Epson EB-G5750WU User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding

Gebruikte Symbolen en Tekens

Veiligheidssymbolen
De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken. Leer en respecteer deze waarschuwingssymbolen om letsel aan personen en beschadiging van eigendom te voorkomen.
Waarschuwing
Algemene informatiesymbolen
Let op
q
s Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
g
Procedure
[(Naam)] Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
"(Menunaam)"
Helderheid (Vetgedrukt)
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, in persoonlijk letsel of zelfs de dood kan resulteren als gevolg van foutief handelen.
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, in persoonlijk letsel of fysieke schade kan resulteren als gevolg van foutief handelen.
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder "Bijlage". s pag.154
Dit verwijst naar de bedieningsinstructies en hun volgorde. De desbetreffende procedure moet in de aangegeven volgorde worden uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: [Esc]-knop
Dit verwijst naar de items in het configuratiemenu. Bijvoorbeeld:
Selecteer "Helderheid" in het menu Beeld.
Beeld menu - Helderheid

Inhoudsopgave

3
Gebruikte Symbolen en Tekens ...................... 2
Inleiding
Kenmerken van de Projector ................................. 8
Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel..........8
Betrouwbaarheid waar u van op aan kunt..............................8
Komt tegemoet aan heel wat behoeften ............................... 8
Verbeterde veiligheidsfuncties ..................................... 9
Gemakkelijk te hanteren.........................................9
Beheer- en bedieningsfuncties .....................................9
Optimaal gebruikmaken van een netwerkverbinding ......................9
Namen van onderdelen en functies .......................... 11
Voorzijde/Bovenzijde ...........................................11
Onderkant ..................................................12
Achterkant .................................................. 13
Interface ...................................................13
Bedieningspaneel .............................................15
Afstandsbediening ............................................ 16
De batterijen installeren ....................................... 18
Bedieningsbereik van afstandbediening............................19
Nuttige Functies
Het geprojecteerde beeld wijzigen .......................... 21
Een testpatroon weergeven ......................................21
De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving) .........22
Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren.................... 23
Quick Corner ...............................................24
H/V-Keystone ..............................................26
Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen ......................... 28
Automatisch ingangssignalen en wijzigingen detecteren aan het geprojecteerde
beeld (Bron zoeken)............................................28
Via de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld ................29
De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld
wijzigen .................................................. 30
De hoogte-breedtemodus wijzigen................................. 30
Beelden projecteren vanaf het videoapparaat of van de HDMI-ingang . . . . . . . . 30
Beelden van een computer projecteren ............................31
De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de
kleurmodus) .............................................. 32
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen) ............ 33
Invoerbronnen voor projectie met split screen ..........................33
Bedieningsprocedures .......................................... 33
Op een split screen projecteren ..................................33
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen .......................34
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts ......................34
Het split screen stoppen .......................................35
Beperkingen tijdens Split Screen Projectie ............................. 35
Beperkingen in bediening ...................................... 35
Beperkingen met het beeld .....................................36
Functies voor het Verbeteren van Projecties ................. 37
Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)....................37
Het beeld bevriezen (Bevriezen)...................................37
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer) ......................................38
Gedeelte van het beeld vergroten (E-Zoom) ........................... 39
Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van
meerdere projectors ....................................... 41
Instellen van de projector-id......................................41
Projector-id controleren .........................................41
Het instellen van de afstandsbediening-ID............................42
Kleurcorrectie tijdens het projecteren van meerdere projecties
(Multischerm Kleuraanpassing) ............................. 44
Overzicht van de correctieprocedure ................................ 44
Correctiemethode ............................................. 44
Inhoudsopgave
4
Een gebruikerslogo opslaan ................................ 46
Beveiligingsfuncties ....................................... 48
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveilig.) ............................48
Type wachtwoordbeveiliging................................... 48
Wachtwoordbeveiliging instellen................................48
Wachtwoord invoeren ........................................49
Bediening Beperken (Toetsvergrendeling) .............................50
Antidiefstalvergrendeling........................................ 51
Het draadslot installeren .......................................51
Anti-diefstal projectielens...................................... 51
Configuratiemenu
Configuratiemenu gebruiken ............................... 54
Beeld Menu ............................................... 55
Signaal Menu .............................................. 57
Instellingen Menu ......................................... 59
Uitgebreid Menu .......................................... 61
Netwerk Menu ............................................ 64
Opmerkingen over het gebruik van het netwerkmenu....................65
Softwarematige toetsenbordbewerkingen ............................65
Basis Menu.................................................. 66
Draadloos LAN Menu........................................... 67
Beveiliging (alleen met draadloze LAN-eenheid geïnstalleerd) ...............69
Als WEP is geselecteerd....................................... 70
Als WPA-PSK(TKIP/AES) of WPA2-PSK(TKIP/AES) geselecteerd is............72
Als EAP-TLS is geselecteerd .....................................73
EAP-TTLS/MD5, EAP-TTLS/MS-CHAPv2, PEAP/MS-CHAPv2, PEAP/GTC, LEAP, EAP-
Fast/MS-CHAPv2, EAP-Fast/GTC is geselecteerd........................74
Vast netwerk Menu............................................ 75
E-mail-menu .................................................76
Overige Menu ................................................77
Resetten Menu ...............................................78
Informatie Menu (Alleen weergave) ......................... 79
Resetten Menu ............................................ 80
Problemen Oplossen
Gebruik de help ........................................... 82
Problemen oplossen ....................................... 84
De indicatielampjes aflezen ......................................84
t
Lampje brandt of knippert rood ................................85
m o
Indicatielampje knippert of brandt ............................ 86
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden .......................... 88
Problemen met het beeld ......................................89
Problemen bij het starten van de projectie .......................... 93
Overige problemen..........................................94
Interpreteren Event IDs.......................................96
Onderhoud
Reiniging ................................................. 98
Het oppervlak van de Projector Reinigen.............................98
De lens reinigen .............................................. 98
De luchtfilter reinigen..........................................98
Verbruiksmateriaal Vervangen ............................ 101
De lamp vervangen ........................................... 101
Vervangingsperiode projectorlamp .............................. 101
Procedure voor het vervangen van een projectorlamp................. 101
Resetten van de Lampuren .................................... 104
Het luchtfilter vervangen ....................................... 104
Vervangingsperiode luchtfilter................................. 104
Procedure voor het vervangen van de luchtfilter..................... 104
Opmerkingen over transport .............................. 106
Verplaatsen over kleine afstanden................................. 106
Inhoudsopgave
5
Vervoeren over lange afstanden...................................106
Verpakking voorbereiden ..................................... 106
Opmerkingen over verpakking en transport ........................ 106
Beheer en bediening
EasyMP Monitor .......................................... 108
Instellingen wijzigen via een webbrowser (Webcontrole) . . . . 109
weergeven Webcontrole ........................................109
weergeven Bediening via webbrowser .............................. 109
Met de E-mailmelding-functie om problemen te rapporteren
.......................................................... 111
Leesprobleem bij E-mailmeldingfunctie............................. 111
Management met SNMP .................................. 112
ESC/VP21-opdrachten .................................... 113
Seriële aansluiting ............................................ 113
Communicatieprotocol .........................................113
Lijst met Opdrachten.......................................... 113
Over PJLink .............................................. 115
Over Crestron RoomView® ................................ 116
Een projector besturen via een computervenster....................... 116
Het werkingsvenster weergeven ................................ 116
Het werkingsvenster gebruiken................................. 117
Het werktuigvenster gebruiken ................................. 118
Verbindingsmethoden ......................................... 122
Een verbinding maken met de drukknopmethode.................... 123
Een verbinding maken met de pincodemethode ..................... 124
Installatie en aansluitingen
Installatiemethoden ...................................... 128
De Projectie modus omschakelen ................................. 128
Aansluiten op videoapparatuur ............................ 130
Op een computer aansluiten ..................................... 130
De video-uitvoer van een laptop wijzigen. ......................... 132
Aansluiten op videoapparatuur ................................... 133
Aansluiten Op Externe Apparatuur ......................... 136
LAN-kabel aansluiten .......................................... 136
Aansluiten op een externe monitor................................ 136
Aansluiten op externe luidsprekers .................................136
Optionele en meegeleverde accessoires installeren ......... 138
De projectorlenseenheid verwijderen en vastmaken.....................138
Verwijderen .............................................. 138
Aanbrengen .............................................. 139
De draadloze LAN-eenheid (ELPAP03) installeren....................... 140
Aanbrengen .............................................. 140
De draadloze LAN-indicatielampjes lezen .......................... 140
De kabelbedekking vastmaken en verwijderen .........................141
Aanbrengen .............................................. 141
Verwijderen .............................................. 142
Netwerkfuncties
Projecteren met "Aansluiten op een netwerkprojector" ...... 121
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een
draadloos LAN-toegangspunt ............................. 122
Bijlage
Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal ............... 144
Optionele Accessoires......................................... 144
Verbruiksmateriaal............................................145
Inhoudsopgave
Schermgrootte en Projectieafstand ........................ 146
Projectieafstand............................................. 146
Ondersteunde monitorbeeldschermen ..................... 148
Ondersteunde monitorbeeldschermen .............................. 148
Computersignalen (RGB analoog)............................... 148
Video-component .......................................... 148
Samengestelde video/S-video.................................. 148
Ingangssignaal vanaf de DVI-D en HDMI-ingang ...................... 148
Technische Gegevens . . . . . . . . ............................. 150
Algemene Specificatie van de Projector ............................. 150
Afmetingen .............................................. 153
Woordenlijst ............................................. 154
Algemene Opmerkingen .................................. 157
Over opmerkingen ............................................157
Algemene Opmerking......................................... 158
6
Index .................................................... 174

