Epson EB-G5350 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding
1

Gebruikte symbolen en tekens

f Veiligheidssymbolen
Voor een veilig en correct gebruik van het apparaat zijn in de gebruikershandleiding en op het apparaat zelf symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van schade aan uw eigendommen. De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de handleiding leest.
2
Let op
f Algemene informatiesymbolen
Let op
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk letsel door onjuist gebruik.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of fysieke schade door onjuist gebruik.
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
q
s
g
Procedure
[ (Naam) ]
Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder "Appendices". s pag.126
Dit geeft aan dat er bedieningsinstructies volgen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd. De betreffende procedure moet in de aangegeven volgorde worden uitgevoerd.
Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel. Bijvoorbeeld: de knop [Esc]
"(Menunaam)"
Dit verwijst naar de naam van een item in het configuratiemenu. Bijvoorbeeld: "Beeld" - "Helderheid"

Inhoudsopgave

3
Projector - Kenmerken ...............................................................................5
Gemeenschappelijke kenmerken voor alle modellen........................................... 5
EB-G5350/G5150 kenmerken.............................................................................. 6
Onderdelen en functies..............................................................................7
Voorzijde/Bovenzijde............................................................................................ 7
Onderkant ............................................................................................................ 9
Achterkant .......................................................................................................... 10
Bedieningspaneel............................................................................................... 12
Afstandsbediening.............................................................................................. 13
Nuttige functies
Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren .........................17
Vertekening corrigeren met Quick Corner.......................................................... 17
Het geprojecteerde beeld wijzigen..........................................................19
Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Source Search) ....................................................................... 19
Direct wijzigen met de afstandsbediening.......................................................... 20
Functies voor het verbeteren van projecties.........................................21
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurenmodus selecteren) ............................. 21
Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)....................................... 22
Het beeld bevriezen (Freeze)............................................................................. 22
De hoogte-breedteverhouding wijzigen.............................................................. 23
Aanwijzer (Pointer) .............................................................................................27
Deel van het beeld vergroten (E-Zoom).............................................................28
Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van meerdere
projectors ..................................................................................................29
Projector-id instellen........................................................................................... 30
Projector-id controleren ...................................................................................... 30
Afstandsbediening-id instellen ........................................................................... 31
De kleur voor meerdere projectors instellen
(Kleureninstelling multischermen)........................................................32
Overzicht van de correctieprocedure ................................................................. 32
Correctiemethode............................................................................................... 32
Beveiligingsfuncties.................................................................................34
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ................................................... 34
Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling) ................................................ 36
Antidiefstalvergrendeling....................................................................................37
Configuratiemenu
Het configuratiemenu gebruiken............................................................40
Lijst met functies...................................................................................... 41
Beeld-menu ....................................................................................................... 41
Signaal-menu..................................................................................................... 42
Instellingen-menu .............................................................................................. 44
Uitgebreid-menu ................................................................................................ 46
Netwerk-menu (alleen EB-G5300/G5200W/G5100).......................................... 48
Netwerk-menu (alleen EB-G5350/G5150)......................................................... 50
Informatie-menu................................................................................................. 63
Resetten-menu .................................................................................................. 64
Problemen oplossen
De Help-knop gebruiken..........................................................................66
Problemen oplossen................................................................................67
De indicatielampjes aflezen ............................................................................... 67
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden ................................................... 70
Appendices
Installatiemethoden ................................................................................. 80
Reiniging ................................................................................................... 81
Het oppervlak van de projector reinigen ............................................................ 81
De lens reinigen ................................................................................................. 81
Het luchtfilter reinigen ........................................................................................ 81
Verbruiksmateriaal vervangen................................................................ 84
De batterijen van de afstandsbediening vervangen........................................... 84
De lamp vervangen............................................................................................ 85
Het luchtfilter vervangen .................................................................................... 88
Optionele accessoires en verbruiksmateriaal.......................................90
Opmerkingen over transport................................................................... 92
Verplaatsen over kleine afstanden .................................................................... 92
Vervoeren over lange afstanden........................................................................ 92
Een gebruikerslogo opslaan................................................................... 93
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een
draadloos toegangspunt (alleen EB-G5350/G5150)............................ 95
Verbindingsmethoden ........................................................................................ 95
Inhoudsopgave
Beeldschermgrootte en afstand..............................................................99
Projectieafstand voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 .................................... 99
Projectieafstand voor EB-G5200W .................................................................. 100
Op externe apparatuur aansluiten ........................................................101
Op een externe monitor aansluiten .................................................................. 101
Op externe luidsprekers aansluiten.................................................................. 101
De lens van de projector verwijderen en weer aanbrengen...............102
Verwijderen ...................................................................................................... 102
Aanbrengen...................................................................................................... 102
USB-apparaten aansluiten en verwijderen
(alleen EB-G5350/G5150) .....................................................................104
USB-apparaten aansluiten ............................................................................... 104
De USB-indicatielampjes aflezen..................................................................... 104
USB-apparaten verwijderen ............................................................................. 104
SD-kaarten insteken en uitwerpen (alleen EB-G5350/G5150) ............105
Insteken............................................................................................................ 105
Het indicatielampje van de SD-kaart aflezen ................................................... 105
Verwijderen ...................................................................................................... 106
LAN-kabel aansluiten.............................................................................107
Projecteren via een USB-kabel
(USB-weergave, alleen EB-G5350/G5150) ..........................................108
Aansluiten ........................................................................................................ 108
E-mailbericht van de functie E-mailmelding lezen ..............................111
ESC/VP21-opdrachten............................................................................112
Lijst met opdrachten ......................................................................................... 112
Kabelindelingen................................................................................................ 113
Netwerkprojector (alleen EB-G5350/G5150).........................................114
PJLink......................................................................................................115
Lijst met ondersteunde monitorbeeldschermen .................................116
Ondersteunde monitorbeeldschermen voor EB-G5350/G5300/
G5150/G5100 ................................................................................................ 116
Ondersteunde monitorbeeldschermen voor EB-G5200W................................ 119
Technische gegevens ............................................................................122
Algemene specificatie van de projector ........................................................... 122
Systeemeisen voor de meegeleverde software ............................................... 124
Afmetingen..............................................................................................125
Woordenlijst............................................................................................126
Index ........................................................................................................128
4

Projector - Kenmerken

5

Gemeenschappelijke kenmerken voor alle modellen

Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel
f Lens in het midden
U kunt de projector gemakkelijk op het scherm richten, doordat de lens zich in het midden van de projector bevindt. De goede verdeling van het gewicht maakt montage aan het plafond gemakkelijker en zorgt ervoor dat de projector gemakkelijk kan worden gekanteld.
f Horizontale en verticale lensverschuiving
De positie van het geprojecteerde beeld kan horizontaal en verticaal worden verschoven, wat een grote verscheidenheid aan installatielocaties mogelijk maakt.
f Vijf optionele lenzen mogelijk
U kiest zelf de beste lens, afhankelijk van de projectieafstand en het gebruik. De optionele lenzen kunnen snel en gemakkelijk worden verwisseld dankzij de bajonetfitting.
f Vormgeving geschikt voor elke omgeving
De meegeleverde afdekplaat voor kabels en de slimme vormgeving van de projector maken het mogelijk om alle kabels netjes weg te stoppen. Het bedieningspaneel is aan de achterzijde van de projector geplaatst, wat het opgeven van instellingen bij het installeren van de projector gemakkelijk maakt. Na afloop van de installatie verdwijnt het bedieningspaneel achter de kabelafdekplaat.
Nauwkeurige kleuraanpassing
Naast het aanpassen van de instelling Kleurmodus kunt u ook de absolute kleurtemperatuur en de sterkte van de afzonderlijke RGB-kleuren bijregelen. Door aanpassing van de tint, verzadiging en helderheid voor het hele RGBCMY­gebied krijgt u een beeld met een superieure diepte en rijkdom aan kleuren.
Verbeterde veiligheidsfuncties
f Wachtwoordbeveiliging om het aantal gebruikers te beperken en
te beheren
U kunt een wachtwoord instellen en zo bepalen wie de projector mag gebruiken. s pag.34
f Bedieningsvergrendeling beperkt de knopbediening op het
bedieningspaneel
Zo kunt u voorkomen dat de projectorinstellingen zonder toestemming worden gewijzigd bij gebruik tijdens evenementen, op scholen, enzovoort. s pag.36
f Uitgerust met diverse antidiefstalvoorzieningen
De projector bevat de volgende antidiefstalvoorzieningen. s pag.37 Beveiligingssleuf Installatiepunt beveiligingskabel Schroef om knop voor verwijderen van lens vast te zetten
Gemakkelijk te hanteren
f Eenvoudig te onderhouden
U vervangt de lamp door de klep aan de zijkant van de projector te openen en de lamp horizontaal naar buiten te trekken. Het luchtfilter vervangt u door het heel gemakkelijk naar buiten en weer naar binnen te schuiven aan de voorzijde van de projector.
f Direct inschakelen aan/uit
Op plaatsen waar de stroom centraal wordt beheerd, zoals in vergaderzalen, kan de projector ingesteld worden op automatisch in- of uitschakelen als de stroombron waarop de projector is aangesloten wordt in- of uitgeschakeld.
f Geen afkoelperiode
Nadat u de projector hebt uitgeschakeld, kunt u de voedingskabel van de projector loskoppelen zonder dat u hoeft te wachten tot de projector afgekoeld is.
Projector - Kenmerken
6

EB-G5350/G5150 kenmerken

Met de meegeleverde EPSON-projectorsoftware voor vergaderingen en presentaties kunt u heel efficiënt presentaties verzorgen via het netwerk.
Verschillende aansluitmogelijkheden
f Een computer op de projector aansluiten via een netwerk
Door de projector met een netwerkkabel te verbinden met uw bestaande netwerk kunt u uw vergaderingen op de onderstaande manieren verbeteren.
• Vanuit de vergaderzaal opent en projecteert u een bestand dat ergens op een computer of bestandsserver in een andere ruimte staat.
• U kunt internet gebruiken.
• U kunt de projectors in het netwerk controleren vanaf de computer.
Wanneer u de optionele draadloze LAN-eenheid installeert in de projector, kunt u de projector via een draadloos netwerk verbinden met de computer. s EasyMP Bedieningshandleiding
f Verbinding met de functie Netwerkprojector van Windows Vista
Wanneer de projector met het netwerk is verbonden, kunnen meerdere gebruikers de projector delen door gebruik te maken van de functie Netwerkprojector van Windows Vista.
Presentaties zonder computer
U kunt presentaties geven zonder computer door gebruik te maken van een SD-geheugenkaart of een digitale camera of vaste schijf (compatibel met USB). JPEG-afbeeldingen, films en scenario's kunnen rechtstreeks vanaf een SD-geheugenkaart of USB-apparaat worden geprojecteerd.
s EasyMP Bedieningshandleiding
Projectie op tweede en derde scherm (multischermweergave)
U kunt vanaf één computer een ander beeld projectoren op maximaal vier projectors. Zo kunt u een rapport en dergelijke in een liggende indeling projecteren. s EasyMP Bedieningshandleiding
Internet
f Met een USB-kabel aansluiten
(USB-weergave)
Door een in de handel verkrijgbare USB-kabel aan te sluiten op een Windows-computer kunt u beelden projecteren vanaf het computerscherm.
s pag.108

Onderdelen en functies

7

Voorzijde/Bovenzijde

In de figuur is een standaardlens gemonteerd.
Naam Functie
Lampdeksel Open deze deksel als u de projectorlamp wilt
A
vervangen. s pag.85
Luchtafvoerventilator
B
Om de projector van binnen koel te houden wordt lucht gebruikt. Deze lucht komt door deze opening.
Let op
Plaats geen voorwerpen die krom kunnen trekken of op een andere manier door warmte kunnen vervormen, in de buurt van de luchtafvoerventilator. Plaats uw gezicht of handen niet in de buurt van de luchtafvoerventilator terwijl de projector wordt gebruikt.
Instelbare voet
C
aan voorzijde
Hendel voor
D
instellen voet
Voor het instellen en vergroten van het geprojecteerde beeld nadat de projector op een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, is geplaatst. s Introductiehandleiding
Trek het hendeltje naar buiten om de voet aan de voorzijde uit te schuiven en in te trekken.
s Introductiehandleiding
Zoomstelring Stelt de beeldgrootte in.
E
s Introductiehandleiding
Projectielens Hierdoor wordt het beeld geprojecteerd.
F
Knop voor
G
verwijderen lens
Externe receiver Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
H
Druk op deze knop om de lenseenheid te verwijderen als u een andere lens wilt plaatsen.
s Introductiehandleiding
Onderdelen en functies
Naam Functie
8
Scherpstelring
I
Luchtfiltertab Trek het lichtfilter aan deze tab naar buiten om
J
Statusindicatielampjes
K
Luchttoevoerventilator
L
Draaiknop voor
M
verticale verschuiving van lens
Draaiknop voor
N
horizontale verschuiving van lens
Stelt de beeldscherpte in.
s
Introductiehandleiding
het te reinigen of te vervangen. s pag.81,
pag.88
De status van de projector kan worden afgelezen aan de kleur van de indicatielampjes en of deze knipperen of branden. s pag.67
Via deze opening gaat lucht in de projector voor de koeling. Als er hier veel stof zit, kan dit ervoor zorgen dat de interne temperatuur van de projector oploopt. Dit kan leiden tot problemen met de bediening en kan de levensduur van het optisch systeem verkorten. Reinig het luchtfilter regelmatig. s pag.81
Draai aan deze knop om het geprojecteerde beeld naar boven of naar beneden te schuiven. s Introductiehandleiding
Draai aan deze knop om het geprojecteerde beeld naar links of naar rechts te schuiven.
s Introductiehandleiding
Onderdelen en functies
9

Onderkant

Naam Functie
Bevestingspunte
A
n ophangbeugel (4 punten)
Schroefgaten
B
voor bevestiging kabelafdekplaat
Schroefgat voor
C
draadloos LAN­apparaat
Achterste voet Wanneer het apparaat op een tafel staat,
D
Installatiepunt
E
beveiligingskabel
Greep Aan deze greep kunt u de projector dragen.
F
Bevestig de optionele plafondbeugel hier als u de projector aan het plafond wilt ophangen.
s pag.80, 90
Gaten voor de schroeven waarmee de kabelafdekplaat wordt vastgezet.
s Introductiehandleiding
Wanneer u de optionele draadloze LAN­eenheid plaatst, draait u in deze opening een schroef om de eenheid vast te zetten en verlies en dergelijke te voorkomen.
draait u hieraan om de hoogte bij te regelen. Zo bepaalt u de horizontale helling.
s Introductiehandleiding
Haal hier een in de handel verkrijgbaar beveiligingskabel door als u uw projector wilt vastleggen aan een vast object. s pag.37
Schroefgat voor
G
vastzetten van knop voor verwijderen lens
Wanneer u een lens plaatst, zet u met de bijgeleverde schroef de knop vast waarmee de lens wordt verwijderd. s pag.37
Onderdelen en functies
10

Achterkant

Naam Functie
Installatielocatie
A
voor draadloze LAN-eenheid
Poort voor
B
afstandsbediening
Installeer de optionele draadloze LAN-eenheid hier. Verwijder het klepje vóór installatie.
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan. Wanneer de kabel in deze poort zit, wordt de afstandsbedieningsontvanger van de projector uitgeschakeld.
Naam Functie
RS-232C-poort
C
Computer1­ingangspoort
Video1­ingangspoort
BNC­ingangspoort
S-video-
D
ingangspoort
Video2­ingangspoort
Audio-L/R­ingangspoort
Voedingsingang Sluit aan op de voedingskabel.
E
Als u de projector vanaf een computer bedient, sluit de computer dan aan met een RS-232C-kabel. Deze poort is bestemd voor bedieningsdoeleinden en mag normaalgesproken niet worden gebruikt.
s pag.112
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor composietvideosignalen van videobronnen.
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Ingang voor S-videosignalen van videobronnen.
Ingang voor composietvideosignalen van videobronnen.
Wanneer u via de projector audio wilt doorgeven van apparatuur die is aangesloten op de S­video-ingang of de Video1/2-ingang, sluit u de audio-uitgang van die apparatuur hierop aan.
s
Introductiehandleiding
s Introductiehandleiding
Beveiligings-
F
sleuf (j)
Luidspreker
G
De beveiligingssleuf is compatibel met het
door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. s pag.37
Onderdelen en functies
11
Naam Functie
USB-poort (Type
H
A) (alleen EB­G5350/G5150)
USB-lampje
I
(alleen EB-G5350/ G5150)
USB-poort (Type
J
B) (alleen EB­G5350/G5150)
SD-kaartsleuf
K
(alleen EB-G5350/ G5150)
Lampje van SD-
L
kaart (alleen EB­G5350/G5150)
LAN-poort Hier steekt u een netwerkkabel in om de
M
Ingang voor het geheugen van compatibele digitale camera's en andere USB­opslagapparaten, zodat u afbeeldingen/ filmbestanden en scenario's kunt projecteren met PC Free van EasyMP. s pag.104
Een knipperend of brandend lampje geeft de status van de USB-poort (Type A) weer.
s pag.104
Hiermee sluit u de projector via een in de handel verkrijgbare USB-kabel aan op een computer, waarna het computerbeeld wordt geprojecteerd. s pag.108
Ingang voor geheugenkaarten van het type SD en SDHC (SD High Capacity), zodat u afbeeldingen/filmbestanden kunt projecteren met PC Free van EasyMP. s pag.105
Geeft de toegangsstatus van de SD-kaart aan.
s pag.105
projector te verbinden met het netwerk.
s pag.107
Naam Functie
Audio-L/R­ingangspoort
Monitor-
P
uitgangspoort
Audio­uitgangspoort
Bedieningspaneel s pag.12
Q
Wanneer u via de projector audio wilt doorgeven van apparatuur die is aangesloten op de Computer1/2-ingang of de BNC-ingang, sluit u de audio-uitgang van die apparatuur hierop aan. Wanneer u de USB-weergavefunctie gebruikt en u wilt geluid weergeven vanaf de projector, dan moet u een verbinding maken met de audio-uitgang van uw computer. (Alleen EB­G5350/G5150) s Introductiehan dleiding
Zendt het beeldsignaal van de computer die is aangesloten op de Computer1/2-ingang of BNC-ingang naar een externe monitor. Dit is niet beschikbaar voor componentvideosignalen of andere signalen die binnenkomen op een andere poort dan de Computer1/2- of BNC­ingang. s pag.101
Zendt het geluid van het geprojecteerde beeld naar de externe luidsprekers. s pag.101
HDMI-
N
ingangspoort
Computer2-
O
ingangspoort
Ingang voor videosignalen van met HDMI compatibele videoapparatuur en computers.
s Introductiehandleiding
Ingang voor videosignalen van een computer en componentvideosignalen videobronnen.
g van andere
Onderdelen en functies
12

