Epson EB-G5750WU User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding

Gebruikte Symbolen en Tekens

Veiligheidssymbolen
De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken. Leer en respecteer deze waarschuwingssymbolen om letsel aan personen en beschadiging van eigendom te voorkomen.
Waarschuwing
Algemene informatiesymbolen
Let op
q
s Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
g
Procedure
[(Naam)] Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
"(Menunaam)"
Helderheid (Vetgedrukt)
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, in persoonlijk letsel of zelfs de dood kan resulteren als gevolg van foutief handelen.
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, in persoonlijk letsel of fysieke schade kan resulteren als gevolg van foutief handelen.
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder "Bijlage". s pag.154
Dit verwijst naar de bedieningsinstructies en hun volgorde. De desbetreffende procedure moet in de aangegeven volgorde worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: [Esc]-knop
Dit verwijst naar de items in het configuratiemenu. Bijvoorbeeld:
Selecteer "Helderheid" in het menu Beeld.
Beeld menu - Helderheid

Inhoudsopgave

3
Gebruikte Symbolen en Tekens ...................... 2
Inleiding
Kenmerken van de Projector ................................. 8
Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel..........8
Betrouwbaarheid waar u van op aan kunt..............................8
Komt tegemoet aan heel wat behoeften ............................... 8
Verbeterde veiligheidsfuncties ..................................... 9
Gemakkelijk te hanteren.........................................9
Beheer- en bedieningsfuncties .....................................9
Optimaal gebruikmaken van een netwerkverbinding ......................9
Namen van onderdelen en functies .......................... 11
Voorzijde/Bovenzijde ...........................................11
Onderkant ..................................................12
Achterkant .................................................. 13
Interface ...................................................13
Bedieningspaneel .............................................15
Afstandsbediening ............................................ 16
De batterijen installeren ....................................... 18
Bedieningsbereik van afstandbediening............................19
Nuttige Functies
Het geprojecteerde beeld wijzigen .......................... 21
Een testpatroon weergeven ......................................21
De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving) .........22
Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren.................... 23
Quick Corner ...............................................24
H/V-Keystone ..............................................26
Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen ......................... 28
Automatisch ingangssignalen en wijzigingen detecteren aan het geprojecteerde
beeld (Bron zoeken)............................................28
Via de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld ................29
De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld
wijzigen .................................................. 30
De hoogte-breedtemodus wijzigen................................. 30
Beelden projecteren vanaf het videoapparaat of van de HDMI-ingang . . . . . . . . 30
Beelden van een computer projecteren ............................31
De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de
kleurmodus) .............................................. 32
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen) ............ 33
Invoerbronnen voor projectie met split screen ..........................33
Bedieningsprocedures .......................................... 33
Op een split screen projecteren ..................................33
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen .......................34
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts ......................34
Het split screen stoppen .......................................35
Beperkingen tijdens Split Screen Projectie ............................. 35
Beperkingen in bediening ...................................... 35
Beperkingen met het beeld .....................................36
Functies voor het Verbeteren van Projecties ................. 37
Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)....................37
Het beeld bevriezen (Bevriezen)...................................37
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer) ......................................38
Gedeelte van het beeld vergroten (E-Zoom) ........................... 39
Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van
meerdere projectors ....................................... 41
Instellen van de projector-id......................................41
Projector-id controleren .........................................41
Het instellen van de afstandsbediening-ID............................42
Kleurcorrectie tijdens het projecteren van meerdere projecties
(Multischerm Kleuraanpassing) ............................. 44
Overzicht van de correctieprocedure ................................ 44
Correctiemethode ............................................. 44
Inhoudsopgave
4
Een gebruikerslogo opslaan ................................ 46
Beveiligingsfuncties ....................................... 48
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveilig.) ............................48
Type wachtwoordbeveiliging................................... 48
Wachtwoordbeveiliging instellen................................48
Wachtwoord invoeren ........................................49
Bediening Beperken (Toetsvergrendeling) .............................50
Antidiefstalvergrendeling........................................ 51
Het draadslot installeren .......................................51
Anti-diefstal projectielens...................................... 51
Configuratiemenu
Configuratiemenu gebruiken ............................... 54
Beeld Menu ............................................... 55
Signaal Menu .............................................. 57
Instellingen Menu ......................................... 59
Uitgebreid Menu .......................................... 61
Netwerk Menu ............................................ 64
Opmerkingen over het gebruik van het netwerkmenu....................65
Softwarematige toetsenbordbewerkingen ............................65
Basis Menu.................................................. 66
Draadloos LAN Menu........................................... 67
Beveiliging (alleen met draadloze LAN-eenheid geïnstalleerd) ...............69
Als WEP is geselecteerd....................................... 70
Als WPA-PSK(TKIP/AES) of WPA2-PSK(TKIP/AES) geselecteerd is............72
Als EAP-TLS is geselecteerd .....................................73
EAP-TTLS/MD5, EAP-TTLS/MS-CHAPv2, PEAP/MS-CHAPv2, PEAP/GTC, LEAP, EAP-
Fast/MS-CHAPv2, EAP-Fast/GTC is geselecteerd........................74
Vast netwerk Menu............................................ 75
E-mail-menu .................................................76
Overige Menu ................................................77
Resetten Menu ...............................................78
Informatie Menu (Alleen weergave) ......................... 79
Resetten Menu ............................................ 80
Problemen Oplossen
Gebruik de help ........................................... 82
Problemen oplossen ....................................... 84
De indicatielampjes aflezen ......................................84
t
Lampje brandt of knippert rood ................................85
m o
Indicatielampje knippert of brandt ............................ 86
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden .......................... 88
Problemen met het beeld ......................................89
Problemen bij het starten van de projectie .......................... 93
Overige problemen..........................................94
Interpreteren Event IDs.......................................96
Onderhoud
Reiniging ................................................. 98
Het oppervlak van de Projector Reinigen.............................98
De lens reinigen .............................................. 98
De luchtfilter reinigen..........................................98
Verbruiksmateriaal Vervangen ............................ 101
De lamp vervangen ........................................... 101
Vervangingsperiode projectorlamp .............................. 101
Procedure voor het vervangen van een projectorlamp................. 101
Resetten van de Lampuren .................................... 104
Het luchtfilter vervangen ....................................... 104
Vervangingsperiode luchtfilter................................. 104
Procedure voor het vervangen van de luchtfilter..................... 104
Opmerkingen over transport .............................. 106
Verplaatsen over kleine afstanden................................. 106
Inhoudsopgave
5
Vervoeren over lange afstanden...................................106
Verpakking voorbereiden ..................................... 106
Opmerkingen over verpakking en transport ........................ 106
Beheer en bediening
EasyMP Monitor .......................................... 108
Instellingen wijzigen via een webbrowser (Webcontrole) . . . . 109
weergeven Webcontrole ........................................109
weergeven Bediening via webbrowser .............................. 109
Met de E-mailmelding-functie om problemen te rapporteren
.......................................................... 111
Leesprobleem bij E-mailmeldingfunctie............................. 111
Management met SNMP .................................. 112
ESC/VP21-opdrachten .................................... 113
Seriële aansluiting ............................................ 113
Communicatieprotocol .........................................113
Lijst met Opdrachten.......................................... 113
Over PJLink .............................................. 115
Over Crestron RoomView® ................................ 116
Een projector besturen via een computervenster....................... 116
Het werkingsvenster weergeven ................................ 116
Het werkingsvenster gebruiken................................. 117
Het werktuigvenster gebruiken ................................. 118
Verbindingsmethoden ......................................... 122
Een verbinding maken met de drukknopmethode.................... 123
Een verbinding maken met de pincodemethode ..................... 124
Installatie en aansluitingen
Installatiemethoden ...................................... 128
De Projectie modus omschakelen ................................. 128
Aansluiten op videoapparatuur ............................ 130
Op een computer aansluiten ..................................... 130
De video-uitvoer van een laptop wijzigen. ......................... 132
Aansluiten op videoapparatuur ................................... 133
Aansluiten Op Externe Apparatuur ......................... 136
LAN-kabel aansluiten .......................................... 136
Aansluiten op een externe monitor................................ 136
Aansluiten op externe luidsprekers .................................136
Optionele en meegeleverde accessoires installeren ......... 138
De projectorlenseenheid verwijderen en vastmaken.....................138
Verwijderen .............................................. 138
Aanbrengen .............................................. 139
De draadloze LAN-eenheid (ELPAP03) installeren....................... 140
Aanbrengen .............................................. 140
De draadloze LAN-indicatielampjes lezen .......................... 140
De kabelbedekking vastmaken en verwijderen .........................141
Aanbrengen .............................................. 141
Verwijderen .............................................. 142
Netwerkfuncties
Projecteren met "Aansluiten op een netwerkprojector" ...... 121
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een
draadloos LAN-toegangspunt ............................. 122
Bijlage
Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal ............... 144
Optionele Accessoires......................................... 144
Verbruiksmateriaal............................................145
Inhoudsopgave
Schermgrootte en Projectieafstand ........................ 146
Projectieafstand............................................. 146
Ondersteunde monitorbeeldschermen ..................... 148
Ondersteunde monitorbeeldschermen .............................. 148
Computersignalen (RGB analoog)............................... 148
Video-component .......................................... 148
Samengestelde video/S-video.................................. 148
Ingangssignaal vanaf de DVI-D en HDMI-ingang ...................... 148
Technische Gegevens . . . . . . . . ............................. 150
Algemene Specificatie van de Projector ............................. 150
Afmetingen .............................................. 153
Woordenlijst ............................................. 154
Algemene Opmerkingen .................................. 157
Over opmerkingen ............................................157
Algemene Opmerking......................................... 158
6
Index .................................................... 174

Inleiding

In dit hoofdstuk worden de kenmerken en de namen van onderdelen van de projector besproken.

Kenmerken van de Projector

8

Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel

Lens in het midden
De lens zit in het midden van de projector zodat hij goed in balans is en makkelijk te monteren is aan een plafond. Dit maakt het ook makkelijk om het scherm en de projector op te zetten.
Uitgerust met een horizontale en verticale lensverschuivingsfunctie
De positie van het geprojecteerde beeld kan horizontaal en verticaal worden verschoven met de lensverschuivingsfunctie, wat een grote verscheidenheid aan installatielocaties mogelijk maakt. s pag.22
Er worden vijf optionele lenzen meegeleverd
U kiest zelf de beste lens, afhankelijk van de projectieafstand en het gebruik. Met het bajonettype kunt u eenvoudig en gemakkelijk optionele lenzen vervangen en installeren. s pag.138, pag.144
Een ontwerp dat harmoniseert met de omgeving en die de installatie makkelijk maakt
Het verfijnde ontwerp van de projector heeft een kabelafdekplaat waarin kabels worden verborgen voor een net uitzicht aan de buitenkant.
terecht komt en zorgt ervoor dat de projector niet uitschakelt als de temperatuur hoger wordt, zelfs als de projector permanent aan een plafond gemonteerd is.

Komt tegemoet aan heel wat behoeften

Uitgerust met een hoge resolutie WUXGA-paneel
U kunt een enorme hoeveelheid informatie op het scherm projecteren. Kijkers kunnen de informatie zien met één blik zonder te hoeven scrollen of naar andere schermen te hoeven wisselen.
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
U kunt de beelden van twee videobronnen simultaan op het scherm projecteren. Dat vergroot het aantal toepassingen, zoals het projecteren van presentatiemateriaal tijdens een videoconferentie. s pag.33
Eenvoudig te onderhouden
U kunt de lamp vervangen door het deksel te openen aan de kant van de projector en hem horizontaal naar buiten te trekken.
U kunt de luchtfilter ook vervangen door hem gewoon uit of aan de voorkant van de projector te schuiven.

Betrouwbaarheid waar u van op aan kunt

Er wordt een grote filter voor statische elektriciteit gebruikt in het luchttoevoersysteem. Dat beperkt de hoeveelheid stof dat in de projector
Reproduceert duidelijk medische beelden
Kenmerken van de Projector
9
Er is een kleurmodus met de naam "DICOM SIM" voorzien om medische beelden te projecteren, zoals röntgenfoto's. Deze modus zorgt voor een beeldkwaliteit die de DICOMg standaard benadert. (De projector is geen medisch apparaat en kan dus niet gebruikt worden voor medische diagnoses.) s pag.32
Nauwkeurige kleuraanpassing
Naast het aanpassen van de instelling Kleurmodus kunt u ook de absolute kleurtemperatuur en de sterkte van de afzonderlijke RGB-kleuren bijregelen. Door aanpassing van de tint, verzadiging en helderheid voor het hele RGBCMY-gebied krijgt u een beeld met een superieure diepte en rijkdom aan kleuren.

Verbeterde veiligheidsfuncties

Wachtwoordbeveiliging om het aantal gebruikers te beperken en te beheren
U kunt een wachtwoord instellen en zo bepalen wie de projector mag gebruiken. s pag.48
Toetsvergrendeling beperkt de knopbediening op het bedieningspaneel.
Zo kunt u voorkomen dat de projectorinstellingen zonder toestemming worden gewijzigd bij gebruik tijdens evenementen, op scholen, enzovoort. s pag.50

Gemakkelijk te hanteren

Direct inschakelen aan/uit
Op pallsen waar de stroom centraal kan worden geregeld, zoals bijvoorbeeld in een conferentieruimte, kan de projector ingesteld worden op de stroom automatisch in- of uitschakelen als de stroombron waarop de projector is aangesloten wordt in- of uitgeschakeld.
Geen afkoelperiode
Nadat u de projector hebt uitgeschakeld, kunt u de voedingskabel van de projector loskoppelen zonder dat u hoeft te wachten tot de projector eerst afgekoeld is.

Beheer- en bedieningsfuncties

Er wordt een selectie van beheer- en bedieningsprotocols ondersteund, zoals bv. de Epson applicatiesoftware EasyMP Monitor. Hierdoor kunt de projector in overeenstemming met uw systeemomgeving gebruiken.
s
"Beheer en bediening" pag.107

Optimaal gebruikmaken van een netwerkverbinding

Het apparaat is uitgerust met verschillende antidiefstalbeveiligingen
De projector is uitgerust met de volgende soorten antidiefstal beveiligingsapparaten. s pag.51
Beveiligingssleuf
Installatiepunt van beveiligingskabel
De verwijderingsknop van de lens schroeven om hem vast te zetten
Projecteer vier beelden simultaan bij dynamische conferenties
Met de meegeleverde applicatiesoftware EasyMP Multi PC Projection kunnen de beelden van max. vier computers die met het netwerk verbonden zijn simultaan worden weergegeven. Iedereen kan vrij en gemakkelijk beelden projecteren vanaf aangesloten computers en zo conferenties en vergaderingen verlevendigen. s Bedieningshandleiding voor EasyMP Multi PC Projection
Beelden en audio overdragen via het netwerk
Kenmerken van de Projector
Met de meegeleverde applicatiesoftware EasyMP Network Projection kunt u netwerkcomputers aansluiten en video, audio en films verzenden. Met verschillende transferfuncties wordt het aantal presentatiemogelijkheden groter. s Bedieningshandleiding voor EasyMP Network Projection
Projecteer met "Met een netwerkprojector verbinden"
Wanneer de projector op het netwerk is aangesloten, kunnen meerdere gebruikers de projector delen door gebruik te maken van de functie Netwerkprojector van Windows Vista of Windows 7. s pag.121
Snelle draadloze verbindingen, zodat u gemakkelijk op het netwerk aansluit
Met een optionele Quick Wireless Connection USB Key kunt u gemakkelijk netwerkcomputers op de projector aansluiten. (Deze functie is alleen ondersteund voor computers met Windows.) s pag.144
10

Namen van onderdelen en functies

11

Voorzijde/Bovenzijde

In de figuur is de projector met een standaard zoomlens geïnstalleerd.
Naam Functie
Lampdeksel
A
Open dit deksel als u de projectorlamp wilt vervangen. s pag.101
Naam Functie
Luchtafvoerkanaal
B
Instelbare voet aan
C
voorzijde
Hendel om voet in te
D
stellen
Zoomstelring
E
Projectielens
F
Verwijderingsknop
G
lens
Externe receiver
H
Scherpstelring
I
Afvoerkanaal voor lucht voor het afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Plaats geen voorwerpen die krom kunnen trekken of op een andere manier door warmte kunnen ver­vormen, in de buurt van de Luchtafvoerventiel. Houd uw gezicht of handen niet in de buurt van de luchtafvoerventilator terwijl de projector wordt ge­bruikt.
Voor het instellen en vergroten van het geprojecteerde beeld nadat de projector op een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, is geplaatst. s Introductiehandleiding
Trek de hendel om de voet in te stellen naar buiten om hem aan de voorzijde uit te schuiven en in te trekken. s Introductiehandleiding
Hiermee wordt de beeldgrootte ingesteld. s Introductiehandleiding
Hierdoor wordt het beeld geprojecteerd.
Druk op deze knop om de lens te verwijderen als u de lenzen vervangt. s pag.138
Hiermee worden signalen van de afstandsbediening ontvangen. s pag.19
Hiermee wordt de beeldscherpte ingesteld. s Introductiehandleiding
Lipje luchtfilter
J
Statusindicatielampje
K
s
Gebruik dit lipje om de luchtfilter naar buiten te trekken als u de luchtfilter wilt schoonmaken of vervangen.
pag.98, pag.104
s
De status van de projector kan worden afgelezen aan de kleur van de indicatielampjes en of deze knipperen of branden. s pag.84
Namen van onderdelen en functies
12
Naam Functie
Draadloos LAN-
L
lampje
Luchttoevoerkanaal
M
(Luchtfilter)
Kiesschijfverticale
N
lensverschuiving
Wijzerplaat
O
horizontale lensverschuiving
Dit indicatielampje geeft de status van de netwerktoegang weer als de draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd.
pag.140
s
Voert lucht aan om de projector intern te koelen. Als er hier veel stof blijft zitten, kan de interne temperatuur van de projector hierdoor oplopen. Dit kan leiden tot problemen met de bediening en kan de levensduur van het optisch systeem verkorten. Maak de luchtfilter regelmatig schoon. s pag.98
Draai de kiesschijf om de positie van het geprojecteerde beeld naar boven of naar onder te verplaatsen.
pag.22
s
Draai de kiesschijf om de positie van het geprojecteerde beeld naar links of naar rechts te verplaatsen.
pag.22
s

Onderkant

Naam Functie
Bevestigingspunten
A
ophangbeugel (4 punten)
Schroefgaten om de
B
kabeldeksel vast te zetten.
Schroefgaten om de
C
draadloze LAN­eenheid vast te zetten
Bevestig de optionele ophangbeugel hier als u de projector aan het plafond wilt ophangen. s pag.144, pag.128
Schroefgaten om de kabeldeksel op zijn plaats te bevestigen. s pag.141
Gebruik dit schroefgat tijdens de installatie van de draadloze LAN-eenheid om de eenheid op zijn plaats vast te zetten, zodat u verlies vermijdt. s pag.140
Namen van onderdelen en functies
13
Naam Functie
Voet aan de
D
achterzijde
Installatiepunt van
E
beveiligingskabel
Greep
F
Schroefgat voor de
G
schroef om de verwijderingsknop van de lens vast te zetten.