Inleiding

In dit hoofdstuk worden de kenmerken en de namen van onderdelen van de projector besproken.

Kenmerken van de Projector

8

Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel

Lens in het midden
De lens zit in het midden van de projector zodat hij goed in balans is en makkelijk te monteren is aan een plafond. Dit maakt het ook makkelijk om het scherm en de projector op te zetten.
Uitgerust met een horizontale en verticale lensverschuivingsfunctie
De positie van het geprojecteerde beeld kan horizontaal en verticaal worden verschoven met de lensverschuivingsfunctie, wat een grote verscheidenheid aan installatielocaties mogelijk maakt. s pag.22
Er worden vijf optionele lenzen meegeleverd
U kiest zelf de beste lens, afhankelijk van de projectieafstand en het gebruik. Met het bajonettype kunt u eenvoudig en gemakkelijk optionele lenzen vervangen en installeren. s pag.138, pag.144
Een ontwerp dat harmoniseert met de omgeving en die de installatie makkelijk maakt
Het verfijnde ontwerp van de projector heeft een kabelafdekplaat waarin kabels worden verborgen voor een net uitzicht aan de buitenkant.
terecht komt en zorgt ervoor dat de projector niet uitschakelt als de temperatuur hoger wordt, zelfs als de projector permanent aan een plafond gemonteerd is.