Bedieningspaneel

Naam Functie
[t]-knop Met deze knop schakelt de projector in en uit.
A
s Introductiehandleiding
[Source Search]-
B
knop
[Enter]-knop Als deze knop tijdens de projectie van
C
Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft.
signaalbeelden van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch tracking, synchronization, and position (frequentieafstemming, synchronisatie en positie) in voor een optimale beeldweergave. Als een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s pag.40
s
pag.19
Naam Functie
D
[] []
-knoppen
[Help]-knop Druk op deze knop om het hulpscherm weer te
E
[Esc]-knop Druk op deze knop om de huidige functie te
F
G
[]- en[]­knoppen
[Menu]-knop Druk op deze knop om het configuratiemenu
H
Corrigeert de trapeziumvertekening. In de volgende gevallen hebben deze knoppen
enkel de [ ]- en de [ ]-functies.
•Wanneer het geprojecteerde beeld via een netwerkverbinding wordt verzonden
•Wanneer de functie PC Free wordt gebruikt voor de projectie
Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s Introductiehandleiding, pag.40
geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.66
stoppen. Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer. s pag.40
Corrigeert de trapeziumvertekening. In de volgende gevallen hebben deze knoppen
enkel de [ ]- en de [ ]-functies.
•Wanneer het geprojecteerde beeld via een netwerkverbinding wordt verzonden
•Wanneer de functie PC Free wordt gebruikt voor de projectie
Als er een configuratiemenu of een hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s Introductiehandleiding, pag.40
weer te geven en te sluiten. s pag.40
Onderdelen en functies
13

Afstandsbediening

Naam Functie
[t]-knop Met deze knop schakelt de projector in en uit.
A
s Introductiehandleiding
[Computer1/2]-
B
knop
[BNC]-knop Schakelt over naar beeld van de BNC-ingang.
C
[Video1/2]-knop Schakelt over naar beeld van de Video1- of
D
[S-Video]-knop Schakelt over naar beeld van de S-video-
E
[Menu]-knop Druk op deze knop om het configuratiemenu
F
[h]-knop Als er een configuratiemenu of een
G
Schakelt over naar beeld van de Computer1­of Computer2-ingang. s pag.20
s pag.20
Video2-ingang. s pag.20
ingang. s pag.20
weer te geven en te sluiten. s pag.40
hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en instellingswaarden selecteren. s pag.40,
pag.66
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, kunt u deze knop gebruiken om de aanwijzer te verplaatsen (acht mogelijke richtingen).
[Enter]-knop Als een configuratiemenu of een hulpscherm
H
wordt weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie en gaat verder naar het volgende niveau. s pag.40, pag.66 Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, werkt de knop als linkermuisknop.
Onderdelen en functies
14
Naam Functie
[Page]-knoppen
I
([) (])
[A/V Mute]-knop Hiermee schakelt u video en audio in en uit.
J
[Auto]-knop Als deze knop tijdens de projectie van
K
[Aspect]-knop Bij iedere druk op deze knop verandert de
L
[ID]-knop Druk op deze knop om de afstandsbediening-
M
[Help]-knop Druk op deze knop om het hulpscherm weer te
N
[Volume]-
O
knoppen (a) (b)
Hiermee gaat u naar de volgende/vorige dia wanneer de ingangsbron EasyMP is en een PowerPoint-bestand of scenario wordt geprojecteerd. (Alleen EB-G5350/G5150)
s EasyMP Bedieningshandleiding
Als u de optionele ontvanger voor een draadloze muis gebruikt, kunt u in het PowerPoint-bestand van pagina veranderen door op de knop voor pagina omhoog/pagina omlaag te drukken.
s pag.22
signaalbeelden van de computer wordt ingedrukt, stelt de projector automatisch de frequentieafstemming, synchronisatie en positie in voor een optimale beeldweergave.
hoogte-breedteverhouding
id in te stellen. s pag.31
geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt oplossen. s pag.66
(a) Verlaagt het volume. (a) Verhoogt het volume.
s Introductiehandleiding
g. s pag.23
Naam Functie
[Num]-knop Gebruik deze knop voor de invoer van
Q
wachtwoorden, IP-adressen in het menu "Netwerk" enzovoort. s pag.34
Numerieke
R
knoppen
[Color Mode]-
S
knop
[Freeze]-knop Druk op deze knop om het beeld te pauzeren
T
[E-zoom]-
U
knoppen (z) (x)
[Pointer]-knop Druk op deze knop als u de schermaanwijzer
V
[Esc]-knop Druk op deze knop om de huidige functie te
W
Gebruik deze knop voor de invoer van wachtwoorden, IP-instellingen voor afstandsbediening, IP-adressen in het menu "Netwerk" enzovoort. s pag.34, pag.31
Bij iedere druk op deze knop verandert de kleurenmodus. s pag.21
of te hervatten. s pag.22
(z) Vergroot het beeld zonder de projectiegrootte te wijzigen. (x) Verkleint delen van beelden die met de [z]-knop zijn vergroot. s pag.28
wilt activeren. s pag.27
stoppen. Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de projector het vorige menu weer.
s pag.40
Als u de draadloze muis gebruikt, werkt de knop als rechtermuisknop.
Poort voor
P
afstandsbediening
Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan. Wanneer de kabel in deze poort zit, wordt de afstandsbedieningsontvanger uitgeschakeld.
Onderdelen en functies
Naam Functie
[User]-knop Druk hierop om een item dat u vaak gebruikt
X
toe te wijzen uit de zes beschikbare items uit het configuratiemenu. Wanneer u op de knop drukt, wordt het geselecteerde menu-item/ aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven.
s pag.44
Standaard is de functie "Testpatroon" toegewezen.
[EasyMP]-knop Schakelt over naar het EasyMP-beeld. (Alleen
Y
EB-G5350/G5150) s pag.20 Wanneer u de EB-G5200W/G5300/G5100 gebruikt, werkt deze functie niet (ook al drukt u de knop in).
15
Id-schakelaar
[HDMI]-knop Schakelt over naar beeld van de HDMI-ingang.
[Source Search]­knop
Indicatielampjes
LED afstandsbediening
Gebruik deze schakelaar om de id-instellingen voor de afstandsbediening in (On) en uit (Off)
te schakelen. s pag.29
s pag.20
Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat op de projector is aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft.
s pag.19
Dit lampje gaat branden wanneer signalen worden verzonden.
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de projector.

Nuttige functies

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties e.d. en op de beveiligingsfuncties.
Vertekening van het geprojecteerde beeld
corrigeren...........................................................17
• Vertekening corrigeren met Quick Corner ....................17
Het geprojecteerde beeld wijzigen....................19
• Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Source Search) ............19
• Direct wijzigen met de afstandsbediening ......................20
Functies voor het verbeteren van projecties ...21
• De projectiekwaliteit selecteren
(Kleurenmodus selecteren) .............................................21
• Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken
(A/V Mute) .........................................................................22
• Het beeld bevriezen (Freeze) ............................................22
• De hoogte-breedteverhouding wijzigen...........................23
Methode wijzigen ...........................................................................23
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor videoapparatuur ......23
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/
HDMI-apparatuur (alleen EB-G5350/G5300/G5150/G5100) .....24
De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/
HDMI-apparatuur (voor EB-G5200W)........................................25
• Aanwijzer (Pointer) .......................................................... 27
• Deel van het beeld vergroten (E-Zoom) ......................... 28
Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van
meerdere projectors..........................................29
• Projector-id instellen........................................................ 30
• Projector-id controleren .................................................. 30
• Afstandsbediening-id instellen ........................................ 31
De kleur voor meerdere projectors instellen
(Kleureninstelling multischermen)...................32
• Overzicht van de correctieprocedure ............................. 32
• Correctiemethode ............................................................. 32
Beveiligingsfuncties ...........................................34
• Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging) ............. 34
Manieren van wachtwoordbeveiliging........................................... 34
Wachtwoordbeveiliging instellen .................................................. 34
Wachtwoord invoeren.................................................................... 36
• Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling)............ 36
• Antidiefstalvergrendeling ................................................ 37
Kabelslot installeren....................................................................... 37
Diefstal van lens voorkomen ......................................................... 38

Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren

17
Vervormde weergave van geprojecteerde beelden kan op de twee onderstaande manieren worden gecorrigeerd.
• Quick Corner Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het geprojecteerde beeld bijstellen. s pag.17
• H/V-Keystone Hiermee corrigeert u vertekening in horizontale en verticale richting afzonderlijk van elkaar. H/V-Keystone is ideaal voor het bijregelen van trapeziumvertekening. U kunt dit eenvoudig bijregelen met de
knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op het bedieningspaneel van de projector. s Introductiehandleiding
Deze twee methoden kunnen niet samen worden gebruikt. Wanneer u "Keystone" selecteert in het configuratiemenu, wordt de gekozen
correctiemethode toegewezen aan de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] van het bedieningspaneel. De standaardinstelling
voor "Keystone" wordt "H/V-Keystone". Wanneer u op de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] drukt, wordt H/V-Keystone-
correctie toegepast.
B
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Selecteer "Quick Corner" en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Druk nogmaals op de [Enter]-knop om het scherm weer te geven waarin u één van de vier hoeken kunt selecteren.
Doordat "Quick Corner" en "H/V-Keystone" correctie kunnen worden uitgevoerd terwijl u een testpatroon projecteert, hoeft u geen speciale voorbereidingen te treffen, zoals het aansluiten van een computer of andere apparatuur.

Vertekening corrigeren met Quick Corner

Procedure
A
Druk op de [Menu]-knop op de projector en selecteer vervolgens Instellingen - Keystone in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.40
Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren
18
C
D
Gebruik de [h]-knop op de afstandsbediening of
[], [], [] en []
bedieningsp aneel om de ho ek te select eren die u wilt aanpassen. Druk ver volgens op de
Als u de vorm wilt wijzigen, gebruikt u [h] op de afstandsbediening of
[]
op het bedieningspaneel.
[], [], [] en
op het
[Enter]
-knop.
E
F
q
Herhaal procedure 3 en 4 als u nog mee r hoeken w ilt aanpassen.
Druk na afloop op de [Esc]-knop om het correctiemenu af te sluiten.
Doordat de correctie in het configuratiemenu op "Quick Corner" in plaats van "Keystone" is gezet, wordt het scherm voor het selecteren van de hoek van procedure 2 weergegeven wanneer u
later op [], [], [] of [] drukt. Zet
"Keystone" in het configuratiemenu op "H/V-Keystone" als u H/V-
Keystone wilt corrigeren met de knoppen [], [],
[], en []
Als u tijdens het corrigeren met Quick Corner de [Esc]­knop ongeveer twee seconden ingedrukt houdt, wordt het volgende scherm weergegeven.
op het bedieningspaneel.
Als onderstaand scherm wordt weergegeven tijdens het corrigeren, geeft dit aan dat het maximale correctiebereik is bereikt.
Quick Corner-reset: maakt de Quick Cornercorrecties ongedaan. Wijzigen in H/V-Keystone: schakelt de correctiemethode over op H/V­Keystone. s pag.44

Het geprojecteerde beeld wijzigen

19
Er zijn twee manieren om het geprojecteerde beeld te wijzigen.
• Wijzigen met Source Search (Invoerapparaat zoeken) De projector detecteert automatisch signalen die door een aangesloten apparaat worden doorgegeven, en projecteert het door dit apparaat doorgegeven beeld.
• Direct wijzigen U kunt de de ingangspoort wijzigen met de afstandsbediening.

Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Source Search)

Als u de [Source Search]-knop gebruikt worden ingangspoorten die geen beeldsignaal doorgeven genegeerd, zodat het gewenste beeld sneller wordt geprojecteerd.
Computer1
BNC
De ingangspoort die geen beeldsi gna al doorgeeft wordt overgeslagen.
S-videoComputer2
Procedure
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het ingangssignaal wijzigt.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Als er twee of meer apparaten zijn aangesloten, druk dan op de [Source Search]-knop totdat het gewenste beeld wordt weergegeven.
Onderstaand scherm toont de status van beeldsignalen en
q
wordt weergegeven als alleen het momenteel weergegeven beeld beschikbaar is of als er geen beeldsignaal is gevonden. U kunt de ingangspoort van het apparaat dat u wilt gebruiken selecteren. Als u binnen 10 seconden niets selecteert, wordt het scherm gesloten.
*
*Alleen EB-G5350/G5150 schakelt over naar EasyMP.
Video2HDMIEasyMP
Video1
Het geprojecteerde beeld wijzigen

Direct wijzigen met de afstandsbediening

U kunt het beeld dat u wilt weergeven direct oproepen door op de volgende knoppen op de afstandsbediening te drukken.
Afstandsbediening
Schakelt over naar
beeld van de BNC­Schakelt over naar beeld van de Computer1- of Computer2-ingang.
ingang.
Schakelt over naar beeld van de HDMI­ingang.
20
Schakelt over naar beeld van de Video1- of Video2­ingang.
Schakelt over naar beeld van de S­video-ingang.
Schakelt over naar het EasyMP-beeld. (Alleen EB­G5350/G5150) Wanneer u de EB-G5300/ G5200W/G5100 gebruikt, werkt deze funct ie ni et ( ook al dr ukt u de knop in).

Functies voor het verbeteren van projecties

21

De projectiekwaliteit selecteren (Kleurenmodus selecteren)

Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij de omgeving waarin u projecteert. De helderheid van het beeld is afhankelijk van de geselecteerde modus.
Modus Toepassing
Spel Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers.
Dit is de helderste modus die goed schaduwtinten weergeeft. Als u bang bent dat u te veel vertraging krijgt bij snelle games, zet dan "Progressief" in het configuratiemenu op "Uit". s pag.42
Presentatie Deze modus is ideaal voor het geven van presentaties
met kleurmateriaal in goed verlichte kamers.
Tek s t Deze modus is ideaal voor het geven van presentaties
met zwart-witmateriaal in goed verlichte kamers.
Theater Ideaal voor het kijken naar films in een donkere
kamer. Geeft de beelden een natuurlijke toon.
Foto (Bij doorgave van computerbeelden)
Ideaal voor het projecteren van stilstaande beelden, zoals foto´s, in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en hebben een goed contrast.
Modus Toepassing
Op maat Selecteer "Op maat" om "R,G,B,C,M,Y" van
"Kleuraanpassing" in het configuratiemenu aan te passen. s pag.41
Procedure
Afstandsbediening
Bij iedere druk op deze knop wordt de naam van de kleurenmodus weergegeven en wijzigt de kleurenmodus.
Als u op de knop drukt terwijl de naam van de kleurenmodus wordt weergegeven, wordt de volgende kleurenmodus weergegeven.
Sport (Bij doorgave van componentvideo-, S-video- of
composietvideobeelden) Ideaal voor het kijken naar tv-programma´s in een goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht en levensecht.
sRGBg Ideaal voor beelden die voldoen aan de sRGB-
kleurenstandaard.
Schoolbord Bij deze instelling krijgen beelden ook bij projectie
op een (groen) schoolbord een natuurlijke toon, net als op een scherm.
q
U kunt de kleurenmodus ook instellen met "Kleurmodus" in het menu "Beeld" van het configuratiemenu.
s
pag.41
Functies voor het verbeteren van projecties
22

Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)

U kunt deze functie gebruiken als u de aandacht van het publiek wilt richten op wat u zegt, of als u bij presentaties vanaf een computer geen informatie wilt tonen terwijl u bestanden wisselt.
Procedure
Afstandsbediening

Het beeld bevriezen (Freeze)

Als het bewegende beeld in het scherm wordt bevroren, blijft de projectie doorlopen en kunt u een bewegend beeld frame voor frame, als foto projecteren. U kunt deze functie ook gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder beeld te projecteren.
Procedure
Afstandsbediening
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt de bevriesfunctie in- of uitgeschakeld.
Elke keer als u op deze knop drukt, wordt A/V dempen in- of uitgeschakeld.
• Als u deze functie gebruikt terwijl u bewegende beelden
q
projecteert, worden de beelden en het geluid niet stopgezet en kunt u niet terugkeren naar het punt waar A/V Mute werd ingeschakeld.
• U kunt in het configuratiemenu onder "Uitgebreid" ­"Weergeven" - "A/V dempen" instellen welk beeld black, blue, or logo (zwart, blauw of met logo) u wilt weergeven
s
als A/V Mute wordt ingeschakeld.
pag.46
q
• Het afspelen van de audio stopt niet.
• Het apparaat dat de beelden afspeelt, stopt niet met het afspelen van de bewegende beelden als het scherm bevroren is. U kunt de projectie dus niet hervatten vanaf het punt waar het beeld is gestopt.
• Als u op de [Freeze]-knop drukt terwijl het configuratiemenu of een hulpscherm wordt afgebeeld, wordt het weergegeven configuratiemenu of hulpscherm afgesloten.
• De bevriesfunctie werkt als E-Zoom wordt gebruikt.
Functies voor het verbeteren van projecties
N
l16
9V
23

