
door de vergrendelingsnokken van de eenheid voorzichtig
samen te drukken en de papierspanningseenheid
weg te trekken van de printer. Trek ten slotte de
papierontgrendelingshendel naar voren in de positie voor
kettingpapier.
2.Druk de vergrendelingsnokken van de tractor voorzichtig
aan beide zijden samen en draai de tractor omhoog en uit
de printer.
22
3.Verplaats de tractor naar voren naar de bevestigingssleuf
bovenop de printer en kantel de tractor in de juiste positie
(zie onderstaande afbeelding). Wanneer u de tractor op de
nokjes drukt, klikt de tractor voelbaar vast.
4.Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling
hiervan naar voren te trekken.
23
5.Plaats het papier in de onderste papiersleuf of in de achterste
papiersleuf (zie hieronder) en trek het omhoog. Positioneer
het papier en gebruik hierbij de schaal op de printer als
richtlijn. De printer drukt rechts van de positie met de
markering 0 af.
6.Verschuif de linkergeleide-eenheid zodat de geleiders
ervan overeenkomen met de positie van de gaten in het
papier en vergrendel de eenheid. Verschuif vervolgens de
rechtergeleide-eenheid om deze in te stellen op de breedte
van het papier, maar vergrendel de eenheid niet. Verplaats
de papiersteun totdat deze zich halverwege de twee
geleide-eenheden bevindt.
24
7.Zorg ervoor dat het papier een scherpe, rechte invoerrand
heeft. Open de afdekkingen van de geleide-eenheden.
Plaats de eerste gaten in het papier over de pinnen van de
geleide-eenheden en sluit de afdekkingen van de eenheden.
Verschuif de rechtergeleide-eenheid om eventuele speling
in het papier te verwijderen en vergrendel vervolgens de
eenheid.
Opmerking:
Verwijder eventuele speling door voorzichtig vanaf de achter- of
onderzijde aan het papier te trekken.
8.Als u het binnenkomende papier wilt scheiden van het
afgedrukte papier, gebruikt u de papiergeleider. Houd de
geleider horizontaal vast en plaats de inkepingen van de
geleider over de bevestigingsnokjes van de printer. Schuif
vervolgens de papiergeleider naar de achterzijde van de
printer totdat u voelt dat de papiergeleider vastklikt en stel
daarna de randgeleiders in op de breedte van het papier.
9.Breng het printerdeksel aan en pas de papierpositie aan met
de knop voor de papierinvoer. Verdraai de knop totdat de
perforatie tussen pagina's zich net boven de printerkop
bevindt. Zet vervolgens de printer aan.
10. Zorg ervoor dat het printerdeksel gesloten is, met de
afdekking van de papiergeleider open. Het afdrukken
wordt gestart zodra de printer gegevens heeft ontvangen.
25
Als u de positie wilt wijzigen waarop het afdrukken op een
pagina begint, drukt u op LF/FF om de pagina naar de volgende
positie voor de bovenkant van het formulier te verplaatsen en
vervolgens raadpleegt u “De positie voor de bovenkant van het
formulier aanpassen” in het volgende gedeelte om de laadpositie
te wijzigen.
Werp het papier uit door het papier dat de printer wordt
ingevoerd af te scheuren en druk vervolgens op de knop LF/FF
om het papier verder in te voeren.
De positie voor de bovenkant van het formulier
aanpassen
De positie voor de bovenkant van het formulier is de positie op de
pagina waarop het afdrukken wordt gestart. Als de afdruk te hoog
of te laag op de pagin a wordt weergegeven, kunt u de positie voor
de bovenkant van het formulier wijzigen met de functie Micro
Adjust (Nauwkeurig aanpassen). Voer de onderstaande
stappen uit.
Let op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
c
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
26
Opmerking:
❏
Uw instelling voor de positie voor de bovenkant van het formulier
blijft van kracht totdat u de positie wijzigt, zelfs als u de printer uitzet.
❏
De instelling voor de bovenste marge in bepaalde toepassingssoftware
overschrijft de instelling voor de positie voor de bovenkant van het
formulier die u opgeeft met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig
aanpassen). Pas indien nodig de positie voor de bovenkant van het
formulier aan in de software.
1.Zorg ervoor de printer is aangezet.
2.Laad indien nodig papier aan de hand van de instructies in dit
hoofdstuk.
3.Verwijder het printerdeksel.
4.Houd de knop Pause (Onderbreken) gedurende drie
seconden ingedrukt. Het lampje Pause (Onderbreken)
begint te knipperen en de printer gaat over op de modus
Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen).
5.Druk op de knop LF/FF D als u de positie voor de bovenkant
van het formulier hoger op de pagina wilt plaatsen, of druk
op de knop Load/Eject U (Laden/Uitwerpen) als u de positie
voor de bovenkant van het formulier lager op de pagina wilt
plaatsen.