Komt tegemoet aan heel wat behoeften

Uitgerust met een hoge resolutie WUXGA-paneel
U kunt een enorme hoeveelheid informatie op het scherm projecteren. Kijkers kunnen de informatie zien met één blik zonder te hoeven scrollen of naar andere schermen te hoeven wisselen.
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
U kunt de beelden van twee videobronnen simultaan op het scherm projecteren. Dat vergroot het aantal toepassingen, zoals het projecteren van presentatiemateriaal tijdens een videoconferentie. s pag.33
Eenvoudig te onderhouden
U kunt de lamp vervangen door het deksel te openen aan de kant van de projector en hem horizontaal naar buiten te trekken.
U kunt de luchtfilter ook vervangen door hem gewoon uit of aan de voorkant van de projector te schuiven.

Betrouwbaarheid waar u van op aan kunt

Er wordt een grote filter voor statische elektriciteit gebruikt in het luchttoevoersysteem. Dat beperkt de hoeveelheid stof dat in de projector
Reproduceert duidelijk medische beelden
Kenmerken van de Projector
9
Er is een kleurmodus met de naam "DICOM SIM" voorzien om medische beelden te projecteren, zoals röntgenfoto's. Deze modus zorgt voor een beeldkwaliteit die de DICOMg standaard benadert. (De projector is geen medisch apparaat en kan dus niet gebruikt worden voor medische diagnoses.) s pag.32
Nauwkeurige kleuraanpassing
Naast het aanpassen van de instelling Kleurmodus kunt u ook de absolute kleurtemperatuur en de sterkte van de afzonderlijke RGB-kleuren bijregelen. Door aanpassing van de tint, verzadiging en helderheid voor het hele RGBCMY-gebied krijgt u een beeld met een superieure diepte en rijkdom aan kleuren.

Verbeterde veiligheidsfuncties

Wachtwoordbeveiliging om het aantal gebruikers te beperken en te beheren
U kunt een wachtwoord instellen en zo bepalen wie de projector mag gebruiken. s pag.48
Toetsvergrendeling beperkt de knopbediening op het bedieningspaneel.
Zo kunt u voorkomen dat de projectorinstellingen zonder toestemming worden gewijzigd bij gebruik tijdens evenementen, op scholen, enzovoort. s pag.50

Gemakkelijk te hanteren

Direct inschakelen aan/uit
Op pallsen waar de stroom centraal kan worden geregeld, zoals bijvoorbeeld in een conferentieruimte, kan de projector ingesteld worden op de stroom automatisch in- of uitschakelen als de stroombron waarop de projector is aangesloten wordt in- of uitgeschakeld.
Geen afkoelperiode
Nadat u de projector hebt uitgeschakeld, kunt u de voedingskabel van de projector loskoppelen zonder dat u hoeft te wachten tot de projector eerst afgekoeld is.

Beheer- en bedieningsfuncties

Er wordt een selectie van beheer- en bedieningsprotocols ondersteund, zoals bv. de Epson applicatiesoftware EasyMP Monitor. Hierdoor kunt de projector in overeenstemming met uw systeemomgeving gebruiken.
s
"Beheer en bediening" pag.107

Optimaal gebruikmaken van een netwerkverbinding

Het apparaat is uitgerust met verschillende antidiefstalbeveiligingen
De projector is uitgerust met de volgende soorten antidiefstal beveiligingsapparaten. s pag.51
Beveiligingssleuf
Installatiepunt van beveiligingskabel
De verwijderingsknop van de lens schroeven om hem vast te zetten
Projecteer vier beelden simultaan bij dynamische conferenties
Met de meegeleverde applicatiesoftware EasyMP Multi PC Projection kunnen de beelden van max. vier computers die met het netwerk verbonden zijn simultaan worden weergegeven. Iedereen kan vrij en gemakkelijk beelden projecteren vanaf aangesloten computers en zo conferenties en vergaderingen verlevendigen. s Bedieningshandleiding voor EasyMP Multi PC Projection
Beelden en audio overdragen via het netwerk
Kenmerken van de Projector
Met de meegeleverde applicatiesoftware EasyMP Network Projection kunt u netwerkcomputers aansluiten en video, audio en films verzenden. Met verschillende transferfuncties wordt het aantal presentatiemogelijkheden groter. s Bedieningshandleiding voor EasyMP Network Projection
Projecteer met "Met een netwerkprojector verbinden"
Wanneer de projector op het netwerk is aangesloten, kunnen meerdere gebruikers de projector delen door gebruik te maken van de functie Netwerkprojector van Windows Vista of Windows 7. s pag.121
Snelle draadloze verbindingen, zodat u gemakkelijk op het netwerk aansluit
Met een optionele Quick Wireless Connection USB Key kunt u gemakkelijk netwerkcomputers op de projector aansluiten. (Deze functie is alleen ondersteund voor computers met Windows.) s pag.144
10