De hoogte-breedteverhouding wijzigen

Als videoapparatuur is aangesloten op de projector, kunt u beelden die zijn opgenomen op digitale video of dvd bekijken in 16:9­breedbeeldformaat door de hoogte-breedteverhoudingg te wijzigen. Wijzig deze verhouding wanneer u computerbeelden wilt projecteren op volledige grootte. U kunt als volgt van methode en type verhouding veranderen.
f Methode wijzigen
Procedure
Afstandsbediening
Bij iedere druk op de knop wordt de naam van de hoogte­breedteverhouding weergegeven en verandert de hoogte­breedteverhouding.
f De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor
videoapparatuur
(alleen EB-G5350/G5300/G5150/G5100)
*
4:3
* Wanneer de projector signalen van het type 720p/1080i/1080p ontvangt, wordt het beeld ingezoomd met de verhouding 4:3.
Voor EB-G5200W
ormaa
16:9
:
olledig
Als u op de knop drukt terwijl de naam van een hoogte-breedteverhouding wordt weergegeven, wordt de volgende hoogte-breedteverhouding weergegeven.
U kunt de kleurmodus ook instellen met "Hoogte-breedte"
q
in het menu "Signaal" van het configuratiemenu.
s
pag.42
Tot
Zoom
Functies voor het verbeteren van projecties
f De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/HDMI-apparatuur (alleen EB-G5350/G5300/G5150/G5100)
U kunt het projecteren van computerbeelden of beelden die via de HDMI-poort worden ontvangen, als volgt aanpassen.
Ingestelde waarden Bewerking Projectievoorbeeld
Normaal Wanneer beelden
worden ontvangen via de Computer1/ 2- of BNC-ingang
Automat isch
4:3 Projectie op volledige projectiegrootte met de
Wanneer beelden worden ontvangen via de HDMI­ingang
Projectie op volledige projectiegrootte met behoud van verhouding van ontvangen beeld.
Projectie met een geschikte verhouding op basis van informatie in het ontvangen signaal.
Bij ontvangst van een signaal van 1.280 ^ 1.024
verhouding 4:3. Dit is ideaal voor het projecteren van beelden met een verhouding van 5:4 (1.280 ^
1.024) op volledige projectiegrootte.
24
16:9 Projectie met de verhouding 16:9. Dit is ideaal
voor het projecteren op het volledige schermformaat bij gebruik van een 16:9-scherm.
Tot Projectie met de resolutie van het ontvangen
beeld in het midden van het scherm. Dit is ideaal voor het weergeven van scherpe beelden. Als het beeld een hogere resolutie heeft dan
1.024 ^ 768, worden de randen niet meegeprojecteerd.
Normaal
Bij ontvangst van een signaal van 1.280 ^ 1.024
Bij ontvangst van een signaal
van 800 ^ 600
Bij ontvangst van een signaal
4:3
van 1400 ^ 1050
Functies voor het verbeteren van projecties
Als bij het projecteren van computerbeelden een deel van het beeld ontbreekt of als niet alles kan worden geprojecteerd, moet u "Breed"
q
of "Normaal" selecteren bij "Resolutie" in het configuratiemenu (afhankelijk van de grootte van het computerscherm).
s
f De hoogte-breedteverhouding wijzigen voor computer-/HDMI-apparatuur (voor EB-G5200W)
U kunt de hoogte-breedteverhouding waarmee computerbeelden of beelden worden geprojecteerd die via de HDMI-poort worden ontvangen, als volgt aanpassen. Bij de EB-G5200W is het projectieformaat gelijk aan 1.280 x 800 beeldpunten (beeldverhouding 16:10) als gevolg van de WXGA­paneelresolutie. Zet de verhouding op "16:9" wanneer u projecteert op een 16:9-scherm.
Ingestelde waarden Bewerking Projectievoorbeeld
Normaal Wanneer beelden
worden ontvangen via de Computer1/ 2- of BNC-ingang
Projectie op volledige projectiegrootte met behoud van verhouding van ontvangen beeld.
Bij ontvangst van een signaal van 1.024 ^ 768
25
pag.42
Automat isch
16:9 Projectie op volledige projectiegrootte met een
Wanneer beelden worden ontvangen via de HDMI­ingang
Projectie met een geschikte verhouding op basis van informatie in het ontvangen signaal.
verhouding van 16:9.
Bij ontvangst van een signaal van 1.280 ^ 800
Bij ontvangst van een signaal van 1.024 ^ 768
Functies voor het verbeteren van projecties
Ingestelde waarden Bewerking Projectievoorbeeld
Volledig Projectie op volledige grootte. Bij ontvangst van een signaal van 1.024 ^ 768
26
Zoom Projectie van het ontvangen beeld met behoud
van het formaat in lengterichting. Delen die daarbuiten vallen, worden niet meegeprojecteerd.
Tot Projectie met de resolutie van het ontvangen
beeld in het midden van het scherm. Dit is ideaal voor het weergeven van scherpe beelden. Als het beeld een hogere resolutie heeft dan
1.280 ^ 800, worden de randen niet meegeprojecteerd.
Als bij het projecteren van computerbeelden een deel van het beeld ontbreekt of als niet alles kan worden geprojecteerd, moet u "Breed"
q
of "Normaal" selecteren bij "Resolutie" in het configuratiemenu (afhankelijk van de grootte van het computerscherm).
Bij ontvangst van een signaal van 1.024 ^ 768
Bij ontvangst van een signaal
van 800 ^ 600
Bij ontvangst van een signaal
van 1.400 ^ 1.050
s
pag.42
Functies voor het verbeteren van projecties
27

Aanwijzer (Pointer)

U kunt de aanwijzer op het geprojecteerde beeld verplaatsen en zo de aandacht vestigen op het onderwerp waarover u spreekt.
Procedure
A
De aanwijzer weergeven.
Afstandsbediening
B
q
De aanwijzer verplaatsen.
Afstandsbediening
Aanwijzer
U kunt in het configuratiescherm onder "Instellingen" ­"Aanwijzervorm" kiezen uit drie verschillende aanwijzers
s
pag.44
(··)
.
Elke keer als u op deze knop drukt, verschijnt de aanwijzer of verdwijnt hij.
Functies voor het verbeteren van projecties
28

Deel van het beeld vergroten (E-Zoom)

Met deze functie kunt u het beeld vergroten om het in detail te kunnen bekijken. Dit kan vooral handig zijn bij grafieken en tabellen.
Procedure
A
E-zoom inschakelen.
Afstandsbediening
B
C
V erplaat s het kruis naar het gebied van het beeld dat u wilt vergroten.
Afstandsbediening
Kruis
Vergroten.
Afstandsbediening
q
Iedere keer als u op deze knop drukt, wordt het gebied vergroot. U kunt versneld vergroten door de knop ingedrukt te houden. U kunt het vergrote beeld verkleinen door de [x]-knop in te drukken. Druk op de [Esc]-knop om te annuleren.
• De vergrotingsverhouding verschijnt in beeld. Het geselecteerde gebied kan in 25 stappen 1 tot 4 keer worden vergroot.
h
• Kantel de [
• Als E-Zoom is geselecteerd terwijl Progressief of Ruisvermindering wordt uitgevoerd, wordt de momenteel uitgevoerde functie geannuleerd.
]-knop om door het beeld te bladeren.

Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van meerdere projectors

Wanneer een id is opgegeven voor de projector en afstandsbediening, kunt u de afstandsbediening alleen gebruiken voor een projector met de juiste id. Dis is handig wanneer u met verschillende projectors werkt. Stel voor de projector een id in tussen "1" en "9". "Uit" is standaard. Dit houdt in dat projector via de afstandsbediening kan worden bediend ongeacht de id van de afstandsbediening. Stel voor de afstandsbediening een id in tussen "0" en "9". "0" is standaard. Dit houdt in dat de afstandsbediening kan worden gebruikt ongeacht de id van de projector. Als er aan de zijkant van de afstandsbediening een id-schakelaar zit en deze schakelaar staat uit, dan kunnen alle projectors met de afstandsbediening worden bediend, ongeacht de id van de projector of de afstandsbediening.
29
Gebruik afstandsbediening
mogelijk
Projector-id: 1
Id-schakelaar: aan Afstandsbedieni ng-id: 1
Voorbeeld wanneer id van projector en afstandsbediening overeenstemmen en schakelaar van afstandsbediening op On staat
Gebruik afstandsbediening niet
mogelijk
Projector-id: 1
Id-schakelaar: aan Afstandsbedieni ng-id: 3
Voorbeeld wanneer id van projector en afstandsbediening niet overeenstemmen en schakelaar van afstandsbediening op On staat
Gebruik afstandsbediening
mogelijk
Projector-id: 1
Id-schakelaar: uit Afstandsbedieni ng-id: 3
Voorbeeld wanneer id van projector en afstandsbediening niet overeenstemmen en schakelaar van afstandsbediening op Off staat
Gebruik afstandsbediening
mogelijk
Projector-id: uit
Id-schakelaar: aan Afstandsbedieni ng-id: 1
Voorbeeld wanneer id van projector is uitgeschakeld
Gebruik afstandsbediening
mogelijk
Projector-id: 1
Id-schakelaar: aan Afstandsbedieni ng-id: 0
Voorbeeld wanneer id van afstandsbediening 0 is en id­schakelaar op On staat
Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van meerdere projectors
30

Projector-id instellen

Procedure
A
Druk tijdens het projecteren op de [Menu]-knop op de projector en selecteer "Uitgebreid" - "Projector­id" in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.40
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel

Projector-id controleren

Gebruik de volgende procedure om de projector-id te controleren.
Procedure
Afstandsbediening
Ingedruk t houden
Houd tijdens het projecteren de [ID]-knop ingedrukt en druk vervolgens op de [Help]-knop om de huidige projector-id weer te geven op het scherm.
B C
Kies de ID die u wilt instellen en druk op de [Enter]­knop.
Druk op de [Menu]-knop om het con figuratiemen u te sluiten.
Beperkingen in de doelprojector bij gebruik van meerdere projectors
31

Afstandsbediening-id instellen

Wanneer de id-schakelaar aan de zijkant van de afstandsbediening op Off staat, is de id van de afstandsbediening uitgeschakeld en kunt u de afstandsbediening gebruiken ongeacht de id die op de projector is ingesteld. Wanneer de id-schakelaar op On staat, is de id van de afstandsbediening ingeschakeld en kunt u opgeven welke projector u wilt bedienen. Zet de id-schakelaar ook op On wanneer u de id van de afstandsbediening wilt instellen.
Procedure
A
Zet de id-schakelaar van de afstandsbediening op On.
B
Nadat deze instelling is uitgevoerd, kunnen alleen de opgegeven projectors via de afstandsbediening worden bediend.
q
Houd de [ID]-knop ingedrukt en druk op de cijfertoets die overeenkomt met de id van de te bedienen projector.
Ingedrukt houden
De id-instelling van de afstandsbediening wordt in de afstandsbediening opgeslagen. Zelfs als de batterijen uit de afstandsbediening worden gehaald, blijft de opgeslagen id behouden. Als u de afstandsbediening echter erg lang zonder batterijen laat liggen, wordt opnieuw de standaardinstelling actief (0).

De kleur voor meerdere projectors instellen (Kleureninstelling multischermen)

32
Als u meerdere projectors wilt gebruiken voor een presentatie, kunt u de helderheid en kleurtoon van het beeld van elke projector met de kleurinstelling voor multischermen instellen zodat de kleuren van de beelden van elke projector vrijwel overeenkomen. Het is mogelijk dat de helderheid en kleurtoon ook na instelling niet volledig overeenkomen.

Overzicht van de correctieprocedure

Wanneer u meerdere projectors gebruikt en correcties wilt aanbrengen, gebruik dan de volgende procedure om steeds één projector per keer te corrigeren.
1. Stel de id van de projector en afstandsbediening in.
Om de bediening te beperken tot één specifieke projector stelt u voor die projector een projector-id in. Stel dezelfde id in voor de afstandsbediening. s pag.29
2. Corrigeer het kleurverschil.
U kunt de kleuren corrigeren wanneer u projecteert met meer dan één projector. U kunt in vijf stappen (niveau 1 t/m 5) de kleur zwart in wit veranderen. Per niveau zijn de volgende twee aanpassingen mogelijk.
• Helderheid corrigeren U kunt alle beelden even helder maken.
• Kleur corrigeren U kunt de kleuren van de verschillende beelden op elkaar afstemmen met "Kleur corr. (G/R)" en "Kleur corr. (B/Y)".

Correctiemethode

Nadat u de projectors hebt ingesteld, past u de helderheid en kleurtoon van elke projector aan om eventuele verschillen weg te werken.
Procedure
A
B
C
Druk op de [Menu]-knop en selecteer "Uitgebreid" ­"Multischerm" in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.40
Selecteer het niveau dat moet worden aangepast onder "Aanpassingsniveau".
• Telkens wanneer u een niveau selecteert, wordt het patroon van het geselecteerde niveau weergegeven.
• U kunt vanaf elk niveau het beeld corrigeren. Meestal kunt u het beeld donkerder of lichter maken door het van 1 tot 5 of van 5 tot 1 aan te passen.
De helderheid aanpassen met "Helderheid corr." .
• Als u niveau 5 selecteert, wordt de instelling van de projector met de donkerste beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
• Als u niveau 1 selecteert, wordt de instelling van de projector met de helderste beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
• Als u niveau 2 tot 4 selecteert, wordt de instelling van de projector met de gemiddeld helderste beeldinstelling door de andere projectors overgenomen.
• Telkens wanneer u op de [Enter]-knop drukt, wisselt de weergave tussen testbeeld en normaal beeld, zodat u het resultaat van uw aanpassingen direct in het beeld kunt controleren en eventueel correcties kunt aanbrengen.
De kleur voor meerdere projectors instellen (Kleureninstelling multischermen)
33
D
E F
"Kleur corr. (G/R)" en "Kleur corr. (B/Y)" aanpassen.
Telkens wanneer u op de [Enter]-knop drukt, wisselt de weergave tussen testbeeld en normaal beeld, zodat u het resultaat van uw aanpassingen direct in het beeld kunt controleren en eventueel correcties kunt aanbrengen.
Herhaal procedure 2 t/m 4 totdat u klaar bent met corrigeren.
Als alle correcties af zijn, drukt u op de [Menu]-knop om het configuratiemenu te sluiten.

Beveiligingsfuncties

34
De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties.
• Wachtwoordbeveiliging U kunt het aantal gebruikers van de projector beperken.
• Toetsvergrendeling U kunt voorkomen dat personen zonder toestemming de instellingen op de projector wijzigen.
• Antidiefstalvergrendeling De projector is uitgerust met diverse antidiefstalbeveiligingen.

Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)

Als Wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld kunnen personen die het wachtwoord niet kennen de projector niet gebruiken voor het projecteren van beelden, zelfs niet als de projector is ingeschakeld. Bovendien kan het gebruikerslogo dat wordt weergegeven als u de projector inschakelt, niet worden gewijzigd. Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook na diefstal niet kan worden gebruikt. Als u de projector aanschaft, is Wachtwoordbeveiliging niet ingeschakeld.
f Manieren van wachtwoordbeveiliging
Er zijn drie manieren om wachtwoordbeveiliging in te stellen, afhankelijk van het gebruik van de projector.
3. Netwerkbeveil.
Als "Netwerkbeveil." is ingeschakeld ("Aan"), kunnen er geen instellingen worden gewijzigd onder "Netwerk" in het configuratiemenu.
f Wachtwoordbeveiliging instellen
Gebruik de volgende procedure om de Wachtwoordbeveiliging in te stellen.
Procedure
A
Houd tijdens het projecteren de [Freeze]-knop ongeveer vijf seconden ingedrukt.
Het instellingenmenu voor wachtwoordbeveiliging wordt weergegeven.
Afstandsbediening
1. Beveiligd opstarten
Als "Inschakelbeveiliging" is ingeschakeld ("Aan") moet het wachtwoord telkens worden ingevoerd wanneer de voedingskabel van de projector sinds de laatste ingave van het wachtwoord uit het stopcontact is gehaald. Als het verkeerde wachtwoord wordt ingevoerd, zal de projectie niet starten.
2. Beveiligd gebruikerslogo
Iemand die het gebruikerslogo wil wijzigen dat door de eigenaar van de projector is vastgelegd, zal merken dat dit niet gaat. Als "Gebr. logo beveil." is ingeschakeld ("Aan"), zijn de volgende instellingen voor het gebruikerslogo niet toegankelijk.
• Een gebruikerslogo opnemen
• Instellingen voor "Achtergrond weerg.", "Opstartscherm", en "A/V dempen" onder "Weergeven" in het configuratiemenu.
q
• Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren. Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het instellingenmenu voor wachtwoordbeveiliging weergegeven.
• Als het wachtwoord is ingesteld, plak dan de beveiligd­met-wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare plaats op de projector.
s
"Wachtwoord invoeren" pag.36
Beveiligingsfuncties
35
B
C
D
E
Schakel "Inschakelbeveiliging".
(1) Selecteer "Inschakelbeveiliging" en druk vervolgens op de
[Enter]-knop. (2) Selecteer "Aan" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (3) Druk op de [Esc]-knop.
Schakel "Gebr. logo beveil." in.
(1) Selecteer "Gebr. logo beveil." en druk vervolgens op de
[Enter]-knop. (2) Selecteer "Aan" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (3) Druk op de [Esc]-knop.
Schakel "Netwerkbeveil.".
(1) Selecteer "Netwerkbeveil." en druk vervolgens op de [Enter]-
knop. (2) Selecteer "Aan" en druk vervolgens op de [Enter]-knop. (3) Druk op de [Esc]-knop.
Het wachtwoord instellen
(1) Selecteer "Wachtwoord" en druk vervolgens op de [Enter]-
knop. (2) De melding "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven,
selecteer "Ja" en druk op de [Enter]-knop. De
standaardinstelling voor het wachtwoord is "0000". Wijzig dit
in het door u gekozen wachtwoord. Als u "Nee" selecteert,
wordt het in stap 1 getoonde scherm opnieuw weergegeven. (3) Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke
knoppen een getal van vier cijfers in. Het ingevoerde nummer
wordt weergegeven als "* * * *". Als u het vierde cijfer invoert,
wordt het bevestigingsscherm weergegeven.
Afstandsbediening
Numerieke knoppen
Ingedrukt houden
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt weergegeven. Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het wachtwoord opnieuw moet invoeren.
Beveiligingsfuncties
36
f Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voer dan met de numerieke knoppen op de afstandsbediening het wachtwoord in.
Procedure
Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen het wachtwoord in.
Als u het juiste wachtwoord invoert, start de projectie.
Let op
• Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang weergegeven, waarna de projector in standby­modus gaat. Als dit gebeurt, haal dan de voedingskabel van de projector uit het stopcontact, steek de kabel er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De projector geeft het wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het juiste wachtwoord kunt invoeren.
• Als u het wachtwoord bent vergeten, schrijf dan het nummer dat achter "Code opvragen: xxxxx" op het scherm verschijnt op en neem contact op met het dichtstbijzijnde adres dat is opgenomen in Service- en ondersteuningsgids.
Projector
• Als u bovenstaande handeling blijft herhalen en het onjuiste wachtwoord dertig keer achter elkaar invoert, dan wordt de volgende melding weergegeven en zal de projector geen wachtwoorden meer accepteren. De bediening van de projector wordt geblokkeerd. Neem contact op met Epson zoals beschreven
s
in uw documentatie.
Adressenlijst Epson Projector
sAdressenlijst Epson