Achterkant

Wanneer het apparaat op een tafel staat, draait u hieraan om de hoogte bij te regelen. Zo bepaalt u de horizontale helling. s Introductiehandleiding
Voer hier een in de handel verkrijgbare antidiefstal draadvergrendeling door als u de projector aan een vast object wilt bevestigen. s pag.51
Aan deze grepen kunt u de projector dragen.
Gebruik dit schroefgat bij het installeren van een lens om de verwijderingsknop van de lens met de meegeleverde schroef vast te zetten. s pag.51
Naam Functie

Interface

C
Voedingsingang
D
Luidspreker
E
Interface
s "Interface" pag.13
Hierop wordt de voedingskabel aangesloten. s Introductiehandleiding
Naam Functie
Installatiegedeelte
A
draadloze LAN­eenheid
Bedieningspaneel
B
Installeer hier de draadloze LAN-eenheid. Verwijder de deksel tijdens de installatie. s "De draadloze LAN­eenheid (ELPAP03) installeren" pag.140
s "Bedieningspaneel" pag.15
Naam Functie
Monitor Out-poort
A
Audio Out-poort
B
Zendt het analoge RGB-signaal van de computer die aangesloten is op de ingangspoort Computer1 of BNC naar een externe monitor. De signalen die ontvangen worden van andere poorten en componentvideosignalen kunnen niet worden verzonden.
Zendt het geluid van het geprojecteerde beeld naar de externe luidsprekers.
Namen van onderdelen en functies
14
Naam Functie
Audio3 ingangspoort
C
Audio1 ingangspoort
D
RS-232C poort
E
BNC-ingangpoort
F
Video1 ingangspoort
G
Computer1
H
ingangspoort
Video2 ingangspoort
I
Audio4 ingangspoort
J
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de BNC ingangspoort.
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de Computer1 ingangspoort
Als u de projector vanaf een computer bedient, moet u die aansluiten met een RS-232C-kabel. Deze poort is bestemd voor bedieningsdoeleinden en mag normaal gesproken niet worden gebruikt. s "ESC/VP21-opdrachten"
pag.113
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor samengestelde videosignalen van videobronnen.
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor samengestelde videosignalen van videobronnen.
Sluit aan op de audio-uitgang als u geluid wilt uitvoeren via apparaten die zijn aangesloten op de S-video-ingang, de Video1-ingang of de Video2-ingang.
Naam Functie
Remote poort
N
HDMI ingangpoort
O
S-Video-ingangspoort
P
DVI-D-ingangpoort
Q
Audio2 ingangspoort
R
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan en ontvangt u signalen van de afstandbediening. Wanneer de afstandsbedieningskabel in deze externe poort zit, wordt de ontvanger van de afstandsbediening op de projector uitgeschakeld.
Voert videosignalen in van HDMI videoapparatuur en computers. Deze projector is compatibel met
Voor S-videosignalen van videobronnen.
Ontvangt digitale RGB-signalen van een computer die aangesloten is op de DVI-D-uitgangspoort. Deze projector is compatibel met
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de DVI-D-ingangspoort.
HDCPg-signalen.
HDCPg-signalen.
compatibele
USB(TypeA)-ingang
K
USB-indicator
L
LAN-poort
M
Hierop kunt u een USB-opslagapparaat of een digitale camera aansluiten en beeld-/filmbestanden en scenario's projecteren. s Bedieningshandleiding voor PC Free
Hieronder vindt u uitleg over de status van USB­apparaten die zijn aangesloten op de USB(TypeA)­ingang.
UIT: er is geen USB-apparaat aangesloten Oranje lampje AAN: er is een USB-apparaat aangesloten Groen lampje AAN: er is een werkend USB-apparaat
aangesloten Rode lampje AAN: fout
Hier sluit u een netwerkkabel aan om de projector op een netwerk aan te sluiten.
Namen van onderdelen en functies
15

Bedieningspaneel

Naam Functie
[t]-knop
A
[Source Search]-knop
B
[Enter]-knop
C
Hiermee schakelt u de projector aan of uit. s Introductiehandleiding
Hiermee schakelt u over naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft. s pag.28
Als deze knop tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch Tracking, Sync., en Positie in voor een optimale beeldweergave.
Als het configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat hij verder naar het volgende niveau. s pag.54
Naam Functie
D
[w/ ][v/ ]-knop
[Help]-knop
E
[Esc]-knop
F
G
[</ ][>/ ]-knop
[Menu]-knop
H
Corrigeert de vertikale Keystone-vertekening. s pag.26
Als deze knoppen worden ingedrukt terwijl het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven,
hebben ze alleen de functies [ en instellingswaarden selecteren. s pag.54 Als u projecteert met PC Free of Verbind met een
netwerkprojector, werken deze knoppen uitsluitend als
] en [ ]-knoppen.
[
Druk op deze knop om het Helpscherm weer te geven en te sluiten. Het Helpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.82
Hiermee wordt de huidige functie gestopt. Als u deze knop indrukt terwijl het configuratiemenu
wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.54
Corrigeert de horizontale Keystone-vertekening. s pag.26
Als deze knoppen worden ingedrukt terwijl het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven,
hebben ze alleen de functies [
en instellingswaarden selecteren. s pag.54 Als u projecteert met PC Free of Sluit aan op een
netwerkprojector, werken deze knoppen uitsluitend als
] en [ ]-knoppen.
[
Hiermee wordt het Configuratiemenu weergegeven en gesloten.
pag.53
s
] en [ ] die menu-items
] en [ ] die menu-items
Namen van onderdelen en functies
16

Afstandsbediening

Naam Functie
[t]-knop
A
[Comp1/2]-knop
B
[BNC]-knop
C
[Video1/2]-knop
D
[S-Video]-knop
E
[Menu]-knop
F
[h]-knop
G
[Enter]-knop
H
Hiermee schakelt u de projector aan of uit. s Introductiehandleiding
Schakelt over naar beelden van ingang Computer1.
Schakelt over naar beelden van de BNC-ingang.
Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het beeld van Video1-ingang naar Video2-ingang.
Schakelt over naar beelden van de S-video-ingangpoort.
Hiermee wordt het configuratiemenu weergegeven en gesloten. s pag.53
Als er het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s pag.54, pag.82
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, verplaatst de aanwijzer in de richting (acht mogelijke richtingen) waarin de knop is ingedrukt.
Als het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s pag.54,
pag.82
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, werkt de knop als linkermuisknop.
[Page]-knoppen
I
[[][]]
[A/V Mute]-knop
J
[Split]-knop
K
Met deze knoppen kunt u op en neer bladeren terwijl u een beeld van een computer projecteert die via het netwerk aangesloten is op de projector. Deze knoppen kunnen worden gebruikt van scherm te wisselen tijdens het projecteren met PC Free.
Deze knoppen kunnen worden gebruikt om op en neer te bladeren als u de optionele draadloze muis gebruikt.
Hiermee schakelt u video en audio aan en uit. s pag.37
Druk op deze knop om het scherm in twee te verdelen en projecteer twee beelden simultaan. s pag.33
Namen van onderdelen en functies
17
Naam Functie
[Auto]-knop
L
[Aspect]-knop
M
[ID]-knop
N
[Help]-knop
O
Poort voor
P
afstandsbediening
[Volume]-knop
Q
[
][ ]
[Num]-knop
R
Numerieke knoppen
S
[Color Mode]-knop
T
[Freeze]-knop
U
Als u deze knop tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de computer indrukt, stelt de projector automatisch Tracking, Sync. en Positie in voor een optimale beeldweergave.
Bij iedere druk op deze knop verandert de breedteverhoudingg. s pag.30
Druk op deze knop om de afstandsbediening-id in te stellen. s pag.42
Druk op deze knop om het Helpscherm weer te geven en te sluiten. Het Helpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.82
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan. Hij geeft signalen weer vanaf de afstandsbediening.
Wanneer de kabel in deze poort zit, wordt de ontvanger van de afstandsbediening uitgeschakeld.
[
] Verlaagt het volume. [ ] Verhoogt het volume.
s Introductiehandleiding
hoogte-
Let op
Start niet als het volume te hoog is ingesteld. Harde geluiden kunnen gehoorverlies veroorzaken. Zet het volume altijd lager voordat u de projector uitzet. Voer het volume langzaam op nadat u de projector hebt ingeschakeld.
Gebruik deze knop om wachtwoorden in te voeren, het IP-adres van het Netwerk enzovoorts.
Gebruik deze knop om wachtwoorden in te voeren, id­instellingen voor de afstandbediening, IP-adres van het Netwerk enzovoorts.
Bij iedere druk op deze knop verandert de kleurenmodus. s pag.32
Hiermee pauzeert of hervat u het beeld. s pag.37
Naam Functie
[E-Zoom]-knoppen
V
[z][x]
[Pointer]-knop
W
[Esc]-knop
X
[User]-knop
Y
[LAN/USB]-knop
Z
Id-schakelaar
a
[DVI-D/HDMI]-knop
b
[Source Search]-knop
c
Indicatielampjes
d
LED
e
afstandsbediening
De [z]-knop vergroot het beeld zonder de projectiegrootte te wijzigen.
De [x]-knop verkleint delen van beelden die met de [z]- knop zijn vergroot. s pag.39
Druk op deze knop als u de schermaanwijzer wilt activeren. s pag.38
Hiermee wordt de huidige functie gestopt. Als u deze knop indrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.54
Als u de draadloze muis gebruikt, werkt de knop als rechtermuisknop.
Druk hierop om een vaak gebruikt item uit de zes beschikbare items uit het configuratiemenu toe te wijzen. Wanneer u op de knop drukt, wordt de geselecteerde menuoptie/aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven. s pag.59
Testpatroon is aangewezen als standaardinstelling.
Elke keer dat u op deze knop drukt, schakelt het beeld over tussen dat van een computer die via het netwerk is aangesloten met de projector en dat van het USB-apparaat dat aangesloten is op de USB(TypeA)-poort.
Gebruik deze schakelaar om de id-instellingen voor de afstandsbediening in (On) en uit (Off) te schakelen.
pag.41
s
Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het beeld van DVI-D-ingang naar HDMI-ingang.
Hiermee schakelt u over naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft. s pag.28
Dit lampje gaat branden wanneer signalen worden verzonden.
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de projector.
Namen van onderdelen en functies
De batterijen installeren
Bij aankoop zitten er geen batterijen in de afstandbediening. Om de afstandbediening te kunnen gebruiken moet u de meegeleverde batterijen (twee, AA alkalinebatterijen) er in steken.
Let op
Lees de Veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat met de batterijen.
s
Veiligheidsvoorschriften
Procedure
18
A
B
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van het batterijcompartiment ingedrukt en til de klep omhoog.
Steek de batterijen er in de juiste richting in.
Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de batterijhouder.
C
Zet de batterijklep terug.
Druk de klep goed aan tot hij vastklikt.
Als de afstandsbediening niet meer snel reageert of als de afstandsbediening niet meer werkt nadat deze enige tijd niet meer is gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg dat u twee batterijen van grootte AA bij de hand hebt. Het is niet mogelijk om andere batterijen dan AA te gebruiken.
Namen van onderdelen en functies
Bedieningsbereik van afstandbediening
Wijs met LED van de afstandsbediening naar de ontvanger van de afstandsbediening op de projector. Het bedieningsbereik van de afstandbediening die met de projector is meegeleverd, wordt onderaan weergegeven.
Horizontaal bedieningsbereik
Verticaal bedieningsbereik
19
q
Stel de Externe receiver in op het menu Instellen om de ontvangst van de bedieningssignalen van de afstandbediening te beperken.
pag.59
s
Stel het Type afstandsbed. op het menu Uitgebreid in als u een afstandbediening gebruikt die met andere Epson projectoren werd meegeleverd. s pag.61 Het bedieningsbereik is afhankelijk van de gebruikte afstandbediening.

Nuttige Functies

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties en op de beveiligingsfuncties.

Het geprojecteerde beeld wijzigen

21

Een testpatroon weergeven

Er kan een testbeeld worden weergegeven om de projectiestatus aan te passen zonder het videoapparaat aan te sluiten. Dat is nuttig als u een projector installeert.
Als de knop [User] op de afstandbediening op Testpatroon is
q
Procedure
A
ingesteld, zal het testbeeld worden weergegeven zodra de knop [User] wordt ingedrukt. (De standaardinstelling is Testpatroon.)
Druk op de knop [Menu] als de projector projecteert. Selecteer Instellingen - "Testpatroon", druk dan op de [Enter]-knop.
De Afstandsbediening gebruiken Het Bedieningspaneel gebruiken
B
Druk op de knop [h] op de afstandbediening in de richting [r] of druk op de [Enter]-knop op het bedieningspaneel om het testbeeld om te schakelen.
Druk op de knop [ het vorige beeld weer te geven.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
De volgende aanpassingen kunnen worden gemaakt terwijl het testbeeld wordt weergegeven.
Zoom en scherpte instellen
Positie instellen van geprojecteerd beeld
Keystone-correctie van geprojecteerd beeld
h
] op de afstandbediening in de richting [l] om
s
Introductiehandleiding
s
pag.22
s
pag.23
De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de kleurmodus)
s
pag.32
Aanpassing helderheid
Aanpassing scherpte (uitsluitend Standaard)-menu
Scherpte pag.55
Aanpassing kleurtemperatuur kleurtemperatuur pag.55
s
Beeld-menu - Helderheid pag.55
s
s
Beeld-menu - Abs.
Beeld -
Het geprojecteerde beeld wijzigen
Aanpassing kleuren s Beeld-menu - Kleuraanpassing pag.55
U moet een beeld projecteren van het aangesloten apparaat om menu-
q
items in te stellen die niet kunnen worden ingesteld terwijl het testbeeld wordt weergeven, of om het geprojecteerde beeld fijn af te stemmen.
22
C
Druk op de [Esc]-knop om het testbeeld te stoppen.