Namen van onderdelen en functies

11

Voorzijde/Bovenzijde

In de figuur is de projector met een standaard zoomlens geïnstalleerd.
Naam Functie
Lampdeksel
A
Open dit deksel als u de projectorlamp wilt vervangen. s pag.101
Naam Functie
Luchtafvoerkanaal
B
Instelbare voet aan
C
voorzijde
Hendel om voet in te
D
stellen
Zoomstelring
E
Projectielens
F
Verwijderingsknop
G
lens
Externe receiver
H
Scherpstelring
I
Afvoerkanaal voor lucht voor het afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Plaats geen voorwerpen die krom kunnen trekken of op een andere manier door warmte kunnen ver­vormen, in de buurt van de Luchtafvoerventiel. Houd uw gezicht of handen niet in de buurt van de luchtafvoerventilator terwijl de projector wordt ge­bruikt.
Voor het instellen en vergroten van het geprojecteerde beeld nadat de projector op een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, is geplaatst. s Introductiehandleiding
Trek de hendel om de voet in te stellen naar buiten om hem aan de voorzijde uit te schuiven en in te trekken. s Introductiehandleiding
Hiermee wordt de beeldgrootte ingesteld. s Introductiehandleiding
Hierdoor wordt het beeld geprojecteerd.
Druk op deze knop om de lens te verwijderen als u de lenzen vervangt. s pag.138
Hiermee worden signalen van de afstandsbediening ontvangen. s pag.19
Hiermee wordt de beeldscherpte ingesteld. s Introductiehandleiding
Lipje luchtfilter
J
Statusindicatielampje
K
s
Gebruik dit lipje om de luchtfilter naar buiten te trekken als u de luchtfilter wilt schoonmaken of vervangen.
pag.98, pag.104
s
De status van de projector kan worden afgelezen aan de kleur van de indicatielampjes en of deze knipperen of branden. s pag.84
Namen van onderdelen en functies
12
Naam Functie
Draadloos LAN-
L
lampje
Luchttoevoerkanaal
M
(Luchtfilter)
Kiesschijfverticale
N
lensverschuiving
Wijzerplaat
O
horizontale lensverschuiving
Dit indicatielampje geeft de status van de netwerktoegang weer als de draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd.
pag.140
s
Voert lucht aan om de projector intern te koelen. Als er hier veel stof blijft zitten, kan de interne temperatuur van de projector hierdoor oplopen. Dit kan leiden tot problemen met de bediening en kan de levensduur van het optisch systeem verkorten. Maak de luchtfilter regelmatig schoon. s pag.98
Draai de kiesschijf om de positie van het geprojecteerde beeld naar boven of naar onder te verplaatsen.
pag.22
s
Draai de kiesschijf om de positie van het geprojecteerde beeld naar links of naar rechts te verplaatsen.
pag.22
s

Onderkant

Naam Functie
Bevestigingspunten
A
ophangbeugel (4 punten)
Schroefgaten om de
B
kabeldeksel vast te zetten.
Schroefgaten om de
C
draadloze LAN­eenheid vast te zetten
Bevestig de optionele ophangbeugel hier als u de projector aan het plafond wilt ophangen. s pag.144, pag.128
Schroefgaten om de kabeldeksel op zijn plaats te bevestigen. s pag.141
Gebruik dit schroefgat tijdens de installatie van de draadloze LAN-eenheid om de eenheid op zijn plaats vast te zetten, zodat u verlies vermijdt. s pag.140
Namen van onderdelen en functies
13
Naam Functie
Voet aan de
D
achterzijde
Installatiepunt van
E
beveiligingskabel
Greep
F
Schroefgat voor de
G
schroef om de verwijderingsknop van de lens vast te zetten.

Achterkant

Wanneer het apparaat op een tafel staat, draait u hieraan om de hoogte bij te regelen. Zo bepaalt u de horizontale helling. s Introductiehandleiding
Voer hier een in de handel verkrijgbare antidiefstal draadvergrendeling door als u de projector aan een vast object wilt bevestigen. s pag.51
Aan deze grepen kunt u de projector dragen.
Gebruik dit schroefgat bij het installeren van een lens om de verwijderingsknop van de lens met de meegeleverde schroef vast te zetten. s pag.51
Naam Functie

Interface

C
Voedingsingang
D
Luidspreker
E
Interface
s "Interface" pag.13
Hierop wordt de voedingskabel aangesloten. s Introductiehandleiding
Naam Functie
Installatiegedeelte
A
draadloze LAN­eenheid
Bedieningspaneel
B
Installeer hier de draadloze LAN-eenheid. Verwijder de deksel tijdens de installatie. s "De draadloze LAN­eenheid (ELPAP03) installeren" pag.140
s "Bedieningspaneel" pag.15
Naam Functie
Monitor Out-poort
A
Audio Out-poort
B
Zendt het analoge RGB-signaal van de computer die aangesloten is op de ingangspoort Computer1 of BNC naar een externe monitor. De signalen die ontvangen worden van andere poorten en componentvideosignalen kunnen niet worden verzonden.
Zendt het geluid van het geprojecteerde beeld naar de externe luidsprekers.
Namen van onderdelen en functies
14
Naam Functie
Audio3 ingangspoort
C
Audio1 ingangspoort
D
RS-232C poort
E
BNC-ingangpoort
F
Video1 ingangspoort
G
Computer1
H
ingangspoort
Video2 ingangspoort
I
Audio4 ingangspoort
J
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de BNC ingangspoort.
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de Computer1 ingangspoort
Als u de projector vanaf een computer bedient, moet u die aansluiten met een RS-232C-kabel. Deze poort is bestemd voor bedieningsdoeleinden en mag normaal gesproken niet worden gebruikt. s "ESC/VP21-opdrachten"
pag.113
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor samengestelde videosignalen van videobronnen.
Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor samengestelde videosignalen van videobronnen.
Sluit aan op de audio-uitgang als u geluid wilt uitvoeren via apparaten die zijn aangesloten op de S-video-ingang, de Video1-ingang of de Video2-ingang.
Naam Functie
Remote poort
N
HDMI ingangpoort
O
S-Video-ingangspoort
P
DVI-D-ingangpoort
Q
Audio2 ingangspoort
R
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan en ontvangt u signalen van de afstandbediening. Wanneer de afstandsbedieningskabel in deze externe poort zit, wordt de ontvanger van de afstandsbediening op de projector uitgeschakeld.
Voert videosignalen in van HDMI videoapparatuur en computers. Deze projector is compatibel met
Voor S-videosignalen van videobronnen.
Ontvangt digitale RGB-signalen van een computer die aangesloten is op de DVI-D-uitgangspoort. Deze projector is compatibel met
Maakt verbinding met de audio out-poort van het toestel dat aangesloten is op de DVI-D-ingangspoort.
HDCPg-signalen.
HDCPg-signalen.
compatibele
USB(TypeA)-ingang
K
USB-indicator
L
LAN-poort
M
Hierop kunt u een USB-opslagapparaat of een digitale camera aansluiten en beeld-/filmbestanden en scenario's projecteren. s Bedieningshandleiding voor PC Free
Hieronder vindt u uitleg over de status van USB­apparaten die zijn aangesloten op de USB(TypeA)­ingang.
UIT: er is geen USB-apparaat aangesloten Oranje lampje AAN: er is een USB-apparaat aangesloten Groen lampje AAN: er is een werkend USB-apparaat
aangesloten Rode lampje AAN: fout
Hier sluit u een netwerkkabel aan om de projector op een netwerk aan te sluiten.
Namen van onderdelen en functies
15