Bediening beperken (Bedieningsvergrendeling)

Ga als volgt te werk om de knoppen op het bedieningspaneel te blokkeren.
• Volledige blokkering Alle knoppen op het bedieningspaneel zijn geblokkeerd. U kunt de projector via het bedieningspaneel niet meer bedienen, inclusief in- en uitschakelen.
• Ged. vergrend.
Alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de [t]-knop, zijn
geblokkeerd.
Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren en alleen wilt projecteren, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken. De projector kan nog steeds bediend worden met de afstandsbediening.
Procedure
A
Druk tijdens het projecteren op de [Menu]-knop en selecteer "Instellingen" - "Toetsvergrendeling" in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.40
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Beveiligingsfuncties
B
C
q
Selecteer of "Voll. vergrend." of "Toetsvergrend.".
Selecteer "Ja" als het bevestigingsbericht wordt weergegeven.
De knoppen op het bedieningspaneel worden geblokkeerd volgens de door u gekozen instellingen.
Er zijn twee manieren om de blokkering van het bedieningspaneel op te heffen.
• Selecteer "Uit" onder "Instellingen" ­"Toetsvergrendeling" in het configuratiemenu.
• Houd de [Enter]-knop op het bedieningspaneel ongeveer zeven seconden ingedrukt. Vervolgens verschijnt er een melding en wordt de blokkering opgeheven.
37

Antidiefstalvergrendeling

Aangezien projectors vaak worden geïnstalleerd met ophangbeugels en in ruimtes zonder toezicht worden achtergelaten, is het mogelijk dat iemand probeert de projector mee te nemen en daarom is de projector uitgerust met de volgende beveiligingsvoorzieningen.
• Beveiligingssleuf De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde Microsaver Security System. Meer informatie over het Microsaver Security System vindt u op de homepage van Kensington
http://www.kensington.com/.
• Installatiepunt beveiligingskabel Een in de handel verkrijgbaar antidiefstal kabelslot kan door het installatiepunt worden gehaald om de projector vast te leggen aan een tafel of zuil.
• Schroef om knop voor verwijderen van lens vast te zetten De knop voor het verwijderen van de lens kan worden vastgezet, zodat de projectielens niet zomaar kan worden verwijderd.
f Kabelslot installeren
Haal een antidiefstal kabelslot door het installatiepunt. Zie de documentatie die met het kabelslot is meegeleverd voor instructies over het vergrendelen.
Beveiligingsfuncties
f Diefstal van lens voorkomen
De lens van de projector kan snel en gemakkelijk worden verwisseld dankzij de bajonetfitting. Als u bang bent voor diefstal, dan kunt u er met deze schroef voor zorgen dat de lens niet zomaar kan worden verwijderd.
38

Configuratiemenu

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het configuratiemenu en de daarin opgenomen functies.
Het configuratiemenu gebruiken.......................40
Lijst met functies ................................................41
• Beeld-menu ........................................................................41
• Signaal-menu .....................................................................42
• Instellingen-menu..............................................................44
• Uitgebreid-menu................................................................46
• Netwerk-menu (alleen EB-G5300/G5200W/G5100) ......48
• Netwerk-menu (alleen EB-G5350/G5150) ......................50
Opmerkingen over het gebruik van het Netwerk-menu .................51
Softwarematige toetsenbordbewerkingen ......................................51
Basis-menu .....................................................................................52
Draadloos LAN-menu (alleen met optionele draadloze
LAN-eenheid geïnstalleerd) .........................................................53
Beveiliging-menu (alleen met optionele draadloze LAN-eenheid
geïnstalleerd)................................................................................ 55
Vast netwerkmenu ......................................................................... 59
E-mail-menu .................................................................................. 60
Overige-menu ................................................................................ 61
Resetten-menu................................................................................ 62
• Informatie-menu............................................................... 63
• Resetten-menu .................................................................. 64

Het configuratiemenu gebruiken

40
A
Uit hoofdmenu selecteren
Hoofdmenu
Infobalk
B
Submenu (Settings) (Instellingen)
Uit submenu selecteren
C
Het geselecteerde item wijzigen
D
Afsluiten
Gebruikte knoppen
Op het bedieningspaneel
Op de afstandsb e die n ing
Selecteer de te wijzigen instellingen

Lijst met functies

Beeld-menu

Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
41
Computerbeeld/EasyMP (alleen EB-G5350/G5150)
Submenu Functie
Kleurmodus Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past. s pag.21
Helderheid Stel hier de helderheid van het beeld in. Contrastg Stel hier het verschil in tussen licht en schaduw in het beeld.
Kleurverzadiging Stel hier de kleurverzadiging voor het beeld in.
Tint (Deze instelling is alleen beschikbaar als u composietvideosignaal/S-videosignaal gebruikt en NTSC-signalen worden doorgegeven.)
Stel hier de kleurschakering in.
Scherpte Stel hier de scherpte van het beeld in.
Abs. kleurtemperatuur
Kleuraanpassing Wijzig hier een van de volgende instellingen. (Dit item kan niet worden geselecteerd als "sRGBg" is geselecteerd als instelling onder
Resetten Hier kunt u alle functies die u in het "Beeld"-menu hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden. Zie s pag.64 als u de standaardwaarden
(Dit item kan niet worden geselecteerd als "sRGBg" is geselecteerd als instelling onder "Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.) U stelt hier de totale kleurschakering voor het beeld in. U kunt hier kleurenschakeringen in 10 stappen van 5.000 K tot 10.000 K instellen. Als u een hoge waarde selecteert krijgt het beeld een blauwe kleurschakering, als u een lage waarde selecteert krijgt het beeld een rode kleurschakering.
"Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.) Rood, Groen, Blauw: U kunt de verzadiging van elke kleur afzonderlijk instellen.
(Dit item kan niet worden geselecteerd als "Op maat" is geselecteerd als instelling onder "Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.)
R, G, B, C, M, Y:
(geel) instellen. (Dit item kan alleen worden geselecteerd als "Op maat" is geselecteerd als instelling onder "Kleurmodus" in het "Beeld"-menu.)
van alle menu-items wilt herstellen.
U kunt de tint, verzadiging en helderheid van elke afzonderlijke kleur R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M (magenta), Y
Componentvideog/Composietvideog/S-videog
Lijst met functies

Signaal-menu

Welke items kunnen worden ingesteld is afhankelijk van het beeldsignaal dat op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken). De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen. U kunt geen instellingen opgeven in het "Signaal"-menu wanneer de bron EasyMP is (alleen EB-G5350/G5150).
42
Computerbeeld Signalen die binnenkomen via
Componentvideog Composietvideog/S-videog
de HDMI-ingang
Submenu Functie
Autom. configuratie U kunt instellen dat het beeld automatisch de optimale status kiest (Aan) of niet (Off) als het ontvangen signaal verandert. s pag.73 Resolutie Met "Automatisch" wordt de resolutie van het ingangssignaal automatisch geïdentificeerd. Als het beeld in de stand "Automatisch" niet goed
wordt geprojecteerd (er ontbreekt een deel van het beeld bijvoorbeeld), gebruik dan "Breed" (afhankelijk van de aangesloten computer) voor breedbeeld of "Normaal" voor schermen met een verhouding van 4:3 of 5:4. Als de aangesloten computer vast is, kunt u "Handmatig" selecteren en zelf de resolutie opgeven.
Trackingg Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen in het beeld verschijnen. s pag.73 Sync.g Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of wazig is, of als er interferentie optreedt. s pag.73 Positie Hier kunt u de positie van het venster naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet wordt
geprojecteerd.
Lijst met functies
Submenu Functie
Progressiefg
Ruisvermindering
Videobereik HDMI (Kan niet worden gebruikt wanneer een digitaal RGB-signaal wordt ontvangen.)
Ingangssignaal U kunt het ingangssignaal van de Computer12 of BNC-ingang gebruiken.
Videosignaal U kunt het ingangssignaal van de Video1/2-ingang selecteren. Als hier "Automatisch." is geselecteerd, worden videosignalen automatisch
Hoogte-breedte U kunt hier de hoogte-breedteverhoudingg voor geprojecteerde beelden instellen. s pag.23 Resetten U kunt hier alle functies die u in het "Signaal"-menu hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden, behalve "Ingangssignaal".
(Signalen die binnenkomen via de HDMI-ingang (uitgezonderd digitale RGB) of componentvideo-ingang kunnen alleen worden aangepast wanneer een signaal van het type 480i/576i/1080i wordt ontvangen.)
Uit: IP-conversie wordt voor elk veld in het beeld uitgevoerd. Dit is ideaal voor het weergeven van beelden met veel beweging. Video: Dit is ideaal voor het weergeven van algemene videobeelden. Film/Auto: Films, CG, animaties enzovoort die met 24/30 beeldjes per seconde zijn opgenomen, worden door middel van 2-3 pull-down omgezet
in een optimaal progressief signaal, waardoor het beeld er even natuurlijk uitziet als het origineel.
(Kan niet worden gebruikt wanneer een digitaal RGB-signaal wordt ontvangen.) Hiermee wordt ruis in uw beeldmateriaal verminderd. Er zijn twee standen. Selecteer uw favoriete instelling. "Uit" is de aanbevolen instelling wanneer u bronnen bekijkt die maar weinig ruis hebben, zoals dvd's.
Wanneer op de HDMI-ingang van de projector een dvd-speler of soortgelijk apparaat is aangesloten, wordt het videobereik van de projector ingesteld op basis van het videobereik van dat apparaat.
Als hier "Automatisch" is geselecteerd, wordt het invoersignaal automatisch volgens het aangesloten apparaat ingesteld. Als de kleuren niet juist worden weergegeven bij de instelling "Automatisch", selecteer dan het signaal van het aangesloten apparaat.
herkend. Als de instelling "Automatisch." leidt tot problemen zoals interferentie of het ontbreken van beeld, selecteer dan het signaal van het aangesloten apparaat.
Zie s pag.64 als u de standaardwaarden van alle menu-items wilt herstellen.
43
Lijst met functies

Instellingen-menu

Submenu Functie
Keystone U kunt trapeziumvertekening (keystone) in beelden corrigeren.
H/V-Keystone : corrigeert horizontale en verticale trapeziumvertekening. Selecteer een van de opties "V-Keystone" of "H-Keystone".
Met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op het bedieningspaneel voert u soortgelijke correcties uit als met "V-Keystone" en "H-Keystone".
Quick Corner: selecteert en corrigeert de vier hoeken van het geprojecteerde beeld. s pag.17
44
Toetsvergrendeling U kunt dit gebruiken om het gebruik van het bedieningspaneel van de projector te beperken. s pag.36
Aanwijzervorm U kunt hier de vorm van de aanwijzer selecteren. s pag.27
Aanwijzer 1: Aanwijzer 2: Aanwijzer 3:
Helderheidsaanp. U kunt hier de helderheid van de projectorlamp op een of twee manieren regelen.
Selecteer "Laag" als de geprojecteerde beelden te helder zijn zoals bijvoorbeeld wanneer de geprojecteerde beelden in een donkere kamer of op een klein scherm worden geprojecteerd. Als "Laag" wordt geselecteerd, worden de hoeveelheid verbruikte elektriciteit en de bedrijfsduur van de projectorlamp als volgt gewijzigd, terwijl ook de ventilatorruis afneemt. Elektriciteitsverbruik: ongeveer een vermindering van 14%, levensduur projectorlamp: ongeveer 1,5 keer zo lang
Volume U kunt hier het volume aanpassen. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal opgeslagen.
Externe receiver U kunt de ontvangst van het werkingssignaal van de afstandsbediening begrenzen.
Als u het gebruik van de afstandsbediening wilt verbieden, of als de afstandsbediening te dicht bij een fluorescerende lichtbron is, kunt u instellen dat de afstandsbediening die u niet wilt gebruiken of die storingen ondervindt wordt gedeactiveerd.
Lijst met functies
Submenu Functie
Knop gebruiker Met de [User]-knop op de afstandsbediening selecteert u een item dat u in het configuratiemenu hebt toegewezen. Wanneer u op de knop drukt,
wordt het geselecteerde menu-item/aanpasscherm weergegeven, zodat u snel instellingen/aanpassingen kunt opgeven. U kunt een van de volgende zes items aan de [User]-knop toewijzen. Helderheidsaanp., Informatie, Progressief, Testpatroon, Multischerm of Resolutie
Testpatroon Als de projector wordt ingesteld, verschijnt een testpatroon zodat u de projectie kunnen bijstellen zonder andere apparatuur aan te sluiten. Terwijl
het testpatroon wordt weergegeven, kunnen zoom, scherpstelling en keystone worden aangepast en gecorrigeerd. Druk op [Esc] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om het testpatroon te annuleren.
Resetten U kunt hier alle functies die u in het "Instellingen"-menu hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden, behalve "Knop gebruiker".
Zie s pag.64 als u de standaardwaarden van alle menu-items wilt herstellen.
45
Lijst met functies

Uitgebreid-menu

Submenu Functie
Weergeven Hier kunt u instellingen vastleggen voor het venster van de projector.
Bericht: U kunt hier instellen of u de naam van de bron wilt weergeven (Aan) of niet (Uit) als u de invoerbron wijzigt, de naam van de kleurmodus
als u de kleurmodus wijzigt, of er een melding wordt gegeven bij geen beeldsignaal, enzovoort.
Achtergrond weerg.*: U kunt hier de schermstatus instellen op "Zwart", "Blauw" of "Logo" als er geen signaal wordt ontvangen. Opstartscherm*: U kunt hier instellen of u het opstartscherm (het beeld dat geprojecteerd wordt als de projector wordt gestart) wilt weergeven
(On) of niet (Off).
A/V dempen*: Tijdens A/V Mute (dempen) kunt u het scherm dat uw wilt weergeven instellen op "Zwart", "Blauw" of "Logo".
Gebruikerslogo
*
U kunt het gebruikerslogo dat als achtergrond en tijdens A/V dempen wordt weergegeven wijzigen. s pag.80
46
Projectie Afhankelijk van de manier waarop de projector is opgesteld, kunt u het volgende instellen. s pag.79
"Voorkant" "Voor/bovenkant" "Achterkant" "Achter/boven" U kunt de instelling als volgt wijzigen door de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden. "Voorkant"W"Voor/bovenkant" "Achterkant"W"Achter/boven"
* Als "Gebr. logo beveil." onder "Wachtwoordbeveiliging" is ingesteld op "Aan", kunnen de instellingen voor het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt
wijzigingen doorvoeren nadat u "Gebr. logo beveil." op "Uit" hebt gezet. s pag.34
Lijst met functies
Submenu Functie
Bewerking Dir. Inschakelen: U kunt hier instellen of u Direct inschakelen wilt inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit).
Als hier "Aan" is geselecteerd en de voedingskabel van de projector is aangesloten op een stopcontact, wees er dan op verdacht dat de projector automatisch wordt ingeschakeld als er plotseling stroomstoten optreden wanneer na een stroomstoring de voeding weer wordt ingeschakeld.
Sluimerstand: Wanneer deze functie op "Aan" staat, wordt het projecteren automatisch gestopt als er geen signaal meer binnenkomt en het
apparaat verder ook niet wordt gebruikt.
Tijd sluimerstand: Wanneer Sluimerstand op "Aan" staat, kunt u instellen na hoeveel tijd de projector wordt uitgeschakeld (1 tot 30 minuten). Hoogtemodus: Stel de hoogtemodus in op "Aan" als u de projector boven de 1.500 m gaat gebruiken. BNC Sync. beëindig.: Stel de afsluitweerstand voor het signaal op de BNC-ingang in. Meestal staat deze functie op "Uit". Gebruik "Aan"
wanneer een analoge (75Ω) afsluitweerstand nodig is voor schakelapparatuur.
Stand-by modus Als u "Netwerk Aan" instelt, kunt u het netwerk en functies beheren terwijl de projector zich in standby-modus bevindt.
Voor het beheren en controleren van de projectorstatus in het netwerk kunt u SNMP wordt meegeleverd.
Projector-id Stel een id in tussen "1" en "9". "Uit" geeft aan dat er geen id is ingesteld. s pag.30
Multischerm Als er meerdere projectors zijn opgesteld om te projecteren, kunt u de kleurtoon en de helderheid van elk geprojecteerde beeld instellen.
s pag.32
Aanpassingsniveau: U kunt in vijf stappen, niveau 1 t/m 5, zwart in wit veranderen, en op elk niveau kunt u "Helderheid corr." en "Kleur corr."
instellen.
Helderheid corr.: Corrigeert het verschil in helderheid van de verschillende producten. Kleur corr. (G/R) / Kleur corr. (B/Y): U kunt hier het kleurverschil van de verschillende producten corrigeren.
g gebruiken of de "EMP Monitor"-
software
47
die bij dit product
Taal U kunt hier de taal van meldingen instellen.
Resetten U kunt hier "Weergeven*1" en "Bewerking*2" in het "Uitgebreid"-menu herstellen naar hun standaardwaarden.
Zie s pag.64 als u de standaardwaarden van alle menu-items wilt herstellen.
*1 Als "Gebr. logo beveil." onder "Wachtwoordbeveiliging" is ingesteld op "Aan", kunnen de instellingen voor het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt
wijzigingen doorvoeren nadat u "Gebr. logo beveil." op "Uit" hebt gezet. s pag.34
*2 Dit geldt niet voor de "Hoogtemodus".
Lijst met functies

Netwerk-menu (alleen EB-G5300/G5200W/G5100)