De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)

De lens kan worden verschoven om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen, bijvoorbeeld als de projector niet recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd.
Procedure
Draai de kiesschijf van de verticale lensverschuiving of de kiesschijf voor de horizontale lensverschuiving om de locatie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
q
Het beeld zal het meest helder zijn als de kiesschijven van zowel de verticale als de horizontale lensverschuiving in het midden zijn ingesteld.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
23
Het bereik waarbinen het beeld met de kiesschijven kan worden bewogen wordt hieronder weergegeven.
Midden van lens
A
Geprojecteerd beeld als de kiesschijven voor de lensverschuivingen in het
B
midden zijn ingesteld.
H/V-Keystone Hiermee corrigeert u vertekening in horizontale en verticale richting
w
w
/ ],
/ ],
afzonderlijk. U kunt dit eenvoudig bijregelen met de knoppen [
v
/ ] , [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel van de projector.
[
s
"H/V-Keystone" pag.26
Quick Corner en horizontale en verticale keystone kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd. Wanneer u Keystone selecteert in het configuratiemenu,
wordt de gekozen correctiemethode toegewezen aan de knoppen [
v
/ ], [</ ] en [>/ ]. De standaardinstelling voor Keystone is
[
ingesteld op H/V-Keystone, dus als de knoppen [
>
/ ]worden ingedrukt, wordt H/V-Keystone-correctie uitgevoerd.
[
Doordat Quick Corner en H/V-Keystone-correctie kunnen worden uitgevoerd terwijl u een testpatroon projecteert, hoeft u geen speciale voorbereidingen te treffen zoals het aansluiten van een computer of andere apparatuur.
w
/ ], [v/ ] [</ ] en

Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren

Vervormde weergave van geprojecteerde beelden kan op de twee onderstaande methoden worden gecorrigeerd.
Quick Corner Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het
s
geprojecteerde beeld bijstellen. We raden aan om Quick Corner te gebruiken om nauwkeurig de keystone-vertekening aan te passen.
"Quick Corner" pag.24
Het geprojecteerde beeld wijzigen
Quick Corner
Procedure
24
A
Druk op de [Menu]-knop als de projector projecteert. Selecteer het menu Instellingen - "Keystone", druk dan op de [Enter]-
s
knop.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
C
Met de knop [h] op de afstandbediening of de knoppen [w/
], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel
selecteert u de te corrigeren hoek, druk daarna op de knop [[Enter]].
B
Selecteer "Quick Corner", en druk dan op de [Enter]-knop.
Druk nogmaals op de [Enter]-knop om het scherm weer te geven waarin u één van de vier hoeken kunt selecteren.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
25
D
Corrigeer de positie van de hoek met de knop [h] op de
w
afstandbediening of de knoppen [
>
/ ] op het bedieningspaneel.
[
Als de driehoek in de richting waarin u de vorm aanpast, grijs wordt, zoals weergegeven in de schermweergave hieronder, dan kunt u de vorm niet verder in die richting aanpassen.
/ ], [v/ ], [<], [ ] en
E
F
Herhaal procedure 3 en 4 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
Druk na afloop op de [Esc]-knop om het correctiemenu af te sluiten.
Omdat de correctiemethode is gewijzigd naar Quick Corner van
w
Keystone in het configuratiemenu, als de knoppen [
<
/ ] en [>/ ] later worden ingedrukt, wordt het scherm voor het
[ selecteren van de hoek in procedure 2 weergegeven. Wijzig Keystone
vanaf het configuratiemenu naar H/V-Keystone indien u de H/V­Keystone wilt corrigeren bij het indrukken van de knoppen [
v
/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel. s pag.59
[
/ ], [v/ ],
w
/ ],
Het geprojecteerde beeld wijzigen
26
Als u de [Esc]-knop ongeveer twee seconden ingedrukt houdt tijdens
q
H/V-Keystone
Procedure
Druk op de knoppen [w/ ], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel om de keystone-instellingen onafhankelijk in
horizontale en verticale richtingen aan te passen.
het corrigeren met Quick Corner, wordt het volgende scherm weergegeven.
Quick Corner-reset: Stelt het resultaat van Quick Corner correcties opnieuw in.
Wijzigen in H/V-Keystone: Zet de correctiemethode op H/V­Keystone. s "H/V-Keystone" pag.26
Verticale keystone corrigeren U kunt verticale keystone-vervorming corrigeren tot een hoek van 30˚ ten opzichte van het scherm. Als u de projector gekanteld onder een hoek van
meer dan 30˚ gebruikt, kan deze worden beschadigd en ongelukken veroorzaken.
Als de knoppen [w/ ] en [v/ ] gedurende ten minste 1 seconde simultaan worden ingedrukt, wordt de waarde van de verticale keystone
weer ingesteld op de originele status.
q
Deze aanpassing kan ook gemaakt worden via H/V-Keystone op het menu Instellingen. s pag.59
Het geprojecteerde beeld wijzigen
27
Horizontale keystone corrigeren U kunt de horizontale keystone corrigeren door een horizontale projector op te tillen op 20˚.
q
Schuif de lens naar de afgebeelde positie bij het uitvoeren van horizontale en verticale keystone. Als de lensverschuiving niet is geplaatst zoals hieronder wordt de vertekening niet nauwkeurig gecorrigeerd. s "De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)" pag.22
De horizontale lensverschuiving is ingesteld op het midden.
De vertikale lensverschuiving is ingesteld op de boven- en
onderkant.
De correctie kan mogelijk niet helemaal worden uitgevoerd volgens de zoomaanpassingswaarde. En de geprojecteerde schermgrootte kan kleiner worden na het uitvoeren van de correctie. Wees voorzichtig met de projectieafstand bij het installeren van de projector.
Corrigeer het beeld met Quick Corner om het geprojecteerde beeld exact uit te lijnen binnen het scherm of om het beeld fijn te stellen. s "Quick Corner" pag.24
Als de knoppen [</ ] en [>/ ] gedurende ten minste 1 seconde simultaan worden ingedrukt, wordt de waarde van de horizontale
keystone weer ingesteld op de originele status.

Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen

28
Er zijn twee manieren om het geprojecteerde beeld te wijzigen.
Wijzigen via Bron Zoeken De projector detecteert automatisch signalen die door een aangesloten apparaat worden doorgegeven, en projecteert het door de ingangspoort
doorgegeven beeld.
Direct wijzigen bij de doelafbeelding U kunt de de ingangspoort wijzigen met de afstandsbediening.

Automatisch ingangssignalen en wijzigingen detecteren aan het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)

U kunt de doelbeelden snel projecteren door op de knop [Source Search] te drukken omdat ze alleen naar beelden zullen omschakelen via de ingangspoorten waarheen er beeldsignalen zijn gestuurd.
Procedure
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het ingangssignaal wijzigt. Als er twee of meer apparaten zijn aangesloten, druk dan op de knop [Source Search] totdat het gewenste beeld wordt weergegeven.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
Als u de knop [Source Search] indrukt, wordt er gezocht naar ingangspoorten waarheen videosignalen zijn verzonden in de volgende volgorde. (De ingangspoort langswaar er geen beeldsignaal wordt ontvangen, wordt overgeslagen).
Als u overschakelt op LAN worden beelden geprojecteerd van computers die via het netwerk zijn aangesloten.
Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen
Onderstaand scherm toont de status van beeldsignalen die weergegeven
q
blijven als alleen het momenteel weergegeven beeld beschikbaar is of als er geen beeldsignaal is gevonden. U kunt de ingangspoort selecteren waarop het apparaat dat u wilt gebruiken is aangesloten. Als u binnen 10 seconden niets selecteert, wordt het scherm gesloten.
29

Via de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld

U kunt het beeld dat u wilt weergeven direct oproepen vanaf de ingangspoort door op de volgende knoppen op de afstandsbediening te drukken.
Als u overschakelt op LAN worden beelden geprojecteerd van computers die via het netwerk zijn aangesloten.
s
"Afstandsbediening" pag.16

De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen

30
U kunt de hoogte-breedtemodus volgens het type ingangssignaal, de verhouding hoogte-breedte en resolutie selecteren om de
Hoogte­breedteverhoudingg van het geprojecteerde beeld om te schakelen. De hoogte-breedtemodi zijn hieronder opgesomd. De instelbare hoogte­breedtemodi zijn afhankelijk van het beeldtype dat wordt geprojecteerd.
Hoogte-breedtemodus Verklaring
Normaal
Automatisch
16:9
Volledig
Zoomen
Bronformaat
* Om Volledig te selecteren terwijl een 1080i-signaal wordt ingevoerd, stelt u
*
Progressief in het configuratiemenu in op Uit. s pag.57
Projecteert op volledige projectiegrootte met behoud van hoogte-breedteverhouding van het ontvangen beeld.
Projectie met een geschikte hoogte­breedteverhouding op basis van informatie in het ontvangen signaal.
Projecteert op volledige projectiegrootte met de hoogte-breedteverhouding 16:9.
Projectie op volledige grootte.
Projecteert het ontvangen beeld vergroot tot de volledige laterale richtingsgrootte van de Hoogte­breedteverh. Delen die daarbuiten vallen, worden niet meegeprojecteerd.
Projectie met de resolutie van het ontvangen beeld in het midden van het scherm. Dat is ideaal voor het weergeven van scherpe beelden.
Procedure
Afstandsbediening
De naam van de Hoogte-breedtemodus wordt weergegeven op het scherm als u de knop indrukt. Als u op de knop drukt terwijl de naam van een hoogte-breedtemodus wordt weergegeven, wordt de volgende hoogte-breedtemodus weergegeven.
U kunt de kleurmodus ook instellen met Hoogte-breedte in het menu
q
Signaal van het configuratiemenu. s pag.57

De hoogte-breedtemodus wijzigen

Beelden projecteren vanaf het videoapparaat of van de HDMI­ingang
Elke keer als u de knop [Aspect] op de afstandbediening indrukt, wijzigt de hoogte-breedtemodus van Automatisch naar 16:9, Volledig, Zoomen en
s
Bronformaat.
Voorbeeld: 720p inkomend signaal (resolutie: 1280x720, hoogte­breedteverhouding: 16:9)
pag.30
De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen
U kunt hieronder voorbeelden zien van projecties van elke hoogte­breedteverhouding.
31
Automatisch
A
16:9
B
Volledig
C
Zoom
D
Bronformaat
E
Beelden van een computer projecteren
Elke keer als u de knop [Aspect] op de afstandbediening indrukt, wijzigt de hoogte-breedtemodus van Normaal naar 16:9, Volledig, Zoomen en Bronformaat.
s
pag.30
Hoogte-
breedtemo-
dus
Normaal
16:9
Volledig
Zoomen
Bronformaat
XGA
1024X768(4:3)
Ingangssignaal
WXGA
1280X800(16:10)
SXGA
1280X1024(5:4)
q
Als bij het projecteren van computerbeelden een deel van het beeld ontbreekt of als niet alles kan worden geprojecteerd, moet u Breed of Normaal selecteren bij Resolutie in het configuratiemenu (afhankelijk van de grootte van het computerscherm). s pag.57

De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de kleurmodus)

32
Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij de omgeving waarin u projecteert. De helderheid van het beeld is afhankelijk van de geselecteerde modus.
Modus Toepassing
Dynamisch
Presentatie
Theater
*1
Foto
*2
Sport
sRGB
DICOM SIM
*1
Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers. Dit is de helderste modus.
Deze modus is ideaal voor het geven van presentaties met kleurmateriaal in goed verlichte kamers.
Ideaal om films te kijken in een donkere kamer. Geeft beelden een natuurlijk toon, bijna als de originele bron.
Ideaal voor het projecteren van stilstaande beelden, zoals foto´s, in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en hebben een goed contrast.
Ideaal voor het kijken naar tv-programma´s in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en levensecht.
Ideaal voor beelden die voldoen aan de kleurenstandaard.
Ideaal voor het projecteren van röntgenbeelden en andere medische beelden. Dit geeft beelden met heldere schaduwen.
De projector is geen medisch apparaat en kan dus niet worden gebruikt voor medische diagnoses.
sRGBg-
Procedure
Afstandsbediening
De naam van de Kleurmodus wordt weergegeven op het scherm als u de knop indrukt.
Als u op de knop drukt terwijl de naam van de Kleurmodus wordt weergegeven, wijzigt het naar de volgende Kleurmodus.
U kunt de hoogte-breedtemodus ook instellen met Kleurmodus in het
q
menu Beeld van het configuratiemenu. s pag.55
Op maat
*1 Kan worden geselecteerd door RGB-signalen te sturen, of als USB of LAN als
invoerbron is geselecteerd. Kan worden geselecteerd bij componentvideosignalen, S-videosignalen of
*2
samengestelde videosignalen.
Selecteer Op maat om R, G, B, C, M, Y aan te passen van Kleuraanpassing in het configuratiemenu.

Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)

33
Met een split screen kunt u het scherm verdelen in een linkerscherm (U) en
V
een rechterscherm (
) en kunt u twee beelden simultaan projecteren.

Invoerbronnen voor projectie met split screen

De combinaties van invoerbronnen die op een split screen kunnen worden geprojecteerd, zijn hieronder opgesomd.
U kunt geen beelden projecteren van computers die aangesloten zijn via het netwerk of van de USB(TypeA)-poort.
Linker- of rechterscherm Ander scherm
DVI-D HDMI
Computer1 BNC S-video Video1 Video2

Bedieningsprocedures

Op een split screen projecteren
Procedure
A
B
Druk op de knop [Split] op de afstandbediening als de projector projecteert.
De invoerbron die momenteel geselecteerd is, zal worden weergegeven op het linkerscherm
Afstandsbediening
Het split screen kunt u ook starten vanaf Split Screen op het
q
configuratiemenu. s pag.59
Druk op de [Menu]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Het Split Screen inst. wordt weergegeven.
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
34
q
C
D
q
Het Split Screen inst. wordt ook weergegeven als de knop [Source Search] op de afstandbediening of het bedieningspaneel wordt ingedrukt of als er een Bronknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
Selecteer "Bron links" en druk op de knop [Enter] om het beeld dat op het linkerscherm geprojecteerd is te wisselen. Selecteer "Bron rechts" en druk op de knop [Enter] om het beeld dat op het rechterscherm geprojecteerd is te wisselen.
Selecteer de invoerbron voor de projectie en druk op de [Enter]-knop.
Er kunnen alleen invoerbronnen geselecteerd worden die combineerbaar zijn. screen" pag.33
Start de procedure van stap 2 om het geprojecteerde beeld tijdens de splitscreenprojectie te wisselen.
De audio van de invoerbron die geselecteerd is voor het linkerscherm zal worden weergegeven.
Als Computer1 of BNC wordt geselecteerd voor het linkerscherm, dan kan het beeld voor het linkerscherm op een externe monitor worden weergegeven. (Dat is alleen mogelijk als er analoge RGB­signalen worden ontvangen.) s pag.136
s
"Invoerbronnen voor projectie met split
B
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts
A
B C
Selecteer "Omwisselen Schermen", druk dan op de [Enter]­knop.
De beelden op de linker- en rechterschermen zullen worden omgewisseld.
Procedure
Druk op de [Menu]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel tijdens de splitscreenprojectie.
Selecteer "Schermgrootte", druk dan op de [Enter]-knop.
Selecteer de beeldgrootte voor de weergave en druk op de [Enter]-knop.
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen
Gebruik de volgende procedure om de beelden op de linker- en rechterschermen te wisselen.
Procedure
A
Druk op de [Menu]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel tijdens de splitscreenprojectie.
D
Druk op de knop [Menu] om de instelprocedure te stoppen.
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
35
Nadat de schermgrootte is ingesteld, zullen de geprojecteerde beelden verschijnen zoals hieronder weergegeven.
Gelijk Links groter
Rechts groter
U kunt niet op hetzelfde moment de beelden op zowel het linker-
q
als het rechterscherm vergroten.
Als één beeld vergroot wordt, wordt het andere verkleind.
Afhankelijk van de videosignalen die worden ingevoerd is het
mogelijk dat de beelden aan de linker- en de rechterkant niet in hetzelfde formaat verschijnen, zelfs al is Gelijk ingesteld.
Het split screen stoppen
Procedure
Druk op de [Esc]-knop op de afstandbediening of het bedieningspaneel om split screen te stoppen.
U kunt de volgende stappen gebruiken om split screen te stoppen.
Druk op de knop [Split] op de afstandsbediening.
Selecteer het menu Split Screen afsl. in de Split Screen inst. en druk
dan op de [Enter]-knop.