Bedieningspaneel

Naam Functie
[t]-knop
A
[Source Search]-knop
B
[Enter]-knop
C
Hiermee schakelt u de projector aan of uit. s Introductiehandleiding
Hiermee schakelt u over naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft. s pag.28
Als deze knop tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch Tracking, Sync., en Positie in voor een optimale beeldweergave.
Als het configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat hij verder naar het volgende niveau. s pag.54
Naam Functie
D
[w/ ][v/ ]-knop
[Help]-knop
E
[Esc]-knop
F
G
[</ ][>/ ]-knop
[Menu]-knop
H
Corrigeert de vertikale Keystone-vertekening. s pag.26
Als deze knoppen worden ingedrukt terwijl het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven,
hebben ze alleen de functies [ en instellingswaarden selecteren. s pag.54 Als u projecteert met PC Free of Verbind met een
netwerkprojector, werken deze knoppen uitsluitend als
] en [ ]-knoppen.
[
Druk op deze knop om het Helpscherm weer te geven en te sluiten. Het Helpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.82
Hiermee wordt de huidige functie gestopt. Als u deze knop indrukt terwijl het configuratiemenu
wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.54
Corrigeert de horizontale Keystone-vertekening. s pag.26
Als deze knoppen worden ingedrukt terwijl het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven,
hebben ze alleen de functies [
en instellingswaarden selecteren. s pag.54 Als u projecteert met PC Free of Sluit aan op een
netwerkprojector, werken deze knoppen uitsluitend als
] en [ ]-knoppen.
[
Hiermee wordt het Configuratiemenu weergegeven en gesloten.
pag.53
s
] en [ ] die menu-items
] en [ ] die menu-items
Namen van onderdelen en functies
16