*
* plastic lintafdekking
27
Opmerking:
❏De printer heeft een minimum- en een maximumpositie voor
de bovenkant van het formulier. Als u probeert een positie in te
stellen die boven of onder deze grenzen ligt, klinkt een pieptoon
en wordt de verplaatsing van het papier stopgezet.
❏Als het papier de standaardpositie voor de bovenkant van het
formulier bereikt, klinkt eveneens een pieptoon en wordt de
verplaatsing van het papier korte tijd stopgezet. U kunt de
standaardpositie gebruiken als referentiepunt bij het aanpassen
van de positie voor de bovenkant van het formulier.
Zie het onderstaande voorbeeld als u de positie voor de
bovenkant van het formulier wilt wijzigen voor kettingpapier
dat is geplaatst op de pull-tractor:
Markeer eerst een punt 2,5 mm (0,1 inch) boven de perforatie
van het papier en plaats vervolgens het papier zodanig dat
de markering samenvalt met de bovenrand van de pastic
lintafdekking. Hierdoor ontstaat een marge van 8,5 mm
(0,33 inch) op de volgende pagina. Dit betekent dat de printer
8,5 mm (0,33 inch) onder de perforatie begint met afdrukken.
Als u een punt markeert dat 2,5 mm (0,1 inch) boven de
perforatie ligt, ontstaat een marge van 8,5 mm (0,33 inch) op
de volgende pagina.
A2,5 mm (0,1 inch)
B8,5 mm (0,33 inch)
28
6.Nadat u de positie voor de bovenkant van het formulier hebt
ingesteld, drukt u op de knop Pause (Onderbreken) om de
modus Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen) te verlaten.
Het papier doorvoeren naar de afscheurrand
Als u de push-tractor gebruikt en u bent klaar met afdrukken,
kunt u het kettingpapier met de afscheurfunctie doorvoeren naar
de afscheurrand van de printer. U kunt het afgedrukte document
dan gemakkelijk afscheuren. Wanneer u doorgaat met afdrukken,
wordt het papier automatisch teruggevoerd naar de positie
voor de bovenkant van het formulier, zodat het papier tussen
documenten dat normaal gesproken verloren gaat, kan worden
gebruikt.
U kunt de afscheurfunctie op twee manieren gebruiken:
handmatig, door op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)) van de printer te drukken, of automatisch door
de modus voor automatisch afscheuren in te schakelen.
Let op:
Gebruik de hierboven beschreven afscheurfunctie nooit om
c
kettingpapier met etiketten achterwaarts in te voeren; de etiketten
kunnen dan losraken en vastlopen in de printer.
De knop Tear Off (Afscheuren) gebruiken
Controleer nadat de printer het document heeft afgedrukt, of de
lampjes
Druk vervolgens op de knop
(Lettertype)). Het papier wordt doorgevoerd naar de afscheurrand.
Opmerking:
Als de lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) knipperen,
bevindt het papier zich in de afscheurpositie. Als u nogmaals op de knop
Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) drukt, wordt het papier
doorgevoerd naar de volgende positie voor de bovenkant van het
formulier.
Tear Off (Font)
(Afscheuren (Lettertype)) niet knipperen.
Tear Off (Font)
(Afscheuren
29
Het papier automatisch doorvoeren naar de afscheurpositie
Als u uw afgedrukte documenten automatisch wilt doorvoeren
naar de afscheurpositie, dient u de modus voor automatisch
afscheuren in te schakelen en de juiste paginalengte voor
kettingpapier te selecteren in de modus Default Setting
(Standaardinstelling). Zie “De standaardinstellingen wijzigen”
voor instructies.
Als automatisch afscheuren is ingeschakeld, voert de printer
het papier automatisch door naar de afscheurpositie wanneer
een volledige pagina met gegevens of een opdracht voor
formulierinvoer wordt ontvangen die niet wordt gevolgd
door meer gegevens.
De afscheurpositie aanpassen
Als de perforatie van het papier niet is uitgelijnd met de
afscheurrand, kunt u met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig
aanpassen) de perforatie naar de afscheurpositie verplaatsen.
Voer de onderstaande stappen uit om de afscheurpositie aan
te passen:
Let op:
Gebruik de knop voor papierinvoer nooit om de positie voor de
c
bovenkant van het formulier te wijzigen. Hierdoor kan de printer
beschadigd raken of de positie voor de bovenkant van het formulier
worden verwijderd.
Opmerking:
Uw afscheurpositie blijft van kracht totdat u de positie wijzigt, zelfs als
u de printer uitzet.
1.Controleer of de lampjes Tear Off (Font) (Afscheuren
(Lettertype)) knipperen (het papier bevindt zich in de
afscheurpositie). U dient wellicht nogmaals op de knop
Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) te drukken om
het papier door te voeren naar de afscheurpositie.
2.Open de afdekking van de papiergeleider.
30
Loading...
+ 140 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.