Beperkingen tijdens Split Screen Projectie

Beperkingen in bediening
De volgende handelingen kunt u niet uitvoeren tijdens de projectie in split screen.
Het configuratiemenu instellen
E-zoom
De hoogte-breedtemodus wisselen (De hoogte-breedtemodus wordt
ingesteld op Normaal.)
Handelingen met de knop [User] op de afstandsbediening.
Er kan alleen hulp worden weergegeven als er geen beeldsignalen worden ingevoerd of als er een fout- of waarschuwingsmelding is weergegeven.
s
pag.30
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
Beperkingen met het beeld
De standaardwaarden voor het menu Beeld zijn toegepast op het beeld op het rechterscherm. De instellingen voor het beeld op het linkerscherm worden echter toegepast op het beeld op het rechterscherm voor de modi Kleurmodus, Abs. kleurtemperatuur en Kleuraanpassing. Ook worden de instellingen onder Geavanceerd voor Scherpte (Dunne lijnen verbet., Dikke lijnen verbet.) genegeerd voor de beelden op beide schermen.
De instellingen voor Progressief, Ruisvermindering en 2-2 pull-down worden ingesteld op Uit.
Hier wordt de standaard instelling voor de Overscannen toegepast.
s
Signaal menu - Overscannen pag.57
Het scherm is Blauw als er geen beeldsignaal binnenkomt.
Als A/V mute wordt uitgevoerd zal het scherm Zwart zijn.
s
pag.55
s
Signaal-menu pag.57
36

Functies voor het Verbeteren van Projecties

37

Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)

U kunt deze functie gebruiken als u de aandacht van het publiek wilt richten op wat u zegt of als u bij presentaties vanaf een computer geen informatie wilt tonen terwijl u bestanden wisselt.
Procedure
Afstandsbediening
Als u deze functie gebruikt terwijl u bewegende beelden projecteert,
q
worden de beelden en het geluid niet stopgezet en kunt u niet terugkeren naar het punt waar A/V Mute werd ingeschakeld.
U kunt de weergavestatus van A/V Mute instellen op Zwart, Blauw
of Logo in het menu Uitgebreid - A/V dempen. s pag.61
De lamp blijft branden tijdens A/V Mute, dus de lamptijd blijft oplopen.

Het beeld bevriezen (Bevriezen)

Als de bevries-functie wordt ingeschakeld tijdens bewegend beeld, blijft het bevroren beeld geprojecteerd op het scherm en kunt u een bewegend beeld frame voor frame, als foto projecteren. U kunt deze functie ook gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder beeld te projecteren.
Procedure
Afstandsbediening
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt de A/V Mute in- of uitgeschakeld.
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt de bevriesfunctie in- of uitgeschakeld.
Functies voor het Verbeteren van Projecties
38
Het afspelen van de audio stopt niet.
q
Het apparaat dat de beelden afspeelt, stopt niet met het afspelen van de bewegende beelden als Bevriezen aan staat. U kunt de projectie dus niet hervatten vanaf het punt waar het beeld is gestopt.
Als u op de knop [Freeze] drukt terwijl het configuratiemenu of een hulpscherm wordt afgebeeld, wordt het weergegeven configuratiemenu of hulpscherm afgesloten.
De bevriesfunctie werkt als E-Zoom wordt gebruikt.

Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)

U kunt de aanwijzer op het geprojecteerde beeld verplaatsen en zo de aandacht vestigen op het onderwerp waarover u spreekt.
Procedure
A
Geef Aanwijzer weer.
Elke keer als u op deze knop drukt, verschijnt de aanwijzer of verdwijnt hij.
Afstandsbediening
Functies voor het Verbeteren van Projecties
39
B
Verplaats het aanwijzerpictogram ( ).
Afstandsbediening
U kunt kiezen uit drie verschillende soorten Aanwijzerpictogrammen
q
, , of ) in Instellingen - Aanwijzervorm in het
(
configuratiemenu. s pag.59

Gedeelte van het beeld vergroten (E-Zoom)

Met deze functie kunt u het beeld vergroten om het in detail te kunnen bekijken. Dit kan vooral handig zijn bij grafieken en tabellen.
Procedure
A
B
E-zoom inschakelen.
Verplaats het ( ) naar het gebied van het beeld dat u wilt vergroten.
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Functies voor het Verbeteren van Projecties
40
C
q
Vergroten.
Afstandsbediening
Iedere keer als u op deze knop drukt, wordt het gebied vergroot. U kunt versneld vergroten door de knop ingedrukt te houden.
U kunt het vergrote beeld verkleinen door de [ drukken.
Druk op de knop [Esc] om te annuleren.
De vergrotingsverhouding verschijnt in beeld. Het geselecteerde gebied kan in 25 stappen 1 tot 4 keer worden vergroot.
Nadat het beeld vergroot is, kan het met de knop [h] worden gescrold.
Als E-Zoom is geselecteerd, worden Progressief en Ruisvermindering geannuleerd.
E-Zoom wordt geannuleerd bij het uitvoeren van sommige functies zoals Keystone of Autom. configuratie.
x
]-knop in te

Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van meerdere projectors

Wanneer een id is opgegeven voor de projector en afstandsbediening, kunt u de afstandsbediening alleen gebruiken voor een projector met de juiste id. Dit is handig wanneer u met verschillende projectors werkt.
Als u alle projectoren via de afstandsbediening gebruikt, zet u de id­schakelaar aan de kant van de afstandbediening op Off.
Het gebruik van de afstandbediening is alleen mogelijk bij
q

Instellen van de projector-id

projectoren die binnen het bedieningsbereik van de afstandbediening liggen. s "Bedieningsbereik van afstandbediening" pag.19
Als het Type afstandsbed. ingesteld is op Eenvoudig van Bewerking in het configuratiemenu, kunt u de id van de afstandbediening niet instellen.pag.61
Id's worden genegeerd als de projector-id op Uit is ingesteld of de id van de afstandbediening is ingesteld op 0.
B
Kies een van de cijfers van 1 tot 9 als id en druk dan op de [Enter]-knop.
41
Procedure
A
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu] en selecteer Uitgebreid - "Projector-id" van het configuratiemenu.
s
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
C
Druk op de knop [Menu] om het configuratiemenu te sluiten.

Projector-id controleren

Gebruik de volgende procedure om de projector-id te controleren.
Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van meerdere projectors
42
Procedure
A
B
Zet de id-schakelaar van de afstandsbediening op On
Druk tijdens de projectie, terwijl u de knop [ID] ingedrukt houdt, op de knop [Help].
Afstandsbediening

Het instellen van de afstandsbediening-ID

Procedure
A
B
Zet de ID-schakelaar van de afstandsbediening op On
Houd de knop [ID] ingedrukt en druk op de cijfertoets die overeenkomt met de ID van de te bedienen projector.
s
"Projector-id controleren" pag.41
Als u op de knoppen drukt, wordt de huidige projector-ID op het projectiescherm weergegeven. Die verdwijnt na ongeveer drie seconden.
Nadat deze instelling is uitgevoerd, kunnen alleen de opgegeven projectors via de afstandsbediening worden bediend.
Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van meerdere projectors
De ID-instelling van de afstandsbediening wordt in de
q
afstandsbediening opgeslagen. Zelfs als de batterijen uit de afstandsbediening worden gehaald, blijft de opgeslagen ID behouden. Als u de afstandsbediening echter erg lang zonder batterijen laat liggen, wordt de standaardinstelling opnieuw actief (0).
43

Kleurcorrectie tijdens het projecteren van meerdere projecties (Multischerm Kleuraanpassing)

44
Als u meerdere projectors wilt gebruiken voor een presentatie, kunt u de helderheid en kleurtoon van het beeld van elke projector handmatig instellen zodat de geprojecteerde kleuren van elke projector vrijwel overeenkomen.
Gebruik de kleurinstelling voor multischermen als de Kleurmodus van elke projector is ingesteld op hetzelfde item.
Het is mogelijk dat de helderheid en kleurtoon ook na instelling niet volledig overeenkomen.

Overzicht van de correctieprocedure

Wanneer u meerdere projectors gebruikt en correcties wilt aanbrengen, gebruik dan de volgende procedure om steeds één projector per keer te corrigeren.
1. Stel de id van de projector en afstandsbediening in. Om de bediening te beperken tot één specifieke projector stelt u voor die projector
een projector-ID in. Stel dezelfde ID in voor de afstandsbediening. s pag.41
2. Corrigeer het kleurverschil. U kunt de kleuren corrigeren wanneer u met meer dan één projector projecteert. U
kunt in vijf stappen (niveau 1 t/m 5) de kleur zwart in wit veranderen. Per niveau zijn de volgende twee aanpassingen mogelijk.
Helderheid corrigeren
U kunt de helderheid van het beeld corrigeren zodat alle beelden hetzelfde zijn.

Correctiemethode

Nadat u de projectors hebt ingesteld, past u de helderheid en kleurtoon van elke projector aan om eventuele verschillen weg te werken.
Procedure
A
Druk op de knop [Menu] en selecteer Uitgebreid ­"Multischerm" van het configuratiemenu.
s
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
Kleur corrigeren
U kunt de beeldkleur aan elkaar aanpassen met Kleur corr. (G/R) en Kleur corr. (B/Y).
B
Selecteer Niveau om te worden gecorrigeerd in "Aanpassingsniveau".
Kleurcorrectie tijdens het projecteren van meerdere projecties (Multischerm Kleuraanpassing)
Telkens wanneer u een niveau selecteert, wordt het patroon van het geselecteerde niveau weergegeven.
U kunt vanaf elk niveau het beeld corrigeren. Meestal kunt u het beeld donkerder of lichter maken door het van 1 tot 5 of van 5 tot 1 aan te passen.
45
C
D
E
De helderheid aanpassen met "Helderheid corr.".
Als u Niveau selecteert 5, alle afbeeldingen worden afgesteld op de donkerste beeldinstelling door de andere projectors.
Als u Niveau selecteert 1, alle afbeeldingen worden afgesteld op de lichtste beeldinstelling door de andere projectors.
Als u Niveau selecteert Als u 2 tot 4selecteert, wordt de instelling van de projector met de beeldinstelling middenbereik van helderheid door de andere projectors overgenomen.
Omdat telkens wanneer u op de knop [Enter] drukt, de weergave tussen testbeeld en normaal beeld wisselt, zodat u het resultaat van uw aanpassingen direct in het beeld kunt controleren en eventueel correcties kunt aanbrengen.
"Kleur corr. (G/R)" en "Kleur corr. (B/Y)" corrigeren.
Omdat telkens wanneer u op de knop [Enter] drukt, de weergave tussen testbeeld en normaal beeld wisselt, zodat u het resultaat van uw aanpassingen direct in het beeld kunt controleren en eventueel correcties kunt aanbrengen.
Herhaal procedure 3 t/m 5 totdat u klaar bent met corrigeren.
F
Als alle correcties af zijn, drukt u op de knop [Menu] om het configuratiemenu te sluiten.

Een gebruikerslogo opslaan

U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd als gebruikerslogo opslaan.
Het opgeslagen gebruikerslogo kan als schermbeeld worden gebruikt als er geen invoer is van een videosignaal of tijdens de A/V Muteoperatie.
Als het Gebruikerslogo eenmaal is opgeslagen, kunt u het
q
Procedure
A
standaardlogo niet meer terugzetten.
Projecteer het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken en druk vervolgens op de knop [Menu].
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
q
46
Als de Gebr. logo beveil. van Wachtwoordbeveilig. op Aan is ingesteld, wordt er een mededeling weergegeven en het logo van de gebruiker kan niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen aanbrengen nadat u het Gebr. logo beveil. op Uit heeft gezet. s pag.48
Als het Gebruikerslogo geselecteerd is als Keystone, E-Zoom, Hoogte-breedte of Progressief worden uitgevoerd, dan wordt de functie die nu wordt uitgevoerd geannuleerd.
B
Selecteer Uitgebreid - "Gebruikerslogo" van het
s
configuratiemenu.
In de infobalk onder het menu ziet u welke knoppen u kunt gebruiken en waar ze voor dienen.
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
C
q
Selecteer "Ja" als "Dit beeld kiezen als gebruikerslogo?" wordt weergegeven.
Als u op de knop [Enter] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel drukt, is het mogelijk dat de beeldschermgrootte verandert overeenkomstig de resolutie van het beeldsignaal.
Een gebruikerslogo opslaan
47
D
Verplaats het kader om het deel van het beeld dat u als Gebruikerslogo wilt gebruiken, te selecteren.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
q
E F
G
U kunt een beeld opslaan met een afmeting van 400 ^ 300 beeldpunten.
Selecteer "Ja" als "Dit beeld kiezen?" wordt weergegeven.
Selecteer de zoomfactor in het instellingsvenster voor zoom.
Als de melding "Dit beeld opslaan als gebruikerslogo?" wordt weergegeven, selecteer dan "Ja".
Het beeld wordt opgeslagen. Nadat het beeld is opgeslagen, wordt de melding "Voltooid." weergegeven.
q
Stel het opgeslagen gebruikerslogo in de instellingen in van het
Weergeven onder het menu Uitgebreid om het te gebruiken als schermafbeelding. s pag.61
Als een Gebruikerslogo wordt opgeslagen, wordt het vorige Gebruikerslogo gewist.
Het opslaan van het gebruikerslogo neemt ongeveer 15 seconden in beslag. Gebruik de projector of andere aangesloten apparatuur niet terwijl het beeld wordt opgeslagen, omdat er anders storingen kunnen optreden.

Beveiligingsfuncties

48
De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties.
Wachtwoordbeveiliging U kunt beperken wie de projector kan gebruiken.
Toetsvergrendeling U kunt voorkomen dat personen de instellingen op de projector zonder
toestemming wijzigen.
Antidiefstalvergrendeling De projector is uitgerust met diverse antidiefstalbeveiligingen.
s
pag.51
s
pag.50

Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveilig.)

Als Wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld kunnen personen die het wachtwoord niet kennen de projector niet gebruiken voor het projecteren van beelden, zelfs niet als de projector is ingeschakeld. Bovendien kan het gebruikerslogo dat wordt weergegeven als u de projector inschakelt, niet worden gewijzigd. Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook na diefstal niet kan worden gebruikt. Als u de projector aanschaft, is Wachtwoordbeveiliging niet ingeschakeld.
2. Gebr. logo beveil.
Iemand die het gebruikerslogo wil wijzigen dat door de eigenaar van de projector is vastgelegd, zal merken dat dit niet gaat. Als Gebr. logo beveil. op Aan is ingesteld, zijn de volgende wijzigingen in de instellingen verboden voor het gebruikerslogo.
Een Gebruikerslogo opnemen
Instellingen van Achtergrond weerg., Opstartscherm en A/V dem-
pen van Weergeven in het configuratiemenu
3. Netwerkbeveil.
Als Netwerkbeveil. op Aan is ingesteld, zijn wijzigingen aan instellingen voor het menu Netwerk in het configuratiemenu verboden.
Wachtwoordbeveiliging instellen
Gebruik de volgende procedure om de Wachtwoordbeveiliging in te stellen.
Procedure
A
Houd tijdens het projecteren de knop [Freeze] ongeveer vijf seconden ingedrukt.
Het scherm Wachtwoordbeveilig. wordt weergegeven.
Type wachtwoordbeveiliging
Er zijn drie manieren om wachtwoordbeveiliging in te stellen, afhankelijk van het gebruik van de projector.
1. Inschakelbeveiliging
Als Inschakelbeveiliging Aan is, dient u een vooraf ingesteld wachtwoord in te voeren nadat de projector is aangesloten en aangezet (dit is ook van toepassing op Dir. Inschakelen). Als er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, zal de projectie niet starten.
Afstandsbediening
Beveiligingsfuncties
49
q
B
C
D
Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren. Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het instellingenmenu voor Wachtwoordbeveilig. weergegeven. s "Wachtwoord invoeren"
pag.49
Als het wachtwoord is ingesteld, plak dan de Beveiligd-met­wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare plaats op de projector.
Schakel "Inschakelbeveiliging" in.
(1) Selecteer het menu Inschakelbeveiliging en druk dan op de [Enter]-knop.
(2) Selecteer het menu Aan en druk dan op de [Enter]-knop.
(3) Druk op de [Esc]-knop.
Schakel "Gebr. logo beveil." in.
(1) Selecteer het menu Gebr. logo beveil. en druk dan op de [Enter]-knop.
(2) Selecteer het menu Aan en druk dan op de [Enter]-knop.
(3) Druk op de [Esc]-knop.
Schakel "Netwerkbeveil." in.
(1) Selecteer het menu Netwerkbeveil. en druk dan op de [Enter]-knop.
(2) Selecteer het menu Aan en druk dan op de [Enter]-knop.
(3) Druk op de [Esc]-knop.
(3) Houd de knop [Num] ingedrukt en voer met de numerieke knoppen een
getal van vier cijfers in. Het ingevoerde nummer wordt weergegeven als "* * * *". Als u het vierde cijfer invoert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven.
Afstandsbediening
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt weergegeven. Als u een onjuist Wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het
wachtwoord opnieuw moet invoeren.
Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke knoppen op de afstandsbediening het wachtwoord in.
Procedure
E
Het wachtwoord instellen.
(1) Selecteer het menu Wachtwoord en druk dan op de [Enter]-knop.
(2) Het bericht "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven, selecteer Ja en
druk dan op de [Enter]-knop. De standaardinstelling voor het wachtwoord is "0000". Wijzig dit in het door u gekozen wachtwoord. Als u Nee selecteert, wordt het in stap 1 getoonde scherm opnieuw weergegeven.
Houd de knop [Num] ingedrukt en voer het wachtwoord met de numerieke knoppen in.
Als u het juiste wachtwoord invoert, start de projectie.
Beveiligingsfuncties
50
Let op
Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang weergegeven, waarna de projector in standby-modus gaat. Als dit gebeurt, haal dan de voedingskabel van de projector uit het stopcontact, steek de kabel er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De projector geeft het wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het juiste wachtwoord kunt invoeren.
Als u het wachtwoord bent vergeten, noteer dan het nummer "Code opvragen: xxxxx" dat op het scherm verschijnt en neem contact op met het dichtstbijzijnde adres in de service- en ondersteuningsgids.
Epson Projector
Als u bovenstaande handeling blijft herhalen en het onjuiste wachtwoord dertig keer achter elkaar invoert, dan wordt de volgende melding weergegeven en zal de projector geen wachtwoorden meer accepteren. "De projector wordt vergrendeld." Neem contact op met Epson - zie de documentatie.
s
Adressenlijst Epson Projector
s
Adressenlijst

Bediening Beperken (Toetsvergrendeling)

Ga als volgt te werk om de knoppen op het bedieningspaneel te vergrendelen. Zelfs als het bedieningspaneel is vergrendeld, kunt u de afstandsbediening als gebruikelijk gebruiken.
A
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu] en selecteer Instellingen - Toetsvergrendeling van het configuratiemenu.
s
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
Voll. vergrend. Alle knoppen op het bedieningspaneel zijn vergrendeld. U kunt de
projector via het bedieningspaneel niet meer bedienen, inclusief in- en uitschakelen.
Ged. vergrend. Alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de [ vergrendeld.
t
]-knop, zijn
B
C
Kies ofwel Voll. vergrend. of Ged. vergrend. afhankelijk van uw bedoeling.
Selecteer Ja als het bevestigingsbericht wordt weergegeven.
De knoppen op het bedieningspaneel worden vergrendeld volgens de door u gekozen instellingen.
Beveiligingsfuncties
51
Er zijn twee manieren om de vergrendeling van het bedieningspaneel
q
op te heffen.
Selecteer Uit in Instellingen - Toetsvergrendeling van het
configuratiemenu op de afstandbediening. s pag.59
Houd de [Enter]-knop op het bedieningspaneel ongeveer zeven seconden ingedrukt. Vervolgens verschijnt er een melding en wordt de vergrendeling opgeheven.