Afstandsbediening

Naam Functie
[t]-knop
A
[Comp1/2]-knop
B
[BNC]-knop
C
[Video1/2]-knop
D
[S-Video]-knop
E
[Menu]-knop
F
[h]-knop
G
[Enter]-knop
H
Hiermee schakelt u de projector aan of uit. s Introductiehandleiding
Schakelt over naar beelden van ingang Computer1.
Schakelt over naar beelden van de BNC-ingang.
Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het beeld van Video1-ingang naar Video2-ingang.
Schakelt over naar beelden van de S-video-ingangpoort.
Hiermee wordt het configuratiemenu weergegeven en gesloten. s pag.53
Als er het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s pag.54, pag.82
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, verplaatst de aanwijzer in de richting (acht mogelijke richtingen) waarin de knop is ingedrukt.
Als het configuratiemenu of een Helpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s pag.54,
pag.82
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, werkt de knop als linkermuisknop.
[Page]-knoppen
I
[[][]]
[A/V Mute]-knop
J
[Split]-knop
K
Met deze knoppen kunt u op en neer bladeren terwijl u een beeld van een computer projecteert die via het netwerk aangesloten is op de projector. Deze knoppen kunnen worden gebruikt van scherm te wisselen tijdens het projecteren met PC Free.
Deze knoppen kunnen worden gebruikt om op en neer te bladeren als u de optionele draadloze muis gebruikt.
Hiermee schakelt u video en audio aan en uit. s pag.37
Druk op deze knop om het scherm in twee te verdelen en projecteer twee beelden simultaan. s pag.33
Namen van onderdelen en functies
17
Naam Functie
[Auto]-knop
L
[Aspect]-knop
M
[ID]-knop
N
[Help]-knop
O
Poort voor
P
afstandsbediening
[Volume]-knop
Q
[
][ ]
[Num]-knop
R
Numerieke knoppen
S
[Color Mode]-knop
T
[Freeze]-knop
U
Als u deze knop tijdens de projectie van analoge RGB­signalen van de computer indrukt, stelt de projector automatisch Tracking, Sync. en Positie in voor een optimale beeldweergave.
Bij iedere druk op deze knop verandert de breedteverhoudingg. s pag.30
Druk op deze knop om de afstandsbediening-id in te stellen. s pag.42
Druk op deze knop om het Helpscherm weer te geven en te sluiten. Het Helpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.82
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan. Hij geeft signalen weer vanaf de afstandsbediening.
Wanneer de kabel in deze poort zit, wordt de ontvanger van de afstandsbediening uitgeschakeld.
[
] Verlaagt het volume. [ ] Verhoogt het volume.
s Introductiehandleiding
hoogte-
Let op
Start niet als het volume te hoog is ingesteld. Harde geluiden kunnen gehoorverlies veroorzaken. Zet het volume altijd lager voordat u de projector uitzet. Voer het volume langzaam op nadat u de projector hebt ingeschakeld.
Gebruik deze knop om wachtwoorden in te voeren, het IP-adres van het Netwerk enzovoorts.
Gebruik deze knop om wachtwoorden in te voeren, id­instellingen voor de afstandbediening, IP-adres van het Netwerk enzovoorts.
Bij iedere druk op deze knop verandert de kleurenmodus. s pag.32
Hiermee pauzeert of hervat u het beeld. s pag.37
Naam Functie
[E-Zoom]-knoppen
V
[z][x]
[Pointer]-knop
W
[Esc]-knop
X
[User]-knop
Y
[LAN/USB]-knop
Z
Id-schakelaar
a
[DVI-D/HDMI]-knop
b
[Source Search]-knop
c
Indicatielampjes
d
LED
e
afstandsbediening
De [z]-knop vergroot het beeld zonder de projectiegrootte te wijzigen.
De [x]-knop verkleint delen van beelden die met de [z]- knop zijn vergroot. s pag.39
Druk op deze knop als u de schermaanwijzer wilt activeren. s pag.38
Hiermee wordt de huidige functie gestopt. Als u deze knop indrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.54
Als u de draadloze muis gebruikt, werkt de knop als rechtermuisknop.
Druk hierop om een vaak gebruikt item uit de zes beschikbare items uit het configuratiemenu toe te wijzen. Wanneer u op de knop drukt, wordt de geselecteerde menuoptie/aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven. s pag.59
Testpatroon is aangewezen als standaardinstelling.
Elke keer dat u op deze knop drukt, schakelt het beeld over tussen dat van een computer die via het netwerk is aangesloten met de projector en dat van het USB-apparaat dat aangesloten is op de USB(TypeA)-poort.
Gebruik deze schakelaar om de id-instellingen voor de afstandsbediening in (On) en uit (Off) te schakelen.
pag.41
s
Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het beeld van DVI-D-ingang naar HDMI-ingang.
Hiermee schakelt u over naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft. s pag.28
Dit lampje gaat branden wanneer signalen worden verzonden.
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de projector.
Namen van onderdelen en functies
De batterijen installeren
Bij aankoop zitten er geen batterijen in de afstandbediening. Om de afstandbediening te kunnen gebruiken moet u de meegeleverde batterijen (twee, AA alkalinebatterijen) er in steken.
Let op
Lees de Veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat met de batterijen.
s
Veiligheidsvoorschriften
Procedure
18
A
B
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van het batterijcompartiment ingedrukt en til de klep omhoog.
Steek de batterijen er in de juiste richting in.
Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de batterijhouder.
C
Zet de batterijklep terug.
Druk de klep goed aan tot hij vastklikt.
Als de afstandsbediening niet meer snel reageert of als de afstandsbediening niet meer werkt nadat deze enige tijd niet meer is gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg dat u twee batterijen van grootte AA bij de hand hebt. Het is niet mogelijk om andere batterijen dan AA te gebruiken.
Namen van onderdelen en functies
Bedieningsbereik van afstandbediening
Wijs met LED van de afstandsbediening naar de ontvanger van de afstandsbediening op de projector. Het bedieningsbereik van de afstandbediening die met de projector is meegeleverd, wordt onderaan weergegeven.
Horizontaal bedieningsbereik
Verticaal bedieningsbereik
19
q
Stel de Externe receiver in op het menu Instellen om de ontvangst van de bedieningssignalen van de afstandbediening te beperken.
pag.59
s
Stel het Type afstandsbed. op het menu Uitgebreid in als u een afstandbediening gebruikt die met andere Epson projectoren werd meegeleverd. s pag.61 Het bedieningsbereik is afhankelijk van de gebruikte afstandbediening.

Nuttige Functies

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties en op de beveiligingsfuncties.

Het geprojecteerde beeld wijzigen

21

Een testpatroon weergeven

Er kan een testbeeld worden weergegeven om de projectiestatus aan te passen zonder het videoapparaat aan te sluiten. Dat is nuttig als u een projector installeert.
Als de knop [User] op de afstandbediening op Testpatroon is
q
Procedure
A
ingesteld, zal het testbeeld worden weergegeven zodra de knop [User] wordt ingedrukt. (De standaardinstelling is Testpatroon.)
Druk op de knop [Menu] als de projector projecteert. Selecteer Instellingen - "Testpatroon", druk dan op de [Enter]-knop.
De Afstandsbediening gebruiken Het Bedieningspaneel gebruiken
B
Druk op de knop [h] op de afstandbediening in de richting [r] of druk op de [Enter]-knop op het bedieningspaneel om het testbeeld om te schakelen.
Druk op de knop [ het vorige beeld weer te geven.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
De volgende aanpassingen kunnen worden gemaakt terwijl het testbeeld wordt weergegeven.
Zoom en scherpte instellen
Positie instellen van geprojecteerd beeld
Keystone-correctie van geprojecteerd beeld
h
] op de afstandbediening in de richting [l] om
s
Introductiehandleiding
s
pag.22
s
pag.23
De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de kleurmodus)
s
pag.32
Aanpassing helderheid
Aanpassing scherpte (uitsluitend Standaard)-menu
Scherpte pag.55
Aanpassing kleurtemperatuur kleurtemperatuur pag.55
s
Beeld-menu - Helderheid pag.55
s
s
Beeld-menu - Abs.
Beeld -
Het geprojecteerde beeld wijzigen
Aanpassing kleuren s Beeld-menu - Kleuraanpassing pag.55
U moet een beeld projecteren van het aangesloten apparaat om menu-
q
items in te stellen die niet kunnen worden ingesteld terwijl het testbeeld wordt weergeven, of om het geprojecteerde beeld fijn af te stemmen.
22
C
Druk op de [Esc]-knop om het testbeeld te stoppen.