Als "Netwerkbeveil." onder "Wachtwoordbeveiliging" is ingesteld op "Aan", wordt er een melding weergegeven en kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. U kunt wijzigen doorvoeren nadat u "Uit" voor "Netwerkbeveil." hebt ingesteld. s pag.34
Submenu Functie
Vast netwerk U kunt netwerkinstellingen opgeven.
DHCP: U kunt hier instellen of u DHCP wilt gebruiken (Aan) of niet (Off).
Als deze optie op "Aan" staat, kunt u niet meer adressen invoeren.
IP-adres: U kunt het IP-adres invoeren dat is toegewezen aan de projector.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet worden gebruikt.
0.0.0.0, 0.x.x.x, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Subnetmasker: U kunt het subnetmasker invoeren dat is toegewezen aan de projector.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers kunnen echter niet worden gebruikt.
0.0.0.0, 255.255.255.255
Gateway-adres: U kunt het gateway-adres invoeren dat is toegewezen aan de projector.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende gateway-adressen kunnen echter niet worden gebruikt.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
MAC-adres: U kunt het MAC-adres invoeren dat is toegewezen aan de projector.
*1
*1
*1
48
Wachtwoord PJLink Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u toegang wilt tot de projector met compatibele PJLink-software.*1 s pag.115
U kunt tot 32 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Wachtwoord webcontr.
Voer een wachtwoord in om te gebruiken bij het uitvoeren van instellingen en het beheren van de projector met Web control. *1 U kunt tot 8 single­byte alfanumerieke tekens invoeren. Web control is een computerfunctie waarmee u de projector kunt instellen en beheren via de webbrowser op een computer met EMP Monitor.
s EMP Monitor Bedieningshandleiding
Lijst met functies
Submenu Functie
49
SNMPg U kunt SNMP-instellingen opgeven.
Trap IP Adres 1/Trap IP Adres 2: U kunt tot twee bestemmingen aanmelden voor de SNMP Trap-melding.
*1
Om de projector te bewaken met SNMP moet u het SNMP-beheerprogramma op uw computer installeren. SNMP moet door een netwerkbeheerder worden beheerd.
E-mail Wanneer deze functie is ingesteld, krijgt u een e-mailbericht als er een probleem is met de projector of als de projector een waarschuwing geeft.
Voor informatie over de inhoud van het e-mailbericht: s "E-mailbericht van de functie E-mailmelding lezen" pag.111 E-mailmelding: U kunt hier instellen of u per e-mail op de hoogte wilt worden gebracht (Aan) of niet (Off). Als deze optie op "Uit" staat, kunt u
niet meer adressen invoeren.
SMTP-server: U kunt het IP-adres invoeren van de SMTP-server van de projector.
*1
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet worden gebruikt.
127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Poortnummer: U kunt het poortnummer van de SMTP-server weergeven.
25 is standaard. Wanneer u instellingen aanpast met WEB control, kunt u het poortnummer wijzigen door een geldige waarde in te voeren van 1 tot 65535.
Instelling adres 1/Instelling adres 2/Instelling adres 3: U kunt het e-mailadres
*1
en de inhoud van het bericht invoeren dat u krijgt bij problemen of waarschuwingen. U kunt maximaal drie bestemmingen registreren. U kunt tot 32 single-byte alfanumerieke tekens voor de e­mailadressen invoeren.
AMX Device Discoveryg
Als deze instelling is ingesteld op "Aan" en de projector is aangesloten op een netwerk, kan de projector worden gedetecteerd via AMX Device Discovery. Zet deze instelling op "Uit" als u niet bent aangesloten op een omgeving waarin een controller van AMX of AMX Device Discovery wordt gebruikt.
Projectornaam De naam waarmee de projector wordt geïdentificeerd in een netwerk.
Resetten U kunt hier alle functies die u in het "Netwerk"-menu hebt ingesteld herstellen naar hun standaardwaarden.
Zie s pag.64 als u de standaardwaarden van alle menu-items wilt herstellen.
*1 Bij de invoer van getallen en wachtwoorden worden de volgende softwarematige toetsenborden weergegeven. Druk op de [h]-knop op de
afstandsbediening om de cursor naar de gewenste toets te brengen en druk vervolgens op de [Enter]-knop. Voer cijfers in door de [Num]-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden en op de cijfertoetsen te drukken. Druk na uw invoer op [Finish] op het toetsenbord ter bevestiging. Druk op [Cancel] op het toetsenbord om uw invoer te annuleren.
Telkens wanneer deze toets wordt geselecteerd, wordt gewisseld tussen hoofdletters en kleine letters.
Telkens wanneer deze toets wordt geselecteerd, wijzigen de symbooltoetsen voor het omkaderde gedeelte.
Lijst met functies

Netwerk-menu (alleen EB-G5350/G5150)

Als "Netwerkbeveil." onder "Wachtwoordbeveiliging" is ingesteld op "Aan", wordt er een melding weergegeven en kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. U kunt wijzigen doorvoeren nadat u "Uit" voor "Netwerkbeveil." hebt ingesteld. s pag.34
Submenu Functie
Netwerkconfiguratie De volgende menu's zijn beschikbaar voor netwerkinstellingen:
"Basis", "Draadloos LAN", "Beveiliging", "Vast netwerk", "E-mail", "Overige" "Resetten" en "Installatie voltooid".
50
q
De functies van de projector kunnen worden ingesteld en de projector kan worden beheerd via een computer met een webbrowser die is aangesloten in het netwerk. Dit word "Web control" genoemd. U kunt gemakkelijk tekst invoeren met een toetsenbord om instellingen (voor de beveiliging bijvoorbeeld) op te geven voor Web control.
webbrowser (Webcontrole)"
s
EasyMP Bedieningshandleiding "Instellingen wijzigen met een
Lijst met functies
51
f Opmerkingen over het gebruik van het Netwerk-menu
Selecteren uit het hoofdmenu en uit submenu's en het wijzigen van geselecteerde opties zijn hetzelfde als in het configuratiemenu. Ga na afloop naar "Installatie voltooid" en selecteer "Ja", "Nee" of "Annuleren". Met "Ja" of "Nee" keert u terug naar het configuratiemenu.
Ja: Slaat de instellingen op en sluit het netwerkmenu af. Nee: Sluit het netwerkmenu af zonder de instellingen op te
slaan.
Annuleren: U blijft in het Netwerk-menu.
f Softwarematige toetsenbordbewerkingen
Het netwerkmenu bevat opties waarvoor invoer van alfanumerieke tekens vereist is tijdens het instellen. In dat geval wordt het volgende softwarematige toetsenbord weergegeven. Beweeg de cursor met de [h]-
knop op de afstandsbediening of [ ], [ ], [ ] en [ ] op de projector naar de gewenste toets en druk vervolgens op de [Enter]­knop om het teken in te voeren. Voer cijfers in door de [Num]-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden en op de cijfertoetsen te drukken. Druk na uw invoer op [Finish] op het toetsenbord ter bevestiging. Druk op [Cancel] op het toetsenbord om uw invoer te annuleren.
Telkens wanneer deze toets wordt geselecteerd, wordt gewisseld tussen hoofdletters en kleine letters.
Telkens wanneer deze toets wordt geselecteerd, wijzigen de symbooltoetsen voor het omkaderde gedeelte.
Lijst met functies
f Basis-menu
Submenu Functie
Projectornaam De naam waarmee de projector wordt geïdentificeerd in een netwerk.
U kunt tot 16 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Wachtwoord PJLink Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u toegang wilt tot de projector met compatibele PJLink-software. s pag.115
U kunt tot 32 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
52
Wachtwoord webcontr.
Trefwoord projector Wanneer deze functie op "Aan" staat, moet u een trefwoord invoeren wanneer u de projector probeert te verbinden met een computer in het
Wachtwoord netwerkstation
Voer een wachtwoord in om te gebruiken bij het uitvoeren van instellingen en het beheren van de projector met Web control.* U kunt tot 8 single­byte alfanumerieke tekens invoeren. Web control is een computerfunctie waarmee u de projector kunt instellen en beheren via de webbrowser op een computer die op een netwerk is aangesloten. s EasyMP Bedieningshandleiding "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
netwerk. Op deze manier kan onderbreking van presentaties door een niet-ingeplande computer die verbinding maakt, worden voorkomen. Deze functie dient normaalgesproken ingeschakeld te zijn. s EasyMP Bedieningshandleiding "Verbinding maken met een projector in een
netwerk en projecteren"
Om te vermijden dat derden een bestand op de SD-kaart overschrijven/wissen zonder toestemming, voert u een wachtwoord in. U kunt tot 16 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. s EasyMP Bedieningshandleiding "Bestanden op SD-kaarten via het netwerk kopiëren of
verwijderen"
Lijst met functies
f Draadloos LAN-menu (alleen met optionele draadloze LAN-eenheid geïnstalleerd)
Submenu Functie
Aansluitmodus Wanneer de projector op een computer met EMP NS Connection is verbonden, stel deze functie dan zo in dat u een permanente verbinding krijgt.
Installatie via WPS Wanneer u een toegangspunt gebruikt dat compatibel is met WPS (Wi-Fi Protected Setup), kunt u de projector gemakkelijk met het toegangspunt
verbinden en beveiligingsinstellingen opgeven. s pag.95
Antenneniveau Weergave van de golfsterkte van de draadloze LAN.
53
Draadloos LAN­systeem
SSIDg Voer een SSID in. Als het draadloos LAN-systeem waarvan de projector deel uitmaakt beschikt over een SSID, voer de SSID dan in.
DHCPg U kunt instellen of u DHCP wel (Aan) of niet (Uit) wilt gebruiken.
IP-adresg U kunt het IP-adres dat is toegewezen aan de projector invoeren.
Subnetmaskerg U kunt het subnetmasker voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers
Gateway-adresg U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren.
MAC-adres Geeft het MAC-adres aan.
Stelt het draadloos LAN-systeem in.
U kunt tot 32 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Indien ingesteld op "Aan", kunt u niet meer adressen invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende gateway-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Lijst met functies
Submenu Functie
SSID-weergave Om te vermijden dat de SSID op het Standby scherm van EasyMP wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Weergave IP-adres Om te vermijden dat het IP-adres op het Stand-byscherm van EasyMP wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
54
Lijst met functies
f Beveiliging-menu (alleen met optionele draadloze LAN-eenheid geïnstalleerd)
Submenu Functie
Beveiliging Selecteer een van de beveiligingstypen uit de vermelde opties.
Volg de aanwijzingen van de beheerder van het netwerksysteem waartoe u toegang wilt voor het instellen van de beveiliging.
Beveiligingstypen
Wanneer de optionele draadloze LAN-eenheid is geïnstalleerd en deze wordt gebruikt in de handmatige modus, dan wordt sterk aangeraden de beveiliging in te stellen. Selecteer een van de volgende beveiligingsmethoden.
•WEP Gegevens worden versleuteld met een codesleutel (WEP key). Dit mechanisme voorkomt communicatie tenzij de coderingssleutels voor het toegangspunt en de projector overeenkomen.
• WPA/WPA2 Dit is een coderingsstandaard die de zwakke beveiliging van WEP verbetert. Hoewel er diverse WPA-coderingsmethoden zijn, gebruikt deze projector "TKIPg". TKIP gebruikt PSK (Pre-Shared Key) om de coderingssleutel automatisch op regelmatige tijdstippen te updaten. Hierdoor is de code in vergelijking met WEB, dat een vaste coderingssleutel gebruikt, moeilijker te breken. WPA-verificatie biedt twee methoden, met een authenticatieserver of door verificatie tussen een computer en een toegangspunt zonder server. Deze projector ondersteunt de laatste methode, zonder een server.
•EAP EAP is een protocol dat voor communicatie tussen clients en authenticatieservers wordt gebruikt. Er zijn diverse protocollen zoals EAP-TLS dat gebruik maakt van elektronische certificaten voor gebruikersauthenticatie, LEAP dat werkt met een gebruikerswachtwoord en -id, en EAP-TTLS.
55
Lijst met functies
Systeem Verificatie
EAP-TLS Digitaal certificaat, CA-certificaat
EAP-TTLS Gebruikersnaam, wachtwoord
PEAP/MS-CHAPv2 Gebruikersnaam, wachtwoord
PEAP/EAP-GTC Gebruikersnaam, wachtwoord
LEAP Gebruikersnaam, wachtwoord
• Volg de aanwijzingen van de netwerkbeheerder van uw netwerk voor de instellingen.
q
• Bij gebruik van EAP moet u instellingen uitvoeren op de projector die overeenkomen met de instellingen van de authenticatieserver. Vraag bij uw netwerkbeheerder naar informatie over RADIUS-instellingen.
• Registreer een elektronisch certificaat en een CA-certificaat op de projector. Er kan slechts één elektronisch certificaat en CA-certificaat op de projector worden geregistreerd. Deze certificaten worden gebruikt bij EAP-TLS.
56
Lijst met functies
f Als WEP is geselecteerd
Submenu Functie
WEP-codering U kunt hier de codering voor WEB-versleuteling instellen.
128 bit: Werkt met 128-bits (104-bits) codering 64 bit: Werkt met 64-bits (40-bits) codering
Indeling U kunt de invoermethode voor de WEP-coderingssleutel instellen.
ASCII: tekstinvoer. Hoe u de WEP-sleutel invoert met tekst, hangt af van het toegangspunt. Informeer bij de netwerkbeheerder van het netwerk
waarvan de projector deel uitmaakt en stel vervolgens "ASCII" in. HEX: invoer in hexadecimalen.
57
Sleutel-ID Selecteert de WEP-coderingssleutel-ID
Coderingssleutel 1/ Coderingssleutel 2/ Coderingssleutel 3/ Coderingssleutel 4
U kunt de sleutel voor WEP-codering invoeren. Voer de sleutel in in single-byte tekens volgens de aanwijzingen van de netwerkbeheerder voor het netwerk waarvan de projector deel uitmaakt. Het type tekens en het aantal dat kan worden ingevoerd, is afhankelijk van de instellingen voor "WEP-codering" en "Indeling". Als het aantal tekens dat u invoert kleiner is dan de vereiste tekenlengte, wordt geen van de tekens versleuteld. Als het aantal tekens dat u invoert groter is dan de vereiste tekenlengte, worden de tekens die het toegestane aantal overschrijden niet versleuteld.
"128 bit" - "ASCII": single-byte alfanumerieke tekens, 13 tekens. "64 bit" - "ASCII": single-byte alfanumerieke tekens, 5 tekens. "128 bit" - "HEX": 0 tot 9 en A tot F, 26 tekens "64 bit" - "HEX": 0 tot 9 en A tot F, 10 tekens
Lijst met functies
f Als WPA-PSK (TKIP) of WPA2-PSK (AES) zijn geselecteerd
Submenu Functie
58
PSK (Coderingssleutel)
U kunt een Pre-Shared Key (coderingssleutel) in single-byte alfanumerieke tekens invoeren. Voer ten minste 8 en maximaal 63 tekens in. Wanneer de Pre-Shared Key wordt ingevoerd en de [Enter]-knop is ingedrukt, is de waarde ingesteld (aangeduid met een asterisk (*)). U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren.
s EasyMP Bedieningshandleiding "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
f Als EAP-TLS is geselecteerd
Submenu Functie
Uitgereikt aan/ Uitgereikt door/ Geldigheidsduur
Informatie van het certificaat wordt weergegeven. U kunt hier niet invoeren.
f Als EAP-TTLS/MD5, EAP-TTLS/MS-CHAPv2, PEAP/MS-CHAPv2, PEAP/GTC, LEAP, EAP-Fast/MS-CHAPv2 of EAP-FAST/GTC zijn geselecteerd
Submenu Functie
Gebruikersnaam U kunt een gebruikersnaam voor verificatie invoeren in single-byte alfanumerieke tekens (geen spaties). U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren.
s EasyMP Bedieningshandleiding "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
Wachtwoord U kunt een verificatiewachtwoord in single-byte alfanumerieke tekens invoeren. U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Wanneer het wachtwoord
wordt ingevoerd en de [Enter]-knop wordt ingedrukt, is de waarde ingesteld (aangeduid met een asterisk (*)). U kunt niet meer dan 32 tekens invoeren in het configuratiemenu. Als u instelt vanuit Web Control, kunt u meer dan 32 tekens invoeren.
s EasyMP Bedieningshandleiding "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
Lijst met functies
f Vast netwerkmenu
Submenu Functie
DHCPg U kunt instellen of u DHCP wel (Aan) of niet (Uit) wilt gebruiken.
Indien ingesteld op "Aan", kunt u niet meer adressen invoeren.
IP-adresg U kunt het IP-adres dat is toegewezen aan de projector invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
59
Subnetmaskerg U kunt het subnetmasker voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende subnetmaskers
kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
Gateway-adresg U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende gateway-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
MAC-adres Geeft het MAC-adres aan.
Weergave IP-adres Om te vermijden dat het IP-adres op het Stand-byscherm van EasyMP wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Lijst met functies
f E-mail-menu
Wanneer deze functie is ingesteld, krijgt u een e-mailbericht als er een probleem is met de projector of als de projector een waarschuwing geeft. Voor informatie over de inhoud van het e-mailbericht: s "E-mailbericht van de functie E-mailmelding lezen" pag.111
Submenu Functie
E-mailmelding U kunt instellen of u wel (Aan) of niet (Uit) per e-mail op de hoogte gebracht wilt worden.
SMTP-server U kunt het IP-adresg voor de SMTP-server voor de projector invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
60
Poortnummer U kunt het poortnummer voor de SMTP-server invoeren. De standaardwaarde is 25. U kunt een getal van 1 tot 65535 invoeren.
E-mailadres 1/E­mailadres 2/E­mailadres 3
Melding instellen
Voer het e-mailadres in van de bestemming waar de e-mailmelding heen moet. U kunt maximaal drie bestemmingen registreren. U kunt tot 32 single-byte alfanumerieke tekens voor de e-mailadressen invoeren.
U kunt instellen bij welke problemen of waarschuwingen een e-mailmelding wordt gestuurd. Als het probleem of de waarschuwing optreedt in de projector, wordt een e-mailbericht gestuurd naar het opgegeven "Bestemmingsadres" met de mededeling dat zich een probleem of waarschuwing heeft voorgedaan. U kunt meerdere van de vermelde opties selecteren.
Lijst met functies
f Overige-menu
Submenu Functie
61
SNMP Trap IP Adresg 1/ SNMP Trap IP Adres 2
Gateway configureren
AMX Device Discoveryg
U kunt tot twee bestemmingen aanmelden voor de SNMPg Trap-melding. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een getal van 0 tot 255 is) Om de projector te bewaken met SNMP moet u het SNMP-beheerprogramma op uw computer installeren. SNMP moet door een netwerkbeheerder worden beheerd.
Voor de gateway met prioriteit selecteert u draadloos of vast.
Als deze instelling is ingesteld op "Aan" en de projector is aangesloten op een netwerk, kan de projector worden gedetecteerd via AMX Device Discovery. Zet deze instelling op "Uit" als u niet bent aangesloten op een omgeving waarin een controller van AMX of AMX Device Discovery wordt gebruikt.
Lijst met functies
f Resetten-menu
Hiermee stelt u alle netwerkinstellingen opnieuw in.
Submenu Functie
62
Netwerkinstellingen resetten
Om alle netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, selecteert u Ja. Nadat u alle instellingen opnieuw hebt ingesteld, verschijnt het menu "Basis".
Lijst met functies

Informatie-menu

Hier kunt u de status van de beeldsignalen die worden geprojecteerd en de status van de projector controleren. Welke items worden weergegeven is afhankelijk van het beeldsignaal dat op dat moment wordt geprojecteerd (zie onderstaande schermafdrukken).
63
Computerbeeld/Componentvideog/
Composietvideog/S-videog
EasyMP (alleen EB-G5350/G5150) Wanneer de signaalstatus wordt ontvangen via de HDMI-ingang
Submenu Functie
Lampuren U kunt hier de opgetelde bedrijfsuren van de projectorlamp weergeven*.
Als de lamp aan vervanging toe is, worden de tekens geel weergegeven.
Bron Hier kunt u weergeven vanaf welk apparaat momenteel wordt geprojecteerd.
Ingangssignaal Hier kunt u de inhoud weergeven van "Ingangssignaal" zoals die in het "Signaal"-menu is ingesteld afhankelijk van de "Bron".
Resolutie U kunt hier de invoerresolutie weergeven.
Videosignaal Hier kunt u de inhoud weergeven van "Videosignaal" zoals die in het "Signaal"-menu is ingesteld. Vernieuwingssnelh.g Hier kunt u de verversingsfrequentie weergeven. Sync.ginfo Hier kunt u de informatie over het beeldsignaal weergeven.
Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt.
Status Dit betreft informatie over fouten die zich hebben voorgedaan met de projector.
Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt.
* De totale gebruikstijd van de projectorlamp wordt voor de eerste 10 uur weergegeven als "0H". * 10 uur en meer wordt weergegeven als "10H", "11H" enzovoort.
Lijst met functies

Resetten-menu

Submenu Functie
Alle standaardw. Hier kunt u alle onderdelen van alle menu’s herstellen naar hun standaardwaarden.
De volgende onderdelen worden niet naar hun standaardwaarden hersteld: "Ingangssignaal", "Gebruikerslogo", "Multischerm", alle onderdelen voor "Netwerk"-menu's, "Lampuren" en "Taal".
64
Lampuren terugzetten
U kunt hier de opgetelde bedrijfsuren van de projectorlamp wissen en de waarde terugzetten naar "0H". Herstel de waarde als u de projectorlamp vervangt.