Antidiefstalvergrendeling

Aangezien de projector vaak aan het plafond wordt geïnstalleerd en onbewaakt in ruimtes wordt achtergelaten, is het apparaat met de volgende beveiligingsvoorzieningen uitgerust om diefstal te voorkomen.
Beveiligingssleuf De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde
Microsaver Security System. Meer informatie over het Microsaver Security System vindt u op de homepage van Kensington http://
www.kensington.com/.
Installatiepunt van beveiligingskabel Een in de handel verkrijgbaar anti-diefstal draadslot kan door het
installatiepunt worden geleid om de projector aan een bureau of pilaar te bevestigen.
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met het draadslot voor instructies bij het vastzetten.
Anti-diefstal projectielens
Met het bajonettype kunt u de lens van de projector eenvoudig en gemakkelijk vervangen. Als u bezorgd bent over de veiligheid: dit is een nuttig anti-diefstalapparaat want zodra het met de meegeleverde schroef wordt afgesloten, kan het niet gemakkelijk worden verwijderd.
De verwijderingsknop van de lens schroeven om hem vast te zetten U kunt de verwijderingsknop van de lens vergrendelen met de meegeleverde schroef, zodat de projectielens niet onmiddellijk kan worden
verwijderd.
Het draadslot installeren
Leid een anti-diefstal draadslot via de veiligheidskabel door het installatiepunt.
Beveiligingsfuncties
52

Configuratiemenu

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het configuratiemenu en de daarin opgenomen functies.

Configuratiemenu gebruiken

Uit hoofdmenu selecteren Uit submenu selecteren Elk item instellen Afsluiten
54

Beeld Menu

Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat, of de invoerbron die op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
RGB-signaal/USB/LAN Videocomponentsignaalg/
Submenu Functie
Kleurmodus
Helderheid
Contrast
Kleurverzadiging
Tint
Scherpte
Abs. kleurtemperatuur
g
*1
Samengesteld videosignaalg/S-videosignaal
Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past. s pag.32
U kunt de Helderheid van het beeld instellen.
U kunt hier het verschil instellen tussen licht en schaduw in het beeld.
U kunt de Kleurverzadiging voor de beelden instellen.
Stel hier de Tint van het beeld in.
Standaard: Stel hier de scherpte van het beeld in. Om meer gedetailleerde instellingen uit te voeren, selecteert u Geavanceerd. Geavanceerd Dunne lijnen verbet.: Als deze parameter op een positieve waarde is ingesteld, worden details zoals haar- of textielpatronen verbeterd. Dikke lijnen verbet.: Als deze parameter op een positieve waarde is ingesteld, worden de omlijning, de achtergrond en de andere
hoofdonderdelen van de objecten in de afbeelding verbeterd en duidelijker weergegeven.
Vert. lijnen verbet.: Als deze parameter op een positieve waarde is ingesteld, worden de verticale lijnen in het beeld verbeterd. Hor. lijnen verbet.: Als deze parameter op een positieve waarde is ingesteld, worden de horizontale lijnen in het beeld verbeterd.
*3
U kunt de algemene tint van het beeld aanpassen in 10 niveaus, van 5000 K naar 10000 K. Als een hoge waarde is geselecteerd, krijgt het beeld een blauwe kleurschakering, als een lage waarde is geselecteerd krijgt het beeld een rode kleurschakering.
*2
: De volgende vier items kunnen worden ingesteld.
g
55
Beeld Menu
Submenu Functie
Kleuraanpassing
56
U kunt aanpassingen maken door een van de volgende te kiezen.
Rood, Groen, Blauw R, G, BGC, M, Y: U kunt de tint, verzadiging en helderheid van elke kleur R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta), Y (geel)
afzonderlijk instellen. (Dit kunt u gemakkelijk doen door Kleurmodus op Op maat in te stellen.)
*4
: U kunt de verzadiging voor elke kleur afzonderlijk aanpassen.
Resetten
Deze parameter kan alleen voor de invoer van een samengesteld videosignaal of S-videosignaal worden ingesteld wanneer een signaal van een NTSC-systeem wordt
*1
ingevoerd. Deze parameter kan niet worden ingesteld wanneer een RGB-signaal wordt ingevoerd of wanneer de invoerbron is ingesteld op USB of LAN.
*2 *3 U kunt deze parameter niet instellen als de Kleurmodus op sRGB is ingesteld.
U kunt deze parameter niet instellen als de Kleurmodus op sRGB of Op maat is ingesteld.
*4
Hier kunt u alle functies die u hebt ingesteld in het menu Beeld herstellen naar hun standaardwaarden. Zie s pag.80 om alle standaardwaarden van de menuopties te herstellen.

Signaal Menu

Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat, of de invoerbron die op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
U kunt de instellingen niet instellen in het menu Signaal als de invoerbron USB of LAN is.
57
RGB-signaal Videocomponentsignaal
Submenu Functie
Autom. configuratie
Resolutie
Tracking
Sync.
Positie
Progressief
Ruisvermindering
g
g
*1*2*4
*2
g
U kunt instellen of (Aan/Uit) Auto. configuratie al dan niet automatisch het beeld aanpast aan de optimale status wanneer het ingangsignaal wijzigt.
Automatisch: De resolutie van het ingangssignaal wordt automatisch bepaald. Breed, Normaal: Indien de beelden niet juist kunnen worden geprojecteerd als Automatisch is ingesteld, dient u dit menu in te stellen. Stel
in op Breed afhankelijk van de aangesloten computer voor breedbeeld of stel in op Normaal voor 4:3 of 5:4 schermen. Handmatig: U kunt de resolutie specificeren. Dit is ideaal als de aangesloten computer niet vast staat.
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen in het beeld verschijnen.
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of wazig is, of als er interferentie optreedt.
Hier kunt u de Positie van het venster naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet wordt geprojecteerd.
Uit: IP-conversie wordt uitgevoerd voor elk veld in het scherm. Dit is ideaal voor het weergeven van beelden met veel beweging. Video: Dit is ideaal voor het weergeven van algemene videobeelden. Film/Auto: Door het automatisch converteren van films, CG, animaties enzovoort die met 24/30 beeldjes per seconde zijn opgenomen naar
het optimale progressieve signaal via 2-3 pull-down, is het mogelijk om het beeld er even natuurlijk uit te laten zien als het origineel.
Hiermee worden beelden met ruis 'opgeschoond'. Er zijn twee modi. Selecteer uw favoriete instelling. Het wordt aanbevolen deze optie in te stellen op Uit bij het bekijken van beeldbronnen met weinig ruis, zoals dvd's.
Samengesteld videosignaalg/S-
videosignaal
g
DVI-D/HDMI
Signaal Menu
Submenu Functie
Videobereik DVI/HDMI
58
Als de DVI-D of de HDMI-ingangspoort verbonden zijn met een DVD-speler, stelt u het videoniveau in volgens de video-instelling op de DVD-speler. Als HDMI geselecteerd is als invoerbron en het bereik ingesteld is op Automatisch invoersignaal automatisch bepaald. Als het bereik op Automatisch is ingesteld en het beeld toont een whiteout of blackout, moet u het videoniveau instellen volgens de instelling van de dvd-speler. Het videoniveau van de DVD-speler kan op Normaal of Uitgebreid worden ingesteld.
*3
, dan wordt het videoniveau van het
Ingangsignaal
U kunt het invoersignaal selecteren van de ingangspoort Computer1 of BNC. Als Automatisch is ingesteld, wordt het ingangssignaal automatisch volgens het aangesloten apparaat ingesteld. Als de kleuren niet juist worden weergegeven bij de instelling Automatisch, selecteer dan het juiste signaal volgens het aangesloten
apparaat.
Videosignaal
U kunt het invoersignaal van de ingangpoort van de Video1, Video2 en S-Video selecteren. Als Automatisch is ingesteld, worden videosignalen automatisch herkend. Als de instelling Automatisch tot problemen leidt zoals interferentie of het ontbreken van beeld, selecteer dan het signaal van het aangesloten apparaat.
Hoogte-breedte
Overscannen
*2
U kunt hier de
U kunt de uitvoermaat (het bereik van de geprojecteerde afbeelding) wijzigen. Het bereik van snijden van het scherm kan worden ingesteld op Uit, 4%, of 8%. U kunt Automatisch
Hoogte-breedteverh.g voor geprojecteerde beelden instellen. s pag.30
*3
alleen selecteren als de signaalbron HDMI is. Als Automatisch is geselecteerd, wordt het bereik
automatisch geschakeld naar Uit of 8%, afhankelijk van de signaalbron
2-2 pull-down
*2
Dit kan alleen worden ingesteld als er 1080p/24Hz-signalen zijn ingevoerd. Als dit op Aan is ingesteld, dan worden beelden die met 24 frames per seconde zijn bewaard, zoals films, met de originele framesnelheid geprojecteerd zonder frame-interpolatie. Hierdoor kunt u de natuurlijke sfeer van het originele beeld opnieuw creëren.
Resetten
U kunt hier alle instellingwaarden op het menu Signaal terugzetten op hun standaardwaarden, behalve Ingangssignaal. Zie s pag.80 om alle standaardwaarden van de menuopties te herstellen.
*1 Als er een componentvideo- of RGB-videosignaal wordt ingevoerd, kan deze instelling alleen worden toegepast als er signalen van 480i, 576i of 1080i worden ingevoerd. *2 Dit kan niet worden ingesteld wanneer een digitaal RGB-signaal wordt ontvangen. *3 Dit kan alleen worden ingesteld als de HDMI-uitvoer op het aangesloten apparaat verbonden is met de HDMI-ingangpoort op de projector. *4 Dit kan niet worden ingesteld wanneer een 1080i-signaal wordt ingevoerd en de aspectmodus is ingesteld op Volledig.

Instellingen Menu

Submenu Functie
Keystone
U kunt Keystone-vertekening corrigeren. H/V-Keystone: Corrigeert de horizontale en vertikale Keystone-vertekening. Selecteer een V-Keystone of H-Keystone. s pag.26
Met de knoppen [w/
Keystone. Quick Corner: Selecteert en corrigeert de vier hoeken van het geprojecteerde beeld. s pag.24
], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel kunt u gelijkaardige correcties uitvoeren aan V-Keystone of H-
59
Split Screen
Toetsvergrendeling
Aanwijzervorm
Stroomverbruik
Volume
Audio-ingang
U kunt het scherm in twee schermen splitsen. s pag.33
Hiermee beperkt u het gebruik van het bedieningspaneel van de projector. s pag.50
U kunt hier de vorm van de aanwijzer selecteren. s pag.38
Aanwijzer 1:
U kunt hier de helderheid van de lamp instellen op Normaal of ECO. Selecteer ECO als de geprojecteerde beelden te helder zijn zoals bijvoorbeeld wanneer de geprojecteerde beelden in een donkere kamer of op een klein
scherm worden geprojecteerd. Als ECO wordt geselecteerd, worden de hoeveelheid verbruikte elektriciteit en de bedrijfsduur van de projectorlamp als volgt gewijzigd, terwijl ook de ventilatorruis afneemt. Elektriciteitsverbruik: ongeveer een vermindering van 16%, levensduur projectorlamp: ongeveer 1,5 keer zo lang
U kunt hier het volume aanpassen. De instellingsgegevens worden voor elke bron en elk beeldsignaal opgeslagen.
Audio-ingang LAN: Als het beeld van een computer wordt geprojecteerd die via het netwerk is aangesloten, dan wordt de audio weergegeven via de projector met de poort die hier is ingesteld. Selecteer LAN als u audio van de computer overbrengt naar de projector om het uit te voeren.
Aanwijzer 2: Aanwijzer 3:
Instellingen Menu
Submenu Functie
Externe receiver
60
U kunt de ontvangst van het werkingssignaal van de afstandsbediening begrenzen. Als u het gebruik van de afstandsbediening wilt verbieden, of als de afstandsbediening te dicht bij een fluorescerende lichtbron is, kunt u via instellingen
ervoor zorgen dat de afstandsbediening die u niet wilt gebruiken of die storingen ondervindt wordt gedeactiveerd. Als de knop [Menu] op de afstandbediening of het bedieningspaneel 15 seconden lang wordt ingedrukt, zal deze parameter terugkeren in de
standaardinstelling.
Knop gebruiker
Testpatroon
Resetten
Met de knop [User] op de afstandsbediening selecteert u een item dat u in het configuratiemenu hebt toegewezen. Wanneer u op de knop [User] drukt, wordt de geselecteerde menuoptie/aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven. U kunt een van de volgende zes items aan de knop [User] toewijzen.
Menu Stroomverbruik, Informatie, Progressief, Testpatroon, Multischerm en Resolutie
Als de projector wordt ingesteld, verschijnt er een testpatroon zodat u de projectie kunnen bijstellen zonder andere apparatuur aan te sluiten. s pag.21
U kunt hier alle instellingwaarden op het menu Instellingen terugzetten op hun standaardwaarden, behalve Knop gebruiker. Zie s pag.80 om alle standaardwaarden van de menuopties te herstellen.