De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)

De lens kan worden verschoven om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen, bijvoorbeeld als de projector niet recht voor het scherm kan worden geïnstalleerd.
Procedure
Draai de kiesschijf van de verticale lensverschuiving of de kiesschijf voor de horizontale lensverschuiving om de locatie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
q
Het beeld zal het meest helder zijn als de kiesschijven van zowel de verticale als de horizontale lensverschuiving in het midden zijn ingesteld.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
23
Het bereik waarbinen het beeld met de kiesschijven kan worden bewogen wordt hieronder weergegeven.
Midden van lens
A
Geprojecteerd beeld als de kiesschijven voor de lensverschuivingen in het
B
midden zijn ingesteld.
H/V-Keystone Hiermee corrigeert u vertekening in horizontale en verticale richting
w
w
/ ],
/ ],
afzonderlijk. U kunt dit eenvoudig bijregelen met de knoppen [
v
/ ] , [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel van de projector.
[
s
"H/V-Keystone" pag.26
Quick Corner en horizontale en verticale keystone kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd. Wanneer u Keystone selecteert in het configuratiemenu,
wordt de gekozen correctiemethode toegewezen aan de knoppen [
v
/ ], [</ ] en [>/ ]. De standaardinstelling voor Keystone is
[
ingesteld op H/V-Keystone, dus als de knoppen [
>
/ ]worden ingedrukt, wordt H/V-Keystone-correctie uitgevoerd.
[
Doordat Quick Corner en H/V-Keystone-correctie kunnen worden uitgevoerd terwijl u een testpatroon projecteert, hoeft u geen speciale voorbereidingen te treffen zoals het aansluiten van een computer of andere apparatuur.
w
/ ], [v/ ] [</ ] en

Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren

Vervormde weergave van geprojecteerde beelden kan op de twee onderstaande methoden worden gecorrigeerd.
Quick Corner Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het
s
geprojecteerde beeld bijstellen. We raden aan om Quick Corner te gebruiken om nauwkeurig de keystone-vertekening aan te passen.
"Quick Corner" pag.24
Het geprojecteerde beeld wijzigen
Quick Corner
Procedure
24
A
Druk op de [Menu]-knop als de projector projecteert. Selecteer het menu Instellingen - "Keystone", druk dan op de [Enter]-
s
knop.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
"Configuratiemenu gebruiken" pag.54
C
Met de knop [h] op de afstandbediening of de knoppen [w/
], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel
selecteert u de te corrigeren hoek, druk daarna op de knop [[Enter]].
B
Selecteer "Quick Corner", en druk dan op de [Enter]-knop.
Druk nogmaals op de [Enter]-knop om het scherm weer te geven waarin u één van de vier hoeken kunt selecteren.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
25
D
Corrigeer de positie van de hoek met de knop [h] op de
w
afstandbediening of de knoppen [
>
/ ] op het bedieningspaneel.
[
Als de driehoek in de richting waarin u de vorm aanpast, grijs wordt, zoals weergegeven in de schermweergave hieronder, dan kunt u de vorm niet verder in die richting aanpassen.
/ ], [v/ ], [<], [ ] en
E
F
Herhaal procedure 3 en 4 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
Druk na afloop op de [Esc]-knop om het correctiemenu af te sluiten.
Omdat de correctiemethode is gewijzigd naar Quick Corner van
w
Keystone in het configuratiemenu, als de knoppen [
<
/ ] en [>/ ] later worden ingedrukt, wordt het scherm voor het
[ selecteren van de hoek in procedure 2 weergegeven. Wijzig Keystone
vanaf het configuratiemenu naar H/V-Keystone indien u de H/V­Keystone wilt corrigeren bij het indrukken van de knoppen [
v
/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel. s pag.59
[
/ ], [v/ ],
w
/ ],
Het geprojecteerde beeld wijzigen
26
Als u de [Esc]-knop ongeveer twee seconden ingedrukt houdt tijdens
q
H/V-Keystone
Procedure
Druk op de knoppen [w/ ], [v/ ], [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel om de keystone-instellingen onafhankelijk in
horizontale en verticale richtingen aan te passen.
het corrigeren met Quick Corner, wordt het volgende scherm weergegeven.
Quick Corner-reset: Stelt het resultaat van Quick Corner correcties opnieuw in.
Wijzigen in H/V-Keystone: Zet de correctiemethode op H/V­Keystone. s "H/V-Keystone" pag.26
Verticale keystone corrigeren U kunt verticale keystone-vervorming corrigeren tot een hoek van 30˚ ten opzichte van het scherm. Als u de projector gekanteld onder een hoek van
meer dan 30˚ gebruikt, kan deze worden beschadigd en ongelukken veroorzaken.
Als de knoppen [w/ ] en [v/ ] gedurende ten minste 1 seconde simultaan worden ingedrukt, wordt de waarde van de verticale keystone
weer ingesteld op de originele status.
q
Deze aanpassing kan ook gemaakt worden via H/V-Keystone op het menu Instellingen. s pag.59
Het geprojecteerde beeld wijzigen
27
Horizontale keystone corrigeren U kunt de horizontale keystone corrigeren door een horizontale projector op te tillen op 20˚.
q
Schuif de lens naar de afgebeelde positie bij het uitvoeren van horizontale en verticale keystone. Als de lensverschuiving niet is geplaatst zoals hieronder wordt de vertekening niet nauwkeurig gecorrigeerd. s "De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)" pag.22
De horizontale lensverschuiving is ingesteld op het midden.
De vertikale lensverschuiving is ingesteld op de boven- en
onderkant.
De correctie kan mogelijk niet helemaal worden uitgevoerd volgens de zoomaanpassingswaarde. En de geprojecteerde schermgrootte kan kleiner worden na het uitvoeren van de correctie. Wees voorzichtig met de projectieafstand bij het installeren van de projector.
Corrigeer het beeld met Quick Corner om het geprojecteerde beeld exact uit te lijnen binnen het scherm of om het beeld fijn te stellen. s "Quick Corner" pag.24
Als de knoppen [</ ] en [>/ ] gedurende ten minste 1 seconde simultaan worden ingedrukt, wordt de waarde van de horizontale
keystone weer ingesteld op de originele status.

Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen

28
Er zijn twee manieren om het geprojecteerde beeld te wijzigen.
Wijzigen via Bron Zoeken De projector detecteert automatisch signalen die door een aangesloten apparaat worden doorgegeven, en projecteert het door de ingangspoort
doorgegeven beeld.
Direct wijzigen bij de doelafbeelding U kunt de de ingangspoort wijzigen met de afstandsbediening.

Automatisch ingangssignalen en wijzigingen detecteren aan het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)

U kunt de doelbeelden snel projecteren door op de knop [Source Search] te drukken omdat ze alleen naar beelden zullen omschakelen via de ingangspoorten waarheen er beeldsignalen zijn gestuurd.
Procedure
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het ingangssignaal wijzigt. Als er twee of meer apparaten zijn aangesloten, druk dan op de knop [Source Search] totdat het gewenste beeld wordt weergegeven.
De afstandsbediening gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken
Als u de knop [Source Search] indrukt, wordt er gezocht naar ingangspoorten waarheen videosignalen zijn verzonden in de volgende volgorde. (De ingangspoort langswaar er geen beeldsignaal wordt ontvangen, wordt overgeslagen).
Als u overschakelt op LAN worden beelden geprojecteerd van computers die via het netwerk zijn aangesloten.
Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen
Onderstaand scherm toont de status van beeldsignalen die weergegeven
q
blijven als alleen het momenteel weergegeven beeld beschikbaar is of als er geen beeldsignaal is gevonden. U kunt de ingangspoort selecteren waarop het apparaat dat u wilt gebruiken is aangesloten. Als u binnen 10 seconden niets selecteert, wordt het scherm gesloten.
29

Via de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld

U kunt het beeld dat u wilt weergeven direct oproepen vanaf de ingangspoort door op de volgende knoppen op de afstandsbediening te drukken.
Als u overschakelt op LAN worden beelden geprojecteerd van computers die via het netwerk zijn aangesloten.
s
"Afstandsbediening" pag.16

De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen

30
U kunt de hoogte-breedtemodus volgens het type ingangssignaal, de verhouding hoogte-breedte en resolutie selecteren om de
Hoogte­breedteverhoudingg van het geprojecteerde beeld om te schakelen. De hoogte-breedtemodi zijn hieronder opgesomd. De instelbare hoogte­breedtemodi zijn afhankelijk van het beeldtype dat wordt geprojecteerd.
Hoogte-breedtemodus Verklaring
Normaal
Automatisch
16:9
Volledig
Zoomen
Bronformaat
* Om Volledig te selecteren terwijl een 1080i-signaal wordt ingevoerd, stelt u
*
Progressief in het configuratiemenu in op Uit. s pag.57
Projecteert op volledige projectiegrootte met behoud van hoogte-breedteverhouding van het ontvangen beeld.
Projectie met een geschikte hoogte­breedteverhouding op basis van informatie in het ontvangen signaal.
Projecteert op volledige projectiegrootte met de hoogte-breedteverhouding 16:9.
Projectie op volledige grootte.
Projecteert het ontvangen beeld vergroot tot de volledige laterale richtingsgrootte van de Hoogte­breedteverh. Delen die daarbuiten vallen, worden niet meegeprojecteerd.
Projectie met de resolutie van het ontvangen beeld in het midden van het scherm. Dat is ideaal voor het weergeven van scherpe beelden.
Procedure
Afstandsbediening
De naam van de Hoogte-breedtemodus wordt weergegeven op het scherm als u de knop indrukt. Als u op de knop drukt terwijl de naam van een hoogte-breedtemodus wordt weergegeven, wordt de volgende hoogte-breedtemodus weergegeven.
U kunt de kleurmodus ook instellen met Hoogte-breedte in het menu
q
Signaal van het configuratiemenu. s pag.57

De hoogte-breedtemodus wijzigen

Beelden projecteren vanaf het videoapparaat of van de HDMI­ingang
Elke keer als u de knop [Aspect] op de afstandbediening indrukt, wijzigt de hoogte-breedtemodus van Automatisch naar 16:9, Volledig, Zoomen en
s
Bronformaat.
Voorbeeld: 720p inkomend signaal (resolutie: 1280x720, hoogte­breedteverhouding: 16:9)
pag.30
+ 146 hidden pages