Problemen oplossen

In dit hoofdstuk leest u hoe u problemen kunt opsporen en hoe u ze kunt oplossen.
De Help-knop gebruiken ....................................66
Problemen oplossen ..........................................67
• De indicatielampjes aflezen ..............................................67
[t] Voedingsindicatielampje brandt rood .....................................68
m o Indicatielampje brandt of knippert oranje .............................69
• Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden................70
Problemen met het beeld ................................................................71
Problemen bij het starten van de projectie .....................................75
Overige problemen .........................................................................76

De Help-knop gebruiken

Als er een probleem optreedt met de projector, kunt u gebruikmaken van de Help-functie om het probleem op te lossen. De Help-functie wordt op het scherm weergegeven. U kunt een probleem oplossen door antwoord te geven op de vragen.
Procedure
C
66
Bevestig de selectie.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
A
B
Druk op de [Help]-knop.
Het hulpscherm wordt weergegeven.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
Selecteer een menu-item.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
q
Vragen en oplossingen worden op het onderstaande scherm weergegeven. Druk op de [Help]-knop om de Help af te sluiten.
Als de Help geen oplossing voor het probleem biedt, raadpleeg dan "Problemen oplossen" (
s
pag.67).

Problemen oplossen

Als u een probleem hebt met de projector, controleer dan eerst de indicatielampjes op de projector en raadpleeg "De indicatielampjes aflezen" verderop in deze handleiding voor meer informatie. Als de indicatielampjes niet duidelijk aangeven wat het probleem zou kunnen zijn, raadpleeg dan "Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden".
s pag.70

De indicatielampjes aflezen

De projector is uitgerust met drie indicatielampjes die de bedrijfsstatus van de projector aangeven.
Geeft de bedrijfsstatus weer.
Oranje : Standby
Als u op de [t]-knop drukt en de projector is in standby-modus, dan start de projectie.
Groen : De projector warmt op
Het opwarmen duurt ongeveer 30 seconden. Als het opwarmen is afgerond, knippert het indicatielampje niet meer.
Groen : De projector warmt op Oranje : controle van netwerk wordt voorbereid of de projector is aan het afkoelen
Zolang het lampje knippert, kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Geeft de status van de draadloze LAN-eenheid aan wanneer deze optie is geïnstalleerd (alleen EB-G5350/G5150) Geeft de interne temperatuur van de projector weer.
67
Geeft de status van de projectorlamp weer.
Raadpleeg de tabel op de volgende pagina voor informatie over de betekenis van de indicatielampjes en hoe u de door deze lampjes aangegeven problemen kunt oplossen. Als geen van de indicatielampjes brandt, controleer dan of de voedingskabel op de juiste manier is aangesloten en of de stroomvoorziening normaal verloopt. Als u de voedingskabel loskoppelt, is het mogelijk dat het [t] indicatielampje nog even blijft branden. Dit duidt niet op een defect.
Problemen oplossen
68
f [t] Voedingsindicatielampje brandt rood
Status Oorzaak Oplossing of status
Rood Rood Rood
Rood Rood
Rood Rood
Rood Rood
Internal Error (Interne fout)
Fan Error (Ventilatorfout) Sensor Error (Sensorfout)
High Temp Error (Hoge­temperatuurfout) (oververhitting)
Lamp Error (Lampfout) Lamp Failure (Lamp functioneert niet) Lamp Cover Open (Lampdeksel is geopend)
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
De projectorlamp wordt automatisch uitgeschakeld en de projectie stopt. Wacht ongeveer vijf minuten. Na ongeveer vijf minuten schakelt de projector over in standby-modus. Controleer daarom de twee volgende punten.
• Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
• Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het. s pag.81, 88 Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten heeft gecontroleerd, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
Als u de projector op 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan "Hoogtemodus" in op "Aan". s pag.47
Controleer de volgende twee punten.
• Haal de projectorlamp uit de projector en controleer of hij gebroken is. s pag.85
• Reinig het luchtfilter. s pag.81
Als de projectorlamp niet gebroken is _ Plaats de projectorlamp weer in de projector en schakel deze in.
Als het probleem zich blijft voordoen _ Vervang de projectorlamp door een nieuwe en schakel de projector in.
Als de fout zich blijft voordoen _ Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact
Abnormaal
: Brandt : Knippert: : Uit
s
Adressenlijst Epson Projector
s
Adressenlijst Epson Projector
s
Adressenlijst Epson Projector
en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
s
Adressenlijst Epson Projector
Als de projectorlamp gebroken is _Vervang de projectorlamp door een nieuwe of neem contact op met uw plaatselijke
dealer voor advies. Als u zelf de projectorlamp vervangt, wees dan voorzichtig met de stukjes gebroken glas (u kunt niet meer projecteren totdat de projectorlamp is vervangen).
Controleer of de lampdeksel en de projectorlamp goed zijn geïnstalleerd. s pag.85 Als de lampdeksel of de projectorlamp niet goed geïnstalleerd zijn, kunt u de projectorlamp niet inschakelen.
Als u de projector op 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan "Hoogtemodus" in op "Aan". s pag.47
s
Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
69
f m o Indicatielampje brandt of knippert oranje
Status Oorzaak Oplossing of status
Oranje
OranjeRood
High Temp Warning (Waarschuwing voor hoge temperatuur)
Replace Lamp (Projectorlamp vervangen)
(Dit is niet abnormaal. Als de temperatuur echter opnieuw te hoog wordt, stopt de projectie automatisch.)
• Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventilator schoon zijn en dat de projector niet tegen een muur is geplaatst.
• Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het. s pag.81, 88
Vervang de projectorlamp door een nieuwe. s pag.85 Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen, neemt de kans toe dat de lamp kan exploderen. Vervang de projectorlamp zo snel mogelijk door een nieuwe.
• Als de projector niet op de juiste manier werkt, ook al geven de indicatielampjes aan dat alles normaal functioneert, raadpleeg dan "Als de
s
q
indicatielampjes geen uitkomst bieden" (
pag.70).
• Als de fout niet in deze tabel staat, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
Waarschuwing
: Brandt : Knippert : Uit : Is afhankelijk van de status van de projector
s
Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen

Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden

70
Als een van hieronder beschreven problemen zich voordoet en de indicatielampjes geen oplossing bieden, raadpleeg dan de betreffende pagina.
Problemen met het beeld
f Geen beeld s pag.71
De projectie start niet, het projectiegebied is geheel zwart, het projectiegebied is geheel blauw, enzovoort.
f Geen bewegende beelden s pag.71
De door de computer doorgegeven bewegende beelden worden zwart weergegeven en er wordt niets geprojecteerd.
f De projectie stopt automatisch s pag.71 f De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven
s pag.72
f De melding "Geen signaal." wordt weergegeven s pag.72 f Vaag of onscherp beeld s pag.72 f Interferentie of vervormd beeld s pag.73
Er treden problemen op zoals interferentie, vervorming of zwart­witpatronen.
f Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen
s pag.73
Slechts een deel van het beeld wordt weergegeven, of de hoogte­breedteverhouding van het beeld is onjuist, enzovoort.
f De beeldkleuren zijn niet juist s pag.74
Het hele beeld heeft een paarsachtige of groenachtige kleur, de beelden zijn zwart-wit, de kleuren zijn mat, enzovoort. (Computermonitoren en LCD-schermen leveren verschillende prestaties op het gebied van kleurenreproductie. De geprojecteerde kleuren komen dus mogelijk niet overeen met de kleuren op de monitor. Dit is normaal.)
f Donker beeld s pag.75
Problemen bij het starten van de projectie
f De projector start niet s pag.75
Overige problemen
f Geen geluid of zwak geluid
s pag.76
f De afstandsbediening werkt niet
s pag.76
f Ik wil de taal van meldingen en
menu's wijzigen s pag.77
f Er worden geen e-mailberichten
ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector
s pag.77
f Er wordt niets weergegeven op de externe monitor
s pag.75
Problemen oplossen
f Problemen met het beeld
f Geen beeld
Controleer Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Sluit de voedingskabel van de projector op de juiste manier aan. s Introductiehandleiding Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren. s pag.22
Zijn de instellingen in het configuratiemenu correct? Herstel alle instellingen. s "Resetten" -"Alle standaardw." pag.64
Is het geprojecteerde beeld geheel zwart? Sommige beelden die worden doorgegeven, zoals schermbeveiliging, kunnen geheel zwart zijn.
Alleen als er computerbeelden worden
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Wijzig de instelling in het signaal dat afkomstig is van het aangesloten apparaat. s "Signaal" -
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
f Geen bewegende beelden
"Videosignaal" pag.43
71
Controleer Oplossing
Wordt het beeldsignaal van de computer op het LCD-scherm en de monitor weergegeven?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of
een computer met ingebouwd LCD-scherm worden
geprojecteerd
Wijzig het beeldsignaal zodat alleen externe apparaten een signaal kunnen doorgeven. s Raadpleeg de bij uw computer geleverde documentatie.
f De projectie stopt automatisch
Controleer Oplossing
Is "Sluimerstand" ingesteld op "Aan"? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen. Als u "Sluimerstand" niet wilt gebruiken, wijzig de
instelling dan in "Uit". s "Uitgebreid" -"Bewerking" -"Sluimerstand" pag.47
Problemen oplossen
f De melding "Niet ondersteund." wordt weergegeven
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Wijzig de instelling in het signaal dat afkomstig is van het aangesloten apparaat. s "Signaal" -
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
"Videosignaal" pag.43
72
Komen de resolutie van het beeldsignaal en de verversingsfrequentie overeen met de modus?
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
Raadpleeg de bij de computer geleverde documentatie voor informatie over het wijzigen van de resolutie van het beeldsignaal en verversingsfrequentie van de computer. s "Lijst met ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.116
f De melding "Geen signaal." wordt weergegeven
Controleer Oplossing
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten. s Introductiehandleiding
Is de juiste invoerpoort geselecteerd? Druk op de [Source Search]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om het beeld te wijzigen.
s pag.19
Is de computer of het videoapparaat ingeschakeld? Schakel het apparaat in.
Worden de beeldsignalen doorgegeven naar de projector? Als de beeldsignalen alleen naar de LCD-monitor van de computer of naar de extra monitor worden
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of
een computer met ingebouwd LCD-scherm worden
geprojecteerd
doorgegeven, moet u de instellingen zodanig wijzigen dat het signaal zowel naar een externe bestemming als naar de computermonitor wordt doorgeven. Bij sommige computermodellen worden de beeldsignalen niet meer op de LCD-monitor of extra monitor weergegeven wanneer ze naar een extern apparaat worden doorgegeven. s Raadpleeg de bij de computer geleverde documentatie, onder "Signaal doorgeven aan externe apparatuur", "Een externe monitor aansluiten" of een vergelijkbare titel. Als u de externe apparatuur aansluit terwijl de projector of computer al is ingeschakeld, is het mogelijk dat de [Fn]-functietoets waarmee u het beeldsignaal van de computer naar een extern apparaat kunt verplaatsen, niet werkt. Zet de computer en de projector uit en vervolgens weer aan.
f Vaag of onscherp beeld
Controleer Oplossing
Is de scherpte juist ingesteld? Draai de scherpstelring om de scherpte in te stellen. s Introductiehandleiding
Is de projector op de juiste afstand opgesteld? Staat de projector niet op de juiste afstand?
Stel de projector op binnen het aanbevolen bereik. s pag.99
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Is de keystonecorrectiewaarde te laag? Verminder de projectiehoek om de keystonecorrectiewaarde te verminderen. s Introductiehandleiding
73
Is er condensvorming op de lens?
Als u de projector plotseling van een koude omgeving naar een warme omgeving verplaatst, of als de omgevingstemperatuur plotseling verandert, kan er condensvorming op de lens optreden. Hierdoor kan het beeld vaag overkomen. Plaatse de projector ongeveer één uur voordat u hem wilt gebruiken in de kamer. Als er condensvorming op de lens optreedt, schakel de projector dan uit en wacht totdat de condens is verdwenen.
f Interferentie of vervormd beeld
Controleer Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist? Wijzig de instelling in het signaal dat afkomstig is van het aangesloten apparaat. s "Signaal" -
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten. s Introductiehandleiding
Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elektrische interferentie worden vervormd.
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd? Stel de computer zodanig in dat de doorgegeven signalen compatibel zijn met de projector.
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
Zijn de instellingen voor "Sync.g" en "Trackingg" juist ingesteld?
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
"Videosignaal" pag.43
Gebruik de bij de projector meegeleverde kabels om te controleren of de kabels die u gebruikt het probleem veroorzaken.
s "Lijst met ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.116 s Computerdocumentatie
Druk op de [Auto]-knop op de afstandsbediening of de [Enter]-knop op het bedieningspaneel om de instellingen automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na de automatische instelling toch niet naar wens zijn, kunt u ze met "Sync." en "Tracking" in het configuratiemenu aanpassen. s "Signaal" ­"Tracking", "Sync." pag.42
f Afgevlakt (lang) of kort beeld of onjuiste verhoudingen
Controleer Oplossing
Wordt er een breedbeeldsignaal van de computer geprojecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
Wordt het beeld nog steeds vergroot door E-zoom? Druk op de [Esc]-knop op de afstandsbediening om E-Zoom te annuleren. s pag.28
Wijzig de instelling in het signaal dat afkomstig is van het aangesloten apparaat. s "Signaal" -"Resolutie"
pag.42
Problemen oplossen
Controleer Oplossing
Is "Positie" juist ingesteld? Druk op de [Auto]-knop op de afstandsbediening of de [Enter]-knop op het bedieningspaneel om de
instellingen van het geprojecteerde computerbeeld automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na deze automatisch instelling toch niet goed zijn, kunt u ze met "Positie" in het configuratiemenu instellen. Naast de beeldsignalen van de computer kunt u terwijl u projecteert ook andere signalen onder "Position" (Positie) in het configuratiemenu instellen. s "Signaal" -"Positie" pag.42
74
Kunnen er op de computer twee beeldschermen worden aangesloten?
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd? Stel de computer zodanig in dat de doorgegeven signalen compatibel zijn met de projector.
Alleen als er computerbeelden worden
geprojecteerd
Als u de instelling voor het gebruik van twee beeldschermen onder "Eigenschappen beeldscherm" in het configuratiescherm van de computer hebt ingeschakeld, wordt ongeveer de helft van het beeld op het computerscherm geprojecteerd. Als u het gehele beeld op het computerscherm wilt weergeven, schakel dan de instelling voor het gebruik van twee beeldschermen uit. s Documentatie bij het videostuurprogramma voor de computer
s "Lijst met ondersteunde monitorbeeldschermen" pag.116 s Computerdocumentatie
f De beeldkleuren zijn niet juist
Controleer Oplossing
Komen de instellingen van de invoersignalen overeen met de signalen van het aangesloten apparaat?
Is de helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de instelling voor "Helderheid" in het configuratiemenu aan. s "Beeld" -"Helderheid" pag.41
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten. s Introductiehandleiding Is de instelling voor "contrastg" juist ingesteld? Pas de instelling voor "Contrast" in het configuratiemenu aan. s "Beeld" -"Contrast" pag.41
Wijzig de volgende instellingen overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat. Als u beelden projecteert van apparaten die zijn aangesloten op de Computer1/2- of BNC-ingang s "Signaal" - "Ingangssignaal" pag.43 Als u beelden projecteert van apparaten die zijn aangesloten op Video1/2 of S-Video s "Signaal" ­"Videosignaal" pag.43
Is de kleuraanpassing juist?
Zijn de instellingen voor kleurverzadiging en kleurschakering juist ingesteld?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Pas de instelling voor "Kleuraanpassing" in het configuratiemenu aan. s"Beeld" - "Kleuraanpassing"
pag.41
Pas de instelling voor "Kleurverzadiging" en "Tint" in het configuratiemenu aan. s "Beeld" ­"Kleurverzadiging", "Tint" pag.41
Problemen oplossen
f Donker beeld
75
Controleer Oplossing
Zijn de helderheid van het beeld en de lichtsterkte juist ingesteld?
Is de instelling voor "contrastg" juist ingesteld? Pas de instelling voor "Contrast" in het configuratiescherm aan.
Is de projectorlamp aan vervanging toe? Als de projectorlamp aan vervanging toe is, wordt het beeld donkerder en de kleurkwaliteit slechter. Vervang
Pas de instelling voor "Helderheid" en "Helderheidsaanp." in het configuratiemenu aan.
s "Beeld" - "Helderheid" pag.41 s "Instellingen" - "Helderheidsaanp." pag.44
s "Beeld" - "Contrast" pag.41
in dat geval de projectorlamp door een nieuwe. s pag.85
f Er wordt niets weergegeven op de externe monitor
Controleer Oplossing
Worden beelden van een andere poort dan de Computer1/2­of BNC-poort geprojecteerd?
Op een externe monitor kunnen alleen beelden van de Computer1/2- of BNC-poort worden weergegeven.
s pag.101
f Problemen bij het starten van de projectie
f De projector start niet
Controleer Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de t-knop om de projector in te schakelen.
Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Maak de voedingskabel los en weer vast. s Introductiehandleiding Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Gaan de indicatielampjes aan en uit als de voedingskabel wordt aangeraakt?
Staat Toetsvergrendeling op "Voll. vergrend."? Druk op de [t]-knop op de afstandsbediening. Als u "Toetsvergrendeling" niet wilt gebruiken, zet de
Is de juiste instelling voor de externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor "Externe receiver" in het configuratiescherm. s "Instellingen" - "Externe
Is de stroomkabel onmiddellijk na Direct uitschakelen weer aangesloten, of is de verzekering uitgeschakeld?
Er is waarschijnlijk een los contact in de voedingskabel of de voedingskabel is defect. Sluit de voedingskabel opnieuw aan. Als het probleem daarmee niet is opgelost, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het
s
dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
instelling dan op "Uit". s "Instellingen" - "Toetsvergrendeling" pag.36
receiver" pag.44
Als de bewerking links is uitgevoerd indien "Dir. Inschakelen" is ingesteld op "Aan", kan het zijn dat de stroom niet opnieuw wordt ingeschakeld. Druk op de [t]-knop om de projector opnieuw in te schakelen.
Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
f Overige problemen
f Geen geluid of zwak geluid
Controleer Oplossing
Is de audiobron goed aangesloten? Trek de kabel uit de audio-ingang en sluit de kabel vervolgens opnieuw aan. Is het volume ingesteld op het laagste niveau? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is. s pag.44, s Introductiehandleiding Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren. s pag.22
76
Is de waarde voor de audiokabel "No resistance" (Geen weerstand)?
Is het apparaat aangesloten met een HDMI-kabel? Als u geen geluid hoort wanneer het apparaat met een HDMI-kabel is aangesloten, moet u de aangesloten
Als u een reguliere audiokabel gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
apparatuur het geluid laten uitvoeren in de vorm van PCM.
f De afstandsbediening werkt niet
Controleer Oplossing
Wijst de LED van de afstandsbediening naar de afstandsbedieningsontvanger op de projector als deze wordt bediend?
Is de afstandsbediening te ver van de projector verwijderd? De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 10 m. s Introductiehandleiding
Schijnt er rechtstreeks zonlicht of fel licht van tl-lampen op de afstandsbedieningsontvanger?
Is de juiste instelling voor de externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor "Externe receiver" in het configuratiescherm. s "Instellingen" - "Externe
Past de id van de afstandsbediening bij de projector-id? Zorg ervoor dat de id van de projector die u wilt bedienen en de id van de afstandsbediening
Zijn de batterijen leeg of verkeerd geplaatst? Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst of vervang de batterijen indien nodig.
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningsontvanger. Bereik s Introductiehandleiding
Plaats de projector op een locatie waar geen fel licht op de afstandsbedieningsontvanger schijnt. Of stel de externe receiver in op "Uit" vanuit "Externe receiver" in het configuratiemenu s "Instellingen" - "Externe receiver" pag.44.
receiver" pag.44
overeenstemmen. Als u alle projectors wilt kunnen bedienen ongeacht de ingestelde id, dan moet u de id­schakelaar aan de zijkant van de afstandsbediening op Off zetten. s pag.29
s pag.84
Is de optionele afstandsbedieningskabel aangesloten op de afstandsbediening of de aansluiting daarvoor op de projector?
Wanneer de afstandsbedieningskabel is aangesloten, is het zendgedeelte van de afstandsbediening of de ontvanger op de projector uitgeschakeld. Wanneer u de afstandsbedieningskabel niet gebruikt, moet u deze kabel uit de afstandsbediening en projector trekken.
Problemen oplossen
f Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen
Controleer Oplossing
Wijzig de instelling bij "Taal". Pas de instelling bij "Taal" aan in het configuratiemenu. s pag.47
f Er worden geen e-mailberichten ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector
Controleer Oplossing
Is "Stand-by modus" ingesteld op "Netwerk Aan"? Om de functie E-mailmelding te kunnen gebruiken als de projector in standby staat, schakelt u "Netwerk
Aan" in onder "Stand-by modus" in het configuratiemenu. s "Uitgebreid" -"Stand-by modus" pag.47
77
Is er een fatale fout opgetreden waardoor de projector er plotseling mee ophield?
Is de projector ingeschakeld? Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is de LAN-kabel goed aangesloten? Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten? Sluit de kabel opnieuw aan als deze niet of niet goed is
Staat de functie E-mailmelding goed ingesteld in het configuratiemenu?
Als de projector er plotseling mee ophoudt, kunnen er geen e-mailberichten worden verstuurd. Als de abnormale toestand blijft voortduren, neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids.
aangesloten. s pag.107
E-mailmelding van problemen gebeurt volgens de instellingen bij "E-mail" in het configuratiemenu. Controleer of deze correct zijn ingesteld. Voor EB-G5350/G5150 s "Netwerk-menu" - "E-mail-menu" pag.60 Voor EB-G5300/G5200W/G5100 s pag.48
s
Adressenlijst Epson Projector