Uitgebreid Menu

Submenu Functie
Weergaven
Gebruikerslogo
Projectie
*1
61
Hier kunt u instellingen vastleggen voor het venster van de projector. Bericht: De volgende berichten worden niet weergegeven op het scherm als dit item is ingesteld op Uit. Oververhitting en andere waarschuwingen, berichten zoals wanneer er geen videosignaal is en als Bevriezen aan is of bij het wijzigen van
Bron, Kleurmodus of Hoogte-breedte.
Achtergrond weerg. Opstartscherm A/V dempen Menugrootte: U kunt Normaal of Breder selecteren voor het weergaveformaat van het configuratiemenu, Help en andere berichten.
U kunt het gebruikerslogo wijzigen dat wordt weergegeven als achtergrond tijdens Achtergrond weerg of Opstartscherm. s pag.46
Stel deze parameter in volgens de installatiestatus van de projector. s pag.128
*1
: U kunt de schermstatus instellen voor wanneer er geen beeldsignaal beschikbaar is voor Zwart, Blauw of Logo.
*1
: Zet deze parameter op Aan om het gebruikerslogo weer te geven als de projectie wordt gestart.
*1
: U kunt het scherm dat tijdens A/V mute wordt weergegeven, instellen op Zwart, Blauw, of Logo.
Uitgebreid Menu
Submenu Functie
Bewerking
62
Dir. Inschakelen: U kunt instellen of u Direct inschakelen actief maakt of niet (Aan/Uit). Wees voorzichtig als dit item op Aan is ingesteld omdat deze unit actief wordt op het moment van stroomherstel als deze unit wordt ingestoken in het stopcontact.
Sluimerstand: Wanneer deze functie op Aan staat, wordt het projecteren automatisch gestopt als er geen signaal meer binnenkomt en het apparaat verder ook niet wordt gebruikt.
Tijd sluimerstand: Wanneer Sluimerstand op Aan is ingesteld, kunt u instellen na hoeveel tijd de projector wordt uitgeschakeld binnen een bereik van 1 tot 30 minuten.
Hoogtemodus: Stel deze in op Aan als u de projector gebruikt boven een hoogte van 1.500 m. BNC Sync. beëindig.: Stel de afsluitweerstand voor het signaal op de BNC-ingang in. Meestal staat deze functie op Uit. Stel in op Aan bij
analoge (75Ω) beëindiging zoals voor schakelapparatuur noodzakelijk is. Type afstandsbed.: U kunt kiezen tussen Normaal of Eenvoudig, afhankelijk van het type afstandbediening.
Stel dit item in op Normaal om de afstandsbediening te gebruiken die bij de projector is geleverd. Als Eenvoudig is geselecteerd, dan kunt u de afstandsbediening gebruiken die is meegeleverd bij andere Epson projectors om deze projector te bedienen. Dit is handig als u een afstandsbediening wilt gebruiken waar u zich al vertrouwd mee voelt om de projector mee te bedienen. (Selecteer Normaal als u de afstandbediening gebruikt die geleverd is bij een projector van de reeks EB-G5xxx of EB-Z80xx.) U kunt de afstandsbediening die bij de projector is geleverd echter niet gebruiken als de projector is ingesteld op Eenvoudig. Zorg dat u de instelling correct is omdat, als de projector aan het plafond of een andere moeilijk te bereiken plaats is gemonteerd, het moeilijk is om het terug te wijzigen naar Normaal. Bovendien kunt u de functies die niet op deze projector of uw afstandbediening zitten, niet gebruiken.
Knop omgek. richting: Zet dit op Aan als de projector aan het plafond wordt opgehangen. s pag.128
Stand-bymodus
Melding luchtfilter
Projector-id
Multischerm
Taal
U kunt de functies gebruiken die toezichthouden op de status van de projector en deze regelen via een netwerk zelfs als de projector in stand-bymodus is, als deze is ingesteld op Communicatie aan.
U kunt instellen of u wel of niet (Aan/Uit) Luchtfiltermelding wilt inschakelen. Als dit is ingesteld op Aan en er wordt een verstopping in het luchtfilter geconstateerd, dan wordt het bericht weergegeven op het scherm.
Stel de id in binnen een bereik van 1 tot 9. Uit geeft aan dat er geen id is ingesteld. s
Als er twee of meer projectors zijn opgesteld om te projecteren, kunt u de kleurtoon en de helderheid van elk geprojecteerde beeld instellen. s pag.44
Aanpassingsniveau: U kunt van zwart tot wit instellen in vijf stadia (Niveau 1 tot 5) en in elk van deze 5 niveaus kunt u de helderheid en kleuren aanpassen.
Helderheid corr.: Corrigeert het verschil in helderheid van elke projector. Kleur corr. (G/R) / Kleur corr. (B/Y): U kunt hier het kleurverschil van de verschillende projectors corrigeren.
U kunt hier de taal van meldingweergaves instellen.
pag.41
Uitgebreid Menu
Submenu Functie
Resetten
*1Als Gebr. logo beveil. in Wachtwoordbeveiliging op Aan is gezet, kunnen instellingen die te maken hebben met het gebruikerslogo, niet worden gewijzigd. U kunt
wijzigingen aanbrengen nadat u het Gebr. logo beveil. op Uit heeft gezet. s pag.46
*2 Behalve voor parameters die te maken hebben met het gebruikerslogo.
Behalve voor de parameters Knop omgek. richting, Hoogtemodus en Type afstandsbed..
*3
U kunt Weergeven Zie s pag.80 om alle standaardwaarden van de menuopties te herstellen.
*2
, Bewerking*3 en Melding luchtfilter weer op hun standaardinstellingen zetten via het menu Uitgebreid.
63

Netwerk Menu

Als Netwerkbeveil. is ingesteld op Aan in Wachtwoordbeveilig., wordt een bericht weergegeven en kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. U kunt
s
wijzigingen aanbrengen nadat u het Netwerkbeveil. op Uit heeft gezet.
Submenu Functie
Netwerkinfo - Draadloos Netwerkinfo - Vast
Netwerkconfiguratie
Geeft de netwerkinstellingen weer.
Geeft het scherm weer om het netwerk in te stellen. s pag.65
pag.48
64
q
De functies van de projector kunnen worden ingesteld en de projector kan worden beheerd via een computer met een webbrowser die is aangesloten in het netwerk. Dit wordt "Web control" genoemd. U kunt gemakkelijk tekst invoeren met een toetsenbord om instellingen (voor de beveiliging bijvoorbeeld) op te geven voor "Web Control". s pag.109
Netwerk Menu
65

Opmerkingen over het gebruik van het netwerkmenu

Selecteren uit het hoofdmenu en uit submenu's en het wijzigen van geselecteerde opties zijn hetzelfde als in het configuratiemenu.
Ga na afloop naar Installatie voltooid en selecteer Ja, Nee of Annuleren. Met "Ja" of "Nee" keert u terug naar het configuratiemenu.
Ja: Slaat de instellingen op en sluit het Netwerk-menu af.
Nee:Sluit het Netwerk-menu af zonder de instellingen op te
slaan.
Annuleren: U blijft in het Netwerk-menu.
de cijfertoetsen te drukken. Druk na uw invoer op [Finish] op het toetsenbord ter bevestiging. Druk op [Cancel] op het toetsenbord om uw invoer te annuleren.
Elke keer dat de [CAPS]-toets geselecteerd wordt en de [Enter]-knop wordt ingedrukt, wisselt het tussen hoofd- en kleine letters.
Elke keer als de [SYM1/2]-toets wordt geselecteerd en de [Enter]-knop wordt ingedrukt, schakelt het de symbooltoetsen in de sectie in het schermkader.

Softwarematige toetsenbordbewerkingen

Het Netwerk-menu bevat opties waarvoor invoer van alfanumerieke tekens vereist is tijdens het instellen. In dat geval wordt het volgende
h
softwarematige toetsenbord weergegeven. Met de knop [
w
afstandbediening of de knoppen [ bedieningspaneel beweegt u de cursor naar de gewenste toets, en druk dan
op de knop [[Enter]] om het alfanumerieke teken in te voeren. Voer cijfers in door de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt te houden en op
/ ], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het
] op de
Netwerk Menu

Basis Menu

Submenu Functie
Projectornaam
66
De naam waarmee de projector wordt geïdentificeerd in een netwerk. U kunt tot 16 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Wachtwoord PJLink
Wachtwoord webctrl
Trefwoord projector
Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u toegang wilt tot de projector met compatibele PJLink-software. s pag.115 U kunt maximaal 32 enkelbytes alfanumerieke tekens invoeren.
Stel een wachtwoord in om te gebruiken bij het maken van de instellingen en het controleren van de projector met Webcontrole. U kunt maximaal 8 enkelbytes alfanumerieke tekens invoeren. Web Control is een computerfunctie waarmee u de projector kunt instellen en beheren via de webbrowser op een computer die op een netwerk is aangesloten. s pag.109
Wanneer deze functie op Aan staat, moet u een trefwoord invoeren wanneer u de projector probeert te verbinden met een computer in het netwerk. Op deze manier kan onderbreking van presentaties door een niet-ingeplande computer die verbinding maakt, worden voorkomen.
Deze functie dient normaal gesproken ingeschakeld te zijn Aan.
Netwerk Menu

Draadloos LAN Menu

Installeer de draadloze LAN-unit (ELPAP03) om de projector aan een computer aan te sluiten met een draadloze LAN. s pag.140
Submenu Functie
Voeding draadl. LAN
Stel deze parameter in op Aan als u de projector en een computer aansluit via draadloze LAN. Als u niet via draadloos LAN wilt verbinden, zet deze parameter dan op Uit om ongeoorloofde toegang door anderen te voorkomen.
67
Aansluitmodus
Wi-Fi Protected Setup
Kanaal
Draadloos LAN-systeem
Autom. SSID-inst.
SSID
Stel deze verbindingsmodus in als u de projector en een computer aansluit via draadloze LAN. Als u een aansluitmodus ingesteld op Snel. Als u projector verbindt met EasyMP Multi PC Prjoection, stelt u de aansluitmodus in op Geavanceerd.
Wanneer u een toegangspunt gebruikt dat compatibel is met ( gemakkelijk met het toegangspunt verbinden en beveiligingsinstellingen opgeven. s pag.122
Als u verbinding maakt in Snelle mode, kunt u een kanaal selecteren dat 802.11b/g gebruikt. Als er interferentie is van andere signalen, moet u een ander kanaal gebruiken.
Stelt het draadloos LAN-systeem in. Als u verbinding maakt in de Geavanceerd modus, kunt u Automatisch instellen om automatisch een methode te selecteren die geschikt is voor de omgeving van de toepassing. In een gebied zonder ondersteuning voor 802.11a, wordt alleen 802.11b/g weergegeven.
Als u verbinding maakt in de Snel modus, kan SSID Autom. instelling worden ingesteld op Aan om ervoor te zorgen dat deze projector sneller wordt gevonden tussen meerdere projectoren en zo de verbinding meer stabiel te maken. De SSID zal automatisch worden aangemaakt, zodat het volgende adres niet kan worden ingesteld.
Zet deze parameter op Uit als u één computer op meerdere projectoren aansluit.
Voer een SSID in. Als het draadloos LAN-systeem waarvan de projector deel uitmaakt beschikt over een SSID, voer de SSID dan in. U kunt maximaal 32 enkelbytes alfanumerieke tekens invoeren.
Infrastructuurmodusg gebruikt, wordt de aansluitmodus ingesteld op Geavanceerd. Als je de computer met de
WPS (Wi-Fi Protected Setup)g voor een draadloos netwerk, kunt u de projector
Ad Hocg-aansluiting gebruikt, is de
Netwerk Menu
Submenu Functie
DHCP
U kunt (Aan/Uit) wel of niet instellen om Indien ingesteld op Aan, kunt u geen adressen meer invoeren.
DHCPg in te stellen.
68
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
SSID-weergave
Weergave IP-adres
U kunt het IP-adres U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden. 0.0.0.0, 127.x.x.x,
224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
U kunt het kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Geeft het MAC-adres aan.
Om te vermijden dat de SSID op het Stand-byscherm van LAN wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Om te vermijden dat het IP-adres op het Stand-byscherm van LAN wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
subnetmaskerg voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers
g
dat is toegewezen aan de projector invoeren.
gateway-adresseng kunnen echter niet worden gebruikt.
Netwerk Menu

Beveiliging (alleen met draadloze LAN-eenheid geïnstalleerd)

Wanneer de draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd en deze wordt gebruikt in de Geavanceerd modus, dan wordt sterk aangeraden de beveiliging in te stellen.
Submenu Functie
Beveiliging
U kunt één type beveiliging selecteren. Volg de aanwijzingen van de beheerder van het netwerksysteem waartoe u toegang wilt voor het instellen van de beveiliging. De volgende types beveiliging zijn voorzien bij de projector. WEP: Gegevens worden versleuteld met een codesleutel (WEP key) Dit mechanisme voorkomt communicatie tenzij de gecodeerde sleutels voor het toegangspunt en de projector overeenkomen. WPA/WPA2: Dit is een coderingsstandaard die de zwakke beveiliging van WEP verbetert. Hoewel er diverse WPA-coderingsmethoden zijn, gebruikt
deze projector "TKIPg" en "AES". WPA bevat ook gebruikersauthenticatiefuncties. WPA-verificatie biedt twee methoden: gebruik van een authenticatieserver, en verificatie tussen een
computer en een toegangspunt zonder server. Deze projector ondersteunt de laatste methode, zonder een server. EAP: EAP is een protocol dat voor communicatie tussen clients en authenticatieservers wordt gebruikt. Er zijn diverse protocollen zoals EAP-TLS dat
gebruik maakt van elektronische certificaten voor gebruikersauthenticatie, LEAP dat werkt met een gebruikerswachtwoord en -naam, en EAP-TTLS.
69
q
Bij gebruik van EAP moet u instellingen uitvoeren op de projector die overeenkomen met de instellingen van de authenticatieserver. Vraag bij uw netwerkbeheerder naar informatie over RADIUS-instellingen.
Netwerk Menu
Als WEP is geselecteerd
Submenu Functie
WEP-codering
70
U kunt hier de codering voor WEB-versleuteling instellen.
128 Bit: werkt met 128-bits (104-bits) codering 64 Bit: werkt met 64-bits (40-bits) codering
Indeling
Sleutel-ID
Coderingssleutel 1/ Coderingssleutel 2/ Coderingssleutel 3/ Coderingssleutel 4
U kunt de invoermethode voor de WEP-coderingssleutel instellen. ASCII: tekstinvoer. Hoe u de WEP-sleutel invoert met tekst, hangt af van het toegangspunt. Informeer bij de netwerkbeheerder van het netwerk
waarvan de projector deel uitmaakt en stel vervolgens "ASCII" in. HEX: invoer in hexadecimalen.
Selecteert de WEP-coderingssleutel-ID
U kunt de sleutel voor WEP-codering invoeren. Voer de sleutel in in single-byte tekens volgens de aanwijzingen van de netwerkbeheerder voor het netwerk waarvan de projector deel uitmaakt. Het type tekens en het aantal dat kan worden ingevoerd, is afhankelijk van de instellingen voor WEP- codering en Indeling.
Als het aantal tekens dat u invoert kleiner is dan de vereiste tekenlengte, wordt geen van de tekens versleuteld. Als het aantal tekens dat u invoert groter is dan de vereiste tekenlengte, worden de tekens die het toegestane aantal overschrijden niet versleuteld.
128 Bit - ASCII: Enkelbyte alfanumerieke tekens, 13 tekens. 64 Bit - ASCII: Enkelbyte alfanumerieke tekens, 5 tekens. 128 Bit - HEX: 0 t/m 9 en A t/m F, 26 tekens 64 Bit - HEX: 0 t/m 9 en A t/m F, 10 tekens
Netwerk Menu
Submenu Functie
Type verificatie
71
U kunt hier het Verificatietype voor WEB-versleuteling instellen.
Open: Methode voor het aansluiten op een toegangspunt zonder authenticatie. Shared: Type verificatie met WEP-sleutel.
Netwerk Menu
Als WPA-PSK(TKIP/AES) of WPA2-PSK(TKIP/AES) geselecteerd is
Submenu Functie
PSK (Coderingssleutel)
U kunt een Pre-Shared Key (coderingssleutel) in single-byte alfanumerieke tekens invoeren. Voer ten minste 8 en maximaal 63 tekens in. Wanneer de Pre-Shared Key wordt ingevoerd en de knop [Enter] is ingedrukt, is de waarde ingesteld en aangeduid met een asterisk (*).
U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren. s pag.109
72
Netwerk Menu
Als EAP-TLS is geselecteerd
Raadpleeg de volgende informatie om een digitaal certificaat te registreren voor de verificatie van de projector. s Bedieningshandleiding voor PC Free "Een
digitaal certificaat op de projector registreren"
Submenu Functie
Uitgereikt aan/Uitgereikt door/Geldigheidsduur
Informatie van het certificaat wordt weergegeven. U kunt hier niet invoeren.
73
Netwerk Menu
EAP-TTLS/MD5, EAP-TTLS/MS-CHAPv2, PEAP/MS-CHAPv2, PEAP/GTC, LEAP, EAP-Fast/MS-CHAPv2, EAP-Fast/GTC is geselecteerd.
Submenu Functie
Gebruikersnaam
U kunt een gebruikersnaam voor verificatie invoeren in single-byte alfanumerieke tekens (geen spaties). U kunt maximaal 64 tekens invoeren. U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren. s pag.109
74
Wachtwoord
U kunt een verificatiewachtwoord in single-byte alfanumerieke tekens invoeren. U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Wanneer het wachtwoord wordt ingevoerd en de knop [Enter] wordt ingedrukt, is de waarde ingesteld en aangeduid met een asterisk (*).
U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren. s pag.109
Netwerk Menu

Vast netwerk Menu

Submenu Functie
DHCP
U kunt (Aan/Uit) wel of niet instellen om Indien ingesteld op Aan, kunt u geen adressen meer invoeren.
DHCPg in te stellen.
75
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
Weergave IP-adres
U kunt het U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
U kunt het kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Geeft het MAC-adres aan.
Om te vermijden dat het IP-adres op het LAN stand-by-scherm wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
IP-adresg dat is toegewezen aan de projector invoeren.
subnetmaskerg voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers
gateway-adresseng kunnen echter niet worden gebruikt.
Netwerk Menu