Appendices

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de onderhoudsprocedures waarmee uw projector gedurende een lange periode de beste prestaties zal leveren.
Installatiemethoden............................................80
Reiniging .............................................................81
• Het oppervlak van de projector reinigen........................81
• De lens reinigen .................................................................81
• Het luchtfilter reinigen .....................................................81
Verbruiksmateriaal vervangen ..........................84
• De batterijen van de afstandsbediening vervangen .......84
• De lamp vervangen............................................................85
Vervangingsperiode projectorlamp ................................................85
Procedure voor het vervangen van de projectorlamp .....................85
De bedrijfstijd van de lamp herstellen............................................87
• Het luchtfilter vervangen..................................................88
Vervangingsperiode luchtfilter.......................................................88
Procedure voor het vervangen van het luchtfilter ..........................88
Optionele accessoires en
verbruiksmateriaal.............................................90
Optionele accessoires .....................................................................90
Verbruiksmateriaal .........................................................................91
Verpakking voorbereiden............................................................... 92
Opmerkingen over verpakking en transport .................................. 92
Een gebruikerslogo opslaan..............................93
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding
maken met een draadloos toegangspunt
(alleen EB-G5350/G5150)...................................95
• Verbindingsmethoden ...................................................... 95
Een verbinding maken met de drukknopmethode ......................... 96
Een verbinding maken met de pincodemethode ............................ 97
Beeldschermgrootte en afstand ........................99
• Projectieafstand voor EB-G5350/G5300/G5150/
G5100 ............................................................................... 99
• Projectieafstand voor EB-G5200W .............................. 100
Op externe apparatuur aansluiten...................101
• Op een externe monitor aansluiten............................... 101
• Op externe luidsprekers aansluiten .............................. 101
De lens van de projector verwijderen en weer
Opmerkingen over transport .............................92
• Verplaatsen over kleine afstanden...................................92
• Vervoeren over lange afstanden ......................................92
aanbrengen.......................................................102
• Verwijderen .................................................................... 102
• Aanbrengen..................................................................... 102
USB-apparaten aansluiten en verwijderen
Netwerkprojector (alleen EB-G5350/G5150) ...114
(alleen EB-G5350/G5150)................................104
• USB-apparaten aansluiten .............................................104
• De USB-indicatielampjes aflezen ...................................104
• USB-apparaten verwijderen ..........................................104
SD-kaarten insteken en uitwerpen
(alleen EB-G5350/G5150)................................105
• Insteken ............................................................................105
• Het indicatielampje van de SD-kaart aflezen ...............105
• Verwijderen .....................................................................106
LAN-kabel aansluiten .......................................107
Projecteren via een USB-kabel
(USB-weergave, alleen EB-G5350/G5150).....108
• Aansluiten ........................................................................108
De eerste keer aansluiten ..............................................................109
Vanaf de tweede keer ...................................................................110
PJLink ................................................................115
Lijst met ondersteunde
monitorbeeldschermen ...................................116
• Ondersteunde monitorbeeldschermen voor
EB-G5350/G5300/G5150/G5100 .................................. 116
Computersignalen (RGB analoog)............................................... 116
Componentvideo .......................................................................... 117
Composietvideo/S-video.............................................................. 117
Ingangssignaal voor de HDMI-ingang......................................... 118
• Ondersteunde monitorbeeldschermen voor
EB-G5200W................................................................... 119
Computersignalen (RGB analoog)............................................... 119
Componentvideo .......................................................................... 120
Composietvideo/S-video.............................................................. 120
Ingangssignaal voor de HDMI-ingang......................................... 121
Technische gegevens.......................................122
• Algemene specificatie van de projector ........................ 122
E-mailbericht van de functie E-mailmelding
lezen..................................................................111
ESC/VP21-opdrachten......................................112
• Lijst met opdrachten.......................................................112
• Kabelindelingen...............................................................113
Seriële aansluiting ........................................................................113
Communicatieprotocol .................................................................113
• Systeemeisen voor de meegeleverde software .............. 124
Afmetingen ........................................................125
Woordenlijst ......................................................126
Index...................................................................128

Installatiemethoden

80
De projector ondersteunt vier verschillende projectiemethoden. Gebruik de juiste methode voor uw omstandigheden.
Let op
• Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
• Als u tape plakt op de schroeven waarmee de ophangbeugel aan het plafond is bevestigd om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de ophangbeugel bevindt, ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd. Als u de ophangbeugel monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen dat de schroeven los gaan zitten en gebruik geen olie, smeermiddel of iets dergelijks.
Let op
Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.
• Beelden projecteren met projector voor het scherm. (Projectie aan voorzijde)
• Hang de projector aan het plafond op en projecteer de beelden door de projector voor het scherm te plaatsen. (Projectie aan voorzijde/ plafond)
• Beelden projecteren met projector achter een doorzichtig scherm. (Projectie aan achterzijde)
• Hang de projector aan het plafond op en projecteer de beelden door de projector achter een doorzichtig scherm te plaatsen. (Projectie aan achterzijde/plafond)
q
• Als u de projector aan het plafond wilt ophangen, hebt u
s
de optionele plafondbeugel nodig.
• U kunt de instelling als volgt wijzigen door de [A/V Mute]­knop op de afstandsbediening ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
W
"Voorkant" Stel "Achterkant" of "Achter/boven" in vanuit het configuratiemenu.
"Voor/bovenkant"
s
pag.46
pag.90

Reiniging

U moet de projector reinigen als deze vies wordt of als de kwaliteit van de geprojecteerde beelden minder begint te worden.

Het oppervlak van de projector reinigen

U reinigt het oppervlak van de projector door dit met een zachte doek zachtjes schoon te vegen. Als de projector erg smerig is, gebruik dan een doek met water en een klein beetje normaal schoonmaakmiddel, wring de doek vervolgens goed uit een veeg het oppervlak van de projector schoon.
Let op
Gebruik geen vluchtige substanties zoals was, alcohol of verdunner voor het reinigen van het oppervlak van de projector. Het materiaal van de behuizing kan beschadigd of verkleurd raken.
81
Let op
• Als er stof op het luchtfilter zit, kan dit ervoor zorgen dat de interne temperatuur van de projector oploopt. Dit kan leiden tot problemen met de bediening en kan de levensduur van de optische motor verkorten. Reinig het luchtfilter onmiddellijk als de volgende melding wordt weergegeven.
• Spoel het luchtfilter niet af in water. Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Wanneer u een borstel wilt gebruiken, gebruik dan alleen borstels met lange, zachte haren en ga lichtjes over het filter. Als u dit te hard doet, duwt u stof in het luchtfilter. Dit stof krijgt u er niet meer uit.
Procedure

De lens reinigen

Gebruik een glasreinigingsdoek (verkrijgbaar bij speciaalzaken) om de lens voorzichtig schoon te vegen.
Let op
De lens kan gemakkelijk beschadigd raken; behandel hem daarom niet met harde materialen en stel hem niet bloot aan schokken.

Het luchtfilter reinigen

Reinig het luchtfilter en de luchttoevoerventilator als de volgende melding wordt weergegeven. De projector raakt oververhit. Controleer of er niets voor de ventilatieopeningen zit en reinig of vervang de luchtfilter.
A
Trek het luchtfilter uit de projector.
Pak de tab van het luchtfilter stevig vast met uw vingers en trek het filter recht naar buiten.
Reiniging
82
B
C
Verwijder het luchtfilter.
Verwijder het luchtfilter door uw vinger in de groef te plaatsen (zie figuur).
Voorzijde van luchtfilter
Houd de voorzijde van het luchtfilter naar beneden en tik vier of vijf keer met het filter om stof te verwijderen.
Draai het om en tik op dezelfde manier met de andere zijde om stof te verwijderen.
Let op
Als u te hard slaat, kan het luchtfilter vervormen of barsten en daardoor onbruikbaar worden.
D
E
Verwijder resterend stof uit het luchtfilter (aan de voorzijde) met een stofzuiger.
Plaats het luchtfilter terug in het frame.
Laat de uitstekende delen van het filter in de daarvoor bestemde uitsparingen in het frame vallen en druk het filter stevig vast.
Reiniging
83
F
q
Steek het luchtfilter weer in de projector.
Druk erop tot u weerstand voelt.
• Als een melding vaak wordt weergegeven, zelfs na reiniging, moet u het luchtfilter vervangen. Vervang het
s
luchtfilter.
• Het is verstandig deze onderdelen minimaal een keer per kwartaal te reinigen. Reinig ze vaker als u de projector in een zeer stoffige omgeving gebruikt.
pag.88

Verbruiksmateriaal vervangen

84
Hier vindt u informatie over het vervangen van de batterijen van de afstandsbediening, de projectorlamp en het luchtfilter.

De batterijen van de afstandsbediening vervangen

Als de afstandsbediening niet meer snel reageert of als de afstandsbediening niet meer werkt nadat deze enige tijd niet meer is gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg ervoor dat u altijd twee extra alkaline batterijen van het type AA bij de hand hebt. U kunt alleen alkalinebatterijen van AA-formaat gebruiken.
Let op
Zorg ervoor dat u de Veiligheidsvoorschriften/Service- en Ondersteuningsgids hebt gelezen voordat u met de batterijen werkt.
s
Veiligheidsvoorschriften
Procedure
B
C
Vervang de oude batterijen door nieuwe.
Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de batterijhouder.
Zet de batterijklep terug.
Druk de klep goed aan tot hij vastklikt.
A
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van het batterijcompartiment ingedrukt en til de klep omhoog.
Haakj
Verbruiksmateriaal vervangen

De lamp vervangen

f Vervangingsperiode projectorlamp
U moet de projectorlamp vervangen als:
• De melding "Vervang de lamp." wordt weergegeven als u begint met projecteren.
Een melding wordt weergegeven.
• Het indicatielampje van de projectorlamp oranje knippert.
Let op
• Om te waarborgen dat de oorspronkelijke helderheid en kwaliteit van de geprojecteerde beelden behouden blijft, verschijnt na een bepaalde periode automatisch de melding dat de projectorlamp
s
vervangen moet worden. Bij continu gebruik met veel helderheid: na ongeveer 1900 uur Bij continu gebruik met weinig helderheid: na ongeveer 2900 uur
• Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen, neemt de kans toe dat de lamp kan exploderen. Als de melding dat de projectorlamp moet worden vervangen verschijnt, vervang de projectorlamp dan zo snel mogelijk door een nieuwe, zelfs als de projectorlamp nog gewoon werkt.
• Afhankelijk van de kenmerken van de projectorlamp en de manier waarop hij is gebruikt, kan het gebeuren dat de projectorlamp donkerder wordt of niet meer werkt voordat de melding over de vervanging verschijnt. Zorg ervoor dat u altijd een extra projectorlamp achter de hand hebt voor noodgevallen.
"Helderheidsaanp." pag.44
85
Knippert oranje
• Het geprojecteerde beeld donkerder wordt of in kwaliteit afneemt.
f Procedure voor het vervangen van de projectorlamp
De lamp kan ook worden vervangen als de projector aan het plafond is bevestigd.
Waarschuwing
Als u de projectorlamp vervangt omdat hij niet meer brandt, dan is de projectorlamp mogelijk gebroken. Als u de projectorlamp van een aan het plafond opgehangen projector moet vervangen, ga er dan altijd van uit dat de lamp is gebroken en ga naast en niet onder de lampdeksel staan. Verwijder de lampdeksel voorzichtig.
Verbruiksmateriaal vervangen
86
Let op
Wacht totdat de projectorlamp voldoende is afgekoeld voordat u de lampdeksel verwijdert. Als de lamp nog heet is, kunt u brandwonden of andere verwondingen oplopen. Nadat de projector is uitgeschakeld, duurt het ongeveer een uur totdat de projectorlamp voldoende is afgekoeld.
Procedure
A
B
Als u de projector hebt uitgeschakeld en het bevestigingssignaal twee keer heeft gepiept, koppelt u de voedingskabel los.
Wacht totdat de projectorlamp is afgekoeld en verwijder vervolgens de lampdeksel.
Draai de bevestigingsschroeven van de lampdeksel met de bij de nieuwe lamp meegeleverde schroevendraaier of een kruiskopschroevendraaier los. Verwijder vervolgens de lampdeksel. Verwijder vervolgens de lampdeksel. Het lampdeksel zit vast met een koord, zodat het niet kan vallen bij het vervangen van de lamp van een projector die aan het plafond is bevestigd.
C
D
Draai de twee bevestigingsschroeven van de lamp los.
Verwijder de oude projectorlamp.
Als de lamp is gebroken, vervang de lamp dan door een nieuwe of neem contact op met u plaatselijke dealer voor advies.
s
Adressenlijst Epson Projector
Verbruiksmateriaal vervangen
87
E
Installeer de nieuwe lamp.
Breng de nieuwe projectorlamp in de juiste richting langs de geleiderail op zijn plaats aan en druk de lamp dan goed naar beneden (positie aangegeven met "PUSH"). Als de projectorlamp helemaal in de projector is ingebracht, draait u de twee schroeven vast.
F
Let op
• Controleer of u de lamp goed hebt geïnstalleerd. Als de
• Dit product bevat een component dat kwik (Hg) bevat. Informeer
Plaats de projectorlamp opnieuw.
lampdeksel wordt verwijderd, wordt de projectorlamp uit veiligheidsoverwegingen automatisch uitgeschakeld. Als de lampdeksel of de projectorlamp niet goed zijn geïnstalleerd, kunt u de lamp niet inschakelen.
u over de lokale wetgeving m.b.t. weggooien of recycling. Niet samen met het normale afval weggooien.
f De bedrijfstijd van de lamp herstellen
De projector houdt bij hoe lang de projectorlamp is ingeschakeld en een melding en indicatielampje vertellen u wanneer u de projectorlamp moet vervangen. Herstel de lamptijd in het configuratiemenu nadat u de projectorlamp hebt vervangen. s pag.64
Herstel de bedrijfstijd van de projectorlamp pas nadat u de
q
projectorlamp hebt vervangen. Anders wordt de vervangingsperiode van de projectorlamp niet goed aangegeven.
Verbruiksmateriaal vervangen
88

Het luchtfilter vervangen

f Vervangingsperiode luchtfilter
U moet het luchtfilter vervangen als:
• Het luchtfilter bruin is geworden.
• Het bericht wordt weergegeven ook al is het luchtfilter gereinigd.
f Procedure voor het vervangen van het luchtfilter
Het luchtfilter kan ook worden vervangen als de projector aan het plafond is bevestigd.
Procedure
A
Trek het luchtfilter uit de projector.
Pak de tab van het luchtfilter stevig vast met uw vingers en trek het filter recht naar buiten.
B
C
Verwijder het luchtfilter.
Verwijder het luchtfilter door uw vinger in de groef te plaatsen (zie figuur).
Plaats het nieuwe luchtfilter in het frame.
Laat de uitstekende delen van het filter in de daarvoor bestemde uitsparingen in het frame vallen en druk het filter stevig vast.
Verbruiksmateriaal vervangen
89
D
q
Steek het luchtfilter weer in de projector.
Druk erop tot u weerstand voelt.
Gooi gebruikte luchtfilters overeenkomstig de lokale regelgeving weg. Kwaliteit van het materiaal dat is gebruikt voor het frame: polypropyleen Kwaliteit van het materiaal dat is gebruikt voor het filter: polypropyleen

Optionele accessoires en verbruiksmateriaal

90
De volgende accessoires en verbruiksmaterialen zijn als optie verkrijgbaar. U kunt deze producten naar wens aanschaffen. De volgende lijst met optionele accessoires en verbruiksmateriaal is van toepassing vanaf: 2008.05. De accessoiregegevens kunnen zonder voorafgaande opgaaf van redenen worden gewijzigd en de beschikbaarheid van accessoires verschilt per land.
f Optionele accessoires
60" draagbaar scherm ELPSC07 80" draagbaar scherm ELPSC08 100" scherm ELPSC10
Draagbare oprolbare schermen (Hoogte-breedteverhouding
50" draagbaar scherm ELPSC06
Een compact scherm dat gemakkelijk kan worden gedragen. (Hoogte-breedteverhouding 4:3)
HD-15-kabel ELPKC02 (1,8 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub)
Dit is dezelfde als de bij de projector geleverde computerkabel.
HD-15-kabel ELPKC09 (3 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub) HD-15-kabel ELPKC10 (20 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub)
Gebruik een van deze langere kabels als de bij de projector geleverde computerkabel te kort is.
Componentvideokabel ELPKC19 (3 m - voor 15-pens mini D-Sub/RCA mannetje^3)
Gebruik deze voor het aansluiten van een videobron met componentvideo
Set afstandsbedieningskabels ELPKC28 (set van 2 stuks van 10 m)
Hiermee bent u zeker van een goede werking van de afstandsbediening over langere afstanden.
g 4:3)
g
Ontvanger voor draadloze muis ELPST16
Hiermee kunt u de muisaanwijzer van de computer besturen met de afstandsbediening van de projector of een pagina omhoog/omlaag gaan tijdens het projecteren van een PowerPoint-bestand.
Draadloze LAN-eenheid ELPAP03 (voor EB-G5350/G5150)
Hiermee verbindt u de projector via het draadloze netwerk met een computer voor het projecteren van beelden.
Koffer ELPKS58
Gebruik deze koffer als u de projector meeneemt op reis.
Zoomlens lange focus ELPLL06 (Afstandsverhouding: voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 circa 5,3 op
7,2
Voor EB-G5200W circa 5,2 op 7,1) Zoomlens medium focus ELPLM04 (Afstandsverhouding: voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 circa 2,4 op
3,6
Voor EB-G5200W circa 2,3 op 3,5) Zoomlens medium focus ELPLM05 (Afstandsverhouding: voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 circa 3,5 op
5,4
Voor EB-G5200W circa 3,5 op 5,3) Zoomlens standaardfocus ELPLS03 (Afstandsverhouding: voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 circa 1,3 op
2,4
Voor EB-G5200W circa 1,3 op 2,3) Groothoeklens voor projectie aan achterzijde ELPLR03 (Afstandsverhouding: voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100 circa 0,78
Voor EB-G5200W circa 0,77)
Afstandsverhouding = projectieafstand/schermbreedte De waarden zijn installatienormen. De precieze waarden hangen af van de omstandigheden.
Optionele accessoires en verbruiksmateriaal
Ophangbeugel* ELPMB13
Gebruik deze als u de projector aan een plafond bevestigt.
91
Plafondplaat* ELPFC03 Buis 370 (370 mm zilver) Buis 570 (570 mm zilver) Buis 770 (770 mm zilver)
*
ELPFP04
*
ELPFP05
*
ELPFP06
Gebruik deze als u de projector aan een plafond bevestigt.
Als u de projector aan het plafond wilt ophangen, moet u de projector op een speciale manier monteren. Neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Service- en Ondersteuningsgids als u deze installatiemethode wenst te gebruiken.
s
Adressenlijst Epson Projector
f Verbruiksmateriaal
Reservelamp ELPLP46 (EB-G5350/G5300/G5200W) Reservelamp ELPLP47 (EB-G5150/G5100)
Gebruik deze als vervanging voor gebruikte projectorlampen.
Luchtfilter ELPAF17
Gebruik deze als vervanging voor gebruikte luchtfilters.

Opmerkingen over transport

In de projector zijn veel glazen onderdelen en precisiecomponenten aanwezig. Voorkom schade tijdens het transport. Ga als volgt met de projector om.

Verplaatsen over kleine afstanden

Controleer de volgende punten en draag de projector voorzichtig aan de greep.
• Schakel de projector uit en maak alle kabels los.
• Doe de dop op de lens.
• Berg de voetjes op.

Vervoeren over lange afstanden

f Verpakking voorbereiden
Na controle van de punten in "Verplaatsen over kleine afstanden" treft u de volgende voorbereidingen en vervolgens pakt u de projector in.
• Zet de verticale lensverschuiving in de laagste stand.
• Breng de oorspronkelijke bescherming voor de lens aan.
92
f Opmerkingen over verpakking en transport
Gebruik bij het verpakken de oorspronkelijke verpakkingsmaterialen. U kunt ook een soortgelijke doos en soortgelijk verpakkingsmateriaal gebruiken. Als u de verpakking niet meer hebt, doe de projector dan goed in isolatiemateriaal als bescherming tegen schokken. Doe de projector vervolgens in een sterke kartonnen doos. Geef vóór verzending duidelijk op de doos aan dat er breekbare spullen in zitten. Wanneer u de projector meegeeft met een koeriersbedrijf, controleer dan wel of die koerier in staat is om breekbare apparatuur te vervoeren. Geef ook duidelijk aan de koerier door dat de inhoud breekbaar is.

Een gebruikerslogo opslaan

93
U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd als gebruikerslogo opslaan.
Als een gebruikerslogo wordt opgeslagen, wordt het vorige
q
Procedure
A
gebruikerslogo gewist.
Projecteer het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken en druk vervolgens op de [Menu]-knop.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
B
q
Selecteer "Uitgebreid" - "Gebruikerslogo" in het configuratiemenu. s "Het configuratiemenu gebruiken" pag.40
In de infobalk onder het menu ziet u welke knoppen u kunt gebruiken en waar ze voor dienen.
• Als "Gebr. logo beveil." onder "Wachtwoordbeveiliging" is ingesteld op "Aan", wordt er een melding weergegeven en kan het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen doorvoeren nadat u "Gebr. logo beveil." op
s
"Uit" hebt gezet.
• Als "Gebruikerslogo" is geselecteerd terwijl keystone, E­Zoom, Hoogte-breedte of Progressief wordt gebruikt, wordt de momenteel uitgevoerde functie geannuleerd.
pag.34
C
q
Als "Dit beeld kiezen als gebruikerslogo?" wordt weergegeven, selecteer dan "Ja".
Als u op de [Enter]-knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel drukt, is het mogelijk dat de beeldschermgrootte verandert overeenkomstig de resolutie van het beeldsignaal. Het beeld wordt opgenomen en er wordt een selectiekader weergegeven.
Een gebruikerslogo opslaan
94
D
Verplaats het kader om het deel van het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken, te selecteren.
Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel
E F
G
q
Als "Dit beeld kiezen?" wordt weergegeven, selecteer dan "Ja".
Selecteer de zoomfactor in het instellingsvenster voor zoom.
Als de melding "Dit beeld opslaan als gebruikerslogo?" wordt weergegeven, selecteer dan "Ja".
Het beeld wordt opgeslagen. Nadat het beeld is opgeslagen, wordt de melding "Voltooid." weergegeven.
Het opslaan van het gebruikerslogo neemt ongeveer 15 seconden in beslag. Gebruik de projector of andere aangesloten apparatuur niet terwijl het beeld wordt opgeslagen, omdat er anders storingen kunnen optreden.
• Als het gebruikerslogo eenmaal is opgeslagen, kunt u het standaardlogo niet meer terugzetten.
q
U kunt een beeld opslaan met een afmeting van 400 ^ 300 beeldpunten.

Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een draadloos toegangspunt (alleen EB-G5350/G5150)

95
Er zijn twee manieren om WPS in te stellen.
•Drukknopmethode De SSID en beveiliging worden automatisch ingesteld wanneer de [Enter]-knop op het bedieningspaneel van de projector en de speciale knop op het toegangspunt worden ingedrukt. Deze methode wordt aanbevolen wanneer de projector en het toegangspunt zich dicht bij elkaar bevinden.
•Pincodemethode De SSID en beveiliging worden automatisch ingesteld wanneer u een code van 8 tekens invoert die op voorhand op de computer aan de projector en het toegangspunt is toegewezen. Zorg er eerst voor dat u de juiste instellingen opgeeft voor de verbinding tussen de computer en het toegangspunt. Voor meer gegevens over de manier waarop u die verbinding legt, kunt u de handleiding raadplegen die bij het toegangspunt zit. Deze methode wordt aanbevolen voor projectors die aan het plafond hangen.

Verbindingsmethoden

Procedure
B
Selecteer "Draadloos LAN" bij "Naar installatiewizard".
Het volgende scherm wordt weergegeven.
A
Druk op de [Menu]-knop op de projector en selecteer vervolgens "Netwerk" ­"Netwerkconfiguratie" in het configuratiemenu.
Het Netwerkconfiguratiescherm wordt weergegeven.
Wanneer u de drukknopmethode gebruikt, volgt u de stappen hieronder. Ga naar "Een verbinding maken met de pincodemethode" wanneer u de pincodemethode gebruikt. s pag.97
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een draadloos toegangspunt (alleen EB-G5350/G5150)
96
f Een verbinding maken met de drukknopmethode
Procedure
A
B
Selecteer "Drukknopmethode".
Het scherm Drukknopmethode wordt weergegeven.
Druk op de [Enter]-knop op het bedieningspaneel van de projector wanneer wordt weergegeven dat u dit moet doen.
C
D
Druk op de knop op het toegangspunt wanneer u dat wordt gevraagd op het scherm.
Daarmee is de instelling voltooid.
Druk op de [Enter]- of [Esc]-knop.
Vervolgens wordt het scherm Drukknopmethode weergegeven.
Het scherm van het Draadloos LAN-menu wordt opnieuw weergegeven.
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een draadloos toegangspunt (alleen EB-G5350/G5150)
97
E
Selecteer "Ja" bij "Installatie voltooid".
Daarmee is de instelling van de verbinding tussen de projector en het toegangspunt voltooid. Druk op de [Menu]-knop om het configuratiemenu te sluiten.
f Een verbinding maken met de pincodemethode
Voordat u een verbinding kunt maken met de
q
Procedure
A
pincodemethode, moet er al een verbinding gelegd zijn tussen de computer en het toegangspunt.
Selecteer "Pincodemethode".
Het scherm Pincodemethode wordt weergegeven.
Een WPS (Wi-Fi Protected Setup)-verbinding maken met een draadloos toegangspunt (alleen EB-G5350/G5150)
98
B
V anaf de computer voert u de weergegeven pincode naar het toegangspunt in. Vervolgens selecteert u "Installatie starten".
De voortgang wordt weergegeven.
C
D
De melding "Installatie via WPS voltooid. " wordt weergegeven. Druk op de [Enter]- of [Esc]-knop.
Het scherm van het Draadloos LAN-menu wordt opnieuw weergegeven.
Selecteer "Ja" bij "Installatie voltooid".
Daarmee is de instelling van de verbinding tussen de projector en het toegangspunt voltooid. Druk op de [Menu]-knop om het configuratiemenu te sluiten.

Beeldschermgrootte en afstand

In de volgende tabel staat de projectieafstand bij gebruik van een standaardlens. Wanneer u een optionele lens gebruikt, moet u de afstanden raadplegen in de handleiding die u bij de optionele lenzen krijgt. Raadpleeg onderstaande tabel voor de beste positie voor de projector. De waarden zijn slechts indicaties.

Projectieafstand voor EB-G5350/G5300/G5150/G5100

Eenheid: cm Eenheid: cm
99
4:3 Schermgrootte
Projectieafstand
Ko r tst e Langste
(Breed) tot (Tele)
Verticale
verschuiving van lens
(Hoog) naar (Laag)
16:9 Schermgrootte
Projectieafstand
Ko r tst e Langste
(Breed) tot (Tele)
Verticale
verschuiving van lens
(Hoog) naar (Laag)
30" 61×46 77 tot 142 0 tot 46 30" 66×37 84 tot 154 -6 tot 44
40" 81×61 104 tot 190 0 tot 61 40" 89×50 113 tot 207 -8 tot 58
50" 100×76 131 tot 239 0 tot 76 50" 110×62 143 tot 261 -10 tot 73
60" 120×90 158 tot 288 0 tot 91 60" 130×75 172 tot 314 -12 tot 87
80" 160×120 212 tot 385 0 tot 122 80" 180×100 231 tot 420 -17 tot 116
100" 200×150 266 tot 483 0 tot 152 100" 220×120 290 tot 526 -21 tot 145
120" 240×180 321 tot 580 0 tot 183 120" 270×150 349 tot 632 -25 tot 174
150" 300×230 402 tot 726 0 tot 229 150" 330×190 438 tot 791 -31 tot 218
200" 410×300 537 tot 970 0 tot 305 200" 440×250 586 tot 1056 -42 tot 291
300" 610×460 808 tot 1457 0 tot 457 275" 610×340 808 tot 1457 -57 tot 400
Scherm
90°
Lensmidden
is de afstand van het midden van de lens naar de onderkant van het geprojecteerde beeld. Dit kan worden bijgeregeld met verticale lensverschuiving.
90°
Lensmidden Scherm
Beeldschermgrootte en afstand

Projectieafstand voor EB-G5200W

Eenheid: cm Eenheid: cm Eenheid: cm
100
4:3 Scher mgrootte
Projectieafstand
Kortste (B reed) tot
langste (Tele)
Verticale verschuiving
van lens
(Hoog) naar (Laag)
16:9 Schermgr oott e
Projectieafstand
Kortste (Breed) tot
langste (Tele)
Verticale verschuiving
van lens
(Hoog) naa r (Laa g )
16:10 Schermgrootte
Projectieafstand
Kortste (Breed) tot
langste (Tele )
Verticale verschuiving
van lens
(Hoog) naar (Laag)
30" 61×46 92 tot 169 -4 tot 50 30" 66×37 83 tot 153 -6 tot 43 30" 66×41 81 tot 149 -4 tot 44
40" 81×61 124 tot 227 -6 tot 67 40" 89×50 113 tot 206 -8 tot 58 40" 89×56 110 tot 200 -5 tot 59
50" 100×76 156 tot 285 -7 tot 83 50" 110×62 142 tot 259 -10 tot 72 50" 110×67 138 tot 252 -6 tot 74
60" 120×90 189 tot 343 -9 tot 100 60" 130×75 171 tot 311 -12 tot 87 60" 130×81 167 tot 303 -8 tot 88
80" 160×120 253 tot 459 -12 tot 134 80" 180×100 230 tot 417 -16 tot 116 80" 180×110 224 tot 405 -10 tot 118
100" 200×150 318 tot 575 -15 tot 167 100" 220×120 288 tot 522 -20 tot 145 100" 220×130 281 tot 508 -13 tot 147
120" 240×180 382 tot 691 -17 tot 200 120" 270×150 347 tot 627 -24 tot 174 120" 270×169 338 tot 610 -15 tot 177
150" 300×230 479 tot 864 -22 tot 250 150" 330×190 435 tot 785 -30 tot 217 150" 330×206 423 tot 764 -19 tot 221
200" 410×300 640 tot 1154 -29 tot 334 200" 440×250 581 tot 1048 -40 tot 289 200" 440×275 566 tot 1020 -26 tot 295
265" 540×400 851 tot 1532 -38 tot 442 290" 640×360 851 tot 1532 -59 tot 422 300" 550×344 851 tot 1532 -38 tot 442
Scherm
90°
Lensmidden
is de afstand van het midden van de lens naar de onderkant van het geprojecteerde beeld. Dit kan worden bijgeregeld met verticale lensverschuiving.
90°
Lensmidden Scherm
Loading...