E-mail-menu

Wanneer deze functie is ingesteld, krijgt u een e-mailbericht als er een probleem is met de projector of als de projector een waarschuwing geeft.
s
"Leesprobleem bij E-mailmeldingfunctie" pag.111
Submenu Functie
E-mailmelding
SMTP-server
U kunt instellen of u wel of niet (Aan/Uit) per e-mail op de hoogte gebracht wilt worden.
U kunt het U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
IP-adresg voor de SMTP-server voor de projector invoeren.
76
Poortnummer
E-mailadres 1/E-mailadres 2/ E-mailadres 3
Melding instellen
U kunt het poortnummer voor de SMTP-server invoeren. De standaardwaarde is 25. U kunt een getal van 1 tot 65535 invoeren.
Voer het e-mailadres in van de bestemming waar de e-mailmelding heen moet. U kunt maximaal drie bestemmingen registreren. U kunt tot 64 single­byte alfanumerieke tekens voor de e-mailadressen invoeren. U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren. s pag.109
U kunt instellen bij welke problemen of waarschuwingen een e-mailmelding wordt gestuurd. Als het probleem of de waarschuwing optreedt in de projector, wordt een e-mailbericht gestuurd naar het opgegeven E-mailadres met de mededeling dat zich een probleem of waarschuwing heeft voorgedaan. U kunt meerdere van de vermelde opties selecteren.
Netwerk Menu

Overige Menu

Submenu Functie
SNMP
77
Zet deze parameter op Aan als u Om de projector te bewaken met SNMP moet u het SNMP-beheerprogramma op uw computer installeren. SNMP moet door een netwerkbeheerder
worden beheerd.
SNMPg gebruikt om de projector te bedienen.
Trap IP Adres 1/Trap IP Adres 2/
Gateway met prioriteit
AMX Device Discovery
RoomView
Als SNMP op Aan is ingesteld, kunt u maximaal twee IP-adressen instellen als SNMP-trapmelding. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Selecteer voor de prioriteitsgateway de optie Vast of Draadloos.
Als deze instelling is ingesteld op Aan en de projector is aangesloten op een netwerk, kan de projector worden gedetecteerd via Discoveryg. Zet deze instelling op Uit als u niet bent aangesloten op een omgeving waarin een controller van AMX of AMX Device Discovery wordt gebruikt.
Zet deze parameter alleen op Aan als u de projector met Crestron RoomView algemeen op Uit. s "Over Crestron RoomView®" pag.116
Wijzigingen in projectorinstellingen worden effectief na herstarten. De volgende functies zijn niet bruikbaar als het op Aan is ingesteld.
Web Control
Message Broadcasting (EasyMP Monitor plugin)
via een netwerk controleert en bedient. Laat deze parameter over het
®
AMX Device
Netwerk Menu

Resetten Menu

Hiermee stelt u alle netwerkinstellingen opnieuw in.
Submenu Functie
Netwerkinstellingen resetten
Om alle netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, selecteert u Ja. Nadat u alle instellingen opnieuw hebt ingesteld, verschijnt het menu Basis.
78

Informatie Menu (Alleen weergave)

Hier kunt u de status van de beeldsignalen die worden geprojecteerd en de status van de projector controleren. Welke items kunnen worden weergegeven is afhankelijk van het beeldsignaal dat of invoerbron die wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken).
RGB Signaal/Componentvideog-signaal Samengesteld video-g signaal/S-videog-signaal USB/LAN
Submenu Functie
Lampuren
U kunt de opgetelde lampwerkingstijd weergeven Als de lamp aan vervanging toe is, worden de tekens geel weergegeven.
*1
.
79
Bron
Ingangssignaal
Resolutie
Videosignaal
Vernieuwingssnelh.
Sync Info
Status
Serienummer
Event ID
*1 De totale gebruikstijd wordt voor de eerste 10 uur weergegeven als "0H". 10 uur en meer wordt weergegeven als "10H", "11H" enzovoort.
Hier kunt u de bronnaam weergeven van het apparaat vanaf waar momenteel wordt geprojecteerd.
U kunt de inhoud van Ingangssignaal ingesteld in het Signaal-menu weergeven volgens de Bron.
U kunt de Resolutie weergeven.
U kunt de inhoud van Videosignaal ingesteld in het menu Signaal weergeven.
U kunt de
U kunt de informatie over het beeldsignaal weergeven. Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt.
Dit betreft informatie over fouten die zich hebben voorgedaan met de projector. Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt.
Hiermee wordt het serienummer van de projector weergegeven.
Als er problemen optreden als de projector en computer via het netwerk verbonden zijn, dan wordt er met een Event ID informatie over het probleem weergegeven. Raadpleeg de volgende pagina voor informatie over hoe het Event ID te begrijpen. s pag.96
Vernieuwingssnelh.g weergeven.

Resetten Menu

Submenu Functie
Alle standaardw.
80
Hier kunt u alle onderdelen in het configuratiemenu herstellen naar hun standaardwaarden. De volgende items worden niet op hun standaardwaarde ingesteld: items voor wachtwoord, Ingangssignaal, Gebruikerslogo, Multischerm, alle items
voor Netwerk-menu's, Lampuren en Taal.
Lampuren terugzetten
U kunt hier de opgetelde lampuren wissen en de waarde terugzetten naar "0H". Reset de waarde als u de lamp vervangt.

Problemen Oplossen

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen kunt opsporen en hoe u ze kunt oplossen.

Gebruik de help

Als er een probleem optreedt met de projector, kunt u gebruik maken van de Help-functie om het probleem op te lossen. Hiertoe drukt u op de [Help]-knop. U kunt een probleem oplossen door antwoord te geven op de vragen.
Procedure
A
Druk op de [Help]-knop.
Het Help-scherm wordt weergegeven.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
82
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
B
Selecteer een menuoptie.
Gebruik de help
83
C
Bevestig de selectie.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
Vragen en oplossingen worden op het onderstaande scherm weergegeven.
Druk op de [Help]-knop om de Help af te sluiten.
q
Als het Help-scherm geen oplossing voor het probleem biedt, raadpleeg dan "Problemen oplossen" pag.84.

Problemen oplossen

Als u een probleem hebt met de projector, controleer dan eerst de indicatielampjes op de projector en raadpleeg "De indicatielampjes aflezen" verderop in deze handleiding voor meer informatie.
Als de indicatielampjes niet duidelijk aangeven wat het probleem zou kunnen zijn, raadpleeg dan "Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden".
s
pag.88

De indicatielampjes aflezen

Deze indicatielampjes geven de werkingstatus van de projector aan.
84
Geeft de bedrijfsstatus weer. Standby
A
Als u op de [t]-knop drukt en de projector is in standby-modus, dan start de projectie.
Netwerkcontrole voorbereiden (maximaal ongeveer 20 seconden) of afkoelen in werking Knoppen zijn uitgeschakeld terwijl het indicatielampje knippert.
Opwarmen Het opwarmen duurt ongeveer 30 seconden. Als het opwarmen is afgerond, knippert het indicatielampje
niet meer. [t]-knop werkt niet tijdens het opwarmen.
Problemen oplossen
Projecteren
Geeft de werkingsstatus van de draadloze LAN aan als de draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd. s "De draadloze LAN-indicatielampjes lezen" pag.140
B
Geeft de interne temperatuurstatus weer.
C
Geeft de status van de projectorlamp weer.
D
Raadpleeg de tabel op de volgende pagina voor informatie over de betekenis van de indicatielampjes en hoe u de door deze lampjes aangegeven problemen kunt oplossen. Als geen van de indicatielampjes brandt, controleer dan of de voedingskabel op de juiste manier is aangesloten en of de stroomvoorziening normaal verloopt. Als u de voedingskabel loskoppelt, is het mogelijk dat het
t
Lampje brandt of knippert rood
Status Oorzaak Oplossing of status
Interne fout Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke
dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
t
lampje nog even blijft branden. Dit duidt niet op een defect.
: Brandt : Knippert : Uit
85
Fout: ventilator Fout: sensor
Fout: hoge temp. (oververhitting)
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
De projectorlamp wordt automatisch uitgeschakeld en de projectie stopt. Wacht ongeveer vijf minuten. Na ongeveer vijf minuten schakelt de projector over in standby-modus. Controleer daarom de twee volgende punten.
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als de luchtfilter verstopt is, reinig hem dan of vervang hem. s pag.98, pag.104
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Als u een hoogte van 1500 m of meer gebruikt, zet u de Hoogtemodus op Aan. s pag.61
Problemen oplossen
Status Oorzaak Oplossing of status
86
Fout luchtfilter Controleer de volgende twee punten.
Controleer of de luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als de luchtfilter verstopt is, reinig hem dan of vervang hem. s pag.98, pag.104
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Fout: lamp Lamp defect Afdekking lamp open
Fout:voed. (Ballast) Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke
m o
Indicatielampje knippert of brandt
Controleer de volgende twee punten.
Haal de projectorlamp uit de projector en controleer of hij stuk is. s pag.101
Reinig de luchtfilter. s pag.98
Indien hij niet stuk is: Plaats de lamp terug en zet de stroom weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: Vervang de projectorlamp door een nieuwe en schakel de projector in. Als het probleem zich blijft voordoen: Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en
neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Als de lamp stuk is: Vervang de lamp door een nieuwe of neem contact op met uw plaatselijke dealer voor advies. Wees voorzichtig als u de projectorlamp zelf vervangt zodat u zich niet snijdt aan stukjes gebroken glas (u kunt pas weer projecteren nadat de lamp is vervangen). s Adressenlijst Epson Projector
Als u een hoogte van 1500 m of meer gebruikt, zet u de Hoogtemodus op Aan. s pag.61
Controleer of de lampdeksel en de projectorlamp veilig zijn geïnstalleerd. s pag.101 Als de lampdeksel of de projectorlamp niet veilig zijn geïnstalleerd, kunt u de lamp niet inschakelen.
dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
: Brandt : Knippert : Uit : Is afhankelijk van de status van de projector
Status Oorzaak Oplossing of status
Waarsch.: hoge temp. (Dit is niet abnormaal. Als de temperatuur echter opnieuw te hoog wordt, stopt de projectie automatisch.)
Controleer of de luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als de luchtfilter verstopt is, reinig hem dan of vervang hem. s pag.98, pag.104
Problemen oplossen
Status Oorzaak Oplossing of status
87
Lamp vervangen Vervang de projectorlamp door een nieuwe. s pag.101
Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen, neemt de kans toe dat de lamp kan exploderen. Vervang de projectorlamp zo snel mogelijk door een nieuwe.
Luchtstroom laag (Dit is niet abnormaal. Projectie stopt echter automatisch als de luchtstroming nog meer zakt.)
Het bericht "Het luchtfilter is verstopt. Reinig of vervang het luchtfilter. " wordt weergegeven. Controleer de volgende twee punten.
Controleer of de luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
Als de luchtfilter verstopt is, reinig hem dan of vervang hem. s pag.98, pag.104
Als de Luchtstroomlaag te laag blijft na het reinigen van het luchtfilter, vervang dan het luchtfilter door een nieuwe. s pag.104
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Melding luchtfilter De volgende mededeling kan ook verschijnen: "Tijd om het luchtfilter te reinigen. Reinig of vervang het luchtfilter." Reinig de
luchtfilter. s pag.98 Als het luchtfilter vuil is van sigarettenrook en niet kan worden gereinigd dient u het te vervangen voor een nieuwe. De indicatielampjes of berichten met betrekking tot de "Melding Luchtfilter" worden uitsluitend weergegeven als Melding
luchtfilter op het Uitgebreid-menu in het configuratiemenu is ingesteld op Aan. s pag.61
q
Als de projector niet op de juiste manier werkt, ook al geven de indicatielampjes aan dat alles normaal functioneert, raadpleeg dan "Als de Indicatielampjes geen
uitkomst bieden". s pag.88
Als de fout niet wordt weergegeven in deze tabel, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met
uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
88

Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden

Als een van hieronder beschreven problemen zich voordoet en de indicatielampjes geen oplossing bieden, raadpleeg dan de betreffende pagina.
Problemen met het beeld
"Geen beeld" s pag.89
De projectie start niet, het projectiegebied is geheel zwart, het projectiegebied is geheel blauw, enzovoort.
"Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend
beeld wordt zwart)." s pag.89
De door de computer doorgegeven bewegende beelden worden zwart weergegeven en er wordt niets geprojecteerd.
"De projectie stopt automatisch" s pag.89
"De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven." s pag.90
""Geen signaal" wordt weergegeven." s pag.90
"Vaag of onscherp beeld" s pag.90
"Interferentie of vervormd beeld" s pag.91
Er treden problemen op zoals interferentie, vervorming of zwart­witpatronen.
"Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen" s pag.91
Slechts een deel van het beeld wordt weergegeven, of de hoogte­breedteverhouding van het beeld is onjuist, enzovoort.
"De beeldkleuren zijn niet juist" s pag.92
Het hele beeld heeft een paarsachtige of groenachtige kleur, de beelden zijn zwart-wit, de kleuren zijn mat, enzovoort... (Computermonitoren en LCD­schermen leveren verschillende prestaties op het gebied van kleurenreproductie. De geprojecteerde kleuren komen dus mogelijk niet overeen met de kleuren op de monitor. Dit is normaal.)
• "Donker beeld" s pag.92
Overige problemen
"Geen geluid of zwak geluid" s pag.94
"De afstandsbediening werkt niet" s pag.94
"Er wordt niets weergegeven op de externe monitor" s pag.95
"Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen" s pag.95
"Er worden geen E-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de
projector" s pag.95
De Event ID interpreteren
s pag.96
Problemen bij het starten van de projectie
"Geen stroomvoorziening" s pag.93
Problemen oplossen
Problemen met het beeld
Geen beeld
Controleer Oplossing
Hebt u op de knop [t] gedrukt? Druk op de knop [t] om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Sluit de voedingskabel van de projector correct aan. s Introductiehandleiding Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is A/V Mute ingeschakeld? Druk op de knop [A/V Mute] op de afstandbediening om A/V Mute te annuleren. s pag.37
Zijn de instellingen in het configuratiemenu correct? Alle standaardw. van de instellingen. s Resetten Menu - Alle standaardw. pag.80
89
Is het geprojecteerde beeld geheel zwart?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend beeld wordt zwart).
Controleer Oplossing
Wordt het beeldsignaal van de computer op het LCD-scherm en de monitor weergegeven?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
De projectie stopt automatisch
Controleer Oplossing
Is Sluimerstand ingesteld op Aan? Druk op de knop [t] om de projector in te schakelen. Als u Sluimerstand niet wilt gebruiken, wijzigt u de instelling naar
Sommige beelden die worden doorgegeven, zoals schermbeveiliging, kunnen geheel zwart zijn.
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal Menu - Videosignaal
pag.57
Wijzig het beeldsignaal naar uitsluitend externe uitvoer. s Controleer de documentatie bij uw computer.
Uit. s Uitgebreid Menu - Bewerking Sluimerstand pag.61
Problemen oplossen
De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven.
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
90
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal Menu - Videosignaal
pag.57
Komen de resolutie van het beeldsignaal en de verversingsfrequentie overeen met de modus?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
"Geen signaal" wordt weergegeven.
Controleer Oplossing
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels voor projectie goed zijn aangesloten. s pag.130, pag.136
Is de juiste invoerpoort geselecteerd? Druk op de knop [Source Search] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om het beeld te wijzigen.
Is de computer of het videoapparaat ingeschakeld? Schakel het apparaat in.
Worden de beeldsignalen doorgegeven naar de projector?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
Vaag of onscherp beeld
Raadpleeg de bij de computer geleverde documentatie voor informatie over het wijzigen van de resolutie van het beeldsignaal en verversingsfrequentie van de computer. s "Ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.148
s pag.28
Als de beeldsignalen alleen naar de LCD-monitor van de computer of naar de extra monitor worden doorgegeven, moet u de instellingen zodanig wijzigen dat het signaal zowel naar een externe bestemming als naar de computermonitor wordt doorgeven. Als bij sommige computermodellen de beeldsignalen extern worden uitgevoerd, worden zij niet langer weergegeven op de LCD-monitor of de extra monitor. s pag.132
Als u de externe apparatuur aansluit terwijl de projector of computer al is ingeschakeld, is het mogelijk dat de [Fn]­functietoets waarmee u het beeldsignaal van de computer naar een extern apparaat kunt verplaatsen, niet werkt. Zet de computer en de projector uit en vervolgens weer aan.
Controleer Oplossing
Is de scherpte juist ingesteld? Draai aan de scherpstelring om scherp te stellen. s Introductiehandleiding
Is de projector op de juiste afstand opgesteld? Staat de projector niet op de juiste afstand?
Stel de projector op binnen het aanbevolen bereik. s pag.146
Is de keystonecorrectiewaarde te laag? Verklein de projectiehoek om de Keystone-correctie te verminderen. s pag.26
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Heeft zich condens op de lens gevormd? Als u de projector plotseling van een koude omgeving naar een warme omgeving verplaatst, of als de
omgevingstemperatuur plotseling verandert, kan er condensvorming op de lens optreden. Hierdoor kan het beeld vaag overkomen. Plaats de projector ongeveer één uur voordat u hem wilt gebruiken in de kamer. Als er zich condens op de lens vormt, schakelt u de projector uit en wacht u totdat de condens is verdwenen.
Interferentie of vervormd beeld
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels voor projectie goed zijn aangesloten. s pag.130, pag.133
Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elektrische interferentie worden vervormd. Gebruik de met de
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal Menu - Videosignaal
pag.57
projector meegeleverde kabels om te controleren of de kabels die u gebruikt het probleem veroorzaken.
91
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Zijn de instellingen voor "
Uitsluitend tijdens het projecteren van analoge RGB­computersignalen
Sync.g" en "Trackingg" juist ingesteld?
Is de Resolutie ingesteld op Handmatig?
Uitsluitend tijdens het projecteren op een split screen
Stel de computer zodanig in dat de doorgegeven signalen compatibel zijn met de projector. s "Ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.148 s Computerdocumentatie
Druk op de knop [Auto] op de afstandsbediening of de knop [Enter] op het bedieningspaneel om de instellingen automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na deze automatisch instelling toch niet goed zijn, kunt u ze met Sync. en Tracking in het configuratiemenu instellen. s Signaal Menu - Tracking Sync. pag.57
Het beeld kan verzwakken als de Resolutie op het configuratiemenu en de resolutie van het geprojecteerde beeld niet dezelfde zijn.
Als het beeld verzwakt is, moet u de Resolutie op Automatisch zetten. s Signaal Menu - Resolutie pag.57
Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen
Controleer Oplossing
Is de Hoogte-breedte juist ingesteld? Druk op de knop [Aspect] op de afstandsbediening om een geschikte hoogte-breedte te selecteren als signaalbron.
s pag.30
Wordt er een breedbeeldsignaal van de computer geprojecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal Menu - Resolutie pag.57
Wordt het beeld nog steeds vergroot door E-zoom? Druk op de knop [Esc] op de afstandbediening om E-zoom te annuleren. s pag.39
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Is Positie juist ingesteld? Druk op de knop [Auto] op de afstandsbediening of de knop [Enter] op het bedieningspaneel om de instellingen
automatisch te laten uitvoeren als u de analoge RGB computersignalen projecteert. Als de beeldinstellingen na deze automatisch instelling toch niet goed zijn, kunt u ze met Positie in het configuratiemenu instellen.
Naast de analoge RGB-signalen van de computer kunt u terwijl u projecteert ook andere signalen onder Positie in het Configuratiemenu instellen. s Signaal Menu - Menu Positie pag.57
92
Kunnen er op de computer twee beeldschermen worden aangesloten?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
De beeldkleuren zijn niet juist
Controleer Oplossing
Komen de instellingen van de invoersignalen overeen met de signalen van het aangesloten apparaat?
Is de Helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de instelling voor Helderheid aan in het configuratiescherm. s Beeld Menu - Helderheid pag.55
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels voor projectie goed zijn aangesloten. s pag.130, pag.133
Is
Contrastg juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast aan in het configuratiescherm. s Beeld Menu - Contrast pag.55
Is de Kleuraanpassing juist? Pas de instelling voor Kleuraanpassing aan in het configuratiescherm. s Beeld Menu - Kleuraanpassing pag.55
Zijn de Kleurverzadiging en de Tint correct aangepast?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Indien het gebruik van twee beeldschermen is geactiveerd in het "Eigenschappen beeldscherm" van het Bedieningspaneel van de computer, wordt slechts de helft van het beeld op het computerscherm geprojecteerd. Als u het gehele beeld op het computerscherm wilt weergeven, schakel dan de instelling uit voor het gebruik van twee beeldschermen. s Documentatie bij het videostuurprogramma van de computer
Stel de computer zodanig in dat de doorgegeven signalen compatibel zijn met de projector. s "Ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.148 s Computerdocumentatie
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. s Signaal Menu - Ingangssignaal Videosignaal pag.57
Pas de instelling voor Kleurverzadiging en Tint aan in het configuratiescherm. s Beeld Menu - Kleurverzadiging Tint pag.55
Donker beeld
Controleer Oplossing
Is de Helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de instelling voor Helderheid en Stroomverbruik aan in het configuratiescherm.
s Beeld Menu - Helderheid pag.55 s Instellingen Menu - Stroomverbruik pag.59
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Is
Contrastg juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast aan in het configuratiescherm.
s Beeld Menu - Contrast pag.55
Is de projectorlamp aan vervanging toe? Als de projectorlamp aan vervanging toe is, wordt het beeld donkerder en de kleurkwaliteit slechter. Vervang in dat geval
de projectorlamp door een nieuwe. s pag.101
Problemen bij het starten van de projectie
Geen stroomvoorziening
Controleer Oplossing
Hebt u op de knop [t] gedrukt? Druk op de knop [t] om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Koppel de voedingskabel los en sluit deze vervolgens opnieuw aan. s Introductiehandleiding Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
93
Gaan de indicatielampjes aan en uit als de voedingskabel wordt aangeraakt?
Is de Toetsvergrendeling ingesteld op Voll. vergrend.? Druk op de knop [t] op de afstandsbediening. Als u Toetsvergrendeling niet wilt gebruiken, wijzigt u de instelling in
Is de juiste instelling voor de externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor Externe receiver in het configuratiescherm. s Instellingen Menu - Externe receiver
Is de stroomkabel onmiddellijk na Direct uitschakelen weer aangesloten, of is de verzekering uitgeschakeld?
Is de id-schakelaar aan de kan van de afstandsbediening ingesteld op Aan?
Er is waarschijnlijk een los contact in de voedingskabel of de voedingskabel is defect. Steek de voedingskabel opnieuw in. Als het probleem hiermee niet is opgelost, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
Uit. s Instellingen Menu - Toetsvergrendeling pag.59
pag.59
Als de bewerking links is uitgevoerd indien Dir. Inschakelen is ingesteld op Aan, is het mogelijk dat de stroom niet opnieuw wordt ingeschakeld. Druk op de [t]-knop om de projector opnieuw in te schakelen.
Als de schakelaar is ingesteld op Aan, dan kunt u de afstandsbediening gebruiken om alleen een projector te gebruiken met dezelfde id. Zet de id-schakelaar op Uit. s pag.42
Problemen oplossen
Overige problemen
Geen geluid of zwak geluid
Controleer Oplossing
Is de audiobron goed aangesloten? Trek de kabel uit de audio-ingang en sluit de kabel vervolgens opnieuw aan.
Is het volume ingesteld op het laagste niveau? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is. s Introductiehandleiding
Is A/V Mute ingeschakeld? Druk op de knop [A/V Mute] op de afstandbediening om A/V Mute te annuleren. s pag.37
Is de waarde voor de audiokabel "No resistance" (Geen weerstand)? Als u een reguliere audiokabel gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
Is het apparaat aangesloten met een HDMI-kabel? Als u geen geluid hoort wanneer het apparaat met een HDMI-kabel is aangesloten, moet u de aa ngesloten apparatuur het
geluid laten uitvoeren in de vorm van PCM.
94
Is de juiste instelling voor de Audio-ingang LAN geselecteerd?
Uitsluitend als de signaalbron LAN is
De afstandsbediening werkt niet
Controleer Oplossing
Wijst de LED van de afstandsbediening naar de afstandsbedieningsontvanger op de projector als deze wordt bediend?
Is de afstandsbediening te ver van de projector verwijderd? De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 15 m. s pag.19
Schijnt er rechtstreeks zonlicht of fel licht van tl-lampen op de Externe receiver?
Is de juiste instelling voor de externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor Externe receiver in het configuratiescherm. s Instellingen Menu - Externe receiver
Zijn de batterijen leeg of verkeerd geplaatst? Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst of vervang de batterijen indien nodig. s pag.18
Past de id van de afstandsbediening bij de projector-id? Zorg ervoor dat de ID van de projector die u wilt bedienen en de ID van de afstandsbediening overeenstemmen. Als u alle
Als de audio van een computer die via een netwerk is aangesloten, niet hoorbaar is, moet u de instelling van de Audio- ingang LAN op het configuratiemenu controleren. s Instellingen Menu - Audio-ingang Audio-ingang LAN
pag.59
Richt de afstandsbediening op de Externe receiver. s pag.19
Plaats de projector op een locatie waar geen fel licht op de afstandsbedieningsontvanger schijnt. Of stel de afstandsbedieningsontvanger in op Uit via Externe receiver in het configuratiemenu. s Instellingen Menu - Externe receiver pag.59
pag.59
projectors wilt kunnen bedienen ongeacht de ingestelde ID, dan moet u de ID-schakelaar aan de zijkant van de afstandsbediening op Off zetten. s pag.41
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Komt Type afstandsbed. overeen met de afstandsbediening die u gebruikt?
95
Controleer de instelling voor Type afstandsbed. op het configuratiescherm. s Uitgebreid Menu - Bewerking Type afstandsbed. pag.61
Is de optionele afstandsbedieningskabel aangesloten op de afstandsbediening of de aansluiting daarvoor op de projector?
Er wordt niets weergegeven op de externe monitor
Controleer Oplossing
Probeert u een beeld te tonen via een andere ingangspoort dan Computer1 of BNC?
Projecteert u een split screen? Uitsluitend RGB-signalen die op het linkerscherm van de ingangspoort Computer1 of de ingangspoort BNC
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen
Controleer Oplossing
Wijzig de instelling bij Taal. Pas de instelling voor Taal aan in het configuratiescherm. s Uitgebreid Menu - Taal pag.61
Er worden geen E-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector
Controleer Oplossing
Is Stand-by modus ingesteld op Communicatie aan? Als u de functie E-malmelding wilt gebruiken als de projector in standby zit, moet u Communicatie aan instellen in de
Wanneer de afstandsbedieningskabel is aangesloten, is het zendgedeelte van de afstandsbediening of de ontvanger op de projector uitgeschakeld. Wanneer u de afstandsbedieningskabel niet gebruikt, moet u deze kabel uit de afstandsbediening en projector trekken.
Uitsluitend RGB-signalen van de ingangspoorten Computer1 of BNC kunnen worden getoond op een externe monitor.
worden geprojecteerd, kunnen worden getoond op een externe monitor. s pag.33
Stand-by modus van het configuratiemenu. s Uitgebreid Menu - Stand-by modus pag.61
Is er een fatale fout opgetreden waardoor de projector er plotseling mee ophield?
Is de projector ingeschakeld? Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Staat de functie E-mail goed ingesteld in het configuratiemenu? E-mailmelding van problemen gebeurt volgens de instellingen bij E-mail in het configuratiemenu. Controleer of deze
Als de projector er plotseling mee ophoudt, kunnen er geen e-mailberichten worden verstuurd. Als de abnormale toestand blijft voortduren, neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde
adres in de Service- en ondersteuningsgids. s Adressenlijst Epson Projector
instelling correct is. s Netwerk-menu - E-mail pag.76
Problemen oplossen
Interpreteren Event IDs
Controleer het event-id en voer de oplossing uit die hieronder gegeven is. Neem contact op met de netwerkbeheerder of een van de volgende contactadressen als
s
het probleem niet kan worden opgelost.
Event ID Oorzaak Oplossing
0432 0435
Opstarten EasyMP Network Projection mislukt. Start de projector opnieuw op.
Adressenlijst Epson Projector
96
0434 0481 0482 0485
0433 Een doorgestuurd beeld kan niet worden gereproduceerd. EasyMP Network Projection herstarten.
0484 De communicatie was afgesloten van de computer.
04FE EasyMP Network Projection onverwachts gestopt. Controleer de status van netwerkcommunicatie. Start de projector opnieuw op.
04FF Er trad een systeemfout op in de projector. Start de projector opnieuw op.
0891 Hetzelfde SSID-toegangspunt is onvindbaar. Zet de computer, het toegangspunt en de projector op dezelfde SSID.
0892 De WPA en WPA2-verificatiemethoden zijn niet hetzelfde. Controleer de instelling van de draadloze LAN-veiligheid op correctheid. s Netwerk Menu -
0893 De codeermethodes WEP, TKIP en AES zijn niet dezelfde.
0894 Communicatie was afgesneden doordat er een verbinding gemaakt
0898 DHCP verkrijgen mislukt. Controleer de DHCP-server op een goeie werking en controleer de LAN-kabel op een correcte
0899 Andere verbindingsfouten Als het probleem niet wordt opgelost door de projector of EasyMP Network Projection opnieuw
Netwerkcommunicatie is onstabiel. Controleer de status van netwerkcommunicatie. Wacht even en probeer dan opnieuw een
verbinding te maken.
Beveiliging Menu pag.64
Neem contact op met de netwerkbeheerder en volg zijn instructies.
was met het verkeerde toegangspunt.
verbinding. Schakel DHCP uit als hij niet in gebruik is. s Netwerk Menu - Draadloos LAN Menu pag.67, Vast netwerk Menu pag.75
op te starten, moet u met een van de volgende adressen contact opnemen. s Adressenlijst Epson
Projector

Onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u uitleg over de onderhoudmethodes die vereist zijn zodat uw projector een lange levensduur heeft.

Reiniging

98
U moet de projector reinigen als deze vies wordt of als de kwaliteit van de geprojecteerde beelden begint te verminderen.
Waarschuwing
Gebruik geen sprays die een ontvlambaar gas bevatten om vuil of stof te verwijderen dat zich aan onderdelen zoals de lens of de filter van de projector vastzet. Dat kan brand veroorzaken vanwege de hoge temperatuur van de projectorlamp in de eenheid.

Het oppervlak van de Projector Reinigen

U reinigt het oppervlak van de projector door het met een zachte doek zachtjes schoon te vegen.
Als de projector erg smerig is, gebruik dan een doek met water en een klein beetje neutraal schoonmaakmiddel, wring de doek vervolgens goed uit een veeg het oppervlak van de projector schoon.
Let op
Gebruik geen vluchtige substanties zoals was, alcohol of verdunner voor het reinigen van het oppervlak van de projector. Het materiaal van de behuizing kan beschadigd of verkleurd raken.
Let op
De lens kan gemakkelijk beschadigd raken; behandel hem daarom niet met harde materialen en stel hem niet bloot aan schokken.

De luchtfilter reinigen

Als een van de volgende mededelingen wordt weergegeven of het indicatorlampje voor temperatuur groen knippert, moet u de luchtfilter schoonmaken.
Tijd om luchtfilter te reinigen. Reinig of vervang het luchtfilter.
Let op
Als er stof op het luchtfilter zit, kan dit ervoor zorgen dat de interne temperatuur van de projector oploopt. Dit kan leiden tot problemen met de bediening en kan de levensduur van de optische motor verkorten. Reinig de luchtfilter onmiddellijk als de volgende melding wordt weergegeven.
Als de luchtfilter gele vlekken heeft van sigarettenrook, dan kan die niet worden gereinigd. In dat geval dient u hem te vervangen door een nieuw filter.
s
pag.104
Spoel de luchtfilter niet in water af. Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
Wanneer u een borstel wilt gebruiken, gebruik dan alleen borstels met lange, zachte haren en ga lichtjes over het filter. Als u dit te hard doet, duwt u stof in het luchtfilter. Dit stof krijgt u er niet meer uit.

De lens reinigen

Gebruik een glasreinigingsdoek, verkrijgbaar in de handel, om de lens voorzichtig schoon te vegen.
Procedure
A
Als u de projector hebt uitgeschakeld en het bevestigingssignaal twee keer heeft gepiept, koppelt u de voedingskabel los.
Reiniging
99
B
C
Trek het luchtfilter uit de projector.
Neem het lipje van de deksel van de luchtfilter tussen uw vingers en trek het helemaal naar buiten.
Verwijder het luchtfilter.
Verwijder de luchtfilter door uw vinger in de groef te plaatsen, zoals te zien is op onderstaande illustratie.
D
Houd de voorzijde (de kant met de lipjes) van het luchtfilter naar beneden en tik vier of vijf keer met het filter om stof te verwijderen.
Draai het om en tik op dezelfde manier met de andere zijde.
Let op
Als u te hard slaat, kan het luchtfilter vervormen of barsten en daardoor onbruikbaar worden.
E
Verwijder resterend stof uit het luchtfilter met een stofzuiger aan de voorzijde.
Reiniging
100
F
G
Steek de luchtfilter terug in de deksel van de luchtfilter.
Steek de lipjes op de luchtfilter in de gaten in de deksel en druk de luchtfilter stevig weer op zijn plaats.
Steek het luchtfilter weer in de projector.
Druk totdat het vastklikt.
q
Als een melding vaak wordt weergegeven, zelfs na reiniging, moet u de luchtfilter vervangen. Vervang hem door een nieuwe luchtfilter. s pag.104
Loading...